Handleiding oppervlakteaangifteformulier en aanvraag steun 2013 Eerste luik : hoe moet u de oppervlaktaangifteformulier invullen?

Transcriptie

1 Handleiding oppervlakteaangifteformulier en aanvraag steun 2013 Eerste luik : hoe moet u de oppervlaktaangifteformulier invullen? Jean-Louis Carpentier Wallonie Service public de Wallonie

2 Photos de couverture : en haut à gauche : SPW - JL Carpentier en haut à droite et les 2 du bas : SPW - Simon de Voghel

3 Handleiding oppervlakteaangifteformulier en aanvraag steun 2013 Eerste luik : hoe moet u de oppervlaktaangifteformulier invullen? DIRECTION GÉNÉRALE OPÉRATIONNELLE DE L AGRICULTURE, DES RESSOURCES NATURELLES ET DE L ENVIRONNEMENT Département des Aides Direction des Surfaces agricoles N Vert : (informations générales)

4 oorwoord SPW - Isabelle Fransaert

5 Voorwaarden Voorwoord Het nieuwe jaar is weer begonnen en dan is het opnieuw tijd om uw Oppervlakteaangifte voor de campagne 2013 in te vullen, een stap die nodig is om de steun van de 1 e en de 2 e pijler van het GLB te verkrijgen. Bij de nieuwigheden moeten we zeker de inwerkingstelling vermelden van een nieuw steunregime, maatregel van het PWDR , dat een toelageregime organiseert ten voordele van de veehouders voor de inrichting van weiden langsheen waterlopen. Wat de veranderingen betreft gaat het om bepalingen met betrekking tot de MML die, rekening houdend met de toegekende budgetten en de bereikte doelstellingen, stipuleren dat geen enkele nieuwe verbintenis met betrekking tot het toekennen van nieuwe milieuvriendelijke subsidies mag worden aangegaan, met uitzondering van de toegang tot de zogenoemde op MML8 en MML9 gerichte maatregelen. We vermelden ook dat alle verbintenissen die de vorige jaren zijn aangegaan, hetzij bijna dossiers, normaal doorlopen en dit in afwachting van het nieuwe PWDR ! Ik verzoek u daarom de nota van toelichting aandachtig te lezen. U vindt daarin het hele pakket praktische modaliteiten en de details van de eerder geciteerde wijzigingen. Ik wens u allemaal vruchtbare arbeid! Ir. Claude Delbeuck, Directeur-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu 3

6 Inhoud Voorwoord 3 Nieuw Inleiding 7 Te respecteren data 9 I. na te leven voorwaarden per rubriek op het formulier 11 a. ALGEMEEN 11 1 Indienvoorwaarden van de oppervlakteaangifte 11 2 Na te leven voorwaarden 11 3 Latere wijzigingen van de oppervlakteaangifte 12 4 Wijziging, overdracht en omzetting van verbintenissen 12 5 Landbouwers die onder het Waalse Gewest vallen die percelen uitbaten in het Vlaamse Gewest en/of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 12 6 Landbouwers die vallen onder het Vlaamse Gewest en die percelen uitbaten in het Waalse Gewest 12 7 Uitzondering voor niet landbouwgebruik van landbouwpercellen 13 b. RUBRIEK 1 : Identificatiegegevens van de aangever 14 c. RUBRIEK 2 : Landbouwpercelen gelegen in het Vlaamse Gewest of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 14 d. RUBRIEK 3 : Gebruik van bedrijfstoeslagrechten 15 e. RUBRIEK 4 : OVERZICHT VAN DE STEUNAANVRAGEN (UITGEZONDERD MML); BTR, CVBG, BIO, NATURA 2000 EN GRASPREMIE 15 f. RUBRIEK 5 : Oppervlakteaangifte 15 1 Algemeenheden en ter herinnering 15 2 Hoe rubriek 5 van het formulier invullen? 16 3 Invullen van kolommen 1 tot 11 (perceelgegevens en alle steunregelingen, uitgezonderd MML) 16 4 Invullen van de kolommen 12 tot 24 (methodes voor milieuvriendelijke landbouw of MML) 19 5 Kolom 25 : Onderzoek Schade door everzwijnen 20 g. RUBRIEK 6 : Subsidieaanvragen milieuvriendelijke landbouw (MML) 20 h. RUBRIEK 7 : Informatie met betrekking tot de voorwaarden 20 1 Spreidingskadaster 21 2 Hoe rubriek 7 invullen? 21 I. RUBRIEK 8 : Handtekening(en) 21

7 II. wat is het formulier perceelinformatie? 23 RUBRIEK B : Subsidies voor een milieuvriendelijke landbouw 23 RUBRIEK C : Informatiecodes 24 III. Hoe moet u de fotoplannen invullen? 27 a. INLEIDING 27 b. BESCHRIJVING VAN DE PLANNEN 27 1 Kader Producent 27 2 Kader Legende 27 3 Kader Tekening 28 4 Kader Referentieblok 29 c. Gebruiksinstructies van de plannen 29 1 Principe 29 2 Nummering van de percelen 31 3 Tips en problemen 31 4 Grafische validatie van de aangifte 31 Bijlagen 33 Bijlage 1 : Lijst van de Buitendirecties- Waals Gewest 33 Bijlage 2 : Lijst met provinciale kantoren-vlaams Gewest 34 Bijlage 3 : Teeltcodes 36 Bijlage 4 : Tabellen met de combineerbare mogelijkheden 38 Formulier 1 : WIJZIGING VAN DE OPPERVLAKTEAANGIFTE Formulier 2 : INITIËLE VERBINTENISAANVRAAG 2013 (MML) VOOR METHODE 8&9 41 Formulier 3 : VOOR WIJZIGINGEN VAN MILIEUVRIENDELIJKE MAATREGELEN (MML) DIE ZIJN INGEGAAN IN 2009, 2010, 2011 OF Formulier 5 : WIJZIGING VAN DE LOKALISATIE WINTERGRONDBEDEKKING (methode M4) 45 Formulier 6 : OVERDRACHT VAN VERBINTENIS AANGEGAAN IN HOOFDE VAN DE MML-STEUNREGELING (MML) 47 Formulier 7 : BETWISTING 49 Formulier 8 : UITZONDERING VOOR HET GEBRUIK VAN LANDBOUWPERCELEN VOOR NIET-LANDBOUWDOELEINDEN - CAMPAGNE Formulier 9 : OVERDRACHT VAN VERBINTENISSEN AANGEGAAN IN HOOFDE VAN DE STEUNREGELING VOOR BIOLOGISCHE LANDBOUW, INGEVOERD DOOR HET BESLUIT VAN DE WAALSE REGERING VAN 24 APRIL Formulier 10 : OVERMACHT DOOR WERKZAAMHEDEN VAN OPENBAAR NUTE 55 Formulier 11 : LOKALISATIE VAN PERCELEN IN HET KADER VAN DE OEVERAFRASTERING 57 Formulier 12 : VERHAAL WATERLOPEN EN OEVERS 59 5

8 Nieuw in 2013 Natura 2000 : Het besluit van de Waalse regering van 30 april 2009 betreffende de vergoedingen en toelagen toegekend in de Natura 2000-sites en voor de kandidaat-sites voor het Natura 2000-netwerk is herroepen door het besluit van de Waalse regering Vergoedingen-toelagen Natura 2000 van 8 november Dit nieuwe besluit van de Waalse regering houdt geen veranderingen in voor uw percelenaangifte Ook de algemene preventieve maatregelen (besluit van de Waalse regering van 24 maart 2011) blijven van toepassing voor de campagne Het openbare onderzoek betreffende de ontwerpen van bestemmingsbesluiten van de 240 kandidaat-sites voor het Natura 2000-netwerk dat begonnen is in december 2012 rondt de oprichting van dit netwerk af. De bestemmingsbesluiten bevatten met name de lijst van de percelen die in een Natura 2000-zone geplaatst werden, alsook de kaart met de opdeling van elke site in beheereenheden (BE). Zodra deze 240 bestemmingsbesluiten door de Waalse regering zijn goedgekeurd zullen specifieke maatregelen de algemene preventieve maatregelen aanvullen in functie van de per perceel weerhouden beheereenheden. De officiële goedkeuring van deze 240 sites is gepland tegen eind Op de 8 sites die reeds gedekt zijn door een bestemmingsbesluit (besluit van de Waalse regering van 30 april 2009) moeten naast de algemene preventieve maatregelen specifieke maatregelen nageleefd worden. Oeverafrasteringen : In toepassing van de Kaderrichtlijn water hebben de veehouders de verplichting te voorkomen dat hun vee bij de waterloop kan komen. Het aanbrengen van afrasteringen langsheen de oevers van de waterlopen die in prioritaire zones gelegen zijn dient te gebeuren vóór 31 maart 2013 en vóór 31 december 2014 voor de niet-prioritaire zones. Er is een toelage voorzien die 75 % dekt van het bedrag van de uitgaven die in aanmerking komen. De technische details betreffende deze verplichting, alsook de modaliteiten voor het aanvragen van de toelage, vindt u in hoofdstuk 5 van luik 2 van de toelichting. Milieuvriendelijke landbouwmethodes : Voor de campagne 2013 mag geen enkele nieuwe verbintenis met betrekking tot de toekenning van nieuwe milieuvriendelijke toelagen aangegaan worden, met uitzondering van de MML die beantwoorden aan de volgende voorwaarden : methodes M8 en M9 waarvoor het technisch advies gegeven werd vóór 13 november 2012 ; methodes M8 en M9 die in 2008 werden ingesteld en waarvan de verbintenissen in maart 2013 vervallen. In het kader van de hervorming van het GLB en van het nieuwe PwDR (Waals programma voor plattelandsontwikkeling) dat momenteel ter bespreking voorligt, zullen de lopende verbintenissen die overeenkomen met milieuvriendelijke landbouwmethodes die gewijzigd, of zelfs afgeschaft zouden moeten worden, dienovereenkomstig aangepast of, in voorkomend geval, stopgezet worden zonder bestraffing voor de ondertekenaar. Aangifte van nieuwe percelen : In geval van een aangifte van nieuwe percelen, buiten een referentieblok, wordt de producent verzocht zijn Directie Buitendiensten die zijn dossier beheert de bewijsstukken op te sturen van het gebruik van de percelen (pachtovereenkomst, eigendomsakte, ). ieuw in Thierry Caufriez 013

9 Deze handleiding is bedoeld om het invullen van het oppervlakteaangifteformulier en de steunaanvraag voor 2013 te vergemakkelijken. Het is raadzaam om aandachtig deze handleiding met uitleg te lezen alvorens het formulier in te vullen. Het oppervlakteaangifteformulier en de steunaanvraag voor 2013 omvatten de volgende steunregelingen : Voorwaarden 1/ De Bedrijfstoeslagregeling (BTR) 1 e pijler van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), dit wil zeggen : bedrijfstoeslag (betaling van de gewone rechten) ; graspremie. 2/ De steun aan de landelijke ontwikkeling 2 e pijler van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, PwDR dit wil zeggen : compenserende vergoeding in benadeelde gebieden CVBG (maatregel 212) ; landbouwvergoeding in Natura 2000-zone (maatregel 213) ; Het vervolg van de verbintenissen voor de MML om toelagen voor de maatregelen voor een milieuvriendelijke landbouw (MML) (maatregel 214) : - jaarlijkse aanvragen voor het vijfde jaar van de MML-verbintenissen die zijn ingegaan in 2009 ; - jaarlijkse aanvragen voor het vierde jaar van de MML-verbintenissen die zijn ingegaan in 2010 ; - jaarlijkse aanvragen voor het derde jaar van de MML-verbintenissen die zijn ingegaan in 2011 ; - jaarlijkse aanvragen voor het tweede jaar van de MML-verbintenissen die zijn ingegaan in 2012 ; - Nieuwe aanvragen M8 en M9 voor het jaar 2013 ( zie deze nieuwe nadelen) ; steun voor de biologische productiemethode (maatregel 214). Belangrijke opmerking : Aangezien het gaat om informatie en verwijzingen naar teksten die officieel werden gepubliceerd, zijn enkel de teksten gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie 1 of in het Belgisch Staatsblad 2 of in officiële omzendbrieven rechtsgeldig. Het indienen van het oppervlakteaangifteformulier en het steunaanvraagformulier 2012 gebeurt met volledige kennis van de geldende Europese en Waalse reglementering, waaronder meer bepaald de voorschriften in de Verordeningen (EG) nr. 73/2009, 1698/2005, en hun toepassingsregels (meer bepaald Verordening (EG) nr. 1974/2006, 1975/2006, 380/2009, 484/2009, 1120/2009, 1122/2009 en 65/2011). Het indienen van een oppervlakteaanvraagformulier geeft niet noodzakelijk recht op de gevraagde steun. Op grond van Europese Verordening (EG) nr. 259/2008 van de Europese Commissie van 18 maart 2008, dient iedere Lidstaat bepaalde informatie bekend te maken in verband met de begunstigden van de steun in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), zowel voor het ELGF als voor het ELFPO, met uitzondering van natuurlijke personen. (vonnis van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 9 november 2011)

10 ATA SPW - Simon de Voghel

11 Voorwaarden Te respecteren data De volgende documenten moeten worden ingediend bij de Directies Buitendiensten van het Departement Steun van de Waalse Overheidsdienst 3 (zie adressen in bijlage 1). Tabel 1. Uiterste data voor het indienen van de documenten Uiterlijk op 29 maart 2013 Uiterlijk op 31 mei 2013 In te dienen 1 Oppervlakteaangifte : De wijzigingen 4 met verhoging van de steun via het formulier, fotoplannen en bijlagen Formulier 1 voor wijziging van de oppervlakteaangifte 2 Milieuvriendelijke landbouwmethoden (MML) (zonder sanctiemaatregel) - jaarlijkse MML-aanvraag betreffende de MML-verbintenissen aangegaan vanaf desbetreffende bijlagen 3 Steunaanvraag voor de biologische productiewijze 4 Compensatievergoeding in benadeelde gebieden (CVBG) Jaarlijkse aanvraag en attest(en) van inschrijving in een kas voor sociale verzekeringen voor zelfstandige beroepen 5 Graspremie 6 Natura 2000 Boetes voor laattijdige indiening Het laattijdig indienen van de aangifte leidt tot een vermindering van het steunbedrag met 1 % per werkdag vertraging. Bovendien worden aanvragen ingediend na 23 april als niet-ontvankelijk beschouwd en ze geven geen recht op enige steun. 3. De kantoren van de Directies Buitendiensten van de Waalse Overheidsdienst zijn open tot uiterlijk u 4. Opmerking : elke andere wijziging moet onverwijld worden ingediend in de loop van het jaar (oppervlaktevermindering, ) zie punt A 3 9

12 oorwaarden SPW - Simon de Voghel

13 Voorwaarden I. Na te leven voorwaarden per rubriek op het formulier. A. ALGEMEEN Het formulier voor de oppervlakteaangifte en de steunaanvraag 2013 wordt in twee exemplaren overgemaakt aan de landbouwers : een exemplaar is bestemd voor de aanvrager ; een exemplaar moet worden teruggestuurd naar de Directie Buitendiensten, waarvan het correspondentieadres vermeld is in het briefhoofd van het oppervlakteaangiftedocument. Opmerking : telkens wanneer er in deze handleiding wordt verwezen naar de Directie Buitendiensten, gaat het om de Directie Buitendiensten van het Departement Steun dat belast is met het administratieve beheer van de landbouwer en waarvan het adres in het kader links van de naam en het adres van de landbouwer vermeld staat op het oppervlakteaangifteformulier. Ter herinnering : Om het invullen van het oppervlakteaangifteformulier te vergemakkelijken, wordt samen met de oppervlakteaangifte een overzicht van de verbintenissen die van kracht zijn op de percelen van de landbouwer, alsook nuttige informatie met betrekking tot zijn percelen bezorgd via het formulier perceelinformatie. Dit formulier moet worden bewaard en moet niet bij de aangifte worden gevoegd. Het verdient aanbeveling eerst de kopie die voor uzelf bedoeld is in te vullen om eventuele fouten of doorhalingen achteraf op het originele formulier te vermijden. Indien de volledige perceellijst is afgewerkt, dient men de gegevens in te vullen op het formulier bestemd voor de Administratie. Opgelet, aangezien dit formulier moet worden ingescand met optische letterherkenning, dient u ervoor te zorgen dat het met de grootste zorg wordt ingevuld zodat de gegevens op een efficiënte manier kunnen worden gelezen en registratiefouten worden vermeden. Bovendien moet het oppervlakteaangifteformulier worden ingevuld in zwart of blauw, in tegenstelling tot de fotoplannen, waarvoor gevraagd wordt de omtreklijnen van nieuwe percelen in het rood te zetten. 5. De producenten die onder het Vlaamse Gewest of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vallen, moeten de uiterste indieningsdatum bepaald door het Vlaamse Gewest naleven, met name 21 april 2013 (onder voorbehoud van latere wijziging). 6. De fotoplannen (op schaal 1/5.000) die nodig zijn voor de ligging van Sommige documenten moeten apart worden ingediend bij de Directie Buitendiensten, op speciaal hiervoor bedoelde formulieren en met inachtneming van de vastgestelde uiterste data. Het feit dat men het oppervlakteaangifteformulier 2013, samen met het/de fotoplan(nen) niet tijdig heeft ontvangen, kan nooit worden ingeroepen als reden om een laattijdige indiening van een steunaanvraag te rechtvaardigen. De landbouwer die in deze situatie verkeert, moet het ontbrekende document tijdig aanvragen bij de Directie Buitendiensten. 1 Indieningsvoorwaarden van de oppervlakteaangifte Moeten ten laatste op vrijdag 29 maart 2013 worden ingediend, voor producenten die worden beheerd door het Waalse Gewest 5 : een enkele oppervlakteaangifte en steunaanvraag per jaar ; bij de Directie Buitendiensten van het Departement Steun ; het ORIGINELE oppervlakteaangifteformulier ; de fotoplannen6 ; alsook de desbetreffende bijlagen. hetzij via een aangetekend schrijven (de poststempel geldt als bewijs) ; hetzij tegen ontvangstbewijs voor alle andere wijzen van afgifte aan de Directie Buitendiensten (uiterlijk tegen 17 uur). 2 Na te leven voorwaarden 1. Onderaangifte : alle percelen die worden benut door de aanvrager in België tijdens de desbetreffende campagne moeten worden aangegeven. Het niet aangeven van een perceel kan leiden tot straffen die een invloed kunnen hebben op de betaling van de steun. 2. Alleen percelen die zich op het grondgebied van het Waalse Gewest bevinden, moeten worden vermeld in rubriek 5 op het oppervlakteaangifte-formulier. Percelen die zich op het grondgebied van het Vlaamse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevinden, moeten worden vermeld op het formulier dat door het Vlaamse Gewest wordt bezorgd elk landbouwperceel, door aanduiding van het volgnummer, zoals vermeld in rubriek 5 van de oppervlakteaangifte, en met de exacte contouren van de reëel gebruikte oppervlakte moeten bij de oppervlakteaangifte worden gevoegd. 11

14 .3. De oppervlakten die buiten het Belgisch grondgebied gelegen zijn (in Frankrijk, Luxemburg, enz.) moeten worden vermeld in rubriek 7 van het oppervlakteaangifteformulier voor landbouwers die onder het Waalse Gewest vallen. Landbouwers die onder het Vlaamse Gewest vallen, moeten deze percelen enkel aangeven via hun formulier van het Vlaamse Gewest. 4. Alle eventuele wijzigingen met betrekking tot de percelen en hun gebruik moeten onverwijld worden meegedeeld aan de Directie Buitendiensten met behulp van het formulier 1 in de bijlage en volgens de modaliteiten, beschreven in punt A.3 hieronder. 5. Indien de aangegeven gronden zouden worden overgenomen door een andere landbouwer en deze gronden zich bevinden in een MML-, Bio- of Naturaverbintenisperiode, dient u erop toe te zien dat de overnemer de aangegane verbintenissen voortzet tot het einde van deze periode. 6. De oppervlaktes aangegeven op de steunaanvraag moeten de reëel gebruikte oppervlaktes zijn 7 (Zie glossarium deel 2). 7. De aangegeven percelen moeten dienen voor persoonlijke exploitatie in normale groeiomstandigheden en overeenkomstig de lokale normen. 8. Elk landbouwperceel is bestemd voor één enkele teelt en moet worden uitgebaat door een enkele landbouwer. Elk conflict tussen landbouwers die het persoonlijk gebruik van eenzelfde perceel opeisen kan leiden tot een geldboete voor de landbouwer die dit perceel niet echt bewerkt gedurende een bepaald landbouwseizoen. Opmerking : Wanneer de Administratie een aangifteconflict opspoort tussen producenten, kan de Administratie de namen en voornamen van de betrokken producenten doorgeven aan de beide partijen opdat de producenten contact met elkaar opnemen om te bepalen wie het perceel dat dubbel werd aangegeven effectief heeft geëxploiteerd 9. De reglementering inzake landbouw, milieu en dierenwelzijn, evenals de bepalingen die werden vastgelegd in het kader van de randvoorwaarden, moeten worden nageleefd. 10.Ter herinnering: er wordt niet uitbetaald aan begunstigden van wie vaststaat dat zij de voorwaarden voor de uitbetaling van de steun kunstmatig hebben gecreëerd. (Art. 30 van Verordening (EG) 73/2009) 3 Latere wijzigingen van de oppervlakteaangifte De wijzigingen van de oppervlakteaangifte kunnen enkel worden aanvaard indien ze schriftelijk werden meegedeeld aan de Directie Buitendienst via het formulier 1 dat u terugvindt als bijlage. Elke wijziging moet onverwijld worden meegedeeld. Wijzigingen die leiden tot een verhoging van het steunbedrag, worden echter in aanmerking genomen zonder boete als ze ten laatste op 31 mei 2013 zijn ingediend. Na deze datum zullen enkel de wijzigingen die niet leiden tot een verhoging van het steunbedrag en die zijn ingediend vóór elke controle, in aanmerking worden genomen. 4 Wijziging, overdracht en omzetting van MML-verbintenissen 4.1 Overdracht van MML-verbintenissen Bij gedeeltelijke of volledige overdracht van een MMLverbintenis tussen landbouwers, moet u het formulier 6 van de verbintenisoverdracht invullen. Dit formulier moet worden teruggestuurd naar de Directie Buitendiensten die het dossier van de overdrager beheert. tijdens de nieuwe programmeringsperiode (2014) van het landelijke ontwikkelingsprogramma de lopende verbintenissen die met milieuvriendelijke landbouwmethodes overeenstemmen en die zouden worden gewijzigd of zelfs geschrapt, aan de nieuwe toestand worden aangepast of eventueel onderbroken zonder dat de inschrijver daarvoor een boete zal moeten betalen. 5 Landbouwers die onder het Waalse Gewest vallen die percelen uitbaten in het Vlaamse Gewest en/of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Landbouwers die percelen uitbaten in het Vlaamse Gewest en/of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moeten het formulier invullen dat hen daarvoor speciaal werd toegestuurd door de bevoegde Vlaamse Administratie, en zij moeten dat, ten laatste tegen 29 maart 2013, terugsturen naar het adres vermeld op het formulier van het Vlaamse Gewest. Opgelet, de voorwaarden voor het invullen van het formulier van het Vlaamse Gewest verschillen van deze bepaald in het Waalse Gewest. Gelieve daarom de aanwijzingen in de handleiding bij het formulier van het Vlaamse Gewest te raadplegen. Een landbouwer die geen formulier heeft ontvangen van het Vlaamse Gewest, terwijl hij percelen wenst aan te geven in Vlaanderen (en/of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) moet zich tijdig aanmelden bij de Directie Buitendiensten van de Waalse Overheidsdienst. 6 Landbouwers die vallen onder het Vlaamse Gewest en die percelen uitbaten in het Waalse Gewest Landbouwers die onder het Vlaamse Gewest vallen en die percelen uitbaten gelegen in het Waalse Gewest moeten het formulier invullen dat hen rechtstreeks werd bezorgd door de Waalse Administratie en zij moeten dat terugsturen, ten laatste op de datum bepaald door het Vlaamse Gewest, naar het adres van de Directie Buitendiensten dat staat vermeld op het formulier van het Waalse Gewest. Opgelet, de voorwaarden voor het invullen van het formulier van het Waalse Gewest verschillen van deze bepaald in het Vlaamse Gewest. De uitbaters worden dus gevraagd om de aanwijzingen in deze verklarende handleiding te volgen. Een landbouwer die geen formulier heeft ontvangen van het Waalse Gewest terwijl hij percelen wenst aan te geven gelegen in het Waalse Gewest moet dit melden bij het provinciaal beheerbureau in Vlaanderen. 7. Reëel gebruikte oppervlakte : oppervlakte van de teelt, gecorrigeerd voor de aanwezigheid van bomen, wegen, enz...

15 Tabel 2 : Overeenkomsten van de provinciale bureaus van het Vlaamse Gewest met de bureaus van de Directies Buitendiensten Waals Gewest Waver Ath Thuin Hoei Malmedy Libramont Ciney Vlaams Gewest Vlaams-Brabant Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant Limburg Limburg Limburg Vlaams-Brabant 7 Uitzondering voor niet-landbouwgebruik van landbouwpercelen. 1. Restricties voor de toekenning van goedkeuringen voor niet-landbouwgebruik van landbouwpercelen a) Algemene beperkende voorwaarden : De volgende algemene beperkende voorwaarden worden toegepast voor de toekenning van een uitzondering voor een niet-landbouwgebruik van landbouwpercelen : naleving van de verplichtingen, eisen en normen in verband met de randvoorwaarden en meer bepaald de goede landbouw- en milieuvoorwaarden ; de landbouwwaarde van de landbouwgronden mag op korte of middellange termijn niet in gevaar worden gebracht door het tijdelijke niet-landbouwgebruik dat hierop zou worden toegepast ; de niet-landbouwactiviteit moet nauwkeurig kunnen worden omschreven, beperkt zijn in de tijd en plaatsvinden op welbepaalde, op voorhand bekende datums ; het betreffende perceel mag niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een vermaning, waarschuwing of ongunstig advies door de bevoegde administratieve overheden van het DGARNE - Departement Natuur en Bossen, Departement Leefmilieu en Water, bedoeld om de zone en de plaatselijke flora en/of fauna te beschermen ; het betreffende perceel mag niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een waarschuwing door de bevoegde administratieve overheden van de DGATLP - departement Erfgoed die eerder door de organisator en/of de landbouwer werden gecontacteerd, en deze mogen geen ongunstig advies hebben gegeven of een bevel ter bescherming van een archeologische site die in de onmiddellijke nabijheid van het perceel en/of zijn toegang gelegen is. Opmerking : wat de laatste twee punten hierboven betreft, dient de aanvrager van de uitzondering het bewijs te leveren dat de betreffende percelen niet onder de vermaningen, waarschuwingen en/of ongunstige adviezen van de bevoegde overheden vallen. b) Specifieke beperkende voorwaarden voor bepaalde steunregelingen Ook de volgende specifieke voorwaarden zijn van toepassing op de betreffende steunregelingen : De activiteit van de landbouwer in de biologische productiewijze kan onverenigbaar zijn met een, zelfs tijdelijk, niet-landbouwgebruik van het landbouwperceel. De landbouwer moet dus vooraf het advies vragen van de erkende Certificatie-instantie voor biologische teelten (Certisys, TUV Nord Integra, Quality Partner). Voor een landbouwer die gebonden is aan maatregelen voor milieuvriendelijke landbouw (MML), gelden de volgende beperkende voorwaarden : Methoden die geen specifieke voorwaarden vereisen : Methode 1 Elementen van het ecologisch netwerk en het landschap = heggen en houtsingels, geïsoleerde bomen, struiken, struikgewas en bosjes, hoogstammige fruitbomen, poelen ; Methode 4 Wintergrondbedekking : geplant vóór 15/09 (01/11 voor rogge of triticale) ; Methode 6 Bedreigde plaatselijke rassen : niet van toepassing ; Methode 7 Lage veebezetting : niet van toepassing. Methoden die bepaalde beperkingen vereisen : Methode 3.b Extensieve weilandstrook in een permanent grasland: mogelijk gebruik van het landbouwperceel dat de MML bevat indien de voor MML gebruikte oppervlakte goed is afgesloten zodat deze niet toegankelijk is ; Methode 5 Extensieve graanteelten : gebruik alleen mogelijk na de oogst van het betreffende graangewas. Methoden die onverenigbaar zijn met de toekenning van een uitzonderingn : Methode 2 Natuurweide ; Methode 3.a Met gras bezaaide perceelsranden ; Methode 8 Weide met hoge biologische waarde Methode 9 Ingerichte perceelstrook. Voor landbouwpercelen in de omgeving van een Natura 2000-gebied, moet de inrichting van een tijdelijk groepshuisvesting in het kader van jeugdbewegingen of infrastructuren voor de organisatie van groeps-, recreatieve, sport- of vrijetijdsactiviteiten, vooraf worden gemeld via het formulier dat te vinden is op de website of kan worden aangevraagd bij de bevoegde overheid (bij de Directeur van de Buitendienst van het betreffende Departement Natuur en Bossen. Lijst van de directies van het DNB in de bijlage). 2. De verschillende gevallen : a) Veel voorkomende gevallen met geringe belasting : Betreffende activiteiten : georganiseerde wandelingen, doortocht van wande- Voorwaarden 13

16 laars te paard of fietsers, boerengolf en dergelijke ; organisatie gedurende maximaal één week: van festiviteiten, behalve motorsporten en wedstrijden voor motorvoertuigens ; niet meer dan één weekend per maand: schietactiviteiten, vliegen met vliegtuigmodellen, ultralichte vliegtuigen, parapente en paramotorvliegen, golf, paardrijden, paardenspannen, paardenwedstrijden ; installatie gedurende maximaal 15 dagen : feesttent of parkeerzone, circus, stands en kraampjes ; installatie gedurende maximaal anderhalve maand van een kampplaats voor jeugdbewegingen en dergelijke. Vastgelegde voorwaarden : De algemene en specifieke beperkende voorwaarden, beschreven in punt 1 hierboven, moeten worden nageleefd. b) Veel voorkomende gevallen met sterke belasting : Betreffende activiteiten : Hindernisraces, mountainbike-, veldrit-, karting-, motorcross-, quadcross-, autocross- of stockcarwedstrijden, bijeenkomsten van landbouwtractoren en andere landbouwmachines. Vastgelegde voorwaarden : Behalve de algemene en beperkende voorwaarden beschreven in punt 1 hierboven, worden de volgende voorwaarden opgelegd : de geplande activiteiten mogen niet plaatsvinden in Natura 2000-gebied ; ze mogen de landbouwbestemming van het perceel niet onomkeerbaar in gevaar brengen ; ze moeten uitzonderlijk zijn (maximaal één keer per jaar) ; ze moeten in de tijd beperkt zijn tot maximaal vier opeenvolgende dagen ; ze mogen het bodemreliëf niet definitief veranderen (tenzij vooraf een eenmalige vergunning wordt aangevraagd) ; ze moeten plaatsvinden op meer dan 100 m van woonzones, ziekenhuis- of rustinstellingen en ontspanningsruimten ; het aantal deelnemers moet beperkt zijn tot 150 per toegelaten activiteit en het aantal toeschouwers tot personen ; de verantwoordelijke van de genoemde niet-landbouwactiviteit en/of de landbouwer moeten binnen 8 dagen alle mobiele installaties van de manifestatie en alle afval verwijderen. Indien het landbouwperceel waarvoor de toelating is verkregen zich in een waterwingebied bevindt, moeten brandstof- en oliebevoorrading, afstelling en onderhoud van de motorvoertuigen bovendien plaatsvinden op een speciaal hiervoor ingerichte locatie met een ondoorlaatbare bodem. Anderzijds moet de organisator over een passende uitrusting beschikken om toevallig gemorste koolwaterstoffen op te vangen. De organisator dient alle nodige maatregelen te treffen om verontreiniging van het grondwater te voorkomen. c) Activiteiten waarvoor geen toestemming kan worden gegeven : Betreffende activiteiten : Andere motorsporten dan die in de punten 2.a en 2.b hierboven, waarbij voertuigen met een elektrische, thermische of explosiemotor worden gebruikt, zoals dragster-, tractorpulling- of monstertruckbijeenkomsten en -wedstrijden. d) Speciale gevallen Voor de gevallen die niet beschreven staan in de punten 2.a, 2.b en 2.c hierboven, moeten de aanvragen worden gericht aan de Directie Landbouwoppervlakte, Chaussée de Louvain 14, 5000 Namen. In geval 2 a en 2 b dient het bijgevoegde formulier 8 te worden teruggestuurd naar de Directie Buitendiensten die het dossier beheert. In alle andere gevallen dient het te worden teruggestuurd naar de Directie Landbouwoppervlakte b. RUBRIEK 1 : Identificatiegegevens van de aangever Ongeacht of een landbouwer een of meerdere productieeenheden uitbaat, hij mag slechts één oppervlakteaangifte per jaar indienen. Dit betekent dat er per landbouwer slechts één correspondentieadres wordt gebruikt. Dit adres bepaalt de Directie Buitendiensten die zijn aanvraag beheert en instaat voor de ontvangst en de verwerking van zijn steunaanvragen. Het adres van de Directie Buitendiensten belast met het dossier van de aanvrager staat vermeld in het kader dat zich links bevindt van de naam en het adres op het oppervlakteaangifteformulier. Indien de landbouwer een oppervlakteaangifte op naam ontvangt, dan moet hij zorgvuldig zijn identiteit, zijn adres,zijn telefoonnummer en bankrekeningnummer controleren. Eventuele correcties aangebracht op het formulier zullen worden geregistreerd, op voorwaarde dat de aanvrager ook zijn identificatiekaart verbeter. Een verbeterde identificatiekaart moet per afzonderlijke zending naar de betrokken Directie Buitendiensten worden gestuurd. Indien de landbouwer zelf een oppervlakteaangifteformulier moest aanvragen, dan moet hij alle identificatiegegevens vermelden in HOOFDLETTERS, op leesbare wijze, in de daarvoor voorziene vakjes (inclusief het producentnummer om zo de optische lezing van het formulier te vergemakkelijken). c. RUBRIEK 2 : Landbouwpercelen gelegen in het Vlaamse Gewest of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest De aanvrager duidt met een kruisje in het passende vakje aan of hij percelen uitbaat die in het Vlaamse Gewest (of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) gelegen zijn. Vergeet niet het specifieke aangifteformulier van het Vlaamse

17 Gewest in te vullen en tegen uiterlijk 29 maart 2013 terug te sturen naar het provinciaal bureau van het Vlaamse Gewest. moet worden aangekruist in het betreffende vakje. (zie punt van het 2 de luik van het handleiding) Voorwaarden d. RUBRIEK 3 : Gebruik van bedrijfstoeslagrechten (BTR) Om de gebruiksvolgorde van zijn rechten te bepalen, kan de landbouwer kiezen tussen 2 voorstellen : Hij duidt voorstel 1 aan met een kruisje : indien hij zijn rechten wenst te activeren overeenkomstig de gebruiksvolgorde vooropgesteld door de Administratie. Deze volgorde wordt uitgelegd in het formulier met betrekking tot de gebruiksrechten. In dit geval moet hij het formulier met betrekking tot de gebruiksrechten niet bij zijn oppervlakteaangifteformulier voegen ; indien hij niet over bedrijfstoeslagrechten beschikt. Hij duidt voorstel 2 aan met een kruisje : indien hij zelf de gebruiksvolgorde van zijn rechten wenst te bepalen. In dit geval moet de landbouwer zijn zorgvuldig ingevulde en ondertekende gebruiksformulier bijvoegen. Indien er geen keuze werd gemaakt tussen deze twee voorstellen, dan zal voorstel 1 standaard worden toegepast voor het dossier. e. RUBRIEK 4 : OVERZICHT VAN DE STEUNAANVRAGEN (UITGEZONDERD MML); BTR, BIO, GRASPREMIE, CVBG, NATURA 2000 Opmerking over rubriek 4 : Om deze rubriek in te vullen moet de aanvrager eerst de kolommen van rubriek 5 invullen inzake de steun verbonden aan de oppervlaktes (zie punt F hierna, voor de te volgen stap om rubriek 5 in te vullen). Punt 4.1 : Percelen gebruikt om het gebruik van de gewone rechten te rechtvaardigen Men moet de som maken van de oppervlaktes van de aangegeven percelen met hoofdbestemming A in kolom 9 van rubriek 5, dit wil zeggen de percelen die de landbouwer wenst te gebruiken om het gebruik van zijn gewone rechten te rechtvaardigen. Punt 4.2 : Aangegeven percelen met het oog op het verkrijgen van steun voor de biologische productiewijze De landbouwer die steun aanvraagt voor de biologische productiewijze moet alle oppervlakten van zijn bedrijf samentellen die zich in conversiefase naar biologische landbouw bevinden (de eerste twee jaar) en alle oppervlaktes die reeds het statuut van biologische productie genieten. Het totaal van deze oppervlaktes vermeld in kolom 10 van rubriek 5 met secundaire bestemming B moet worden vermeld in vak 4.2. De naam van de erkende privécontrole-instelling, belast met de controle van de toepassing van het lastenboek voor biologische landbouw binnen uw bedrijf, Punt 4.3 : Graspremie Om de graspremie aan te vragen, moet men enkel het overeenkomstige vakje aankruisen. Voor de toelaatbaarheidscriteria, zie punt 2.2 van het 2 e luik van de handleiding. Punt 4.4 : Compensatievergoeding in benadeelde gebieden (CVBG) Om te kunnen genieten van de compensatievergoeding in benadeelde gebieden, moet de aanvrager het betreffende vakje van deze rubriek aanvinken met een kruisje en het aantal landbouwuitbaters preciseren die het recht op de vergoeding openen (zie de definitie van de landbouwuitbater en de toelatingsvoorwaarden daarvoor in punt 3.1 van het 2 e luik van de handleiding). Bovendien moet voor elk van de landbouwuitbaters die het recht op de vergoeding openen de aanvraag vergezeld zijn van een attest van inschrijving bij een sociale verzekeringskas voor zelfstandige beroepen (zie punt 3.1 van het 2 e luik van de handleiding). Punt 4.5 : Aanvraag van vergoeding in de Natura 2000-zone Om te kunnen genieten van de vergoeding in de Natura 2000-zone, moet de landbouwer met een kruisje het desbetreffende vakje van punt 4.5 van rubriek 4 aanvinken. Hij moet ook de vakjes invullen vermeld in kolom 11 van rubriek 5 van het oppervlakteaangifteformulier, voor de percelen waarvoor hij deze vergoeding vraagt. zie punt 3.2 van het 2 e luik van de handleiding. f. RUBRIEK 5 : Oppervlakteaangifte 1 Algemeenheden en ter herinnering Men mag niet uit het oog verliezen dat bepaalde percelen verbonden kunnen zijn aan meerjarige verbintenissen. Om u te herinneren aan de lopende verbintenissen, perceel per perceel, wordt u een lijst met percelen en verbintenissen bezorgd op het formulier perceelinformatie, waarvan de inhoud wordt beschreven in hoofdstuk II. van deze handleiding. Bepaalde informatie kan ook van enorm belang zijn voor het beheer van de percelen. Deze is ook terug te vinden op het formulier perceelinformatie. Om het invullen van de steunaanvraag te vergemakkelijken, omvat het oppervlakteaangifteformulier 2013 voor de percelen aangegeven in 2012, bepaalde voorgedrukte gegevens, met name : het nummer van het perceel (kolom 1) ; het nummer van het fotoplan (kolom 2) ; de aanwezigheid van het perceel in een Natura 2000-zone + MML-verbintenissen (kolom 3) ; het nummer van het referentieblok waarin het perceel gelegen is (kolom 5) ; de oppervlakte, bepaalde gewascodes. 15

18 2 Hoe rubriek 5 van het formulier invullen? Opmerking : voor het schrappen van voorgedrukte percelen, het wijzigen van bestaande percelen (wijzigen van omtrekken, splitsen van percelen, ), het creëren van nieuwe percelen, wordt aangeraden punt C. van hoofdstuk III. te raadplegen, Hoe de fotoplannen invullen? Stap 1 : Percelen die niet langer worden gebruikt Op het fotoplan moet de landbouwer de landbouwpercelen identificeren die hij niet meer uitbaat in 2013, hij moet het nummer schrappen op het fotoplan en het vakje aanvinken dat vermeld staat in rubriek 5, kolom 4, naast het nummer van het te schrappen perceel. Opgelet : in geen geval de overeenkomstige lijn op het formulier schrappen. Stap 2 : Gewijzigde percelen Op het fotoplan moet de landbouwer de landbouwpercelen uitgebaat in 2013 identificeren die zijn gewijzigd ten aanzien van 2012, hij moet correct de contouren van de gewijzigde percelen aftekenen met rode inkt, hij moet het nummer schrappen op het fotoplan en het vakje aankruisen in kolom 4 naast het nummer van het te wijzigen perceel. Vervolgens moet hij naar het einde van de lijst gaan om dit perceel aan te geven en het nieuwe perceelnummer in te schrijven op het fotoplan. Daarna moet hij zo nauwkeurig mogelijk op het fotoplan het nummer van het referentieblok lokaliseren (bestaande uit een letter gevolgd door 4 cijfers) waarin het perceel gelegen is, en kolom 5 invullen. Vervolgens kan de overige informatie worden ingevuld. Stap 3 : Nieuw uitgebate percelen De aanvrager moet vooraf bij zijn DB het fotoplan aanschaffen waarop het landbouwperceel staat aangeduid dat dit jaar nieuw wordt uitgebaat. Alleen de fotoplannen 2013 van de Administratie mogen worden gebruikt. Hij moet correct de contouren van het nieuwe perceel markeren met rode inkt, vervolgens moet hij naar het einde van de lijst gaan om dit perceel aan te geven en hij moet op het fotoplan het nieuwe perceelnummer vermelden. Vervolgens moet hij zo nauwkeurig mogelijk op het fotoplan het nummer van het referentieblok lokaliseren (bestaande uit een letter gevolgd door 4 cijfers) waarin het perceel gelegen is. Kolom 5 moet worden ingevuld, net als de rest van de informatie. Stap 4 : Aangeven van percelen gelegen buiten een referentieblok Indien de landbouwer een perceel wenst aan te geven buiten een referentieblok, dan moet hij in kolom 5 het nummer Z9999 vermelden. Dit perceel zal dan specifiek worden opgevolgd door de Administratie. In geval van een aangifte van nieuwe percelen, buiten een referentieblok, wordt de producent verzocht zijn Directie Buitendiensten die zijn dossier beheert de bewijsstukken op te sturen van het gebruik van de percelen (pachtovereenkomst, eigendomsakte, ). 3 Invullen van kolommen 1 tot 11 (perceelgegevens en alle steunregelingen, uitgezonderd MML) Kolom 1 : Nummer van het landbouwperceel De nummering van de percelen in 2013 is een hernummering ten aanzien van De in 2012 aangegeven percelen krijgen in 2013 een doorlopende nummering (zowel op de administratieve aangifte als op het (de) fotoplan(nen)). Er wordt dus geen rekening meer gehouden met de nummering van Voor de te wijzigen percelen of voor de nieuwe percelen toegevoegd in 2013, zie hoofdstuk F. 2 Hoe rubriek 5 van het formulier invullen?,supra kolom 2 : Nummer van het fotoplan Men dient het nummer van het fotoplan te noteren waarop het desbetreffende perceel is aangeduid. Het nummer bestaande uit een of twee cijfers staat in het legendekader van de fotoplannen. Voorbeeld: plan 1/4 => het op te geven plannummer in kolom 2 is 1.. Kolom 3 : Perceel in Natura 2000-zone + MML-verbintenissen Deze kolom geeft aan : code N : of het desbetreffende perceel in de Natura 2000-zone ligt ; code M : of dit perceel het voorwerp uitmaakt van een MML-verbintenis voor de instandhouding van het ecologisch netwerk en het landschap, ofwel de methoden M1a, M1b of M1c ; code M*: of dit perceel het voorwerp uitmaakt van een MML-verbintenis met betrekking tot oppervlaktes (ofwel methoden M2, M7 of M8 ) of met betrekking tot oppervlaktes en lengtes (ofwel methoden M3A, M3B, M9). Opm.: als er methoden voor de instandhouding van het ecologisch netwerk en het landschap en methoden met betrekking tot oppervlaktes of oppervlaktes en lengtes op het perceel voorkomen, zal enkel de code M* verschijnen. Kolom 4 : Te schrappen perceel Elk perceel dat in 2013 niet langer wordt uitgebaat of dat u wilt wijzigen, mag enkel worden geschrapt door dit vakje aan te kruisen. Wat u niet mag doen, is de hele lijn schrappen Kolom 5 : Nummer van het referentieblok Dit is het identificatienummer (1 letter + 4 cijfers) dat de mogelijkheid biedt om het landbouwperceel administratief te lokaliseren. Het referentieblok omvat alle naast elkaar liggende landbouwoppervlakten die volgens de Administratie in aanmerking komen. Een landbouwperceel mag niet gelokaliseerd worden op meer dan één referentieblok. Kolom 6 : Aangegeven oppervlakte 2013 Dit is de oppervlakte die werd aangegeven als reëel gebruikte oppervlakte voor de productie. Het gaat dus niet over de oppervlakte vermeld op de documenten van het kadaster of de koop of huurakten.

19 Indien de aanvrager in kolom 6 een grotere of kleinere oppervlakte wil aangeven dan deze die werd voorgedrukt, dan kan hij deze gegevens enkel op de volgende manier wijzigen : op het formulier : het vakje aankruisen in kolom 4 om het desbetreffende perceel te schrappen en een nieuw perceel te creëren na de voorgedrukte inventaris van de landbouwpercelen van het bedrijf. op het fotoplan : het nummer van het geschrapte perceel moet worden geschrapt met een rood kruis. De plaats van het gewijzigde perceel moet worden opgegeven en de omtrek moet worden aangeduid in het rood op het fotoplan met vermelding van het nieuwe nummer. Onder aan de pagina is het belangrijk de som te maken van alle in kolom 6 aangegeven oppervlaktes. Kolom 7 et 8 : Gewas en gewascode In kolom 7 moet men verplicht de naam van de teelt vermelden (preciseren indien nodig), door erop te letten dat de grenzen van het hiervoor voorziene vak niet overschreden worden, evenals de gewascode van het perceel in kolom 8, overeenkomstig de opgenomen benamingen. De gewascodes en bestemmingen van de percelen staan vermeld in de tabellen van bijlage 3. Melkquota Landbouwers die een van de hieronder vermelde handelingen verrichtten met betrekking tot hun melkquota, moeten per liter melkquota jaarlijks ten minste 1 ha aangeven en uitbaten (leveringen en rechtstreekse verkoop), inclusief leasing en de eventuele hoeveelheid (in liters) die aan het quotafonds werd gevraagd. De in aanmerking te nemen percelen zijn de graasvlakten met de teeltcodes 201, 202, 61, 613, 62, 71, 72, 73 en 743; ongeacht de bestemming van het perceel ( A of I ). Tabel 3 : Handelingen inzake de melkquota Handelingen inzake de melkquota Overname bedrijf voor 1/4/2006 Overname bedrijf vanaf 1/4/2006 Oprichting bedrijf voor 1/4/ Oprichting bedrijf vanaf 1/4/2008 Samenvoeging/ cumul voor 1/4/2006 Samenvoeging/ cumul vanaf 1/4/2006 Hertoewijzing via het quotafonds Leasingnemer Namelijk De gronden aangeven (opgenomen met de melkquota of andere) gedurende 9 jaar vanaf de datum van overname De gronden aangeven (overgenomen met de melkquota of andere) tot 31/3/2015 De gronden aangeven (opgenomen met de melkquota of andere) gedurende 9 jaar vanaf de datum van oprichting De gronden aangeven (overgenomen met de melkquota of andere) tot 31/3/2015 De gronden aangeven (opgenomen met de melkquota of andere) gedurende 9 jaar vanaf de cumuldatum De gronden aangeven (overgenomen met de melkquota of andere) tot 31/3/2015 Voldoende gronden aangeven vanaf de laatste hertoewijzing en tot 31/3/2015 Voldoende gronden aangeven op de oppervlakteaangifte van het jaar waarin de leasing werd ingevoerd Bij een bedrijfsoverdracht aan een overnemer als eerste installatie, worden enkel de gronden die de overdrager in het jaar voor de overdracht aangaf in aanmerking genomen om de overdracht van quota te rechtvaardigen. Voorwaarden 8. Tussen 01/04/2004 en 01/04/2008 was bedrijfsoprichting niet mogelijk. 17

20 Kolom 9 : Verplichte hoofdbestemming Er moet verplicht een hoofdbestemming worden opgegeven voor elk perceel om te verduidelijken welke percelen het gebruik van een bedrijfstoeslagrecht rechtvaardigen. Voor elk perceel mag men slechts een van deze 2 verplichte hoofdbestemmingen gebruiken : Tabel 4 : hoofdbestemmingen A I kolom 10 : Nevenbestemmingen De hoofdbestemming zal desgevallend worden aangevuld door een of meer van de onderstaande nevenbestemmingen. Tabel 5. Nevenbestemmingen B E IR Perceel dat het gebruik van de gewone rechten rechtvaardigt. Indien de uitbater beschikt over gewone rechten en betaling wenst te verkrijgen, dan moet hij zoveel aanvaardbare hectaren opgeven als hij rechten heeft. Ander perceel (niet in aanmerking genomen perceel om het gebruik van een recht te rechtvaardigen). Het betreft hier alle percelen die niet zullen dienen om het gebruik van rechten te rechtvaardigen, hetzij omdat het percelen betreft die volgens de reglementering niet aanvaardbaar zijn, ofwel omdat de aanvrager niet wil dat deze percelen in aanmerking worden genomen, ook al gaat het over aanvaardbare percelen. Het dient gezegd dat deze percelen inzake randvoorwaarden aan dezelfde eisen moeten voldoen als de andere percelen. Het is ook niet toegelaten percelen aan te geven die niet worden uitgebaat door de aangever. Perceel waarvoor er een steunaanvraag werd ingediend voor biologische productiewijze (perceel in conversie of met biologische landbouwpraktijk). Perceel waarvoor er een subsidieaanvraag werd ingediend voor milieuvriendelijke landbouwmethode. Geïrrigeerd perceel. A of I en de nevenbestemming B worden vermeld. De percelen waarvoor de nevenbestemming B wordt vermeld in kolom 10 van rubriek 5 worden in aanmerking genomen voor het berekenen van de biosteun voor 2013, op voorwaarde dat alle toekenningsvoorwaarden zijn vervuld. Het totaal van alle oppervlaktes van de percelen vermeld met bestemming B bij rubriek 5 zal worden geregistreerd bij punt 4.2. van rubriek 4. Opgelet : de percelen in reconversie moeten worden onderscheiden van de andere percelen die reeds in biologische productiewijze zitten (zij mogen niet worden aangegeven onder eenzelfde perceelnummer). Teken desgevallend twee afzonderlijke percelen en geef deze twee percelen afzonderlijk aan in kolom 1. Bestemming E Het is belangrijk de secundaire bestemming E op te geven voor elk van de percelen waarop een milieuvriendelijke landbouwmethode (MML) wordt toegepast in Bestemming IR In het kader van de randvoorwaarden moeten landbouwers die irrigatie toepassen in 2013 voor elk perceel de secundaire bestemming IR opgeven in kolom 10. kolom 11 : Aanvraag vergoeding Natura 2000 Om een landbouwsubsidie binnen een Natura site aan te vragen met betrekking tot een landbouwperceel gelegen binnen een Natura 2000-site, dient men het vakje in kolom 11 aan te kruisen voor het betrokken perceel. Vergeet niet het vakje vermeld bij punt 4.5 van rubriek 4 van het formulier aan te kruisen. De aanvrager kan meerdere van deze bestemmingen gebruiken om de aangevraagde steun te verduidelijken of desgevallend de toegepaste milieuvriendelijke landbouwmethoden. Deze bestemmingen zijn onderling en met de hoofdbestemmingen cumuleerbaar, overeenkomstig de compatibiliteitstabel in bijlage 4. Bestemming B Hoe de steunaanvraag invullen voor de biologische productiewijze? Wat de steunaanvraag voor de biologische productiewijze betreft, raadpleegt men ook best de informatie en gegevens in rubriek C van het formulier Perceelinformatie (zie hoofdstuk II. van deze handleiding). Voor alle percelen die het voorwerp uitmaken van een steunaanvraag voor biologische productiewijze, ongeacht het biostatuut van het perceel (reconversiestatuut of biostatuut), moet verplicht de hoofdbestemming

21 4. Invullen van de kolommen 12 en 13 (milieuvriendelijke landbouwmethodes of MML) Jaarlijkse aanvraag betreffende de MML-verbintenissen in rotaties die moeten worden geherlokaliseerd in 2013 (verbintenissen aangegaan vanaf 2009) Om u te helpen bij het invullen van deze kolommen kunt u de rubrieken B en C van het formulier Perceelinformatie raadplegen, beschreven in hoofdstuk II van deze handleiding. Ter herinnering, de betreffende MML-methodes zijn MMLverbintenissen aangegaan in 2009, 2010, 2011, of 2012 voor de methodes : M4 : «wintergrondbedekking» ; M5 : «extensieve graanteelten» ; Om de jaarlijkse subsidies voor milieuvriendelijke landbouw aan te vragen voor MML M4 of M5, moet de aanvrager : de rubriek 6.2 van het oppervlakteaangifteformulier invullen door het juiste vakje aan te kruisen, in het juiste vakje in een van de kolommen met nummer 12 of 13 een van de volgende cijfers noteren : 9 : indien de MML-verbintenis begon te lopen in : indien de MML-verbintenis begon te lopen in : indien de MML-verbintenis begon te lopen in : indien de MML-verbintenis begon te lopen in 2012 Op die manier geeft de landbouwer aan dat hij de MML (M4 of M5) toepast op de hele perceeloppervlakte of slechts op een deel ervan indien de aangegeven oppervlakte in zijn aanvankelijke verbintenis kleiner is dan de perceeloppervlakte. Indien hij de MML (M4 of M5) niet wenst toe te passen op het volledige perceel maar slechts op een deel ervan, kan hij dit perceel eveneens opsplitsen en nieuwe percelen creëren door de volledige MML (M4 of M5) toe te passen op een (of meer) van deze percelen. Zie daaromtrent hoofdstuk III. C 1, Gebruikersinstructies voor de plannen, inzake het opsplitsen van de percelen. Twee aanvankelijke MML-verbintenissen voor eenzelfde methode die beginnen te lopen op verschillende ogenblikken kunnen niet worden toegepast op één en hetzelfde perceel. Voorwaarden Tabel 6. Samenvattende tabel van MML-methoden Methode-code Naam van de MML Typen methoden Toepassingswijze M1A Heggen en houtsingels Methode type 1* Geen rotatie M1B Geïsoleerde bomen, struiken, struikgewas en Methode type 1* Geen rotatie bosjes,hoogstammige fruitbomen M1C Poelen Methode type 1* Geen rotatie M2 Natuurweide Methode type 2** Geen rotatie M3A Extensieve groenstroken Met gras bezaaide Methode type 3*** Geen rotatie perceelsranden (inclusief perceelsranden langs waterlopen) M3B Extensieve groenstroken Extensieve weilandstrook Methode type 3*** Geen rotatie M4 Wintergrondbedekking Methode type 2** Rotatie M5 Extensieve graanteelten Methode type 2** Rotatie M7 Handhaving van een lage veebezetting Methode type 2** Geen rotatie M8 Weide met hoge biologische waarde Methode type 2** Geen rotatie M9 Ingerichte perceelstrook Methode type 3*** Geen rotatie * Methode type 1 : methodes voor de instandhouding van het ecologisch netwerk en het landschap. ** Methode type 2 : methodes met betrekking tot de oppervlaktes. *** Methode type 3 : methodes met betrekking tot de oppervlaktes en de lengtes. 19