Algemene natuurkunde Examenvragen juni 2012 Prof: Michel Houssa

Transcriptie

1 Algemene natuurkunde Examenvragen juni 2012 Prof: Michel Houssa

2 21/06/2012(namiddag) 1. Bespreek hoe een trillende elektrische lading elektromagnetische golven opwekt. 2. bespreek het dopplereffect bij een bewegende waarnemer. 3. Meerkeuze: Wat is het gevolg van wind op een schoorsteen? a) de rook stijgt sneller in de schoorsteen b) de rook stijgt trager in de schoorsteen c) de rook word teruggedwongen in de schoorsteen 4. Meerkeuze: Gegeven een circuit met een condensator en een spanningsbron. De condensator heeft ΔV.Als de spanningsbron wordt losgekoppeld, en de afstand tussen de 2 platen van de condensator wordt verdubbeld, zal het spanningsverschil tussen de platen... bedragen: a) ΔV/2 b) 2*ΔV c) ΔV 5. Een draad met lengte L en doorsnede A ligt op de x-as. De resistiviteit van deze draad wordt beschreven door rho = rho_0 * exp(-x/l). - V(0) = V_0 en V(L) = 0. Bepaal V(x). - Bepaal het elektrisch veld in functie van x. - Bepaal de totale weerstand van de draad 6. 21/06/2012(voormiddag) 1. bespreek potentiaalverschil en emk 2. golfsnelheid van een gas afleiden. (v=sqrt(b/rho)) 3. Bij een veer wordt de veerconstante verdubbeld, wat gebeurt er met de snelheid voor het punt met maximale verplaatsing (x=a) a) v b) v/2 c) 2v 4. Een isolerende lus wordt verkleind in een magnetisch veld dat in het blad gaat. In welke richting gaat de geïnduceerde stroom? - wijzerzin - tegenwijzerzin - er is geen geïnduceerde stroom. 5. Elektrisch veld berekenen in het middelpunt van de bovenvlak van een cilinder. De mantel van de cilinder is geladen 6. a) Geleider aangesloten op weerstand valt naar beneden in een magnetisch veld, bereken de uiteindelijke snelheid van de geleider. b) Zelfde situatie als a, maar met extra spanningsbron. Bereken de emk die de spanningsbron moet leveren om om de geleider naar boven te doen bewegen met dezelfde snelheid als in a /06/2012 (namiddag) 1. Elektrisch veld in binnen en buiten een geleidende bol. 2. Hoe werkt een elektromagnetisch relais? 3. Gegeven een slinger met kleine hoek Theta. Wat gebeurd er met de frequentie als Theta dubbel zo groot wordt? a) f/2 b) f

3 c) f*2 4. Lampen in serie en in parallel, welke geeft meeste licht bij een stroombron? (parallel<- fout want het was stroombron) /06/2012(voormiddag) 1. bepaal het magnetisch veld van een ringvormige geleider met stroom I in functie van x langsheen de x-as. 2. leg uit: proef van Young en bepaal de intensiteit. (mondeling) 3. bepaal equivalente capaciteit (c-c)//c. - staat voor serie en // voor parallel. a. 3/2 C (juist) b. 2/3 C c. 3C 4. een proton vliegt door een homogeen magnetisch veld met een snelheid evenwijdig aan het magnetisch veld. a.de richting van de snelheid blijft onveranderd. (juist) b.snelheid stijgt stijgt. c. snelheid veranderd van richting. 5. Een vierkantige stroomlus lentgte l en weerstand R verlaat een magnetisch veld B met snelheid v. de zijden van de lussen maken een hoek van 45 met de grens van hetmlagnetisch veld. Met welk vermogen moet de stroomlus uit het gebied getrokken worden. 6. allemaal deelladingen q zijn geplaatst op de x-as van -oneindig to +oneindig met afstand a tussen elke lading. Geef een uitdrukking voor de krachtd dat die ladingen Op een lading Q op positie (0,R) uitoefenen. Wat gebeurd er als a->0, q->0 en q/a=landa? Stel integraal op, je hoeft deze niet verder uit te werken. Bespreek afhankelijkheid van R. 19/06/2012(voormiddag) 1. Bepaal de drukverandering in de atmosfeer, ervan uitgaande dat lucht een ideaal gas is en bij constante temperatuur. 2. Bespreek de elektromotor. bijvraag: wat is tegen-emk? 3. Bij een veer wordt de veerconstante verdubbeld, wat gebeurt er met de snelheid voor het punt met maximale verplaatsing (x=a) a) v b) v/2 c) 2v (alle antwoorden zijn eigenlijk juist want v=0 bij x=a) bijvraag: Beschrijft het systeem nog een harmonische trilling als de veerkracht wordt bepaald door F=-k*x(t)^2? antwoord: Nee, de differentiaalvergelijking die kan worden opgesteld is niet meer lineair 4. Gegeven een figuur van refractie met theta2 < theta1. a) De snelheid v2 is groter dan v1, b) De golflengte 1 is groter dan golflengte 2 c) De frequentie 2 is groter dan frequentie 1

4 5. Vermogen en emk berekenen van een soort van rechthoekige draad met oppervlakteverandering doordat de bovenste draad een halve cirkel bevatte die met hoeksnelheid w ronddraaide. 6. Capaciteit berekenen van 2 evenwijdige platen met diëlectricum tussen. ========================================================= 18/06/2012(namiddag) 1. Bereken het magnetisch veld in een solenoïde en een toroïde 2. Bespreek de inwendige weerstand van een batterij 3. Meerkeuze: 2 bollen verbonden met een geleider met lading q1, q2 en straal r1, r2. Welke uitspraak is juist? a) Potentiaal is hetzelfde b) Het elektrisch veld is hetzelfde c) De lading en het potentiaal is hetzelfde (bijvraag: wat is het elektrisch veld, wat als de verbonden draad isolerend is, zoek de link met een toepassing : de bliksemafleider) 4. Een isolerende lus wordt verkleind in een magnetisch veld dat in het blad gaat. In welke richting gaat de geïnduceerde stroom? - wijzerzin - tegenwijzerzin - er is geen geïnduceerde stroom. ( geen stroom : isolerend bijvraag : wat als de lus een geleider is) 5. 6.oefening op doppler.je maat heeft een fluitje van 343 hertz.jij staat stil. welke frequentie hoor je als hij ook stilstaat? als hij beweegt is er een verschil van vier hertz. komt hij naar je toe of gaat hij weg? bereken de snelheid(heden)? ========================================================= 18/06/2012(voormiddag) ========================================================= 1. Bereken het elektrisch veld in een punt op het verlengde van de as van een uniform geladen schijf 2. Bespreek het concept van "bewigingsstroom van Maxwell* 3. Meerkeuze: Wat is het gevolg van wind op een schoorsteen? a) de rook stijgt sneller in de schoorsteen b) de rook stijgt trager in de schoorsteen c) de rook word teruggedwongen in de schoorsteen (bijvraag: Is de Bernouilli-benadering altijd toepasbaar? ) 4. (tekening: Een elektrisch veld met compensator en spanningsbron) Als we de spanningsbron verwijderen en de afstand tussen de 2 compensator-platen verdubbelen, wat gebeurt er dan met het potentiaalverschil op onze compensator? - 2V

5 - V - 0.5V (bijvragen: wat als we de spanningsbron niet verwijderen en afstand verdubbelen? wat gebeurt er als we hiertussen een dielectrica plaatsen? hoe groot is de potentiele energie van de dipolen in het dielektrica?) 5.(tekening: gelijkzijdige driehoek met hoekpunten van 30 graden aan basis)een lading q is op een afstand a verwijderd van 2 positieve ladingen Qa) wat is de arbeid als we deze verplaatsen tot een afstand oneindig? b} waar moeten we een lading 2Q plaatsen zodat er geen krachten werken op q? 6.bereken het potentiaal in punt P(0,y) waaronder een geladen staaf is van (0,0) tot (L,0)met lading lambda= c*x (c=constante), bereken nadien ook de y-component van hetelektrisch veld in dit punt /06/2012 (namiddag) 1. Geef het elektrische veld geproduceerd door een dipool. En toon wat er gebeurt wanneer dit punt zich veel verder van de ladingen bevindt dan de afstand tussen. (bijvraagjes: hoe verhoudt zich dit tot het elektrische veld van een puntlading: nadert sneller naar nul (~1/x^3) en puntlading slechts (~1/x)) 2. Doppler-effect voor een bron die weg van de waarnemer beweegt. 3. Breking van licht in een ander medium met theta1 en theta 2 (zie hieronder) 4. Lampen in serie en in parallel, welke geeft meeste licht bij een stroombron? (parallel<- fout want het was stroombron) 5. Een magnetisch veld B= (beta*y,- beta*x): geef de stroomdichtheid van de stroom die dit veld veroorzaakt (-> diff vorm van ampere-maxwell toepassen) 6. Een roterende magneet zit in een dynamo met 2 spoelen van 70 wikkelingen en 8 cm^2 in serie. B varieert tss 0 en 0.1 T. Het contactwieltje tss dynamo en wiel heeft een straal 1 cm. Met welke snelheid moet je fietsen om een emk van 6.4V te creëren? (-> B= 0.1*sin(omega*t), want sinusoïdaal en dan afleiden en zo, ik kwam iets van 20 km/h uit) ======================================================== 15/06/2012 (voormiddag groep A) 1. Bespreek de snelheidselector. 2. Bespreek de beeldvorming door een dunne dubbel convexe lens en leid de lensvergelijking af. 3. Een proton wordt in een magnetisch veld gebracht met een snelheid evenwijdig aan het magnetisch veld. De snelheid: - verandert niet - verandert van richting - versnelt 4. Een isolerende lus wordt verkleind in een magnetisch veld dat wegwijst van jou. In welke richting gaat de geïnduceerde stroom? - wijzerzin - tegenwijzerzin - er is geen geïnduceerde stroom. 5. Een geladen schijf wordt in 4 gedeeld en er worden 3 delen weggenomen. Bereken de potentiaal op een punt P op een afstand D van het oorspronkelijke middelpunt van de schijf. Lading/oppervlakte is gegeven.

6 6. Een wigvormige weerstand met constante rho (gevormd door twee rechthoeken met breedte w en lengtes respectievelijk y1 en y2, lengte L er tussen). Bereken, in functie van rho, L, y1, y2 en w, de weerstand. 14/06/2012 (namiddag groep A) 1. bespreek eddy-currents 2. bespreek thermische expansie en leg het abnormale gedrag van water uit bijvraag: krimpt een gat in een metalen plaat? 3. een half ronde metalen draad zit om een solenoïde met een wisselend magnetisch veld. in de half ronde metalen draad wordt; - een emk en een stroom gecreëerd - enkel een emk gecreëerd - geen van beide gecreëerd 4. 2 geleidende bollen met straal r1, r2 en lading q1, q2 worden verbonden door een ISOLEERENDE draad. - beide hebben dezelfde potentiaal - beide hebben dezelfde lading - beide hebben een verschillend elektrisch veld 5. Een geleider met een stroom door in de vorm (=) (= : verbinding boven en beneden). Bereken het magnetisch veld in het centrum van de vorm. (dus elk deel apart en dan de som nemen) 6. Een isolerende bol met lading Q en straal R0 (geg.). Deze zorgt voor een E-veld. bereken de energie opgeslagen in de ruimte met als vorm de concentrische bol rond de isolerende bol met straal R (geg). (R>R0). 14/06/2012 voormiddag groep A (wanneer dit geschreven werd, zijn er nog mensen hun examen aan het afleggen) 1. Wat is het elektrischveld in een punt p op de cirkel-as bij een uniforme ringvormige ladingsverdeling Q. 2. Bespreek waarom een slinger niet harmonisch is bij grote hoeken? wat bij kleine hoeken? 3. Een HALFringvormige (dus niet gesloten) geleider wordt rond een solenoïde met veranderd magnetisch veld geplaatst. - Er is een stroom en EMK in de halve ring - Stroom en geen EMK - Geen Stroom en geen EMK 4. Bij een harmonische trilling wordt k verdubbelt. Wat gebeurt er met de snelheid bij maximale uitwijking? - v -> zelfde snelheid als daarvoor = 0 want tis in maximale uitwijking. Bijvraag was: wat als het door het evenwichtspunt gaat? - 2*v - v/2 5. Kan moeilijk uitgelegd worden zonder figuur. 6. bepaal de weerstand van een afgeknotte kegelvormige weerstand als de straar in de functie van de lengte is: r=r0+a*l (met r0 straal in het dunne gedeelte, a een constante en L de hoogte van de kegel) De enige moeilijkheid was om niet te lachen wanneer Houssa begon te headbangen en "ja" te roepen. <<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<< 13/06/2012 (voormiddag groep B) 1. Wat is en hoe werkt een massaspectrometer?

7 2. Bespreek de beeldvorming van 2 biconvexe lenzen. 3. Gegeven 2 schakelingen met 3 identieke lampen, 1 serieschakeling (1) en 1 parallelschakeling (2) aangesloten op een constante stroomgenerator (dus constante stroom). Welke bewering is juist? a) In stroomkring 1 is de lichtintensiteit het grootst b) Instroomkring 2 is de lichtintensiteit het groots c) De lichtintensiteit is in beide kringen gelijk 4. Wanneer een proton in een homogeen magnetisch veld gebracht wordt met een snelheid loodrecht op dit veld, dan: a) Verlaagt de kinetische energie b) Stijgt de kinetische energie c) blijft de kinetische energie constant 5) Gegeven een metalen staaf van lengte L en massa m die glijdt over 2 andere geleiders waartussen een weerstand R (op x=0) geplaatst wordt. De geleidende staaf verplaatst zich in het xz-vlak. En hangt boven een homogeen magnetisch veld B, dat volgens de y-as gericht staat. Op tijdstip t=0 is de snelheid van de metalen staaf gelijk aan v0. Bepaal de snelheid van de geleidende staaf in functie van de tijd. Oplossing (denk ik): emk=blv, I=emk/R, F=ma, F=ILB => diff. vgl. oplossen met voorwaarde v(0)=v0 6) Een lange rechte draad ligt volgens de x-as en de y-as en maakt hierbij dus een hoek van 90 (vorm _ ). Door de draad loopt een stroom I. Bepaal het magnetisch veld geproduceert op punt P(x,y) met x,y>0. (Hint: Bepaal eerst het magnetisch veld voor een draad van lengte L). 12/06/2012 (namiddag groep B) 1.Bespreek voor alle soorten dipolen het dipoolmoment in een elektronisch/magnetisch veld. Vergelijk de dipoolmomenten en hun potentiele energie wanneer ze zich bevinden in een elektrisch/magnetisch veld. 2. Bespreek de beeldvorming van 2 biconvexe lenzen. 3.Meerkeuze: 2 bollen verbonden met een geleider met lading q1, q2 en straal r1, r2. Welke uitspraak is juist? a) Potentiaal is hetzelfde b) Het elektrisch veld is hetzelfde c) De lading en het potentiaal is hetzelfde 4.Meerkeuze: Een lus wordt verkleind in een magnetisch veld dat wegwijst van jou. In welke richting gaat de geinduceerde stroom? a) wijzerzin b) tegen wijzerzin c) Er is geen geinduceerde stroom 5. Oefening: Een isolerende schijf met straal R draait met hoeksnelheid w rond zijn symmetrieas en heeft een ladingsdichtheid 0=c/r^2 (met c= constante en r = huidige straal). Bereken het magnetisch veld op zijn symmetrieas. 6. Oefening: Een bol met concentrisch een holle bol erond. Middenste bol heeft straal r met lading q. Bol erond straal R met lading Q.a) Bepaal het potentiaalverschil. b) Wat gebeurt er als beide bollen verboden worden met een geleider? 12/06/2012 (voormiddag groep B)

8 1. Geef aan hoe de golfvergelijking van het magnetische veld af te leiden valt met de wetten van Maxwell. 2. Leg het principe van een hydraulische lift uit. 3.Meerkeuze: Een geleidende lus wordt in een magnetisch veld geplaatst. Wat is er correct? er wordt een emk en een stroom geinduceerd - geen emk en geen stroom - geen emk en wel stroom 4.Meerkeuze: Bij een veer wordt de veerconstante verdubbeld. Wat gebeurd er me de snelheid bij maximale verplaatsing x=a? - v2= v1 - v2 = 2*v1 - v2 = v1/2 5. Oefening: Een stroomvoerende geleider ligt in het xy vlak loodrecht op het magnetisch veld. (De geleider heeft de vorm van een halve cirkel en is een gesloten kring. Vorm : C ) *kracht op recht stuk *kracht op cirkelvormig stuk *resulterende kracht op de kring *is dit toe te passen op elke kring in het xy-vlak? 6. Oefening: Een isolerende schijf met straal R draait met hoeksnelheid w en heeft een ladingsdichtheid o=c*r (met c= constante en r= straal). Bereken het magnetisch dipoolmoment. 11/06/2012 (Namiddag) 1. Bereken het elektrisch veld binnen en buiten een massieve niet-geleidende bol met straal R en uniforme ladingsverdeling. 2. Bespreek het Doppler-effect voor een vaste geluidsbron een een bewegende waarneming. 3. Welke invloed ondervindt rook die uit een schoorsteen komt van de wind a) Trager eruit b)sneller eruit c)komt niet eruit 4. Gegeven een tekening met in 't midden een lading q, daarrond 3 concentrische cirkels met daarop punten. A buiten de cirkels, B op 3e cirkel, C op binnenste cirkel, D op 2e cirkel, E op binnenste cirkel. B, C en de lading liggen op eenzelfde rechtewelke punten hebben dezelfde elektrische potentiaal? a) B & C b) C & E c) Allemaal 5. 2 concentrische cilinders, buitenste hol straal Rb, binnenste massief straal Ra. Water ertussen. - Bereken weerstand, ifv resistiviteit water & stralen v cilinders - Bereken resistiviteit water ifv spanning, stroom & stralen 6. Gegeven een condensator bestaande uit twee cirkelvormige platen met straal R en afstand d ertussen. Spanningsverschil erover: V(t) = V0*(1-exp(-m*t)). t>=0, m>0 -Wat is de maximale waarde van B(R,t) (magnetisch veld ifv R & t) -Wanneer komt dat maximum voor -Wat gebeurt er bij toevoegen van een diëlectricum

9 11/06/2012 (voormiddag) - prof. Houssa - groep A 1 - Bespreek de lift op de vleugels van een vliegtuig. Hoe kan een vliegtuig ondersteboven vliegen? 2 - Bespreek de luidspreker 3 - Gegeven een slinger met kleine hoek Theta. Wat gebeurd er met de frequentie als Theta dubbel zo groot wordt? a) f/2 b) f c) f*2 4- Meerkeuze: Gegeven een figuur van refracite (wet van Snell), zoals Figure 32-21, met theta2 < theta1. a) De snelheid v2 is groter dan v1, b) De golflengte 1 is groter dan golflengte 2 c) De frequentie 2 is groter dan frequentie 1 bijvraag: Is de afwijking afhankelijk van de frequentie? 5 - Stroom loopt door een vierkant met zijde a en b. één zijde is vastgemaakt aan een horizontale spil en het vierkant kan hier rond draaien. Het vierkant bevindt zich in een magnetisch veld B. Aan de twee hoekpunten, tov de spil, wordt elk een massa m gehangen. Bereken onder welke hoek het systeempje in evenwicht is. 6 - Een cirkel bevindt zich in een magnetisch veld. r = r0(1 + Alpha*t) en R = R0(1 + Beta*t).r, de straal, en R, de weerstand/lengte, zijn in functie van de tijd. De weerstand en straal van de cirkel worden groter in tijd. Bereken de zelfinductie in functie van de tijd. 09/06/ prof. Houssa - groep A 1- Bespreek de zelfinductie van een spoel. 2- Bepaal de snelheid van geluid, in functie van de parameters van het gas waar het zich in bevindt. 3- Meerkeuze: Gegeven een circuit met een condensator en een spanningsbron. De condensator heeft ΔV.Als de spanningsbron wordt losgekoppeld, en de afstand tussen de 2 platen van de condensator wordt verdubbeld, zal het spanningsverschil tussen de platen... bedragen: a) ΔV/2 b) 2*ΔV c) ΔV 4- Meerkeuze: Gegeven een figuur van refracite (wet van Snell), zoals Figure 32-21, met theta2 < theta1. a) De snelheid v2 is groter dan v1, b) De golflengte 1 is groter dan golflengte 2 c) De frequentie 2 is groter dan frequentie 1 5- Gegeven een oneindig lange strip met breedte w, en stroom I. (oplossing: H28 Pr 23 --> Giancoli) a) Geef het magnetisch veld op een punt P boven het midden van de strip. b) idem, als P << w 6- Bepaal de zelfinductie van een coax-kabel. ==> Vragen 1, 3 en 4 zijn mondeling. 08/06/ prof. Houssa - groep B 1- Bespreek de bliksemafleider 2- Leid de continuïteitsvergelijking van de hydrodynamica en de wet van Bernoulli af

10 3- Meerkeuze: Stel een groep atomen vliegt een magneetveld binnen met een snelheid loodrecht op het magneetveld, wat gebeurt er met de snelheid: a) snelheid verandert van richting, maar niet van grootte b) snelheid verandert niet van richting en niet van grootte c) snelheid verandert van grootte, maar niet van richting 4- Meerkeuze: Gegeven een veranderend magneetveld met daarin een isolerende lus. a) een stroom en een emk worden geinduceerd in de lus b) enkel een emk wordt geinduceerd in de lus c) geen een van de twee wordt geinduceerd in de lus 5- Gegeven een vierkantige geleider met een punt P op een afstand a boven het middelpunt van het vierkant. Bepaal het magneetveld. (Hint: eerst een punt P tov een rechte geleider beschouwen) 6- Gegeven een homogene isolerende bol met lading Q en straal R. Er wordt dan een lading q ( ander teken dan lading Q ) met massa M in losgelaten op afstand (R-x), x<<r. Beschrijf de beweging en geef de periode. 08/06/2012(namiddag) - prof. Houssa - groep B 1. Wat is een transformator en hoe werkt deze? 2. Bewijs dat de wet van Ampère ook geldig is voor een lange rechte draad. 3. Meerkeuze: Beschouw een veer met veerconstante k met daaraan een massa m. Het systeem oscilleert volgens de harmonische beweging. De veerconstante wordt verdubbeld. Wat gebeurt er met de versnelling a wanneer het systeem zich in de evenwichtspositie bevindt (x=0). a) 2a b) a/2 c) a 4. Meerkeuze: Beschouw een ballon gevuld met helium. Deze ballon bevindt zich in een gesloten vat, opgevuld met lucht. In de huidige situatie drijft de ballon bovenaan in het vat. Wat gebeurt er wanneer de lucht uit het vat vervangen wordt door helium? a) De ballon blijft boven drijven b) De ballon zakt c) De ballon zet uit 5. Beschouw een oneindig lange cilinder met straal R en ladingsdichtheid rho. Bereken het poteniaal binnen en buiten de cilinder wanneer je weet dat V(r)=0 als r gaat naar oneindig, met r de afstand tot de axiale as. (oplossing: H23 Pr 23) 6. Gegeven een kabel met weerstand R waarover een potentiaalverschil deltav staat. Over deze kabel staat een elektromachnetisch veld, bewijs dat het vermogen P gelijk is aan (deltav^2)/r. (hint: maak gebruik van de pointing vector) / groep B 1) Geef het elektrisch veld voor een punt gelegen op de as van een ring-vormig uniform geladen gebied. Oplossing Example 21-9 hb pg 152 2) Bepaal het elektrisch veld voor een volle geleidende bol, zowel binnen als buiten de bol. Oplossing Example 22-3 hb pg 175 en Example 23-4 hb pg 191 figuur 23-8 a)

11 3) Bij SHM, verdubbeling van veerconstante k, gevolg voor versnelling a in evenwichtspunt (x=0) a) a/2 b) a c) 2a => juiste oplossing (wel rare vraag aangezien bij x=0, a=0 dus elk antwoord zou dan juist zijn... Mij lijkt het logischer dat ipv x=0, t=0. Cfr. figuur 14-8, c). Dan is a max en dus bij 2k=> 2a) 4) Een bundel atomen komt in een uniform magnetisch veld met snelheidsvector loodrecht op het magnetisch veld. Wat zal er veranderen? a) Snelheid maar richting blijft onveranderd b) Richting maar snelheid blijft onveranderd c) Richting noch snelheid zullen veranderen => juiste oplossing aangezien een bundel atomen niet geladen is dus zal er ook geen kracht op inwerken. 5) Gegeven: een figuur met een geladen punt Q. Nu is er een oneindig lange lijn, bestaande uit ladingen q elke gelegen op een afstand a van elkaar. En de loodrechte afstand van Q tot een lading q, is R. a) Bepaal een uitdrukking voor de kracht op Q b) Stel a->0 en q->0 dus q/a=lambda. Bepaal een intgraal, zonder ze uit te werken, voor a) met deze voorwaarden. c) Geef het verband voor de kracht in functie van R 6) Gegeven: coaxiale kabe met 2 buizenl met Ra en Rb, stroom I in een bepaalde richting in geleider met Ra en dezelfde stroom in tegengestelde richting door geleider met Rb. Bepaal met behulp van de Poynting, het elektromagnetisch vermogen dat naar de binnenste en buitenste buis gaat en wat kan je besluiten ivm het totaal elektromagnetisch vermogen buiten de twee buizen.