c7ae6a72-85f2-49ff-8e25-691ddaaea95e medicatie Nadine Kettelarij Mondriaan Verpleegk Verzorgend :10

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "c7ae6a72-85f2-49ff-8e25-691ddaaea95e medicatie Nadine Kettelarij Mondriaan Verpleegk Verzorgend :10"

Transcriptie

1 c7ae6a72-85f2-49ff-8e25-691ddaaea95e medicatie Nadine Kettelarij Mondriaan Verpleegk Verzorgend :10

2 ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2010 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 jo het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp ( Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

3 medicatie ThiemeMeulenhoff / Nadine Kettelarij pagina 1 van 11 INHOUD: 1. MEDICIJNEN TOEDIENEN...P DE TOEPASSING VAN MEDICIJNEN...P ALGEMENE EN PLAATSELIJKE EFFECTEN VAN MEDICIJNEN...P NASLAGWERKEN VOOR MEDICIJNEN...P RISICO'S VAN MEDICIJNEN...P DE ROL VAN DE VERPLEEGKUNDIGE BIJ DE TOEDIENING VAN MEDICIJNEN...P UITDELEN VAN MEDICIJNEN...P TOEDIENEN VAN MEDICIJNEN...P ORALE TOEDIENING...P RECTALE TOEDIENING...P VAGINALE TOEDIENING...P TOEDIENING VAN OORDRUPPELS...P TOEDIENING VAN OOGDRUPPELS EN OOGZALF...P TOEDIENING VAN NEUSDRUPPELS EN NEUSSPRAY...P TOEDIENING VIA DE HUID...P TOEDIENING VIA DE LONGEN...P ONDERSTEUNING VAN DE ZORGVRAGER BIJ HET MEDICIJNGEBRUIK...P. 10 BIJLAGE(N)...P. 11

4 medicatie ThiemeMeulenhoff / Nadine Kettelarij pagina 2 van Medicijnen toedienen Een van de belangrijkste verpleegkundige vaardigheden is het toedienen van medicijnen. In welke instelling je ook zult komen te werken, altijd zul je medicijnen moeten toedienen. Het is nu eenmaal zo dat zeer veel ezondheidsproblemen met medicijnen bestreden of verzacht worden. Een van de belangrijkste verpleegkundige vaardigheden is het toedienen van medicijnen. In welke instelling je ook zult komen te werken, altijd zul je medicijnen moeten toedienen. Het is nu eenmaal zo dat zeer veel gezondheidsproblemen met medicijnen bestreden of verzacht worden. Verpleegkundigen en verzorgenden zijn degenen die de medicijnen toedienen. Niet iedereen is voor alle vormen van medicijntoediening bevoegd. Medicijnen toedienen per injectie is bijvoorbeeld een voorbehouden handeling. Als verpleegkundige mag je die uitvoeren als je daarvoor een opdracht van een zelfstandig bevoegde (zoals een arts) hebt gekregen en als je bekwaam bent. Bij het toedienen van medicijnen moet je zeer zorgvuldig te werk gaan. Medicijnen moeten aan de juiste persoon, op de juiste manier, op het juiste tijdstip, onder de juiste omstandigheden en in de juiste dosis gegeven worden. Anders werken ze niet, minder goed of hebben zelfs een tegengestelde werking. Bij het toedienen van medicijnen moet je je steeds bewust zijn van waar je mee bezig bent, wat je geeft en wat de werking en bijwerking ervan is. Dat betekent in veel zorgsituaties dat je ook veel medicijnen moet kennen en herkennen De toepassing van medicijnen om een lichaamsfunctie te stimuleren of te beïnvloeden, bijvoorbeeld laxantia om de darmwerking te stimuleren of de anticonceptiepil om de vruchtbaarheid te beïnvloeden; om ziekten te voorkomen, bijvoorbeeld de vaccinatie tegen difterie, kinkhoest, tetanus en polio (DKTP) bij kleine kinderen, een griepprik of medicijnen tegen malaria; om een diagnose te kunnen stellen, bijvoorbeeld het gebruiken van contrastvloeistof bij het maken van een röntgenfoto van de darm. Van oudsher zoekt de mens in de natuur naar kruiden en planten om ziektes te genezen of te voorkomen. Het gebruiken van medicamenteuze stoffen heet farmacotherapie. De farmacologie is de wetenschap die de werkzame stoffen bestudeert en onderzoekt. De farmaceutische industrie, maar ook de farmacologie produceren medicijnen. Zij zetten werkzaam gebleken kruiden en of plantenextracties om in verschillende vormen geneesmiddelen. Daarvoor worden natuurlijke grondstoffen gebruikt of werkzame bestanddelen synthetisch nagemaakt. Er zijn mensen die alleen medicijnen willen gebruiken die op natuurlijke basis gemaakt zijn. Zij zoeken hun heil in alternatieve geneeswijzen zoals bijvoorbeeld de homeopathie. Iedereen gebruikt wel een middel dat gewoon bij de drogist te koop is. Een voorbeeld is paracetamol dat onder andere wordt gebruikt om hoofdpijn te bestrijden. Dit heet zelfmedicatie. Wees voorzichtig zorgvragers te adviseren om zelfmedicatiemiddelen te gebruiken. Als na een week de klacht nog niet verholpen is, adviseer dan niet zelf verder te dokteren maar de huisarts te raadplegen. Het begrip medicijn komt van het Latijnse woord medicamentum en betekent zowel geneesmiddel als gif of gifdrank. Medicijnen worden voor verschillende doeleinden gebruikt. Het begrip medicijn komt van het Latijnse woord medicamentum en betekent zowel geneesmiddel als gif of gifdrank. Medicijnen worden voor verschillende doeleinden gebruikt: om de oorzaak van een ziekte weg te nemen, bijvoorbeeld antibiotica bij een bacteriële infectie; om symptomen weg te nemen, bijvoorbeeld medicijnen om de benauwdheid te verlichten of op te heffen of koortsverlagende medicijnen; aanvullend op een therapie of een tekort in het lichaam, bijvoorbeeld insuline of vitaminen en mineralen;

5 cumulatie. Dit is een ophoping van het medicijn in het lichaam. Het lichaam krijgt per dag meer van het medicijn toegediend dan het kan verwerken en uitscheiden. Zowel een te hoge dosering als een vertraagde uitscheiding kunnen hiervan de oorzaak zijn. Daarom mag je bijvoorbeeld niet meer dan zes keer per dag een bepaald soort pijnstiller innemen; gewenning. Het lichaam raakt gewend aan een bepaalde stof en heeft van deze stof steeds meer nodig om hetzelfde doel te bereiken. Dit kan bijvoorbeeld optreden bij het gebruik van slaapmiddelen; verslaving. Er is een lichamelijke of psychische afhankelijkheid ontstaan. Als de zorgvrager het medicijn niet inneemt, ontstaan er ontwennings- of afkickverschijnselen; allergische reacties en overgevoeligheidsreacties, zoals diarree, huiduitslag en jeuk. Er kunnen ook levensbedreigende allergische reacties optreden. Een anafylactische shock is daar een voorbeeld van. Allergische reacties kunnen ontstaan, na de eerste inname, maar ook pas na het meerdere malen innemen van een medicijn; interactie. Als meerdere medicijnen tegelijk worden gebruikt, kan dat invloed op de werking hebben. De werking kan versterkt worden maar ook verminderd of teniet gedaan. Soms is dat ook de bedoeling. Bijmedicatie ThiemeMeulenhoff / Nadine Kettelarij pagina 3 van Algemene en plaatselijke effecten van medicijnen De werking van medicijnen kan gericht zijn op het gehele lichaam, een systemische werking of op een bepaalde plaats, een lokale werking. De werking van medicijnen kan gericht zijn op het gehele lichaam, een systemische werking of op een bepaalde plaats, een lokale werking. Medicijnen die een systemische werking hebben, komen in het bloed terecht. Een gedeelte van het medicijn werkt direct en een ander gedeelte wordt opgeslagen in de plasma-eiwitten. De hoeveelheid opgeslagen medicijn die in het bloed aanwezig is, kan afgelezen worden aan de plasmaspiegel. Heeft het lichaam meer van het medicijn nodig dan geven de plasma-eiwitten het weer af in de bloedbaan waarna de plasmaspiegel afneemt. Het lichaam verwerkt de afvalstoffen van het afgebroken medicijn via de lever en de nieren Naslagwerken voor medicijnen Er zijn naslagwerken waarin je nagenoeg alle noodzakelijke informatie over medicijnen kunt opzoeken. Twee daarvan zijn het Geneesmiddelenrepertorium en het Farmacotherapeutisch Kompas. Hierin staan alle medicijnen die in Nederland zijn geregistreerd. Het is onmogelijk om alle medicijnen en de werking daarvan te kennen en te onthouden. Ook komen er telkens nieuwe medicijnen op de markt, zodat je kennis al snel niet meer up-to-date is. Gelukkig zijn er naslagwerken, waarin je nagenoeg alle noodzakelijke informatie over medicijnen kunt opzoeken. Twee daarvan zijn het Geneesmiddelenrepertorium en het Farmacotherapeutisch Kompas. Hierin staan alle medicijnen die in Nederland zijn geregistreerd. Producten die in een ander land geregistreerd zijn, mogen niet zonder toestemming van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen in Nederland op de markt komen. Hiervoor moeten ze eerst in Nederland geregistreerd zijn. In beide naslagwerken staat van elk medicijn beschreven uit welke stoffen het bestaat, de indicatie, de contra-indicatie, de werking, de bijwerking en de toedieningsvorm. Beide naslagwerken maken gebruik van dezelfde indeling. Het Farmacotherapeutisch Kompas is iets uitgebreider dan het Geneesmiddelenrepertorium. In het Farmacotherapeutisch Kompas staan zowel de merknamen als de stofnamen. De stofnaam is de naam van de werkzame stoffen die het medicijn bevat. De merknaam is de naam die de fabrikant aan het medicijn gegeven heeft. Hetzelfde medicijn kan onder twee namen voorgeschreven en verstrekt worden, namelijk de stofnaam en de merknaam. De fabrikant geeft medicijnen merknamen, omdat deze meestal gemakkelijker in het gehoor liggen dan de stofnamen. Zo is bijvoorbeeld Aspirine de merknaam van acetylsalicylzuur Risico's van medicijnen Een medicijn bestaat uit één of meerdere stoffen. Het medicijn heeft een bepaalde werking maar kan soms ook een ongewenst effect hebben op het lichaam. Ongewenste effecten kunnen een bepaald risico aan medicijngebruik geven. Een medicijn bestaat uit één of meerdere stoffen. Het medicijn heeft een bepaalde werking maar kan soms ook een ongewenst effect hebben op het lichaam. Ongewenste effecten kunnen een bepaald risico aan medicijngebruik geven. Mogelijke risico's van medicijngebruik zijn:

6 medicatie ThiemeMeulenhoff / Nadine Kettelarij pagina 4 van 11 voorbeeld een zorgvrager met ernstige pijnklachten krijgt antidepressiva voorgeschreven omdat deze de werking van de pijnmedicatie versterken; bijwerkingen. Dit zijn onbedoelde en ongewenste neveneffecten van medicijnen. Veelvoorkomende bijwerkingen zijn misselijkheid, diarree, jeuk en of huiduitslag De rol van de verpleegkundige bij de toediening van medicijnen Een verpleegkundige is door haar opleiding bevoegd om medicijnen in de praktijk toe te dienen. Tijdens de opleiding krijgt een verpleegkundige alle aspecten rondom het toedienen van medicijnen aangeboden. De verpleegkundige is verantwoordelijk om het juiste medicijn, aan de juiste zorgvrager en volgens de juiste voorschriften toe te dienen. Zij registreert deze informatie op een medicijnaftekenlijst of verantwoordingsformulier. Een zorgvrager mag er van uitgaan dat een verpleegkundige het toedienen van medicijnen in haar opleiding heeft geleerd en daarom bekwaam zal uitvoeren. Een verpleegkundige is door haar opleiding ook bevoegd om medicijnen in de praktijk toe te dienen. Tijdens de opleiding krijgt een verpleegkundige alle aspecten rondom het toedienen van medicijnen aangeboden. De verpleegkundige is verantwoordelijk om het juiste medicijn, aan de juiste zorgvrager en volgens de juiste voorschriften toe te dienen. Zij registreert deze informatie op een medicijnaftekenlijst of verantwoordingsformulier. De verpleegkundige moet na toediening van medicijnen observeren of het bedoelde effect van het toegediende medicijn is bereikt. Zij stemt haar observatiepunten af op het beoogde effect. Als het middel niet het gewenste effect heeft, neemt de verpleegkundige contact op met de arts om te overleggen en eventueel het behandelplan bij te stellen. De nieuwe afspraken worden schriftelijk vastgelegd in het zorgdossier. De verpleegkundige mag zelf geen medicijnen voorschrijven, maar deze alleen toedienen in opdracht van de arts. Een opdracht of een recept moet aan bepaalde eisen voldoen. Op het recept moeten de volgende gegevens staan: de naam van de zorgvrager, zijn initialen en geboortedatum; de naam van het medicijn; de dosering en de frequentie van inname of toediening van het medicijn; de manier van inname of toediening in termen van per os, rectaal, enzovoort; de handtekening van de arts waardoor het een formele opdracht wordt. eventueel specifieke voorschriften voor het tijdstip of de manier van inname of toediening van het medicijn. Als de schriftelijke opdracht onvolledig is, kan de arts daarop worden aangesproken. Afhankelijk van de samenwerkingsrelatie kan het best moeilijk zijn om de ander aan te spreken. Toch zal iedereen zich aan de wettelijke voorschriften moeten houden. De verpleegkundige kan worden aangeklaagd als zij een fout maakt doordat de arts een onvolledige of onzorgvuldige opdracht heeft gegeven. Een arts kan ook telefonisch of mondeling een opdracht geven. Op zulke momenten is het belangrijk dat de verpleegkundige er zeker van is wat zij de zorgvrager moet toedienen. De verpleegkundige moet direct de opdracht opschrijven en deze daarna mondeling herhalen, zodat de arts kan horen wat zij heeft opgeschreven. Achteraf, het liefst binnen 24 uur, kan de arts een schriftelijke bevestiging geven. Een verpleegkundige heeft een bepaalde zelfstandigheid in het toedienen van medicijnen. Deze zelfstandigheid komt met name tot uiting in het kunnen beoordelen van de situatie waarin de zorgvrager verkeert, om in te kunnen schatten of het medicijn wel of niet op dat moment kan worden toegediend. Daarbij komt het regelmatig voor dat een arts de opdracht geeft om een medicijn zo nodig toe te dienen. Wanneer medicijnen op grond van dat voorschrift worden gegeven, moeten de indicaties wanneer het medicijn wel of niet wordt verstrekt ondubbelzinnig vastliggen. Het vraagt van de verpleegkundige niet alleen kennis over de werking van het medicijn, maar ook goede observatie van en communicatie met de zorgvrager.

7 medicatie ThiemeMeulenhoff / Nadine Kettelarij pagina 5 van Uitdelen van medicijnen Medicijnen worden in allerlei vormen geproduceerd. De verschillende vormen van medicijnen zijn bijvoorbeeld: poeder, tablet, dragee, enteric coated tablet, capsule, durette, suppositorium (zetpil), lotion, crème, zalf, pasta, gelei, gel, siroop, oplossing (drankje, druppels, injectie-, en infusievloeistoffen), suspensie, emulsie, aërosol, pleisters en klysma. Medicijnen worden in allerlei vormen geproduceerd. De verschillende vormen van medicijnen zijn bijvoorbeeld: poeder, tablet, dragee, enteric coated tablet, capsule, durette, suppositorium (zetpil), lotion, crème, zalf, pasta, gelei, gel, siroop, oplossing (drankje, druppels, injectie-, en infusievloeistoffen), suspensie, emulsie, aërosol, pleisters en klysma. Voordat je medicijnen toedient of uitdeelt, controleer je eerst of het uitgezette medicijn klopt. Je controleert de volgende gegevens op juistheid: het medicijn, de dosis, het tijdstip, de zorgvrager en de manier van toediening. Voordat je medicijnen toedient of uitdeelt, controleer je eerst of het uitgezette medicijn klopt. Je controleert de volgende gegevens op juistheid: het medicijn; de dosis; het tijdstip; de zorgvrager; de manier van toediening. De arts informeert de zorgvrager over de reden waarom hij het medicijn krijgt. Hoewel dit een taak is van de arts die het medicijn voorschrijft, moet de verpleegkundige bij de zorgvrager nagaan of hij deze informatie heeft gehad en of hij de informatie goed heeft begrepen. De zorgvrager moet op de hoogte worden gesteld van de dosering, het tijdstip en de manier waarop het medicijn wordt toegediend. Ook zal de verpleegkundige de zorgvrager, in aanvulling op de informatie van de arts, nader uitleg geven over de mogelijke bijwerkingen. Het is belangrijk dat de zorgvrager aangeeft als hij last van bijwerkingen heeft Toedienen van medicijnen De vorm van het medicijn heeft te maken met de manier van toediening en de plaats waar het medicijn terecht moet komen, zodat het zo efficiënt mogelijk kan werken of dat bepaalde bijwerkingen worden voorkomen. De arts zal de zorgvrager het medicijn voorschrijven dat de zorgvrager zo min mogelijk belast. Medicijnen kunnen op de volgende manieren worden toegediend: oraal; rectaal; vaginaal; via het oor; via het oog; via de neus; via de huid; via de longen. Medicijnen kunnen enteraal en parenteraal worden toegediend. Enterale toediening betekent dat het medicijn wordt ingenomen en via het maagdarmkanaal de plaats van bestemming bereikt. Parenterale toediening zijn alle vormen die niet via het maagdarmkanaal verlopen, bijvoorbeeld door middel van een infuus of een injectie.

8 medicatie ThiemeMeulenhoff / Nadine Kettelarij pagina 6 van Orale toediening Orale toediening betekent toediening via de mond. Orale medicatie is een enterale toediening en heeft een algemene systemische werking. Orale toediening betekent toediening via de mond. Orale medicatie is een enterale toediening en heeft een algemene systemische werking. Orale medicatie heeft de voorkeur, omdat het een eenvoudige en relatief goedkope toedieningsvorm is die de zorgvrager meestal als weinig belastend ervaart. Contra-indicaties zijn: ernstige misselijkheid, braken, slikklachten, sufheid, grote kans op verslikken bij zorgvragers met een maagsonde en comateuze zorgvragers. Als een zorgvrager een maagsonde of katheter heeft overleg je met de arts of het vermalen van de medicijnen mogelijk is of dat ze anders vloeibaar verkrijgbaar zijn of op een andere manier kunnen worden toegediend. Spoel voor toediening van medicijnpoeder en daarna de sonde goed na met lauw water om verstopping te voorkomen. Bijzondere vormen van orale toediening zijn: onder de tong (sublinguaal); tussen de wangzak en de boven- of onderkaak (buccaal). De medicijnen lossen op en worden via de slijmvliezen opgenomen in het bloed. Vertel de zorgvrager dat hij niet op het medicijn mag kauwen, zuigen of het ineens doorslikken. Risico's van orale toediening kunnen zijn: misselijkheidsklachten, braken en verslikken waardoor ernstige benauwdheid, cyanose, maar ook verslikpneumonie kan ontstaan. Toedieningsvormen van orale medicatie zijn poeder, tablet, dragee, enteric coated tablet, capsule, durette, siroop, suspensie en emulsie. Werkwijze Bij de orale toediening van medicijnen ga je als volgt te werk: Geef het medicijn met een vloeistof die de zorgvrager gewend is of waarmee hij het liefste zijn medicijnen inneemt, als dit niet in strijd is met de voorschriften. Een voorschrift kan bijvoorbeeld zijn dat het medicijn met een melkproduct moet worden ingenomen, terwijl de zorgvrager gewend is om de medicijnen met water in te nemen. Zorg ervoor dat de zorgvrager voldoende vocht of voeding bij de hand heeft, zeker als het medicijn een vieze nasmaak geeft. Wacht totdat de zorgvrager de medicijnen heeft ingenomen. Zie bijlage Handelingsschema: het toedienen van orale medicatie Zie bijlage Observatieschema: orale medicatie Rectale toediening Rectale toediening van een medicijn gebeurt via de anus in het rectum. Rectale toediening is een enterale toediening en heeft een systemische werking. Rectale toediening van een medicijn gebeurt via de anus in het rectum. Rectale toediening is een enterale toediening en heeft een systemische werking. Deze toedieningsvorm wordt vaak bij baby's en jonge kinderen toegepast. Voor volwassenen zijn de indicaties: ernstige misselijkheid, braken, slikklachten, sufheid, grote kans op verslikken, een maagsonde, verlaagd bewustzijn of coma, verwardheid of als het nodig is dat het medicijn sneller wordt opgenomen dan bij inname per os. Een risico van het rectaal toedienen kan zijn dat het rectum beschadigd wordt wanneer de zorgvrager bijvoorbeeld aambeien heeft of een rectale tumor. De toedieningsvormen zijn een zetpil of een klysma. Met een klysma kunnen de darmen met een medicijn worden gespoeld of geledigd. Dit kan een therapeutisch doel hebben, maar ook ter voorbereiding van een onderzoek of behandeling dienen. Bij het inbrengen van een zetpil of een klysma moet de zorgvrager, indien dit voor hem mogelijk is, op de linkerzijde liggen. Gezien de anatomie van de endeldarm gaat het inbrengen dan gemakkelijk. Werkwijze Bij de rectale toediening van medicijnen ga je als volgt te werk: Trek een onsteriele handschoen of een vingercondoom aan. Plaats de zetpil met de rechte of de ronde kant tegen de anus, dat kan beide. Duw met één vinger voorzichtig tegen de zetpil waardoor deze het rectum ingaat. De zetpil moet voorbij de sluitspier worden ingebracht. De zetpil schiet vanzelf hoger de darm in.

9 medicatie ThiemeMeulenhoff / Nadine Kettelarij pagina 7 van 11 Werkwijze Bij de rectale toediening van een klysma ga je als volgt te werk: Trek onsteriele handschoenen aan. Breng vaseline of een glijmiddel om de inbrengcanule aan Til met een hand één bil op waardoor de anus beter zichtbaar wordt. Breng de canule voorzichtig zover mogelijk in en knijp de inhoud van het klysma langzaam leeg. De zorgvrager moet de vloeistof zo lang mogelijk inhouden waardoor die de tijd krijgt zijn werk te doen. Daarna kan de zorgvrager naar het toilet gaan of help je hem door hem een ondersteek of een po te geven. Zie bijlage Handelingsschema: het toedienen van rectale medicatie Zie bijlage Observatieschema: rectale medicatie Vaginale toediening Aandoeningen aan de vagina (zoals een vaginale schimmelinfectie) worden bestreden met medicijnen die een lokale werking hebben. Ze zijn er in de vorm van: zetpillen, zalf, crème en gel. Aandoeningen aan de vagina (zoals een vaginale schimmelinfectie) worden bestreden met medicijnen die een lokale werking hebben. Ze zijn er in de vorm van: zetpillen, zalf, crème en gel. Een applicator (inbrenghuls) is een hulpmiddel om medicijnen vaginaal toe te dienen. Een risico is dat de applicator de vaginawand beschadigd, waardoor irritatie optreedt. De vaginale medicijnen zelf kunnen ook irritatie geven. Werkwijze Bij de vaginale toediening van medicijnen ga je als volgt te werk: Trek onsteriele handschoenen aan. Laat de zorgvrager haar benen spreiden en ze iets optrekken. Gebruik bij het inbrengen van een applicator een glijmiddel want het kan gevoelig of pijnlijk zijn. Spreid met één hand de labia en breng met de andere hand de zetpil of de applicator voorzichtig in, ongeveer vijf centimeter. Leeg de applicator door het staafje in te drukken. De zorgvrager moet na het inbrengen van het medicijn nog even blijven liggen, zodat het medicijn de kans krijgt zich te verspreiden in de vagina en het er niet direct uitvloeit. Help de zorgvrager met een inlegkruisje of maandverband of adviseer haar in elk geval deze te dragen. Zie bijlage Handelingsschema: het toedienen van vaginale medicatie Zie bijlage Observatieschema: vaginale medicatie Toediening van oordruppels Aandoeningen aan de inwendige gehoorgang worden behandeld met oordruppels van een heldere of olieachtige substantie. Deze hebben een lokale werking. Aandoeningen aan de inwendige gehoorgang worden behandeld met oordruppels van een heldere of olieachtige substantie. Deze hebben een lokale werking. Medicijnen in het oor kunnen als risico geven dat de gehoorgang beschadigd wordt of dat er een ontsteking ontstaat. De inwendige gehoorgang is erg kwetsbaar en gevoelig. Bijwerkingen van het toedienen van medicijnen in het oor kunnen duizeligheid en misselijkheid zijn. Werkwijze Bij de toediening van oordruppels ga je als volgt te werk: Zorg ervoor dat de druppels op lichaamstemperatuur zijn als je ze toedient. Als de zorgvrager te koude of te warme druppels krijgt toegediend, kan dit ernstige pijn veroorzaken. Je kunt de druppels opgewarmen door het flesje een tijdje in de hand te nemen. Verwijder het zichtbare oorsmeer voorzichtig met een een wattenstaafje of een gaasje.

10 medicatie ThiemeMeulenhoff / Nadine Kettelarij pagina 8 van 11 Laat de zorgvrager het hoofd schuin opzij houden en trek met de duim en wijsvinger de oorschelp van het oor naar achteren. Met de andere hand houdt je de pipet tegen de kaakrand van de zorgvrager. Laat het aantal voorgeschreven druppels in de inwendige gehoorgang glijden door zachtjes in het ballonnetje van de pipet te knijpen. De zorgvrager moet het hoofd een paar minuten in dezelfde positie houden, zodat de druppels er niet direct weer uitlopen. Zie bijlage Handelingsschema: medicatie via het oor Dien het voorgeschreven aantal druppels of de zalf toe in het onderste ooglid toedienen door zachtjes te knijpen in het ballonnetje van de pipet of in de tube. Beweeg de tube van binnen naar buiten. Na de toediening moetde zorgvrager het oog zachtjes sluiten en niet knijpen anders glijdt het medicijn er weer uit Toediening van oogdruppels en oogzalf Indicaties voor oogdruppels en oogzalf zijn oogaandoeningen of onderzoek ter voorbereiding of als nazorg van een behandeling zoals een staaroperatie. De werking is lokaal. Indicaties voor oogdruppels en oogzalf zijn oogaandoeningen of onderzoek ter voorbereiding of als nazorg van een behandeling zoals een staaroperatie. De werking is lokaal. Het oog is een orgaan dat gevoelig is voor ontstekingen. Door onhygiënisch te werken, kan er irritatie, beschadiging of een ontsteking ontstaan. Een ander risico is pijn als het oogvlies bij de toediening wordt geraakt. Bijwerkingen zijn: tijdelijk vermindering van zicht en een gevoel van druk op het oog. Dit kan angstgevoelens of desoriëntatie geven. De houdbaarheid van oogmedicijnen is van korte duur. Specifieke voorschriften van de arts zijn bijvoorbeeld: het oog na toediening voorzichtig sluiten waardoor het medicijn zich over de gehele oogbol verspreidt of na de toediening van een druppel vijf of tien minuten wachten voordat de volgende druppel wordt toegediend. Werkwijze Bij de toediening van oogdruppels of oogzalf ga je als volgt te werk: Maak het oog schoon met een depper of gaasje gedrenkt in lauwwarm water, door het natte gaasje in één streek van buiten naar binnen en in de richting van de neus te strijken. De zorgvrager moet daarbij het hoofd iets naar achteren houden. Trek met één vinger het onderste ooglid iets naar beneden trekken. Neem in de andere hand tussen duim en wijsvinger de pipet of de tube. Je kunt deze hand zachtjes laten steunen op het voorhoofd van de zorgvrager Toediening van neusdruppels en neusspray De belangrijkste indicatie voor het toedienen van medicijnen in de neus is verkoudheid of ontsteking aan de sinussen. Medicijnen voor de neus zijn verwerkt in druppels of sprays en de werking is lokaal. De belangrijkste indicatie voor het toedienen van medicijnen in de neus is verkoudheid of ontsteking aan de sinussen. Medicijnen voor de neus zijn verwerkt in druppels of sprays en de werking is lokaal. Werkwijze Bij de toediening van neusdruppels of neusspray ga je als volgt te werk: Maak wanneer dat nodig is de neus schoon met een zakdoekje of wattenstaafje, of vraag de zorgvrager dit zelf te doen. Bij het toedienen van neusdruppels zal de zorgvrager gaan liggen of het hoofd naar achteren houden. Duw met een vinger de neuspunt voorzichtig iets omhoog. Druppel met de pipet de voorgeschreven neusdruppels in één neusgat. Zorg ervoor dat de pipet de neus niet raakt. Je kunt dit voorkomen door de hand waarmee je de pipet vasthoudt op de kin van de zorgvrager te plaatsen. Laat de zorgvrager het hoofd nog enkele minuten achterover houden zodat de

11 medicatie ThiemeMeulenhoff / Nadine Kettelarij pagina 9 van 11 vloeistof niet direct uit de neus loopt. Als een neusspray wordt gebruikt, kan de zorgvrager het hoofd gewoon recht houden Toediening via de huid Indicaties voor het toedienen van medicijnen via de huid zijn bijvoorbeeld huidaandoeningen. De vorm kan zijn poeder, zalf, crème, lotion, gel of olie, waarbij de werking voornamelijk lokaal is. Indicaties voor het toedienen van medicijnen via de huid zijn bijvoorbeeld huidaandoeningen. De vorm kan zijn poeder, zalf, crème, lotion, gel of olie, waarbij de werking voornamelijk lokaal is. Er zijn steeds meer medicijnen die in de vorm van een pleister worden toegediend. Een bepaalde hoeveelheid medicijn is opgeslagen in de pleister. De pleister is voorzien van een membraan die op de huid wordt geplakt. Door de warmte van de huid wordt het middel transcutaan opgenomen in de bloedbaan. Dit zijn medicijnen met een systemische werking bijvoorbeeld hormoonpleisters of morfinepleisters. Irritatie, verwonding of een allergische reactie kunnen bijwerkingen zijn van medicijnen die op de huid worden aangebracht. Werkwijze Bij de toediening van poeder, zalf, crème, lotion, gel of olie ga je als volgt te werk: Trek onsteriele handschoenen aan. Het risico bestaat namelijk dat het medicijn via de onbeschermde huid in je eigen lichaam terechtkomt. Reinig de plaats waar het medicijn wordt toegediend volgens de voorschriften van de arts. In veel gevallen volstaat lauwwarm water of zoete olie. Verwissel na de reiniging van de huid de onsteriele handschoenen voor nieuwe. Breng de poeder, zalf, crème, lotion, gel of olie aan met een spatel of gaasje volgens de gebruiksaanwijzing van het middel of de voorschriften van de arts. Dek zo nodig de aangedane huid af met het voorgeschreven verbandmiddel. Werkwijze Bij de toediening van een medicijnpleister ga je als volgt te werk: Knip haartjes zo nodig kort of weg. De huid mag niet worden geschoren omdat er dan een huiddefect kan ontstaan. Verwijder de beschermende folie van de pleister zonder het membraan aan te raken. Plak de pleister op de gewenste plaats op de huid geplakt. Leg je hand op de pleister zodat deze goed vast komt te zitten. De zorgvrager moet ervan op de hoogte gebracht worden dat er geen warmtebron, zoals bijvoorbeeld een kruik, in de buurt van de pleister mag komen. De zorgvrager mag er ook niet overheen wrijven. Door de huid extra te verwarmen wordt er meer van het medicijn uit de pleister opgenomen. Zie bijlage Handelingsschema: medicatie via de huid Zie bijlage Observatieschema: medicatie via huid Toediening via de longen Verschillende longaandoeningen zijn gebaat bij het inhaleren van medicijnen. Het kan zijn dat de luchtwegen en/of de longblaasjes verwijd moeten worden, zodat zij meer of gemakkelijker zuurstof kunnen opnemen, waardoor de zorgvrager zich minder benauwd voelt. Verschillende longaandoeningen zijn gebaat bij het inhaleren van medicijnen. Het kan zijn dat de luchtwegen en/ of de longblaasjes verwijd moeten worden, zodat zij meer of gemakkelijker zuurstof kunnen opnemen, waardoor de zorgvrager zich minder benauwd voelt. Een andere veelvoorkomende indicatie is chronische ontsteking in de longen die dagelijks een hoeveelheid ontstekingsremmer als onderhoudsdosis nodig heeft. Medicijnen die bestemd zijn voor de longen hebben een lokale werking. Het medicijn komt door inademing van de zorgvrager in de longen terecht. Door verstuiving en verneveling van fijn poeder of äerosolen wordt het mogelijk om het medicijn in te ademen. Aërosolen zijn minuscule druppeltjes waarin de werkzame stof is vermengd. Risico's van inhaleren zijn een verkeerd gebruik van de inhalator waardoor het medicijn niet op de plaats van bestemming terechtkomt. Of er komt een overdosis van het medicijn in de longen terecht. Bij verneveling kan er veel vocht in de longen terechtkomen,

12 medicatie ThiemeMeulenhoff / Nadine Kettelarij pagina 10 van 11 wat weer extra benauwdheid geeft. Een goed gebruik van de inhalator is het halve werk. Inhaleren kan met een spray, een inhalator of een vernevelaar. Dit soort hulpmiddelen zijn er in allerlei vormen en maten. Werkwijze Bij de toediening van medicijnen via de longen ga je als volgt te werk: Laat de zorgvrager goed rechtop zitten. Daarna ademt de zorgvrager zo diep mogelijk uit en klemt de lippen om het mondstuk van de spray of de inhalator. De zorgvrager drukt de spray of inhalator in en inhaleert tegelijkertijd zo diep mogelijk waardoor de aërosolen via de mond in de longen terechtkomen. Een vernevelaar zit gekoppeld aan een zuurstoffles of een compressor. Onder perslucht kunnen de aërosolen continu worden toegediend. Dit kan via een mondstukje of een masker. De zorgvrager moet rustig in- en uitademen waardoor de werkzame stoffen worden opgenomen. Kinderen hebben hierbij extra aandacht en begeleiding nodig. Voor kinderen is het moeilijk om twee dingen tegelijk te doen. Ze moeten namelijk de spray of inhalator indrukken en tegelijkertijd inhaleren. Zie bijlage Handelingsschema: medicatie via de luchtwegen Zie bijlage Observatieschema: medicatie luchtwegen Zie bijlage Handelingsschema: medicatie via de slijmvliezen Zie bijlage Observatieschema: medicatie slijmvliezen 2.2. Ondersteuning van de zorgvrager bij het medicijngebruik De zorgvrager verdient bij medicijngebruik ondersteuning, voorlichting, begeleiding en instructie. Het doel van het aandacht besteden aan deze aspecten is de draagkracht en draaglast van de zorgvrager die medicijnen gebruikt in evenwicht te brengen. De verpleegkundige zorg wordt in overleg met de zorgvrager afgestemd op zijn beleving, ervaring en wensen. Veel mensen hebben moeite met het innemen van medicijnen. Door ineens afhankelijk te zijn van medicijnen wordt de zorgvrager dagelijks geconfronteerd met het feit dat hij ziek is of bepaalde dingen niet meer kan. Het kan de zelfstandigheid van de zorgvrager ineens verminderen en hij kan het gevoel hebben de controle over zijn leven kwijt te raken. De zorgvrager verdient bij medicijngebruik ondersteuning, voorlichting, begeleiding en instructie. Het doel van het aandacht besteden aan deze aspecten is de draagkracht en draaglast van de zorgvrager die medicijnen gebruikt in evenwicht te brengen. Je verpleegkundige zorg wordt in overleg met de zorgvrager afgestemd op zijn beleving, ervaring en wensen. Veel ziektes en aandoeningen worden behandeld met farmacotherapie. Hierdoor verminderen of verdwijnen de klachten. Het kan ook zijn dat de zorgvrager niets van zijn aandoening merkt, maar wel medicijnen moet innemen. Het is dan moeilijk om therapietrouw te blijven. De verpleegkundige zal de zorgvrager daarbij ondersteunen en gerichte voorlichting en informatie verstrekken over de mogelijke gevolgen op langere termijn. Voor sommige categorieën zorgvragers zijn er extra risico's of bijwerkingen verbonden aan het gebruik van geneesmiddelen. Dit zijn: zwangeren en vrouwen die borstvoeding geven, kinderen, mensen met ernstige verstandelijke beperkingen of psychiatrische stoornissen en dementerenden. Zwangere vrouwen moeten voorzichtig zijn met het innemen van medicamenten omdat deze een effect kunnen hebben op het ongeboren kind. De moedermelk van van vrouwen die borstvoeding geven, kan na inname van medicijnen schadelijke stoffen bevatten die de zuigeling dan binnenkrijgt. Het toedienen van medicijnen bij kinderen verdient extra zorgvuldigheid door elke reactie nauwkeurig te observeren. Mensen met ernstige verstandelijke beperkingen of psychiatrische stoornissen en dementerenden zijn vaak niet in staat de verantwoordelijkheid te dragen voor het zelfstandig innemen van medicijnen. Deze categorieën zorgvragers hebben hierbij extra aandacht en begeleiding nodig. Het spreekt voor zich dat het van jou als verpleegkundige extra inzicht en tact vraagt om op een respectvolle manier de verantwoording voor het medicijngebruik over te nemen.

13 medicatie ThiemeMeulenhoff / Nadine Kettelarij pagina 11 van 11 BIJLAGE(N): HANDELINGSSCHEMA: MEDICATIE VIA HET OOR...P. 12 HANDELINGSSCHEMA: MEDICATIE VIA DE LUCHTWEGEN...P. 14 OBSERVATIESCHEMA: MEDICATIE LUCHTWEGEN...P. 15 HANDELINGSSCHEMA: MEDICATIE VIA DE SLIJMVLIEZEN...P. 17 OBSERVATIESCHEMA: MEDICATIE SLIJMVLIEZEN...P. 19 HANDELINGSSCHEMA: HET TOEDIENEN VAN RECTALE MEDICATIE...P. 22 OBSERVATIESCHEMA: RECTALE MEDICATIE...P. 24 HANDELINGSSCHEMA: HET TOEDIENEN VAN ORALE MEDICATIE...P. 26 OBSERVATIESCHEMA: ORALE MEDICATIE...P. 28 HANDELINGSSCHEMA: MEDICATIE VIA DE HUID...P. 30 OBSERVATIESCHEMA: MEDICATIE VIA HUID...P. 32 HANDELINGSSCHEMA: HET TOEDIENEN VAN VAGINALE MEDICATIE...P. 34 OBSERVATIESCHEMA: VAGINALE MEDICATIE...P. 36

14 Handelingsschema Het toedienen van medicatie via het oor Handeling Verantwoording Voorbereiding 1 Raadpleeg het verpleegkundig dossier en informeer je over de mogelijkheden en beperkingen van de zorgvrager. 2 Licht de zorgvrager goed voor over wat je gaat doen, waarom je dit gaat doen en hoe je het gaat doen. 3 Volg de medicijnopdracht. Controleer op het juiste geneesmiddel, de juiste concentratie en hoeveelheid, de juiste bewaarmethode en de houdbaarheidsdatum, het tijdstip van toediening, de naam van de zorgvrager, de wijze van toediening en de paraaf van de arts. 4 Bedenk wat er nodig is bij het geven van medicatie via het oor en zorg daarvoor. Denk aan: oordruppels, pipet, papieren zakdoekjes, tissues, deppers en wegwerphandschoenen. 1 Om te bepalen waar je extra op moet letten bij het toedienen van medicijnen via het oor. 2 De zorgvrager kan zich voorbereiden op de handeling en weet wat er daarbij eventueel van hem verwacht wordt. 3 Om verwisselingen en fouten bij de toediening te voorkomen. 4 Voorkomt dat je medicijnen via het oor toe wil gaan dienen en er vervolgens achterkomt dat je niet over de juiste materialen beschikt. 5 Breng de oordruppels op kamertemperatuur. 5 Te koude druppels kunnen pijn doen en tot misselijkheid leiden. 6 Zorg dat je tijdens de handeling niet gestoord wordt door 6 In verband met de privacy van de zorgvrager. deur en of bedgordijnen dicht te trekken. 7 Controleer eventueel nogmaals de naam en geboortedatum 7 Om verwisselingen te voorkomen. van de zorgvrager. 8 Zorg voor een prettige lig zit - of sta houding van de 8 Om toediening van medicatie te vergemakkelijken. zorgvrager. 9 Was je handen 9 In verband met de hygiëne 10 Trek de handschoenen aan. 10 In verband met de hygiëne. Uitvoering 11 Vraag de zorgvrager het hoofd naar een kant te buigen zodat je goed bij het te druppelen oor kunt. 12 Neem de oorschelp tussen duim en wijsvinger van de niet dominante hand en trek de schelp iets naar het achterhoofd. 13 Dien het voorgeschreven aantal druppels toe in de gehoorgang door het pipet vol te zuigen en de druppels tegen de zijgang van de gehoorgang te laten vallen. 14 De afstand tussen pipet en oor is klein maar de pipet raakt het oor niet. 15 Druk licht voor op het oor met een vinger waardoor het oor wordt dichtgedrukt en maak een draaiende beweging met de vinger 16 Laat de zorgvrager drie minuten in deze houding zitten en herhaal vervolgens de handeling voor het andere oor. 17 Vang eventuele overtollige medicatie die uit het oor loopt op met een tissue 11 Om het toedienen van de oordruppels te vergemakkelijken 12 De gehoorgang wordt als het ware rechtgetrokken waardoor de druppels diep naar binnen kunnen dringen. 13 Zo vallen ze niet direct op het trommelvlies wat pijnlijk kan zijn. 14 Om verontreiniging van het pipet te vermijden. 15 Op die manier wordt de medicatie door het hele oor verspreid 16 Zo kan de medicatie in het oor inwerken. 17 Ter bescherming van de kleding Nazorg 18 Maak de gebruikte materialen schoon en ruim ze op. Was je handen 18 Zo staat alles weer klaar voor de volgende keer. 1 van 2

15 19 Vraag aan de zorgvrager hoe hij het toedienen van de medicatie via het oor heeft ervaren. 20 Rapporteer in het verpleegkundig dossier, datum en tijdstip van de medicatietoediening, naam, hoeveelheid, dosering eventuele bijzonderheden en reacties van de zorgvrager. 21 Doe eventueel de gordijnen open De zorgvrager vindt het fijn als hij zijn mening kan geven. De volgende keer kun je rekening houden met op-of aanmerkingen. 20 Voor het bieden van een optimale zorgverlening en continuïteit van zorg. 2 van 2

16 Handelingsschema Het toedienen van medicatie via de luchtwegen Handeling Verantwoording Voorbereiding 1 Raadpleeg het verpleegkundig dossier en informeer je over de mogelijkheden en beperkingen van de zorgvrager. 2 Licht de zorgvrager goed voor over wat je gaat doen, waarom je dit gaat doen en hoe je het gaat doen. 3 Volg de medicijnopdracht. Controleer op het juiste geneesmiddel, de juiste concentratie en hoeveelheid, de houdbaarheidsdatum, het tijdstip van toediening, de naam van de zorgvrager, de wijze van toediening en de paraaf van de arts. 4 Bedenk wat er nodig is bij het geven van medicatie via de luchtwegen en zorg daarvoor. Denk aan: medicatie, inhalator. 5 Zorg dat je tijdens de handeling niet gestoord wordt door deur en of bedgordijnen dicht te trekken. 6 Controleer eventueel nogmaals de naam en geboortedatum van de zorgvrager. 1 Om te bepalen waar je extra op moet letten bij het toedienen van medicijnen via de luchtwegen. 2 De zorgvrager kan zich voorbereiden op de handeling en weet wat er daarbij eventueel van hem verwacht wordt. 3 Om verwisselingen en fouten bij de toediening te voorkomen. 4 Voorkomt dat je medicijnen via de luchtwegen toe wil gaan dienen en er vervolgens achterkomt dat je niet over de juiste materialen beschikt. 5 In verband met de privacy van de zorgvrager. 6 Om verwisselingen te voorkomen. 7 Zorg voor een prettige zithouding van de zorgvrager. 7 Om toediening van medicatie te vergemakkelijken. Uitvoering 8 Schud de medicatie voor gebruik of plaats de capsule in de poederinhalator. 9 Laat de zorgvrager diep uitademen en aan het einde van de uitademing het mondstuk van de inhalator tussen tanden en lippen te plaatsen zodat er geen valse lucht meer bijkan. 10 Vertel de zorgvrager tegelijk met het inademen op de spuitbus te drukken als het een Dosis aërosolbetreft. 11 Vertel de zorgvrager bij gebruik van een inhalatiekamer vijf tot tien keer diep in te ademen, nadat het aantal puffs in de inhalatiekamer is gebracht. 12 Vertel de zorgvrager bij gebruik van een poederinhalator diep en krachtig via de mond te ademen. 13 Vraag de zorgvrager de adem vijf à tien seconden vast te houden na het inhaleren 8 Zodat de medicatie goed in de inhalator verdeeld wordt. 9 Opdat de medicijntoediening bij de volgende inademing kan beginnen en 10 Zodat het medicijn in de luchtwegen komt. 11 Zodat het medicijn in de luchtwegen komt. 12 Zodat het medicijn in de luchtwegen komt. 13 Zodat het medicijn in de luchtwegen kan inwerken. 14 Geef de zorgvrager desgewenst een glaasje water. 14 Voor het comfort van de zorgvrager. Nazorg 15 Maak de gebruikte materialen schoon en ruim ze op. 15 Zo staat alles weer klaar voor de volgende keer. 16 Vraag aan de zorgvrager hoe hij het toedienen van de 16 De zorgvrager vindt het fijn als hij zijn mening kan geven. De volgende keer kun je rekening houden met op-of medicatie via de luchtwegen heeft ervaren. aanmerkingen. 17 Rapporteer in het verpleegkundig dossier, datum en tijdstip van de medicatie, naam, hoeveelheid, dosering eventuele bijzonderheden en reacties van de zorgvrager. 18 Doe eventueel de gordijnen open Voor het bieden van een optimale zorgverlening en continuïteit van zorg. 1 van 1

17 Observatielijst handelingsschema Het toedienen van medicatie via de luchtwegen Student Beoordelaar groep datum niet van toepassing onvoldoende voldoende Voorbereiding 1 Raadpleegt het verpleegkundig dossier en informeert naar de mogelijkheden en beperkingen van de zorgvrager. 1 2 Licht de zorgvrager goed voor over wat hij gaat doen, waarom hij dit gaat doen en hoe hij het gaat doen. 2 3 Volgt de medicijnopdracht. Controleert op het juiste geneesmiddel, de juiste concentratie en hoeveelheid, het tijdstip van toediening, de naam van de zorgvrager, de wijze van toediening en de paraaf van de arts. 3 4 Bedenkt wat er nodig is bij het geven van medicatie via de luchtwegen en zorgt daarvoor. Denkt aan: medicatie, inhalator. 4 5 Zorgt dat de handeling niet gestoord wordt door deur en of bedgordijnen dicht te trekken. 5 6 Controleert eventueel nogmaals de naam en geboortedatum van de zorgvrager. 6 7 Zorgt voor een prettige zithouding van de zorgvrager. 7 Uitvoering 8 Schudt de medicatie voor gebruik of plaatst de capsule in de poederinhalator. 8 9 Laat de zorgvrager diep uitademen en aan het einde van de uitademing het mondstuk van de inhalator tussen tanden en lippen plaatsen zodat er geen valse lucht meer bij kan Vertelt de zorgvrager tegelijk met het inademen op de spuitbus te drukken als het een Dosis aërosol betreft Vertelt de zorgvrager bij gebruik van een inhalatiekamer vijf tot tien keer diep in te ademen, nadat het aantal puffs in de inhalatiekamer is gebracht Vertelt de zorgvrager bij gebruik van een poederinhalator diep en krachtig via de mond te ademen Vraagt de zorgvrager de adem vijf à tien seconden vast te houden Geeft de zorgvrager desgewenst een glaasje water. 14 Nazorg 15 Maakt de gebruikte materialen schoon en ruim ze op Vraagt aan de zorgvrager hoe hij het toedienen van de medicatie via de luchtwegen heeft ervaren Rapporteert in het verpleegkundig dossier, datum en tijdstip van de medicatie, naam, hoeveelheid, dosering eventuele bijzonderheden en reacties van de zorgvrager Doet eventueel de gordijnen open 18 1 van 2

18 Opmerkingen 2 van 2

19 Handelingsschema Het toedienen van medicatie via de slijmvliezen Handeling Verantwoording Voorbereiding 1 Raadpleeg het verpleegkundig dossier en informeer je over de mogelijkheden en beperkingen van de zorgvrager. 2 Licht de zorgvrager goed voor over wat je gaat doen, waarom je dit gaat doen en hoe je het gaat doen. 3 Volg de medicijnopdracht. Controleer, de injectie op het juiste geneesmiddel, de juiste concentratie en hoeveelheid, het tijdstip van toediening, de houdbaarheidsdatum, de juiste bewaarmethode, de naam van de zorgvrager, de wijze van toediening en de paraaf van de arts. 4 Bedenk wat er nodig is bij het geven van medicatie via de slijmvliezen en zorg daarvoor. Denk aan: oog- of neusdruppels of zalf, pipet, papieren zakdoekjes, tissues, deppers en wegwerphandschoenen. 5 Zorg dat je tijdens de handeling niet gestoord wordt door deur en of bedgordijnen dicht te trekken. 6 Controleer eventueel nogmaals de naam en geboortedatum van de zorgvrager. 7 Zorg voor een prettige lig zit - of sta houding van de zorgvrager. 1 Om te bepalen waar je extra op moet letten bij het toedienen van medicijnen via de slijmvliezen. 2 De zorgvrager kan zich voorbereiden op de handeling en weet wat er daarbij eventueel van hem verwacht wordt. 3 Om verwisselingen en fouten bij de toediening te voorkomen. 4 Voorkom dat je oraal medicijnen toe wil gaan dienen en er vervolgens achterkomt dat je niet over de juiste materialen beschikt. 5 In verband met de privacy van de zorgvrager. 6 Om verwisselingen te voorkomen. 7 Om toediening van medicatie te vergemakkelijken. 8 Was je handen 8 In verband met de hygiëne Uitvoering 9 Geef de zorgvrager zo mogelijk de kans om de medicatie zo zelfstandig mogelijk toe te dienen. 9 Stimuleer ook in de medicatietoediening de zelfredzaamheid van de zorgvrager. 10 Bij oogdruppels: 10 Reinig elk oog met een schone depper met lauwwarm Zo kunnen druppels beter inwerken. water van oorkant naar neuskant. Vraag of de zorgvrager het hoofd achterover wil buigen. Zo verdeelt de medicatie zich goed over het oog. Neem het pipet, druk het ballonnetje in, stop het pipet Zo zuigt het pipet zich vanzelf vol. in de oogdruppels en laat het ballonnetje los. Ga achter de zorgvrager staan en trek het onderst Zo wordt de conjunctivale ruimte goed zichtbaar en ooglid voorzichtig naar beneden en vraag de zorgvrager omhoog te kijken. bereikbaar. Laat de voorgeschreven aantal druppels in het opengesperde ooglid vallen. Zorg dat het pipet het hoorn- In verband met de hygiëne. vlies niet raakt. De zorgvrager knippert vanzelf met zijn ogen. Zo wordt het medicijn verspreid en opgenomen Dep het overtollig vocht weg met een tissue. Zo kunnen druppels beter inwerken. Herhaal dit bij het andere oog. Zo verdeelt de medicatie zich goed over het oog. Help de zorgvrager zonodig bij het aannemen van Zo wordt de conjunctivale ruimte goed zichtbaar en een prettige houding. bereikbaar. Bij het toedienen van oogzalf: Reinig elk oog met een schone depper met lauwwarm In verband met de hygiëne. water van oorkant naar neuskant. Vraag of de zorgvrager het hoofd achterover wil buigen. Zo wordt het medicijn verspreid en opgenomen 1 van 2

20 Ga vóór de zorgvrager staan en trek het onderst ooglid voorzichtig naar beneden en vraag de zorgvrager De druppels werken beter in een schone neus. omhoog te kijken. Knijp zachtjes in de tube zodat er wat zalf naar buiten Zo stromen de druppels naar het juiste punt. komt en breng de zalf aan op het onderste ooglid van de neus naar de oorkant, De zorgvrager knippert vanzelf met zijn ogen. In verband met de hygiëne. Dep de overtollige zalf weg met een tissue. Zo verspreid het medicijn zich op de juiste plek. Help de zorgvrager zonodig bij het aannemen van De zorgvrager kan even gedesoriënteerd zijn. een prettige houding. Bij het toedienen van neusdruppels: Vraag de zorgvrager zijn neus te snuiten. Vraag of de zorgvrager het hoofd achterover wil buigen. Druk de neuspunt voorzichtig omhoog met de ene hand en druppel met het pipet de voorgeschreven hoeveelheid druppels in het neusgat. De pipet mag de neus niet raken. Vraag de zorgvrager het andere neusgat dicht te houden en de druppels in te snuiven. Herhaal dit bij het andere neusgat. Help de zorgvrager zonodig bij het aannemen van een prettige houding. Nazorg 11 Maak de gebruikte materialen schoon en ruim ze op. Was je handen. 12 Vraag aan de zorgvrager hoe hij het toedienen van de medicatie via de slijmvliezen heeft ervaren. 13 Rapporteer in het verpleegkundig dossier, datum en tijdstip van de medicatie, naam, hoeveelheid, dosering eventuele bijzonderheden en reacties van de zorgvrager. 14 Doe eventueel de gordijnen open Zo staat alles weer klaar voor de volgende keer. 12 De zorgvrager vindt het fijn als hij zijn mening kan geven. De volgende keer kun je rekening houden met op-of aanmerkingen. 13 Voor het bieden van een optimale zorgverlening en continuïteit van zorg. 2 van 2

Medicatie toedienen via inhalatie met een verstuiver, een poederinhalator of een vernevelapparaat

Medicatie toedienen via inhalatie met een verstuiver, een poederinhalator of een vernevelapparaat 0 0 0 0 0 0 Opdrachtformulier Medicatie toedienen via inhalatie met een verstuiver, een poederinhalator of een vernevelapparaat Naam student: Datum: Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en

Nadere informatie

Het oraal, transcutaan, rectaal en vaginaal toedienen van medicijnen

Het oraal, transcutaan, rectaal en vaginaal toedienen van medicijnen 0 0 0 0 0 0 Opdrachtformulier Het oraal, transcutaan, rectaal en vaginaal toedienen van medicijnen Naam student: Datum: Voordat je gaat oefenen Lees het instructieformulier van deze vaardigheid en noteer

Nadere informatie

Het toedienen van medicijnen via oog, oor of neus

Het toedienen van medicijnen via oog, oor of neus 1 1 1 1 1 0 1 0 0 1 Opdrachtformulier Het toedienen van medicijnen via oog, oor of neus Naam student: Datum: Voordat je gaat oefenen 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen

Nadere informatie

Medicijnen. Medicatietoediening binnen Gelre ziekenhuizen 2017

Medicijnen. Medicatietoediening binnen Gelre ziekenhuizen 2017 Medicijnen Medicatietoediening binnen Gelre ziekenhuizen 2017 Omgaan met geneesmiddelen Definitie geneesmiddel: Een geneesmiddel is een preparaat van synthetische, plantaardige of dierlijke oorsprong dat

Nadere informatie

BIJSLUITER. POLYMYXINE B 0,1% oogdruppels / oordruppels

BIJSLUITER. POLYMYXINE B 0,1% oogdruppels / oordruppels BIJSLUITER POLYMYXINE B 0,1% oogdruppels / oordruppels Lees de hele bijsluiter goed vóórdat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien

Nadere informatie

Medicijnen. Medicatietoediening binnen Gelre ziekenhuizen 2017

Medicijnen. Medicatietoediening binnen Gelre ziekenhuizen 2017 Medicijnen Medicatietoediening binnen Gelre ziekenhuizen 2017 Omgaan met geneesmiddelen Definitie geneesmiddel: Een geneesmiddel is een preparaat van synthetische, plantaardige of dierlijke oorsprong dat

Nadere informatie

BIJSLUITER. PREDNISOLON NEOMYCINE oog/oor druppels

BIJSLUITER. PREDNISOLON NEOMYCINE oog/oor druppels BIJSLUITER PREDNISOLON NEOMYCINE oog/oor druppels Lees de hele bijsluiter goed vóórdat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien

Nadere informatie

BIJSLUITER. POVIDONJODIUM 0,3% oogdruppels

BIJSLUITER. POVIDONJODIUM 0,3% oogdruppels BIJSLUITER POVIDONJODIUM 0,3% oogdruppels Lees de hele bijsluiter goed voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft

Nadere informatie

Het toedienen van een kant-en-klaar klysma aan een zorgvrager

Het toedienen van een kant-en-klaar klysma aan een zorgvrager OPDRACHTFORMULIER Het toedienen van een kant-en-klaar klysma aan een zorgvrager Naam student: Datum: Voordat je gaat oefenen 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen.

Nadere informatie

BIJWERKINGEN WAT KAN DE APOTHEKER VOOR MIJ DOEN MEER KANS OP BIJWERKINGEN VEEL VOOR- KOMENDE BIJWERKINGEN WISSELWERKING

BIJWERKINGEN WAT KAN DE APOTHEKER VOOR MIJ DOEN MEER KANS OP BIJWERKINGEN VEEL VOOR- KOMENDE BIJWERKINGEN WISSELWERKING BIJWERKINGEN WAT KAN DE APOTHEKER VOOR MIJ DOEN MEER KANS OP BIJWERKINGEN VEEL VOOR- KOMENDE BIJWERKINGEN WISSELWERKING TUSSEN MEDICIJNEN CONTROLE MEDICIJNEN DOOR DE OVERHEID BIJWERKINGEN MELDEN BIJSLUITER

Nadere informatie

BIJSLUITER. CHLOORHEXIDINE 0,02% oogdruppels

BIJSLUITER. CHLOORHEXIDINE 0,02% oogdruppels BIJSLUITER CHLOORHEXIDINE 0,02% oogdruppels Lees de hele bijsluiter goed voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Livocab neusspray 0,5 mg/ml levocabastine

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Livocab neusspray 0,5 mg/ml levocabastine BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS Livocab neusspray 0,5 mg/ml levocabastine Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. - Bewaar deze bijsluiter.

Nadere informatie

Morfine Feiten en fabels. Apotheek

Morfine Feiten en fabels. Apotheek 00 Morfine Feiten en fabels Apotheek In overleg met uw arts gaat u morfine gebruiken. Morfine behoort tot een groep geneesmiddelen, die morfineachtige pijnstillers of opioïden worden genoemd. Inleiding

Nadere informatie

Inhoud Toedieningswegen en toedieningsvormen Inleiding Toedieningswegen Orale toedieningsvormen Toedieningsvormen voor neus, oor, mond en oog

Inhoud Toedieningswegen en toedieningsvormen Inleiding  Toedieningswegen  Orale toedieningsvormen  Toedieningsvormen voor neus, oor, mond en oog VII 1 Toedieningswegen en toedieningsvormen..................................... 1 1.1 Inleiding............................................................................ 3 1.2 Toedieningswegen..................................................................

Nadere informatie

Toediening. 2.1 Toedieningsvormen 20. 2.2 Toedieningswegen 22. 2.3 Toedieningswijzen 24

Toediening. 2.1 Toedieningsvormen 20. 2.2 Toedieningswegen 22. 2.3 Toedieningswijzen 24 19 Toediening Samenvatting In dit hoofdstuk komt de toediening van medicijnen aan bod. Het volgende wordt behandeld: toedieningsvormen: tablet, dragee, capsule, drankje, druppels, poeders, kauwgom, suspensie,

Nadere informatie

Voorwoord 7. Overzicht pictogrammen 9

Voorwoord 7. Overzicht pictogrammen 9 Inhoud Voorwoord 7 Overzicht pictogrammen Medicijnen uitzetten 2 Medicijnen controleren, toedienen en registreren 3 3 Toedienen van orale medicatie 4 Toedienen van rectale medicatie 7 Toedienen van vaginale

Nadere informatie

Behandelplan 1. Medicijnen gebruiken

Behandelplan 1. Medicijnen gebruiken Behandeling van COPD Als de diagnose COPD is gesteld, krijgt u te maken met verschillende zorgverleners die hun best doen voor een goede behandeling van COPD. Ook verwachten zij iets van u als patiënt.

Nadere informatie

Hulp bieden bij eten en drinken bij platligging of halfzittende houding

Hulp bieden bij eten en drinken bij platligging of halfzittende houding OPDRACHTFORMULIER Hulp bieden bij eten en drinken bij platligging of halfzittende houding Naam student: Datum: Voordat je gaat oefenen 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen

Nadere informatie

Een druppelklysma toedienen

Een druppelklysma toedienen 0 0 0 0 0 0 Opdrachtformulier Een druppelklysma toedienen Naam student: Datum: Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent.

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Sandoz B.V. Page 1/5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER suspensie 50 microgram/dosis beclometasondipropionaat Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want er staat

Nadere informatie

Een hoogopgaand klysma toedienen

Een hoogopgaand klysma toedienen 1 1 1 1 1 0 1 0 1 0 1 0 Opdrachtformulier Een hoogopgaand klysma toedienen Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten

Nadere informatie

BIJSLUITER. CHLORALHYDRAAT 100 mg/ml drank

BIJSLUITER. CHLORALHYDRAAT 100 mg/ml drank BIJSLUITER CHLORALHYDRAAT 100 mg/ml drank Lees de hele bijsluiter goed voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft

Nadere informatie

Sondevoeding thuis. Kindergeneeskunde. Via neus-maagsonde. Inleiding. Sondevoeding. Toediening

Sondevoeding thuis. Kindergeneeskunde. Via neus-maagsonde. Inleiding. Sondevoeding. Toediening Kindergeneeskunde Sondevoeding thuis Via neus-maagsonde Inleiding U heeft van uw behandelend arts gehoord dat uw kind met sondevoeding naar huis gaat. In deze folder vindt u algemene informatie over wat

Nadere informatie

BIJSLUITER. DILTIAZEM HCl 2% gel DILTIAZEM HCl 2% vaselinecetomacrogolcreme

BIJSLUITER. DILTIAZEM HCl 2% gel DILTIAZEM HCl 2% vaselinecetomacrogolcreme BIJSLUITER DILTIAZEM HCl 2% gel DILTIAZEM HCl 2% vaselinecetomacrogolcreme Lees de hele bijsluiter goed voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar

Nadere informatie

Inleiding in de farmacotherapie

Inleiding in de farmacotherapie H. Elling Inleiding in de farmacotherapie Derde druk Houten 2013 V Voorwoord Inleiding in de farmacotherapie heeft als doel de basisbegrippen uit de farmacotherapie uit te leggen. Kennis van de basisbegrippen

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Livocab 0,5 mg/ml neusspray, suspensie levocabastine

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Livocab 0,5 mg/ml neusspray, suspensie levocabastine BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Livocab 0,5 mg/ml neusspray, suspensie levocabastine Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie

Nadere informatie

BIJSLUITER. NAFAZOLINENITRAAT 0,025% en 0,05% oogdruppels

BIJSLUITER. NAFAZOLINENITRAAT 0,025% en 0,05% oogdruppels BIJSLUITER NAFAZOLINENITRAAT 0,025% en 0,05% oogdruppels Lees de hele bijsluiter goed vóórdat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter.

Nadere informatie

BECLOMETASON NEVEL APOTEX 50, NEUSSPRAY SUSPENSIE 50 MICROGRAM/DOSIS RVG 28086= Version 2016_06 Page 1 of 6

BECLOMETASON NEVEL APOTEX 50, NEUSSPRAY SUSPENSIE 50 MICROGRAM/DOSIS RVG 28086= Version 2016_06 Page 1 of 6 Version 2016_06 Page 1 of 6 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER BECLOMETASON NEVEL APOTEX 50, NEUSSPRAY beclometasondipropionaat Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken,

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Livocab oogdruppels 0,5 mg/ml oogdruppels levocabastine

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Livocab oogdruppels 0,5 mg/ml oogdruppels levocabastine BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS Livocab oogdruppels 0,5 mg/ml oogdruppels levocabastine Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken - Bewaar deze bijsluiter. Misschien

Nadere informatie

Maag-, Darm- en Leverziekten. Mesalazines.

Maag-, Darm- en Leverziekten. Mesalazines. Maag-, Darm- en Leverziekten Mesalazines www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Algemeen... 3 Werking... 3 Gebruik... 4 Bijwerkingen... 5 Het effect op vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding... 6 Controles...

Nadere informatie

Koortsstuipen. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Koortsstuipen. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Koortsstuipen Jonge kinderen zijn bij koorts gevoelig voor stuipen. Ongeveer 5 procent van de kinderen tussen de drie maanden en zes jaar heeft weleens een koortsstuip. In deze folder leest u over de achtergrond

Nadere informatie

BIJSLUITER. ATROPINESULFAAT 0,25%, 0,5% en 1,0% oogdruppels

BIJSLUITER. ATROPINESULFAAT 0,25%, 0,5% en 1,0% oogdruppels BIJSLUITER ATROPINESULFAAT 0,25%, 0,5% en 1,0% oogdruppels Lees de hele bijsluiter goed vóórdat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter.

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Sandoz B.V. Page 1/5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER suspensie 50 microgram/dosis beclometasondipropionaat Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want er staat

Nadere informatie

BIJSLUITER. PILOCARPINE 0,125%, 1% en 4% oogdruppels

BIJSLUITER. PILOCARPINE 0,125%, 1% en 4% oogdruppels BIJSLUITER PILOCARPINE 0,125%, 1% en 4% oogdruppels Lees de hele bijsluiter goed vóórdat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien

Nadere informatie

Schuim Zorg ervoor dat uw endeldarm leeg is voordat u de schuim inbrengt. Ga vooraf naar het toilet.

Schuim Zorg ervoor dat uw endeldarm leeg is voordat u de schuim inbrengt. Ga vooraf naar het toilet. Mesalazine Uw behandelend maag-darm-leverarts heeft u verteld dat u in aanmerking komt voor een onderhoudsbehandeling met mesalazine in verband met een chronische ontstekingsziekte van de darm. In deze

Nadere informatie

METHOTREXAAT BIJ REUMATISCHE AANDOENINGEN FRANCISCUS GASTHUIS

METHOTREXAAT BIJ REUMATISCHE AANDOENINGEN FRANCISCUS GASTHUIS METHOTREXAAT BIJ REUMATISCHE AANDOENINGEN FRANCISCUS GASTHUIS Inleiding Deze folder is bestemd voor patiënten (en hun naasten) die door de behandelend arts methotrexaat voorgeschreven hebben gekregen.

Nadere informatie

1.3.1.3 Package Leaflet 1.3.1.3-1

1.3.1.3 Package Leaflet 1.3.1.3-1 1.3.1.3 Package Leaflet 1.3.1.3-1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Koortslipcrème aciclovir 50 mg/g, crème Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door, want deze bevat belangrijke informatie voor

Nadere informatie

Livocab 0,5 mg/ml oogdruppels, suspensie levocabastine

Livocab 0,5 mg/ml oogdruppels, suspensie levocabastine BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Livocab 0,5 mg/ml oogdruppels, suspensie levocabastine Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie

Nadere informatie

Oog-, oor- en neusdruppels. En oogzalf, -cel

Oog-, oor- en neusdruppels. En oogzalf, -cel Oog-, oor- en neusdruppels En oogzalf, -cel Inidicaties oogdruppels /-zalf Infecties Irritaties oogbindvlies Allergische conjuctivitis Droge ogen, te weinig traanvochtproductie Als pupilverwijder voor

Nadere informatie

Behandeling van reumatische klachten met medicijnen

Behandeling van reumatische klachten met medicijnen Behandeling van reumatische klachten met medicijnen Metoject Behandeling met Metoject In overleg met uw reumatoloog wordt u binnenkort voor uw reumatische klachten behandeld met het geneesmiddel Metoject.

Nadere informatie

BIJSLUITER (Ref ) (CCDS PRAC)

BIJSLUITER (Ref ) (CCDS PRAC) BIJSLUITER (Ref. 11.03.2016) (CCDS 0052-02 + PRAC) 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Bisolvon 8 mg tabletten broomhexinehydrochloride Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat

Nadere informatie

BIJSLUITER. PARACETAMOL/METOCLOPRAMIDE 1000/20 mg zetpil

BIJSLUITER. PARACETAMOL/METOCLOPRAMIDE 1000/20 mg zetpil BIJSLUITER PARACETAMOL/METOCLOPRAMIDE 1000/20 mg zetpil Lees de hele bijsluiter goed vóórdat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter.

Nadere informatie

MODULE ZURE OORDRUPPELS MET HYDROCORTISON DMB 1% FNA

MODULE ZURE OORDRUPPELS MET HYDROCORTISON DMB 1% FNA MODULE 1.3.1.3 APPLICATION FORM PACKAGE LEAFLET ZURE OORDRUPPELS MET HYDROCORTISON DMB 1% FNA Regulatory Affairs May 2017 Page 1 of 6 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Zure oordruppels met hydrocortison

Nadere informatie

Een zorgvrager helpen bij het verzorgen van een bril, contactlenzen of kunstoog

Een zorgvrager helpen bij het verzorgen van een bril, contactlenzen of kunstoog OPDRACHTFORMULIER Een zorgvrager helpen bij het verzorgen van een bril, contactlenzen of kunstoog Naam student: Datum: Voordat je gaat oefenen 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer

Nadere informatie

BIJSLUITER. LIDOCAÏNE HCl 2% orale gel

BIJSLUITER. LIDOCAÏNE HCl 2% orale gel BIJSLUITER LIDOCAÏNE HCl 2% orale gel Lees de hele bijsluiter goed voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u

Nadere informatie

BIJSLUITER. LIDOCAINE HCl 2% orale gel

BIJSLUITER. LIDOCAINE HCl 2% orale gel BIJSLUITER LIDOCAINE HCl 2% orale gel Lees de hele bijsluiter goed voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u

Nadere informatie

Het aanleggen van een drukverband om de pols, duimmuis, knie, enkel en elleboog

Het aanleggen van een drukverband om de pols, duimmuis, knie, enkel en elleboog OPDRACHTFORMULIER Het aanleggen van een drukverband om de pols, duimmuis, knie, enkel en elleboog Naam student: Datum: Voordat je gaat oefenen 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer

Nadere informatie

BIJSLUITER (Ref ) (CCDS PRAC + MAT)

BIJSLUITER (Ref ) (CCDS PRAC + MAT) BIJSLUITER (Ref. 03.04.2017) (CCDS 0052-02 + PRAC + MAT) 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Bisolvon 2 mg/mldruppels voor oraal gebruik, oplossing broomhexinehydrochloride Lees goed de hele bijsluiter

Nadere informatie

FINIMAL, tabletten. Bayer B.V., Energieweg 1, 3641 RT Mijdrecht Bayer Consumer Care, Postbus 80, 3640 AB Mijdrecht

FINIMAL, tabletten. Bayer B.V., Energieweg 1, 3641 RT Mijdrecht Bayer Consumer Care, Postbus 80, 3640 AB Mijdrecht Lees deze bijsluiter zorgvuldig door, want deze bevat belangrijke informatie voor u. Dit geneesmiddel is verkrijgbaar zonder doktersvoorschrift (recept), voor de behandeling van een milde aandoening waarbij

Nadere informatie

BIJSLUITER. SCOPOLAMINE HBr 0,25% oogdruppels

BIJSLUITER. SCOPOLAMINE HBr 0,25% oogdruppels BIJSLUITER SCOPOLAMINE HBr 0,25% oogdruppels Lees de hele bijsluiter goed vóórdat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft

Nadere informatie

1. WAT ZIJN ZURE OORDRUPPELS MET HYDROCORTISON DMB 1% FNA EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT?

1. WAT ZIJN ZURE OORDRUPPELS MET HYDROCORTISON DMB 1% FNA EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT? Page 1 of 6 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Zure oordruppels met hydrocortison DMB 1% FNA Lees deze bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. -Bewaar

Nadere informatie

Sandoz B.V. Page 1/5 Xylometazoline HCl Sandoz neusdruppels 0,5/1,0. 1313-V6 mg/ml 1.3.1.3 Package Leaflet januari 2009

Sandoz B.V. Page 1/5 Xylometazoline HCl Sandoz neusdruppels 0,5/1,0. 1313-V6 mg/ml 1.3.1.3 Package Leaflet januari 2009 Sandoz B.V. Page 1/5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER XYLOMETAZOLINE HCl SANDOZ NEUSDRUPPELS 0,5/1,0 MG/ML, OPLOSSING Lees deze bijsluiter zorgvuldig door, want deze bevat belangrijke informatie

Nadere informatie

PARACETAMOL PCH zetpillen. DEEL IB : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 09 april 2004 Deel IB2 : Bijsluiter Bladzijde : 1

PARACETAMOL PCH zetpillen. DEEL IB : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 09 april 2004 Deel IB2 : Bijsluiter Bladzijde : 1 Deel IB2 : Bijsluiter Bladzijde : 1 LEES DEZE BIJSLUITER ZORGVULDIG DOOR, WANT DEZE BEVAT BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR U. Dit geneesmiddel is verkrijgbaar zonder doktersvoorschrift (recept), voor de behandeling

Nadere informatie

BIJSLUITER. HOMATROPINE HBr 2% oogdruppels

BIJSLUITER. HOMATROPINE HBr 2% oogdruppels BIJSLUITER HOMATROPINE HBr 2% oogdruppels Lees de hele bijsluiter goed voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft

Nadere informatie

Zetpil en klysma. bij kinderen en jongeren met de ziekte van Crohn

Zetpil en klysma. bij kinderen en jongeren met de ziekte van Crohn Zetpil en klysma bij kinderen en jongeren met de ziekte van Crohn Waarom deze folder? Je dokter heeft met je gesproken over het gebruik van zetpillen en klysma s. In deze folder krijg je informatie over

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. NILSTAT IE/ml, suspensie voor oraal gebruik, druppels. Nystatine 100.

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. NILSTAT IE/ml, suspensie voor oraal gebruik, druppels. Nystatine 100. BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT NILSTAT 100.000 IE/ml, suspensie voor oraal gebruik, druppels Nystatine 100.000 eenheden/ml Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. ISOPTO TEARS 5 mg/ml oogdruppels, oplossing Hypromellose

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. ISOPTO TEARS 5 mg/ml oogdruppels, oplossing Hypromellose BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS 5 mg/ml oogdruppels, oplossing Hypromellose Lees goed de hele bijsluiter, want deze bevat belangrijke informatie. Dit geneesmiddel kunt u zonder voorschrift krijgen.

Nadere informatie

IB-2 Panadol Zetpillen 1000 mg voor Volwassenen maart 2010 en Kinderen vanaf 12 jaar Blz.1/5 RVG 29787 NL

IB-2 Panadol Zetpillen 1000 mg voor Volwassenen maart 2010 en Kinderen vanaf 12 jaar Blz.1/5 RVG 29787 NL Blz.1/5 RVG 29787 NL Lees deze bijsluiter zorgvuldig door, want deze bevat belangrijke informatie voor u. Dit geneesmiddel is verkrijgbaar zonder doktersvoorschrift (recept), voor de behandeling van een

Nadere informatie

Zuurstof toedienen via een tracheacanule

Zuurstof toedienen via een tracheacanule 1 1 1 1 1 0 1 0 1 0 1 0 Opdrachtformulier Zuurstof toedienen via een tracheacanule Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze

Nadere informatie

Bewaren van medicijnen

Bewaren van medicijnen 400006 Bewaren van medicijnen_400006 Bewaren medicijnen 24-06-15 14:54 Pagina Bewaren van medicijnen HOE BEWAREN HOE LANG OVERZICHT BEWAARTERMIJNEN VAN VERSCHILLENDE MEDICIJNEN VRAAG OVER UW MEDICIJNEN?

Nadere informatie

Het verzorgen van rode en gele wonden bij een zorgvrager

Het verzorgen van rode en gele wonden bij een zorgvrager 1 1 1 1 0 1 0 1 0 1 0 Opdrachtformulier Het verzorgen van rode en gele wonden bij een zorgvrager Naam student: Datum: Voordat je gaat oefenen 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer

Nadere informatie

Een zorgvrager helpen bij de oogverzorging

Een zorgvrager helpen bij de oogverzorging OPDRACHTFORMULIER Een zorgvrager helpen bij de oogverzorging Naam student: Datum: Voordat je gaat oefenen 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze

Nadere informatie

Zetpil en klysma bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa

Zetpil en klysma bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Zetpil en klysma bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Ziekenhuis Gelderse Vallei Inhoud Inleiding 3 Zetpil of klysma 3 Gebruik 3 Toediening 4 Zetpillen 4 Klysma 4 Bijwerkingen 5 Opmerkingen/complicaties

Nadere informatie

XYLOMETAZOLINEHYDROCHLORIDE 1 MG/ML NEUSDRUPPELS SAMENWERKENDE APOTHEKERS, OPLOSSING

XYLOMETAZOLINEHYDROCHLORIDE 1 MG/ML NEUSDRUPPELS SAMENWERKENDE APOTHEKERS, OPLOSSING Samenwerkende Apothekers Nederland bv Page 1/5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER XYLOMETAZOLINEHYDROCHLORIDE 1 MG/ML NEUSDRUPPELS SAMENWERKENDE APOTHEKERS, OPLOSSING Lees deze bijsluiter zorgvuldig

Nadere informatie

Methotrexaat bij reumatische aandoeningen. Maatschap Interne Geneeskunde IJsselland Ziekenhuis

Methotrexaat bij reumatische aandoeningen. Maatschap Interne Geneeskunde IJsselland Ziekenhuis Methotrexaat bij reumatische aandoeningen Maatschap Interne Geneeskunde IJsselland Ziekenhuis Inleiding U heeft van uw behandelend arts het medicijn methotrexaat voorgeschreven gekregen. Om dit medicijn

Nadere informatie

Morfine. Fabels en feiten

Morfine. Fabels en feiten Morfine Fabels en feiten In overleg met uw arts gaat u morfine gebruiken. Morfine behoort tot een groep geneesmiddelen, die morfineachtige pijnstillers of opioïden worden genoemd. Inleiding Waar in deze

Nadere informatie

Package Leaflet juli 2014

Package Leaflet juli 2014 Page 1/5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER xylometazoline HCl 0,5 / 1,0 mg/ml oplossing xylometazoline HCl Lees deze bijsluiter zorgvuldig door, want deze bevat belangrijke informatie voor u.

Nadere informatie

Midazolam neusspray (bij kinderen)

Midazolam neusspray (bij kinderen) Midazolam neusspray (bij kinderen) Uw kind wordt behandeld voor epilepsie. Soms is extra medicatie nodig bij aanvallen. Om uw kind bij een aanval te kunnen helpen, heeft de arts in overleg met u Midazolam

Nadere informatie

Midazolam neusspray. (bij volwassenen) Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Midazolam neusspray. (bij volwassenen) Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Midazolam neusspray (bij volwassenen) U wordt behandeld voor epilepsie. Als u een aanval krijgt, kan iemand in uw naaste omgeving Midazolam neusspray toedienen als dat nodig is. In deze folder leest u

Nadere informatie

2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN?

2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN? BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER LOCABIOTAL 1% Oplossing voor mond- of neusspray fusafungine Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie

Nadere informatie

Midazolam neusspray (bij kinderen)

Midazolam neusspray (bij kinderen) Midazolam neusspray (bij kinderen) Uw kind wordt behandeld voor epilepsie. Soms is extra medicatie nodig bij aanvallen. Om uw kind bij een aanval te kunnen helpen, heeft de arts in overleg met u Midazolam

Nadere informatie

Sandoz B.V. Page 1/5 Xylometazoline HCl Sandoz neusspray 1,0 mg/ml 1313-V Package Leaflet juli 2012

Sandoz B.V. Page 1/5 Xylometazoline HCl Sandoz neusspray 1,0 mg/ml 1313-V Package Leaflet juli 2012 Sandoz B.V. Page 1/5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Xylometazoline HCl Sandoz neusspray 1,0 mg/ml, neusspray, oplossing Xylometazoline HCl Lees deze bijsluiter zorgvuldig door, want deze

Nadere informatie

Een tracheacanule verwisselen

Een tracheacanule verwisselen 1 1 1 1 1 0 1 0 1 0 1 0 Opdrachtformulier Een tracheacanule verwisselen Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten

Nadere informatie

Zetpil en klysma bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa. polikliniek maag-, darm-, leverziekten (MDL)

Zetpil en klysma bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa. polikliniek maag-, darm-, leverziekten (MDL) Zetpil en klysma bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa polikliniek maag-, darm-, leverziekten (MDL) Noteer hier uw vragen Uw behandelend arts en/of maag, darm, lever (MDL) verpleegkundig specialist

Nadere informatie

toedienen van medicijnen

toedienen van medicijnen toedienen van medicijnen Toedienen van medicijnen LEERDOELEN Je weet welke materialen je gebruikt en welke stappen je zet bij het toedienen van medicijnen. Je weet wat een geneesmiddelendistributiesysteem

Nadere informatie

BIJSLUITER. CLINDAMYCINE HCL 1% gel

BIJSLUITER. CLINDAMYCINE HCL 1% gel BIJSLUITER CLINDAMYCINE HCL 1% gel Lees de hele bijsluiter goed voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem

Nadere informatie

BEWAREN VAN MEDICIJNEN

BEWAREN VAN MEDICIJNEN BEWAREN VAN MEDICIJNEN HOE BEWAREN HOE LANG OVERZICHT BEWAARTERMIJNEN VAN VERSCHILLENDE MEDICIJNEN MEDICIJNAFVAL INLEVEREN APOTHEEK.NL BEWAREN VAN MEDICIJNEN Als u uw medicijnen goed bewaart, bederven

Nadere informatie

1. WAT IS DURATEARS EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT?

1. WAT IS DURATEARS EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT? BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER DURATEARS Oogzalf Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. Gebruik dit geneesmiddel

Nadere informatie

BIJSLUITERBIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Dulcolax zetpillen 10 mg, zetpillen Bisacodyl

BIJSLUITERBIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Dulcolax zetpillen 10 mg, zetpillen Bisacodyl BIJSLUITERBIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Dulcolax zetpillen 10 mg, zetpillen Bisacodyl Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door, want deze bevat belangrijke informatie voor u. Dit geneesmiddel

Nadere informatie

Griepprik Wat kan uw apotheek voor u doen? Koorts en pijn

Griepprik Wat kan uw apotheek voor u doen? Koorts en pijn Verkoudheid en griep Plotseling een rillerig gevoel, spierpijn, keelpijn, last van hoesten en koorts... Misschien is dit het begin van een forse griep ( influenza ). In dat geval kunt u ook last krijgen

Nadere informatie

MODULE ZURE OORDRUPPELS MET TRIAMCINOLONACETONIDE DMB 0,1% FNA

MODULE ZURE OORDRUPPELS MET TRIAMCINOLONACETONIDE DMB 0,1% FNA MODULE 1.3.1.3 APPLICATION FORM PACKAGE LEAFLET ZURE OORDRUPPELS MET TRIAMCINOLONACETONIDE DMB 0,1% FNA Regulatory Affairs October 2016 Page 1 of 6 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Zure oordruppels

Nadere informatie

Inhalatie medicatie toedienen. Vaardigheid Voordelen Nadelen

Inhalatie medicatie toedienen. Vaardigheid Voordelen Nadelen Inhalatie medicatie toedienen Vaardigheid Voordelen Nadelen De soorten hulpmiddelen Doseer inhalator = doseeraesosol Poederinhalatoren, meerdere soorten Verneveling inhalator Soorten medcijnen Medicatie:

Nadere informatie

WAT ZIJN MOTILIUM-ZETPILLEN?

WAT ZIJN MOTILIUM-ZETPILLEN? McNeil 2008 Ned. Het is belangrijk dat u eerst deze gebruiksaanwijzing leest, ook als u Motilium al eerder heeft gebruikt. Er kan nieuwe belangrijke informatie in staan. Vraag uw arts of apotheker om uitleg

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Entocort Klysma suspensie voor rectaal gebruik 2 mg/100 ml budesonide

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Entocort Klysma suspensie voor rectaal gebruik 2 mg/100 ml budesonide BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Entocort Klysma suspensie voor rectaal gebruik 2 mg/100 ml budesonide Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want er staat

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. DURATEARS FREE oogdruppels voor éénmalig gebruik. Povidon 20 mg/ml

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. DURATEARS FREE oogdruppels voor éénmalig gebruik. Povidon 20 mg/ml BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER DURATEARS FREE oogdruppels voor éénmalig gebruik Povidon 20 mg/ml Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke

Nadere informatie

BIJSLUITER. NAFAZOLINENITRAAT 0,025% oogdruppels

BIJSLUITER. NAFAZOLINENITRAAT 0,025% oogdruppels BIJSLUITER NAFAZOLINENITRAAT 0,025% oogdruppels Lees de hele bijsluiter goed voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien

Nadere informatie

Mond- en keelholte uitzuigen

Mond- en keelholte uitzuigen 1 1 1 1 1 0 1 0 1 0 1 0 Opdrachtformulier Mond- en keelholte uitzuigen Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten

Nadere informatie

Toedienen van zetpil/klysma. Interne geneeskunde

Toedienen van zetpil/klysma. Interne geneeskunde Toedienen van zetpil/klysma Interne geneeskunde Uw behandelend arts en/of verpleegkundige heeft met u gesproken over het gebruik van zetpillen/klysma s. In deze folder krijgt u informatie over de werking

Nadere informatie

In principe beheert de cliënt zijn of haar eigen medicijnen, tenzij dit niet verantwoord is.

In principe beheert de cliënt zijn of haar eigen medicijnen, tenzij dit niet verantwoord is. Medicatie beleid Zorgt in Zorg B.V. Uitgangspunten: U beheert uw medicatie als cliënt zelf, zo mogelijk met ondersteuning van uw mantelzorger, vrijwilliger of ondersteuning van een systeem als Baxter of

Nadere informatie

Zuurstof toedienen via een neuskatheter, zuurstofbril of zuurstofmasker

Zuurstof toedienen via een neuskatheter, zuurstofbril of zuurstofmasker 1 1 1 1 1 0 1 0 1 0 1 0 Opdrachtformulier Zuurstof toedienen via een neuskatheter, zuurstofbril of zuurstofmasker Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen

Nadere informatie

BIJSLUITER. TETRACYCLINE 3% crème en zalf

BIJSLUITER. TETRACYCLINE 3% crème en zalf BIJSLUITER TETRACYCLINE 3% crème en zalf Lees de hele bijsluiter goed voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft

Nadere informatie

Midazolam neusspray (bij volwassenen)

Midazolam neusspray (bij volwassenen) Midazolam neusspray (bij volwassenen) 2 U wordt behandeld voor epilepsie. Als u een aanval krijgt, kan iemand in uw naaste omgeving Midazolam neusspray toedienen als dat nodig is. In deze folder leest

Nadere informatie

Zetpillen en Klysma s bij inflammatoire darmziekten (Ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa)

Zetpillen en Klysma s bij inflammatoire darmziekten (Ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa) Zetpillen en Klysma s bij inflammatoire darmziekten (Ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa) Uw behandelend arts heeft met u ge sproken over het gebruik van zetpillen en klysma s. In deze folder krijgt

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. DURATEARS Z, oogzalf

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. DURATEARS Z, oogzalf BIJSLUITER 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER DURATEARS Z, oogzalf Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar

Nadere informatie

Astma en COPD VRAAG OVER UW MEDICIJNEN? VRAAG HET UW APOTHEKER

Astma en COPD VRAAG OVER UW MEDICIJNEN? VRAAG HET UW APOTHEKER Astma en COPD WAT ZIJN DE KLACHTEN MEDICIJNEN OM UW KLACHTEN TE VERMINDEREN WAT KAN UW APOTHEKER VOOR U DOEN ADVIES IN EEN PERSOONLIJK GESPREK INFORMATIE MEDICIJNEN OP RECEPT VRAAG OVER UW MEDICIJNEN?

Nadere informatie

Klysma s en zetpillen bij inflammatoire darmziekten (Ziekte van Crohn en colitis ulcerosa) Maag-Darm-Levercentrum

Klysma s en zetpillen bij inflammatoire darmziekten (Ziekte van Crohn en colitis ulcerosa) Maag-Darm-Levercentrum Klysma s en zetpillen bij inflammatoire darmziekten (Ziekte van Crohn en colitis ulcerosa) Maag-Darm-Levercentrum Beter voor elkaar Uw behandelend arts heeft met u gesproken over het gebruik van zetpillen

Nadere informatie

Fabels en feiten over morfine

Fabels en feiten over morfine Fabels en feiten over morfine Beter voor elkaar Fabels en feiten over morfine Inleiding In overleg met uw arts gaat u morfine gebruiken. Morfine behoort tot een groep geneesmiddelen, die morfineachtige

Nadere informatie

Neupro Pleister plakinstructies

Neupro Pleister plakinstructies Neupro Pleister plakinstructies Meer informatie over de Neupro Pleister vindt u in de bijsluitertekst. Lees deze goed door voordat u de pleister gaat gebruiken. Neupro wordt in Nederland in de handel gebracht

Nadere informatie

Pterygium vleugeltje

Pterygium vleugeltje Pterygium vleugeltje Uw behandelend oogarts heeft pterygium bij u geconstateerd. In deze folder vindt u informatie over deze aandoening en de behandelingsmogelijkheden. Wat is een pterygium? Er is bij

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. GYNO-DAKTARIN 20 mg/g crème voor vaginaal gebruik. miconazolenitraat

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. GYNO-DAKTARIN 20 mg/g crème voor vaginaal gebruik. miconazolenitraat BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER GYNO-DAKTARIN 20 mg/g crème voor vaginaal gebruik miconazolenitraat Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke

Nadere informatie