Opgesteld door: E. Falan Persbericht: Nee Telefoonnummer: (0294) WKPB: Nee Datum: 22 november 2013 Registratienummer: Z.34326/D.

Transcriptie

1 ADVIES COLLEGE *Z0191F9A257* Onderwerp: Nadere regels voor het plaatsen van voorwerpen. Opgesteld door: E. Falan Persbericht: Nee Telefoonnummer: (0294) WKPB: Nee Datum: 22 november 2013 Registratienummer: Z.34326/D.1395 Bijlage(n): Ambtelijk voorstel: Nee Vaststellen nadere regels voor het plaatsen van voorwerpen. Besluit: Datum: Aanleiding In de Algemene Plaatselijke Verordening Weesp 2011 (APV), op 8 december 2011 door de raad vastgesteld, is het niet langer vereist om een vergunning aan te vragen tot het plaatsen van voorwerpen of stoffen op de weg, een weggedeelte of een openbare plaats. Hierin is de modelverordening van de VNG gevolgd (vermindering van het aantal regels). Artikel 2:10 lid 1 van de APV bepaalt dat het in een aantal gevallen verboden is om voorwerpen te plaatsen op de weg, een weggedeelte of een openbare plaats. Daarbij valt te denken aan het blokkeren van trottoirs, het beperken van weggebruik en dergelijke. In een aantal gevallen zal het onontkoombaar zijn het verbod te negeren. Denk daarbij aan het plaatsen van een steiger en/of container voor bouwwerkzaamheden. Ook is in een aantal gevallen enige nuancering van het verbod op zijn plaats. Denk hierbij aan tijdelijke reclameborden, uitstallingen bij winkels (tijdens openingstijden) en wat straatmeubilair, zoals bloempotten of kleine banken bij woningen, die het straatbeeld verlevendigen. Artikel 2:10 lid 2 biedt de mogelijkheid om nadere regels hiervoor vast te stellen. Hiermee wordt bereikt dat de leefbaarheid en veiligheid worden gewaarborgd. Uw college heeft nog in 2010 deze nadere regels vastgesteld. Deze regels zijn echter nooit gepubliceerd geweest en zijn om deze reden niet in werking getreden. Om deze reden wordt uw college verzocht deze regels wederom vast te stellen. Argumenten 1. Door het vaststellen van deze nadere regels wordt de leefbaar- en veiligheid gewaarborgd; 2. Door het stellen van deze regels kan tegen illegale plaatsingen van straatmeubilair en grote voorwerpen worden opgetreden. Z.34326/D van 9

2 Financiële aspecten en dekking Nvt. Alternatief Uw college kan uiteraard besluiten om geen nadere regels vast te stellen. In dat geval zal het moeilijker zijn om tegen het illegaal geplaatste straatmeubilair en grote voorwerpen handhavend op te treden. Communicatie De bekendmaking van dit besluit zal conform het bepaalde in artikel 3:42 lid 2 en 3 van de Algemene wet bestuursrecht geschieden door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze. De kennisgeving zal geschieden door te verwijzen naar de zakelijke inhoud ervan, waarna het besluit ter inzage zal worden gelegd. Inkoopbeleid Nvt. Europese regelgeving Nvt. Z.34326/D van 9

3 Nadere regels voor het plaatsen van voorwerpen Inhoud Besluit tot nadere regels artikel 2:10 lid 2 APV Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Begripsomschrijving Publiek straatmeubilair Privaat straatmeubilair Tijdelijke reclame- objecten Uitstallingen Groot voorwerp Schade Toezicht en handhaving Citeertitel Inwerkingtreding Toelichting Z.34326/D van 9

4 Besluit tot nadere regels artikel 2:10 lid 2 APV Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weesp; overwegende dat het wenselijk is nadere regels te stellen met betrekking tot het plaatsen van voorwerpen of beplanting op, de weg, een weggedeelte of een openbare plaats als bedoeld in artikel 2:10 lid 2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Weesp 2011, gelet op de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2:10 lid 2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Weesp 2011 besluit: vast te stellen de navolgende Nadere regels voor het plaatsen van voorwerpen (hierna Nadere regels): Artikel 1 Begripsomschrijving Artikel 1 Begripsomschrijving 1. Publiek straatmeubilair: meubilair dat aan de openbare straat staat geplaatst door de overheid zoals o.a. straatlantaarns, verkeersborden, prullenbakken, zitbanken, informatiezuilen, fietsenstandaards. 2. Privaat straatmeubilair: meubilair dat aan de openbare straat staat geplaatst door zowel natuurlijke en/of rechtspersonen zoals o.a. bloempotten en tuinstoelen. 3. Tijdelijke reclameobjecten: driehoeksborden, sandwichborden, aankondigingborden en spandoeken voor een korte periode geplaatst om een evenement of activiteit aan te kondigen. 4. Uitstallingen: een uitstalling is een los element dat voor een pand in de openbare ruimte wordt geplaatst om de aandacht te vestigen op een inrichting die in dat pand gevestigd is. Hieronder worden o.a. verstaan: kledingrekken, (elektrische) speeltoestellen, rekken voor het uitstallen zoals van fruit en bloemen, vlaggen, fietsen, bromfietsen en/of fietsmotoren buiten gezet door rijwielhandelaren tot verkoop. 5. Groot voorwerp: een voorwerp van een dusdanige grootte, dat de plaatsing hiervan onmiddellijk blokkering van de weg kan opleveren. In ieder geval valt hieronder een steiger, een bouwlift, een (puin)container en een (tijdelijke) opslag. Artikel 2 Publiek straatmeubilair 1. Publiek straatmeubilair mag niet worden verplaatst tenzij hiervoor toestemming is verleend door de bevoegde autoriteiten. 2. Het plaatsen van tijdelijke reclame-objecten of andere voorwerpen aan straatmeubilair is slechts toegestaan, indien daarmee het gebruik van het straatmeubilair niet belemmerd wordt. Het plaatsen van uitstallingen aan straatmeubilair is niet toegestaan. Artikel 3 Privaat straatmeubilair 1. Het plaatsen van privaat straatmeubilair op het trottoir, pleinen e.d. is slechts toegestaan indien: a. er geen verkeershinder ontstaat of maatregelen zijn genomen om deze te beperken; b. de plaatsing een tijdelijk karakter heeft; vaste verankering in de grond is niet toegestaan. Z.34326/D van 9

5 2. De plaatsingsstrook is maximaal 1 meter gemeten vanaf de gevel, direct grenzend aan de woning, met een maximum van 2 m2. In deze strook mogen maximaal 6 objecten worden geplaatst ter verlevendiging van het straatbeeld. Een object mag een omvang hebben van maximaal 1 m2 en niet meer dan 20 kg wegen. 3. Indien in het kader van ontruiming de inboedel op de straat komt te staan, is de snelle verwijdering hiervan de verantwoordelijkheid van de eigenaar van die inboedel en niet de gemeente. Artikel 4 Tijdelijke reclame-objecten 1. De maximale tijd dat het reclame-object in de openbare ruimte geplaatst mag worden is twee weken. Daarna moeten deze onmiddellijk verwijderd worden. 2. Tijdens het lid 1 genoemde periode mogen anderen geen reclame-object plaatsen. 3. Een uitzondering op lid 2 betreft aankondigingsborden voor een evenement mits daarvoor een evenementenvergunning is verleend. 4. De aanbieder van het reclame-object heeft een meldplicht om uiterlijk 2 weken voor de plaatsing van het reclame-object het college van burgemeester en wethouders op de hoogte te brengen van voornoemde plaatsing. 5. Er mogen maximaal 10 reclame-objecten en 2 spandoeken in de gemeente Weesp worden geplaatst. 6. Het plaatsen van reclame-objecten aan bomen, lichtmasten, bruggen, middengeleiders of geschilderde palen is niet toegestaan. 7. Op de veroorzaker van schade aan het straatmeubilair of de eigendom van derden maakt de gemeente Weesp aanspraak op vergoeding van alle geleden en nog te lijden schade ten gevolge hiervan. 8. Reclame-objecten dienen op zodanige wijze te worden aangebracht dat geen gevaar 1met betrekking tot de verkeersveiligheid kan ontstaan. Een deugdelijke bevestiging is vereist. 9. Driehoeks- of sandwichborden moeten voldoen aan de volgende regels: a. de enige toegestane borden zijn losse solide reclameborden; b. borden mogen niet voorbij de trottoirband uitsteken; c. het reclamebord heeft een maximale grootte van 1m2; d. per locatie mag er geen stapeling van reclameborden ontstaan. e. een vrije doorgang van 1,20 meter op de straat moet worden gegarandeerd. f. Tijdelijke reclame-objecten dienen een maatschappelijk belang dan wel een nietcommerciële activiteit. g. Reguliere handelsreclame is niet toegestaan. 10. Spandoeken dienen te voldoen aan de volgende regels: a. spandoeken zijn uitsluitend toegestaan voor niet-commerciële activiteiten; b. spandoeken zijn uitsluitend toegestaan na overleg met het Team Wijkbeheer van de gemeente Weesp over de locatie en hoogte van ophanging; c. de aanbieder van het reclame-object zorgt voor een vrije onderdoorgang van minimaal 4,20 meter; d. als bevestigingsmateriaal mag alleen tie rips worden gebruikt; e. een spandoek mag nooit overlast voor nabijgelegen gebruikers van onroerende zaken veroorzaken; f. Spandoeken mogen slechts worden opgehangen indien de rechthebbende op een onroerende zaak daarvoor toestemming heeft verleend; 11. De verwijdering van tijdelijke reclame-objecten kan worden geëist indien niet is voldaan aan de redelijke eisen van welstand. 12. Reguliere handelsreclame is niet toegestaan. Z.34326/D van 9

6 Artikel 5 Uitstallingen 1. Het plaatsen van uitstallingen is alleen toegestaan gedurende de openstelling van de inrichting. Het is niet toegestaan om: a. een uitstalling te verankeren; b. te verkopen vanaf de uitstalling; c. een uitstalling te plaatsen buiten de uitstallingstrook; d. een uitstalling op een parkeerplaats, rijbaan of binnen 1,20 meter van publiek straatmeubilair te plaatsen. 2. De uitstallingstrook is een strook van maximaal 1 meter gerekend vanaf de gevel van de inrichting waar zich de entree bevindt. Uit het oogpunt van de openbare orde of de verkeersveiligheid kan een geringer maximum worden vastgesteld; 3. De maximale breedte van de uitstallingstrook is afhankelijk van de breedte van de gevel met entree. Als de ingang van het naastgelegen pand direct aansluit op de gevelgrens, moet minimaal 80 centimeter vanaf de gevelgrens vrij blijven; 4. De hoogte van een uitstalling mag maximaal 1,50 meter bedragen; 5.. Voor de winkels aan de Slijkstraat geldt dat de met donkere stenen aangegeven strook direct voor de gevel heeft te gelden als de uitstallingstrook; hierbuiten mogen geen uitstallingen worden geplaatst. 6. Met betrekking tot de obstakelvrije doorloopruimte geldt het volgende; a. in straten met een verkeersfunctie is op het trottoir een minimale obstakelvrije doorloopruimte van 1,20 meter; b. in passages, voetgangergebieden e.d. is minimaal een vrije doorgang van 3,50 meter breed voor hulpverleningsvoertuigen; Artikel 6 Groot voorwerp 1. Plaatsing van een groot voorwerp is alleen toegestaan indien er een correcte kennisgeving is ingeleverd bij het college van burgemeester en wethouders. Deze kennisgeving is op te vragen bij de gemeente via de website of aan de balie. 2. Plaatsing van een groot voorwerp is, ook met een correcte kennisgeving, alleen toegestaan indien: a. de wegafzettingen moet duidelijk voldoen aan de wettelijke voorschriften van de CROW 96b; b. het groot voorwerp de bereikbaarheid van schakelkasten, inspectieputten en afsluiters van de NUON, PWN, telecommunicatiebedrijven en de brandkranen niet belet; c. het gebruik van openbaar groen voor de plaatsing van een groot voorwerp is alleen toegestaan indien hierover akkoord is bereikt met het Team Wijkbeheer van de gemeente Weesp; Artikel 7 Schade Schade of vervuiling, aantoonbaar ontstaan door niet correcte naleving van deze regels en de regels van de APV, zijn voor rekening van diegene die het voorwerp of beplanting heeft (laten) plaatsen. Artikel 8 Toezicht en Handhaving Met het toezicht op naleving van deze Nadere regels zijn de daartoe aangewezen ambtenaren belast. De aanwijzingen van deze ambtenaren dienen correct te worden opgevolgd. Z.34326/D van 9

7 Artikel 9 Artikel 10 Citeertitel Deze Nadere regels kunnen worden aangehaald als Nadere regels voor het plaatsen van voorwerpen. Inwerkingtreding Deze Nadere regels treden in werking op de eerste dag na publicatie. Weesp, 22 november 2013 burgemeester en wethouders van de gemeente Weesp, C. Rootjes B. Horseling secretaris burgemeester Z.34326/D van 9

8 Toelichting artikelsgewijs Artikel 3 Privaat straatmeubilair Voor de inwerkingtreding van de APV 2010 bestond een vergunningsplicht voor het plaatsen van straatmeubilair. Per aanvraag werd beoordeeld of de situatie kon worden toegestaan. Hierbij werd gekeken naar aspecten van openbare orde en veiligheid en zo nodig werden vergunningsvoorschriften gegeven waaraan men zich moest houden. Nu is de hoofdregel dat afwijkend gebruik van de weg, een weggedeelte of een openbare plaats door het plaatsen van voorwerpen of objecten, als een terras, verboden is indien dit gevaarlijk is en/of in strijd met de redelijk eisen van welstand. Om stad te verlevendigen moet het plaatsen van wat klein straatmeubilair niet per definitie verboden zijn. Te denken valt daarbij aan een kleine tuinbank of stoel of wat bloempotten. Dit dient echter wel beperkt te blijven. Vandaar dat de afmetingen zijn vastgelegd. Het is niet de bedoeling een dergelijke plaatsingsstrook te gebruiken voor opslagdoeleinden. De plaatsingsstrook geeft duidelijke begrenzingen waar straatmeubilair wel en niet mag worden geplaatst. De gemeente heeft geen zeggenschap over vaste plaatsing van meubilair, bloembakken e.d. in privé-eigendom. Er kan wel worden geëist dat bijvoorbeeld hoge parasollen e.d. worden verwijderd indien deze bij een kruispunt het zicht ernstig belemmeren en zo een verkeersgevaarlijke situatie doet ontstaan. Artikel 4 Tijdelijke reclame-objecten Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten reclame; 1. Commerciële handelsreclame Commerciële organisaties hebben een winstoogmerk en maken handelsreclame. Alleen reclame die activiteiten in Weesp promoten, worden toegestaan. 2. Niet-commerciële reclame zonder winstoogmerk Dit moet worden gezien als een verzamelnaam voor ideële (bijvoorbeeld SIRE) en onbaatzuchtige reclame (bijvoorbeeld Kankerbestrijding). Gezien het karakter wordt hier ruim omgegaan om de criteria van welstand gezien artikel 10 EVRM en 19 IVBPR. Artikel 5 Uitstallingen De regels omtrent uitstallingen zijn opgesteld omdat het vaak gaat om grotere stellages die hinder kunnen veroorzaken voor voorbijgangers. Gelet op het doel van een uitstalling is het neerzetten van goederen en objecten gekoppeld aan de openingstijden van een inrichting. Het vrijhouden van een doorloopruimte is, net als bij privaat straatmeubilair, om ervoor te zorgen dat geen hinder voor rolstoelverkeer of hulpdiensten ontstaat. Ook hier is vaste Z.34326/D van 9

9 verankering niet toegestaan om dezelfde redenen. De uitstallingen dienen na sluitingstijd verwijderd te worden. De uitstallingstrook geeft duidelijke begrenzingen waar een uitstalling wel en niet mag worden geplaatst. Indien het trottoir zo smal is dat een doorloopruimte van 1,20 meter niet kan worden gerealiseerd, kan eventueel worden afgeweken van de plaatsing direct aan de gevel. Dit zal gebeuren in overleg met het de toezichthouder van de afdeling Vergunningen & Toezicht. Artikel 6 Groot voorwerp Een aantal voorwerpen is van een dusdanige omvang dat snel overlast ontstaat. Omdat niet in alle gevallen de eventuele gevaarzetting en verkeershinder even duidelijk aanwezig zal zijn, en in sommige gevallen enige hinder door werkzaamheden die nu eenmaal noodzakelijk zijn niet te vermijden valt, is een kennisgevingplicht ingesteld voor dit soort voorwerpen. Verder worden deze omschreven als groot voorwerp en hieronder valt in ieder geval een steiger, een bouwlift, een (puin)container en een opslag. Z.34326/D van 9