RAPPORT KHBO EVK EN VRIJSTELLINGEN

Transcriptie

1 RAPPORT KHBO EVK EN VRIJSTELLINGEN 1 BESCHRIJVEND GEDEELTE 1.1 Kader Algemene voorschriften Gevolg gevend aan het flexibiliseringdecreet keurde de Raad van bestuur van de associatie K.U.Leuven op 18 maart 2005 een Visietekst EVC/EVK en op 20 mei 2005 een Reglement EVC/EVK goed. De KHBO verwerkte dat reglement in haar Onderwijs- en examenreglement Daarenboven werd in een samenwerkingsverband met de verschillende instellingen van de associatie K.U.Leuven een monitor EVC-EVK ontwikkeld (J. Lowyck, J. Callens en A. Peeters, juli 2005). Deze monitor vervulde een tweeledige functie: hulp bij het ontwikkelen van een EVC-EVK-procedure; instrument voor zelfassessment, waarbij de instelling kan nagaan of haar al gehanteerde procedure kwaliteitsvol is. De monitor bevat: associatiebrede kwaliteitscriteria; procedures (geoperationaliseerd aan de hand van checklisten: o.a. een checklist stappenplan voor EVK en een checklist rechten van de kandidaat); een instrument voor het beoordelen van kwalificaties: een matrix voor het vergelijken van studiebewijzen. methodieken voor een kwaliteitsmanagement, o.m. de systeemscan EVC-EVK en de PDCA-cirkel. Op basis van het reglement EVC/EVK, het onderwijs-en examenreglement en de monitor ontwikkelde een KHBO-werkgroep EVC/EVK een KHBO-procedure EVK (juni 2005). Ondertussen zijn bovenstaande documenten verschillende keren bijgestuurd. De meest recente versies vindt u in de bijlagen: De Raad van bestuur van de associatie K.U.Leuven keurde een reglement EVC-EVK en een reglement algemene voorschriften inzake vrijstellingen goed op (zie bijlage 1) De KHBO baseerde zich op dit reglement voor wat het Onderwijs- en examenreglement betreft. (zie bijlage 2) De monitor en de bovenstaande reglementen lagen ten grondslag aan de KHBO-procedure EVK die goedgekeurd werd op de directieraad van (zie bijlage 3) Instelling: Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende 1/27

2 1.1.2 Organisatie De KHBO-coördinator EVC-EVK is lid van het comité EVC-EVK van de associatie K.U.Leuven. Intern bestaat er een KHBO-werkgroep EVC-EVK, thans bestaande uit: de KHBO-coördinator EVC-EVK de departementale contactpersonen voor EVC-EVK: voor de drie departementen op de campus Brugge zijn dat de studietrajectbegeleiders, voor de campus Oostende is de departementale contactpersoon het adjunctdepartementshoofd IWT. het departementshoofd HWB. Deze werkgroep zal in de nabije toekomst verankerd worden binnen de onderwijsondersteunende diensten. De KHBO-werkgroep EVC/EVK heeft de taak om een hogeschoolbrede aanpak te ontwikkelen en indien nodig jaarlijks bij te sturen. De KHBO-coördinator EVC-EVK rapporteert daarbij aan de directieraad, die de uiteindelijke beslissing neemt. De werkgroep heeft i.v.m. EVK een procedure uitgewerkt (bijlage 3), een informatieve tekst voor de aanvragers (bijlage 4), een aanvraagformulier (bijlage 5) en een namenlijst (bijlage 6). Op de KHBO-website is de informatieve tekst voor de aanvragers en het aanvraagformulier te vinden. Op het KHBO-portaal (voor intern gebruik) zijn alle KHBO-documenten te raadplegen. Informatie op associatieniveau is te vinden op Deelvrijstellingen De KHBO stelt vast dat er in verband met deelvrijstellingen zowel intern als op associatieniveau nog inconsequenties en tegenstrijdigheden voorkomen. De problematiek werd daarom in het begin van dit academiejaar grondig geanalyseerd en ter discussie voorgelegd aan het comité EVC-EVK van de associatie en aan de associatiewerkgroep flexibilisering. Deze laatste werkgroep heeft onder impuls van Eddy Van Avermaet een werkdocument geschreven: Deelvrijstellingen, een veelkleurige aangelegenheid: analyse en adviezen. Die tekst circuleerde begin februari 2009 in de verschillende instellingen van de associatie om besproken te worden. De KHBO deed daarbij het volgende voorstel: Bij samengestelde opleidingsonderdelen is het streven naar opleidingsonderdelen met een inhoudelijk homogene / verwante samenstelling een logische ontwikkeling. Het principe van deelvrijstellingen wordt geaccepteerd. Wie een credit behaalt in een samengesteld opleidingsonderdeel, kan een vrijstelling krijgen in de verschillende onderwijsleeractiviteiten, ongeacht het behaalde cijfer op die onderwijsleeractiviteiten. Wie geen credit behaalt in een samengesteld opleidingsonderdeel, maar wel een voldoende cijfer in een onderwijsleeractiviteit, kan een deelvrijstelling krijgen voor die onderwijsleeractiviteit. Eventuele administratieve tegenstrijdigheden bij het toekennen van deelvrijstellingen worden opgevangen door schakelmodules te creëren. De associatiewerkgroep flexibilisering formuleerde in de vergadering van 19 februari 2009 het volgende advies: Op grond van flexibiliseringsoverwegingen en van onderwijskundige argumenten besluit de werkgroep dat instellingen de mogelijkheid moeten krijgen om, naast vrijstellingen op basis van creditbewijzen, ook vrijstellingen toe te kennen wanneer de student een voldoende prestatie levert op een afgebakend deel van een opleidingsonderdeel. Instelling: Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende 2/27

3 In dat geval moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: het gaat om duidelijk afgebakende delen en waaraan studiepunten verbonden zijn; voor deze delen wordt een afzonderlijke kwotering gegeven; deze kwotering wordt opgenomen in een officieel puntenrapport dat aan de student wordt meegedeeld en dat opgenomen wordt in het databestand van de betrokken student; de (deel)vrijstelling wordt steeds uitgedrukt in gehele studiepunten. Deze nota is voor verder advies overgemaakt aan de Associatieraad voor Onderwijs Beperkingen voor vrijstellingen Elk opleidingsonderdeel komt in principe in aanmerking Standaarden Iedere opleiding van de KHBO beschikt over een opleidingsgids, die per opleidingsonderdeel de doelstellingen specificeert en de link legt met de eindcompetenties. Er waren plannen om die programmagidsen te integreren in Bamaflex en om ze op de KHBO-website gemakkelijk toegankelijk te maken voor studenten. De geplande overgang naar het SAP-model binnen een jaar maakt deze plannen eigenlijk niet langer zinvol. De opleidingsgidsen worden wel gepubliceerd op de website, Toledo en het interne docentenportaal Toekenningsvoorwaarden Een EVK-procedure kan worden opgestart door studenten die menen vrijstelling te kunnen verkrijgen voor een opleidingsonderdeel of een onderwijsleeractiviteit, omdat ze beschikken over een studiebewijs dat bewijst dat ze al de competenties hebben verworven die verbonden zijn aan dat opleidingsonderdeel of aan die onderwijsleeractiviteit. Het betreft dus studenten die beschikken over een eerder verworven kwalificatie (EVK). Een EVK is elk binnenlands of buitenlands studiebewijs dat aangeeft dat een formeel leertraject, al dan niet binnen het reguliere onderwijs, met goed gevolg werd doorlopen, met uitzondering van creditbewijzen behaald binnen een opleiding van de hogeschool waarvoor de kwalificatie wordt ingeroepen. Een creditbewijs van een andere Vlaamse instelling van hoger onderwijs of van een andere opleiding binnen de eigen instelling kan ook als dusdanig worden erkend. Het studiebewijs dient aan de volgende criteria te voldoen: Leerresultaten Het studiebewijs is voldoende recent. Het studiebewijs staat op naam van de student. Het formeel leertraject werd afgerond met een evaluatie van de prestaties van de student. Inhoud en niveau Het studiebewijs dekt de competenties van het opleidingsonderdeel voldoende. Studenten kunnen enkel vrijstelling verkrijgen voor volledige opleidingsonderdelen of voor onderwijsleeractiviteiten die officieel in de opleidingstabel zijn opgenomen (dus niet voor losse hoofdstukken). Omvang Het studiebewijs is van een gelijkaardige (of hogere) studiebelasting en studieomvang. Instelling: Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende 3/27

4 Verder moeten vrijstellingen voor opleidingsonderdelen die gedoceerd worden in het eerste semester of over het hele academiejaar voor 1 oktober of uiterlijk drie weken na inschrijving aangevraagd worden. Na die datum kunnen studenten zich niet meer beroepen op eerder behaalde creditbewijzen, studiebewijzen of attesten van bekwaamheid om hun traject aan te passen. Vrijstellingen voor opleidingsonderdelen die enkel gedoceerd worden in het tweede semester moeten worden aangevraagd uiterlijk voor 28 februari. Voor opleidingen of opleidingsonderdelen die een andere kalender volgen dan het academiejaar moeten de aanvragen plaatsvinden uiterlijk op het einde van de derde week na aanvang ervan. Studenten die wensen af te wijken van de algemene regelgeving dienen een gemotiveerd voorstel in bij het departementshoofd. 1.2 Begeleidingsproces Begeleiding van de aanvrager Informatie over de EVK-procedure wordt op verschillende manieren ter hand gesteld: Studenten krijgen op eenvoudig verzoek een informatieve tekst (bijlage 4) en een aanvraagformulier (bijlage 5) bij het studentensecretariaat Deze informatieve tekst, het aanvraagformulier en de opleidingstabellen zijn te vinden op de KHBO-website. Studenten kunnen extra informatie of advies vragen bij de departementale contactpersoon, bv. over de formele toelatingscriteria, het verloop van de procedure, de afstemming van de procedure op de procedure om faciliteiten toe te kennen aan studenten met een functiebeperking. In sommige departementen worden algemene sessies georganiseerd om de studenten die menen in aanmerking te komen voor vrijstellingen te begeleiden. De meeste studenten maken gebruik van de mogelijkheid om extra informatie of advies te vragen bij de departementale contactpersoon Handleiding In de informatieve tekst lezen de studenten dat ze een portfolio moeten indienen, bestaande uit een aanvraagformulier, een kopie van hun studiebewijzen en verduidelijkingen qua inhoud en resultaat. Het aanvraagformulier is zo sturend opgesteld dat de studenten alle benodigde informatie verzamelen. De bewijslast ligt immers bij hen. Studenten worden geacht om zelf: de naam van de verworven credits of andere studiebewijzen en de hoeveelheid studiepunten op het aanvraagformulier in te vullen; de opleidingsonderdelen op te sommen waarvoor ze op basis van die EVK s een vrijstelling aanvragen. Ze voegen de nodige rapporten, ECTS-fiches, syllabi toe aan het portfolio om een goede vergelijking mogelijk te maken. De studenten bezorgen hun portfolio aan de departementale contactpersoon en maken een afspraak wanneer ze het resultaat kunnen vernemen. De doorlooptijd wordt zo beperkt mogelijk gehouden (vaak maar twee dagen, doorgaans maximaal een week). Instelling: Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende 4/27

5 1.3 Beoordelingsproces Technische controle van de documenten De departementale contactpersoon controleert het portfolio op: Authenticiteit: enkel officiële studiebewijzen (en rapporten) op naam worden aanvaard. Volledigheid: het bewijsmateriaal moet een adequate vergelijking mogelijk maken. De departementale contactpersoon verwittigt de studenten als hun portfolio niet beantwoordt aan deze criteria. De departementale contactpersoon geeft een kopie van het aanvraagformulier aan het studentensecretariaat die het elektronische vrijstellingendossier opmaakt Inhoudelijke beoordeling De departementale contactpersoon speelt het portfolio door naar het opleidingshoofd (al dan niet voorzien van een advies). Het opleidingshoofd beoordeelt het portfolio op grond van de criteria actualiteit en relevantie (inhoudelijke equivalentie, studiebelasting en -omvang). In uitzonderlijke gevallen overlegt het opleidingshoofd daarvoor met de betrokken vakdocenten. Het opleidingshoofd duidt op het aanvraagformulier de vrijstellingen aan en motiveert eventuele weigeringen (authenticiteit / actualiteit / relevantie). Het opleidingshoofd ondertekent de behandelde aanvraag en bezorgt die aan de departementale contactpersoon. Opmerking: Het opleidingshoofd heeft het recht om aan de studenten bijkomende stukken te vragen voor het portfolio. In uitzonderlijke gevallen kan hij mits motivering een bijkomende toets vragen. De departementale contactpersoon past het elektronische vrijstellingendossier in Bamaflex aan en drukt het af. De departementale contactpersoon laat het vrijstellingendossier ondertekenen door het departementshoofd. Het ondertekende dossier wordt bezorgd aan het studentensecretariaat Criteria en principes De gehanteerde criteria zijn de volgende: Authenticiteit Officiële studiebewijzen op naam van de student. Actualiteit Studiebewijzen dienen recent te zijn. Wat recent is, hangt af van het opleidingsonderdeel waarvoor de student een vrijstelling aanvraagt. Relevantie Het is niet de bedoeling dat de syllabi hoofdstuk per hoofdstuk worden gecontroleerd, maar wel dat het studiebewijs de competenties van het opleidingsonderdeel voldoende dekt. Daarenboven is het studiebewijs van een gelijkaardige (of hogere) studiebelasting en studieomvang. Kwalificaties die verworven zijn in het secundair onderwijs komen niet in aanmerking. Instelling: Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende 5/27

6 1.3.4 Differentiatie In standaardsituaties en situaties waarvoor departementen een trajectdraaiboek hebben uitgeschreven, wordt de controle door het opleidingshoofd overgeslagen. De departementale contactpersoon duidt dan gewoon de vrijstellingen op het aanvraagformulier aan en laat ze goedkeuren door het departementshoofd Handleiding voor de beoordelaars De handleiding voor de beoordelaars is uitgeschreven in de EVK-procedure. De beoordelaars dienen de beoordelingen in te vullen op het aanvraagformulier Verantwoordelijken De inhoudelijke beoordeling berust normaal bij het opleidingshoofd, maar het is het departementshoofd dat de eindverantwoordelijkheid draagt. In standaardsituaties en situaties waarvoor een trajectdraaiboek bestaat, is het de departementale contactpersoon die beoordeelt. Maar ook hier draagt het departementshoofd de eindverantwoordelijkheid. In sommige situaties neemt de departementale contactpersoon (en dus niet het opleidingshoofd) de inhoudelijke beoordeling van de meeste aanvragen voor vrijstellingen op basis van EVK op zich, ook al gaat het niet om standaardsituaties. De eindverantwoordelijkheid ligt wel ook hier bij het departementshoofd Kwaliteitszorg De consistentie en de coherentie van de beslissingen wordt bewaakt door de departementale contactpersoon, omdat hij alle dossiers van een departement (en dus van de verschillende opleidingen) opvolgt. 1.4 Feedback en nazorg Administratieve afhandeling Zie Zie Feedback Het studentensecretariaat verwittigt de studenten om hun goedgekeurde vrijstellingendossier af te tekenen en te ondertekenen. In sommige departementen loopt dat anders: De departementale contactpersoon zendt een mail naar de studenten om het resultaat van de procedure mee te delen. Bij een positief resultaat zien de studenten de goedgekeurde vrijstellingen in hun studiecontract, dat de studenten dan ook ondertekenen. Er is de intentie om deze procedure in de nabije toekomst te stroomlijnen. Voor extra informatie en voor eventuele ondersteuning bij het bepalen van een individueel studietraject kunnen de studenten terecht bij de departementale contactpersoon. Instelling: Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende 6/27

7 1.4.3 Motiveringsverplichting De departementale contactpersoon / het opleidingshoofd duiden de redenen om een vrijstelling niet toe te kennen aan op het aanvraagformulier. Die redenen worden aan de student meegedeeld Klachtenprocedure Als studenten de beslissing betwisten, hebben ze het recht om binnen de vijf kalenderdagen bezwaar aan te tekenen bij de algemeen directeur (zie onderwijs- en examenreglement). Dat is tot dusver nog niet gebeurd Nazorg De portfolio s met het bewijsmateriaal moeten worden teruggegeven aan de studenten. 1.5 Opvolging Databank In Bamaflex wordt enkel geregistreerd voor welke opleidingsonderdelen studenten een vrijstelling krijgen op basis van EVK. Andere informatie zoals de oorspronkelijke aanvraag, het percentage toegekende vrijstellingen, de doorlooptijd enz. wordt niet geregistreerd. Onderstaande tabel geeft van de laatste academiejaren het aantal goedgekeurde EVK-dossiers weer, opgesplitst per departement. GEZ HWB IWT LER totaal Voor de drie Brugse departementen hebben we jaarlijks ongeveer een vijftigtal goedgekeurde dossiers. Het departement IWT in Oostende heeft maar weinig EVK-dossiers. De relatief hoge cijfers in en in zijn te wijten aan de curriculumhervorming, waarbij nogal wat studenten van een 2+2 opleiding in een nieuwe 3+1 opleiding terecht kwamen Coherentie en consistentie op instellingsniveau De procedure en de daarbij horende documenten zijn ontworpen op instellingsniveau. De praktijk laat, afhankelijk van de departementen, nogal wat varianten zien. Drie van de vier departementen van de KHBO zijn dit academiejaar verhuisd naar een nieuwe campus. Daardoor ontstaat de opportuniteit om de praktijk van de EVK-procedures in die departementen beter op elkaar af te stemmen. Instelling: Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende 7/27

8 1.5.3 Interne evaluatie De procedure bepaalt dat de werkgroep jaarlijks een evaluatie maakt en op basis daarvan de procedure (en de daarbij horende documenten) bijstuurt. Een bevraging van de verschillende actoren is tot dusver nog niet gebeurd. 2 STERKTE-ZWAKTE ANALYSE In het algemeen is de KHBO behoorlijk tevreden over de ontwikkelde EVK-procedure. De procedure en de daarbij horende documenten zorgen voor de nodige transparantie. De informatiestroom naar studenten is voldoende duidelijk. De beoordelingscriteria zijn helder geformuleerd. De departementale contactpersonen zijn vlot bereikbaar en ondersteunen de studenten in hun aanvraag. De beslissingen zijn gefundeerd en worden goed gecommuniceerd met de studenten. De doorlooptijd is beperkt. Er zijn tot dusver nog geen officiële klachten geweest van studenten. Aandachtspunten voor de eerstvolgende jaren: Meer expliciete aandacht voor een systematische kwaliteitszorg, bv.: o andere actoren (studenten, opleidingshoofden) bevragen; o onderzoek naar doorstroom van studenten met EVK-dossiers; o verwerken van gegevens uit eerdere visitatierapporten. Meer synergie tussen de departementale contactpersonen. Hogeschoolbrede afbakening van verantwoordelijkheden van de diverse actoren. Beschikbaarheid van de ECTS-fiches voor studenten. Instelling: Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende 8/27

9 Bijlage 1 Reglement EVC-EVK Associatie K.U.Leuven en reglement algemene voorschriften inzake vrijstellingen Goedgekeurd op de Raad van bestuur van Situering Het reglement EVC-EVK werd uitgebreid met het reglement algemene voorschriften voor het verlenen van vrijstellingen. In het licht van de noodzakelijke vergelijkbaarheid van reglementen inzake vrijstelling leggen de associaties in een reglement algemene voorschriften vast voor het verlenen van vrijstellingen (artikel 63 van het minidecreet). 1. Definities Voor de toepassing van dit EVC-EVK-reglement wordt verstaan onder: 1 bekwaamheidsonderzoek: het onderzoek van de comp etenties van een persoon, met het oog op het afleveren van een bewijs van bekwaamheid; 2 bewijs van bekwaamheid: het bewijs dat een stude nt op grond van een eerder opgedane ervaring of een eerder gevolgde opleiding waarin geen evaluatie van de student plaatsvond de competenties heeft verworven eigen aan het niveau van bachelor in het hoger professioneel onderwijs of het academisch onderwijs, of het masterniveau, of een welomschreven opleiding, opleidingsonderdeel of cluster van opleidingsonderdelen of delen van opleidingsonderdelen. Dit bewijs bestaat uit een papieren document of een registratie in een gegevensbank; 3 creditbewijs: de erkenning van het feit dat een student aan een instelling van hoger onderwijs op grond van een examen de competenties, verbonden aan een opleidingsonderdeel, heeft verworven. Deze erkenning wordt vastgelegd in een papieren document of een registratie in een gegevensbank. De verworven studiepunten, verbonden aan het betrokken opleidingsonderdeel, worden weergegeven als credits ; 4 EVC: een eerder verworven competentie, zijnde het geheel van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes verworven door middel van leerprocessen die niet met een studiebewijs werden bekrachtigd; 5 EVK: een eerder verworven kwalificatie, zijnde elk binnenlands of buitenlands studiebewijs dat aangeeft dat een formeel leertraject (na een evaluatie van de prestatie van de student leidend tot een formele attestering van die prestatie), al dan niet binnen het reguliere onderwijs, met goed gevolg werd doorlopen voor zover het niet gaat om een creditbewijs dat werd behaald binnen de instelling én opleiding waarbinnen men de kwalificatie wil laten gelden; een creditbewijs van een andere Vlaamse instelling van hoger onderwijs of van een andere opleiding binnen de eigen instelling is een EVK; 6 vrijstelling: de opheffing van de verplichting o m over een opleidingsonderdeel of een deel ervan een examen af te leggen, op grond van een creditbewijs, een EVK of een bewijs van bekwaamheid. Hoofdstuk 1 : Eerder verworven kwalificaties Op het ogenblik van de aanvraag wordt aan de aanvrager duidelijk gemaakt welke elementen op hem van toepassing zullen zijn. Artikel 1 : Aanvraag tot vrijstelling, beoordeling en geldingskracht Een student die beschikt over een creditbewijs of een EVK en die meent op grond hiervan vrijstelling te kunnen verkrijgen van een (deel van een) opleidingsonderdeel, richt hiertoe een schriftelijk verzoek aan het instellingsbestuur bij de instelling binnen de Associatie K.U.Leuven die de opleiding organiseert waarvoor hij een vrijstelling wenst te verkrijgen. Instelling: Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende 9/27

10 Een beoordeling van EVK op grond van studie- of creditbewijzen behaald binnen het onderwijs, verloopt in principe enkel op basis van stukken. Het instellingsbestuur kan in uitzonderlijke gevallen het onderzoek met het oog op het verlenen van vrijstellingen op grond van EVK's laten verlopen via een bekwaamheidsonderzoek zoals bepaald in Hoofdstuk 2, artikel 4. In dat geval verwijst het instellingsbestuur de aanvrager door naar de validerende instantie op het niveau van de associatie waaronder het instellingsbestuur ressorteert. De instelling motiveert de noodzakelijkheid van dat bekwaamheidsonderzoek De student documenteert zijn aanvraag met insluiting van de relevante studiebewijzen, evenals zoveel mogelijk andere bewijsstukken in verband met de inhoud en omvang van de gevolgde opleiding om de instelling in staat te stellen een equivalentiebeoordeling te kunnen uitvoeren. De instelling houdt rekening met volgende elementen voor de equivalentiebeoordeling: inhoudelijke equivalentie m.b.t. verworven competenties studiebelasting- en omvang, waar mogelijk uitgedrukt in studiepunten aard en niveau van de opleiding: professioneel of academisch gericht of opleidingen buiten het hoger onderwijs specifieke toelatingsvoorwaarden Daarnaast dienen de bewijsstukken te voldoen aan volgende kwaliteitscriteria; ze zijn authentiek: ze vormen een bewijs van het presteren van de kandidaat zelf; actueel: ze weerspiegelen het huidige niveau van de kandidaat; relevant: ze zijn voldoende toereikend om relevante elementen van een opleiding te dekken; Elke instelling van de associatie bepaalt in haar onderwijsregeling hoe de beoordeling van EVK s plaatsvindt (procedure), hierbij gebruik makend van de binnen de associatie gemeenschappelijk afgesproken formele kwaliteitscriteria en inhoudelijke aandachtspunten. de beslissingsprocedure moet duidelijk vastliggen in het onderwijsreglement, met bepaling van de eindverantwoordelijke; de instelling kan bepalen dat de aanvraag uiterlijk voor een bepaalde datum (begin eerste semester; begin tweede semester bij heroriëntatie) wordt ingediend; er moet duidelijk zijn aangegeven hoe de aanvraag moet gemotiveerd zijn en welke elementen in het dossier moeten opgenomen zijn; de beoordeling gebeurt binnen een redelijke termijn en uiterlijk 15 november voor het eerste semester en 1 maart voor het tweede semester; instellingen die dit wensen kunnen via een specifieke procedure in het onderwijs- en examenreglement van de instelling uitzonderlijk beslissen over laattijdige inschrijvers; er is een duidelijke bekendmaking bij wie intern beroep kan worden ingesteld. Bij de beoordeling kan de instelling advies vragen aan de validerende instantie, zijnde de commissie die de associatie mandateert om EVC-beoordelingen te coördineren. De beoordeling van het credit- of studiebewijs leidt enkel tot een uitspraak over een mogelijke vrijstelling binnen de instelling zelf die een oordeel uitsprak. De beslissingen met betrekking tot een vrijstellingsaanvraag worden door de instelling gemotiveerd overeenkomstig de decretale bepalingen ter zake. Elke instelling binnen de Associatie K.U.Leuven legt een interne beroepsprocedure vast. Deze procedure wordt opgenomen in het onderwijsreglement van de instelling. Instelling: Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende 10/27

11 Hoofdstuk 2 : Eerder verworven competenties Op het ogenblik van de aanvraag wordt aan de aanvrager duidelijk gemaakt welke elementen op hem van toepassing zullen zijn. Artikel 2 : Ontvankelijkheid en kosten Als competenties kunnen alleen worden erkend vormen van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die ten minste aan de volgende voorwaarden voldoen : authentiek: ze vormen een bewijs van het presteren van de kandidaat zelf; actueel: ze weerspiegelen het huidige competentieniveau van de kandidaat; relevant: ze zijn voldoende toereikend om relevante elementen van een opleiding te dekken; kwantiteit: ze verwijzen naar een voldoende lange periode van activiteiten; variatie in contexten: ze verwijzen naar een voldoende variatie in handelings- of opleidingscontexten. Vooraleer een aanvraag onderzocht wordt, betaalt de aanvrager een instapkost van 55 Euro aan de instelling waartoe hij zijn aanvraag richt. Na het intakegesprek zoals bepaald in artikel 4, 2 de lid, betaalt de aanvrager voorafgaand aan de verdere afhandeling van de procedure aan dezelfde instelling de volgende bijkomende kosten: Voor een hele opleiding: a) 590 euro als hij in algemene termen competenties op het niveau van een bachelor of de specifieke competenties van een welomschreven bacheloropleiding laat onderzoeken; b) 770 euro als hij in algemene termen competenties op het niveau van een master of de specifieke competenties van een welomschreven masteropleiding laat onderzoeken, zonder dat hij beschikt over een bachelordiploma; c) 230 euro als hij in algemene termen competenties op het niveau van een master of de specifieke competenties van een welomschreven masteropleiding laat onderzoeken en hij beschikt over een bachelordiploma; Voor specifieke competenties i.f.v. een opleidingsonderdeel of cluster van opleidingsonderdelen De bijkomende kosten van ten hoogste 590 euro, gedifferentieerd in verhouding tot de complexiteit van het bekwaamheidsonderzoek. Er wordt een tweedeling gemaakt tussen eenvoudige toetsen (in grote groep, gestandaardiseerd) waarvoor 50 euro per toets wordt aangerekend; en meer uitgebreide toetsen (individueel, meer omkadering) waarvoor 150 euro per toets wordt aangerekend. Indien een combinatie van assessmentinstrumenten wordt gebruikt, worden de bedragen opgeteld, zonder dat zij de in het vorig lid bepaalde plafonds kunnen overschrijden. De hierboven bepaalde bedragen gelden voor het academiejaar en kunnen vanaf dan jaarlijks worden aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex. Een student die zich naderhand inschrijft voor een opleiding op grond van de EVC-beoordeling, krijgt 20% van de hoger beschreven bedragen terugbetaald onder de vorm van een reductie van het studiegeld voor de opleiding. Dit principe geldt ook ten aanzien van de instellingen die afspreken om de beoordeling van EVC gezamenlijk binnen één instelling te laten gebeuren. Artikel 3 : Aanvraag Een student die meent te beschikken over bepaalde competenties die hij niet kan attesteren via een creditbewijs of een EVK waaruit blijkt dat een evaluatie van zijn prestaties plaatsvond, richt een aanvraag tot erkenning van zijn competenties onder de vorm van een bewijs van bekwaamheid aan één en slechts één instelling binnen de Associatie K.U.Leuven. Indien een instelling van de Associatie K.U.Leuven niet over de mogelijkheden beschikt Instelling: Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende 11/27

12 om bepaalde competenties te onderzoeken, deelt zij dit mee aan de aanvrager en kan zij de aanvrager verwijzen naar een andere instelling binnen de associatie. In alle andere gevallen onderzoekt zij de aanvraag volgens de hieronder vermelde regels. De student documenteert zijn aanvraag overeenkomstig de gemaakte afspraken tijdens de intakeprocedure. Hij volgt hierbij de richtlijnen die de instelling overeenkomstig de afspraken binnen de associatie heeft vastgelegd. In het geval de beoordeling plaatsvindt op grond van een portfolio, begeleidt de instelling de student in het samenstellen van het portfolio. De aanvrager wordt verder begeleid bij dit proces. De begeleiders zijn niet tegelijk beoordelaars tijdens de EVCprocedure. Artikel 4 : Beoordeling Op grond van de gemeenschappelijk binnen de Associatie K.U.Leuven afgesproken procedures en kwaliteitscriteria verricht de instelling waartoe de student zich richtte een formeel bekwaamheidsonderzoek en stelt ze vast over welke competenties de aanvrager beschikt. Het bekwaamheidsonderzoek kan (overeenkomstig artikel 40 1 van het decreet van 30 april 2004 en artikel 58 van minidecreet) worden doorgevoerd aan de hand van (een combinatie van) volgende methodieken: een gestructureerd gesprek waarin gepeild wordt naar de voorkennis van de aanvrager, een directe observatie van gedragingen en realisaties, een evaluatie gebaseerd op de verzamelde informatie en realisaties, een evaluatie gebaseerd op de interpretatie van feiten of verklaringen met referentie naar theoretische schema s en een portfolioconstructie. De instelling bepaalt in haar onderwijsreglement hoe deze beoordeling plaatsvindt, hierbij rekening houdend met de afspraken binnen de Associatie K.U.Leuven. In deze beoordelingsprocedure zit ten minste een intakegesprek waarbij wordt nagegaan of er een voldoende brede en relevante ervaring aanwezig is om een verder bekwaamheidsonderzoek op zinvolle wijze te ondernemen. De instelling waarborgt hierbij de onafhankelijkheid van het oordeel ten aanzien van instanties die eventueel vrijstelling moeten verlenen als de student later een vraag tot inschrijving aan de instelling zou richten. Deze instanties kunnen wel betrokken worden bij adviesverlening aan de beslissingsinstantie. Artikel 5 : Attestering Namens de Associatie K.U.Leuven levert de instelling waartoe de student zich richtte een bewijs van bekwaamheid af voor de competenties waarvan zij vaststelt dat de student ze effectief verworven heeft. Het betreffende document vermeldt in elk geval: de validerende instantie die het document uitreikt; de associatie waaronder de validerende instantie ressorteert; de gehanteerde standaarden de gebruikte methodologie de competenties die blijken uit het bekwaamheidsonderzoek Artikel 6 : Geldingskracht van bewijzen van bekwaamheid De andere partners binnen de Associatie K.U.Leuven accepteren de bewijzen van bekwaamheid en bijgevolg ook de erin vervatte beoordeling van de competenties zoals bepaald door de instelling waartoe de aanvrager zich richtte. Artikel 7 : Vrijstellingen Instelling: Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende 12/27

13 Een student die beschikt over een bewijs van bekwaamheid uitgereikt door de validerende instantie van de Associatie K.U.Leuven of een andere validerende instantie waarvan de Associatie de bewijzen van bekwaamheid erkent, en die meent op grond hiervan vrijstelling te kunnen verkrijgen van een (deel van een) opleidingsonderdeel, richt hiertoe een verzoek aan de instelling binnen de Associatie K.U.Leuven die de opleiding organiseert waarvoor hij een vrijstelling wenst te verkrijgen. De student documenteert zijn aanvraag met insluiting van het bewijs van bekwaamheid, evenals zoveel mogelijk andere bewijsstukken in verband met de inhoud en omvang van competenties die eraan ten grondslag lagen indien het bewijs van bekwaamheid werd verleend door een andere validerende instantie dan diegene van de Associatie K.U.Leuven, dit om de instelling in staat te stellen een equivalentiebeoordeling te kunnen uitvoeren. Elke instelling van de associatie bepaalt in haar onderwijsregeling hoe de beoordeling van bewijzen van bekwaamheid plaatsvindt, hierbij gebruik makend van de binnen de associatie gemeenschappelijk afgesproken kwaliteitscriteria en het reglement met algemene voorschriften inzake het verlenen van vrijstellingen van de Associatie K.U.Leuven. Bij de beoordeling kan de instelling advies vragen aan de validerende instantie, zijnde de commissie die de associatie mandateert om EVC-beoordelingen te coördineren. De toekenning van vrijstellingen op grond van een bewijs van bekwaamheid leidt enkel tot een uitspraak over een mogelijke vrijstelling binnen de instelling zelf waar de student zijn aanvraag toe richtte. De beslissingen met betrekking tot een vrijstellingsaanvraag worden door de instelling gemotiveerd overeenkomstig de decretale bepalingen ter zake. Elke instelling binnen de Associatie K.U.Leuven legt een interne beroepsprocedure vast. Deze procedure wordt opgenomen in het onderwijsreglement van de instelling. Instelling: Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende 13/27

14 Bijlage 2: KHBO-Onderwijs- en examenreglement ONDERAFDELING 2 - VRIJSTELLINGEN, CREDITBEWIJZEN EN BEWIJZEN VAN BEKWAAMHEID Vrijstelling Artikel 59 - Het departementshoofd verleent op verzoek van de student vrijstelling op grond van: a) een creditbewijs behaald in de eigen of een andere instelling; b) een bewijs van bekwaamheid uitgereikt door een validerende instantie; c) een EVK die niet via een creditbewijs maar via een ander studiebewijs werd bekrachtigd. De omvang van de vrijstelling voor een opleidingsonderdeel of onderwijsleeractiviteit is in beginsel gelijk aan de studieomvang ervan tenzij het departementshoofd de omvang anders bepaalt. De omvang van een vrijstelling wordt uitgedrukt in gehele studiepunten. Creditbewijs Vastlegging Artikel 60 - Het creditbewijs wordt vastgelegd in een registratie in een databank van de hogeschool. Zij wordt op papier gezet op verzoek van de student die de hogeschool verlaat, of op het diplomasupplement vermeld voor een student die een opleiding beëindigt. Het creditbewijs wordt niet afgeleverd zolang de student niet heeft voldaan aan de betaling van de vereiste studiegelden en de studiekosten. Verwerven van een creditbewijs Artikel 61 - Een student verwerft een creditbewijs voor elk opleidingsonderdeel waarvoor hij geslaagd is, nadat: voor de eerste examenperiode van het academiejaar door de beperkte examencommissie administratief is bepaald dat de resultaten correct zijn doorgegeven en voor de tweede en/of de derde examenperiode van het academiejaar de examencommissie alle resultaten definitief heeft vastgelegd. Dit geldt evenzeer na de eerste examenperiode voor de student die op dat ogenblik reeds alle examens heeft afgelegd en over wie na die examenperiode beraadslaagd wordt. Voorwaarden voor studenten uit uitdovende opleidingen Artikel 62 - De voorwaarden waaronder studenten die nog startten onder het vroegere studiejaarsysteem, geacht worden een creditbewijs te hebben behaald, zijn opgenomen in artikel 195. Omvang van een creditbewijs Artikel 63 - Als een student een vrijstelling heeft gekregen voor een onderwijsleeractiviteit, verkrijgt hij een creditbewijs voor het geheel als hij voor het examen van het resterende deel ten minste 10 op 20 heeft behaald, of geslaagd is verklaard volgens de criteria waaraan men moet voldoen bij niet-numerieke beoordeling. Procedure voor het verkrijgen van een vrijstelling op basis een studiebewijs, een creditbewijs of bewijs van bekwaamheid Bepalingen vast te leggen door het departementshoofd Artikel 64 - Het departementshoofd beslist over het verlenen van vrijstelling van opleidingsonderdelen of onderwijsleeractiviteiten. Instelling: Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende 14/27

15 Vrijstelling op basis van eerder verworven kwalificaties Artikel Een student die meent aanspraak te kunnen maken op een vrijstelling voor een opleidingsonderdeel of een deel ervan op basis van een creditbewijs of ander studiebewijs, richt een aanvraag tot het departementshoofd. In zijn aanvraag geeft de student aan voor welk opleidingsonderdeel of onderwijsleeractiviteit hij vrijstelling wenst te verkrijgen en voegt ter verantwoording een dossier toe met de eerder behaalde creditbewijzen of andere studiebewijzen, evenals zoveel mogelijk andere bewijsstukken in verband met de inhoud en omvang van de gevolgde opleiding. 2 - Hoewel de voorwaarde voor het verkrijgen van een vrijstelling in principe het kunnen voorleggen van een creditbewijs of een ander studiebewijs voor een gelijkaardig of equivalent opleidingsonderdeel of onderwijsleeractiviteit is, kan het departementshoofd hiervan afwijken als het aanvragen betreft op basis van een eerder behaald bachelor- of masterdiploma. Hiervoor worden overstappen op basis van deze diploma's uitgewerkt. In dat geval kan het departementshoofd wel beslissen om eventuele niet behaalde credits op kernonderdelen toch te laten hernemen. Deze regeling is niet van toepassing als studenten overstappen vanuit een andere opleiding die niet met een diploma werd afgesloten. In dat geval blijft de grondslag voor het verlenen van een vrijstelling onverkort het kunnen voorleggen van een creditbewijs of een ander studiebewijs. Vrijstelling op grond van eerder verworven competenties die geen weerslag vonden in een creditbewijs of studiebewijs Artikel 66 - Een student die meent aanspraak te kunnen maken op een vrijstelling voor een opleidingsonderdeel of een onderwijsleeractiviteit op basis van een EVC, richt eerst een aanvraag tot erkenning van zijn competenties tot de hogeschool, die conform het reglement van de validerende instantie van de hogeschool optreedt: a) Ontvankelijkheidsvoorwaarden Als competenties kunnen alleen worden erkend vormen van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die ten minste aan de volgende voorwaarden voldoen: authentiek: ze geven het presteren van de kandidaat zelf weer; actueel: ze weerspiegelen het huidige competentieniveau van de kandidaat; relevant: ze zijn voldoende toereikend om relevante elementen van een opleiding te dekken; kwantiteit: ze verwijzen naar een voldoende lange periode van activiteiten; variatie in contexten: ze verwijzen naar een voldoende variatie in handelings- en opleidingscontexten. b) Financiële bijdrage Vooraleer een aanvraag onderzocht wordt, betaalt de aanvrager een instapkost van 55 euro. De aanvrager betaalt voorafgaand aan de verdere afhandeling van de procedure de volgende bijkomende kosten: Voor een hele opleiding: 590 euro als hij in algemene termen competenties op het niveau van een bachelor of de specifieke competenties van een welomschreven bacheloropleiding laat onderzoeken; 770 euro als hij in algemene termen competenties op het niveau van een master of de specifieke competenties van een welomschreven masteropleiding laat onderzoeken, zonder dat hij beschikt over een bachelordiploma; 230 euro als hij in algemene termen competenties op het niveau van een master of de specifieke competenties van een welomschreven masteropleiding laat onderzoeken en hij beschikt over een bachelordiploma; bovenop voormelde bedragen wordt voor het uitreiken van een diploma op grond van een bewijs van bekwaamheid en/of EVK's een bedrag van 50 euro gevraagd. Voor specifieke competenties i.f.v. een opleidingsonderdeel of cluster van opleidingsonderdelen: De bijkomende kosten van ten hoogste 590 euro, gedifferentieerd in verhouding tot de complexiteit van het bekwaamheidsonderzoek. Instelling: Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende 15/27

16 Er wordt een tweedeling gemaakt tussen eenvoudige toetsen (in grote groep, gestandaardiseerd) waarvoor 50 euro per toets wordt aangerekend; en meer uitgebreide toetsen (individueel, meer omkadering) waarvoor 150 euro per toets wordt aangerekend. Als een combinatie van assessmentinstrumenten wordt gebruikt, worden de bedragen opgeteld, zonder dat zij de in het vorig lid bepaalde plafonds kunnen overschrijden. De hierboven bepaalde bedragen gelden vanaf 1 september 2006 en kunnen vanaf dan jaarlijks worden aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex. Het bedrag van 50 euro voor het uitreiken van een diploma wordt niet geïndexeerd. Een student die zich naderhand inschrijft voor een opleiding op grond van de EVC-beoordeling, krijgt 20 % van de hoger beschreven bedragen terugbetaald onder de vorm van een reductie van het studiegeld voor de opleiding. c) Vorm van de aanvraag Een student die meent te beschikken over bepaalde competenties die hij niet kan attesteren via een creditbewijs of een andere vorm van studiebewijs waaruit blijkt dat een evaluatie van zijn prestaties plaatsvond, richt een aanvraag tot erkenning van zijn competenties aan het departementshoofd. Als de hogeschool niet over de mogelijkheden beschikt om bepaalde competenties te onderzoeken, deelt zij dit mee aan de aanvrager en kan zij de aanvrager verwijzen naar een andere instelling binnen de associatie. In alle andere gevallen onderzoekt zij de aanvraag volgens de hieronder vermelde regels. De student documenteert zijn aanvraag overeenkomstig de procedure. In het geval de beoordeling plaatsvindt op grond van een portfolio, begeleidt de hogeschool de student in het samenstellen van het portfolio. d) Beoordeling Op grond van de gemeenschappelijk binnen de Associatie K.U.Leuven afgesproken procedures en kwaliteitscriteria verricht de hogeschool een formeel bekwaamheidsonderzoek en stelt ze vast over welke competenties de aanvrager beschikt. De hogeschool accepteert de bewijzen van bekwaamheid afgeleverd door de andere partners binnen de Associatie K.U.Leuven en bijgevolg ook de erin vervatte beoordeling van de competenties zoals bepaald door de instelling waartoe de aanvrager zich richtte. e) Attestering Namens de Associatie K.U.Leuven levert de hogeschool een bewijs van bekwaamheid af voor de competenties waarvan zij vaststelt dat de student ze effectief verworven heeft. Het betreffende document vermeldt: de validerende instantie die het document uitreikt; de associatie waaronder de validerende instantie ressorteert; de gehanteerde standaarden de gebruikte methodologie de competenties die blijken uit het bekwaamheidsonderzoek Beoordeling van equivalentie Artikel 67 - De door de hogeschool aangewezen instantie wint waar nodig het advies in van de titularis(sen) voor het opleidingsonderdeel waarvoor vrijstelling of een deelvrijstelling wordt gevraagd. Daarbij is de benaming en de omvang van behaalde creditbewijzen slechts indicatief. De titularis voor het opleidingsonderdeel baseert zijn advies op het ingediende dossier en gaat na welke de overeenstemming is tussen het opleidingsonderdeel waarvoor vrijstelling wordt gevraagd en het vroeger gevolgde opleidingsonderdeel, het studiebewijs of het bewijs van Instelling: Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende 16/27

17 bekwaamheid. Bij voldoende overeenstemming formuleert hij een positief advies met het oog op een vrijstelling voor het gehele opleidingsonderdeel. De studieomvang van de verleende vrijstelling is in beginsel gelijk aan het aantal studiepunten verbonden met dat opleidingsonderdeel. Bij gedeeltelijke overeenstemming kan de titularis adviseren vrijstelling te verlenen voor een onderwijsleeractiviteit. De omvang van een gedeeltelijke vrijstelling wordt uitgedrukt in gehele studiepunten. De titularis geeft aan voor welke onderwijsleeractiviteit vrijstelling kan worden verleend. Omvang en mededeling van een vrijstelling Artikel 68 - Het departementshoofd beslist of een gehele of gedeeltelijke vrijstelling wordt verleend evenals voor hoeveel studiepunten die wordt aangerekend en deelt een gemotiveerde beslissing mee aan de student. Het aantal studiepunten waarvoor vrijstelling wordt verleend, wordt daarna opgenomen in het studentendossier dat onderdeel uitmaakt van het studiecontract. Beroep Artikel 69 - De student kan schriftelijk en gemotiveerd binnen vijf kalenderdagen na de schriftelijke mededeling van de beslissing beroep instellen bij de algemeen directeur tegen beslissingen inzake het toestaan van vrijstellingen. Ten laatste 15 kalenderdagen na ontvangst van het beroep deelt de algemeen directeur de eindbeslissing schriftelijk en gemotiveerd aan de student mee. Geldigheidsduur van creditbewijzen, andere studiebewijzen en bewijzen van bekwaamheid Duur Artikel 70 - Alle creditbewijzen, andere studiebewijzen of bewijzen van bekwaamheid zijn in principe onbeperkt geldig. Het departementshoofd kan bepalen dat voor de in het eerste lid vermelde creditbewijzen, andere studiebewijzen of bewijzen van bekwaamheid een actualiseringprogramma nodig is voor die studenten die een opleiding nog niet met succes hebben afgewerkt in het zesde kalenderjaar na het behalen van het bewijs. Deze termijn begint te lopen vanaf de eerste dag van de maand oktober die volgt op de maand waarin het bewijs werd behaald. Het departementshoofd bepaalt voor welke bewijzen dit geldt en op welke manier het actualiseringprogramma zal gerealiseerd en beoordeeld worden. Actualiseringprogramma Artikel 71 - Als een actualiseringprogramma wordt opgelegd aan een student wordt dit formeel gemotiveerd. De student kan schriftelijk en gemotiveerd binnen vijf kalenderdagen na de schriftelijke mededeling van de beslissing beroep instellen bij de algemeen directeur tegen het opleggen van een actualiseringprogramma. Ten laatste 15 kalenderdagen na ontvangst van het beroep deelt de algemeen directeur de eindbeslissing schriftelijk en gemotiveerd aan de student mee. Een student die geslaagd is voor het examen over het actualiseringprogramma, verkrijgt een creditbewijs voor het gehele opleidingsonderdeel. Behalen van een diploma na het verkrijgen van vrijstellingen Artikel 72 - Als een student die aanspraak maakt op vrijstelling inschrijft voor een opleiding, wordt het aantal te volgen studiepunten bepaald volgens de in artikelen 64 tot en met 69 beschreven procedure. Als de student vrij- Instelling: Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende 17/27

18 stelling verkrijgt voor alle opleidingsonderdelen van een opleiding, wordt hem overeenkomstig artikel 3 het diploma van een opleiding toegekend. Met toepassing van art. 41, tweede lid, kan een student een tweede maal een bachelor- of masterdiploma dat hij reeds verwierf, behalen. Instelling: Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende 18/27

19 Bijlage 3 Procedure om vrijstellingen toe te kennen op basis van eerder verworven kwalificaties (EVK) Code Datum Verantwoordelijke ontwikkelintatie Verantwoordelijken implemen- Eindverantwoordelijke P24/ Werkgroep EVC/EVK Departementshoofden Directieraad 1. Doelstelling Het is de bedoeling van de procedure om na te gaan of kandidaat-studenten in aanmerking komen om op basis van eerder verworven kwalificaties één of meerdere vrijstellingen te krijgen en die al dan niet toe te kennen. 2. Toepassingsgebied De doelgroep bestaat uit kandidaat-studenten die menen vrijstelling te kunnen verkrijgen van een opleidingsonderdeel of een onderwijsleeractiviteit, omdat ze beschikken over een studiebewijs dat bewijst dat ze al de competenties hebben verworven die verbonden zijn aan dat opleidingsonderdeel of aan die onderwijsleeractiviteit. Het betreft dus studenten die beschikken over een eerder verworven kwalificatie (EVK). 3. Definities EVK: een eerder verworven kwalificatie, zijnde elk binnenlands of buitenlands studiebewijs dat aangeeft dat een formeel leertraject, al dan niet binnen het reguliere onderwijs, met goed gevolg werd doorlopen, met uitzondering van creditbewijzen behaald binnen een opleiding van de hogeschool waarvoor de kwalificatie wordt ingeroepen. Opmerkingen Het formeel leertraject werd afgerond met een evaluatie van de prestaties van de student. Een creditbewijs van een andere Vlaamse instelling van hoger onderwijs of van een andere opleiding binnen de eigen instelling kan ook als dusdanig worden erkend. Voorbeelden een studiebewijs van een leertraject (diploma) binnen een onderwijsinstelling; een creditbewijs van een opleidingsonderdeel van een andere opleiding; een document van een leertraject buiten het reguliere onderwijs (b.v. VDAB, conservatorium, onderwijs voor sociale promotie) dat met goed gevolg is afgesloten met een examen. Een vrijstelling is de opheffing van de verplichting om over een opleidingsonderdeel, of een deel ervan, examen af te leggen, op grond van een creditbewijs, een ander studiebewijs of een bewijs van bekwaamheid. Voor dit opleidingsonderdeel of deel ervan wordt geen examencijfer in rekening gebracht bij het oordelen over het slagen voor de gehele opleiding, en evenmin voor het toekennen van een graad van verdienste. Instelling: Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende 19/27

20 4. Toelichtingen Studenten kunnen enkel vrijstelling verkrijgen voor volledige opleidingsonderdelen of voor onderwijsleeractiviteiten die officieel in de opleidingstabel zijn opgenomen (dus niet voor losse hoofdstukken). Vrijstellingen voor opleidingsonderdelen die gedoceerd worden in het eerste semester of over het hele academiejaar moeten voor 1 oktober of uiterlijk drie weken na inschrijving aangevraagd worden. Na die datum kan een student zich niet meer beroepen op eerder behaalde creditbewijzen, studiebewijzen of attesten van bekwaamheid om zijn programma aan te passen. Vrijstellingen voor opleidingsonderdelen die enkel gedoceerd worden in het tweede semester moeten worden aangevraagd uiterlijk voor 28 februari. Voor opleidingen of opleidingsonderdelen die een andere kalender volgen dan het academiejaar moeten de aanvragen plaatsvinden uiterlijk op het einde van de derde week na aanvang ervan. 5. Werkwijze Processtap (Wat) Een student die wenst af te wijken van de algemene regelgeving dient een gemotiveerd voorstel in bij het departementshoofd. Verantwoordelijke (Wie) (Hoe) Werkwijze 1 Informatie geven kandidaat-student departementale contactpersoon KHBO-coördinator EVC/EVK Verantwoordelijke studentensecretariaat en onthaal Kandidaat-studenten krijgen op eenvoudig verzoek bij het studentensecretariaat informatie over het verloop van deze procedure. P24/03-1: Informatie: Erkenning van eerder verworven kwalificaties. De KHBO-coördinator EVC/EVK plaatst algemene informatie over deze procedure op de KHBO-website. (P24/03-3: Namenlijst) Kandidaat-studenten kunnen extra informatie of advies vragen bij de departementale contactpersoon, bv. over de formele toelatingscriteria, het verloop van de procedure, de afstemming van de procedure op de procedure om faciliteiten toe te kennen aan studenten met een functiebeperking (P24/02). 2 Een portfolio ontvangen Kandidaat-student departementale contactpersoon De kandidaat-student maakt een portfolio, bestaande uit een aanvraagformulier, een kopie van zijn studiebewijzen en verduidelijkingen qua inhoud en resultaat. (P24/03-2: Aanvraagformulier: vrijstelling op basis van eerder verworven kwalificaties) De student bezorgt het portfolio aan de departementale contactpersoon en maakt een afspraak wanneer hij het resultaat kan vernemen. Instelling: Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende 20/27