DE BASIS VOOR EEN ZONNIGE TOEKOMST

Transcriptie

1 DE BASIS VOOR EEN ZONNIGE TOEKOMST SCHOOLGIDS Basisschool D N OVERKANT Edward Poppelaan NA Etten-Leur Telefoon: Schoolgids schooljaar

2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 1 Voorwoord... 4 Inleiding... 5 Onze school... 5 De kinderen op onze school... 5 Verantwoording... 5 De ouders op onze school... 5 Wie is wie op onze school?... 5 Tot slot... 5 Visie... 6 Doorgaande lijn... 6 Groeperingsvormen... 7 De werkvormen... 8 Leerinhouden... 8 Zorgbreedte... 9 Omgaan met verschillen... 9 Competentie en onafhankelijkheid... 9 Verschil in zorg Zorgplicht Nieuwe visie op ondersteuning Positie van de ouders Schoolondersteuningsprofiel(SOP) Verwijzingscommissies Meer informatie nodig? Middelen Evaluatie Doublure Van toen naar nu Van nu naar de toekomst Verkeersveiligheid rondom de school Brabants Verkeersveiligheidslabel (BVL) Voor het eerst bij ons op school Jarigen Regels voor toelating Uw kind in de klas De klas Het lesprogramma Het aantal uren onderwijs per jaar De zorg voor de kinderen Het gebruik van het rode en groene bord Zorgverbreding Naar het voortgezet onderwijs De resultaten van ons onderwijs Testen, toetsen en uitslagen Rapportage Ouderavonden Huisbezoek Arbeidsomstandigheden (Arbo) De ouders op onze school Schoolgids schooljaar

3 Samen opvoeden Hulpouders De Oudervereniging Door betaling van de ouderbijdrage bent u vanzelf lid van de oudervereniging. Door deze vereniging kunt u ook uw stem laten horen over allerlei zaken in en rond de school Ouderbijdrage Toelichting op de ouderbijdrage De Medezeggenschapsraad (M.R.) De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) Wie is wie op school? Directie De Intern Begeleider ICT-Coördinator / Digicoach De leerkrachten Het onderwijs ondersteunend personeel Het dagelijks leven op school Schooltijden Bijzondere zaken / activiteiten Protocol geen vervanging beschikbaar (bij ziekte) Stages Feesten Een speciaal feest: de verjaardag Foto s en video-opnames van leerlingen Wenskaarten op school Mobiele telefoons Privacy Activiteiten buiten schooltijd Ziekmeldingen Afspraak vader- en Moederdag Afspraken tandarts, huisarts, orthodontist en andere zorgverleners Verlof aanvragen Dagen Vakantie Logopedie onder schooltijd Medicijnen Seksuele voorlichting Informatie Tussen Schoolse Opvang (TSO) Overblijven met Kober kinderlunch Buiten Schoolse Opvang (BSO) Kinderdagverblijf Brede School D N OVERKANT VVE VVE op D N OVERKANT Informatieavonden De Schoolgids De Groepsinformatieboekjes Mijnschoolinfo De Nieuwsbrief De Schoolkalender Website Internetregels voor leerlingen De opbrengsten van ons onderwijs Nuttige adressen Lijst van veel gebruikte afkortingen Schoolgids schooljaar

4 Voorwoord Kiezen De tijd die kinderen op de basisschool doorbrengen, is een belangrijk deel van hun leven. Maar ook voor u als ouder / verzorger. U vertrouwt uw kind minimaal 7520 uur toe aan de zorg van de leerkrachten van de basisschool. Een basisschool kies je dan ook met zorg. Verschillen Scholen verschillen steeds meer, in werkwijzen, sfeer en resultaten. Ze verschillen in kwaliteit. Dat maakt het kiezen steeds moeilijker. Deze gids moet helpen bij het bewust kiezen van een basisschool. Deze schoolgids maakt duidelijk waar "D N OVERKANT voor staat. (Zie ook ) De schoolgids schooljaar Deze gids is bedoeld voor u, ouders die nu kinderen op onze school hebben en ouders van toekomstige leerlingen. Aan wie al kinderen op school heeft, leggen wij in deze gids verantwoording af over onze manier van werken. Aan de andere ouders leggen wij uit wat zij mogen verwachten als hun kind een leerling van onze school wordt. Tevens bevat de schoolgids hele praktische informatie. D'N OVERKANT maakt deel uit van de Stichting Katholiek Primair Onderwijs Etten-Leur. ( ) Tot deze stichting behoren 6 basisscholen en 1 school voor speciaal basisonderwijs. In de schoolgids van SKPOEL kunt u daar meer over lezen. Deze schoolgids kunt u vinden op de website van SKPOEL. Michel Brouwer Directeur Schoolgids schooljaar

5 Inleiding Onze school Ons onderwijs is vastgesteld door te kijken naar hoe een kind opgroeit, leert en zich ontwikkelt. Wij streven naar optimale ontwikkelingskansen voor ieder kind op ieder gebied. Een ontwikkeling in een omgeving die duidelijk en herkenbaar is voor onze kinderen. Een omgeving waar respect, openheid en de kans om een individu te zijn centraal staan. Dit alles vanuit de Katholieke grondslag van de school. De kinderen op onze school Ieder wil het liefst dat het schoolleven van zijn of haar kind probleemloos verloopt. Om dat te bereiken bieden wij een evenwichtig programma aan. Met oog voor de ontwikkeling van ieder kind als leerling en als mens. Naast het evenwicht wat we in het programma brengen, voldoet dit natuurlijk ook aan alle wettelijke eisen. Verantwoording Over de resultaten van ons werk willen we altijd verantwoording afleggen. Via rapporten, ouderavonden of persoonlijke gesprekken met u, als ouders. De ouders op onze school Ouders spelen op onze school een grote rol. Enerzijds als degenen met wie we samen een kind opvoeden. Anderzijds als smeerolie voor een soepel lopende organisatie. In het eerste geval gaat het om onze gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de kinderen. In het tweede gaat het om talloze voorbeelden van ouderhulp en of -inspraak bij ons werk. Zijn er zaken die tussen de school en de ouders niet naar wens verlopen dan staan wij altijd open voor eventuele klachten. Daarnaast is er een officiële klachtenregeling. Wie is wie op onze school? Op en rond de school werkt een groot aantal mensen. Samen zorgen we voor een plekje waar uw kind zich thuis voelt. Ieder met zijn eigen taak en verantwoordelijkheid. Van groepsleerkracht, tot directeur, tot coördinator, conciërge, algemeen directeur, enz. Veel mensen die samen met u en de kinderen één schoolgemeenschap vormen. Tot slot Deze schoolgids samenvattend kunnen we zeggen dat we elk jaar verder ontwikkelen. Er staat een uitgebreide organisatie klaar voor uw kind. Zoals uw kind steeds verandert, verandert ook het onderwijs continu. Achterover leunen is er dus niet bij. Wij blijven ons ons steeds ontwikkelen om er ook in de toekomst voor alle kinderen te zijn. Denkt u hieraan op wat voor manier dan ook bij te kunnen dragen? Laat het ons weten. Wij willen ook graag blijven leren! Schoolgids schooljaar

6 Visie 1. Kinderen en personeel mogen zijn wie ze zijn, binnen het kader van onze gedragsregels en het veiligheidsprotocol van de school. 2. Fysiek veilig door een gebouw dat voldoet aan de eisen van de moderne tijd. 3. Alle leerkrachten werken zowel didactisch als pedagogisch opbrengstgericht en gebruiken daarbij ontwikkeling bevorderende leermiddelen. 4. Ons profiel is die van een smalle zorgschool. 5. Alle kinderen die na groep 8 onze school verlaten, zijn voldoende toegerust voor het vervolgonderwijs dat bij hen past. 6. We werken handelingsgericht, dit betekent dat alle leerkrachten voldoen aan de 7 uitgangspunten van HGW. Doorgaande lijn D'N OVERKANT is een basisschool die deel uitmaakt van een brede school waarin er sprake is van een optimale samenwerking met de ouders en de partners kinderdagverblijf, TSO, BSO en peuterspeelzaal en wijkvereniging. Deze samenwerking leidt tot een doorgaande lijn van 4-12 jaar. Je ziet dit terug in: overdrachtsgesprekken, leerlijnen (methodes), 1-zorgroute, groepsplannen, groepsoverzichten, pedagogisch-, didactisch- en ouderbeleid, etc. Voor alle kinderen is een op maat gemaakt dag arrangement beschikbaar, gericht op cognitieve, sociaal-emotionele, culturele en fysieke ontwikkeling. De schoolresultaten liggen boven het landelijk gemiddelde (Cito-scores). De schoolresultaten worden behaald door de HGW-aanpak. Belangrijk hierin zijn reflectie op de resultaten en hierop gericht te handelen. De vakinhoudelijke coördinatoren spelen hierbij een belangrijke rol. Maar de leerkracht blijft de eigenaar over zijn/haar eigen groep. Schoolgids schooljaar

7 Groeperingsvormen We werken op onze school met een leerstofjaarklassensysteem. Dat wil zeggen dat alle kinderen zijn ingedeeld in jaargroepen. Alleen in groep 1-2 zitten de kinderen in een gemengde groep. In de groepen 1-2 is er veel aandacht voor ontdekkend leren in hoeken en de leerkracht stemt zijn of haar bedoelingen zo goed mogelijk af op de eigen ontwikkeling en initiatieven van kinderen. De vaardigheden in lezen, taal, schrijven en rekenen worden stap- voor- stap aangeboden. Vanaf groep 3 wordt er gewerkt volgens methodische lijnen in alle jaarklassen. Onderwijs moet flexibel aansluiten bij het gemeten ontwikkelingsniveau en tempo van verschillende groepen kinderen. Dit vraagt differentiatie bij instructie en bij verwerking in basis-, hulp-, en zinvolle verrijkingsstof. Om daarnaast structureel aandacht te geven aan de leer- en ontwikkelingsbehoeften van verschillende kinderen, wordt er gewerkt met ontwikkelingsgericht onderwijs. In het onderwijs kent men een verscheidenheid aan systemen, waaruit wij die elementen gebruiken die het beste bij onze kijk op kinderen en onze school passen. Wij hanteren didactische werkvormen die de kinderen bij uitstek gelegenheid geven om op eigen niveau en tempo te kunnen werken; hierdoor worden voor de leerkracht mogelijkheden gecreëerd voor het bieden van extra planmatige hulp en bevorderen tevens de zelfstandigheid van de kinderen. Schoolgids schooljaar

8 De samenstelling van de groep 1-2 is heterogeen. Vanaf groep 3 stellen we jaarlijks de groepen opnieuw samen. Dit geeft ons de gelegenheid steeds voor een zo evenwichtig mogelijke groepsverdeling te zorgen. Evenwicht op allerlei vlakken van leren tot gedrag. Zo willen we bereiken dat ieder kind in een groep zit waarin het zich optimaal kan ontplooien. Een groep waar kinderen zich thuis voelen. Ook vanuit ons zorgplan is het belangrijk dat kinderen zich zo evenwichtig mogelijk kunnen ontwikkelen. Zo krijgen alle kinderen de aandacht die ze nodig hebben. Naast de samenstelling van de groep vinden wij, in dit verband, ook de grootte van de groep belangrijk, waarbij de beschikbare formatieruimte bepalend is (dat is afhankelijk van het aantal kinderen op de teldatum; 1 oktober). De werkvormen Naast de leidende rol heeft de leerkracht op D'N OVERKANT ook steeds meer een begeleidende rol. De leerkracht legt niet alleen meer uit maar begeleidt ook kinderen met zelfstandig werk. Iets wat in ons onderwijs een steeds grotere rol gaat spelen. In groepen 1-2 neemt het werken in hoeken een belangrijke rol in. Kinderen kiezen een hoek op het planbord hangen er hun fotootje neer en gaan aan het werk in bijv. de knutselhoek, huishoek, rekenhoek, leesschrijfhoek enz.. In de meeste hoeken kunnen de kinderen zelfstandig werken en is de leerkracht er om de kinderen te stimuleren op ideetjes te brengen etc. Doordat het grootste gedeelte van de klas zelfstandig bezig is, heeft de leerkracht tijd om te observeren of kinderen (kleine kring) extra te helpen. Natuurlijk worden er in de groepen 1-2 ook activiteiten in de kring gedaan zoals muziek, verhaaltjes, spelletjes en kringgesprekken maar in tijdsduur aangepast aan de leeftijd van het kind. Ook in de groepen 3 t/m 8 ligt de nadruk steeds meer op zelfstandige verwerking. Kinderen werken steeds meer met een maatje of werken in een groepje aan een opdracht. Het gebruik van de computer is hierbij belangrijk. Zelfstandig werken gaat niet zomaar. Kinderen moeten hiervoor wel de gereedschappen in handen krijgen en hierin speelt de leerkracht op onze school nog steeds een grote rol. De leerkracht leert de kinderen informatie zoeken en bijzaken van hoofdzaken te scheiden. Leerinhouden Wanneer we denken aan leerinhouden, dan denken we aan het bereiken van einddoelen. Op dit moment wordt grotendeels de methode nog als uitgangspunt gebruikt voor het stellen van einddoelen en het bereiken van deze einddoelen. Daarnaast ontwikkelen we in ons onderwijs een vorm die er op gericht is om per jaargroep een duidelijk omschreven basisdoel te stellen dat in theorie door elk kind behaald kan worden. Vanuit deze basis kan er voor ieder kind een individueel einddoel gesteld worden dat voor elk kind weer anders kan zijn. Voor het bereiken van het bovenstaande baseren we ons niet alleen op een methodische benadering, maar ook op een thematische / projectmatige aanpak wanneer de situatie zich hiervoor leent. Onze kinderen moeten geloof en plezier hebben in eigen kunnen, moeten in toenemende mate allerlei zaken binnen het leerproces zelf gaan ondernemen. De houding van de leerkrachten zal zich kenmerken door het uitdagen van het kind om op verkenning te gaan, hem te prikkelen en de gelegenheid te bieden zijn grens te verleggen. Om kinderen te ondersteunen daar waar zij het niet zonder hulp kunnen. Schoolgids schooljaar

9 Zorgbreedte Omgaan met verschillen Elk kind is uniek en daardoor verschillend. Dat dwingt ons, ons onderwijs aan onze kinderen af te stemmen op hun basisbehoeften als voorwaarde voor het bereiken van optimale resultaten. Als basisbehoeften onderscheiden we: 1. relatie: het gevoel dat mensen je waarderen en met je om willen gaan; 2. competentie: het streven naar geloof en plezier in eigen kunnen; 3. onafhankelijkheid: de wil of drang tot zelfontplooiing. Als we deze basisbehoeften serieus nemen, moeten we zorgen voor een schoolklimaat waarin we omgaan met verschillen. Een klimaat waarbinnen leerkrachten en kinderen in vertrouwen met elkaar omgaan op basis van gelijkwaardigheid en acceptatie van verschillen. In een veilige, duidelijke en ordelijke omgeving worden kinderen uitgedaagd en gestimuleerd om eruit te halen wat erin zit. Relatie betekent het gevoel hebben dat mensen je waarderen en met je willen omgaan. Voor leerkrachten betekent dat: kinderen veiligheid en geborgenheid geven. Zij zorgen ervoor dat de draaglast van de kinderen niet groter is dan hun draagkracht. Dit betekent dat er aandacht geschonken wordt aan onderlinge afspraken, belonen en straffen, pestprotocol, sociaal-emotioneel handelen, het structureel observeren en registreren van leerlingengedrag, enz. De eerder genoemde basisbehoeften zijn universeel. Dit houdt in dat ook de leerkrachten en directie in een vertrouwde omgeving, waar werken wordt gewaardeerd en waar kansen geboden worden om zich te ontplooien, beter zullen functioneren. De relatie met ouders dient een open karakter te hebben. Ouders worden goed en tijdig geïnformeerd inzake de ontwikkeling van hun kind(eren). De leerkracht kan en mag op zijn professionaliteit aangesproken worden en ouders dienen de grenzen van hun domein te kennen. Competentie en onafhankelijkheid Deze twee basisbehoeften zullen door elkaar heenlopen en ook elkaar versterken. Wij zijn als school constant bezig met het verder ontwikkelen van het zelfstandig werken op D N OVERKANT. Het zelfstandig werken heeft twee doelen: 1. zelfstandigheidbevordering van kinderen: het is fijn om te weten dat je de problemen die je ontmoet zelf kan overwinnen. 2. door het zelfstandig verwerken heeft de leerkracht de handen vrij om individuele kinderen extra zorg of aandacht te geven. Zo kunnen we beter omgaan met verschillen tussen kinderen. Niet de prestatie staat voorop, maar wel eruit halen wat erin zit. Daartoe is het belangrijk om kinderen leren te leren. Gesprekken met kinderen over de taakuitvoering (feedback) behoren tot het dagelijks begeleidend werk van de leraar. Op die manier krijgt hij inzicht in de wijze waarop een kind een taak heeft aangepakt. Schoolgids schooljaar

10 Verschil in zorg Uitgaande van het feit dat elk kind uniek is, moeten we accepteren dat niet elk kind de instructie op dezelfde wijze zal ervaren of oppakken. Het ene kind heeft meer behoefte aan instructie dan de ander. Dit geldt ook voor het verwerken van alle leerstof. Niet alle kinderen zullen alle leerstof kunnen verwerken. Nader vast te stellen basisdoelen zullen duidelijk moeten maken welke niveaus we als school minimaal nastreven. De leerkracht én het kind halen er uit wat er in zit. Bij de keuze van een nieuwe methode zal er ook kritisch gekeken worden op de mogelijkheid tot zelfstandige verwerking en differentiatie en dus op omgaan met verschillen. Het beste uit het kind halen houdt ook in dat het ene kind meer zorg en begeleiding vraagt dan het andere. Op school bestaat een leerlingvolgsysteem waarmee de doorgaande ontwikkeling op leer en sociaal emotioneel gebied van elk kind gevolgd wordt. Kinderen, welke na observatie en/of toetsing uitvallen, worden extra gevolgd en geholpen. De zorgstructuur wordt bewaakt en uitgevoerd door de intern coördinator leerlingenzorg / intern begeleider. Met ingang van 1 augustus 2014 is het Passend Onderwijs van start gegaan. Dit houdt onder andere in dat ons schoolbestuur nu deel uitmaakt van een nieuw samenwerkingsverband met de naam: Samenwerkingsverband PO 30-03, Optimale Onderwijskans. In dit nieuwe samenwerkingsverband participeren 27 schoolbesturen voor primair onderwijs met in totaal 137 basisscholen en 9 scholen voor speciaal basisonderwijs en 4 schoolbesturen voor speciaal onderwijs. Passend onderwijs is er voor alle leerlingen. In de praktijk gaat het vooral om leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Deze ondersteuning kan nodig zijn vanwege een verstandelijke beperking, een chronische ziekte of gedrags- en/of leerproblemen. Maar ook hoogbegaafdheid kan aanleiding zijn om extra ondersteuning te organiseren. De nieuwe Wet Passend Onderwijs schrijft enerzijds een aantal zaken voor die het nieuwe samenwerkingsverband moet regelen, anderzijds geeft de wet vrijheden om op lokaal niveau zelf beleid te maken. Dit beleid wordt gemaakt door het bestuur van het samenwerkingsverband dat bestaat uit een vertegenwoordiging van alle deelnemende schoolbesturen. De schoolbesturen die in het samenwerkingsverband samenwerken krijgen van het ministerie van OC&W geld om het onderwijs te regelen voor leerlingen die deze extra ondersteuning nodig hebben. Hiertoe maken de schoolbesturen gezamenlijk een ondersteuningsplan dat moet garanderen dat iedere leerling een passend onderwijsaanbod krijgt. Voor de meeste leerlingen is er door de invoering van passend onderwijs in de dagelijkse praktijk weinig veranderd. Schoolgids schooljaar

11 Wel verandert de organisatie van de ondersteuning op school en worden er op termijn minder kinderen doorverwezen naar het speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs, omdat het samenwerkingsverband de ambitie heeft om voor zoveel mogelijk leerlingen thuisnabij passend onderwijsaanbod te realiseren. Wat er op korte termijn verandert, wordt in het navolgende uitgelegd. Zorgplicht Schoolbesturen hebben vanaf 1 augustus 2014 zorgplicht. Dit betekent dat de scholen ervoor moeten zorgen dat iedere leerling, die bij de school staat ingeschreven of is aangemeld en die extra ondersteuning nodig heeft, een passend onderwijsaanbod krijgt. Dit houdt in dat na aanmelding de school eerst zorgvuldig gaat onderzoeken wat uw kind nodig heeft (onderwijsbehoefte) en of de school die ondersteuning zelf kan realiseren, eventueel met ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband. Als de school de ondersteuning niet zelf kan bieden en aangeeft dat uw kind het beste naar een andere school kan gaan, moet de school zorgen dat er een andere school gevonden wordt die wel een passend aanbod kan doen en uw kind kan toelaten. Dit kan een andere basisschool zijn, maar ook een school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs. Goed overleg met de ouders is in deze situatie uiteraard belangrijk. Nieuwe visie op ondersteuning Tot 1 augustus 2014 waren we in Nederland gewend aan een proces van verwijzing en toewijzing dat is gebaseerd op de vraag wat er met het kind aan de hand is. Op basis van handelingsverlegenheid van de school en kind kenmerken toen besluiten genomen over verwijzingen naar het speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs of de toekenning van een rugzakbekostiging als de leerling ondanks indicatie op de basisschool bleef. Nu kijken we niet meer naar wat er met het kind aan de hand is, maar proberen we de vraag te beantwoorden welke extra onderwijsbehoefte de leerling heeft en welke extra ondersteuning dan geregeld moet worden. De handelingsverlegenheid van de school is niet langer een criterium voor indicatie, maar meer een signaal dat de leerling een beter passend onderwijsaanbod nodig heeft. Positie van de ouders De Wet Passend Onderwijs leidt tot een andere positionering van de ouders in trajecten van toeleiding, verwijzing en extra ondersteuning. Indien uw kind meer ondersteuning nodig heeft dan de basisondersteuning van de school moet de school op basis van de zorgplicht in actie komen. Dit betekent dat de school de verantwoordelijkheid heeft te onderzoeken welke onderwijsbehoeften de leerling heeft en op welke manier daarop een passend antwoord kan worden gegeven. Uiteraard betrekt school van meet af aan de ouders in dit traject. School is in dit traject leidend en zorgt er voor dat onderzoek plaatsvindt. Het onderzoek kan leiden tot verschillende uitkomsten, te weten: 1. De leerling blijft op school met extra ondersteuning, een arrangement; 2. De leerling gaat naar een andere basisschool; 3. De leerling wordt aangemeld bij de commissie voor toelaatbaarheidsverklaringen voor plaatsing op school voor speciaal basisonderwijs; 4. De leerling wordt aangemeld bij de bij de commissie voor toelaatbaarheidsverklaringen voor plaatsing op school voor speciaal onderwijs; 5. De leerling wordt aangemeld bij de commissie voor onderzoek voor toelaatbaarheid tot speciaal onderwijs voor blinde en slechtziende en dove en slechthorende en spraak/taalgebrekkige leerlingen, dan wel voor een arrangement voor de leerling in de basisschool. Schoolgids schooljaar

12 Voor de eerste vier trajecten zijn wettelijk afspraken gemaakt over de positionering van ouders en kunnen ouders zich beroepen op een mogelijk geschil. Het traject met betrekking tot de aanmeldingen voor toelaatbaarheid tot speciaal onderwijs voor blinde en slechtziende en dove en slechthorende en spraak/taalgebrekkige leerlingen, dan wel voor een arrangement voor de leerling in de basisschool valt buiten de wettelijke bevoegdheden van het samenwerkingsverband passend onderwijs. Met betrekking tot de eerste vier trajecten kunnen ouders verschillende commissies benaderen. Geschillencommissie Passend Onderwijs. Deze commissie beslecht geschillen in po, vo en (v)so, over toelating van leerlingen, die extra ondersteuning behoeven, de verwijdering van leerlingen en het ontwikkelingsperspectief. Bezwaaradviescommissie toelaatbaarheidsverklaring. Het samenwerkingsverband heeft een eigen bezwaaradviescommissie ingericht, waar ouders zich tot kunnen richten bij een bezwaar tegen een besluit over een toelaatbaarheidsverklaring. Bij deze bezwarencommissie kunnen ouders en/of scholen terecht alvorens een stap te zetten naar de genoemde Geschillencommissie Passend Onderwijs. Ouders behouden daarnaast de mogelijkheid om hun klacht voor te leggen aan het College voor Mensenrechten en Gelijke Behandeling en om een beroep aan te tekenen bij de rechter. Schoolondersteuningsprofiel(SOP) Iedere school heeft binnen passend onderwijs een ondersteuningsprofiel opgesteld, hierin beschrijft de school welke ondersteuning zij kan bieden en hoe deze ondersteuning is georganiseerd. De medezeggenschapsraad heeft adviesrecht op het vaststellen van het schoolondersteuningsprofiel. Aan de hand van dit SOP maakt de school ook duidelijk of de school zich wil specialiseren in een bepaald type ondersteuning of in principe een school wil zijn voor alle leerlingen als het passend onderwijsaanbod kan worden gerealiseerd. Het schoolondersteuningsprofiel speelt een rol in het toelatingsbeleid van de school en is voor ouders een informatiebron die geraadpleegd kan worden als zij op zoek zijn naar een school voor hun kind. De belangrijkste zaken uit het school ondersteuningsprofiel van onze school staan hieronder in een kort overzicht bij elkaar. Richt onze school zich in principe op alle leerlingen? Kent onze school een specialisatie en zo ja waaruit blijkt dat? Hoe scoort onze school op basisondersteuning? Bij aanmelding van een leerling met specifieke onderwijsbehoeften wordt bekeken of onze school passend onderwijs kan bieden voor deze leerling. In principe kan elke leerling aangemeld worden, maar is onze school niet voor iedere leerling de juiste keuze. Wij zijn een school met verschillende operationele deskundigheden (gedragspecialisten, leescoördinator, taalcoördinator, SOVA-trainers, vertrouwenszaken). Deze deskundigheden zitten bij verschillende leraren en de intern begeleider. Onderdeel Een veilig pedagogisch klimaat Afstemmen van leerstof, instructie en onderwijstijd Werken aan opbrengsten op basis van ambitieuze doelen en een goed leerlingenvolgsysteem Onvoldoen de Voldoende Goed Schoolgids schooljaar X X X

13 Welke belangrijke deskundigheden heeft de school intern en extern georganiseerd? Welke specifieke ondersteunings-voorzieningen heeft de school? Welke specifieke voorzieningen in de fysieke omgeving heeft de school? Met welke ketenpartners werkt school samen? Leerkrachten die voldoen aan de bekwaamheidseisen Handelingsgericht en planmatig werken Zorg dragen voor de ondersteuning van leerlingen met extra onderwijs behoeften De overdracht van informatie over een leerling intern en extern De betrokkenheid van ouders bij de ontwikkeling van hun kind Visie op en organisatie, uitvoering en evaluatie van het beleid op ondersteuning van leerlingen De resultaten die school bereikt met leerlingen met en zonder extra onderwijsbehoeften Intern: Zie bovenstaande Extern: Als we andere deskundigheid of meer deskundigheid nodig hebben, huren we die in bij de SBO-school van ons samenwerkingsverband of bij een extern bureau. Externe deskundigheid waarvan we ook structureel gebruik maken is ambulante begeleiding cluster 2, 3, 4. Wij zijn een school zonder ondersteuningsvoorzieningen waarin een groep kinderen in een aparte groep gedurende de gehele week onderwijs krijgen of die een deel van de week in een aparte groep onderwijs krijgen. D'N OVERKANT voorziet op dit moment in de volgende voorzieningen: 23 groepslokalen Speelzaal voor jonge kinderen Invalidentoiletten (begane grond en1 e verdieping) Multifunctionele ruimte Inpandige gymzaal Spreekkamers Lift CJG, Edux Onderwijsadviseurs, SBO, leerplichtambtenaar, wijkorganisatie, Schoolmaatschappelijk werk, GGD/ JGZ, KDV/PSZ, scholen voor PO/VO/SO X X X X X X X Schoolgids schooljaar

14 Indien de schoolgids u onvoldoende informatie verschaft over een mogelijk passend onderwijsaanbod voor uw kind kunt u de volgende acties ondernemen: Vraag het schoolondersteuningsprofiel op en ga na of het profiel past bij wat voor uw kind belangrijk is. Plan een afspraak met school en leg uw vragen die u heeft voor. Graag informeert school u over de aanwezige kennis met betrekking tot de onderwijsvraag van uw kind, de beschikbare voorzieningen, de leerlingenpopulatie en alle andere zaken die voor u belangrijk zijn. Raadpleeg de website van de inspectie voor het primair onderwijs voor rapportage van de school op basis van het toetsingskader van de inspectie. Verwijzingscommissies Sinds 1 augustus 2014 bestaan de Permanente Commissie Leerlingenzorg en de Commissies voor Indicatiestelling niet meer. Binnen het nieuwe samenwerkingsverband zijn deze commissies samengevoegd tot één commissie voor toelaatbaarheidsverklaringen. Indien uw kind in aanmerking komt voor plaatsing in het speciaal (basis)onderwijs raadpleeg de intern begeleider van de school omtrent protocol en procedure. Meer informatie nodig? De transitie naar de nieuwe Wet Passend Onderwijs is niet met ingang van het schooljaar afgerond. De regering zal ook komend schooljaar nog vele aanpassingen en aanvullingen op de huidige wet bekend maken en de schoolbesturen moeten ten aanzien van verschillende thema s nog verder beleid ontwikkelen. Al deze ontwikkelingen worden op termijn opgenomen in de schoolgids. Echter beleidsontwikkeling zal sneller gaan dan bijstelling schoolgids, vandaar dat school u graag wijst op belangrijke informatiebronnen, te weten: Passend Onderwijs Informatiegids voor ouders ( uitgave Steunpunt Passend Onderwijs) ( website van het eigen samenwerkingsverband) Op onze website : onder documenten kunt u ons School Ondersteuning Profiel vinden. Schoolgids schooljaar

15 Middelen Wij maken gebruik van moderne leermiddelen die voldoen aan de kerndoelen. Wij hebben methoden die verschillend gebruikt kunnen worden, afhankelijk van het doel dat er wordt nagestreefd. Evaluatie Evalueren is terugkijken, bijsturen en aanpassen. Zo behoud je en bevorder je de kwaliteit van je onderwijs. Dit gebeurt op schoolniveau, maar ook op individueel- en op groepsniveau. Op schoolniveau wordt er o.a. geëvalueerd na implementatie van een nieuwe methode of na een buitenschoolse activiteit. Op groepsniveau wordt er structureel geëvalueerd naar aanleiding van bijvoorbeeld een toetsafname, door de leerkrachten van dezelfde leerjaren middels het zgn. paralleloverleg. Individueel wordt er geëvalueerd middels methodegebonden toetsen, methode onafhankelijke toetsen m.b.v. het CITO leerlingvolgsysteem, observaties en na het afronden van het werken met een handelingsplan in de groep. Kinderen, welke na observatie of toetsing uitvallen (op leer - of sociaal emotioneel gebied) worden door de groepsleerkracht met behulp van een handelingsplan in de groep begeleid (zgn. remediëren). Na een bepaalde tijd (6-8 weken) wordt de begeleiding geëvalueerd. Afhankelijk van het resultaat van de begeleiding wordt dit voortgezet (handelingsplan wordt bijgesteld / aangepast) of beëindigd. Bij de manier van evalueren op individueel niveau onderscheiden we 2 manieren van evalueren namelijk: - productmatig (bijv. leervorderingen m.b.v. toetsen) en - procesmatig (bijv. gedrag via observatie). Ook kunnen er bij bepaalde evaluaties ouders worden betrokken. Dit bijvoorbeeld na afronding van een begeleidingstraject van hun kind, rapportbespreking (10-minutengesprek),... Doublure In speciale gevallen kan het verstandig zijn het kind een jaar over te laten doen. Achterblijvende leerprestaties of een achterblijvende sociaal-emotionele ontwikkeling kunnen een reden zijn voor een doublure. Deze kinderen kunnen er bij gebaat zijn nog een jaar in dezelfde groep te blijven. We vinden doubleren alleen verantwoord wanneer we verwachten dat een kind daarna betere ontwikkelingskansen heeft. Wanneer een kind in aanmerking komt voor een doublure, zal de groepsleerkracht het kind bespreken met de interne coördinator leerlingenzorg. De leerkracht betrekt de ouders bij de besluitvorming. De school geeft duidelijke adviezen. In goed overleg met de ouders wordt een besluit genomen. Verschillen ouders en school van mening dan is het besluit van de school bindend. Schoolgids schooljaar

16 Van toen naar nu Een korte beschrijving van de geschiedenis van "D N OVERKANT". In 1985 waren er in de wijken rond de Markt vijf scholen. Drie kleuterscholen (De Drempel, Maria Kleuterhof en De Noordwiek) en twee lagere scholen (De Bernadetteschool en de Gerardus Majella). Op 1 augustus 1985 maakten de kleuterscholen en lagere scholen plaats voor basisscholen. Zo ontstonden er twee basisscholen: de Bernadette en de Gerardus Majella. Na vele gesprekken besluit het bestuur van deze twee scholen om ze per 1 augustus 1989 te laten fuseren tot één nieuwe basisschool: "D N OVERKANT". Een naam ontstaan uit de ligging van beide scholen tegenover elkaar. Inmiddels gaat "D N OVERKANT" zijn 26 e levensjaar in. En staat de school als een huis. We durven met een gerust hart te zeggen: DE BASIS VOOR EEN ZONNIGE TOEKOMST Van nu naar de toekomst Wij zijn in januari 2014 in de nieuwe Brede School aan de Edward Poppelaan getrokken. Kober is onze partner in de Kinderopvang en Buitenschoolse Opvang. En samen met wijkvereniging SanderBanken en de Grient voelen we ons heel goed thuis in ons nieuwe gebouw. Schoolgids schooljaar

17 Verkeersveiligheid rondom de school Beste ouders, In het ontwerp voor de brede school en bijhorend terrein is rekening gehouden met een verkeersveilige omgeving voor het brengen en halen van de kinderen. De hoofdentree van de school is daarom niet aan de Concordialaan maar aan de zuidzijde. De kinderen kunnen alleen daar de school ingaan en verlaten. De entree komt uit op het schoolplein. Aan de zuidzijde van dit plein ligt een terrein waar ouders hun auto even kunnen stallen bij het brengen en halen van de kinderen. De openbare ruimten aan de west- en zuidzijde van de school worden ingericht als verblijfsgebied. Op de meeste wegen in het gebied mag in twee rijrichtingen worden gereden. De weggebruikers zijn gelijkwaardig. De automobilist past zijn rijgedrag aan de overige gebruikers aan (30 km regiem). De meeste automobilisten zijn ouders die naar de school of het kinderdagverblijf gaan. Aan de noordzijde van de brede school ligt de Concordialaan; vanwege de functie is de Concordialaan tijdens de ochtend- en avondspits een drukkere weg. Kinderen die te voet of per fiets naar school gaan, zullen gebruik maken van deze weg of de weg moeten oversteken. De voetganger en de fietser hebben een eigen ruimte langs de Concordialaan gescheiden van het autoverkeer. Ter hoogte van het fietspad aan de Edward Poppelaan is een verbrede middengeleider met voldoende opstelruimte voor fietsers en voetgangers. De kinderen kunnen via het zebrapad in twee stappen de weg oversteken. Daarnaast geldt ter hoogte van de school langs de Concordialaan een stopverbod. Deze maatregel voorkomt dat ouders hun kinderen op de weg afzetten of oppikken en daardoor de doorstroming op de Concordialaan hinderen. Het feit dat kinderen langs een drukkere weg naar school gaan of deze weg moeten oversteken is niet uniek. Bij andere basisscholen moet ook vaak een drukke weg worden over gestoken, bijvoorbeeld de Couperuslaan bij de schoolgang naar de basisschool Vier Heemskinderen of de Beiaard bij bezoek aan de basisschool t Carillon. Ouders kunnen als klaar-over natuurlijk zelf bijdragen aan de verkeersveiligheid. Schoolgids schooljaar

18 Hoe kunnen de kinderen op een veilige wijze naar de brede school komen? Aan de hand van voorbeelden wordt beschreven op welke wijze de kinderen veilig te voet of per fiets naar school komen. Sem woont in Groot Sander. Hij komt met de fiets naar school. Hij fietst via het fietspad langs de Statenlaan en kruist de Concordialaan door gebruik te maken van de fietspaden langs de rotonde met de Zonnestad. Hij fietst verder via een nieuw aan te leggen fietspad aan de westzijde van de Zonnestad tot aan de (nieuwe) Juvenaatlaan. Deze laan wordt ingericht als verblijfsgebied. Na een klein stukje fietsen langs het nieuwe woon-zorgcomplex bereikt Sem veilig de school. Op de terugweg maakt Sem ook gebruik van de Juvenaatlaan en de fietspaden langs de Zonnestad. Lieke woont aan de Hooiweg in Klein Sander. Zij loopt langs de Akkerweg naar school en steekt over via het zebrapad op de Concordialaan ter hoogte van het fietspad aan de Edward Poppelaan. Daar ontmoet zij haar vriendin Miranda die vanuit de Luxemburgstraat langs de Concordialaan naar school loopt. Samen lopen zij via het voetpad langs de Edward Poppelaan naar school. Op de terugweg nemen zij dezelfde weg als op de heenweg. Omar woont aan de Wildbaan en maakt gebruik van de rotonde om naar school te fietsen. Op de terugweg heeft hij twee mogelijkheden. Hij steekt bij de Edward Poppelaan over naar het fietspad aan de noordzijde van de Concordialaan of hij maakt gebruik van de (huidige) Don Boscolaan en bereikt zo het fietspad langs de Hoevenseweg. Hij rijdt daar in noordelijke richting naar de rotonde. Er komt ter plaatse geen oversteek naar de Konijnenberg; dit wordt met voorzieningen onmogelijk gemaakt. Schoolgids schooljaar

19 De kleine Sandra wordt door haar moeder met de fiets naar school gebracht. Zij wonen in de Papenstraat. Na de spoorwegovergang neemt haar moeder de doorsteek naar de Edward Poppelaan. Zij heeft straks twee opties. Zij fietst via de Edward Poppelaan of via een voetfietspad dwars door het groen naar school. Als Sandra van school wordt gehaald, maakt haar moeder gebruik van de rotonde. Tot slot Benjamin uit de Westwiek. Om naar school te gaan, maakt hij gebruik van de perronoversteek. Via het Litouwenplein en de Juvenaatlaan loopt hij naar school. Deze route volgt hij ook als hij met de fiets naar school gaat. De oversteek via het perron is dan niet ideaal. Hij weet dat de gemeente onderzoekt of deze oversteek niet kan worden verbeterd; misschien komt er wel een tunnel? Voor vragen of nadere informatie kan contact worden opgenomen met de heer J. Verbraaken van de gemeente Etten-Leur ( of Met vriendelijke groet, Gemeente Etten-Leur en Basisschool D N OVERKANT NAMENS DE (UW) KINDEREN BEDANKT VOOR UW MEDEWERKING Schoolgids schooljaar

20 Brabants Verkeersveiligheidslabel (BVL) D'N OVERKANT speelt op SEEF en gaat daarom voor het Brabants VerkeersveiligheidsLabel (BVL) Kinderen vormen een zeer kwetsbare groep in het verkeer. Jaarlijks zijn in Nederland honderden kinderen betrokken bij verkeersongevallen. Meer dan een hele schoolklas laat daarbij het leven. Kinderen moeten daarom leren veilig aan het verkeer deel te nemen. Om verkeerseducatie op scholen te stimuleren en een hoge kwaliteit te waarborgen, is er een keurmerk in het leven geroepen. Het Label met het beeldmerk Seef de Zebra toont aan dat onze school zich inzet/gaat inzetten voor verkeerseducatie en verkeersveiligheid rond de school. Brabant maakt van de nul een punt. Want ieder verkeersslachtoffer is er één te veel. Dus gáán we met z'n allen voor die nul. Wij, jij, ik. Ik als overheid, onderwijzer en werkgever. Ik als wandelaar, fietser en automobilist. De Brabantse basisscholen en verkeersouders maken een punt van verkeersveiligheid en investeren zo flink mee in de nul. Ze zorgen dat leerlingen verkeerslessen krijgen, doen verkeersprojecten als de dode hoek, oefenen met de leerlingen en maken samen met gemeenten de wegen naar de school toe verkeersveilig. Waarom deelnemen aan het BVL? Verkeerseducatie in de klassen krijgen en houden: dáár is het de provincie Noord-Brabant om te doen met het Brabants VerkeersveiligheidsLabel (BVL). Inmiddels staan er ruim 800 basisscholen ingeschreven en hebben er ruim 700 het Label in huis. Er is een set BVL-criteria ontwikkeld waar wij als school aan moeten blijven werken om de kwaliteit van de verkeersveiligheid op het gewenste niveau te houden. De essentie van het BVL is dat scholen punten scoren voor zaken die de verkeersveiligheid van de (leerlingen van de) school bevorderen. Wij kunnen punten scoren op verschillende onderdelen. Onze leerlingen krijgen verkeerslessen en doen verkeersprojecten met praktische oefeningen. Verder is er aandacht voor de schoolomgeving en zijn/worden de routes naar school zo verkeersveilig mogelijk. Daarnaast zijn (verkeers)ouders of -verzorgers betrokken bij verkeerseducatie. D'N OVERKANT heeft in 2016 het Brabants Verkeersveiligheid Label behaald: We dragen daarmee bij aan een stukje veiliger Brabant/of Etten-Leur voor onze kinderen. Kijk voor meer informatie op Schoolgids schooljaar

21 De kinderen bij ons op school Voor het eerst bij ons op school 4-Jarigen Kinderen kunnen vanaf hun vierde verjaardag terecht bij ons op school. Ieder kind is welkom. Mits u het natuurlijk eens bent met de uitgangspunten van de school. U kunt uw kind persoonlijk aanmelden op school. Dit kan ook via de website van de school: In de maand voorafgaande aan de dag dat uw kleuter voor het eerst op school komt, maakt de toekomstige leerkracht van uw kind met u een afspraak voor een kijkochtend of een kijkmiddag. Tevens maakt u de afspraak wanneer uw kind definitief gaat starten op school (op de dag dat hij/zij 4 wordt of daarna). Regels voor toelating Indien u als ouder de uitgangspunten van de school kunt onderschrijven, is in principe iedereen op onze school toelaatbaar. Voorbehoud kan worden gemaakt als er op voorhand ernstige twijfels bestaan tot de leerbaarheid van het kind op een basisschool of als het kind wegens wangedrag van een andere basisschool is verwijderd. Uw kind in de klas De klas We werken op onze school met een leerstofjaarklassensysteem. Dat wil zeggen dat alle kinderen zijn ingedeeld in jaargroepen. Alleen in groep 1-2 zitten de kinderen in een gemengde groep. Het lesprogramma Het lesprogramma op een school is niet vrijblijvend. We leggen onszelf een aantal verplichtingen op en we hebben te maken met een groot aantal wettelijke verplichtingen. Dit zijn waarborgen voor een grondig en verantwoord lesprogramma. Het aantal uren onderwijs per jaar Om een programma verantwoord uit te kunnen voeren is er een berekening gemaakt van het aantal uren dat wij op jaarbasis nodig hebben om alles goed af te werken. Die uren zijn als volgt verdeeld: Groep 1: 800 uur Groep 2: 930 uur Groep 3 t/m 8: 970 uur (per groep) Het aantal uren per groep is een gemiddelde. Een kind moet na 8 jaar basisonderwijs in totaal minimaal 7520 lesuren hebben gehad. Dit is wettelijk zo geregeld. tijdsverdeling van de leer- en vormingsgebieden (basisverdeling) Schoolgids schooljaar

22 We verdelen de schooltijd als volgt over de verschillende leer- en vormingsgebieden: GROEPEN /6 7/8 Totaal per week Bewegingsonderwijs Taal Rekenen Ontwikkelingsmateriaal Engels Wereldoriëntatie Expressie Godsdienst Pauze De zorg voor de kinderen Organisatie van zorg voor leerlingen met specifieke behoeften; Hieronder verstaan wij een reeks van activiteiten, die op school plaats vindt, met als doel stagnatie van kinderen in onderwijsleerprocessen te vermijden. Hierbij grenzen wij mogelijkheden af. Dit geldt voor de aangeboden leerstof, het geschapen pedagogisch klimaat en de speciale problemen die kinderen tegen kunnen komen. Wij zijn als school bezig ons in te richten, zodanig dat ook de belangen van kinderen die voor hun ontwikkeling speciale zorg nodig hebben goed kunnen worden behartigd. Met andere woorden spreken we van zorgverbreding als we denken aan de mogelijkheden en de onmogelijkheden om kinderen met problemen in de ontwikkeling, problemen in gedrag op te vangen. In de ontwikkeling van het zorgverbredingbeleid staat centraal het uitgangspunt dat we in eerste instantie de oplossing moeten zoeken in de kwaliteit van wat er in de klas gebeurt. Naast de extra zorg in de klas (groepsniveau) speelt de Intern Begeleider een belangrijke rol op schoolniveau. Deze heeft naast een coördinerende taak ook een coachende/begeleidende taak van leerkrachten en een administratieve taak op schoolniveau. Hierbij wordt zij ondersteund door: de groepsleerkracht; de directie; de Individuele Hulpverlener (EDUX); de Collegiale Consultatiegever (SBO); een Preventief Ambulante Begeleider; evt. externe deskundigen zoals een remedial teacher, logopedist, schoolarts e.d. Schoolgids schooljaar

23 Het gebruik van het rode en groene bord Dit onderwerp wordt altijd besproken bij de ronde van de vertrouwenspersonen. Binnen de school hangen op diverse plekken een rood en groen bord. Het bordje staat altijd op groen: Dat betekent dat alle kinderen zich veilig voelen op school. Het kan natuurlijk altijd voorkomen dat kinderen gepest worden. Daar wordt altijd eerst een pestprotocol op gezet.( leerling praat met leerling, dan leerkracht praat met leerling /met de hele groep, dan kan de vertrouwenspersoon nog een rol spelen met een pestcontract). Wanneer dit allemaal niet helpt of een hele groep is in een vervelende situatie beland, dan gaat het bordje op rood. Het bord staat op rood wanneer een kind of meerdere kinderen zich niet veilig voelen op school. Dit kan zijn door ruzie, pesten/intimideren/mishandelen. Deze situatie kan zich voordoen in 1 of meerdere groepen. De leerkrachten mailen naar hun collega s dat het bordje op rood staat, zodat de hele school weet dat er iets aan de hand is en dan kan er in alle groepen over gesproken worden, zonder dat hierbij namen genoemd worden. Op deze manier wordt in de groep toch weer even aandacht besteed aan hoe we met elkaar om moeten/horen te gaan. Het is belangrijk dat de kinderen weten dat hier bij ons op school goed op wordt gelet. Wanneer de situatie verbeterd/opgelost is, is het ook de taak van de desbetreffende leerkracht(en) om het rode bordje weer te veranderen in het groene bordje. Zij berichten hierover alle collega s, zodat deze het bericht door kunnen geven aan hun groep dat alle kinderen zich weer veilig voelen binnen onze school. Op school is tevens een Pestprotocol aanwezig. Op school maken wij gebruik van Interne vertrouwens-/contactpersonen. Taken van de wettelijke aangestelde interne vertrouwens/contactpersonen: Eerste opvang: bieden van emotionele steun. geven van informatie over mogelijke vervolgstappen. (desgewenst) geven van advies. Doorverwijzen naar de externe vertrouwenspersoon bij een klacht. Preventieve taken: Voorlichting geven over (seksuele) intimidatie, agressie, geweld, pesten, discriminatie. Gevraagd en ongevraagd advies geven aan de schoolleiding en bevoegd gezag over beleid en te nemen maatregelen. Begeleiding: Begeleiden van leerlingen d.m.v. gesprekken. Onderhouden van contacten met leerkrachten m.b.t. problemen van een leerling of een groep leerlingen. Ervoor zorg dragen dat iedereen zich geborgen en veilig voelt binnen de school. Werkgebied: Klachten die zich voordoen binnen de schoolsituatie: Tussen leerlingen onderling Tussen de leerlingen en personeel Tussen personeel onderling Tussen leidinggevende en personeel Schoolgids schooljaar

24 De interne vertrouwens/contactpersonen en tevens anti-pest coördinatoren zijn: Mevr. A. Starink van Leeuwe (aanwezig op woensdag, donderdag en vrijdag) Tel. school : Dhr. M. Kop Tel. school: (aanwezig op maandag en van woensdag tot en met vrijdag) Contactpersoon namens het schoolbestuur: Dhr. J. Verschueren Tel werk: Klachtencommissie: Stichting KOMM Mevr. A. de Koning Postbus CB Breda Zorgverbreding Onder zorgverbreding verstaan we: de uitbreiding van maatregelen en activiteiten op school om een zo goed mogelijke zorg te garanderen voor het kind; speciaal voor die kinderen die wat extra aandacht nodig hebben. Wij gaan er vanuit dat het onderwijs het kind behoort te volgen en niet andersom. Met onderwijs op maat kunnen de kinderen beter op de eigen school geholpen worden en hoeven dan minder snel verwezen te worden naar een Speciale School voor Basisonderwijs (SBO). Dat wij op "D N OVERKANT" serieus werk willen maken van zorgverbreding blijkt onder meer uit het feit dat er veel faciliteiten zijn gecreëerd om de zorg voor leerlingen met specifieke behoeften te organiseren. Een team deskundigen coördineert en begeleidt die extra zorg. Dit noemen we het Zorgteam. Zij bestaat, naast de IB ER, uit een directielid en een onderwijsadviseur van Edux. Schoolgids schooljaar

25 Naar het voortgezet onderwijs Aan het eind van groep 8 staan u en uw kind voor een enorme uitdaging. De tijd is gekomen om een school voor voortgezet onderwijs te kiezen. Welke school dat is, hangt van veel factoren af. Aan de school de taak om u daar zo goed mogelijk in te adviseren. De school geeft enkel advies over het schooltype waarvan wij denken dat een kind daar het best tot zijn recht komt. De uiteindelijke beslissing over zo'n keuze ligt bij u als ouders. Om ons advies goed te funderen wegen we een aantal zaken af. Onze indruk in de klas is zo'n factor. Maar ook de rapporten van de laatste paar jaren en de vele toetsen en testen, die we vastgelegd hebben in ons leerlingvolgsysteem. Op basis van de informatie uit het leerlingvolgsysteem en ervaringen bepalen wij ons advies. In april maken de kinderen dan de Eindtoets Basisonderwijs van CITO. Op de eerste ouderavond krijgen de ouders van groep 8 een voorlopig advies voor het voortgezet onderwijs. Medio februari/maart houden we met alle ouders een definitief adviesgesprek. Daarin geven we dus aan wat wij aanraden voor uw kind. Vervolgens kunt u met dit advies in de hand een school zoeken die het meest bij uw kind past. De informatie die een school voor voortgezet onderwijs nodig heeft om te beoordelen of u de juiste keus maakt voegen wij bij het inschrijfformulier dat u invult. Dit sturen wij dan door naar de door u gewenste school. Inschrijfformulieren zijn ook via de school verkrijgbaar. Met de scholen van het voortgezet onderwijs hebben wij een goed contact. Bij onduidelijkheden is er altijd overleg tussen ons en de school van het voortgezet onderwijs. Ook is er ieder jaar een overleg met de scholen van het voortgezet onderwijs over de vorderingen van onze oud leerlingen die dat jaar in de brugklas zitten. Schoolgids schooljaar