Gemeente Purmerend. Parkeerbeleid Blauwe zones Vergunningparkeren Parkeren eigen terrein

Transcriptie

1 Gemeente Purmerend Parkeerbeleid Blauwe zones Vergunningparkeren Parkeren eigen terrein

2 Gemeente Purmerend Parkeerbeleid Blauwe zones Vergunningparkeren Parkeren eigen terrein Datum 3 maart 2010 PMD016/Adr/ Kenmerk Eerste versie

3 Inhoud Pagina 1 Inleiding 1 2 Beleidskader parkeerregulering wijkwinkelcentra Voor- en nadelen van parkeerregulering met blauwe zones Visie op parkeerregulering 2 3 Beleidskader vergunningparkeren Huidige situatie Toekomst 5 4 Beleidskader parkeren eigen terrein Definitie: parkeren eigen terrein Meervoudig ruimtegebruik Inpandig parkeren Mogelijkheden vastleggen parkeren eigen terrein 8 5 Toepassing parkeernormen 10 Bijlage 1: Parkeernormen 1 Bijlage 2: Voorstel aangepaste tekst bouwverordening 1 Bijlage 3: Voorbeeldtekst uitgiftevoorwaarden 1 Bijlage 4: Gebiedsindeling 1 Bijlage 5: Deelgebieden binnenstad 1

4 Pagina 1 1 Inleiding Parkeerbeleid kan worden omschreven als het uitgewerkte resultaat van een visie ten aanzien van parkeren. Parkeerbeleid staat niet op zich zelf. Parkeerbeleid is een belangrijk middel om verkeerskundige, economische en ruimtelijke doelen te verwezenlijken. Door een goede balans te vinden kan met het realiseren van parkeerbeleid een bijdrage worden geleverd aan een gunstig leef-, werk, winkel en woonklimaat. Sturing in het aanbod van parkeerplaatsen is daarbij een belangrijk middel om deze balans te vinden. De hoofdlijn van het gemeentelijke parkeerbeleid is beschreven in het Verkeers- en Vervoersplan Purmerend (VVPP) Als nadere uitwerking hiervan is voor de binnenstad de nota Parkeren in binnenstad Purmerend en omgeving, parkeerbeleid opgesteld. Momenteel zijn onderdelen van het huidige parkeerbeleid toe aan een herziening. Door ontwikkelingen op het gebied van onder meer parkeerdruk, bereikbaarheid en locatieontwikkeling is het van belang de uitgangspunten van het gemeentelijke parkeerbeleid (opnieuw) vast te stellen. In deze nota wordt een volgende stap gezet in de uitwerking van het parkeerbeleid aan de hand van drie thema s die in de afgelopen tijd actueel zijn geworden: - Parkeernormen met het oog op afdwingen van parkeren op eigen terrein; - de toepassing van blauwe zones of betaald parkeren bij publieksfuncties buiten de binnenstad; - vergunningparkeren voor bewoners in de binnenstad. Deze drie onderwerpen zijn al eerder in de Raadcommisie SOB behandeld en kunnen nu concreet gestalte krijgen. Het parkeerbeleid als geheel ook aan herziening toe. Een uitwerking van dit beleidthema in de gehele breedte volgt in een later stadium, mede afhankelijk van de keuzes in het nieuwe collegeprogramma worden gemaakt en de ontwikkelingen in de binnenstad. Parkeernormen Het toetsen van de parkeersituatie in de stad, door het hanteren van parkeernormen, heeft als doel bij te dragen aan een gunstig leef- en woonklimaat, waarbij ook economische belangen een belangrijke rol spelen. Sturing in het aanbod van parkeerplaatsen is daarbij een middel. Parkeernormen worden gebruikt voor de berekening van de parkeervraag bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. In praktische zin worden parkeernormen gebruikt om houvast te bieden bij het bepalen van de benodigde parkeerruimte voor nieuwbouwsituaties of functiewijzigingen bij woningen, kantoren, winkels, etc. Het aantal te realiseren plaatsen is afhankelijk van de grootte van de voorziening en de parkeernorm die bij ontwikkeling hoort. In de bestaande situatie zijn voor Purmerend geen eenduidige parkeernormen beschikbaar. In praktijk worden de parkeerkencijfers uit het landelijk toegepaste handboek 'Aanbevelingen Stedelijke verkeersvoorzieningen' (ASVV) van CROW gebruikt, maar deze hebben geen bindend karakter. Het is wenselijk de parkeernormen eenduidig vast te leggen Blauwe zones of betaald parkeren en vergunning parkeren De uitkomst van de discussies in de Raadscommissie SOB over toepassing van blauwe zones of betaald parkeren bij publieksfuncties buiten de binnenstad en vergunning parkeren in de binnenstad zijn in deze nota vastgelegd.

5 Pagina 2 2 Beleidskader parkeerregulering wijkwinkelcentra De gemeente Purmerend heeft te maken met een toenemend aantal verzoeken vanuit de detailhandel en het bedrijfsleven voor het invoeren van parkeerschijfzones ( blauwe zones ) rondom de wijkwinkelcentra. Blauwe zones beperken de parkeerduur en kunnen in dergelijke gebieden effectief zijn om te voorkomen dat langparkeerders de beschikbare parkeerplaatsen bezetten ten koste van kortparkeerders. Purmerend heeft momenteel een beperkt aantal blauwe zones, maar kent geen vastgesteld beleid ten aanzien van parkeerregulering in de gebieden buiten het centrum. 2.1 Voor- en nadelen van parkeerregulering met blauwe zones Net als bij andere vormen van parkeerregulering zoals betaald parkeren, zijn er voor- en nadelen verbonden aan blauwe zones op het gebied van beleid, financiën en handhaving. Voordelen: Beperkte parkeertijd en dus hogere doorstroming; Beperkte investeringskosten; Geen kosten voor gebruikers; Past binnen beleid om parkeeroverlast in woonwijken te beperken; Invoering kan relatief snel gebeuren; Met ontheffing hoeven bewoners geen parkeerschijf te gebruiken; Blauwe zone kan op maat worden gesneden t.a.v. parkeertijden; Beperkte onderhoudskosten; Relatief weinig weerstand bij invoering (vergeleken met betaald parkeren). Nadelen: Handhaving is noodzakelijk om deze maatregel in te voeren; Handhaving is niet kostendekkend, ( 25,- per geregistreerde beschikking); Met bebording en communicatie dienen alle gebruikers zo goed mogelijk op de hoogte gebracht te worden van de invoering; Past niet binnen beleid om het autogebruik op korte afstand te ontmoedigen; Voor ieder bezoek aan de winkels heeft men een parkeerschijf nodig; Fraudegevoelig; Verschuiving van langparkeerders naar omliggende parkeergebieden; Precedentwerking (andere buurten zullen ook een blauwe zone willen); Geen opbrengsten. 2.2 Visie op parkeerregulering Het beleid van de gemeente is er op gericht zo min mogelijk te reguleren. Enkel als de parkeerdruk in een bepaald gebied te hoog is, worden maatregelen overwogen. Hiertoe worden binnen de gemeente een tweetal zones onderscheiden waarbinnen een verschillende vorm van parkeerregulering toegepast wordt: Kernwinkelgebied: betaald parkeren; Schil buiten het kernwinkelgebied: geen parkeerregulering, blauwe zones of betaald parkeren; In de schil buiten het kernwinkelgebied kunnen nabij de wijkwinkelcentra, afhankelijk van de aanwezige parkeerdruk (structureel hoog) en de parkeerduur, blauwe zones worden ingevoerd. Hierbij wordt terughoudend omge-

6 Pagina 3 gaan met de omvang van de blauwe zone, om het verdringen van langparkeerders naar omliggende (woon)wijken of andere parkeervoorzieningen te voorkomen. Het inrichten van locaties die in aanmerking komen voor de invoering van een blauwe zone is daarmee maatwerk. Parkeerregulering vergt handhaving én een periodieke monitoring, evaluatie en eventuele bijstelling. Kernwinkelgebied: betaald parkeren Schil: maatwerk. Blauwe zones niet overal geschikt. Figuur 3.1: Schematische weergave van de visie met betrekking tot blauwe zones. Mocht er toch sprake zijn van verdringingseffecten door langparkeerders waardoor de druk in de omgeving onevenredig toeneemt zijn er twee mogelijkheden dit aanvullend te reguleren: Vergunningsparkeren invoeren in omliggende woonwijken; Betaald parkeren invoeren nabij kantoorlocaties en de NS stations Ook hiervoor geldt dat terughoudend wordt omgegaan met dergelijke maatregelen en worden dezelfde eisen gesteld aan de monitoring en bijstelling. De concrete uitwerking van dit beleidskader zal per situatie in overleg met de betrokkenen worden gemaakt.

7 Pagina 4 3 Beleidskader vergunningparkeren In de binnenstad en directe omgeving is een deel van het parkeeraanbod gereserveerd voor bewoners en werknemers met een parkeervergunning. Dit hoofdstuk heeft betrekking op de vergunningen voor bewoners. Het beleid is op dit moment als volgt: bewoners woonachting in de binnenstad komen in aanmerking voor één vergunning. In de gebieden buiten de binnenstad kunnen bewoners twee vergunningen aanschaffen. In de loop van de tijd is de parkeerdruk op deze vergunningplaatsen door een toenemend autobezit toegenomen. Tijdens het parkeeronderzoek Binnenstad 2009 bedroeg de parkeerdruk op vergunningplaatsen tijdens de koopavond 91%. Op zaterdagmiddag is de parkeerdruk 78%. In dit hoofdstuk wordt de huidige situatie geschetst en een aangepast beleid ten aanzien van het vergunningparkeren voorgesteld. 3.1 Huidige situatie Op 1 oktober 2009 zijn er in de binnenstad 1 van Purmerend 727 parkeervergunningen in omloop. Per deelgebied (zie figuur in bijlage 5) gaat het om de volgende aantallen: gebied Locatie 1/2 Voetgangersgebied+ Koemarkt e.o. 3 Achterdijk / postkantoor e.o 4 Kanaalschans, Kanaalkade e.o. Aantal vergunningen Aantal p.p. Aantal vergunningen per p.p. Waar parkeren ,0 Op betaalde parkeerplaatsen omgeving "t Lammetje ,6 In vergunninggebied ,9 In vergunninggebied 4 5 Hoornsebuurt ,4 In vergunninggebied 5 6 Vooruitstraat e.o ,0 In vergunninggebied 6 7 Populierenstraat 1 1 1,0 In vergunninggebied 7 8 Prinsenhof 7 6 1,2 In vergunninggebied 8 Totaal ,17 Opmerkingen Gebied 1. de bewoners in het voetgangersgebied moeten hun auto-parkeren in de parkeergebieden 3,4,5 of 6 afhankelijk van de ligging of op betaalde parkeerplaatsen (91) Gebied 2 heeft alleen maar betaalde parkeerplaatsen Gebieden 3 en 4 en 5 is een mengeling van betaalde parkeerplaatsen en vergunning parkeerplaatsen Gebied 6 heeft alleen maar vergunning parkeerplaatsen Gebieden 7 en 8 zijn ondergeschikt en hebben meer enkele parkeerplaatsen voor vergunninghouders Conclusie In de gebieden 4 en 5 zijn 167 parkeerplaatsen en hebben 270 bewoners een parkeervergunning. Dit is gemiddeld 1,6 parkeervergunningen per beschikbare parkeerplaats. In gebied 6 (omgeving van de Vooruitstraat is voor elke 1 In de gebieden 5 (uitgezonderd Overwheersepolderdijk), 8 (uitgezonderd Prinsenhof), 9,10,11 en 12 zijn geen straten waar vergunningparkeren is ingevoerd.

8 Pagina 5 vergunninghouder ongeveer 1 parkeerplaats beschikbaar. Gebied 6 is het enige parkeergebied waar nog een 2 e parkeervergunning kan worden aangevraagd. Overdag is een gedeelte van de bewoners weg met de auto zodat dan de parkeerdruk acceptabel is. De grootse parkeerdruk ontstaat op het moment dat de meeste bewoners thuis zijn en de winkels open zijn (koopavond en zaterdag). Het aantal parkeervergunningen is op dit moment redelijk stabiel. Alleen als er nieuwe woningen worden opgeleverd, bijvoorbeeld boven winkels, komen er nieuw vergunninghouders bij. Het beleid is op dit moment dat nieuwe vergunningaanvragen behorend bij woningen in de binnenstad worden toegedeeld aan betaalde parkeerplaatsen. 3.2 Toekomst In de komende jaren worden er nog ongeveer 80 woningen boven winkels opgeleverd. Hierdoor zal de druk op de woongebieden nog toenemen. Dit leidt naar verwachting tot een uitbreiding van het aantal parkeervergunningen met ca. 40 (ervaringscijfer). Om de toekomstige (vergunning)parkeersituatie te verbeteren worden de volgende maatregelen getroffen: Korte termijn (2 jaar) 1. Opheffen van gebiedsindeling waardoor flexibiliteit voor bewoners kan toenemen; 2. Tweede vergunning niet meer toestaan (door middel van uitsterfconstructie); 3. Conform bestaande aanpak nieuwe vergunninghouders die voortkomen uit het project "wonen boven winkels" niet meer toewijzen aan de vergunninggebieden maar laten parkeren op betaalde parkeerplaatsen. Lange termijn (na de opening van twee nieuwe parkeergarages) 4. Zodra parkeergarages klaar zijn, betaalde parkeerplaatsen in vergunninggebieden niet allemaal verwijderen maar toewijzen aan vergunninghouders (Beemsterburgwal of Venediën). 5. Vaststellen van een maximumaantal vergunningen per parkeerplaatsen en zo nodig instellen van een wachtlijst voor nieuwe aanvragen. 6. Introduceren van abonnementen in parkeergarages die alleen in avond- en nachturen toegang geven als alternatief voor een plaats op de wachtlijst 7. Betaald parkeren in de avonduren invoeren, met menging van betaald parkeren met vergunningparkeren. De voorstellen voor de uitwerking van het vergunningbeleid worden voor de inwerkingtreding overlegd met inwoners van de binnenstad.

9 Pagina 6 4 Beleidskader parkeren eigen terrein 4.1 Definitie: parkeren eigen terrein Met een parkeerplaats op eigen terrein wordt bedoeld: 1. Een parkeerplaats op een terrein of in een garage, uitgegeven in erfpacht, verhuurd of in gebruik gegeven aan de aanvrager, dan wel in eigendom bij de aanvrager; 2. Een parkeerplaats - huur of koop - op het terrein of in de garage van een complex waarvan in de bouwvergunning, de huur- of koopovereenkomst of de erfpachtvoorwaarden is vastgelegd dat deze bedoeld is als parkeergelegenheid voor het adres van de aanvrager; 4.2 Meervoudig ruimtegebruik In de afgelopen decennia is de ruimtedruk vooral in de stedelijke gebieden in Nederland sterk toegenomen. De behoefte aan een intensief gebruik van de ruimte is hierdoor aanzienlijk gestegen. Dit vraagt om alternatieve stedenbouwkundige oplossingen in de vorm van multifunctioneel ruimtegebruik en ondergrondse projecten. Ondergronds bouwen is mogelijk, maar vergt meer risico's, tijd en kosten dan bovengrondse bouw. Om de ruimtelijke kwaliteit te verhogen is het aanbevelenswaardig om waar mogelijk en financieel haalbaar "meervoudig ruimtegebruik" te bevorderen. Bij schaarse ruimte bijvoorbeeld stationsomgevingen kan meervoudig ruimtegebruik meer dwingend worden opgelegd zodat de kwaliteit van de (openbare) ruimte op niveau blijft of komt. Ook in Purmerend hebben we te maken met ruimtedruk en willen we de ruimtelijke kwaliteit verhogen. De binnenstad van Purmerend dient voor heel Waterland een aantrekkelijk winkel- en uitgaanscentrum te zijn. De gemeente besteedt daarom veel aandacht aan het aantrekkelijker maken en uitbreiden van de binnenstad. Het oostelijk deel van de Kop van West wordt onderdeel van de binnenstad. Hier kunnen nieuwe grote voorzieningen komen zoals een theater, congrescentrum, park, hotel en woningen. Om de kwaliteit van de openbare ruimte in de binnenstad naar een hoger niveau te brengen dient het parkeren op straat te worden beperkt. De strategie hiervoor is in de Parkeernota Binnenstad vastgelegd. Tabel 4.1: soorten meervoudig ruimtegebruik

10 Pagina 7 In de bestaande binnenstad zijn voor de komende jaren twee gebouwde parkeervoorzieningen gepland. Deze garages maken onderdeel uit van een ruimtelijke ontwikkeling op basis van meervoudig ruimtegebruik, waarbij zowel sprake is van multifunctioneel ruimtegebruik als ruimtegebruik in de derde dimensie (zie tabel 1). Het meervoudig ruimtegebruik verhoogt de levendigheid, sociale veiligheid, multifunctionaliteit en daarmee de kwaliteit van de binnenstad. 4.3 Inpandig parkeren Omdat ondergrondse parkeeroplossingen relatief hoge kosten met zich mee brengen is deze optie van meervoudig ruimtegebruik niet altijd haalbaar. In gevallen waarin het realiseren van ondergrondse parkeergarage financieel en/of technisch niet haalbaar is kan er bij grootschalige ontwikkelingen in Purmerend als voorwaarde worden opgenomen dat het parkeren als volgt wordt opgelost: 1. op de bebouwing; 2. onder de bebouwing (op maaiveld); 3. onder een verhoogd maaiveld; 4. aan het zicht te onttrekken door het ophogen van de omgeving; 5. half verdiept te parkeren. Grootschalige ontwikkelingen in Purmerend waar onder andere de ambitie voor meervoudig ruimtegebruik speelt zijn: Kop van West, ontwikkeling locatie Marts Meubels (Waterlandlaan) en stationsomgeving in de Gors-Noord. Om de haalbaarheid van meervoudig ruimtegebruik te bevorderen is het van belang dat er verschillende functies in de omgeving op verschillende momenten hun maximale parkeervraag hebben. Hierdoor kan je de omvang van de garage beperken en het aantal te verkopen parkeeruren per parkeerplaats verhogen. De basis voor het stimuleren van meervoudig ruimtegebruik bij parkeeroplossingen is gelegen in het afdwingen van het oplossen van de parkeerbehoefte op eigen terrein. De ontwikkelende partij is gedwongen om na te denken hoe de (eigen) parkeerbehoefte kan worden opgevangen. Het parkeren op eigen terrein is niet altijd de meest efficiënte manier om met parkeren om te gaan: - parkeren op eigen terrein sluit dubbelgebruik van parkeerplaatsen nagenoeg uit. In gebieden met veel wisselende gebruiksfuncties op verschillende momenten is parkeren in het openbaar gebied ruimteefficiënter; - in gebieden met een hoge dichtheid en veel kleine functies (bijvoorbeeld de binnenstad) moet ten minste een deel van het parkeren in het openbaar gebied worden opgelost, om efficiënt ondergrondse of inpandige parkeerpaatsen te realiseren: niet elke woning zijn eigen parkeergarage. Alleen voor grootschalige ontwikkeling is parkeren op eigen terrein efficiënt. Bij In mono-functionele gebieden, gebieden met een lagere dichtheid en bij grootschalige ontwikkelingen is parkeren op eigen terrein gewenst. Bij voldoende druk op de ruimte (hoge dichtheid, hoge grondprijzen) ontstaat dan vanzelf de wens om parkeren op, in of onder het gebouw op te lossen. In gebieden met een lagere dichtheid ontstaan meer traditionele oplossingen met parkeren op maaiveld achter of voor het gebouw. Hoe bovenstaande geregeld c.q. opgelegd kan worden aan de ontwikkelaar, wordt in het vervolg van deze nota beschreven. In de volgende paragraaf wordt ingegaan op de mogelijkheden om het parkeren op eigen terrein vast te leggen.

11 Pagina Mogelijkheden vastleggen parkeren eigen terrein Het afdwingen van parkeernormen komt aan de orde bij besluitvorming over ruimtelijke projecten. Na de invoering van de (nieuwe) Wro op 1 juli 2008, gaat het hierbij om besluitvorming met betrekking tot de volgende instrumenten: bouwverordening (aflopend), bestemmingsplan, projectbesluit, ontheffing 2 en gronduitgifte. Aangezien het afdwingbaar opnemen van parkeernormen in bestemmingsplan, projectbesluit en ontheffing (relatief) nieuw is, dient rekening gehouden te worden met een zekere "ontwikkeltijd". Er is immers nog geen jurisprudentie onder de (nieuwe) Wro bekend waaraan kan worden gerefereerd voor het juridisch houdbaar verwerken van parkeernormen in ruimtelijke instrumenten zoals bestemmingsplannen, projectbesluiten etc. Uiteindelijk is in de Wro het bestemmingsplan de geëigende locatie voor de parkeernormen. Het lijkt echter niet verstandig hierop al vooruit te lopen. Op dit moment zijn de hiervoor genoemde instrumenten niet volledig inzetbaar. De situatie kan als volgt worden samengevat: in de Bouwverordening van Purmerend is de parkeereis niet helder en krachtig geformuleerd en is er geen beleidsdocument met (afdwingbare) parkeernormen aan gekoppeld. in de bestaande bestemmingsplannen, die onder de (oude) WRO tot stand zijn gekomen, zijn niet of nauwelijks (afdwingbare) parkeernormen opgenomen; in de bestemmingsplannen die thans, onder de (nieuwe) Wro, worden ontwikkeld worden ook nog geen (afdwingbare) parkeernormen opgenomen; projectbesluiten zijn momenteel nog niet genomen; in ontheffingen worden nog niet of nauwelijks (afdwingbare) parkeernormen opgenomen; gronduitgifte is het enige instrument waarbij het gebruikelijk is om parkeernormen (langs privaatrechtelijke weg) op te nemen. Kader Bouwverordening In artikel Bouwverordening van Purmerend is de parkeereis niet helder en krachtig geformuleerd. Er is ook geen beleidsdocument met parkeernormen. In verband met de invoering van de nieuwe Wro zal de mogelijkheid om parkeernormen in de bouwverordening op te nemen, naar verwachting in 2013 komen te vervallen. Ter conservering van de mogelijk resterende, bestaande, mogelijkheid om door middel van de Bouwverordening parkeernormen af te dwingen, wordt voorgesteld om, artikel Bouwverordening dusdanig aan te passen dat er een heldere en krachtig geformuleerd parkeereis in deze bepaling wordt opgenomen met de parkeernormen uit deze nota daaraan gekoppeld. Hierdoor kunnen deze parkeernormen worden afgedwongen bij het toetsen van bouwaanvragen in die gevallen waar het bestemmingsplan geen afdwingbare parkeernormen bevat. In bijlage 2 is de aangepaste tekst opgenomen. Het is van belang de inzet van de ruimtelijke instrumenten onderling goed op elkaar af te laten stemmen zodat het ene instrument de toepassing van het andere niet hindert. Om parkeernormen in bestemmingsplannen, projectbesluiten etc. te kunnen verwerken, is het belangrijk om de normen in een parkeernotitie vast te (laten) stellen. Dit gebeurt in deze nota. 2 van de in het plan aangegeven regels

12 Pagina 9 Conclusie mogelijkheden Het realiseren van parkeerplaatsen op eigen terrein kan afgedwongen worden via bouwverordening, bestemmingsplan, projectbesluit, ontheffing en gronduitgifte. Thans zijn bestemmingsplan, projectbesluit, ontheffing nog ons inziens nog niet optimaal inzetbaar voor dit doel. Daarom wordt dit instrument op dit moment nog niet ingezet. Na aanpassing van de Bouwverordening, kan deze al wel worden ingezet. Een van de voorwaarden voor het afdwingen van parkeren op eigen terrein met een van de instrumenten is, dat de parkeernormen eenduidig zijn vastgelegd. Dit gebeurt in deze nota. De parkeernormen en de systematiek om deze te handhaven kunnen op termijn ook in bestemmingsplannen worden ingevoegd.

13 Pagina 10 5 Toepassing parkeernormen Toepassing 1. De parkeernormen in deze nota kunnen van toepassing worden verklaard in: a. Bestemmingsplannen volgens de nieuwe Wro b. Projectbesluiten volgens de nieuwe Wro c. Ontheffingen volgende de nieuwe Wro d. De bouwverordening e. Uitgiftevoorwaarden 2. Bij het opstellen van stedenbouwkundige plannen en inrichtingsplannen voor de openbare ruimte door de gemeente en in alle overige situaties gelden de parkeernormen ter berekening van de parkeervraag. 3. De parkeervraag van bestaande functies wordt niet berekend aan de hand van parkeernormen maar bepaald aan de hand van een parkeertelling in de huidige situatie. Deze informatie is immers altijd betrouwbaarder dan de generieke data uit parkeernormen Nieuwe ontwikkelingen -> Bestaande situaties -> rekenen (parkeernormen) tellen Te hanteren parkeernormen bij nieuwe ontwikkelingen 4. De vraag naar parkeerplaatsen bij nieuwe ontwikkelingen wordt berekend aan de hand van de opgenomen parkeernormen. Zie bijlage Op de in de bijlage 4 opgenomen kaart zijn de binnenstad, de schil, de bedrijventerreinen en de rest van de stad weergegeven. De grenzen zoals deze op de kaart zijn aangegeven, zijn maatgevend voor het vaststellen van het soort locatie. 6. Er is in afwijking van het regionale beleid geen onderscheid naar plek op basis van openbaar-vervoerbediening. Het OV in geheel Purmerend is relatief goed en er zijn geen echte uitschieters in OV-bediening (in positieve of negatieve zin). 7. De berekende parkeervraag wordt afgerond naar het dichtstbijzijnde gehele getal. 8. Voor woningen wordt in de parkeernormen een onderscheid gemaakt in goedkope, middeldure en dure woningen. a. in de categorie 'duur' vallen alle vrijstaand en twee-onder-een kap woningen; b. in de categorie 'midden' vallen alle overige grondgebonden (rijwoningen); c. in de categorie 'goedkoop' vallen alle appartementen, etagewoningen, zelfstandige seniorenwoning en beneden-bovenwoningen. d. een aparte categorie zijn de zorgwoningen: seniorenwoningen met een zorgfunctie ('aanleunwoningen'). e. een aparte categorie zijn de jongerenwoningen: speciale goedkope woningen voor starters op de woningmarkt geschikt voor maximaal twee personen. Onder deze categorie vallen niet 'normale' woningen met een aangepaste regeling voo starters op de koopwoningmarkt. De parkeervraag op basis van de normen in tabel B2.2 dient op eigen terrein te worden gerealiseerd. 9. Een garagebox telt niet mee voor het parkeren op eigen terrein. Alleen de ruimte vóór de garage en de woning wordt meegeteld, mits deze op eigen terrein is gelegen en voldoende ruimte biedt voor een auto. 10. Twee achterelkaar gelegen parkeerplaatsen op eigen terrein tellen mee als een parkeerplaats. 11. Bij het opstellen van een parkeerbalans voor een gebied of cluster van functies wordt gerekend met de maximale parkeervraag op basis van dubbelgebruik door uit te gaan van de in bijlage 1 opgenomen aanwezigheidspercentages.

14 Pagina 11 Nieuw-voor-oud-regeling 12. Bij functiewijziging (waarbij het pand blijft staan) kan worden afgeweken van de parkeernorm op eigen terrein, als de parkeervraag die bij de nieuwe functie hoort, lager of gelijk is aan de parkeervraag van de oude functie. In dat geval hoeven er geen extra parkeerplaatsen te worden gerealiseerd. Als de norm voor de nieuwe functie hoger is, moet het verschil extra worden aangelegd. Uitzonderingsbepalingen 13. In de volgende gevallen kan het college van Burgemeester en Wethouders besluiten dat de initiatiefnemer niet (de gehele) parkeervraag op eigen terrein behoeft te realiseren: a. In de omgeving van het bouwplan is voldoende vrije openbare parkeercapaciteit aanwezig of voorzien, of; b1. Het is (ruimtelijk, financieel of anderszins) redelijkerwijs niet mogelijk om op eigen terrein parkeerplaatsen te realiseren, en; b2. Het maatschappelijk belang van het initiatief weegt zwaarder dan de eventuele gevolgen van het niet of onvoldoende realiseren van parkeerplaatsen op eigen terrein. 14. In bijzondere gevallen en in gevallen waarin de beleidsregels niet voorzien, is het college bevoegd bij gemotiveerd besluit van de beleidsregels en/of de normen af te wijken. Indien mogelijk wordt bij voorkeur in een nieuwe of gewijzigde beleidsregel voorzien. Overige situaties 15. Wanneer niet bekend is welke functies zich in een gebouw gaan vestigen, dient uitgegaan te worden van de maximale te verwachten parkeervraag op basis van de volgens het bestemmingsplan toegestane functies. 16. Het aanleggen van meer parkeerplaatsen dan de parkeernorm is toegestaan, tot een maximum van 125% van de parkeernorm. 17. Voor functies die niet zijn opgenomen in de parkeernormen van de gemeente Purmerend gelden de vigerende CROW-kencijfers [CROW-publicatie 203] voor de situatie: minimumnorm, sterk stedelijk (klasse 2). De ondergrens is aangehouden vanwege het goede openbaar vervoer in Purmerend. Ingangsdatum 18. Deze parkeernormen zijn van toepassing vanaf het moment dat ze door de gemeenteraad worden vastgesteld. 19. De koppeling aan de bouwverordening is van toepassing zodra de voorgestelde aanpassing van de bouwverordening is doorgevoerd. 20. Tot 12 maanden na de vaststelling kan B&W ontheffing verlenen van de parkeereisen op grond van eerdere afspraken die over parkeren zijn gemaakt. De bepalingen worden in overleg met afdeling VTH nader uitgewerkt.

15 Bijlage 1: Parkeernormen In tabel B1.1 is per onderscheiden gebied en functie weergegeven welke parkeernormen worden gehanteerd. De normen zijn gebaseerd op de parkeerkencijfers uit de CROWkencijfers, aangevuld met de gegevens uit parkeeronderzoeken in de Binnenstad en Gorsnoord en het uitgebreide onderzoek naar autobezit en parkeervraag in Weidevenne uit In alle gevallen is al rekening gehouden met een toename van de parkeerdruk door toename van het autobezit in de loop van de tijd. De normen die zijn gekoppeld aan de grootte van de functie zijn uitgedrukt in bruto-vloeroppervlakte (bvo). Functie Parkeernorm Parkeernorm binnenstad* schil Parkeernorm bedrijventerreinen Parkeernorm Eenheid rest van de stad Vrijstaand/twee-onder-een kap** 1,30 1,80 nvt 2,00 pp per woning Rijwoningen** 1,30 1,50 Nvt 1,60 pp per woning Appartemtenten/Bebo** 1,30 1,30 Nvt 1,30 pp per woning Zorgwoning** 0,40 0,50 Nvt 0,60 pp per woning Jongerenwoning** 1,00 1,00 Nvt 1,00 pp per woning Verzorgingshuis** 0,50 0,60 Nvt 0,70 pp per verpleegeenheid Kantoren 1,50 1,70 1,90 1,90 pp per 100 m2 bvo Dienstverlening (kantoor met baliefunctie) 2,00 2,50 3,00 3,00 pp per 100 m2 bvo Detailhandel (niet grootschalig) 2,30 2,50 3,00 3,00 pp per 100 m 2 bvo Grootschalige detailhandel (detailhandel Nvt 4,00 4,00 4,00 pp per 100 m2 bvo in volumineuze goederen)*** Perifere detailhandel (detailhandel op Nvt 7,00 8,00 8,00 pp per 100 m2 bvo een perifere locatie met een regionale functie) Bouwmarkten, tuincentra etc Nvt 3,00 3,00 3,00 pp per 100 m2 bvo Bedrijvigheid*** 2,00 2,00 2,00 2,00 pp per 100 m2 bvo Basisonderwijs**** 2,00 2,50 nvt 3,00 pp per leslokaal Crèche, kinderdagverblijf**** 3,00 3,30 Nvt 3,60 Pp per eenheid Medische functies 2,00 2,00 Nvt 2,00 pp per behandelkamer Sociaal maatschappelijke functies 2,00 2,00 Nvt 2,00 pp per 100 m2 bvo Bioscoop 0,25 0,25 nvt 0,25 pp per zitplaats *)Deze cijfers vervangen de cijfers zoals opgenomen in de Parkeernota Binnenstad. **)Deze cijfers vervangen de cijfers zoals opgenomen in het Verkeers- en vervoersplan Purmerend 2010 ***) Het gaat hier om de parkeernorm voor personeel en bezoek. Het stallen en parkeren van het bedrijfswagenpark (transport) en de handelsvoorraad (auto en caravanshowroom) valt buiten deze parkeernorm en moet apart op eigen terrein worden opgelost. ****) Inclusief halen en brengen Tabel B1.1 Parkeernormen: totale parkeervraag Aanwezigheidspercentages

16 Pagina B1-2 De aanwezigheidspercentages per functie zijn weergegeven in tabel B1.2. Functie AANWEZIGHEID (%) Werkdag Werkdag Werkdag Nacht Koopavond Zaterdag Zaterdagavond Zondagoverdag ochtend middag avond Overdag Woningen Zorgwoning Verzorgingshuis Kantoren Dienstverlening (kantoor met baliefunctie) * * 0 0 Alle detailhandel * Bedrijvigheid Onderwijs en Kinderopvang** Sociaal maatschappelijke functies Medische functies Bioscoop *) Afhankelijk van de verwachte openingstijden **) Aanwezigheid haal- en brengverkeer: ochtendspits 100%, tussen de middag 50%, middag 90% Tabel B1.2 Aanwezigheidspersentages

17 Bijlage 2: Voorstel aangepaste tekst bouwverordening Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebou- Artikel wen 1. Indien de omvang of de bestemming van een gebouw daartoe aanleiding geeft, moet ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's in voldoende mate ruimte zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort. Deze ruimte mag niet overbemeten zijn, gelet op het gebruik of de bewoning van het gebouw. 2. Voorzover de in de parkeernormen behorende bij de vigerende nota parkeernormen voor een functie criteria zijn aangewezen, wordt voor die functie aan de in het eerste lid gesteld eis voldaan door toepassing van die parkeernormen. 3. De - in de voorgaande leden bedoelde - ruimte voor het parkeren van auto's moeten afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan: a. indien de afmetingen van bedoelde parkeerruimten ten minste 1,80 m bij 5.50 m en ten hoogste 2,00 m bij 7.00 m bij langsparkeervakken bedragen en ten minste 2,30 m bij 4,50 m en ten hoogste 2,50 m bij 5,00 m bij haaks parkeren bedragen; b. indien de afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een gehandicapte - voorzover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst - ten minste 3,50 m bij 5,00 m bedragen. 4. Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort. 5. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste, tweede en vierde lid: a. voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, dan wel laadof losruimte wordt voorzien; b. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuiten in het belang van een goede stadsontwikkeling.

18 Pagina B2-2 Tekst toelichting Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebou- Artikel wen Lid 1 en lid 2 De per bouwvergunning te bepalen normstelling hangt af van onder meer de grootte van het gebouw, de ligging in de gemeente, het te verwachten aantal bezoekers, c.q. bewoners of gebruikers, de eventuele aanwezigheid van openbaar vervoer en de frequentie daarvan, het tijdstip waarop de bezoekers gewoonlijk komen, en de mogelijke uitwisselbaarheid van parkeerplaatsen. De gemeenteraad heeft derhalve in de nota "Parkeerbeleid, blauwe zone, vergunningparkeren, parkeren eigen terrein" dit aspect van het parkeerbeleid van de Gemeente Purmerend weergegeven. In deze nota zijn parkeernormen vastgelegd met als uitgangspunt dat het parkeren op eigen terrein wordt geregeld. Naast de locatie is bij de normering rekening gehouden met de functie van bouwwerken, zoals wonen, werken, winkels en de overige mobiliteitskenmerken van gebruikers en/of bezoekers. Lid 3 Dit lid geeft maatvoorschriften voor parkeervakken, omdat deze voorschriften niet kunnen worden gemist bij het afdwingen van een correcte naleving van het eerste en tweede lid. De verplichting in die leden om een bepaald aantal parkeerplaatsen op eigen terrein (of onder eigen dak) aan te brengen zou immers gedeeltelijk kunnen worden ontdoken door alleen parkeervakken met afmetingen voor het kleinste type personenauto, respectievelijk het grootste type vrachtauto te maken. Het Bouwbesluit 2003 laat regeling van het onderhavige onderwerp geheel over aan bestemmingsplan en/of bouwverordening. Een bijkomende reden voor het opnemen van maatvoorschriften voor parkeervakken is de wenselijkheid om de afwijkende maatvoering vast te leggen van parkeerplaatsen voor rolstoelgebruikers en stoklopers. De maatvoering van de parkeerplaatsen is afkomstig uit de 'Aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom, ASVV 2004' van het CROW (nationaal kennisplatform voor infrastructuur, verkeer en openbare ruimte). In geval van gebouwde parkeervoorzieningen dienen deze te voldoen aan de NEN 2443 'Parkeren en stallen van personenauto's op terreinen en in garages'. Lid 4 De onderhavige bepaling kan ertoe leiden dat een nieuw winkelcentrum wordt voorzien van een zgn. expeditiehof, respectievelijk een nieuw fabrieksgebouw van een laad- en losperron (met een op het fabrieksterrein gelegen, bijbehorende opstelstrook voor vrachtauto's). Lid 5

19 Pagina B2-3 De tekst van artikel lid 4 voorziet in de mogelijkheid van afwijkingen (ontheffing) van de norm boven de bandbreedte (nadere eis) en afwijkingen in bijzondere gevallen van de norm. Ad a. De mogelijkheid tot ontheffing van de eis in het eerste en tweede lid om een beperkte parkeergelegenheid op eigen terrein (of onder eigen dak) te maken is onder meer bedoeld voor het geval dat in de nabijheid een gemeenschappelijke of openbare parkeergarage aanwezig is. Ad b. De mogelijkheid tot ontheffing van de eis in het eerste en tweede lid is onder meer bedoeld voor die gevallen waar het belang van een goede stadsontwikkeling belangrijker wordt geacht dan het parkeerbelang. Zo kan bijvoorbeeld bij een groot tekort aan starterswoningen het college ontheffing verlenen voor een lagere norm voor een bepaald complex. Een ander voorbeeld is bouwvergunningplichtige verbouwingen van bestaande gebouwen zoals winkels en dergelijke in de binnenstad

20 Bijlage 3: Voorbeeldtekst uitgiftevoorwaarden Voorzover in de bij de koopovereenkomst behorende tekeningen parkeervoorzieningen voorkomen, dienen deze door de koper c.q. diens rechtverkrijgende(n) te worden onderhouden en als zodanig in stand te worden gehouden. (bij woningen): De als zodanig aangegeven parkeervoorziening(en) moet(en) vrij toegankelijk blijven. Een erfafscheiding tussen de parkeerplaats en het openbare gebied, in welke vorm dan ook, is niet toegestaan.

21 Bijlage 4: Gebiedsindeling

22 Bijlage 5: Deelgebieden binnenstad