De computermeisjes. Kindertoneel

Transcriptie

1 1 De computermeisjes Kindertoneel Auteur: Daniël Quintens Uitgeverij: of (.be) Korte inhoud: De Computermeisjes is een leuk en vrolijk verhaal. Iets modern en toch gelijk het op een sprookje. De ouders van gaan naar een conferentie samen met zijn oom en tante. Terwijl de ouders weg zijn komt zijn vriend op bezoek. De twee kinderen vervelen zich bijna dood tot ze op het idee komen om op de computer via Internet te spelen. Ze komen op een site waar er meisjes van hun leeftijd beginnen te spreken en er komt een gesprek tot stand. Natuurlijk zijn en in hun nopjes, maar op een bepaald moment gebeurt er iets heel onverwachts. Beide vrienden vallen in slaap. Als ze weer wakker worden geloven ze hun ogen niet en de computermeisjes met al hun vriendjes staan opeens voor de deur van. Ze laten ze natuurlijk binnen en dan is het feest dansen, zingen en limonade drinken. Het is heel plezant tot de beide vriendjes terug in slaap vallen en dan komt vader en moeder thuis. Decor: Een huiskamer. Special Een veel kleurige belichting en muziek met kinderliedjes waar ze op kunnen dansen Bezetting: 4jongens 3 meisjes - 2 volwassenen (Man en een vrouw) : kind des huizes : Zijn boezemvriend : : Fanny Computermeisje 3 : Wimpy Computerjongen 2 : Frisco Computerjongen 2 : Willempie Jef: Vader van Louise: Moeder van

2 2 De computermeisjes Kindertoneel ( zit in de zetel een boekje te lezen dan wordt er aan de deur gebeld) Wie zou dat nu kunnen zijn? ( staat recht) Zou ik wel open doen? Ma, heeft gezegd dat ik voor niemand mag open doen. ( zet zich terug neer in de zetel en leest verder in zijn boek er wordt weer gebeld) Ze moeten maar terug komen als ma en pa thuis zijn. (Er wordt weer gebeld) Ja, ik ga maar eens luisteren. ( loopt naar de deur en roep ) Wie is daar. ( roept terug) Ik ben het Ach, jij bent het. ( doet de deur open) Hoi, dag. Hoi, dag, wat ben ik blij dat je gekomen bent. Zeg, waarom laat jij mij zo lang voor de deur staan? je weer alleen thuis misschien? Ja, mijn ouder zijn weg. Ma heeft gezegd dat ik voor niemand mag open doen. Alweer. Waar zijn ze naartoe? Och, zoals altijd. Naar mijn oom en tante.

3 3 Toch niet die tante die altijd zegt.. (Treiterend) Och arme dat klein manneke Kom hier mijn duske en hoe gaat het op school? Pesten ze je niet veel? Ja die. En ze streelt altijd door je haar. Ja, en ik vind dat zo vervelend hé. Altijd maar door mijn haar strelen en dan is al mijn Gel weg. Zij denkt zeker dat ik nog een peuter ben of een kleuter. Die oom van jou. drinkt die nog altijd zoveel? Drinken doet hij niet, maar roken en stinken dat het doen. Het is altijd zo van, die stinkende sigaren. Hij komt dan heel dicht bij je staan en blaast dan de rook in mijn gezicht. Het is precies een schoorsteen die al in jaren niet meer geveegd is. Stinkend dat het doet. Dat zou ik ook niet kunnen verdragen, zulle. Nog een geluk dat jij alleen mag thuisblijven. Bij mij zou dat niet het geval zijn, zulle. Daarvoor zijn we toch al oud genoeg hé. Ja, maar mijn ouders kunnen dat niet begrijpen. Wanneer komen ze terug naar huis? Wie? Wel je ouders natuurlijk. Wie anders? Dat weet ik niet, want ze gaan dan met mijn oom en tante naar een conferentie. Ik denk dat ze lang zullen wegblijven.

4 4 Conferentie? Wat is dat? Dat is een bijeenkomst, waarin besloten wordt waar men elkaar de volgende keer zal ontmoeten. Allé, zoiets. Aaaach, dat is het. Allé, dat zei me vader toch. Ik weet het eigenlijk ook niet. Al die moeilijke namen. Al die stadhuiswoorden. Wij als kinderen moeten dat ook maar begrijpen, maar zij denken er niet aan dat ze het misschien ook niet begrijpen. Dat is waar. Oké Wat doen we vandaag? Dat ik het niet weet. Kaart spelen zeker? Kaartspelen? Dat doe ik niet graag zulle. Dat is ook zo een spel voor volwassenen. Voor oude volwassen zou je beter zeggen. Ja zoiets voor ouwe peekes. Buiten spelen gaat ook niet, daarvoor is het veel te koud. Heb jij een andere idee? Nee, maar we zouden samen eens goed kunnen nadenken. Dat is geen slecht idee.

5 5 Kom we gaan in de zetel zitten en eens goed nadenken. Ja, precies zoals op school, nietwaar? Ja, op school denken wij niet veel na, met zo een rare juffrouw. Ik hou er niet van. Ze denkt dat ze het altijd beter weet. Ik ook niet zo een saaie. En lelijk. Hoe? Lelijk? Wat weet jij daarvan. Och zo maar. Ik die dacht dat jij nog niet naar de meisjes keek? Nee allé soms wel eens Zo nu en dan. Mag dat niet misschien? Soms wel. Allé dan, laat ons maar eens goed nadenken over wat we vandaag allemaal zouden kunnen doen. (ze denken na. Heel diep ) Het is moeilijk hé,? Wat is er moeilijk? Wel zo hard nadenken. Ik geloof niet dat jij veel nadenkt, met al dat praten

6 6 Ik heb een idee Ja? Wat? Hoe kan jij nu een idee hebben, je hebt nog niet te veel nagedacht. Toch heb ik een prachtig. Wat zeg ik een lumineus idee Zo eentje dat je in een kadertje kan steken. Wat voor een onzin is dat nu. Een idee dat je in een kadertje kan steken. Ik heb dat nog nooit gehoord. Dat wil zeggen dat ik een fenomenaal idee heb. Een super idee. Een super de lux idee. Allé zeg het dan maar je super de lux, fenomenaal idee dat je in een kadertje kan steken. Ik ben nieuwsgierig. We zouden op de computer kunnen spelen. Ach NEEN. En waarom niet? Dat zal mijn vader niet leuk vinden. Maar hij hoeft dat toch niet te weten? Ach, neen zeker hij zou het wel zien dat wij aan de computer gezeten hebben. Is hij dan zo oplettend op zijn computer? Ik zal het nog een beetje geloven, dat hij zo oplettend is op zijn computer. Hij ziet alles wat er aan of te veel is en zeker als er mee gespeeld is.

7 7 Ja, we moeten toch iets doen. Zullen we dan toch niet beter een beetje kaart spelen, want je idee was nu ook niet zo super de lux, fenomenaal idee dat je in een kadertje kan stoppen. je daar weer, met je kaart spelen. Ik heb daar nu eens goesting voor. (zucht) ja, als jij het zegt. Zouden we toch niet beter op de computer spelen? Ik zou eigenlijk ook wel willen, maar. Wat maar? Als mijn vader dat te weten komt, dan gaat er wat zwaaien denk ik. Dat zal toch niet zo erg zijn. Denk je? Dan ken jij mijn vader nog niet goed. Hij is een zeer strenge vader. Moesten wij nu eens eerst goed kijken wat er allemaal op dat PC tafeltje ligt en alles laten liggen, juist maar aan het klavier komen. Wat denk je? Och, ik weet het niet. Maar we moeten toch iets doen, anders vervelen we ons hier dood. Laat ons nog eens goed nadenken. Oké, maar dan in de zetel.

8 8 Oké, maar jij moet beter nadenken dan daar straks zulle. Heb ik niet goed nagedacht misschien? Allé, ja, maar nu nog beter. Oké. ( en zetten zich in de zetel en vallen in slaap het licht gaat langzaam uit). KLEINE PAUZE OM TIM EN BEN EEN PYJAMA AAN TE DOEN (het licht gaat langzaam weer aan ze dromen en hebben een slaapkleed aan en staan samen recht en wrijven hun ogen uit.) Oei? Waar zijn we? Ik weet het niet. Hier ben ik nog nooit geweest. En jij? Ik ook niet. Kijk. Er staat daar een computer. Kom we gaan eens kijken. Steek jij de computer aan? Oké ( steekt de PC aan en ze gaan alle twee voor het scherm zitten) Gaan we eens iets zoeken met een zoekmachine? Oké, we gaan naar Google. Dat is een goede zoekmachine.

9 9 Mijn vader gebruikt die ook altijd. Mijn vader speelt daar ook altijd op. Spelen? Allé zoeken. Soms vindt hij iets die hij dan aan moeder toont. Allé, we zijn er al. Wat zouden we een keertje kunnen zoeken? Euh ik weet het niet. Misschien eens een woordje intikken en zie wat we vinden. Oké landkaart. Zullen we dat eens proberen? Landkaart? Dan krijg je misschien al de kaarten van de wereld en dat vind ik maar saai. De les van aardrijkskunde is ook altijd zo saai. Ik vind alle lessen saai. Dat ligt niet aan jou, maar aan de juffrouw. Weet je wat? Neen. We gaan eens.. Ja,we gaan eens, laat mij eens proberen. ( gaat een beetje opzij zodat kan schrijven) S..E..X.. Wat doe je nu?

10 10 Dat zal vader niet leuk vinden, doe dat maar rap weg. Te laat kijk die mooie meisjes Doe dat weg zeg ik, of we stoppen ermee. Al die viezigheid. Oei..oei het is weg. Als je toch iets wil zoeken, schrijf dan gewoon meisjes van.. jaar (De leeftijd van de twee jongens) Dat zijn meisjes van onze leeftijd en kunnen we voor geen verrassingen komen te staan. Oké dan. ( schrijft ) Zie je wel, dat zijn meisjes van onze leeftijd die spreken over hun hobby s en hun school en Kijk eens, dat is iemand van een andere planeet. Zot, een andere planeet, hoe kom je daar bij? Wel ze heeft zo rare kleren aan. Kijk, haar mond beweegt. Zou ze iets zeggen? We gaan eens het geluid aanzetten. ( zet de speakers wat luider en inderdaad.) (Spreekt als een robot) Hallo daar. Hallo daar.. Ikke.. niets..horen..? Ha..ha..hallo..meisje.

11 11 Oei, wie is dat nu? Ik ben Is..er..daar..nog..niemand? Ja..ja..jaaa Jij.. bent.. dus.. niet.. alleen? Euh.. neen.. Wie..is.. er.. daar.. nog.. als.. ik.. vragen.. mag? Ik ben het. Zwijg nu toch eens.. Was..dat..tegen..mij? Neen, het was tegen mijn vriend. Ach..jij..hebt..een..vriend? Ja..ik heb een vriend. Hebben jullie ook een naam? Natuurlijk, wacht dacht je wel. Oei, zo onbeleefd. Ik ben dat niet gewoon, of ben je een beetje bang van mij? Neen, maar toch sorry. Zo, mag ik dan jullie naam weten?

12 12 Ik ben En ik ben. Ooo, dat zijn mooie namen. En hoe heet jij? Ik mag mijn naam niet langs de computer vertellen. Och, dat. En waarom niet? Dat kan ik ook niet zeggen. Jij kunt niet veel zeggen hé? Neen, niet langs de computer. Heb..jij..dan..geen..vriendin..? Neen, wij hebben geen vriendin. En..waarom..niet..? Wij zijn nog te jong om een vriendin te hebben. Dat.. bedoel.. ik.. niet. Wat bedoel je dan? Een.. vriendinnetje..om.. mee..te..praten..en..gedachten..uit..te..wisselen en samen je huiswerk van school maken... Ach, zulke meisjes.

13 13 Ja, die hebben we heel veel. Ja, super heel veel. Heb jij vriendjes? Natuurlijk..snulleke. Waarom.. zouden.. wij.. geen.. vriendjes.. mogen hebben. Wie ben jij eigenlijk dat jij zo tegen ons kan praten. Ja, ik heb nog nooit geweten dat mijn vader tegen zijn PC kon praten. Maar.. je.. vader.. is.. nu.. toch.. niet.. thuis. Hoe weet jij dat? Ik.. weet.. alles.. van.. jou. Ik.. ga.. meer.. zeggen.., ik.. kan.. bij.. jou.. thuis.. binnen.. komen.. wanneer.. ik.. wil. DAT KAN NIET. Jawel.., ik.. kan.. zelfs.. zien.. hoe.. jullie.. woonkamer.. eruit.. ziet. Neen, dat kan niet, want jij zit in die PC. Je gelooft het niet hé. Wacht.. maar.., ik.. ga.. mijn.. vriendinnetje.. eens.. halen.., zij.. zal.. het.. wel.. bevestigen. Tot.. straks.. hé. Wacht wacht Te laat, ze is weg. Moet ik nu afsluiten?

14 14 Wacht nog een beetje, misschien komt ze terug met een vriendinnetje. Oei ben, je een beetje verlieft op dat meisje misschien? Neen, natuurlijk niet, maar ik vindt het toch heel eigenaardig hoor. Wij schakelen de PC aan en er komt een meisje tevoorschijn die tegen ons spreekt. Ja, dat vind ik eigenlijk ook zeer eigenaardig. Ik word er zelf een beetje bang van. En wat als mijn ouders thuiskomen, wat moeten wij dan zeggen als zij ons hier bezig zien. Hallo.. lieve.. vrienden. Ik.. ben.. Euh, hallo. Zijn jullie bang van ons? - NEEN Wij denken van wel. Wij?NEEN Met hoeveel zijn jullie wel? Ooo,.. met.. een.. hele.. groep.., maar.. wij.. kunnen.. niet.. allemaal.. tergelijke.. tijd.. voor.. het.. scherm.. komen.. hé. Het.. is.. maar.. een.. kleintje. Dat is waar. Weet.. je.. wat,.. wij.. komen.. straks eens.. bij.. jullie.. in..de.. huiskamer. Niet doen. En.. waarom..niet?

15 15 Omdat omdat Zeg.. het.. maar.. hoor. Omdat mijn ouders zouden kunnen thuiskomen en zij mogen niet weten dat wij op de PC gespeeld hebben. Ja.. dat.. is.. dan.. jammer,.. want.. het.. is..nu.. te.. laat. Hoe? Te laat? Je.. ouders.. zullen.. het.. te..weten.. komen,..want.. dit.. spel..kan.. je.. niet.. meer..van.. je PC..wissen. Oei oei Het is geen waar hé. (De lichten op het podium beginnen te flikkeren en een paar gekleurde lampen gaan aan en uit. Het is precies een discotheek) (roept) WAT GEBEURT ER,,,,, IK WEET HET NIET. GAAT DAT NOG LANG DUREN???? IK WEET HET NIET. JIJ WEET NOOIT VAN NIETS.. (De lichten flikkeren nu hevig en staat nu recht en lopen de huiskamer op en neer en zwaaien met hun armen ze zijn een beetje bedwelmd door de mooie gekleurde lichten die staan te flikkeren) Ik kan bijna niet meer op mijn benen staan.

16 16 Ik ook niet. (Ze vallen in slaap in de zetel het doek valt) Einde eerste deel Tweede deel (de woonkamer is versierd met toeters bellen en slingers in alle kleuren. Hier en daar een gekleurd lichtje en liggen nog altijd in de zetel te slapen) (geeuwt) Wat wat wat is er hier gebeurd? (Hij kijkt naar )??????? ( wordt nu eens wakker)

17 17 Oei, waar ben ik? Ik weet het ook niet. Is dit je huiskamer? Nu dat je het zegt. Wie heeft dat hier allemaal versiert? Wat is er hier gebeurd? Dat ik het niet weet. Wij hebben dit toch niet gedaan. Wat hebben wij dan gedaan?? ( denkt na)??? Laat me toch eens nadenken. Ach, jij denkt na? Natuurlijk denk ik na. We moeten toch weten wat er hier gebeurt is. Natuurlijk Wat hebben we daarnet gedaan? Hoe moet ik dat nu weten, ik ben in slaap gevallen. Ach, ik weet het wel. We hebben op de computer gespeeld. En. Ja.. en dan Dan hebben we Oei, het is geen waar zeker.

18 18 We hebben naar de computermeisjes geluisterd. Neen, we hebben naar HET computermeisje geluisterd. Neen, naar de computermeisjes Waren er meer dan één misschien? Natuurlijk waren er meer dan één. Er waren er twee als ik mij niet vergis. Je vergist je wel Dat geloof ik niet. Ik vergis me heel zelden. Allé, als jij het zegt, dan zal het wel waar zijn zeker. (er wordt op de deur geklopt) Oei, mijn ouders zijn daar. Wat gaan ze daar van zeggen. Ja,, ik geloof dat we hier in slechte papieren gaan zitten. In slechte papieren? Ik denk, in heeeeeeel slechte papieren (Er wordt weer op de deur geklopt) Doe jij maar open. Wacht eens? Mijn ouders hebben toch een sleutel? Waarom zouden ze nu op de deur kloppen? Misschien hebben ze hun sleutel vergeten, of ergens laten liggen. Dat geloof ik niet.

19 19 Vader laat nooit zijn sleutel ergens liggen en we spreken dan nog niet van hem vergeten te hebben. Neen, dat geloof ik niet. (Er wordt weer op de deur geklopt, maar nu heel hard staat recht) Dan zou ik maar best eens open doen. Ik zal maar open doen, maar heel gerust ben ik er niet in. ( doet de deur open en er komt een heel vrolijk meisje binnen die gekleed is als een robotje in felle kleuren) (Spreekt nu normaal) Hallo beste vrienden. Hallo??? Kennen jullie mij niet meer? Euh Neen. Allé denk eens goed na. Nadenken zeg je? Ja, nadenken. Daar worden wij zo moe van. Wacht eens jij. jij Ja, ik ben allé zeg het. dat computermeisje?

20 20 Inderdaad, ik ben computermeisje 1, maar nu mag je wel zeggen. Nu dat ik hier ben mag ik mijn naam zeggen. Tegen de computer mag dat niet. En waar is je vriendin? Hoe?? Is ze hier nog niet? Niet dat wij weten. (Er wordt op de deur geklopt) Ik geloof dat ze daar is. Zou het mijn ouders niet kunnen zijn? Neen, je ouders zijn naar een conferentie en die zullen heel laat thuis komen. (Er wordt weer op de deur geklopt) Hoe weet jij dat? Zou je niet beter eerst de deur opendoen? Laat maar, ik zal het wel doen. ( doet de deur open en er komt een heel vrolijk meisje binnen die gekleed is als een robotje in felle kleuren, maar andere kleuren dan ) (Spreekt nu normaal) Hallo iedereen Oei,, jij bent hier al? Zoals je ziet, ik ben de eerste. Dat vind ik leuk. Ik geloof dat jij bent en jij. Heb ik gelijk of heb ik gelijk?

21 21 Jij hebt gelijk. Zoals altijd, heb ik gelijk of heb ik gelijk. En wie ben jij. Wel, het computermeisje nummer twee. En, mag jij nu ook je naam zeggen? Natuurlijk. Mijn naam is Fanny. Mooi hé. Dat is een mooie naam. Dat vind ik ook. Trouwens, ze zijn alle twee mooi. Wat komen jullie hier eigenlijk doen. Fanny Weet jij dat dan niet, heeft dat nog niet gezegd? Neen, ik heb nog niets gezegd. Fanny Zal ik het zeggen of zal jij het zeggen? Zeg jij maar, want straks moet ik de deur weer opendoen. Eerst zou ik willen weten hoe het komt dat jij weet waar mijn ouders naartoe zijn. Och, maak je daar maar geen zorgen over, wij weten alles die hier op de wereld gebeurt. Fanny Dat is juist, maar zeer weinigen weten dat wij in de computer zitten. Is het waar of is het waar?

22 22 Heb ik gelijk of heb ik gelijk. Dat wisten wij ook niet. Fanny Wat? Dat ik gelijk heb of dat ik gelijk heb? Neen, dat jullie in die computer zaten. Neen, wij zijn toevallig bij jullie uitgekomen Fanny Juist, want eerst zaten jullie op een site waar kinderen niet naar mogen kijken. Is het waar of is het waar? (onschuldig) WIJ. NEEN Fanny Jawel maar kom zand erover. Dus, wij weten alles en wij komen jullie wijzen op al jullie fouten die jullie maken. Is het waar of is het waar? Neen, wij maken geen fouten? Veel meer als je denkt. (Er wordt op de deur geklopt) Dat zal nog iemand van ons zijn. ( doet de deur open en er komen drie robotjes binnen in andere kleur) Fanny Ach onze Wimpy en onze Willempie en Frisco Kijk en, dat zijn onze andere vriendjes en vriendinnetjes. Nog een computermeisje.. en twee computerjongens? Fanny Dat hebben jullie goed gezien. Computermeisje 3 is Wimpy.

23 23 Is het waar of is het waar? Heb ik gelijk of heb ik gelijk. Wimpy Het is waar, je hebt gelijk zoals altijd. Inderdaad en onze computerjongens 1 en 2, zijn Frisco en Willempie. Frisco Willempie Haai. en Haai, ijscreem en olliebollie Frisco Neen, het is Frisco en Willempie. Oké, we zijn voltallig. Wimpy We kunnen eraan beginnen. Aan wat? Jullie gaan ons toch niet betoveren zeker? Wimpy Maar neen, snulleke. Wij betoveren niemand Gaan jullie ons nu op onze fouten wijzen? Wimpy Maar neen, dat was een grapje van. Ze wilde jullie eventjes bang maken. Jongens? Zwijgen als het u belieft. Laat het nu voor eens en voor altijd gezegd zijnde. De computerjongens mogen niets zeggen. Fanny Dat is juist. In onze computerwereld hebben de jongens niets te zeggen.

24 24 Is het waar of is het waar? Willempie Maar wij hebben toch niets gezegd? Zwijgen, Willempieke. Wimpy Natuurlijk hé, wij hebben het voor het zeggen. Dat is hetzelfde als hier bij mij thuis. Het is vader die alles zegt en moeder niets. Ja, bij ons niet. Het altijd mijn moeder die het voor het zeggen heeft en vader moet altijd zwijgen. Fanny Dat geloof ik niet. Wij hebben al gemerkt dat je vader toch altijd haar goesting doet. Kom we gaan eraan beginnen. Waar is de muziekinstallatie? Daar op de kast. Fanny Hebben jullie mooie muziek? Einde zichtzending