Ontwerpbesluit hogere waarden Wet geluidhinder Projectbestemmingsplan Campus Woudestein (eerste fase)

Transcriptie

1 Ontwerpbesluit hogere waarden Wet geluidhinder Projectbestemmingsplan Campus Woudestein (eerste fase) Kenmerk: Aanleiding In verband met het bestemmingsplan Campus Woudestein (eerste fase) is een hogere waarde aangevraagd voor de s 1 t/m 5 in de herontwikkeling van Campus Woudestein in Kralingen. Op deze s maakt het bestemmingsplan op de voor Gemengd aangewezen gronden ondermeer de geluidsgevoelige functies studentenhuisvesting (woningen) en onderwijs (maatschappelijke voorzieningen) mogelijk. In totaal betreft de ontwikkeling binnen deze s maximaal m 2 aan maatschappelijke voorzieningen en m 2 aan woningen in de vorm van studentenhuisvesting. De invulling van de afzonderlijke s staat nog niet vast. De genoemde s zijn weergegeven in de bijlage bij het akoestisch onderzoek. 2. Onderzoek De aanvraag is gebaseerd op het akoestisch onderzoek van het Ingenieursbureau van Gemeentewerken Rotterdam van 16 maart 2010 met als kenmerk / MR9058. In het rapport wordt onderzoek gedaan naar de wettelijke geluidsbronnen wegverkeer en naar de te nemen maatregelen om de geluidsbelasting te beperken. In het rapport wordt aangegeven op welke wijze aan het ontheffingsbeleid wordt voldaan. In verband hiermee en in verband met de goede ruimtelijke onderbouwing van het bestemmingsplan wordt in het onderzoek ook aandacht besteed aan de nietwettelijke bron tramverkeer. Het akoestisch onderzoek ligt bij dit besluit ter inzage. Het akoestisch rapport voldoet aan de bepalingen van de Wet geluidhinder en geeft voldoende informatie over de akoestische situatie. In het rapport wordt een motivering gegeven voor de aangevraagde hogere waarden. Uit het rapport blijkt dat de geluidsbelasting bij de verschillende s hoger is dan de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting, maar niet hoger dan de waarde waarvoor op grond van de Wet geluidhinder een hogere waarde kan worden verleend. Op de s 2 en 5 is de geluidbelasting als gevolg van het wegverkeer op hoogte van respectievelijk 19,5 en 7,50 meter hoger dan de waarde waarvoor op grond van de Wet geluidhinder een hogere waarde kan worden verleend en dient in het geval van woningbouw (studentenhuisvesting) een te worden toegepast. Dit geldt niet voor de onderwijsfunctie omdat de maximale toegestane waarde uit de Wet Geluidhinder op deze s niet wordt overschreden. 3. Maatregelen Volgens het ontheffingsbeleid moet onderzoek gedaan worden naar maatregelen die toegepast kunnen worden om de geluidbelasting op woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen te beperken. Daarbij geldt een volgorde van de toe te passen maatregelen: bronmaatregelen overdrachtsmaatregelen maatregelen Wegverkeer De ten hoogste toelaatbare waarde (voorkeursgrenswaarde) voor woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen is 48 db. Een te verlenen hogere waarde mag voor woningen langs snelwegen niet hoger zijn dan. Voor onderwijsgebouwen langs snelwegen geldt een maximum van 58 db. Voor woningen en onderwijsgebouwen langs binnenstedelijke wegen bedraagt het maximum van 63 db. De voorkeursgrenswaarde van 48 db wordt als gevolg van het wegverkeer op de verschillende wegen in de omgeving van het plangebied op alle s binnen het plangebied overschreden. Pagina 1 van 7

2 Op 2 en 5 wordt de maximaal toelaatbare waarde voor woningen van overschreden als gevolg van geluidbelasting afkomstig van de A16. Op 2 vinden de overschrijdingen plaats op de bovenste bouwlagen (boven de 19,5 meter) van de met direct zicht op de A16 (oost). Op 5 vinden de overschrijdingen plaats boven de eerste 3 bouwlagen (boven de 7,5 meter) van de oost met direct zicht op de A16 en op de bovenste bouwlagen (boven de 22,5 meter) van de noord en zuid. Bronmaatregelen Door een stiller asfalttype toe te passen op de wegen rondom de s kan de geluidbelasting afkomstig van deze wegen met maximaal circa 4 db worden teruggebracht (bijvoorbeeld dunne deklagen A en B). Stillere asfalttypen kunnen echter rond kruispunten en bochten door wringend en op en afremmend verkeer niet worden toegepast. Verder is het tramlawaai op de Burgermeester Oudlaan maatgevend ten opzichte van het wegverkeer op deze weg en is het wegverkeer op de A16 maatgevend ten opzichte van het wegverkeer op de Kralingse Zoom en is op de A16 is reeds stil asfalt aanwezig. De geluidbelasting op de van 1 is vanwege de Abram van Rijckevorselweg. Met een stiller type asfalt is deze geluidbelasting te reduceren. Echter, in het masterplan Erasmus Woudestein zijn op deze geen woningen voorzien. Voor de overige s geldt dat ze van de Abram van Rijckevorselweg worden afgeschermd door al bestaande bebouwing en derhalve lagere geluidsbelastingen kennen. Overdrachtsmaatregelen Het aanbrengen van een scherm langs de A16 kan de geluidbelasting reduceren. Echter, gezien de afstand van de ontwikkels tot de snelweg is een lang en hoog scherm nodig. De investering van een scherm staat niet in verhouding tot het studentenwoningen binnen het plangebied. Gevelmaatregelen Omdat het treffen van maatregelen niet afdoende is om te kunnen voldoen aan de geluidsnormen van het Bouwbesluit zullen voorzieningen aan de worden getroffen. Cumulatie van geluid Niet van toepassing. Geluidluwe en buitenruimte Volgens het ontheffingsbeleid dient iedere woning, waarvoor een hogere waarde wordt vastgesteld te beschikken over een geluidluwe en buitenruimte. Bij het bepalen of sprake is van een geluidluwe wordt ook gekeken naar niet wettelijke bronnen. In het plan is bij alle woningen een geluidsluwe en (gezamenlijke) buitenruimte aanwezig. Dove Aan de oostzijde van 2 is de geluidsbelasting als gevolg van het wegverkeer op de A16 boven de 19,5 meter hoger dan de waarde waarvoor op grond van de Wet geluidhinder een hogere waarde kan worden verleend en wordt een toegepast. Op de oost van 5 is een noodzakelijk boven 7,5 meter. De noord en zuid van deze dienen vanaf een hoogte van 22,50 meter doof uitgevoerd te worden. Om in te kunnen spelen op nieuwe ontwikkelingen is bij dit besluit de bepaling opgenomen dat geen behoeft te worden toegepast als aangetoond wordt dat aan de Wet geluidhinder en het ontheffingsbeleid kan worden voldaan. Conclusie Op grond van bovenstaande overwegingen kan voor het bestemmingsplan Campus Woudestein (eerste fase) onder voorwaarden een hogere waarde als gevolg van wegverkeer worden verleend. 4. Zienswijzen Nader in te vullen bij definitief besluit. Pagina 2 van 7

3 5. Besluit Gelet op artikel 83 en 110a van de Wet geluidhinder en het ontheffingsbeleid besluiten Burgemeester en Wethouders van Rotterdam voor het bestemmingsplan Campus Woudestein (eerste fase) de hogere waarden vanwege wegverkeer voor zowel studentenwoningen als onderwijsvoorzieningen onder de navolgende voorwaarden als volgt vast te stellen: a. Geluidluwe en geluidluwe buitenruimte: De (studenten)woningen dienen te beschikken over een geluidluwe en (gezamenlijke) buitenruimte; b. Vast te stellen hogere waarden: Voor en en s: zie het akoestisch rapport. c. Dove : Bij de (studenten)woningen waar een is voorgeschreven kan daarvan worden afgeweken indien voor realisatie van het plan door middel van een akoestisch onderzoek aan de DCMR aangetoond wordt dat aan de Wet geluidhinder en het ontheffingsbeleid kan worden voldaan. Hogere waarden wegverkeer Zoneplichtige weg: Burgemeester Oudlaan t/m 43,5m 43,5m t/m 55m Woningen 1.06 t/m 55m 1.07 t/m 55m 1.09 t/m 30m Zoneplichtige weg: Abram van Rijckevorselweg t/m 31,5m 31,5 t/m 55m voor Woningen ,5m t/m 55m ,5m t/m 55m 1.08 t/m 30m 30 t/m 55m ,5m t/m 30m 1.10 t/m 30m t/m 16,5m 16,5m t/m 30m 3.5 Pagina 3 van 7

4 Zoneplichtige weg: Abram van Rijckevorselweg voor Woningen ,5m t/m 22,5m 22,5 t/m 30m * ,5 t/m 30m ,5m t/m 22,5m * * Bij een woonfunctie moet de in verband met het wegverkeer op rijksweg A16 vanaf een hoogte van 22,5 meter als worden uitgevoerd. Bij een woonfunctie moet de in verband met het wegverkeer op rijksweg A16 vanaf een hoogte van 7,5 meter als worden uitgevoerd. Zoneplichtige weg: Kralingse Zoom ,5m t/m 30m Woningen * ,5m t/m 30m t/m 22,5m * 59 db 59 db 58 db db * 63 db 5.3 * 5.4 t/m 22,5m 58 db 58 db 5.5 t/m 22,5m * Bij een woonfunctie moet de in verband met het wegverkeer op rijksweg A16vanaf een hoogte van 19,5 meter als worden uitgevoerd. Bij een woonfunctie moet de in verband met het wegverkeer op rijksweg A16vanaf een hoogte van 22,5 meter als worden uitgevoerd. * Bij een woonfunctie moet de in verband met het wegverkeer op rijksweg A16 vanaf een hoogte van 7,5 meter als worden uitgevoerd. Pagina 4 van 7

5 Zoneplichtige weg: Rijksweg A Woningen 2.10 t/m 16,5m 16,5m t/m 30m ,5m t/m 30m ,5m t/m30m 2.13A 2.13B 2.13C ,5m t/m ,5m t/m 30m t/m 16,5m 16,5m t/m 30m ,5 t/m 30m ,5 t/m 30m ,5 t Pagina 5 van 7

6 Zoneplichtige weg: Rijksweg A16 25,5 t/m 30m Woningen db db 5.4 7,5 t/m 22,5m 22,5 t/m 30m 55 db 5.5 7,5 25,5 t/m 30m ,5m t/m 2,5m 22,5 t/m 30m Andere wettelijke regelingen Dit besluit laat onverlet dat er voor realisering van het bestemmingsplan mogelijk rekening gehouden dient te worden met andere wettelijke bepalingen. NAMENS HET COLLEGE VAN BURGEMEESTERS EN WETHOUDERS VAN ROTTERDAM DE ALGEMEEN DIRECTEUR VAN GEMEENTEWERKEN, (voor deze) Drs. H. van Smaalen Directeur Bijzondere Diensten Pagina 6 van 7

7 Procedure Op het nemen van een besluit hogere waarde is afdeling 3.4 van de Algemene bestuurswet van toepassing. Verder is in de Wet geluidhinder bepaald, dat een ontwerpbesluit hogere waarde tegelijkertijd met het ontwerpbestemmingsplan ter inzage moet worden gelegd. Het ontwerpbesluit hogere waarde, inclusief de relevante stukken wordt zes weken ter inzage gelegd. Aan belanghebbenden wordt in deze periode de gelegenheid geboden om zienswijzen mondeling en/of schriftelijk in te dienen. Schriftelijke zienswijzen kunnen worden gericht aan het College van Burgemeester en Wethouders van Rotterdam, per adres DCMR Milieudienst Rijnmond, ten name van bureau Ruimtelijke Ontwikkeling, Postbus 843, 3100 AV Schiedam. Voor het indienen van mondelinge zienswijzen kunnen belanghebbenden binnen de genoemde termijn contact opnemen met de DCMR. Hierna worden de hogere waarden zo snel mogelijk doch uiterlijk tegelijkertijd met het bestemmingsplan vastgesteld. Indien het bestemmingsplan ten opzichte van het ontwerp, of in beroep zodanig wijzigt, dat het ontwerpbesluit hogere waarden niet meer daarin voorziet zal een nieuwe procedure voor het vaststellen van hogere waarden gevolgd worden. Bijlage Akoestisch onderzoek van het Ingenieursbureau van Gemeentewerken Rotterdam van 16 maart 2010 met als kenmerk / MR9058. Afschrift Een afschrift van dit besluit wordt verzonden naar: Rijkswaterstaat, Dienst ZuidHolland, Postbus 556, 3000 AN Rotterdam Pagina 7 van 7