Netwerkhandleiding. Windows-configuratie Gebruik van een afdrukserver Printer bewaken en configureren Aanhangsel

Transcriptie

1 Netwerkhandleiding Windows-configuratie Gebruik van een afdrukserver Printer bewaken en configureren Aanhangsel Lees, voordat u dit apparaat gebruikt, deze handleiding zorgvuldig en bewaar de handleiding op een makkelijke plaats. Voor veilig en correct gebruik dient u, voordat u het apparaat in gebruik neemt, de Veiligheidsinformatie in Dit apparaat te lezen.

2 Inleiding Deze handleiding bevat gedetailleerde aanwijzingen en opmerkingen over de werking en gebruik van dit apparaat. Lees, voor uw veiligheid, deze handleiding zorgvuldig voordat u deze machine gebruikt, Bewaar deze handleiding op een handige plaats. Belangrijk De inhoud van deze handleiding kan zonder voorafgaande aankondiging worden gewijzigd. Het bedrijf aanvaardt op geen enkele wijze aansprakelijkheid voor rechtstreekse, indirecte, bijzondere, incidentele of gevolgschade als gevolg van het omgaan met of het bedienen van dit apparaat. Opmerkingen: Voor sommige landen kunnen bepaalde opties niet beschikbaar zijn. Raadpleeg uw plaatselijke leverancier voor nadere informatie hierover. Handelsmerken Microsoft, Windows en Windows NT zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of in andere landen. Acrobat is een geregistreerd handelsmerk van Adobe Systems Incorporated. UPnP is een handelsmerk van UPnP Implementers Corporation. Andere productnamen, die in deze documentatie worden gebruikt, dienen uitsluitend ter identificatie en zijn mogelijk handelsmerken van hun respectieve eigenaren. Wij maken geen aanspraak op enig recht op deze merken. De eigennamen van de Windows-besturingssystemen zijn: De productnamen van Windows 98 zijn: Microsoft Windows 98 Microsoft Windows 98 Second Edition De productnaam van Windows Me is Microsoft Windows Millennium Edition (Windows Me) De productnamen van Windows 2000 zijn: Microsoft Windows 2000 Advanced Server Microsoft Windows 2000 Server Microsoft Windows 2000 Professional De productnamen van Windows XP zijn: Microsoft Windows XP Professional Microsoft Windows XP Home Edition Microsoft Windows XP Professional x64 Edition De productnamen van Windows Server 2003 zijn: Microsoft Windows Server 2003 Standard Edition Microsoft Windows Server 2003 Enterprise Edition Microsoft Windows Server 2003 Web Edition

3 Handleidingen voor dit apparaat Raadpleeg de handleidingen die betrekking hebben op hetgeen u wilt doen met het apparaat. Belangrijk De media verschillen per handleiding. De gedrukte versie en de elektronische versie van een handleiding hebben dezelfde inhoud. Adobe Acrobat Reader/Adobe Reader moet geïnstalleerd zijn om de PDF-bestanden van een handleiding te kunnen openen. Er kunnen ook HTML-bestanden van de handleidingen zijn (dit verschilt per land). Voor deze bestanden moet een webbrowser geïnstalleerd zijn. Dit apparaat Lees de Veiligheidsinformatie in deze handleiding voordat u het apparaat in gebruik neemt. In deze handleiding worden de functies van het apparaat geïntroduceerd. Ook worden het bedieningspaneel, de voorbereidingen voor het gebruik van het apparaat en de installatie van de CD-rom s beschreven. Bedieningshandleiding Standaardinstellingen Hier worden de instellingen van de Gebruikersinstellingen en de registratie van gebruikerscodes beschreven. Problemen oplossen Informatie over het oplossen van bepaalde problemen en het vervangen van papier, toner en andere verbruiksgoederen. Kopieerhandleiding Uitleg over de kopieerfuncties en -mogelijkheden. Ook wordt in deze handleiding uitgelegd hoe u originelen op het apparaat plaatst. Printer-/Scannerhandleiding Uitleg over de systeeminstellingen, werking en functies van de printer-scannereenheid van dit apparaat. Ook wordt in deze handleiding uitgelegd hoe u het apparaat aansluit. Netwerkhandleiding Uitleg over de configuratie en bediening van het apparaat in een netwerk en het gebruik van de bijgeleverde software. Andere handleidingen Handleidingen voor dit apparaat Veiligheidsinformatie Verkorte Kopieerhandleiding Verkorte Printerhandleiding/Scannerhandleiding i

4 INHOUDSOPGAVE Handleidingen voor dit apparaat...i Verklaring van symbolen in deze handleiding...1 Symbolen...1 Installatie van het apparaat in een netwerk...2 Overzicht Oorspronkelijke instellingen...2 Oorspronkelijke instellingen Windows-configuratie Configureren van TCP/IP...5 Configureren van een computer met Windows 98SE/Me...5 Configureren van een Windows 2000-computer...5 Een Windows XP-computer configureren...6 Een Windows Server 2003-computer configureren Gebruik van een afdrukserver Afdrukserver voorbereiden Printer bewaken en configureren Functies...9 Instellingen die u met een webbrowser kunt wijzigen...10 Netwerkinterfacekaart configureren met gebruik van een Webbrowser Aanhangsel DHCP gebruiken...13 SNMP...14 Foutmeldingen op het display...15 Boodschappen zonder codenummers...15 Boodschappen met codenummers...16 Specificaties...17 INDEX ii

5 Verklaring van symbolen in deze handleiding Symbolen In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt: Belangrijke opmerkingen over de veiligheid. Het negeren hiervan kan ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben. Lees deze opmerkingen goed. U vindt ze onder Veiligheidsinformatie van Dit apparaat. Belangrijke opmerkingen over de veiligheid. Het negeren hiervan kan licht letsel of schade aan het apparaat tot gevolg hebben. Lees deze opmerkingen goed. U vindt ze onder Veiligheidsinformatie van Dit apparaat. Aandachtspunten tijdens het gebruik van het apparaat en uitleg over de mogelijke oorzaken van papierstoringen, beschadigde originelen of gegevensverlies. Lees deze uitleg goed. Aanvullende uitleg over de functies van het apparaat en instructies voor het verhelpen van gebruikersfouten. Dit symbool staat aan het eind van een tekstgedeelte en geeft aan waar u meer relevante informatie kunt vinden. [ ] Hiermee wordt de naam aangegeven van toetsen op het display van het apparaat. { } Hiermee wordt de naam aangegeven van toetsen op het bedieningspaneel van het apparaat. 1

6 Installatie van het apparaat in een netwerk In dit hoofdstuk worden de netwerkinstellingen beschreven die u met de Gebruikersinstellingen (Instell. Interface) kunt wijzigen Stem de instellingen af op de functies die u wilt gebruiken en op de interface die u daarbij wilt aansluiten. Belangrijk Deze instellingen dienen door de systeembeheerder of na overleg met de beheerder gemaakt te worden. Overzicht Oorspronkelijke instellingen Instell. Interface Menu IP-adres Gateway Adres Ethernetsnelheid Beschrijving Het IP-adres van het apparaat en het subnetmasker in de netwerkomgeving. Configureer het gateway-adres voor de router of hostcomputer die wordt gebruikt als gateway. Stel de toegangssnelheid in voor netwerken. Oorspronkelijke instellingen Tonen van weergegeven informatie in een lijst Deze items moeten worden ingesteld om de functie te kunnen gebruiken. Verzekert u zich ervan dat u dit doet voordat u de betreffende functie probeert te gebruiken. Deze items moeten op verzoek worden ingesteld. Printer Instellingen Instell. Interface/ Netwerk IP-adres Gateway Adres Ethernetsnelheid Network TWAIN Scanner Instellingen Instell. Interface/ Netwerk IP-adres Gateway Adres Ethernetsnelheid 2

7 Opmerking Sommige opties worden niet weergegeven. Dit hangt af van de geïnstalleerde optionele eenheden of de geselecteerde printertaal. Afhankelijk van de beveiligingsinstellingen kunnen sommige opties niet worden ingesteld. Verwijzing Zie Bedieningshandleiding Standaardinstellingen voor meer informatie. Zie de Kopieerhandleiding en de Bedieningshandleiding Standaardinstellingen voor meer informatie over de kopieerfuncties en de systeeminstellingen. 3

8 4

9 1. Windows-configuratie Configureren van TCP/IP In dit gedeelte wordt de configuratie van Windows voor TCP/IP en IPP uitgelegd. Configureren van een computer met Windows 98SE/Me Volg de onderstaande procedure om een computer met Windows 98SE/Me te configureren voor gebruik van TCP/IP. A Wijs in het [Start]-menu naar [Instellingen] en klik vervolgens op [Configuratiescherm]. B Dubbelklik op het pictogram Netwerk. C Selecteer [TCP/IP] in het vak [De volgende netwerkonderdelen zijn geïnstalleerd] op het tabblad [Configuratie]. Als het TCP/IP-protocol niet is geïnstalleerd, klikt u op [Toevoegen] op het tabblad [Configuratie] om het te installeren. Raadpleeg de Help van Windows 98/Me voor meer informatie over de installatie van TCP/IP. D Klik op [Eigenschappen]. E Configureer TCP/IP met het juiste IP-adres, subnetmasker en andere instellingen. Vraag de netwerkbeheerder of de instellingen correct zijn. Configureren van een Windows 2000-computer Volg de onderstaande procedure voor het configureren van een Windows computer voor TCP/IP. A Wijs in het [Start]-menu naar [Instellingen], en klik vervolgens op [Netwerk en Inbelverbindingen]. B Dubbelklik op [LAN-verbinding]. Klik op [Eigenschappen] op het tabblad [Algemeen]. C Selecteer [Internet-protocol (TCP/IP)] in het vak [Geselecteerde onderdelen worden gebruikt voor deze verbinding] op het tabblad [Algemeen]. Als het TCP/IP-protocol niet is geïnstalleerd, klikt u op [Installeren] op het tabblad [Algemeen] om het te installeren. Zie Windows 2000 Help voor meer informatie over het installeren van TCP/IP. D Klik op [Eigenschappen]. E Configureer TCP/IP met het juiste IP-adres, subnetmasker en andere instellingen. Vraag de netwerkbeheerder of de instellingen correct zijn. 5

10 Windows-configuratie Een Windows XP-computer configureren 1 Volg de onderstaande procedure voor het configureren van een Windows XPcomputer voor TCP/IP. A Klik in het [Start]-menu op [Configuratiescherm] en klik vervolgens op [Netwerkverbindingen]. B Klik op [Netwerkverbindingen] en dubbelklik vervolgens op [LAN-verbinding]. C Klik op [Eigenschappen] op het tabblad [Algemeen]. D Selecteer [Internet-protocol (TCP/IP)] in het vak [Deze verbinding maakt gebruik van de volgende items] op het tabblad [Algemeen]. Als het TCP/IP-protocol niet is geïnstalleerd, klikt u op [Installeren] op het tabblad [Algemeen] om het te installeren. Zie Windows XP Help voor meer informatie over het installeren van TCP/IP. E Klik op [Eigenschappen]. F Configureer TCP/IP met het juiste IP-adres, subnetmasker en andere instellingen. Vraag de netwerkbeheerder of de instellingen correct zijn. Een Windows Server 2003-computer configureren Volg de onderstaande procedure voor het configureren van een Windows Server 2003-computer voor TCP/IP. A Wijs in het menu [Start] naar [Configuratiescherm], wijs naar [Netwerkverbindingen] en klik vervolgens op [Local Area Connection]. B Klik op [Eigenschappen] op het tabblad [Algemeen]. C Selecteer [Internet-protocol (TCP/IP)] in het vak [Deze verbinding maakt gebruik van de volgende items] op het tabblad [Algemeen]. Als het TCP/IP-protocol niet is geïnstalleerd, klikt u op [Installeren] op het tabblad [Algemeen] om het te installeren. Zie Windows 2003 Help voor meer informatie over het installeren van TCP/IP gebruik. D Klik op [Eigenschappen]. E Configureer TCP/IP met het juiste IP-adres, subnetmasker en andere instellingen. Vraag de netwerkbeheerder of de instellingen correct zijn. 6

11 2. Gebruik van een afdrukserver Afdrukserver voorbereiden In dit gedeelte wordt het configureren van het apparaat als Windows-netwerkprinter uitgelegd. Het apparaat is zo geconfigureerd dat netwerkclients er gebruik van kunnen maken. Belangrijk Onder Windows 2000, Windows XP Professional en Windows Server 2003 moet u over de juiste rechten voor het beheer van printers beschikken om de printereigenschappen te kunnen wijzigen in de map [Printer]. Meld u bij de bestandsserver aan als iemand uit de groep Beheerders of Hoofdgebruikers. A Open het venster [Printers] via het [Start]-menu. Het venster [Printers] verschijnt. Onder Windows XP en Windows Server 2003 verschijnt het venster [Printers en faxapparaten]. B Klik op het pictogram van het gewenste apparaat. In het menu [Bestand] klikt u op [Eigenschappen.]. De printereigenschappen worden weergegeven. C Klik op het tabblad [Delen] op [Gedeeld als:]. D Als u het apparaat wilt delen met gebruikers van een andere Windows-versie, klikt u op [Extra stuurprogramma s...]. Als u een alternatief stuurprogramma heeft geïnstalleerd door [Delen als:] te selecteren tijdens de installatie van het printerstuurprogramma, kan deze stap worden overgeslagen. E Klik op [OK] en sluit de printereigenschappen. Verwijzing Zie Printer-/Scannerhandleiding voor het configureren van een clientcomputer in het netwerk. 7

12 Gebruik van een afdrukserver 2 8

13 3. Printer bewaken en configureren Functies U kunt een webbrowser gebruiken om de status van het apparaat te controleren en de instellingen te wijzigen. Mogelijkheden Met een webbrowser kunt u de status van het apparaat op afstand controleren en zo nodig via het netwerk de instellingen wijzigen. De volgende functies zijn via een webbrowser beschikbaar: Weergave van de apparaatstatus/instellingen Resetten netwerkinstellingen Apparaatinstellingen uitvoeren Het apparaat configureren Hiervoor moet TCP/IP geïnstalleerd zijn. Indien het apparaat is geconfigureerd voor gebruik van TCP/IP, kunt u de instellingen aanpassen met een webbrowser. Zie Installatie van het apparaat in een netwerk voor meer informatie over het configureren van het apparaat voor gebruik van TCP/IP. Browser Indien u een proxy-server gebruikt past u de instellingen van uw webbrowser aan. Raadpleeg uw netwerkbeheerder over de instellingen. De gegevens van het apparaat worden niet automatisch bijgewerkt. Klik op [Opnieuw laden] of [Vernieuwen] in de webbrowser om de gegevens te actualiseren. Het adres opgeven Voer het IP-adres van het apparaat in bij [Adres]. Gebruik hiervoor de volgende notatie: (gebruik de juiste getallen in plaats van XXX). U kunt ook de hostnaam van het apparaat opgeven indien deze bekend is op de DNS-server of WINS-server. Verwijzing Pag.2 Installatie van het apparaat in een netwerk 9

14 Printer bewaken en configureren Instellingen die u met een webbrowser kunt wijzigen 3 Systeem Reset Resetten van de instellingen van het apparaat. Standaard Fabrieksinstellingen Resetten van het apparaat naar de standaardinstellingen. Unit Status Weergeven van de netwerkinstellingen van het apparaat. Netwerkadres Weergeven van het serienummer en Ethernetadres (MAC-adres) van het apparaat. Wijzigen Wachtwoord Wijzigen van het wachtwoord. Protocollen Instellen TCP/IP Configureren van de TCP/IP-instellingen van het apparaat. Instellen IPP Configureren van de IPP-instellingen van het apparaat. Overige Printerstatus Weergeven van de printerstatus van het apparaat. 10

15 Netwerkinterfacekaart configureren met gebruik van een Webbrowser Netwerkinterfacekaart configureren met gebruik van een Webbrowser A Start de webbrowser. B Voer het IP-adres van het apparaat in bij [Adres]. Gebruik hiervoor de volgende notatie: (gebruik de juiste getallen in plaats van XXX). De webbrowser identificeert het apparaat aan de hand van het IP-adres en geeft vervolgens de status van het apparaat weer. C Selecteer in het menugedeelte de instelling die u wilt wijzigen en breng uw aanpassingen aan. 3 Opmerking Voer indien nodig een wachtwoord in. Standaard wachtwoord is sysadm. 11

16 Printer bewaken en configureren 3 12

17 4. Aanhangsel DHCP gebruiken Indien dit apparaat voor DHCP is geconfigureerd en de DHCP-aanvraag mislukt vier keer dan neemt BOOTP de aanvraag over. Als de BOOTP-aanvraag drie keer mislukt wordt het Standaard IP-adres gebruikt. 13

18 Aanhangsel SNMP Het apparaat is uitgerust met een SNMP-programma (Simple Network Management Protocol) dat werkt onder UDP en IPX op de Ethernet-interface. Via de SNMP-manager krijgt u informatie over het apparaat. De standaard gebruikte gemeenschapsnamen zijn public en private. Via deze gemeenschapsnamen krijgt u MIB-informatie. 4 Ondersteunde MIB s MIB-II PrinterMIB HostResourceMIB 14

19 Foutmeldingen op het display Foutmeldingen op het display In dit gedeelte worden de meest algemene boodschappen van het display die met het netwerk te maken hebben, beschreven. Als er een boodschap verschijnt die hier niet wordt beschreven, volg dan de aanwijzingen van die boodschap. Boodschappen zonder codenummers Bericht Oorzaken Oplossingen hkan niet verb. netwerk Controleer IP-adres Geen netwerkverbinding mogelijk. Controleer het IP-adres van het apparaat. hkan niet verb. netwerk Neem cont. op met behrdr. Geen netwerkverbinding mogelijk. Controleer het netwerk. Als dit bericht blijft verschijnen, neem dan contact op met de beheerder. 4 Ethernetkaart Fout Er is een fout geweest in de Ethernetkaart. Schakel met de hoofdschakelaar de stroomvoorziening uit, wacht een paar seconden, en schakel de stroom weer in. Als dit bericht continu wordt weergegeven, neem dan contact op met de verkoop- of servicevertegenwoordiger. hcomm. met server mislukt. Neem cont. op met behrdr. Kan niet met de server communiceren. Controleer de server. Als dit bericht blijft verschijnen, neem dan contact op met de beheerder. Verwijzing Zie Dit apparaat voordat u de netspanning uitschakelt. 15

20 Aanhangsel Boodschappen met codenummers Bericht Oorzaken Oplossingen Codenummers Kan niet verbinden met DHCP server De DHCP-server kan niet worden gevonden. Controleer of de DHCP-server actief is op het netwerk Hetzelfde IP-adres bestaat reeds Controleer netwerk- instellingen Het opgegeven IP-adres overlapt een ander IP-adres. Er is een ongeoorloofde waarde als IP-adres of gateway-adres opgegeven. Het opgegeven IP-adres voor het apparaat overlapt een ander IPadres dat in gebruik is. Controleer het adres van het apparaat bij <MAC-adres>. Wijzig het IP-adres, subnetmasker, of gateway-adres in de juiste waarde Hetzelfde IP-adres bestaat op meerd. interfaces IP-adressen overlappen elkaar over meerdere IP-adressen. IP-adressen van tegelijk werkende interfaces overlappen elkaar. Het IP-adres van de gespecificeerde interface overlapt het IP-adres van een andere interface. Configureer het IP-adres zodanig, dat deze niet de andere overlapt. 004 Kan niet instellen in hetz. subnet bereik De subnetmaskers van gelijktijdig werkende interfaces overlappen. Het bereik van het subnet van een gespecificeerde interface overlapt het bereik van een subnet van een andere interface. 005 Configureer het subnetmasker zodanig, dat het andere niet overlapt. Codenummers De probleeminterface wordt weergegeven. 1XX: Ethernet 0XX: onafhankelijk van de interface 16

21 Specificaties Specificaties Interface 100BASE-TX, 10BASE-T Protocol Printer TCP/IP LPR IPP Netwerkscanner TCP/IP Beheerderfunctie TCP/IP SNMP HTTP DHCP SNMP MIB-II, PrinterMIB, HostResourceMIB 4 17

22 INDEX A B Afdrukserver voorbereiden, 7 Boodschappen met codenummers, 16 Boodschappen zonder codenummers, 15 C Codenummers, 16 Configureren van TCP/IP, 5 D F DHCP, 13 S T SNMP, 14 specificaties, 17 Systeem, 10 V W TCP/IP, 5 Verklaring van symbolen in deze handleiding, 1 Windows-configuratie, 5 Foutmelding, 15 Functies, 9 I Instellingen die u met een webbrowser kunt wijzigen, 10 Interface Instellingen, 2 M N MIB, 14 Netwerkinterfacekaart configureren, 11 Network TWAIN Scanner, 2 O Ondersteunde MIB s, 14 Oorspronkelijke instellingen, 2 Overige, 10 Overzicht Oorspronkelijke instellingen, 2 P Printer, 2 Protocollen, DU NL D

23 Copyright 2007

24 DU NL D Netwerkhandleiding