MILIEUWETGEVING EN ONROERENDE GOEDEREN. AANSPRAKELIJKHEID VOOR DE KOSTEN VAN BODEMSANERING.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MILIEUWETGEVING EN ONROERENDE GOEDEREN. AANSPRAKELIJKHEID VOOR DE KOSTEN VAN BODEMSANERING."

Transcriptie

1 MILIEUWETGEVING EN ONROERENDE GOEDEREN. AANSPRAKELIJKHEID VOOR DE KOSTEN VAN BODEMSANERING. door H. BOCKEN Gewoon Hoogleraar U.Gent INHOUD I. INLEIDING A. BODEMVERONTREINIGING B. EEN NIEUW JURIDISCH PROBLEEM MET GROTE FINANCIELE WEERSLAG II. DE BEVOEGDHEID VOOR DE OVERHEID OM BODEMSANERING TE BEVELEN OF UIT TE VOEREN, DE AARD VAN DE MOGELIJKE MAA T REGELEN A. BODEMSANERING BEVOLEN OF UITGEVOERD DOOR EEN BESTUURSORGAAN 1. De burgemeester 2. De gouverneur 3. Ret Bestuur van de Civiele Bescherming 4. De Administratie Milieu, Natuur en Landinrichting van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap (AMINAL) 5. De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) 6. Administratieve praktijk. Normen van behoorlijk bestuur B. BODEMSANERING BEVOLEN DOOR EEN RECHTSCOLLEGE 1. Algemeen 2. De burgerlijke rechter 3. De strafrechter III. AANSPRAKELIJKHEIDSREGELEN A. THEORETISCH OVERZICHT 1. Saneringskosten gemaakt door de overheid. Ret verbreken van het causaal verband door de uitvoering van een wettelijke verplichting 2. Risico-aansprakelijkheid voor eigenaar of bezitter van verontreinigde gronden? 7

2 B. BEN WAAIER VAN AANSPRAKELIJKEN 1. De exploitant van de stortplaats of van het fabrieksterrein 2. De producent van de afval 3. De (onschuldige?) bezitter of eigenaar van de grond IV. BEN NIEUW ONTWERP Bijlage: Voorontwerp Kaderdecreet Milieuhygiene: Titel II: Bodemsanering I. INLEIDING A. Bodemverontreiniging 1. De verontreiniging van de bodem heeft in Vlaanderen ernstige properties aangenomen(l), zoals in de meeste gei."ndustrialiseerde Ianden. Tot de belangrijkste oorzaken van bodemverontreiniging behoort het achterlaten ofverwerken op stortplaatsen en fabrieksterreinen van huishoudelijke en industrh~ie afval allerhande. Fabrieksterreinen worden ook vervuild door accidentele lozingen. Er is de atmosferische uitval van de door industrie(2), verkeer en huisverwarming in de Iucht geloosde reststoffen. Stof waait op van ertshopen en verontreinigde terreinen. Overstromingen van vervuilde rivieren leiden lokaal tot bijkomende bodemvervuiling. Hetzelfde geldt voor het gebruik van meststoffen en pesticiden en andere cultuurtechnische middelen in de landbouw. Een zekere hoeveelheid verontreinigende stoffen is overigens reeds van nature uit aanwezig in de bodem. Afhankelijk van de aard van de verontreinigende stoffen en de plaatselijke omstandigheden, Ievert bodemverontreiniging grotere of kleinere gevaren op. Zij bedreigt de menselijke gezondheid. De opname door de mens van de verontreinigende stoffen kan gebeuren door fysiek contact, door inademing van opwaaiend stof, het verbruiken van verontreinigd grondwater of van groenten gekweekt op een verontreinigde bodem. Ook planten en dieren en hun biotopen kunnen ernstige negatieve gevolgen ondergaan. 2. Bodemverontreiniging vereist een preventieve benadering: de emissies van verontreinigende stoffen moeten beperkt worden. (1) Zie o.m. OVAM, Verontreinigde sites. Voorbereiding ontwerpplan , Mechelen, In deze studie (p. 16) is sprake van potentieel verontreinigde sites in Vlaanderen. (2) Vooral de emissies van lood en andere zware metalen in Hoboken, Lommel, Overpelt en Balen stonden hier in de belangstelling. 8

3 Hier gaan wij vooral in op de curatieve aanpak van het probleem. In een aantal gevallen is het nodig mens en milieu te beschermen door de reeds in de bodem aanwezige verontreiniging te verwijderen of op een andere wijze ortschadelijk te maken. Hier spreekt men van bodemsanering. Bodemsanering is een complexe operatie. Zij vereist op de eerste plaats dat men de bodemverontreiniging inventariseert. Er zijn criteria nodig om de ernst van de verontreiniging te evalueren en uit te maken waar er moet gesaneerd worden en welke maatregelen moeten getroffen worden. Men moet bepalen wie de sanering uitvoert en financiert. De financiele middelen hiervoor moeten beschikbaar zijn. In afwachting van de sanering, moet men voorlopige maatregelen treffen om te voorkomen dat de verontreinigde bodems gevaar opleveren. Hiervoor kan het nodig zijn de burger te informeren over demogelijke voorzorgsmaatregelen of gebruiksbeperkingen op te leggen. B. Een nieuw juridisch probleem met grote financiele weerslag 3. In Belgie leverde bodemverontreiniging tot voor een twintigtal jaar weinig bijzondere juridische moeilijkheden op. Slechts een paar gerechtelijke beslissingen doen uitspraak over een vordering tot schadevergoeding n.a. v. de migratie van scheikundige stoffen in de bodem. Wij kunnen een tweetal oude beslissingen vermelden die betrekking hebben op bodemverontreiniging veroorzaakt door gasfabrieken(3). Van belang is ook het vonnis van de Rechtbank van Koophandel te Sint-Niklaas, van 2 december 1958(4). Stookolie sijpelde uit lekke vaten, verspreidde zich in de bodem en infiltreerde ook in het erf van de buurman wier kelder en huis beschadigd werden. Er is ook het vonnis van de Correctionele Rechtbank van Tongeren van 4 mei 1965(5): hier gaat het om een dodelijk ongeval veroorzaakt door de blijkbaar erg onzorgvuldige opslag van arsenicum. Dit drong met de regen in het grondwater en dus ook in het drinkwater van de buren. Ben keerpunt is te situeren in In dat jaar werd te Hanneche, in een verlaten groeve, 16 ton cyaanhoudend afval ontdekt. De civiele bescherming werd ingeschakeld om de afval op te ruimen.,hanne- (3) Zie o.m. Gent, 24 juni 1853, Pas., 1854, II, 127; Brussel, 22 november 1907, Pas., 1908, II, 199. (4) R. W., , (5) Niet gepubliceerd, geciteerd bij FLAMME, M.A.,Les etablissements dangereux face a!'administration et aux voisins", in,l'entreprise dans la cite", Faculte de Droit de Liege, Den Haag, 1967,

4 che'' was de aanleiding tot de goedkeuring van de strenge wet op de giftige afval van 22 juli Het afvalbeleid van de overheid werd echter pas echt operationeel met het Vlaamse Afvalstoffendecreet van 2 juli Van dan af werd OVAM als gespecialiseerd overheidsorgaan belast met de uitvoering van het afvalbeleid. De rol van OV AM op het vlak van de bodemsanering bleef tot voor kort echter beperkt, onder meer bij gebrek aan financiele middelen om saneringsoperaties te prefinancieren(6). Voor de toekomst verandert dit laatste wellicht. Het Mina-fonds(7) zou moeten toelaten een actiever saneringsbeleid te prefinancieren, wat op zijn beurt zalleiden tot een grater aantal gerechtelijke verhaalsacties. Wat dit alles economisch gezien betekent, blijkt uit de Nederlandse - en nog meer uit de Amerikaanse - ervaringen. Astronomische bedragen staan op het spel. De kostprijs van de opruiming van voormalige industriele stortplaatsen in Times Beach (V.S.A.) en Lekkerkerk (Nederland) wordt geraamd op respectievelijk 235 en 70 miljoen dollar(8). Ook bij ons zal het om veel geld gaan. OVAM komt op basis van extrapolaties van buitenlandse gegevens tot een bedrag van miljoen F als theoretische totale kostprijs voor de sanering van de vervuilde stortplaatsen en fabrieksterreinen in Vlaanderen. Volgens vrij nauwkeurige ramingen bedraagt de kostprijs van de sanering van een stortplaats van 8,5 ha met een volume van m miljoen F(9). Meestal zal het saneren van een vervuilde grond veel meer kosten dan de grond waard is. De huidige ervaringen tonen aan dat ook het verwijderen van beperkte hoeveelheden afval duur is. Het opruimen van de 16 ton cyaanhoudend afval die in 1973 in Hanneche gevonden werden, kostte de Belgische staat 30 miljoen. In 1984 liet OV AM 17 opslagtanks met afval allerhande en 2000 vaten met 1 m 3 bitumen elk verwijderen en vorderde - zonder succes- naar aanleiding hiervan F terug van de eigenaars van de grond. 4. De implicaties van de problematiek van de bodemsanering voor (6) Tot voorheen kon OVAM beroep doen op het Fonds Ambtshalve Verwijdering. Het reglement hiervan werd goedgekeurd bij B. VI. Ex. van 30 juli (7) Zie het Decreet van 23 januari 1991 tot oprichting van het fonds voor preventie en sanering inzake leefmilieu en natuur als gewestdienst met afzonderlijk beheer. (8) SMETS, H.,,Indemnisation des dommages exceptionnels a l'environnement causes par les activites industrielles", Academie Internationale.de La Haye, Universite des Nations Unies, Colloque multidisciplinaire,l'avenir du droit international de l'environnement humain", La Haye, november 1984, stencil, 9. (9) OVAM, o.c. (noot 1), 79 en

5 de rechtspraktijk zijn duidelijk. Ook de Belgische rechtsleer begint er aandacht aan te besteden(lo). De ondernemer en zijn raadgevers kunnen met de problematiek geconfronteerd worden wanneer zij zelf het rechtstreekse slachtoffer zijn van bodemverontreiniging die een bepaald gebruik van een stuk grond onmogelijk maakt. Buren kunnen schade lijden door de verontreiniging en maatregelen of schadevergoeding vorderen. Men kan ook geconfronteerd worden met een verzoek van de burgemeester of een ander overheidsorgaan om de grond op de aanwezigheid van bodemverontreiniging te onderzoeken en/ of saneringsmaatregelen uit te voeren. Hier rijst de vraag of de overheid bevoegd is de werken op te leggen en of de door haar voorgestelde maatregelen verantwoord zijn in het licht van de ernst van de verontreiniging en van de geldende wetgeving. Een en ander kan aanleiding geven tot het rechtstreeks aanvechten in kort geding van de overheidsmaatregel waarbij sanering wordt bevolen of ambtshalve uitgevoerd. Eens de overheid werken heeft uitgevoerd, zal zij deze gemaakte kosten zoveel mogelijk willen verhalen, niet alleen op de vervuiler maar ook op de eigenaar of bezitter van de gronden(ll). De eigenaar van de grond die voor de kosten heeft moeten opdraaien zal trachten verhaal uit te oefenen op zijn rechtsvoorganger. Men kan het probleem ook preventief benaderen. Dit is een reden om industriegrond te laten onderzoeken vooraleer deze te verwerven. Koper en verkoper zullen trachten langs contractuele weg hun aansprakelijkheid uit te sluiten of te beperken of integendeel ervoor (10) Zie BocKBN, H.,,,Aansprakelijkheid voor de kosten van bodemsanering'', in Bodemverontreiniging en -sanering, BUEKBNS, A., NIEUWEJAARS, B. en TORFS, A. (ed.), Brussel, V.U.B., 1985, ; BocKBN, H.,,Black-Points: liability for clean-up costs", Resources and conservation, 1987, ; JADOT, B. en OsT, F.,,Environnement: 1' affaire de Mellery", J. Proc., 1989, nr. 161, 30-37; JADOT, B.,,Mellery et les principes du droit de 1' environnement: la regie le penal tient le civil en etat", J. Proc., 1990, nr. 185, 24-29; DE JAGER, L.,,Aansprakelijkheid voor schade door bodemverontreiniging bij overdracht van gronden'', verslag op Ecojura-Elsevier studiedag over nieuwe ontwikkelingen inzake aansprakelijkheid voor milieuschade, 1991, niet gepubl.; BoEs, M.,,Bodemverontreiniging en aansprakelijkheid", Notariee/ enfiscaa/ Maandblad, 1991, 18; GILLE, B.,,Historisch milieupassief", Jura Falconis, , ; VAN PASSEL, M.,,Sanering van verontreinigde bodems en aansprakelijkheid van de eigenaar na het decreet bestuurlijk beleid", TBP, 1992, (11) Op basis van de Interimwet Bodemsanering uit 1982 werden door de Nederlandse staat tot nu toe 150 verhaalsacties ingesteld. Er zijn reeds 80 gerechtelijke uitspraken (BRAAMs, W.Th.,,Ontwikkelingen in het Nederlands recht", in Risico-aansprakelijkheid voor milieuschade. Preadviezen geschreven voor de gezamen/ijke studiedag van de Belgische en Nederlandse Vereniging voor Milieurecht op vrijdag 13 september 1991 te Antwerpen, 15) en een zeer omvangrijke literatuur over het onderwerp (zie o.m.,artikel21 Interimwet Bodemsanering. Annotaties en jurisprudentie" (KOEMAN, J. ed.), Vereniging voor Milieurecht, W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle, 1990 en referenties aldaar). 11

6 zorgen dat zij een voldoende verhaal hebben op hun rechtsvoorganger voor het geval de bodem verontreinigd blijkt te zijn. Dit artikel schetst eerst de bevoegdheid van de overheid om bodemsaneringswerken te ondernemen of op te leggen (II). Nadien komt de aansprakelijkheid voor de kosten van de saneringsmaatregelen aan de orde (III). De algemene regelen ter zake worden gei:ilustreerd aan de hand van een korte beschrijving van de rechtspositie van de belangrijkste betrokkenen (IV). Tot slot volgt een korte toelichting bij een voorontwerp van decreet in verband met bodemsanering dat werd opgesteld door de lnteruniversitaire Commissie tot Herziening van het Milieurecht in het Vlaamse Gewest (V). II. DE BEVOEGDHEID VOOR DE OVERHEID OM BODEMSANERING TE BEVELEN OF UIT TE VOEREN, DE AARD VAN DE MOGELIJKE MAA TRE GELEN 5. In een aantal gevallen saneren ondernemers vrijwillig gronden die zij vervuilden of in bezit hebben. Dit is dikwjjls de goedkoopste marrier die ook de minste verstoring meebrengt van de normale bedrijfsactiviteiten. Meestal echter is het de overheid die de sanering verplicht stelt of haar ambtshalve uitvoert. Dit laatste is zeker het geval indien de exploitant van de inrichting waar de vervuiling plaats vond insolvabel is. De tussenkomst van de overheid op dit vlak stelt talrijke problemen. Er is op de eerste plaats de vraag of zij wei bevoegd is saneringsmaatregelen te treffen. Deze vraag wordt in dit tweede hoofdstuk behandeld. Men zal zien dat er een veelheid is van instanties die in zeer uiteenlopende omstandigheden even verschillende dwangmaatregelen kunnen treffen op grond van rechtsregelen die geen van allen een aangepast antwoord bieden op de problematiek van de bodemsanering. De hoofdrol wordt gespeeld door OV AM die sinds kort een quasi-discretionaire bevoegdheid heeft om tot bodemsanering over te gaan en ook over de nodige financiele middelen zal beschikken om haar activiteiten te prefinancieren. Hierna wordt eerst een overzicht gegeven van de organen van de 12

7 uitvoerende macht die bevoegd zijn om dwangmaatregelen(12) inzake bodemsanering op te leggen of door te voeren. Nadien komen een aantal gevallen aan de orde waarin een rechter bevoegd is om bodemsanering te bevelen. A. Bodemsanering bevolen of uitgevoerd door een bestuursorgaan 1. De burgemeester 6. De Nieuwe Gemeentewet kent de burgemeester een vrij brede bevoegdheid toe om veiligheidsmaatregelen te treffen wanneer de volksgezondheid bedreigd is, hetgeen het gevolg kan zijn van bodeniverontreiniging. De autonome bevoegdheid van de burgemeester, wordt echter in ruime mate beperkt door bijzondere milieuwetgeving die de gemeenten in het kader van het medebewind betrekt bij de uitvoering van nationale en gewestelijke opdrachten. Het moet overigens benadrukt worden dat de gemeenten slechts over beperkte financiele middelen beschikken om zelf tot bodemsanering over te gaan. Veelal zullen zij een beroep doen op de civiele bescherming of op OVAM. a) De Nieuwe Gemeentewet 7. De burgemeester kan veiligheidsmaatregelen opleggen of ambtshalve Iaten uitvoeren op grond van art. 133 en 135 van de Nieuwe Gemeentewet. Deze belasten hem met de uitvoering van de wetten, in het bijzonder van de politiewetten(13). Hij kan dus op de eerste plaats optreden in het kader van de eigen politiebevoegdheden die aan de gemeenten toegekend worden door art. 135 N. Gem. W. Zo moet de gemeente voorzien in een goede politie,,met name over de (12) Wij maken hierbij geen onderscheid naargelang het gaat om een eigenlijke veiligheidsmaatregel dan wei een administratieve sanctie. Over het onderscheid, zie, DEKETELAERE, K.,,Administratiefrechtelijke handhaving van de milieuwetgeving in het Vlaamse gewest", Jura Falconis, ,219 en verwijzingen aldaar;,voorontwerp Veiligheidsmaatregelen, Memorie van Toelichting" (BoBs, M. en DEKETELAERE, K., in Voorontwerp van kaderdecreet milieuhygiene, Verslag van de werkzaamheden van de Interuniversitaire Commissie voor de herziening van het milieurecht (BocKEN, H. en VERBEEK, P., ed.), Gent, Seminarie voor Milieurecht, 1991, 287). Deze Iaatste stu die geeft ook een overzicht van de veiligheidsmaatrege Ien die mogelijk zijn in het kader van het milieurecht in het Vlaarnse Gewest. (13) Ter uitvoering van deze bepalingen, kan de burgerneester bevelen geven en bepaalde handelingen verbieden. Indien er verzet is tegen de uitvoering van een rechtrnatig politiebevel, kan hij arnbtshalve rnaatregelen treffen die nodig zijn om de uitvoering van de wetten te verzekeren, DuJARDIN, J. e.a., Praktisch Handboek voor Gemeenterecht, Die Keure, 1988, 219. Indien nodig kan de burgerneester de bijstand vragen van de politie of de rijkswacht. Onder zekere ornstandigheden kan hij beroep doen op de diensten van de Civiele Bescherrning. Hij kan ook de bijstand vragen van andere overheidsbesturen zoals OVAM en kan prive-firrna's inschakelen. 13

8 zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en rust op openbare wegen.en plaatsen en in openbare gebouwen" (art. 135, 2 ) en,het nemen van de passende maatregelen om rampen en plagen, zoals brand, epidemieen en epizootieen te voorkomen en het verstrekken van de nodige hulp om ze te doen ophouden" (art. 135, 5 ). Op grond van art. 133, gecombineerd met art. 135, N. Gem. W., wordt de burgemeester een algemene bevoegdheid toegeschreven om alle maatregelen te nemen met een individuele of bijzondere draagwijdte die tot doel hebben om binnen de gemeente de openbare rust, veiligheid of gezondheid te waarborgen(14). De burgemeester kan dus ook maatregelen nemen naar aanleiding van bodemverontreiniging, op voorwaarde dat deze een bedreiging oplevert voor de openbare veiligheid of gezondheid. In de praktijk zal het dus gaan om een bedreiging van de volksgezondheid; de openbare veiligheid in de enge zin van het woord wordt normalerwijze niet in gedrang gebracht door bodemverontreiniging. De Nieuwe Gemeentewet bevat echter geen enkele aanduiding die toelaat een antwoord te geven op de vraag wanneer bodemverontreiniging de gezondheid bedreigt en welke maatregelen zij vereist. 8. De bevoegdheden die de gemeentewet toekent aan de burgemeester, kunnen bij wet of decreet beperkt of uitgebreid worden. Dit wordt bevestigd door art. 135 N. Gem. W. De beperking van de gemeentelijke bevoegdheden kan expliciet zijn, maar is meestal impliciet. Dit laatste is het geval wanneer een wet of decreet en de op grond van deze laatste vastgestelde uitvoeringsbesluiten een op zichzelf staand gedetailleerd en systematisch uitgewerkt geheel vormen waaruit blijkt dat het centraal bestuur zich de regeling van de betrokken aangelegenheid heeft voorbehouden(15). Anderzijds hebben de nationale en de regionale wetgever de gemeenten bijkomende opdrachten gegeven, ter uitvoering van wetgeving van regionaal of nationaal belang. Hier is er sprake van medebewind. Meestal gaat dit medebewind gepaard met een impliciete beperking van de autonome bevoegdheid van de gemeentelijke organen. Een overzicht van de bevoegdheden van de burgemeester vereist dus ook een onderzoek van de bijzondere wetgeving. (14) MAST, A., ALEN, A., DUJARDIN, J., Overzicht van het Belgisch administratief recht, 1989, 440. (15) MAsT, A., ALEN, A., DuJARDIN, J., Overzicht van het Be/gisch administratief recht, 1989,

9 b) De bevoegdheid van de burgemeester in het kader van het Milieuvergunningsdecreet 9. Art. 31, 3 van het Milieuvergunningsdecreet van 28 juni 1985 laat de burgemeester toe om de stopzetting te bevelen van een activiteit (... ), en, zo nodig, de voorlopige sluiting van een deel van een inrichting op te leggen in geval van dreigend of ernstig gevaar voor de mens en het leefmilieu en wanneer de exploitant weigert gevolg te geven aan de schriftelijk gegeven onderrichtingen. Art. 31, 1 en 2 geeft hem gelijksoortige bevoegdheden indien een inrichting zonder vergunning geexploiteerd wordt evenals bij bepaalde overtredingen door de exploitant van inrichtingen van tweede of derde klasse(16). De burgemeester kan deze maatregelen evenwel enkel treffen op advies van de bevoegde ambtenaren van het Vlaamse Gewest. De getroffen maatregel moet gemotiveerd zijn. Een afschrift van de beslissing wordt binnen de vijf dagen bij aangetekende brief ter kennis gebracht van de exploitant. Een afschrift wordt verzonden aan de bevoegde ambtenaren. Deze bepaling biedt weinig mogelijkheden in het kader van de eigenlijke bodemsanering, vooral gezien de hoofdzakelijk preventieve aard van de maatregelen die kunnen getroffen worden. Het Milieuvergunningsdecreet maakt een sluitende politieregeling uit. Het beperkt de burgemeester in zijn bevoegdheid om ambtshalve op te treden op grond van art. 133 N. Gem. W. Ten aanzien van aan het decreet onderworpen inrichtingen kan de burgemeester meer bepaald enkel optreden,op advies" van de ambtenaren van AMI NAL. c) De bevoegdheid van de burgemeester krachtens het Grondwaterdecreet 10. Art. 13 van het Grondwaterdecreet van 24 juni 1984laat allerlei administratieve dwangmaatregelen toe ter bescherming van het grondwater. De ambtenaren aangewezen door de Vlaamse Executieve kunnen voorlopig het gebruik verbieden van inrichtingen en toestellen die wegens hun bouw of gebrekkige werking niet kunnen functioneren overeenkomstig het decreet en zijn uitvoeringsbesluiten; zij kunnen de inrichtingen en toestellen verzegelen en aile maatregelen nemen, die in de gegeven omstandigheden noodzakelijk zijn voor de bescherming van het grondwater. De ambtenaren kunnen (16) Deze bepalingen worden herhaald in het B. VI. Ex. van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaamse reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM), art

10 voor de vervulling van hun opdracht de bijstand van de gemeentelijke overheid vorderen. Zij kunnen die overheden eveneens verzoeken om de vereiste dringende maatregelen te nemen bij verontreiniging van het grondwater. Indien de gemeentelijke overheid in gebreke blijft of bij dreigend gevaar, nemen de ambtenaren de passende maatregelen of doen zij de nodige opeisingen. Deze bepaling is in vele opzichten onduidelijk. Welke ook de interpretatie is die men eraan geeft, men moet vaststellen dat het Grondwaterdecreet een vergelijkbaar effect heeft op de autonome bevoegdheid van de burgemeester als het Milieuvergunningsdecreet. Aan de ene kant legt het hem de verplichting op zijn medewerking te verlenen aan de ambtenaren van AMINAL. Anderzijds vormt het met zijn uitvoeringsbesluiten een sluitende politieregeling die de autonome bevoegdheid van de burgemeester beperkt(17). Art. 13 van het Grondwaterdecreet zou overigens in de praktijk weinig of geen toepassing vinden. d) De bevoegdheid van de burgemeester in het kader van de Wet op de giftige afval 11. Volgens art. 18 van de Wet van 22 juli 1974 op de giftige afval, kunnen de gouverneur en de burgemeester van de gemeente waar giftige afval wordt aangetroffen die een ernstige bedreiging vormt, de afval doen overbrengen naar een door de Minister, tot wiens bevoegdheid de Arbeid behoort, aangewezen plaats. De burgemeester of de gouverneur kunnen voertuigen en bestuurders opeisen en kunnen een beroep doen op het Ieger, de rijkswacht en de civiele bescherming. De overbrengingskosten zijn ten laste van degenen die in het bezit zijn van de giftige afval. Opdat de burgemeester op grond van art. 18 van de Wet van 22 juli 1974 zou kunnen optreden moet het om giftige afval gaan in de zin van de Wet van 22 juli 1974 en moet deze afval een ernstige bedreiging vormen. De toepassingsvoorwaarden zijn dus vrij streng. Op grond van de Wet Giftige Afval kan de burgemeester dus niet optreden indien de bodemverontreiniging het gevolg is niet van het achterlaten van afval, maar van een accidentele lozing van grondstof- (17) De afhankelijkheid van de burgemeester van de gewestelijke overheid wordt nog versterkt door de laatste alinea van art. 13:,,AI deze maatregelen houden op gevolg te hebben na verloop van dertig dagen, indien ze binnen deze termijn niet bekrachtigd zijn door de Vlaamse Executieve''. In de veronderstelling dus dat de burgemeester, op vraag van AMINAL bodemsaneringsmaatregelen zou bevelen, vervalt het bevel indien het niet binnen de dertig dagen bevestigd is door de Vlaamse Executieve. In feite is het dus. de Vlaamse Executieve die het laatste woord heeft. 16

11 fen (een lekkende tank bv.)(18). Ook de grond waarin de afval bedolven werd valt niet als dusdanig onder het begrip afval. Neemt men zich evenwel voor vervuilde grond te verwijderen of doet men dit, dan wordt deze een afvalstof. Van belang is ook dat de Wet Giftige Afval wellicht geen toepassing vindt op afval geproduceerd voor het van kracht worden van de wet(19). Ook de Wet Giftige Afval vormt een sluitende politieregeling. De gemeenrechtelijke bevoegdheid van de burgemeester wordt dus beperkt tot datgene wat de Wet op de giftige afval hem toelaat. e) De bevoegdheid van de burgemeester in het kader van het Afvalstoffendecreet. 12. Het Afvalstoffendecreet van 2 juli 1981 maakt veiligheidsmaatregelen mogelijk naar aanleiding van de aanwezigheid van afvalstoffen. De burgemeester kan zich beroepen op art. 54:,de gouverneur van de provincie of de burgemeester van de gemeente waar de afvalstoffen werden achtergelaten of worden aangetroffen in overtreding van dit decreet of van de uitvoeringsbesluiten ervan, kunnen de verwijdering ervan bevelen en alle nodige maatregelen hiertoe nemen". Op grond van dit artikel kunnen er uiteraard slechts veiligheidsmaatregelen getroffen worden indien er afvalstoffen in de zin van het decreet aanwezig zijn en deze aanwezigheid het gevolg is van een overtreding van het decreet. Dat het om afval moet gaan, houdt, net zoals bij de Wet op de giftige afval, talrijke beperkingen in(20). Ook hier lijkt het vereist dat het gaat om afval die werd achtergelaten na de inwerkingtreding van het decreet(21). In het kader van art. 54 van het decreet kan de burgemeester,de verwijdering'' van de afval bevel en,,en aile hiertoe nodige maatregelen" nemen.,verwijdering" in de zin van het decreet betekent, aldus art. 3,,het ophalen, sorteren, vervoeren en behandelen van afvalstoffen alsmede het opslaan en storten daarvan op of in de (18) Zie ook GILLE, M., o.c., Jura Fa/c., , 511. (19) BOCKEN, H.,,Aansprakelijkheid voor schade door milieuverontreiniging naar Belgisch recht'', in BocKEN, H. en R YCKBOST, D. ( ed. ), Verzekering van Milieuschade, Story-Scientia, 1991, 72. (20) Zie nr. 11. Verder sluit art. 4, c, afvalwater uit het toepassingsgebied van het decreet. Residu's van afvalwater kunnen dus wellicht niet verwijderd worden op grond van het decreet. (21) Volgens art. 3 is een afvalstof,elke stof... waarvan de houder.zich wil ontdoen, zich moet ontdoen of zich ontdoet krachtens dit decreet... ". Volgens de normale beginselen van de werking in de tijd van de wet, moet het zich ontdoen, zich willen of moeten ontdoen van de afval gesitueerd zijn na het in werking treden van het decreet. 17

12 't.dem; de verwerking noodzakelijk voor hergebruik, het terugwinnen en de recycling of het regenereren van afvalstoffen". De burgemeester heeft dus een brede waaier van mogelijkheden. Ook het Afvalstoffendecreet vormt een sluitende politieregeling die de gemeenrechtelijke bevoegdheid van de burgemeester beperkt maar hem wel betrekt bij het gewestelijk beleid in het kader van het medebewind. 2. De gouverneur a) Het gemeen recht 13. De bevoegdheid van de gouverneur op basis van art. 128 van de Provinciewet situeert zich op het vlak van de handhaving van de openbare rust en de orde in de provincie, de veiligheid van de personen en van de eigendommen(22). De openbare orde zal evenwel zelden in het gedrang komen bij bodemverontreiniging. De tussenkomst van de gouverneur in deze materie is dan ook meestal gebaseerd op bijzondere wetgeving. In de praktijk hebben ook de gouverneurs overigens weinig of geen financiele middelen voor bodemsanering. De provinciale diensten gaan dan ook zelden zelf over tot eigenlijke saneringsmaatregelen. Wanneer er zich een probleem voordoet van enige omvang doen zij meestal beroep op OVAM of de Civiele Bescherming(23). b) De bevoegdheid van de gouverneur op grond van de Wet van 22 juli 1974 op de giftige afval 14. Op grond van art. 16 van de Wet van 22 juli 1974 mag de provinciegouverneur achtergelaten giftige afval doen verpakken of in beslag nemen. Hij mag doen overgaan tot de vernietiging, neutralisering of wegwerking ervan. Hij kan gelijkaardige maatregelen nemen ten aanzien van afval die het voorwerp heeft uitgemaakt van andere verrichtingen in strijd met de wet. De kosten van deze operaties vallen ten laste van de aansprakelijke persoon. Art. 17 laat de gouverneur toe de installaties nodig voor de wegwerking van de giftige afval op te eisen. Ook bier zijn de toepassingsvoorwaarden (22) MAST, A., ALEN, A., DUJARDIN, J., Overzicht van het Belgisch administratiejrecht, lle druk, Brussel, Story-Scientia, 1989, 346. (23) Voor een voorbeeld, zie het jaarverslag van OVAM, 1989, 41. Hier vordert de gouverneur op grond van art. 16 van de Wet op de giftige afval de tussenkomst van OVAM en van de Civiele Bescherming om vaten met giftige afval te verwijderen en te bemonsteren. 18

13 dus beperkt door de eis dat de bodemverontreiniging het gevolg is van de aanwezigheid van giftige afval(24). Op grond van art. 16 kan de gouverneur evenwel een ruime waaier van maatregelen treffen. Hij kan de afval doen verpakken, in beslag nemen, vernietigen, neutraliseren of wegwerken. 15. Indien er giftige afval wordt aangetroffen die een ernstige bedreiging vormt, heeft de gouverneur op grond van art. 18 van de wet dezelfde bevoegdheden als de burgemeester. Er wordt dan ook verwezen naar wat hierover hoger gezegd werd(25). c) De bevoegdheid van de gouverneur op grond van het Afvalstoffendecreet 16. Indien afval wordt aangetroffen in strijd met het Afvalstoffendecreet van 2 juli 1981, kan de gouverneur dezelfde maatregelen treffen als de burgemeester(26) en dit op grond van art. 54 van het decreet. 3. Het Bestuur van de Civiele Bescherming 17. Het Bestuur van de Civiele Bescherming speelt een belangrijke rol bij milieusaneringswerken ailerhande. Overeenkomstig de Wet van 31 december 1963 en het K.B. van 23 juni 1971 (art. 2) zijn de diensten van de civiele bescherming en de gemeentelijke brandweer wettelijk verplicht ambtshalve veiligheidsmaatregelen te treffen bij,catastrofen". Het begrip,catastrofe" omvat,... een toevailige vrij ernstige besmetting of bezoedeling, welke een omvangrijk gebied treffen, en in het algemeen aile ongevailen die het verlies van veel mensenlevens of aanzienlijke materiele schade veroorzaken of kunnen veroorzaken". Schade aan de menselijke gezondheid is dus niet vereist; aanzienlijke materiele schade kan volstaan. De dreiging van een catastrofe is uiteraard voldoende. Indien het daarentegen gaat om een,schadegeval", waaronder begrepen een,breuk in een Ieiding of een reservoir, en een verkeersongeval dat het inzetten van speciale middelen noodzakelijk maakt", treedt de civiele bescherming op indien de plaatselijke besturen niet over voldoende of aangepaste middelen beschikken. V ereist het evenement het inzetten van middelen die behoren niet aileen tot de civiele bescherming maar (24) Zie nr. 11. (25) Zie nr. 11. (26) Zie nr

14 ook tot andere bestuursniveau's, dan wordt de operatie gecoordineerd door de gouverneur van de provincie. De civiele bescherming kan ook door een ander bestuur worden opgeroepen om milieuverontreiniging te bestrijden. Dit is mogelijk in het kader van art. 2 van het K.B. van 23 juni 1971 bij,schadegevallen". Art. 18 van de Wet van 22 juli 1974 op de giftige afval machtigt de burgemeester en de gouverneur beroep te doen op de civiele bescherming wanneer giftige afval een ernstige bedreiging vormt. In de gevallen waar de civiele bescherming ter hulp geroepen wordt door de plaatselijke besturen, worden de grenzen waarbinnen zij kan optreden uiteraard bepaald door de bevoegdheid van de overheid op wier verzoek zij optreedt. 18. Er is geen twijfel dat bodemverontreiniging een,catastrofe" in de zin van de wetgeving op de civiele bescherming kan uitmaken. In het verleden is de civiele bescherming overigens reeds meer dan eens opgetreden naar aanleiding van belangrijke en urgente gevallen van milieuverontreiniging. Inzake vervuiling door afvalstoffen was de Civiele Bescherming actief, niet aileen in Wallonie en Brussel(27) maar ook in het Vlaamse Gewest, meestal dan in coordinatie met of op vraag van de gouverneur of OV AM. Er zijn geen precieze normen met betrekking tot de gevallen waarin de civiele bescherming kan optreden en welke maatregelen zij kan treffen. Ook wat de aard van de te treffen maatregelen betreft, geven de teksten geen aanduidingen. Het bestuur moet zelf beoordelen wat er moet gedaan worden om het gevaar te keren. 4. De Administratie Milieu, Natuur en Landinrichting van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap a) De bevoegdheid van AMINAL op grond van het Milieuvergunningsdecreet 19. Op grond van art. 32, 1 van het Milieuvergunningsdecreet, kunnen de ambtenaren van AMINAL veiligheidsmaatregelen treffen,in geval van dreigend of ernstig gevaar voor het leefmilieu en wanneer de exploitant weigert gevolg te geven aan de schriftelijk gegeven onderrichtingen". In dit geval (en ook bij overtreding van de exploitatievoorwaarden) kunnen de ambtenaren,,de stopzetting (27) Zie o.m. Corr. Hoei, 29 juni 1972, niet gepubl., nr. 361 AR en 29 september 1972, niet gepubl., nr. 432 AR; Luik, 9 maart 1973, niet gepubl., nr. 470; Corr. Hoei, 16 mei 1980, nr 251 AR, niet gepubl.; Luik, 26 maart 1981, nr. 683 AR, niet gepubl. 20

15 bevelen van een activiteit binnen de termijn die zij bepalen en, zo nodig, de voorlopige sluiting van een deel van de inrichting opleggen.,wordt binnen de gestelde termijn geen gevolg gegeven aan de maatregelen en bevelen", dan kunnen de ambtenaren de nodige maatregelen ambtshalve doen uitvoeren, op kosten en risico van de exploitant van de inrichting op wie ze worden toegepast. Een aantal procedurevoorschriften moet worden nageleefd. De beslissing moet gemotiveerd zijn (art.33, 1). Zij moet binnen de vijf dagen per aangetekende brief ter kennis gebracht worden van de exploitant. Een afschrift van de beslissing wordt gezonden aan de burgemeester en aan de Vlaamse Executieve (art. 33, 2). Art. 35 van het decreet preciseert de bevoegdheden van ambtenaren voor het geval de vergunningsvoorwaarden ontoereikend blijken te zijn. In dit geval,kunnen de ambtenaren in aile inrichtingen aile maatregelen voorschrijven die zij nodig achten om een einde te steilen aan de tekortkomingen die zij vaststeilen en als gevaar beschouwen voor de mens en het leefmilieu. Zij kunnen daartoe, zonder uitstel, het gebruik van een machine, een produkt of enig materieel, en de toegang tot een bepaalde ruimte tijdelijk verbieden en het tijdelijk stopzetten bevelen van elke activiteit, wanneer de exploitant weigert gevolg te geven aan de gegeven onderrichtingen"(28). AMINAL heeft dus brede bevoegdheden om preventieve maatregelen te treffen. Maatregelen die specifiek gericht zijn op bodemsanering lijken echter niet mogelijk op grond van het Milieuvergunningsdecreet. b) De bevoegdheid van AMINAL op basis van het Grondwaterdecreet 20. Hoger werd reeds besproken in welke mate art. 13 van het Grondwaterdecreet de ambtenaren van AMINAL toelaat de burgemeester te betrekken bij de uitvoering van de veiligheidsmaatregelen die zij nodig achten. Voor wat de maatregelen betreft die de ambtenaren kunnen treffen op grond van art. 13 alinea 1, kan dan ook verwezen worden naar wat hoger gezegd werd(29). De ambtenaren kunnen de burgemeester verzoeken op te treden of kunnen ook de hoger genoemde maatregelen zelf treffen. AMINAL brengt de gouverneur onmiddellijk op de hoogte van de getroffen maatregelen. (28) De geciteerde bepalingen van het Milieuvergunningsdecreet zijn overgenomen in art. 66 tot 69 VLAREM. (29) Zie nr

16 Deze houden op uitwerking te hebben indien zij niet binnen de dertig dagen bekrachtigd zijn door de Vlaamse Executieve. Hoewel de eerste alinea van artikel 13 een eigen optreden van de ambtenaren niet uitsluit, stelt alinea 2 dat zij de passende maatregelen nemen of de nodige opeisingen doen,indien de gemeentelijke overheid in gebreke blijft". Dezelfde alinea geeft de ambtenaren ook de bevoegdheid veiligheidsmaatregelen te nemen,, bij dreigend gevaar''. Het is niet duidelijk wat dit laatste toevoegt aan de eerste alinea van art. 13 die de veiligheidsmaatregelen reeds afhankelijk stelt van gevaar voor of actuele verontreiniging van het grondwater. Ook is het de vraag of het optreden van de ambtenaren hier afhankelijk is van de vaststelling van een overtreding of niet. De voorbereidende werken bieden geen uitweg. c) De bevoegdheid van AMINAL op grond van de Wet op de giftige afval van 22 juli Art. 53 van het Decreet Bestuurlijk Beleid van 12 december 1990 belast het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap AMINAL,,met de taken inzake vergunningen en inspectie'' bepaald in de Wet Giftige Afval van 22 juli Deze bevoegdheden worden OVAM ontnomen door de wijziging van art. 13, 1, 5 en de opheffing van art. 13, 1, 7 van het Afvalstoffendecreet (dit laatste maakte OV AM bevoegd voor de administratieve en controletaken die uit de Wet van 1974 voortvloeien op gewestelijk vlak). Voor wat de bevoegdheid van AMINAL betreft om veiligheidsmaatregelen te treffen bij bodemverontreiniging is de vraag echter wat de betekenis is van,de taken inzake inspectie". De Wet van 22 juli 1974 spreekt immers nergens over,,inspectie''. Er is wei een hoofdstuk over,toezicht"; de bepalingen over veiligheidsmaatregelen staan echter in het hoofdstuk,algemene bepalingen"... Een doelgerichte interpretatie leidt tot het besluit dat AMINAL nu de bevoegdheden heeft die OVAM kon uitoefenen op grond van art. 13, 1, 7 van het Afvalstoffendecreet (,de administratieve en controletaken die uit de Wet voortvloeien op gewestelijk vlak"). Gezien enkel de gouverneur en de burgemeester in het kader van de Wet Giftige Afval een bijzondere bevoegdheid hebben om veiligheidsmaatregelen te nemen, kan men stellen dat AMINAL deze bevoegdheid niet heeft, ook niet na het Decreet Bestuurlijk Beleid. 22. Ook art. 55 van het Decreet Bestuurlijk Beleid lijkt van belang. Dit voegt een art. 41bis toe aan het Decreet van 28 juni

17 betreffende de Milieuvergunning. Hierdoor wordt een art. 6bis in de Wet Giftige Afval ingevoegd. Dit bepaalt dat de vergunningen voor de verwerking van giftige afval vereist door de Wet van 22 juli 1974 worden verleend overeenkomstig de procedure van het Milieuvergunningsdecreet. Van groot belang is de laatste zin:,de inbreuken met betrekking tot deze vergunning worden opgespoord, vervolgd en bestraft" overeenkomstig het Milieuvergunningsdecreet. Indien de aanwezigheid van giftige afval een overtreding zou uitmaken van een bepaling uit de Wet Giftige Afval met betrekking tot de vergunning voor het verwijderen van giftige afval, zou de opsporing, vervolging en bestraffing van deze inbreuk dus moeten geschieden overeenkomstig de procedure van het Milieuvergunningsdecreet en niet overeenkomstig deze van de Wet Giftige Afval. Dit is relevant voor de hier behandelde materie in zover,het opsporen, vervolgen en bestraffen" van inbreuken ook zou omvatten het treffen van veiligheidsmaatregelen. Deze interpretatie is evenwel niet verdedigbaar bij een normale uitleg van de gebruikte bewoordingen. Op deze plaats moet dus niet verder ingegaan worden op art. 55 van het Decreet Bestuurlijk Beleid. d) De bevoegdheid van AMINAL op grond van het Afvalstoffendecreet 23. Art. 53 en 55 van het Decreet Bestuurlijk Beleid bevatten gelijkaardige bepalingen ten aanzien van het Afvalstoffendecreet als ten aanzien van de Wet Giftige Afval. De taken inzake vergunningen en inspectie worden onttrokken aan OVAM en toegekend aan AMI NAL. Gezien OV AM zijn bevoegdheid overeenkomstig het (gewijzigde) art. 21, 2, c, behoudt en voor het overige enkel de gouverneur en de burgemeester veiligheidsmaatregelen kunnen treffen in het kader van het Afvalstoffendecreet, wordt er ook hier blijkbaar geen bevoegdheid tot het nemen van bodemsaneringsmaatregelen aan AMINAL toegekend. Verder worden ook de vergunningen in het kader van het Afvalstoffendecreet na het Decreet Bestuurlijk Beleid verleend overeenkomstig de procedure van het Milieuvergunningsdecreet. De opsporing, vervolging en bestraffing van de bepalingen betreffende vergunningen verloopt dus ook overeenkomstig de bepalingen van het Milieuvergunningsdecreet. Gezien,opsporing van misdrijven" niet het treffen van veiligheidsmaatregelen omvat, verandert er ook hier niets. 23

18 5. De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) 24. OV AM speelt sinds haar oprichting een centrale rol in het beleid inzake afvalstoffen in het Vlaamse Gewest. De bevoegdheden van OVAM werden ingrijpend gewijzigd door art. 53 en vlg. van het Decreet Bestuurlijk Beleid van 12 december Meer bepaald verliest de maatschappij haar bevoegdheden in verband met de vergunningen en de inspectie in het kader van de Wet Giftige Afval en van het Afvalstoffendecreet, behoudens voor wat betreft het toezicht op,de melding, de afgifte, de aangifte en de heffingen". De bevoegdheden van OV AM in verband met de verwijdering van afval en de sanering van vervuilde bodems werden echter sterk uitgebreid. Volgens art. 13, 1, 3 van het decreet heeft de maatschappij tot taak,het ambtshalve verwijderen van afvalstoffen van een industriele onderneming die zich in het geval bevindt als bedoeld in art. 21, 2, c. De vroegere tekst van dit artikel bepaalde dat het moest gaan om een onderneming die haar verplichtingen in het kader van het Afvalstoffendecreet niet was nagekomen. De betrokken passage van artikel 21 werd evenwel ingrijpend gewijzigd door art. 55 van het Decreet Bestuurlijk Beleid. Zij luidt nu:,de afvalstoffenmaatschappij kan ambtshalve de afvalstoffen van een onderneming verwijderen en de verontreinigde bodems en buiten gebruik gestelde industriele installaties, die een risico inhouden voor het leefmilieu en de volksgezondheid, saneren in geval na behoorlijke ingebrekestelling door de afvalstoffenmaatschappij of door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, de ingebrekegestelde heeft nagelaten de opgelegde maatregelen te treffen of de opgelegde werken uit te voeren binnen de opgelegde termijn. De ambtshalve sanering vindt plaats op kosten van de,ingebrekeblijvende". De Vlaamse Executieve kan nadere regels bepalen voor de uitvoering van deze bepalingen". Art. 13, par. 8, laat OVAM verder toe,iedere maatregel van afvalstoffenverwijdering'' te nemen,,die nodig is in de gevallen van dringende noodzakelijkheid en niet voorzien is in het plan''. Het Decreet Bestuurlijk Beleid voegt ook nog een 12 toe aan art. 13, 1 van het Afvalstoffendecreet. Dit maakt OV AM bevoegd tot het,identificeren, inventariseren en onderzoeken van verontreinigde bodems en buiten gebruik gestelde industriele installaties, die een risico inhouden voor het leefmilieu en de volksgezondheid, en de ambtshalve sanering ervan''. Het Decreet Bestuurlijk Beleid wijzigt de regelen betreffende bodemsanering door of op initiatief van de overheid dus fundamenteel. De breedste bevoegdheid van OVAM volgt nu uit art. 21, 2, c. Een 24

19 gedetailleerd onderzoek van de andere bepalingen die OV AM bevoegd maken tot bodemsanering over te gaan is dus niet nodig. 25. De gevallen waarin kan opgetreden worden zijn zeer beknopt aangegeven in de nieuwe tekst van art. 21, 2, c. In elk geval is de ambtshalve sanering door OVAM nu niet meer afhankelijk van de aanwezigheid van afval in de zin van het decreet of van giftige afval in de zin van de Wet van 22 juli De vraag is enkel of de verontreinigde gronden of installaties een,,risico voor het leefmilieu en de volksgezondheid" opleveren. Verdere criteria zijn er niet. Wei kan het Vlaamse Gewest nadere regelen stellen. Dit is evenwel niet noodzakelijk om de betrokken bepalingen te kunnen toepassen. Volgens de tekst moet er een risico zijn voor het leefmilieu en de volksgezondheid. Het is niet duidelijk of het de bedoeling van de wetgever was risico voor het leefmilieu en de volksgezondheid als cumulatieve voorwaarden te stellen voor het optreden van OVAM. De voorbereidende werken bevatten hierover geen relevante gegevens. Het nieuwe art. 21 zegt niets over de aard van de maatregelen die kunnen getroffen worden ter sanering van de vervuilde gronden. Het bevat wel een aantal procedureregelen. OVAM kan enkel overgaan tot ambtshalve sanering van verontreinigde bodems of buiten gebruik gestelde industriele installaties indien de betrokkene door OV AM of het Ministerie van het Vlaamse Gewest in gebreke gesteld werd en hij heeft nagelaten de opgelegde maatregelen te treffen of de opgelegde werken uit te voeren binnen de opgelegde termijn. Hier rijzen evenwel een aantal belangrijke en moeilijk op te lassen vragen, meer bepaald naar aanleiding van de verwijzing naar de ingebrekestelling. Er wordt niet aangeduid wie moet in gebreke gesteld worden. In elk geval moet het gaan om iemand die zeggenschap heeft over wat er met de verontreinigde grand gebeurt. Zowel de eigenaar als de exploitant komen dus in aanmerking. Verder maakte de vroegere tekst van art. 21, 2, c, OVAM bevoegd over te gaan tot ambtshalve verwijdering van de afvalstoffen van een onderneming indien deze, na ingebrekestelling, heeft nagelaten de haar bij of krachtens het Afvalstoffendecreet opgelegde verplichtingen na te komen. Het ging hier dus over gevallen waar er een overtreding van het decreet was. Een mogelijke interpretatie zou dus zijn dat het nieuwe art. 21, 2, c pas kan toegepast worden bij verontreiniging die is tot stand gekomen in overtreding van het Afvalstoffendecreet. Deze uitleg is echter niet verdedigbaar. De 25

20 verwijzing naar de overtreding van het decreet viel immers weg in art. 21, 2, c. Zij komt ook niet voor in het nieuwe art. 13, 12. Vereist is enkel dat de ingebrekegestelde heeft nagelaten,,de opgelegde maatregelen te treffen of werken uit te voeren''. Een verwijzing naar het Afvalstoffendecreet zou overigens geen zin hebben met betrekking tot bodemverontreiniging die niet aan afval te wijten is, nu het decreet zelf enkel voorschriften inhoudt met betrekking tot de verwijdering van afval. Als er sprake is van het naleven van de,opgelegde maatregelen" dan lijkt het er dus op dat het gaat om de maatregelen opgelegd in de ingebrekestelling zelf. Art. 21, 2, c, wordt aldus van toepassing op aile verontreinigde bodems en buiten gebruik gestelde industriele installaties, zodra deze een risico inhouden voor het leefmilieu en de volksgezondheid. Uit hetgeen voorafgaat blijkt dat OV AM een quasi-discretionaire bevoegdheid krijgt om te bepalen wanneer een bodem moet gesa~ neerd worden in het Iicht van een risico voor milieu en volksgezond~ heid. Ook de aard van de te treffen maatregelen wordt aan OV AM overgelaten. De maatschappij moet haar standpunt in een ingebrekestelling mededelen aan de betrokkene. Doet deze niet wat hem opgelegd wordt, dan kan OV AM ambtshalve saneren. Dat dit een zeer rudimentaire regeling is van de problematiek van de bodemsanering is een eufemisme(30). 6. Administratieve prakti}k. Normen van behoorlijk bestuur 26. Er zijn dus talrijke regelen op grond waarvan, al naargelang de concrete situatie, een of ander overheidsorgaan maatregelen kan treffen naar aanleiding van bodemverontreiniging in het Vlaamse Gewest. Hoewel er samenlopende bevoegdheden zijn, is de rol van OV AM doorslaggevend. Verder blijkt onze wetgeving op dit ogenblik zeker niet te beantwoorden aan de complexiteit van het probleem. Zowel voor de evaluatie van de ernst van de situatie, de gevallen waarin kan opgetredert (30) Voor kritische bedenkingen, zie o.m. BocKEN, H.,,De redactie privaat. Wat wij zelf doen, doen wij beter", T.P.R., 1991, 277; 26

ONTWERP VAN DECREET. tot regeling van het handhavingsbeleid in de toeristische logiessector TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

ONTWERP VAN DECREET. tot regeling van het handhavingsbeleid in de toeristische logiessector TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING Zitting 2006-2007 4 juli 2007 ONTWERP VAN DECREET tot regeling van het handhavingsbeleid in de toeristische logiessector TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING Zie: 1208 (2006-2007) Nr. 1: Ontwerp

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 1025 GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE N. 2008 92 VLAAMSE OVERHEID [C 2007/37387]

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST MONITEUR BELGE 09.10.2007 BELGISCH STAATSBLAD 52693 MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST N. 2007 4057 [C 2007/31424] 20 SEPTEMBER 2007. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende

Nadere informatie

( ) binnen een termijn van 6 maand te rekenen vanaf de dag waarop de burgemeester de eigenaar op de hoogte heeft gesteld ( )

( ) binnen een termijn van 6 maand te rekenen vanaf de dag waarop de burgemeester de eigenaar op de hoogte heeft gesteld ( ) Doel Wanneer Wat/wie Nieuwe Gemeentewet Art. 134bis Herhuisvesting van daklozen ( ) binnen een termijn van 6 maand te rekenen vanaf de dag waarop de burgemeester de eigenaar op de hoogte heeft gesteld

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2013/36106] 19 NOVEMBER 2013. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van de percelen gelegen in Kortrijk als

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2013/36113] 21 NOVEMBER 2013. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen aan de Yvonne Serruysstraat

Nadere informatie

ADVIES. 10 maart 2014

ADVIES. 10 maart 2014 ADVIES Voorontwerp van besluit tot wijziging van het besluit van 17 december 2009 tot vaststelling van de lijst van de risicoactiviteiten en Voorontwerp van besluit betreffende de akten van familiale aard

Nadere informatie

Door te klikken op bovenstaande link komt u direct op de betreffende pagina.

Door te klikken op bovenstaande link komt u direct op de betreffende pagina. Bodem en bodemverontreiniging Een voormalige stortplaats heeft een bodemprobleem maar dit betekent niet dat automatisch de bodemregelgeving van toepassing is. Dit ligt toch wat genuanceerder. Er zijn drie

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 69119 VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2011/35925] 28 OKTOBER 2011. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van de percelen gelegen in de woonzone

Nadere informatie

BRONNEN VAN HET MILIEURECHT BEVOEGDHEIDSVERDELING INZAKE MILIEUBELEID HOOFDSTUK I. INLEIDING 3

BRONNEN VAN HET MILIEURECHT BEVOEGDHEIDSVERDELING INZAKE MILIEUBELEID HOOFDSTUK I. INLEIDING 3 INHOUDSOPGAVE DEEL I. BRONNEN VAN HET MILIEURECHT BEVOEGDHEIDSVERDELING INZAKE MILIEUBELEID HOOFDSTUK I. INLEIDING 3 HOOFDSTUK II. DE BRONNEN VAN HET (MILIEUHYGIËNE) RECHT 4 1. Overzicht 4 2. Kenbronnen

Nadere informatie

Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie

Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie 2 juli 2012 BESLISSING nr. 2012-2 over de weigering om toegang te geven tot documenten in verband met de PIP-implantaten op de Belgische

Nadere informatie

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet ingediend op 653 (2015-2016) Nr. 4 20 april 2016 (2015-2016) Tekst aangenomen door de plenaire vergadering van het ontwerp van decreet houdende wijziging van diverse decreten ingevolge de integratie van

Nadere informatie

Stedebouw en ruimteiqke ordenino

Stedebouw en ruimteiqke ordenino Stedebouw en ruimteiqke ordenino ENKELE AANTEKENINGEN BIJ DE BEVOEGDHEID VAN DE VOORZITTER IN KORTGEDING EN ARTIKEL 68 VAN DE WET OP DE STEDEBOUW EN DE RUIMTELIJKE ORDENING door [;)enis EVERAERT 1. Het

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie MONITEUR BELGE 09.03.2017 BELGISCH STAATSBLAD 34367 VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2017/11062] 22 FEBRUARI 2017. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie 25 APRIL 2016. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Boechout als site Woonzone Boechout

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2016/35817] 4 MEI 2016. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Middelkerke als site

Nadere informatie

ADVIES. Ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems

ADVIES. Ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems ADVIES Ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems 15 september 2016 Economische en Sociale Raad voor het Brussels

Nadere informatie

Voorstellen FAVV Wet houdende diverse bepalingen

Voorstellen FAVV Wet houdende diverse bepalingen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Voorstellen FAVV Wet houdende diverse bepalingen Djamel Dehas en Tomas Vanderstappen Diverse bepalingen? Wijziging van de wet van 4 februari 2000

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2011 houdende de organisatie van het toezicht, vermeld in artikel 29bis van de Vlaamse Wooncode

Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2011 houdende de organisatie van het toezicht, vermeld in artikel 29bis van de Vlaamse Wooncode 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2011 houdende de organisatie van het toezicht, vermeld in artikel 29bis van de Vlaamse Wooncode Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. In dit besluit

Nadere informatie

Bewerkersovereenkomst Wet bescherming persoonsgegevens

Bewerkersovereenkomst Wet bescherming persoonsgegevens Bewerkersovereenkomst Wet bescherming persoonsgegevens behorende bij de overeenkomst Medische advisering Participatie met kenmerk 1100070198 Partijen: 1. De gemeente Utrecht, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd

Nadere informatie

Waarom onze bodem de beste bescherming verdient. OVAM, uw beleidspartner in afval en bodem

Waarom onze bodem de beste bescherming verdient. OVAM, uw beleidspartner in afval en bodem Waarom onze bodem de beste bescherming verdient. OVAM, uw beleidspartner in afval en bodem Onze bodem beschermen is onze toekomst beschermen. De bodem vervult een onschatbare rol in de voedselproductie,

Nadere informatie

BESLUIT: Artikel1. De site 'Voormalige stortplaats, Beekstraat te Lokeren' wordt vastgesteld. De gronden zijn opgenomen in de lijst van bijlage 1.

BESLUIT: Artikel1. De site 'Voormalige stortplaats, Beekstraat te Lokeren' wordt vastgesteld. De gronden zijn opgenomen in de lijst van bijlage 1. BESLUIT VAN DE OPENBARE VLAAMSE AFVALSTOFFENMAATSCHAPPIJ (OVAM). TOT HET VASTSTELLEN VAN DE GRONDEN GELEGEN IN DE WOONZONE 'VOORMALIGE STORTPLAATS, BEEKSTRAAT TE LOKEREN' ALS SITE EN TOT REGELING VAN DE

Nadere informatie

Overwegende dat de geselecteerde gronden vastgesteld worden als site 'Woonzone voormalige stortplaats Baron Moyersoen Park' in Aalst.

Overwegende dat de geselecteerde gronden vastgesteld worden als site 'Woonzone voormalige stortplaats Baron Moyersoen Park' in Aalst. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Aalst als site 'Woonzone voormalige stortplaats Baron Moyersoen Park' in Aalst. DE OVAM, Gelet

Nadere informatie

4 lokale PPS-projecten : PPS-projecten van de lokale besturen en van de ervan afhangende rechtspersonen;

4 lokale PPS-projecten : PPS-projecten van de lokale besturen en van de ervan afhangende rechtspersonen; PPS Decreet 18 JULI 2003. - Decreet betreffende Publiek-Private Samenwerking. Publicatie : 19-09-2003 Inwerkingtreding : 29-09-2003 Inhoudstafel HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen. Art. 1-2 HOOFDSTUK II.

Nadere informatie

Workshop 6: takenpakket lokale toezichthouder

Workshop 6: takenpakket lokale toezichthouder Workshop 6: takenpakket lokale toezichthouder Uitgaande van de filosofie milieuhandhaving: Bestuurlijke handhaving boven strafrechtelijke Probleem helpende handhaving boven bestraffende Van zacht naar

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2015/35290] 5 MAART 2015. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Gent/Sint-Amandsberg

Nadere informatie

VLAAMSERAAD ONTWERP VAN DECREET. betreffende de bodemsanering AMENDEMENTEN. Stuk 587 ( ) - Nr. 9 ZITTING JANUARI 1995

VLAAMSERAAD ONTWERP VAN DECREET. betreffende de bodemsanering AMENDEMENTEN. Stuk 587 ( ) - Nr. 9 ZITTING JANUARI 1995 Stuk 587 (1993-1994) - Nr. 9 VLAAMSERAAD ZITTING 1994-1995 23 JANUARI 1995 ONTWERP VAN DECREET betreffende de bodemsanering AMENDEMENTEN 1. AMENDEMENTEN voorgesteld door de heer F. Vergote Artikel 16 Een

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2015/35478] 30 MAART 2015. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Kalmthout als site

Nadere informatie

Politiereglement Evenementen

Politiereglement Evenementen Politiereglement Evenementen Gelet op de artikelen 19, 26 en 27 van de Grondwet; Gelet op de artikelen 112, 117 t.e.m. 119ter en 133 t.e.m. 135 van de Nieuwe Gemeentewet; Gelet op het Milieuvergunningsdecreet

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

ADVIES. Ontwerp van Milieuovereenkomst betreffende de afgedankte voertuigen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

ADVIES. Ontwerp van Milieuovereenkomst betreffende de afgedankte voertuigen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. ADVIES Ontwerp van Milieuovereenkomst betreffende de afgedankte voertuigen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 20 september 2018 Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 54.577/1 van 18 december 2013 over een ontwerp van ministerieel besluit tot vaststelling van de vereisten waaraan een geluidzorgsysteem in digitale bioscopen moet

Nadere informatie

Politiereglement Evenementen

Politiereglement Evenementen Politiereglement Evenementen Gelet op de artikelen 19, 26 en 27 van de Grondwet; Gelet op de artikelen 112, 117 t.e.m. 119ter en 133 t.e.m. 135 van de Nieuwe Gemeentewet; Gelet op het Milieuvergunningsdecreet

Nadere informatie

Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie

Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie 18 maart 2018 BESLISSING nr. 2018-3 over de vraag om toegang te krijgen tot een register met aan asbest-gerelateerde ziektes en overlijdens

Nadere informatie

Doel Wanneer Wat/wie. ( ) binnen een termijn van 6 maand te rekenen vanaf de dag waarop de burgemeester de eigenaar op de hoogte heeft gesteld ( )

Doel Wanneer Wat/wie. ( ) binnen een termijn van 6 maand te rekenen vanaf de dag waarop de burgemeester de eigenaar op de hoogte heeft gesteld ( ) Doel Wanneer Wat/wie Nieuwe Gemeentewet Art. 134bis Herhuisvesting van daklozen ( ) binnen een termijn van 6 maand te rekenen vanaf de dag waarop de burgemeester de eigenaar op de hoogte heeft gesteld

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE VLAAMSE OVERHEID

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE VLAAMSE OVERHEID 2365 VLAAMSE OVERHEID Omgeving [C 2017/32217] 12 DECEMBER 2017. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen aan het Koning Albertpark in Kortrijk

Nadere informatie

Instructie voor ambtenaren Bouw- en Woningtoezicht.

Instructie voor ambtenaren Bouw- en Woningtoezicht. CVDR Officiële uitgave van Deventer. Nr. CVDR14362_1 15 maart 2016 Instructie voor ambtenaren Bouw- en Woningtoezicht. HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 In deze instructie wordt verstaan onder:

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de functionarissen

Nadere informatie

Schadegeval met bodemverontreiniging bij particulieren

Schadegeval met bodemverontreiniging bij particulieren Schadegeval met bodemverontreiniging bij particulieren Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Schadegeval met bodemverontreiniging bij particulieren 2. Verantwoordelijke Uitgever Danny Wille, OVAM, Stationsstraat

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2016/35707] 1 APRIL 2016. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Peer/Wijchmaal als

Nadere informatie

Vragen & Antwoorden over bodemverontreiniging

Vragen & Antwoorden over bodemverontreiniging Vragen & Antwoorden over bodemverontreiniging Hieronder staan veel gestelde vragen en antwoorden over bodemverontreiniging en spoedlocaties. Het gaat om algemene vragen en vragen over de specifieke Rotterdamse

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling van de Vlaamse regering over het wetsvoorstel tot wijziging

Nadere informatie

betreffende de oprichting van een Vlaams fonds voor lekkende stookolietanks

betreffende de oprichting van een Vlaams fonds voor lekkende stookolietanks stuk ingediend op 1932 (2012-2013) Nr. 1 27 februari 2013 (2012-2013) Voorstel van resolutie van de dames Marleen Van den Eynde, Agnes Bruyninckx-Vandenhoudt en Linda Vissers en de heren Pieter Huybrechts

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B - Definitieve goedkeuring

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B - Definitieve goedkeuring DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de

Nadere informatie

REGLEMENT BETREFFENDE DE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES VAN DE. GEMEENTE KOKSIJDE (Hervastgesteld bij gemeenteraad van 22 juni 2015)

REGLEMENT BETREFFENDE DE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES VAN DE. GEMEENTE KOKSIJDE (Hervastgesteld bij gemeenteraad van 22 juni 2015) PROVINCIE WEST-VLAANDEREN ARRONDISSEMENT VEURNE GEMEENTE KOKSIJDE REGLEMENT BETREFFENDE DE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES VAN DE GEMEENTE KOKSIJDE (Hervastgesteld bij gemeenteraad van 22 juni 2015)

Nadere informatie

REGLEMENT BETREFFENDE DE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES VAN DE. GEMEENTE KOKSIJDE (Hervastgesteld bij gemeenteraad van 12 december 2018)

REGLEMENT BETREFFENDE DE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES VAN DE. GEMEENTE KOKSIJDE (Hervastgesteld bij gemeenteraad van 12 december 2018) PROVINCIE WEST-VLAANDEREN ARRONDISSEMENT VEURNE GEMEENTE KOKSIJDE REGLEMENT BETREFFENDE DE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES VAN DE GEMEENTE KOKSIJDE (Hervastgesteld bij gemeenteraad van 12 december

Nadere informatie

Limburgs bevelsbeleid Wet bodembescherming 2010.

Limburgs bevelsbeleid Wet bodembescherming 2010. CVDR Officiële uitgave van Limburg. Nr. CVDR86779_1 29 november 2016 Limburgs bevelsbeleid Wet Bodembescherming 2010 Limburgs bevelsbeleid Wet bodembescherming 2010. Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

geïnformeerd worden over de verschillende fasen van het onderzoek en over de ernst van de verontreiniging;

geïnformeerd worden over de verschillende fasen van het onderzoek en over de ernst van de verontreiniging; Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Zemst als site 'Woonzone Stationslaan Zemst'. DE OVAM, Gelet op het Decreet van 27 oktober 2006

Nadere informatie

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,.

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,. Artikel PM1 A.4 Bijlage 4 De Wet veiligheidsregio s wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van het artikel door een puntkomma, toegevoegd korpschef:

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.607/1 van 28 juni 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de nadere regels over het toezicht, de nalevingsondersteuning en de handhaving

Nadere informatie

Concept Bewerkersovereenkomst uitvoering

Concept Bewerkersovereenkomst uitvoering Concept Bewerkersovereenkomst uitvoering in het kader van het verwerken van Persoonsgegevens als bedoeld in artikel 14 Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) Ondergetekenden: De gemeente gemeentenaam,

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming

Voorontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming Voorontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister

Nadere informatie

?/i SVEHUlßU~J; plaats 13bis in Lier' - DS-PAR-SP DE OVAM,

?/i SVEHUlßU~J; plaats 13bis in Lier' - DS-PAR-SP DE OVAM, Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Lier als site 'Woonzone stortplaats 13bis'. DE OVAM, Gelet op het Decreet van 27 oktober 2006

Nadere informatie

Bijzonder politiereglement betreffende overlast in het openbaar vervoer Goedkeuring

Bijzonder politiereglement betreffende overlast in het openbaar vervoer Goedkeuring Bijzonder politiereglement betreffende overlast in het openbaar vervoer Goedkeuring De gemeenteraad, gelet op de Nieuwe Gemeentewet, inzonderheid art. 117, 119bis en 135, 2; gelet op de wet van 24 juni

Nadere informatie

Hoofdstuk I. Vaststelling site

Hoofdstuk I. Vaststelling site Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Lokeren als site 'Woonzone Lokeren - Hubert Van De Vijverstraat en Spletterenstraat'. DE OVAM,

Nadere informatie

ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TIJDENS ZIJN ZITTING VAN 20 SEPTEMBER 2001

ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TIJDENS ZIJN ZITTING VAN 20 SEPTEMBER 2001 ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TIJDENS ZIJN ZITTING VAN 20 SEPTEMBER 2001 inzake het voorontwerp van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie

Nadere informatie

GEMEENTELIJK REGLEMENT GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES

GEMEENTELIJK REGLEMENT GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES GEMEENTELIJK REGLEMENT GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES Zoals goedgekeurd in de gemeenteraad van Hamme van 18 juni 2014. HOOFDSTUK 1: TOEPASSINGSGEBIED... 2 HOOFDSTUK 2: SANCTIES... 2 AFDELING 1:

Nadere informatie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie Vaak gestelde vragen over het Hof van Justitie van de Europese Unie WAAROM EEN HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE (HVJ-EU)? Om Europa op te bouwen hebben een aantal staten (thans 28) onderling verdragen

Nadere informatie

Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994

Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994 Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994 24 MEI 1994. - Wet tot oprichting van een wachtregister voor vreemdelingen die zich vluchteling verklaren of die vragen om als vluchteling te worden erkend. ALBERT ll,

Nadere informatie

Beleidsnota: Verwijdering van inboedels bij (huis)uitzettingen

Beleidsnota: Verwijdering van inboedels bij (huis)uitzettingen Beleidsnota: Verwijdering van inboedels bij (huis)uitzettingen Gemeente Waalre Afdeling Publiekszaken Team handhaving 2009 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3. 2. Situatie zonder beleid 4. 3. Beleid 5. 3.1 Uitspraak

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerp van decreet houdende de instemming met het samenwerkingsakkoord van (datum) tussen

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie 22 JULI 2015. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Kontich als site Woonzone Doelveld

Nadere informatie

VERWERKERSOVEREENKOMST. 1...hierna opdrachtgever,

VERWERKERSOVEREENKOMST. 1...hierna opdrachtgever, VERWERKERSOVEREENKOMST De ondergetekenden: 1...hierna opdrachtgever, 1. Romein Broeksteeg, kantoorhoudende te Houten aan De Molen 83, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder

Nadere informatie

Bij verzoekschrift neergelegd ter griffie van het Hof van beroep te Gent op heeft de appellante hoger beroep ingesteld.

Bij verzoekschrift neergelegd ter griffie van het Hof van beroep te Gent op heeft de appellante hoger beroep ingesteld. Gent, 9 september 2003, 5e K. V.M.M. / n.v. S.E.L. (...) Bij vonnis van 21.2.2002 van de rechtbank van eerste aanleg te Gent, zesde kamer, werd de vordering van de geentimeerde ontvankelijk en gegrond

Nadere informatie

VOORSTEL VAN ORDONNANTIE BETREFFENDE DE BODEMSANERING.

VOORSTEL VAN ORDONNANTIE BETREFFENDE DE BODEMSANERING. VOORSTEL VAN ORDONNANTIE BETREFFENDE DE BODEMSANERING. Eerste bemerkingen van de gezamenlijke werkgroep VOB/Gemeenschap van Ondernemingen in de Haven van Brussel. De Werkgroep wordt ingelicht over het

Nadere informatie

- Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (afgekort DABM ) 3

- Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (afgekort DABM ) 3 1.1. WETGEVING 1.1.1. INLEIDING I Een overzicht geven van alle wetgeving in verband met milieu is haast onbegonnen werk. Hieronder wordt de belangrijkste milieuwetgeving per thema weergegeven. In voorkomend

Nadere informatie

Nieuwe instrumenten in het bodembeleid

Nieuwe instrumenten in het bodembeleid Nieuwe instrumenten in het bodembeleid ECOnext, Afdelingshoofd Bodembeheer OVAM Programma Nieuwe instrumenten voor de vastgoedsector Regeling cofinanciering Wijzigingen door omzetting Richtlijn Industriële

Nadere informatie

Sitebesluit Woonzone verkaveling Dennenlaan-Kalmthout 2/6

Sitebesluit Woonzone verkaveling Dennenlaan-Kalmthout 2/6 Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Kalmthout als site 'Woonzone verkaveling Dennenlaan-Kalmthout'. DE OVAM, Gelet op het Decreet

Nadere informatie

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN Tekst zoals deze geldt op 22 januari 2010 WET van 15 januari 1970, houdende regelen met betrekking tot medische hulpmiddelen WIJ JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der

Nadere informatie

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet van 3 december 1987, Stb. 635, houdende regels betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten Zoals deze is gewijzigd bij de wetten van 02-12-1993(Stb.759)

Nadere informatie

REGLEMENT INZAKE VESTIGINGS- EN UITBATINGVERGUNNING VOOR NACHTWINKELS

REGLEMENT INZAKE VESTIGINGS- EN UITBATINGVERGUNNING VOOR NACHTWINKELS dienst ruimtelijke ordening R E G L E M E N T Gemeenteraad van 28-11-2013 REGLEMENT INZAKE VESTIGINGS- EN UITBATINGVERGUNNING VOOR NACHTWINKELS HOOFDSTUK 1: BEGRIPPENKADER Artikel 1: defintities Voor de

Nadere informatie

VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DIVERSE BEPALINGEN VAN HET DECREET VAN 16 JANUARI 2004 OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE LIJKBEZORGING

VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DIVERSE BEPALINGEN VAN HET DECREET VAN 16 JANUARI 2004 OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE LIJKBEZORGING VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DIVERSE BEPALINGEN VAN HET DECREET VAN 16 JANUARI 2004 OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE LIJKBEZORGING MEMORIE VAN TOELICHTING A. Algemene toelichting 1. Samenvatting

Nadere informatie

DE OVAM, Site 'particuliere gronden met historische activiteiten in Heuvelland' 1/6

DE OVAM, Site 'particuliere gronden met historische activiteiten in Heuvelland' 1/6 Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Heuvelland als site 'particuliere gronden met historische activiteiten in Heuvelland'. DE OVAM,

Nadere informatie

Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Puurs als site 'Woonzone Puurs'.

Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Puurs als site 'Woonzone Puurs'. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Puurs als site 'Woonzone Puurs'. DE OVAM, Gelet op het Decreet van 27 oktober 2006 betreffende

Nadere informatie

TOELICHTING Tweede wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Heusden 2016 (APV)

TOELICHTING Tweede wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Heusden 2016 (APV) TOELICHTING Tweede wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Heusden 2016 (APV) A In artikel 1:6, onderdeel d, wordt na gemaakt binnen ingevoegd: of gedurende. De volledige tekst van de bepaling

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING Ontwerp van decreet tot wijziging van de wet van 5 september 2001 tot verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers en van het Gerechtelijk Wetboek, wat betreft het opleggen van sancties aan

Nadere informatie

(artikelen 2, 5 en 42 Vlarem)

(artikelen 2, 5 en 42 Vlarem) MELDINGSFORMULIER INZAKE DE EXPLOITATIE VAN EEN KLASSE 3 INRICHTING, DE VERANDERING VAN EEN INRICHTING OF DE OVERNAME VAN EEN INRICHTING DOOR EEN ANDERE EXPLOITANT (artikelen 2, 5 en 42 Vlarem) A. IDENTIFICATIE

Nadere informatie

In dit algemeen reglement hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis.

In dit algemeen reglement hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis. Algemeen reglement betreffende het opleggen van een administratieve geldboete bij inbreuken op het stilstaan en parkeren en op de verkeersborden C3 en F103 vastgesteld met automatisch werkende toestellen

Nadere informatie

Overeenkomst tot financiering bodemsanering tankstation bij wijze van overgangsmaatregel in combinatie met een sluiting

Overeenkomst tot financiering bodemsanering tankstation bij wijze van overgangsmaatregel in combinatie met een sluiting Overeenkomst tot financiering bodemsanering tankstation bij wijze van overgangsmaatregel in combinatie met een sluiting De ondergetekenden De vzw Bodemsaneringsfonds voor benzinestations hierna genoemd

Nadere informatie

RISICOGRONDEN ONDERZOEKEN

RISICOGRONDEN ONDERZOEKEN RISICOGRONDEN ONDERZOEKEN WWW.OVAM.BE Eénmalig onderzoeksmoment tegen 2021, 2023 of 2027 Een risicogrond is een grond waarop vervuilende activiteiten worden of werden uitgevoerd. Gezien het verhoogd risico

Nadere informatie

(artikelen 2, 5 en 42 Vlarem) A. IDENTIFICATIE VAN DE MELDINGSPLICHTIGE 1. EXPLOITANT

(artikelen 2, 5 en 42 Vlarem) A. IDENTIFICATIE VAN DE MELDINGSPLICHTIGE 1. EXPLOITANT BIJLAGE 3. Meldingsformulier inzake de exploitatie van een klasse 3 inrichting, de verandering van een inrichting of de overname van een inrichting door een andere exploitant (artikelen 2, 5 en 42 Vlarem)

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.343/3 van 17 mei 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van diverse besluiten, wat betreft de kilometerheffing, de invordering

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2016/36469] 29 SEPTEMBER 2016. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Haacht als site

Nadere informatie

DE HEER KRIS PEETERS ACTIEPLAN CADMIUM

DE HEER KRIS PEETERS ACTIEPLAN CADMIUM DE HEER KRIS PEETERS Vlaams Minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur ACTIEPLAN CADMIUM Maandag 13 februari 2006 Doelstelling: - probleem cadmiumverontreining Vlaanderen in kaart brengen

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING 1 VOORONTWERP VAN DECREET BETREFFENDE DE VRIJWILLIGE SAMENVOEGING VAN DE GEMEENTEN PUURS EN SINT-AMANDS EN TOT WIJZIGING VAN DE BIJLAGE BIJ HET DECREET VAN 5 JULI 2002 TOT VASTSTELLING VAN DE REGELS INZAKE

Nadere informatie

Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Wervik als site 'Woonzone wervik'.

Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Wervik als site 'Woonzone wervik'. Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Wervik als site 'Woonzone wervik'. DE OVAM, Gelet op het Decreet van 27 oktober 2006 betreffende

Nadere informatie

PROCEDUREREGLEMENT VAN HET VLAAMS DOPINGTRIBUNAAL (Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Vlaams Dopingtribunaal vzw 03.12.09)

PROCEDUREREGLEMENT VAN HET VLAAMS DOPINGTRIBUNAAL (Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Vlaams Dopingtribunaal vzw 03.12.09) Artikel 1. PROCEDUREREGLEMENT VAN HET VLAAMS DOPINGTRIBUNAAL (Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Vlaams Dopingtribunaal vzw 03.12.09) Titel I. De instellingen. Er bestaat een Disciplinaire Commissie

Nadere informatie

Documentnummer Verkorte inhoud document

Documentnummer Verkorte inhoud document *Z03571510C6* Documentnummer : INT-16-31378 Verkorte inhoud document: De bewerkersovereenkomst regelt de informatieverstrekking die zal plaatsvinden ter uitvoering van de GR. Bewerkersovereenkomst GR schoolverzuim

Nadere informatie

Inhoudstafel. Goedgekeurd in de gemeenteraad van 15 december Bekendgemaakt op 16 december 2015.

Inhoudstafel. Goedgekeurd in de gemeenteraad van 15 december Bekendgemaakt op 16 december 2015. Algemeen reglement betreffende het opleggen van een administratieve geldboete bij inbreuken op het stilstaan en parkeren en op de verkeersborden C3 en F103 vastgesteld met automatisch werkende toestellen

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de inspectie van Financiën, gegeven op 21 augustus 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de inspectie van Financiën, gegeven op 21 augustus 2017; Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de procedure tot toekenning of weigering van de vergunning als private uitbetalingsactor voor de uitbetaling van toelagen in het kader van het gezinsbeleid

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Postadres : Ministerie van Justitie Waterloolaan 115 Kantoren : Regentschapsstraat 61 Tel. : 02 / 542.72.00 Fax : 02 / 542.72.12 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE

Nadere informatie

Compare Hoofdstuk 16 Toetsversie Hoofdstuk 18 Wetsvoorstel

Compare Hoofdstuk 16 Toetsversie Hoofdstuk 18 Wetsvoorstel HOOFDSTUK 16 BESTUURSRECHTELIJKE18 HANDHAVING EN UITVOERING Afdeling 16.1 Algemene bepalingen18.1 Bestuursrechtelijke handhaving 18.1.1 Bestuursrechtelijke handhavingstaak en handhavingsbevoegdheid Artikel

Nadere informatie

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË EN DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING EN TOT HET VOORKOMEN

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES (BRUGEL-ADVIES-20140620-191) betreffende de Klantendienst in de nabijheid van de afnemers - Implementatie Opgesteld op basis

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.571/3 van 25 juni 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering over de bemiddeling, de afstemming en de planning in het kader van persoonsvolgende

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET Stuk 1125 (2001-2002) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2001-2002 21 maart 2002 ONTWERP VAN DECREET houdende instemming met het Aanvullend Protocol nr. 5 bij de Herziene Rijnvaartakte, ondertekend in Straatsburg

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ Advies nr. 17 van 16 oktober 1998 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit en een

Nadere informatie

A 94/4/9. Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/ Inzake : OPENBAAR MINISTERIE. tegen

A 94/4/9. Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/ Inzake : OPENBAAR MINISTERIE. tegen BENELUX-GERECHTSHOF COUR DE JUSTICE BENELUX A 94/4/9 Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/4 --------------------------- Inzake : OPENBAAR MINISTERIE tegen 1. VAN DER HAEGEN Raymond 2. ROUAEN Denise

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.003/3 van 20 maart 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 betreffende de inning

Nadere informatie