De Zeggekorfslak Vertigo moulinsiana in het Nationaal Park Weerribben-Wieden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Zeggekorfslak Vertigo moulinsiana in het Nationaal Park Weerribben-Wieden"

Transcriptie

1 De Zeggekorfslak Vertigo moulinsiana in het Nationaal Park Weerribben-Wieden D Arno Boesveld & Jaap de Boer 2009/2015 Stichting ANEMOON 1

2 Documenttype: Titel: Rapportage De Zeggekorfslak Vertigo moulinsiana in het Nationaal Park Weerribben-Wieden. Datum: Concept rapportage 2009 Definitieve rapportage 2015 Projectnaam: Veldwerk: Tekst: Foto s: Projectbegeleiding: Zeggekorfslak Weerribben-Wieden Arno Boesveld/Adriaan Gmelig Meyling Arno Boesveld/Jaap de Boer Arno Boesveld, tenzij anders is vermeld Jaap de Boer ANalyse Educatie en Marien Oecologisch Onderzoek Postbus 29, 2120 AA, Bennebroek Tel: Kvk: , BTW: NL B01 Website (ANEMOON): 2

3 INHOUD 1 Voorwoord en dankwoord Inleiding Aanleiding Stichting ANEMOON Het gebied Nationaal Park Weerribben-Wieden Ontstaansgeschiedenis van het gebied Huidig beheer De Zeggekorfslak Herkenning Biotoop en ecologie Leefgebieden Verspreiding Bedreigingen en gunstige beheermaatregelen Uitvoering veldonderzoek Weerribben-Wieden Wijze van bemonstering Vastleggen van de locaties Vastleggen ecologische gegevens Resultaten veldonderzoek Weerribben-Wieden Voorkomen Waardplanten Biotoop Verspreiding en kolonisatie Conclusies en observaties Aanbevelingen Literatuur Bijlage: voorkeursvegetatietypen van de Zeggekorfslak

4 1 Voorwoord en dankwoord Het voor u liggende rapport is door omstandigheden vanaf 2009 tot januari 2015 in conceptfase blijven liggen. Uit praktische overwegingen zijn nieuwe ecologische- en verspreidings gegevens, die na 2009 verkregen zijn, niet in het rapport verwerkt. De informatie over de verspreiding van de Zeggekorfslak is inmiddels enigszins gedateerd. In meerdere provincies is een aantal nieuwe leefgebieden ontdekt, met name in Overijssel, Groningen en Zuid-Holland. Ook is de Zeggekorfslak in de tussentijd op enkele locaties in de provincie Noord-Brabant waargenomen. Inzichten met betrekking tot de ecologie en beheer zijn niet of nauwelijks veranderd. Staatsbosbeheer en de Vereniging Natuurmonumenten bedanken we voor het verstrekken van de benodigde betredings vergunningen en het ter beschikking stellen van boten. Bart de Haan van de Vereniging Natuurmonumenten en Jeroen Breedenbeek van Staatsbosbeheer bedanken we voor het beantwoorden van diverse vragen over beheer en Bart van Tooren, eveneens van de Vereniging Natuurmonumenten, willen we in het bijzonder bedanken voor het doornemen en becommentariëren van het hoofdstuk voorkeursvegetatietypen van Zeggekorfslak. Zonder de hulp van deze organisaties en personen had dit onderzoek niet uitgevoerd kunnen worden. Foto 1. In de zomermaanden kan het druk zijn en is het soms filevaren op vaarroutes in de Wieden, zoals hier op de Hoosjesgracht. 4

5 2 Inleiding 2.1 Aanleiding Het is al enige tijd bekend dat de Zeggekorfslak in het Nationaal Park Weerribben-Wieden voorkomt. Tijdens verkennende inventarisaties in voor Platte schijfhoren (Anisus vorticulus) en Zeggekorfslak (Vertigo moulinsiana) is de soort voor het eerst in het gebied vastgesteld ten zuiden van de Schutsloterwijde en ten noorden van het dorp Dwarsgracht. Op basis van deze waarnemingen werd verondersteld dat dit gebied vanwege de enorme omvang van groot belang zou kunnen zijn voor deze soort. Daarom is op eigen initiatief besloten het gebied uitgebreider te inventariseren. Deze inventarisaties hebben plaatsgevonden van augustus 2008 tot en met april Stichting ANEMOON Stichting ANEMOON coördineert sinds 1994 het verspreidingsonderzoek naar Nederlandse weekdieren (mollusken), in het kader van het Atlasproject Nederlandse Mollusken (ANM). In 2004 is als deelproject van het ANM het zogenaamde HabSlak-project van start gegaan, waarbij gerichte inventarisaties worden uitgevoerd naar 3 molluskensoorten die genoemd worden in de Europese Habitatrichtlijn: de Nauwe korfslak, de Zeggekorfslak en de Platte schijfhoren. Naast inventariseren staat ook het verzamelen van ecologische kennis centraal, alsmede het uitbrengen van adviezen met betrekking tot bescherming van de betreffende soorten. Dankzij de vele inventarisaties en onderzoeken is door de jaren heen veel ervaring opgedaan met de soorten van de Habitatrichtlijn, en ook met andere slakkensoorten. Foto 2. Witte wieven. Mistflarden boven slootjes in de Weerribben. 1 In het kader van het HabSlak project en het verspreidingsonderzoek Nederlandse mollusken. 5

6 3 Het gebied 3.1 Nationaal Park Weerribben-Wieden Het Nationaal park Weerribben-Wieden (figuur 1 en 2) is met ongeveer 95 vierkante kilometer het grootste laagveennatuurreservaat van ons land. Het reservaat is gelegen in het noordwestelijk deel van de provincie Overijssel. In de noordpunt ligt het dorp Ossenzijl, dat tegen de grens van Friesland ligt, en het in het zuiden ligt het dorp Zwartsluis. In oostelijke richting bereikt het natuurreservaat de grens van Drenthe bij de stad Meppel en aan de westzijde grenst het bijna aan de provincie Flevoland. Het gebied is grotendeels eigendom van de natuurbeherende organisaties Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. Samen met pachters en particuliere grondeigenaren wordt gezorgd voor een afwisselend cultuur- en natuurbeheer, wat ten goede komt aan de variatie in landschapstypen. In landschappelijk opzicht verschillen de twee gebieden aanzienlijk. Foto 3. Waar Nederland nog mooi is! In de Wieden en Weerribben liggen enkele schilderachtige dorpen met karakteristieke woningen, zoals deze in het dorp Dwarsgracht in de Wieden. In het zuidelijker gelegen Wieden liggen diverse grote en kleinere plassen, zoals de Beulaker- en Belterwijde, Schutsloterwijde, Zuiderwijde, Boschwijde, Bovenwijde, Vennemaat, Molengat en het Giethoornse Meer. Met moerasbossen van diverse leeftijdsklassen, riet- en hooilanden zijn de Wieden landschappelijk gezien zeer gevarieerd en buitengewoon aantrekkelijk. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het in het 2004 tot mooiste plek van Nederland is uitgeroepen. 6

7 Figuur 1. Het Nationaal park Weerribben-Wieden en omgeving (bron: Google Maps). Figuur 2. Het Nationaal park Weerribben-Wieden en omgeving (bron: Google Earth). 7

8 Foto 4. Jaarlijks gemaaide veenmosrietlanden ten noorden van Belterwijde nabij het gehucht Westeinde. In de Weerribben, het noordelijke deel van het Nationaal park, ontbreken de grote plassen en meren. De Weerribben wordt gekenmerkt door brede vaarten, sloten en vooral door de vele petgaten. Door het ontbreken van plassen en meren heeft het reservaat een strak landschappelijk karakter. Net als in de Wieden treffen we er moerasbossen, riet- en hooilanden aan. Vanwege de uitgestrektheid en het zorgvuldige beheer hebben diverse bijzondere planten- en diersoorten hier hun bolwerk voor Nederland zoals Grote vuurvlinder, Zilveren maan, Gevlekte witsnuitlibel, Noordse winterjuffer, Smaragdlibel en Kleverige poelslak. Donkere waterjuffer komt in Nederland alleen in dit Nationaal park voor. Foto 5. Broekbos in de Weerribben. Moeraszeggevegetaties zijn het belangrijkst voor Zeggekorfslak. Langs oevers van broekbossen komt deze vegetatie veelvuldig voor. 8

9 3.2 Ontstaansgeschiedenis van het gebied De streek in het noordwesten van Overijssel maakt deel uit van het grote Overijsselse veengebied. Tot enkele eeuwen na het begin van onze jaartelling bestond dit gebied uit moeilijk toegankelijke ongecultiveerde venen met hier en daar kleine riviertjes die vanuit de hoger gelegen Drentse zandgronden in het oosten naar de lager gelegen gebieden in het westen uitwaaierden, om uit te monden in de voormalige Zuiderzee. In de vroege Middeleeuwen begon men het gebied te ontsluiten en te ontginnen. Aan het eind van de Middeleeuwen was vrijwel al het moerasbos gekapt. Voor het winnen van brandstof ging men over tot het steken van veen (droge vervening) en later tot het baggeren van veen (natte vervening). Een groot deel werd getransporteerd naar de omliggende steden en Foto 6. Turfsteken in vroeger naar Hollandse steden zoals Amsterdam. Turfwinning is voor de streekbewoners lang de belangrijkste manier van broodwinning geweest. Door de grootschalige vervening ontstond een afwisseling van petgaten ( weren ) waar het veen was uitgegraven en legakkers ( ribben ), die dienden om de turven op te drogen. D e talrijke plassen in de Wieden zijn vervolgens ontstaan door erosie van de legakkers door wind- en waterwerking. Na krachtige stormen in 1775 en 1776 is het plaatsje Beulake door het water verzwolgen. In de Weerribben heeft een degelijke afslag van legakkers niet plaatsgevonden. Vervening vond hier pas veel later plaats. Dankzij de toen veel strengere regelgeving voor vervening werd voorkomen dat wind en water ook hier vrij spel kregen. De petgaten in de Weerribben verlandden en er ontstond opnieuw moerasbos. Aan de grootschalige vervening kwam rond 1860 een einde. Vervening heeft op kleine schaal nog tot in de 20 e eeuw plaatsgevonden, met een kleine opleving in de tweede wereldoorlog. Het huidige landschap van het gebied van de Wieden en Weerribben is dus het resultaat van eeuwenlange menselijke beïnvloeding. 3.3 Huidig beheer Het huidige beheer is gericht op behoud, herstel en uitbreiding van laagveennatuur in het Nationaal park Weerribben-Wieden. Omdat we te maken hebben met natuur in een uitgesproken cultuurlandschap gaat dit gepaard met veel jaarlijks onderhoudswerk (maaien, sloten schonen) en soms meer ingrijpende werkzaamheden (baggeren en graven van sloten en petgaten, afplaggen van rietland, oevers vrijmaken van begroeiing, moerasbos en houtopslag verwijderen). Dit is noodzakelijk om het veenlandschap te verjongen, zodat het proces van verlanding kan blijven doorgaan (zonder actief beheer verdwijnt het laagveengebied). Tegelijkertijd kan het 9

10 ten koste gaan van huidige populaties van bepaalde dier- of plantensoorten. Door een aantal gerichte beheermaatregelen kunnen de overlevingsmogelijkheden van (bijvoorbeeld) de Zeggekorfslak sterk verbeterd worden. In dit rapport gaan we in op beheermaatregelen die gericht zijn op behoud en uitbreiding van de Zeggekorfslak in dit voor de soort belangrijke natuurgebied (paragraaf 5). Ook wordt geïnvesteerd in uitbreiding van het aantal recreatieve voorzieningen (wandelpaden, informatiepunten, aanlegplaatsen langs kanoroutes en excursieboten). Recreatie en natuur kunnen samengaan, maar ook hier geldt dat de beheerder rekening moet houden met de levensbehoeften van kwetsbare en bedreigde diersoorten. Foto 7. Fraai veenwerkershuisje, passend in het moeraslandschap nabij Kalenberg in de Weerribben. Foto 8. Traditionele arbeid. Arbeiders maaien de vegetatie op een rib langs het een petgat nog met de zeis. 10

11 Foto 9. Voor de bevloeiing van rietlanden werd vroeger gebruik gemaakt van diverse typen molens, zoals deze Friese Paaltjasker. Foto 10. Spinnenkopmolen nabij Kalenberg. In 1943 werd op ongeveer dezelfde plek een spinnenkop afgebroken. In 1982 is de molen op initiatief van Staatsbosbeheer herbouwd. 11

12 Foto 11. Met een moderne maai-bind-machine kan snel en efficiënt riet geoogst worden. Foto 12. Een zogenaamde rietkammachine. Deze wordt gebruikt om het rietblad en de kruiden van de rietstengels te scheiden. Links van de machine staan enkele bossen riet klaar om geschoond te worden. Rechts liggen hopen blad en kruiden die door de roterende kammen van de stengels gescheiden zijn. 12

13 Foto 13. Rietoogsten langs de Zuideindiger Wijde in de Wieden. Een intensieve klus. De schoven zijn reeds opgestapeld en de hopen bladresten en kruiden liggen klaar om afgevoerd of verbrand te worden. Foto 14. Riet oogsten in de Weerribben. Transport van materieel naar rietpercelen vindt in deze moerasgebieden plaats per boot. Foto 15. Nadat het riet geoogst is wordt het op houten pallets gedroogd. 13

14 Foto 16. Dankzij nieuwe verveningen in voormalig agrarisch landschap kan nieuw leefgebied voor Zeggekorfslak ontstaan, zoals hier langs de Hoosjesgracht in de Wieden. 14

15 4 De Zeggekorfslak 4.1 Herkenning De Zeggekorfslak is een klein landslakje met een korfvormig huisje van maximaal 3,0 mm hoog en 1.7 mm breed. Het huisje telt tot vijf windingen die geleidelijk in grootte toenemen. De kleur van het huisje is lichtbruin. De laatste winding is opvallend sterk opgezwollen. Het huisje is rechtsgewonden, dat wil zeggen dat de spiraal die zich in het huisje bevindt omhoog tegen de klok in draait. Van de Nederlandse vertegenwoordigers van het geslacht Vertigo is de Zeggekorfslak duidelijk het grootst. In de mondopening van het volgroeide huisje bevinden zich 4-5 tanden. Uit controle van determinaties blijkt dat de Zeggekorfslak het meest met Dikke korfslak (Vertigo antivertigo), Ruwe korfslak (Columella aspera) en Dwergkorfslak (Vertigo pygmaea) verward wordt. Ruwe korfslak en Dwergkorfslak worden geregeld, en Dikke korfslak wordt zelfs vaak in de biotoop van de Zeggekorfslak gevonden, waar ze net als de Zeggekorfslak in de vegetatie worden aangetroffen. Welbeschouwd heeft het huisje van de Zeggekorfslak de meeste overeenkomsten met dat van Dwergkorfslak, dat eveneens lichtbruin is en een overlap heeft in het aantal tanden in de mondopening van het huisje(4-7). Dwergkorfslak is echter veel kleiner, de laatste winding is veel minder opgezwollen en de indeuking van de rechter mondrand is minder duidelijk. Foto 17. Zeggekorfslak Vertigo moulinsiana (foto: Adriaan Gmelig Meyling) Door goed te observeren kan verwisseling met Ruwe korfslak en Dikke korfslak worden voorkomen, aangezien een volgroeide Ruwe korfslak geen tanden heeft in de mondopening van het huisje en Dikke korfslak meer tanden in de mondopening heeft (6-11). Er is dus wat betreft het aantal mondtanden geen overlap met Zeggekorfslak. 15

16 4.2 Biotoop en ecologie Waardplanten De Zeggekorfslak is een plantenbewonende soort met een uitgesproken voorkeur voor grote zeggensoorten. In Nederland leeft ze veruit het meest op Moeraszegge, Oeverzegge en Pluimzegge. Grote zeggesoorten als Scherpe zegge, Stijve zegge en Hoge cyperzegge worden weinig tot zelden als waardplant uitgekozen. Behalve op zeggeplanten is de soort op enkele tientallen andere plantensoorten aangetroffen. In de meeste gevallen gaat het hierbij om plantensoorten die in de nabijheid van zeggenvegetaties groeien waar ze tijdens het verspreiden (bijvoorbeeld tijdens langdurige natte weeromstandigheden) op terecht komen. Het betreft in deze gevallen geen echte waardplanten. Uit het onderzoek van de afgelopen jaren is duidelijk geworden dat ook plantensoorten als Galigaan, Liesgras, Lisdodde en Riet geschikte waardplanten kunnen zijn. Op diverse plaatsen in ons land leven populaties Zeggekorfslakken in vegetaties van deze soorten aangetroffen terwijl er geen zeggevegetaties in de directe nabijheid groeien. Ook van andere Europese landen zijn deze soorten als waardplant bekend. Foto 18. Jonge verladingen in de Weerribben als deze in De Kampen, nabij Kalenberg, zijn belangrijke Zeggekorfslakbiotopen. Foto 19. In het Woldlake Bos (Weerribben) werden enkele populaties Zeggekorfslak gevonden in Elzenbroekbos waarin sprake is van kwel. 16

17 Levenswijze Zeggekorfslak is een hermafrodiete soort, die zichzelf kan bevruchten. De top van de voortplanting ligt in de (na)zomer. De dieren komen zowel als juveniel of als volwassen dier de winter door. De slakken verblijven het hele jaar rond in de vegetatie, op de bladeren of in de scheden van bladeren. Deze vegetatie kan zowel op het land als in het water groeien. Contact met de bodem, zoals de andere inheemse vertegenwoordigers van het geslacht Vertigo dat behoeven, heeft de Zeggekorfslak niet nodig. De dieren leven veelal in groepjes (clusters). Meestal zijn deze groepjes kleiner dan tien exemplaren maar kunnen onder gunstige omstandigheden oplopen tot enkele tientallen exemplaren. Zulke groepjes bestaan uit dieren uit alle leeftijdscategorieën. De dieren voeden zich onder andere met parasiterende micro-schimmels en algen die zich op de bladen bevinden. In de winter, tijdens vorstperioden, verkeren de dieren in rusttoestand. Ze hechten zich met behulp van een slijmvliesje aan de waardplanten. Indien de temperatuur aanzienlijk boven het vriespunt komt worden de dieren ook in de wintermaanden actief en zijn dan ook overdag kruipend in de vegetatie waar te nemen. Ook in de zomermaanden, tijdens droge warme perioden, verkeren de dieren in rusttoestand. Zoals de meeste slakken zijn ze vooral actief tijdens perioden van regen en in de nachtelijke uren. Foto 20. Een stevige laag ijs vergemakkelijkt het zoeken naar Zeggekorfslakken op slecht bereikbare plekken. Beulakerwijde nabij Sint Jansklooster, 2009 (foto: Adriaan Gmelig Meyling). 17

18 Foto 21. Wanneer er ijs ligt kan men gemakkelijk de biotoop van de Zeggekorfslak bereiken. Molengat bij Giethoorn, Foto 22. Ondanks de vorst zijn er toch nog overwinterende dieren te vinden. Beulakerwijde, bij Sint Jansklooster, (foto: Adriaan Gmelig Meyling). 18

19 Foto De Zeggekorfslak is goed bestand tegen vorst. Barre tijden overleeft de soort in rusttoestand. Beulakerwijde, (foto s: Adriaan Gmelig Meyling). 19

20 Manier van verspreiden Over de wijze van verspreiden is nog maar weinig bekend. Er zijn momenteel meer theorieën dan feitelijke voorbeelden. Meer onderzoek is daarom gewenst. Verspreiding via water lijkt het meest plausibel. Uit proefjes is gebleken dat de slakjes dagen kunnen blijven drijven. De soort wordt veelvuldig aangetroffen in vegetaties die in het water groeien. Tijdens krachtige stormen of begrazing bijvoorbeeld zullen ongetwijfeld vaak dieren te water raken. De wijde verspreiding in rivierengebieden in Europa ondersteunt deze theorie. In de literatuur wordt geregeld verspreiding door middel van zoogdieren en vogels genoemd. Tijdens inventarisaties bleven na het zoeken in vegetatie inderdaad wel eens Zeggekorfslakjes aan handen of armen kleven. Verspreiding via maaibalken is een voor de hand liggende manier van verspreiding door menselijk toedoen, maar het verklaart niet hoe de soort gebieden heeft gekoloniseerd waar nooit gemaaid wordt. Een wél aangetoonde manier is verspreiding via losgeslagen of losgekomen stukken vegetatie (kraggen) met zeggevegetatie. Tijdens inventarisatie in 2008 is hier door ons speciaal op gelet omdat we al eerder het vermoeden hadden van deze verspreidingsmogelijkheid. Zowel in de Wieden als in de Weerribben werden diverse malen dobberende eilandjes met zeggenvegetatie aangetroffen (zie foto hiernaast), met daarin populaties Zeggekorfslakken. Via deze op drift geraakte eilandjes weet de soort zich door het gebied te verspreiden. Foto 28. Eilandje met zeggenvegetatie waarin Zeggekorfslak is aangetroffen 4.3 Leefgebieden In Nederland wordt de Zeggekorfslak in een vrij uiteenlopende reeks biotopen gevonden. Deze zijn niet altijd even eenvoudig te classificeren. De biotopen zijn meestal open, maar ook in half open biotopen is de soort veel aangetroffen. Het aantal waarnemingen in bossen met een sterke schaduwval is beduidend minder. Laagveengebieden hebben in ons land een overduidelijke voorkeur. Het aantal waarnemingen van kleiige bodems is beduidend lager en op zandgronden laag. Het kunnen zowel (zeer) eutrofe als mesotrofe en biotopen betreffen, met of zonder kwelinvloeden. Het is belangrijk dat deze bodems gedurende het gehele jaar nat en kalkhoudend zijn en ze moeten reeds lange tijd zeer extensief beheerd worden. 20

21 Bossen - Bronbossen In Zuid-Limburg en Twente zijn leefgebieden onder meer bronbossen in beekdalen, op de overgang van lagere naar hogere gronden, waar kwel optreedt. Leefgebieden komen voor in elzenbroekbos met een ondergroei van grote zeggensoorten. - Kwelmoerasbossen. In de Vechtstreek en de Lendevallei is de soort diverse malen in kwelmoerasbossen aangetroffen. Deze biotoop vertoont veel overeenkomsten met de bronbossen van Zuid-Limburg. Alleen zijn deze bossen van jongere leeftijd en liggen ze in laagveengebieden. Kenmerkende en bijzondere flora- en faunasoorten van bronbossen ontbreken hier. Vanwege de zurige bodems is een hoge kwelintensiteit van levensbelang voor zeggekorfslak. Dankzij de zuur bufferende werking van de kalkrijke kwel kunnen kalkhoudende, mesotrofe tot eutrofe mileu s ontstaan. Het betreft vooral licht beschaduwde, relatief soortenarme Elzenbossen met een dominante ondergroei van Oeverzegge of Moeraszegge. Foto 29. Zeggenvegetaties in een open moerasbos met kwel zijn een geschikte biotoop voor Zeggekorfslak. (foto: Adriaan Gmelig Meyling) Verlandings- en oevervegetaties - Verlandingsvegetaties Deze vegetaties hebben een drijvend karakter omdat ze niet op vaste bodems groeien. In grootschalige laagveenmoerasgebieden zijn deze vegetaties het best ontwikkeld, en het betreft meestal ongestoorde vegetaties in meren, plassen en petgaten. Pluimzegge en Moerasvaren zijn vaak dominant aanwezig. Afhankelijk van het stadium waarin deze verlandingsvegetaties zich bevinden treffen we soorten als Bitterzoet, Moeraswalstro, Moerasvergeet-mij-niet, Watermunt, Melkeppe, Grauwe wilg, Zwarte els of Zachte berk. In de (buiten)rand groeit vaak Kleine lisdodde. In enkele laagveengebieden treedt Galigaan op als verlandingsvegetatie. 21

22 De hoogste dichtheden Zeggekorfslakken worden aangetroffen onder voedselrijke omstandigheden. Aanvoer van kalkhoudend, voedselrijk water in laagveengebieden via kanalen en rivieren is van groot belang. Ook in oude boezems en langs brede vaarten die zeer extensief beheerd worden kunnen verlandingsvegetaties goed ontwikkeld zijn. Indien in agrarische gebieden het slootbeheer gestaakt wordt kunnen deze vegetaties zich ook in sloten ontwikkelen. Foto 30. Verlandingsvegetaties met Moeraszegge vormen een goed biotoop voor Zeggekorfslak. - Oevervegetaties o Oevers van meren, plassen, petgaten, boezems, vaarten, kanalen en sloten Deze biotopen zijn vrijwel steeds door toedoen van mensen ontstaan. Ze zijn zeker niet eenduidig en kunnen onderverdeeld worden in allerlei typen. Ze groeien zowel op vaste harde of zachte veen- en kleibodems. Belangrijkste voorwaarde is dat de bodem permanent nat is of plas-dras staat. In laagveenmoerasgebieden betreft het vaak tamelijk soortenarmere lintvormige vegetatie van moeraszegge, vooral langs rietlandpercelen of randzones van moerasbosjes. Verder treffen we deze vegetaties langs meren, plassen, vaarten, kanalen en sloten onder mesotrofe tot eutrofe, kalkhoudende omstandigheden. In gebieden met kleibodems treedt Oeverzegge veel vaker op dan in veengebieden. Ook in kleigebieden zijn deze vegetaties veelal relatief soortenarm, maar het kunnen ook gevarieerde vegetaties betreffen. o Oever- en verlandingsvegetaties van rivieren Een groot verschil met de hiervoor genoemde leefgebieden is dat het van oorsprong natuurlijke biotopen betreft, en dat ze overwegend op kleibodems te vinden zijn. Het gaat dan ook om oude tot zeer oude rivierarmen en riviertjes. Enkele voorbeelden zijn de Rotte bij Rotterdam en de Lende en de Tjonger in het zuiden van Friesland. Belangrijkste voorwaarde voor het voorkomen in deze gebieden is dat ze sinds lange tijd zeer extensief beheerd worden. In het stroomgebied 22

23 van de grote rivieren, inclusief het zoetwatergetijdengebied, zijn vooralsnog geen populaties vastgesteld. Mogelijk bieden deze gebieden, waar in de wintermaanden waterstanden geregeld langdurig hoog kunnen zijn, onvoldoende leefmogelijkheden voor de soort. 4.4 Verspreiding Algehele verspreiding Vertigo moulinsiana wordt beschouwd als een Atlantisch-Mediterrane soort. Het verspreidingsgebied strekt zich uit van Ierland in het noordwesten en de Kaukasus in Rusland in het noordoosten tot in het Noord-Afrikaanse kustgebied in het zuiden. De belangrijkste populaties bevinden zich in west- en centraal Europa. In totaal is de soort in 29 landen vastgesteld, te weten: Algerije, Oostenrijk, Azerbeidjaan, Wit Rusland, België, Tsjechië, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Georgië, Duitsland, Hongarije, Ierland, Italië, Litouwen, Marokko, Nederland, Noorwegen, Polen, Roemenie, Rusland, Slowakije, Spanje, Zweden, Zwitserland, Oekraïne, Engeland en Griekenland. Voorkomen in Europa en belang In vrijwel alle Europese landen hebben de afgelopen jaren gerichte inventarisaties en karteringen plaatsgevonden waarmee een enorme toename in kennis in de verspreiding en de ecologie is verkregen. De Zeggekorfslak komt in vrijwel alle EU landen voor, maar in de meeste landen gaat het om weinig tot zeer weinig leefgebieden. In vier landen komt de soort beduidend meer voor dan in andere landen: Groot-Brittanië, Duitsland, Ierland en Nederland. Het maken van nauwkeurige vergelijkingen van populatiegroottes tussen de landen is nog niet goed mogelijk omdat de inventarisatiemethoden, onderzoeksinspanningen en interpretatie van gegevens niet steeds en overal gelijk zijn. Zo is er bijvoorbeeld in Groot-Brittanië voor (ecologisch) onderzoek naar de Zeggekorfslak naast ondersteuning door de Europese commissie ook ondersteuning door tal van andere natuurbeherende en -beschermende organisaties. Het onderzoek in Groot-Brittannië is daarom aanzienlijk verder gevorderd dan in Nederland en de meeste andere Europese landen waar zulke extra ondersteuning voor (ecologisch) onderzoek ontbreekt. Het maken van een kwantitatief onderscheid wordt ook bemoeilijkt door het gegeven dat er tussen de landen grote verschillen in interpretatie bestaan over de betekenis van het begrip site (locatie/ vindplaats). Wel bestaat er voldoende informatie over het aantal 10x10km- hokken waarin de soort per land gevonden is. Gebaseerd hierop (en aangevuld met literatuurgegevens) zijn er wel voldoende gegevens voorhanden voor het maken van een meer algemene vergelijking van het belang van de Europese landen waar de soort het meest gevonden is (vanzelfsprekend te interpreteren met passende voorzichtigheid). Hieronder gaan we meer in detail in op de vier top -landen voor de Zeggekorfslak en proberen we een (voorzichtige) vergelijking te maken (tabel 1). 23

24 - Groot-Brittannië Uit de aanwezige informatie komt naar voren dat vooral in Groot-Brittannië veel populaties van Zeggekorfslak zijn aangetroffen. Groot-Brittannië telt ca x10km-hokken waar de soort voorkomt. Ze is hier vooral in het zuiden en zuid-oosten van Engeland aangetroffen, voornamelijk in rivieroevers. Er zijn vooral concentraties van populaties gevonden in het stroomgebied van de Thames en rivieren in de graafschappen Hampshire en Norfolk (Killeen 2003). Van relatief veel plaatsen zijn grote populaties bekend waarbij in de meest gunstige gevallen dichtheden kunnen oplopen tot over de duizend individuen per vierkante meter! Het grote aantal leefgebieden en het voorkomen van relatief veel populaties met hoge dichtheden, maakt dat Groot-Brittannië qua grootte van de populaties het belangrijkst is binnen Europa. - Duitsland Ook het belang van de Duitse populaties lijkt erg groot te zijn. In totaal telt Duitsland ca x10km-hokken met leefgebieden van Zeggekorfslak. Vooral in het noordoosten van het land zijn veel populaties aangetoond. Dat is met name het geval in Brandenburg (105 locaties), Schleswig-Holstein (90 locaties) en vooral Mecklenburg-Vorpommern (235 locaties). In het bijzonder in het Merendistrict en het op het eiland Rügen zijn veel populaties aangetroffen. De leefgebieden zijn vooral voedselrijke wetlands, zoals oevers van meren en moerassen. De dichtheden zijn over het algemeen echter laag. Alleen in Baden-Württemberg en in Bayern zijn populaties met hoge dichtheden gevonden. - Ierland In Ierland liggen concentraties van vindplaatsen in het centrale deel van het land. Ook hier worden leefgebieden van Zeggekorfslak vooral langs rivieren aangetroffen. In totaal is de soort van ca. 39 Ierse 10x10-hokken bekend. Oppervlakte (in km 2 ) Aantal 10x10 km-hokken Procentueel aandeel Nederland ,13 0,42 Ierland ,14 0,23 Groot-Brittannië ,37 0,22 Duitsland ,36 0,13 Totaal 272 1,00 1,00 Relatief belang gewogen naar oppervlak Tabel 1. Relatief belang van Nederland voor de Zeggekorfslak-populaties t.o.v. drie andere landen in West Europa. - Nederland In Nederland is de Zeggekorfslak thans waargenomen in 35 10x10-hokken, in 62 uurhokken (5 X 5 kilometer) en in 287 km-hokken. In Nederland zijn vooral veel vindplaatsen bekend uit laagveenmoerasgebieden. Vooral in het Vechtplassengebied en het Nationaal park Weerribben- Wieden zijn grote, aaneengesloten leefgebieden, die waarschijnlijk hun weerga in Europa niet 24

25 vinden. Nederland is beduidend kleiner dan de meeste andere landen, maar indien we het voorkomen van de Zeggekorfslak wegen naar oppervlakte, kan gesteld worden dat ons land een relatief groot aantal 10x10-hokken waarin de soort voorkomt. Nederland draagt dan ook een belangrijke verantwoordelijkheid voor de bescherming van de Europese populatie, zeker die op het vasteland. Voorkomen in Nederland - Verspreiding In Nederland komt Vertigo moulinsiana verspreid over het land voor. Inmiddels zijn leefgebieden bekend uit 8 provincies. Alleen in de provincies Brabant, Zeeland, Flevoland en Gelderland is de soort nog niet vastgesteld. De belangrijkste leefgebieden liggen in onze laagveengebieden. Met name in het Vechtplassengebied in Utrecht en Noord-Holland en in het Nationaal park Weerribben-Wieden in Overijssel liggen zeer grote aaneengesloten leefgebieden, die bolwerken voor ons land vormen. Figuur 3. Verspreiding van de Zeggekorfslak in Nederland, op basis van 5x5 km hokken. Gebaseerd op waarnemingen uit de periode t/m (Stichting ANEMOON 2009) Tijdens zeer recente inventarisaties is in Zuid-Friesland eveneens een uitgestrekt leefgebied in kaart gebracht dat een derde bolwerk voor ons land vormt. Het betreft hier het stroomgebied van de riviertjes Lende en Tsjonger of Kuinder, die hun weg door zowel klei als veengebieden gevonden hebben. De Zeggekorfslak is hier over een traject van ca. 40 km vastgesteld. Het betreft een overwegend aaneengesloten leefgebied dat loopt vanaf het begin van de Lendevallei onder Wolvega richting Slijkenburg, in westelijke richting en vervolgens in noordelijke richting 25

26 tot onder Heerenveen. Voorbij het gehucht Langelille takt het af naar het westen en loopt het via het Tjeukemeer en de Follegasloot naar de Grote Brekken. Ook in laagveennatuurgebieden De Rottige Meente en de Brandemeer, langs de riviertjes Lende en Tjonger, is de soort vastgesteld. Buiten dit leefgebied is de Zeggekorfslak ondanks uitgebreide inventarisaties slechts op weinig plaatsen in deze provincie waargenomen (bijvoorbeeld op enkele plaatsen in het Sneekermeergebied). In Zuid-Holland is de soort verspreid door de provincie in 9 waterrijke, overwegend laagveenmoerasgebieden, waargenomen. In de provincie Limburg komt de soort verspreid in een aantal gebieden voor, met concentraties van waarnemingen in Zuid- en Midden-Limburg. Verder zijn waarnemingen bekend van natuurgebied het Leekstermeer op de grens van Groningen en Drenthe. - Populatiedichtheden In de provincies Zuid-Holland, Utrecht, Noord-Holland en Friesland zijn per saldo op veel locaties grote tot zeer grote dichtheden aangetroffen, van honderden exemplaren per vierkante meter en in de meest gunstige gevallen tot meer dan vijfhonderd exemplaren per vierkante meter( per vierkante meter). In het laatste geval werden in moeraszeggevegetatie op meerdere plekken een 20-tal exemplaren per blad geteld. Het betrof een brede strook moeraszeggevegetatie op een lage oever die zich uitstrekte over een afstand van meer dan honderd meter. Dit zijn populaties met duizelingwekkende aantallen. In de Hollands Ankeveen is eenmaal het aantal van 24 stuks Zeggekorfslak geteld in één enkele bladschede van Pluimzegge, in een verlande sloot. Hierbij moet opgemerkt worden dat bovengenoemde dichtheden zijn vastgesteld na een vorstperiode in de winter. Vóór deze periode zullen de dichtheden wellicht nog groter geweest zijn. Opvallend is dat onder de meest voedselrijke omstandigheden de grootste populaties zijn aangetroffen. Onder mesotrofe omstandigheden zijn de dichtheden overwegend laag, in de regel niet groter dan enkele tientallen dieren per vierkante meter. 26

27 5 Bedreigingen en gunstige beheermaatregelen De Zeggekorfslak is in Nederland minder zeldzaam dan tot voor kort werd gedacht. Dit neemt niet weg dat op basis van huidige kennis mag worden aangenomen, dat de soort vroeger veel algemener moet zijn geweest dan tegenwoordig. Huidige inzichten duiden erop dat de soort in veel Nederlandse poldergebieden voor heeft kunnen komen. Vermoedelijk is de soort door intensief sloot- en slootkantbeheer in deze gebieden verdwenen. De ergste bedreiging voor de Zeggekorfslak het dempen van moeras is voor een belangrijk deel afgenomen, maar er zijn ook nu nog tal van beheeringrepen die de biotoop en dus de soort in Nederland bedreigen. De belangrijkste worden hier behandeld. Daarbij worden ook telkens voorbeelden gegeven van methoden van beheer waarmee populaties behouden kunnen worden. Maaien Omdat de Zeggekorfslak een planten bewonende slak is het maaien van vegetaties waarin ze leven nadelig. De Zeggekorfslak wordt daarom niet gevonden in gebieden die jaarlijks netjes worden gemaaid. Als men genoodzaakt is wel te maaien, dan is het belangrijk dit gefaseerd te doen en het maaisel minimaal een paar dagen te laten liggen en pas daarna af te voeren. Dan hebben de slakken de mogelijkheid weg te komen en verklein je de kans dat de gehele populatie uit het biotoop wordt afgevoerd. Het kan ook effectief zijn om een rand met vegetatie langs de oevers of zones van zegges te laten staan ( slordig maaien ). Foto 31. In oevers die jaarlijks netjes gemaaid worden kan Zeggekorfslak niet leven. 27

28 Foto 32. In oevervegetaties die slordig gemaaid worden, zoals in De Kampen in de Weerribben, kan de Zeggekorfslak wel standhouden. Foto 33. Het sparen van een brede strook vegetatie langs sloten en petgaten is niet alleen zeer gunstig voor Zeggekorfslak maar ook voor andere faunasoorten zoals Gerande oeverspin, Grote vuurvlinder, Moerassprinkhaan en Dwergmuis. 28

29 Klepelen Klepelen is het mechanisch stukslaan van de vegetatie door middel van metalen klepels die bevestigd zijn aan snel roterende cilinders. Niet alleen de planten maar ook dieren die in deze planten leven worden hierbij kapot geslagen. Jaarlijks klepelen van de oevervegetatie is funest voor de Zeggekorfslak (en tal van andere organismen). In biotopen waar zeggekorfslakken leven dient klepelen gemeden te worden. Indien men toch voor deze manier van beheren kiest kunnen populaties behouden worden door bijvoorbeeld vegetaties in de oeverranden zo veel mogelijk te sparen. Afbranden Door afbranden van vegetaties worden Zeggekorfslakken die daarin leven gedood en het habitat is voor lange tijd ongeschikt. Voor de soort belangrijke vegetaties kunnen dus beter gefaseerd worden gemaaid (zie maaien). Begrazen Zelfs door extensieve begrazing worden oevervegetaties geregeld tot aan het maaiveld afgegraasd. Indien dit jaarlijks gebeurt worden oevervegetaties op den duur ongeschikt. Vegetatiestroken langs de oevers waar Zeggekorfslakken voorkomen moeten zo min mogelijk begraasd worden. Het uitrasteren van oevers met zeggevegetaties is een goede methode om populaties te behouden. Foto 34. Weerribben, De Kampen. Het uitrasteren van oevers is een goede beheermethode om te voorkomen dat voor de Zeggekorfslak belangrijke oevervegetaties afgegraasd worden. 29

30 Beschaduwing door bosvorming Zeggekorfslakken hebben een voorkeur voor open, zon beschenen, jonge verlandingsvegetaties. Door sterke schaduwval van bomen wordt het microklimaat van de biotoop koeler en daardoor minder geschikt. Door in deze vegetaties op beperkte schaal bomen te kappen kan het voor de Zeggekorfslak gunstige biotoop behouden worden. Grondwateronttrekking Dankzij kwel kunnen in min of meer zure milieus kalkhoudende, voedselrijke(re), permanent natte biotopen ontstaan die de Zeggekorfslak nodig heeft om te kunnen leven. Door grondwateronttrekking kan de intensiteit van de (kalkrijke) kwel afnemen. Als de kwelinvloed afneemt wordt het voortbestaan van een populaties op een dergelijke plek onzeker. Grootschalige werkzaamheden Vooral bij grootschalige werkzaamheden en herinrichtingprojecten in natuurgebieden kunnen veel en belangrijke populaties verloren gaan. Bij grootschalige werkzaamheden in het leefgebied van Zeggekorfslakken kunnen populaties behouden worden door deze vooraf in kaart te brengen en eilanden van zeggevegetatie te sparen. Een andere mogelijkheid om Zeggekorfslakken ondanks zulke werkzaamheden te behouden is zoden en/of pollen met zegges uit te graven, apart te zetten en deze na de graafwerkzaamheden terug te zetten. Foto 35. Terug plaatsen zeggepollen. Bij grootschalige herstelingrepen waarbij de voedselrijke toplaag van de bodem afgegraven wordt kan er voor gekozen worden zeggepollen uit te graven en in groepjes terug te plaatsen nadat de werkzaamheden zijn afgerond. 30

31 Het graven van petgaten kan negatieve gevolgen hebben voor de Zeggekorfslak, wanneer daarmee geschikte (delen van) biotopen, zoals kwelmoerasbos verdwijnen. Op de lange termijn kunnen deze maatregelen wel een gunstig effect hebben, omdat er nieuwe verlandingsvegetaties kunnen ontstaan. Als petgaten gewenst zijn kunnen de graafwerkzaamheden het beste uitgevoerd worden in terreinen waar de soort niet of zelden voorkomt. Grond die tijdens het graven van petgaten vrijkomt, moet niet in of op leefgebieden van de Zeggekorfslak verwerkt worden zoals nu soms het geval is. Foto 36 en 37. Na het graven van petgaten wordt soms grond verwerkt in biotoop waar populaties Zeggekorfslakken leven. Hier is uitgegraven grond verwerkt in een plasje (foto 38) met een aantal voor het gebied belangrijke Zeggekorfslakpopulaties. Om belangrijke populaties te behouden is het beter om de grond af te voeren of te verwerken in gebieden met lage natuurwaarden. 31

32 Foto 38. Dit plasje is gedempt met de vrijgekomen grond. In plaats van het plasje ligt hier nu de berg uitgegraven grond die we zien op foto 36 en 37. Dumpen van maaisel in moerasbossen In natuurgebieden wordt geregeld maaisel van riet en schraalgraslanden in broekbossen gereden. Per dumping gaat het vrijwel steeds om een beperkt oppervlak, maar wanneer deze dumpingen jaar na jaar worden voortgezet wordt uiteindelijke een groot oppervlak moerasbos ongeschikt voor de Zeggekorfslak. Dit wordt voorkomen door het maaisel af te voeren in plaats van te dumpen in belendend terrein. Onbekendheid met de Zeggekorslak Geregeld worden door beheerders en vergunningverleners, onbewust, onjuiste inschattingen gemaakt over het belang van vegetaties en de gevolgen van beheeringrepen voor de Zeggekorfslak. Hierdoor zijn onnodig voor deze soort ongunstige beheeringrepen uitgevoerd. Contact onderhouden met Zeggekorfslak-experts is daarom belangrijk. Deskundigen van Stichting ANE- MOON en EIS-Nederland zijn graag bereid met beheerders mee te denken. 32

33 6 Uitvoering veldonderzoek Weerribben-Wieden 6.1 Wijze van bemonstering Aangezien de Zeggekorfslak een plantenbewonende soort is die een duidelijke voorkeur heeft voor grote zeggen is er voor gekozen om zoveel mogelijk Zeggevegetaties af te zoeken. Ook op vegetaties van waardplanten als Lisdodde, Liesgras en Galigaan is geregeld gezocht. Steekproefsgewijs zijn ook dichtheden geschat. Het veldwerk heeft voor een belangrijk deel vanuit bootjes plaatsgevonden. Delen die niet per boot bezocht kunnen worden zijn te voet geïnventariseerd. Vanwege de strenge winter in de periode december 2008 tot februari 2009 is besloten vanaf het ijs te inventariseren (zie foto 20 t/m 22). Zowel de Wieden als de Weerribben zijn vrij systematisch onderzocht, waardoor het maken van vergelijkingen tussen de gebieden goed mogelijk is. Naast de Zeggekorfslak zijn ook alle andere in de vegetatie waargenomen molluskensoorten genoteerd. 6.2 Vastleggen van de locaties Van de locaties die zijn onderzocht zijn de RD-coördinaten vastgelegd met behulp van een GPSapparaat. De coördinaten geven het centrum aan van de locaties die zijn onderzocht. De nauwkeurigheid van de GPS bedraagt 5-10 meter, afhankelijk van weertype en aanwezigheid en dikte van het bladerdek. 6.3 Vastleggen ecologische gegevens. Om inzichten te krijgen in de biotoopkeuze van de soort is op plaatsen waar gezocht is een korte beschrijving van de biotoop gemaakt en zijn gegevens over bodem, beschaduwing, strooisel en aanwezige vegetatie genoteerd. Ook is gekeken naar de beheermethoden die van toepassing zijn voor de onderzochte gebieden. 33

34 7 Resultaten veldonderzoek Weerribben-Wieden 7.1 Voorkomen In het Nationaal park Weerribben-Wieden is de Zeggekorfslak in totaal in 117 kilometerhokken vastgesteld, waarvan 46 kilometerhokken in de Weerribben en 71 kilometerhokken in de Wieden liggen (figuur 4 en 5). Het Nationale park Weerribben-Wieden mag daarmee met recht het grootste leefgebied van ons land voor Zeggekorfslak genoemd worden. Het voorkomen en de verspreiding in het gebied zijn opmerkelijk constant; in geen enkel gebied in Nederland van enigszins vergelijkbare omvang is de soort zo constant aangetroffen. Ook op Europees niveau zijn leefgebieden van dergelijke omvang van uitzonderlijk groot belang. De dichtheden zijn over het algemeen laag. Onder voedselrijkere omstandigheden zijn geregeld middel grote populaties gevonden. Op diverse plaatsen, onder voedselrijke omstandigheden zijn echter wel grotere dichtheden waargenomen. Deze kunnen oplopen tot circa 300 meter per vierkante meter. Grote dichtheden zoals ze wel in Zuid-Holland, Utrecht, Friesland en Noord- Holland zijn aangetroffen zijn in het nationaal park de Wieden en Weerribben niet aangetroffen. Figuur 4. Voorkomen van de Zeggekorfslak in De Weerribben. Hoe donkerder de stip hoe groter het aantal waargenomen Zeggekorfslakken (Stichting ANEMOON 2009). 34

35 Figuur 5. Voorkomen van de Zeggekorfslak in De Wieden. Hoe donkerder de stip hoe groter het aantal waargenomen Zeggekorfslakken (Stichting ANEMOON 2009). 7.2 Waardplanten Veruit de meeste populaties zijn vastgesteld op Moeraszegge. Op Oeverzegge en Pluimzegge is de soort veel waargenomen. Op Galigaan is slechts een gering aantal waarnemingen gedaan, maar Galigaan is dan ook schaars vertegenwoordigd in het gebied. Het voorkomen van Zeggekorfslak op Stijve zegge is nieuw voor ons land. Het belang van deze soort als waardplant lijkt vooralsnog niet groot te zijn. In het deelgebiedje de Kiersche Wijde bij Wanneperveen is een vitale populatie in een Liesgrasvegetatie waargenomen. Verder zijn er enkele waarnemingen op Grote lisdodde gedaan. 35

36 Foto 39. In het Natuurgebiedje de Kiersche Wijde (Wieden) is in een Liesgrasvegetatie een vitale populatie Zeggekorfsakken aangetroffen. Foto 40. In de Wieden, nabij het gehucht Westeinde, werden in een vegetatie van Grote lisdodde en Grote egelskop lage dichtheden Zeggekorfslakken gevonden. In de bijlage wordt een overzicht gegeven van voorkeursvegetatietypen van V. moulinsiana in het gebied Weerribben-Wieden. Het betreft een voorlopig indeling; aanvullend onderzoek is gewenst. 36

37 7.3 Biotoop Er zijn vooral veel waarnemingen gedaan in ongestoorde of vrijwel ongestoorde oever- en verlandingsvegetaties van moerasbosjes, uitgerasterde graslanden, hooilanden en rietlanden. Deze biotopen zijn open tot licht beschaduwd. Vegetaties in deze biotopen groeien overwegend in voedselrijke, kalkhoudende omstandigheden. Het betreft oevers van meren, plassen, poelen, kolken, petgaten, kanalen, grachten, vaarten en sloten Opmerkelijk zijn de vondsten langs rietlanden die jaarlijks gemaaid worden. In voorgaande jaren zijn namelijk geen populaties waargenomen in cultuurrietlanden. Het betreft dan rietlanden waarvan de randzones slordig gemaaid worden. Het overblijven van relatief kleine stukken vegetatie blijkt voldoende te zijn voor de soort om te kunnen overleven. Naarmate er slordiger gemaaid wordt zijn de aantallen hoger. Percelen waar oevervegetatie jaarlijks strak gemaaid wordt bieden onvoldoende perspectieven voor de soort om te overleven. Vooral langs petgaten en poelen, onder meer natuurlijke omstandigheden, zijn fraaie, goed ontwikkelde verlandingsvegetaties met vitale populaties Zeggekorfslakken aangetroffen. Vanwege de tegenvallende resultaten in moerasbossen tijdens eerdere inventarisaties is deze biotoop onvoldoende onderzocht. Vaak is deze te zuur, te beschaduwd of te droog. In enkele licht beschaduwde, natte voedselrijkere broekbossen is de soort echter aangetroffen. In het Woldlake Bos werden enkele populaties gevonden in Elzenbroekbos waarin sprake is van kwel. Onder Kalenberg is een zeer vitale populatie vastgesteld in een nat moerasbos waar vermoedelijk kwel optreed vanuit de Heuvengracht. Tijdens dit onderzoek is speciaal aandacht besteed aan voorkeursvegetaties van de soort (zie ook de bijlage voorkeursvegetatietypen van V. moulinsiana). 7.4 Verspreiding en kolonisatie Zoals al eerder gemeld in paragraaf 3.2 zijn in de Weerribben-Wieden diverse keren Zeggekorfslakken waargenomen op met zeggenvegetatie begroeide, losgeslagen kraggen, die zich als drijvend eilandjes door het gebied verplaatsten. Dit is een voor deze diersoort een manier om zich relatief snel te verspreiden. Bijzonder is de vestiging van Zeggekorfslak in heringerichte gebieden en gebieden met veranderd beheer. Uit het buitenland waren nog geen voorbeelden bekend van spontane kolonisatie. Uit het onderzoek van de afgelopen jaren is gebleken dat Zeggekorfslak zich relatief snel weet te vestigen in nieuw ingerichte gebieden en voormalige agrarische gebieden die op een meer natuurlijke wijze beheerd worden. Hieronder een aantal voorbeelden uit het Nationaal park Weerribben-Wieden. 37

38 Foto 41. Woldlake Bos Weerribben. Jong moerasbos- en struweel met in de randzone voor Zeggekorfslak geschikte Pluimzegge vegetatie. Vestiging na het graven van petgaten - In een natuurontwikkelingsgebied even ten westen van het gehucht Doosje werd Zeggekorfslak aangetroffen in Moeraszegge-/Pluimzegge vegetatie aan de rand van een petgat. Het petgat is in 1995 in voormalig intensief beheerd agrarisch grasland gegraven ter verbetering van kwaliteit van de verbindingszone naar De Olde Maten (med. Bart.de Haan). - In het gebied van de Bovenwijde dat oostelijk van Giethoorn ligt werd de Zeggekorfslak eveneens langs een in 2000 gegraven petgat gevonden ten noorden van de Hoosjesgracht (med. B. de Haan). - In het Woldlake Bos werd Zeggekorfslak gevonden in petgaten die in de winter 2007/2008 gegraven zijn in het kader van een Leefgebiedenproject van LNV (med. Jeroen Breedenbeek). Vestiging na een veranderd beheer - Zeer recent zijn populaties Zeggekorfslak waargenomen in agrarische gebieden rond het Natuurgebied de Olde Maten die een speciaal extensief oeverbeheer kennen. - In het natuurgebied Kiersche Wijde is Zeggekorfslak waargenomen in Pluimzeggevegetatie langs een polderslootje. Vanaf 1993 wordt het poldertje extensief beheerd door natuurmonumenten (med. B. de Haan). - In de polder Zuidveensche Achtervennen is eveneens Zeggekorfslak aangetroffen in een polder die sinds 1981 extensief beheerd wordt (med. B. de Haan). Ook van de provincie Noord-Holland, Zuid-Holland en Friesland zijn voorbeelden bekend van recente vestiging in natuurontwikkelingsgebieden. 38

39 Foto 42. Polderlandschap nabij de Kiersche Wijde (Wieden). Door er voor te kiezen om oevers van sloten niet meer te maaien is geschikt biotoop ontstaan voor de Zeggekorfslak. 39

40 8 Conclusies en observaties - Het Nationaal park Weerribben-Wieden vormt het grootste en belangrijkste aaneengesloten leefgebied van de Zeggekorfslak in Nederland. Ook op Europees niveau is het gebied van uitzonderlijk groot belang voor deze diersoort. - Vooral oever- en verlandingsvegetaties die niet gemaaid worden zijn van belang voor Zeggekorfslak. - De dichtheden zijn over het algemeen laag. Onder voedselrijke omstandigheden zijn geregeld middelgrote populaties gevonden, met op een aantal plaatsen grotere dichtheden. Deze kunnen oplopen tot ca. 300 exemplaren per vierkante meter. - De keuze van waardplanten in Weerribben-Wieden komt overeen met het landelijke beeld. Dat ook Stijve zegge als waardplant gebruikt wordt is een nieuwe waarneming. - Nieuw ingerichte gebieden en gebieden waar overgeschakeld is naar extensief beheer kunnen in relatief korte tijd gekoloniseerd worden door Zeggekorfslak. Het gaat dan om nieuw gegraven petgaten en ruige oevers van sloten in agrarische gebieden. Foto 43. In een zeer jonge verlanding van een vrij recent gegraven petgat langs de Hoosjesgracht in de Wieden werd Zeggekorfslak aangetroffen. - Uitgerasterde oevers in agrarische gebieden bieden voldoende goede perspectieven voor Zeggekorfslak. - Extensieve begrazing waarbij de begrazings druk op de oevervegetatie laag of zeer laag is een acceptabele beheermethode. 40

41 - Jaarlijks glad en strak maaien is een slechte beheermethode. Deze methode bied geen perspectieven voor Zeggekorfslak. Bij slordig maaien van de oever (dat wil zeggen dat er verspreid stukjes vegetatie ongemaaid blijven) kan de soort in Weerribben-Wieden in zeer kleine dichtheden overleven. Hierbij geldt: hoe slordiger maaien, hoe beter. Foto 44. Netjes gemaaide oever in Het Hol (Vechtplassengebied). Beter is het om slordig te maaien en hier en daar de oevervegetatie te sparen. Gebleken is dat Zeggekorfslak zelfs in smalle randen oevervegetatie kan leven. Foto 45. Solide Pluimzeggepollen worden geregeld niet gemaaid. In verder keurig gemaaide riet- en hooilanden kunnen deze horsten dienen als overlevingseilanden voor Zeggekorfslak zodat ze zich, zodra de omstandigheden gunstiger worden, kunnen verspreiden. 41

42 - Het extensief beheren van oevers is behalve voor Zeggekorfslak ook gunstig voor andere diersoorten, zoals Dwergmuis, Gerande oeverspin, Moerassprinkhaan en Grote vuurvlinder. - In de Weerribben-Wieden is aangetoond dat Zeggekorfslak zich kan verspreiden via met zeggenvegetatie begroeide, losgeslagen kraggen, die zich als dobberende eilandjes door het gebied verplaatsten. Foto 46. Losgeslagen kragge met Riet en Moeraszegge in de Weerribben. In de zeggenvegetatie werden Zeggekorfslakken aangetroffen. Via deze dobberende eilandjes kunnen Zeggekorfslakken zich door gebieden verplaatsen. 42

Verspreidingsonderzoek. Mollusken van de Europese Habitatrichtlijn. Resultaten van het inventarisatiejaar 2010. Zeggekorfslak Vertigo moulinsiana

Verspreidingsonderzoek. Mollusken van de Europese Habitatrichtlijn. Resultaten van het inventarisatiejaar 2010. Zeggekorfslak Vertigo moulinsiana Verspreidingsonderzoek Mollusken van de Europese Habitatrichtlijn. Resultaten van het inventarisatiejaar 2010 Zeggekorfslak Vertigo moulinsiana A. Boesveld, A.W. Gmelig Meyling & I. van Lente STICHTING

Nadere informatie

Weekdieren van de Habitatrichtlijn,

Weekdieren van de Habitatrichtlijn, Indicator 8 juni 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De zeggekorfslak vertoont in het

Nadere informatie

Alle dieren zijn gelijk maar sommige dieren zijn meer gelijk dan andere De Nauwe korfslak in de Nederlandse duinen. Jaap de Boer Stichting ANEMOON

Alle dieren zijn gelijk maar sommige dieren zijn meer gelijk dan andere De Nauwe korfslak in de Nederlandse duinen. Jaap de Boer Stichting ANEMOON Alle dieren zijn gelijk maar sommige dieren zijn meer gelijk dan andere De Nauwe korfslak in de Nederlandse duinen Jaap de Boer Stichting ANEMOON Inhoud Stichting ANEMOON De Nauwe korfslak Oorzaken achteruitgang

Nadere informatie

1. Status. Groenknolorchis (Liparis loeselii) H Kenschets. 3. Ecologische vereisten. 4. Huidig voorkomen

1. Status. Groenknolorchis (Liparis loeselii) H Kenschets. 3. Ecologische vereisten. 4. Huidig voorkomen Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Groenknolorchis (Liparis loeselii)

Nadere informatie

Verspreiding en Habitat van de Zeggekorfslak Vertigo Moulinsiana in de Vechtstreek

Verspreiding en Habitat van de Zeggekorfslak Vertigo Moulinsiana in de Vechtstreek Verspreiding en Habitat van de Zeggekorfslak Vertigo Moulinsiana in de Vechtstreek A. Boesveld STICHTING ANEMOON 2 februari 2008 2 Documenttype: Titel: Trefwoorden: Tekst: Foto s Opmaak: Rapportage Verspreiding

Nadere informatie

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Notitie aanvullend onderzoek vissen - aanpassingen kruisingen N359 De provincie Fryslân

Nadere informatie

Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2

Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2 Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2 Dit inrichtingsplan is een schets van de door Staatsbosbeheer wenselijk geachte situatie voor de verbindingszone tussen

Nadere informatie

De Zeggekorfslak: bedreigdy maar wijder verspreid dan gedacht

De Zeggekorfslak: bedreigdy maar wijder verspreid dan gedacht Adriaan Gmelig Meyling, Stef Keulen, Rykel de Bruyne & Arno Boesveld De Zeggekorfslak: bedreigdy maar wijder verspreid dan gedacht De Zeggekorfslak staat met nog enkele andere weekdiersoorten vermeld in

Nadere informatie

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL Bekijk op https://www.youtube.com/watch?v=pgyczqy-krm voor het herinirichtingplan Sarsven en De Banen. Begin vorige eeuw kwamen plantenliefhebbers uit het hele land al naar

Nadere informatie

Groene glazenmaker in de provincie Groningen

Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Tekst: Albert Vliegenthart Met medewerking van: Herman de Heer, Henk

Nadere informatie

ZEGGEKORFSLAK VERTIGO MOULINSIANA (DUPUY, 1849) Tekst R.H. de Bruyne, A.W. Gmelig Meyling & A. Boesveld (Stichting ANEMOON)

ZEGGEKORFSLAK VERTIGO MOULINSIANA (DUPUY, 1849) Tekst R.H. de Bruyne, A.W. Gmelig Meyling & A. Boesveld (Stichting ANEMOON) 138 ZEGGEKORFSLAK VERTIGO MOULINSIANA (DUPUY, 1849) Tekst R.H. de Bruyne, A.W. Gmelig Meyling & A. Boesveld (Stichting ANEMOON) Herkenning Klein landslakje met een tonvormig huisje van tot 3,0 mm hoog

Nadere informatie

2017 versie 1 ( )

2017 versie 1 ( ) 2017 versie 1 (01-01-2017) WANDELEN DOOR NATIONAAL PARK WEERRIBBEN-WIEDEN Etappe A 12 km * = bezienswaardigheid (meer informatie vindt u achterin) Vertrek Het Doevehuis 0561 47 73 94 1. Met uw rug naar

Nadere informatie

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting Samenvatting van het beheerplan 2012-2017 een bijdrage aan het Europese programma Natura 2000 Het beheerplan is

Nadere informatie

Op wegen en paden De openstelling van natuur in Nederland

Op wegen en paden De openstelling van natuur in Nederland Op wegen en paden De openstelling van natuur in Nederland Wegen_paden.indd 1 04-05-2006 17:22:48 Wandelen, genieten en verwonderen Wandelen, hardlopen en fietsen. Of gewoon tot rust komen en vol verwondering

Nadere informatie

Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten

Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten Foto J. Schwiebbe - http://www.birdphoto.nl April 2009, Matthijs Broere (Waarneming.nl) & Fred Hustings (SOVON) 1. Inleiding Afgelopen winter

Nadere informatie

1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap

1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap 1.2 landschap, natuur en recreatie Landschap Radio Kootwijk vormt een belangrijke schakel in een aaneengesloten open tot halfopen droog tot vochtig stuifzand- en heidegebied dat zich uitstrekt van het

Nadere informatie

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept a Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Colofon Deze samenvatting is een uitgave van de

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving

Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Status: Site code: Beschermd natuurmonument: Beheerder: Provincie: Gemeente: Oppervlakte:

Nadere informatie

Wetland. Groot Wilnis-Vinkeveen

Wetland. Groot Wilnis-Vinkeveen Groot Wilnis-Vinkeveen Moeras met Lisdodde in de Krimpenerwaard Wetland Wetland is een mozaïek van open water, drijvende waterplanten, planten die met hun voeten in het water staan, riet dat in het water

Nadere informatie

Platte schijfhoren (Anisus vorticulus) H4056. 1. Status: 2. Kenschets. 3. Ecologische vereisten. Habitatrichtlijn Bijlage II (sinds 2004)

Platte schijfhoren (Anisus vorticulus) H4056. 1. Status: 2. Kenschets. 3. Ecologische vereisten. Habitatrichtlijn Bijlage II (sinds 2004) Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Platte schijfhoren (Anisus vorticulus)

Nadere informatie

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Stichting Landschapsbeheer Zeeland Lucien Calle Sandra Dobbelaar Alex Wieland 15 juli 2014 1 Inhoud Inleiding...

Nadere informatie

Project rosse sprinkhaan: monitoringverslag 2001

Project rosse sprinkhaan: monitoringverslag 2001 Project rosse sprinkhaan: monitoringverslag 2001 2002 Wouter Jansen & Roy Kleukers 25 april 2002 veldwerk Wouter Jansen tekst Wouter Jansen & Roy Kleukers produktie Stichting European Invertebrate Survey

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 9 Groote Wielen

Natura 2000 gebied 9 Groote Wielen Natura 2000 gebied 9 Groote Wielen (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en Moerassen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL2003020 + NL2003020 Beschermd natuurmonument:

Nadere informatie

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis 3 april 2014 Zoon ecologie Colofon Titel Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 3 april

Nadere informatie

Zwart Water_Inrichting Schaapsen Diepbroek incl. sanering stortlocaties

Zwart Water_Inrichting Schaapsen Diepbroek incl. sanering stortlocaties Uitgangssituatie Algemeen Zwart Water_Inrichting Schaapsen Diepbroek incl. sanering stortlocaties Projectnummer: 2009_015 Projectnaam: Zwart Water_Inrichting Schaaps- en diepbroek incl sanering stort 1

Nadere informatie

Wiedenweetjes. De Wieden WAARNEMINGEN. [Trek de aandacht van uw lezer

Wiedenweetjes. De Wieden WAARNEMINGEN. [Trek de aandacht van uw lezer [Trek de aandacht van uw lezer Wiedenweetjes met een veelzeggend citaat uit het document of gebruik deze ruimte om een belangrijk punt te benadrukken. De Wieden november 2015 Samenstelling door Regina

Nadere informatie

De Zeggekorfslak Vertigo moulinsiana in het Natura 2000-gebied Sint Jansberg

De Zeggekorfslak Vertigo moulinsiana in het Natura 2000-gebied Sint Jansberg D De Zeggekorfslak Vertigo moulinsiana in het Natura 2000-gebied Sint Jansberg Arno Boesveld & Sylvia van Leeuwen 2015 Stichting ANEMOON in samenwerking met de Nederlandse Malacologische Vereniging 1 Documenttype:

Nadere informatie

FRIESE VEENWEIDEGEBIED HISTORIE EN VEENWEIDEVISIE

FRIESE VEENWEIDEGEBIED HISTORIE EN VEENWEIDEVISIE FRIESE VEENWEIDEGEBIED HISTORIE EN VEENWEIDEVISIE 30-3-2015 1 INTRODUCTIE Andrea Suilen Planvormer bij Wetterskip Fryslân o.a. betrokken bij; Uitvoeringsplan Veenweidevisie Waterbeheersingsprojecten veenweidegebied

Nadere informatie

Zeggekorfslak (Vertigo moulinsiana ) H1016. 1. Status: 2. Kenschets. 3. Ecologische vereisten. Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994)

Zeggekorfslak (Vertigo moulinsiana ) H1016. 1. Status: 2. Kenschets. 3. Ecologische vereisten. Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994) Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Zeggekorfslak (Vertigo moulinsiana

Nadere informatie

Omschrijving verschillende kwaliteitsklassen van sloten

Omschrijving verschillende kwaliteitsklassen van sloten Omschrijving verschillende kwaliteitsklassen van sloten Auteur: Bart Specken 2016 Zeer goed Deze klasse onderscheidt zich van alle andere klassen doordat hier waterplanten in voorkomen die kenmerkend zijn

Nadere informatie

De bedreigde soorten van Staatsbosbeheer

De bedreigde soorten van Staatsbosbeheer De bedreigde soorten van Staatsbosbeheer Dit document geeft een overzicht van bedreigde soorten die vooral in gebieden van Staatsbosbeheer voorkomen: A-soorten: soorten die vrijwel uitsluitend voorkomen

Nadere informatie

De waardering voor en de perceptie van problemen, oplossingen en verantwoordelijkheden rondom veenweide onder het Nederlandse publiek in kaart

De waardering voor en de perceptie van problemen, oplossingen en verantwoordelijkheden rondom veenweide onder het Nederlandse publiek in kaart De waardering voor en de perceptie van problemen, oplossingen en verantwoordelijkheden rondom veenweide onder het Nederlandse publiek in kaart brengen. Lang geleden bestond voor Nederland een groot deel

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 21 Mei 2014 Rapportnummer 031 Projectnummer 012 opdrachtgever Fam. Ten Dam Kolenbranderweg

Nadere informatie

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM Colofon Opdrachtgever: Tulp-Bijl B.V. Titel: Quickscan Edeseweg 51 Wekerom Status: Definitief Datum: Februari 2013 Auteur(s): Ir. M. van Os Foto s: M. van Os Kaartmateriaal:

Nadere informatie

d rm Neder wa e landopg

d rm Neder wa e landopg Opgewarmd Nederland deel Plant en dier: blijven, komen, weggaan of... Soorten, verspreiding en klimaat Kleine beestjes: sterk in beweging Libellen: voordeel van een warmer klimaat Dagvlinders: extra onder

Nadere informatie

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord In het gebied tussen de strekdammen bij Strand Horst Noord en de bebouwing van Harderwijk ligt een klein natuurgebied

Nadere informatie

Bijen en Landschapsbeheer

Bijen en Landschapsbeheer Bijen en Landschapsbeheer Hoe maken we het landschap bijenvriendelijk Wat betekent dat voor de biodiversiteit en de kwaliteit van het landschap Een selectie van de mogelijkheden Arie Koster -- www.bijenhelpdesk.nl

Nadere informatie

Groengebied Amstelland AB 16-04-2009 Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN

Groengebied Amstelland AB 16-04-2009 Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN Groengebied Amstelland AB 16-04-2009 Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN De Holendrechter- en Bullewijkerpolder als ontbrekende schakel

Nadere informatie

Aanvullend natuuronderzoek TATA. tbv tijdelijke natuur

Aanvullend natuuronderzoek TATA. tbv tijdelijke natuur Aanvullend natuuronderzoek TATA tbv tijdelijke natuur 2017 Aanvullend natuuronderzoek TATA tbv tijdelijke natuur C. van den Tempel & V. Ronde 2017 Projectleider Afdeling Opdrachtgever Financiering Foto

Nadere informatie

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx Bijlage B4 Werken aan de start Freek Bucx Inhoud Tabel B4.1... 3 Tabel B4.2... 5 Tabel B4.3... 6 Tabel B4.4... 7 Tabel B4.5... 8 Tabel B4.6... 9 Tabel B4.7... 10 Tabel B4.8... 11 Tabel B4.9... 12 Tabel

Nadere informatie

Opdrachtgever: Datum: 27 februari 2018 Gemeente Horst aan de Maas t.a.v. de heer T. Cox Postbus AA HORST

Opdrachtgever: Datum: 27 februari 2018 Gemeente Horst aan de Maas t.a.v. de heer T. Cox Postbus AA HORST Opdrachtgever: Datum: 27 februari 2018 Gemeente Horst aan de Maas t.a.v. de heer T. Cox Postbus 6005 5960 AA HORST Onderwerp: (ons kenmerk: 18-290) Opgesteld door: De heer M.J.M Coenen Geachte mevrouw

Nadere informatie

Het overzicht: Groene glazenmakers en Krabbenscheer in het Nieuwediep te Nieuwe Diep: 2008 t/m 2016.

Het overzicht: Groene glazenmakers en Krabbenscheer in het Nieuwediep te Nieuwe Diep: 2008 t/m 2016. Groene glazenmakers en Krabbenscheer in het Nieuwediep te Nieuwe Diep: 2008 t/m 2016. In het westelijke deel van het Nieuwediep kwamen in vier vakken Krabbenscheer V, voor in fraaie velden, die een leef-

Nadere informatie

NATTE ECO ZONE SCHUYTGRAAF BEELDENBOEK

NATTE ECO ZONE SCHUYTGRAAF BEELDENBOEK NATTE ECO ZONE SCHUYTGRAAF BEELDENBOEK NATTE ECOZONE SCHUYTGRAAF Inleiding 3 Ontwerp 5 Water 7 Randen en oevers 9 Eilanden 13 Verbindingen 17 Gebruik 21 Beplanting 25 I n h o u d NATTE ECOZONE SCHUYTGRAAF

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Enschede 2 December 2010 Rapportnummer 0123 Projectnummer

Nadere informatie

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2013 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2013 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl

Nadere informatie

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Natuurwaardenkaart Voor het inventariseren van de natuurwaarden van Heemstede zijn in het rapport Natuurwaardenkaart van Heemstede Waardering van

Nadere informatie

Antwoorden Aardrijkskunde Antwoorden Discovery par. 1

Antwoorden Aardrijkskunde Antwoorden Discovery par. 1 Antwoorden Aardrijkskunde Antwoorden Discovery par. 1 Antwoorden door een scholier 1209 woorden 24 februari 2013 4,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Terra Discovery 1: Noord- Europa IJsland

Nadere informatie

Een vegetatieopname maken 6 Een flora-inventarisatie uitvoeren 9 Een natuurtoets uitvoeren 11

Een vegetatieopname maken 6 Een flora-inventarisatie uitvoeren 9 Een natuurtoets uitvoeren 11 Inhoudsopgave 2inhoudsopgave A B C G Oriëntatie s Oriënteren op het onderzoeken van flora en fauna 4 Werkwijzer Een vegetatieopname maken 6 Een flora-inventarisatie uitvoeren 9 Een natuurtoets uitvoeren

Nadere informatie

De noordse woelmuis en de waterspitsmuis langs de Boonervliet en Vlaardingervaart

De noordse woelmuis en de waterspitsmuis langs de Boonervliet en Vlaardingervaart De noordse woelmuis en de waterspitsmuis langs de Boonervliet en Vlaardingervaart Notitie met betrekking tot de te verwachten effecten op de noordse woelmuis en de waterspitsmuis door de aanleg van natuurvriendelijke

Nadere informatie

Emmer Erfscheidenveen Meetnet 2015

Emmer Erfscheidenveen Meetnet 2015 Emmer Erfscheidenveen Meetnet 2015 Landschapsbeheer Drenthe Nijend 18a, 9465 TR, Anderen Inhoudsopgave Inventarisatiegebied Emmer-Erfscheidenveen... 3 Overzicht alle waarnemingen... 3 Type elementen...

Nadere informatie

Noordse woelmuis, 2010

Noordse woelmuis, 2010 Indicator 7 mei 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De noordse woelmuis is een bedreigde

Nadere informatie

Samen houden we het landschap in de gemeente Dalfsen mooi!

Samen houden we het landschap in de gemeente Dalfsen mooi! De Stichting Groene en lauwe Diensten Overijssel De stichting Groene en lauwe Diensten Overijssel is opgericht door Landschap Overijssel en Natuurlijk Platteland Oost (de koepelorganisatie van Agrarische

Nadere informatie

Help mee om achterstallig onderhoud te signaleren!

Help mee om achterstallig onderhoud te signaleren! www.poelen.nu Help mee om achterstallig onderhoud te signaleren! Frank Spikmans Rheden 31 mei 2018 Inhoud Poelen als leefgebied voor amfibieën Amfibieën (in Rheden) Poelen aanleg & beheren www.poelen.nu

Nadere informatie

3. Inventarisatie. Organisatie. Figuur 1: Grafiek met het aantal retour gezonden inventarisatieformulieren per organisatie.

3. Inventarisatie. Organisatie. Figuur 1: Grafiek met het aantal retour gezonden inventarisatieformulieren per organisatie. 3. Inventarisatie 3.1. Methode Het inventarisatieformulier (zie bijlage 2) voor de Jeneverbes is verspreid via diverse organisaties naar beheerders en vrijwilligers. De organisaties die hierbij aan bij

Nadere informatie

Vogels van riet en ruigte. Baardman Panurus biarmicus

Vogels van riet en ruigte. Baardman Panurus biarmicus Groen: Werkzaamheden mogelijk. Oranje: Werkzaamheden mogelijk: ja, mits na overleg met ecoloog en eventuele mitigerende maatregelen. Rood: Werkzaamheden mogelijk: nee, tenzij toestemming van de ecoloog

Nadere informatie

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2015 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2015 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 89 - Eilandspolder

Natura 2000 gebied 89 - Eilandspolder Natura 2000 gebied 89 - Eilandspolder (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en moerassen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL3004002 + NL4000056 Beschermd natuurmonument:

Nadere informatie

Zeggekorfslak (Vertigo moulinsiana ) H Status: 2. Kenschets. 3. Bijdrage van gebieden. Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994)

Zeggekorfslak (Vertigo moulinsiana ) H Status: 2. Kenschets. 3. Bijdrage van gebieden. Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994) Zeggekorfslak (Vertigo moulinsiana ) H1016 1. Status: Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994) 2. Kenschets Beschrijving: De zeggekorfslak is een landslakje uit de familie der Vertiginidae.

Nadere informatie

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt Freek Bucx Inhoud Tabel B4.1... 3 Tabel B4.2... 4 Tabel B4.3... 5 Tabel B4.4... 6 Tabel B4.5... 7 Tabel B4.6... 8 Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt

Nadere informatie

Bermenplan Assen. Definitief

Bermenplan Assen. Definitief Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595

Nadere informatie

Verplaatsing houtsingel

Verplaatsing houtsingel Ten behoeve van de herontwikkeling van locatie De Hokhorst in Renswoude moeten een watergang en een aangrenzende houtsingel ca. tien meter naar het oosten worden verplaatst. Om te voorkomen dat deze verplaatsing

Nadere informatie

De Heikikker De Heikikker

De Heikikker De Heikikker De Heikikker Brabant Water beheert 2200 hectare grond waarvan 1500 hectare natuurgebied. Hiermee zijn wij een van de grootgrondbezitters in Noord-Brabant. In deze natuurgebieden liggen ook de waterwingebieden

Nadere informatie

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2012 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2013 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl

Nadere informatie

Argusvlinder Lasiommata megera

Argusvlinder Lasiommata megera Argusvlinder Lasiommata megera Angelique Belfroid Mijn eerste ervaring met de Argusvlinder was een aantal jaren geleden in de Vlietepolder op Noord-Beveland. Terwijl ik over de onverharde weg liep, vlogen

Nadere informatie

Koppel kuifeenden. Kuifeenden

Koppel kuifeenden. Kuifeenden 42 Ecologie en natuurfuncties Het IJsselmeergebied is een uniek natuurgebied van (inter-)nationale betekenis. Het is een van de zee afgesloten, benedenstrooms gelegen, zoet laaglandmeer met een relatief

Nadere informatie

Inhaalslag Verspreidingsonderzoek. De mossen van de Habitatrichtlijn: Geel schorpioenmos & Tonghaarmuts. BLWG Rapport 2004.07.

Inhaalslag Verspreidingsonderzoek. De mossen van de Habitatrichtlijn: Geel schorpioenmos & Tonghaarmuts. BLWG Rapport 2004.07. Inhaalslag Verspreidingsonderzoek De mossen van de Habitatrichtlijn: Geel schorpioenmos & Tonghaarmuts BLWG Rapport 2004.07 Oktober 2004 In opdracht van Expertisecentrum LNV Inhaalslag verspreidingsonderzoek,

Nadere informatie

Verslag Solabio Dijkendag Assenede (B) 24 juni 2011

Verslag Solabio Dijkendag Assenede (B) 24 juni 2011 Verslag Solabio Dijkendag Assenede (B) 24 juni 2011 Deze dijkendag werd georganiseerd door de Provinciale Landbouwkamer Oost Vlaanderen en Stichting Landschapsbeheer Zeeland in het kader van het project

Nadere informatie

Kleine waterteunisbloem op Tiengemeten. Astrid Withagen 12 juni 2015

Kleine waterteunisbloem op Tiengemeten. Astrid Withagen 12 juni 2015 Kleine waterteunisbloem op Tiengemeten Astrid Withagen 12 juni 2015 Inhoud Even voorstellen Waarom een risico Bestrijding de theorie Tiengemeten Bestrijding de praktijk Inzicht in vindplaatsen en bestrijding

Nadere informatie

Natura 2000 in De Wieden en Weerribben. Wat betekent dit voor u?

Natura 2000 in De Wieden en Weerribben. Wat betekent dit voor u? Natura 2000 in De Wieden en Weerribben Wat betekent dit voor u? Deze brochure is bestemd voor bewoners, ondernemers, grondeigenaren, pachters en andere belanghebben in de gebieden De Wieden en De Weerribben.

Nadere informatie

Visonderzoek Wogmeer 72

Visonderzoek Wogmeer 72 2016 Van der Goes en Groot ecologisch onderzoeks en adviesbureau G&G Advies Toetsing in het kader van de Flora en faunawet M. van Straaten 2016 Opdrachtgever Rho G&G advies 2016 Versie Datum Concept 7

Nadere informatie

Gevlekte witsnuitlibel (Leucorrhinia pectoralis) H1042. 1. Status:

Gevlekte witsnuitlibel (Leucorrhinia pectoralis) H1042. 1. Status: Gevlekte witsnuitlibel (Leucorrhinia pectoralis) H1042 1. Status: Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de

Nadere informatie

Memo. Figuur 1 Ligging Planlocatie (rode ster) (Bron: Google Maps)

Memo. Figuur 1 Ligging Planlocatie (rode ster) (Bron: Google Maps) Memo nummer 1 datum 10 februari 2014 aan Ron Vleugels Gemeente Maastricht van Luc Koks Antea Group Ton Steegh kopie project Sporthal Geusselt-stadion projectnummer 265234 betreft Toetsing natuurwetgeving

Nadere informatie

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2011 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2011 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl

Nadere informatie

Struinen door De Stille Kern

Struinen door De Stille Kern 58 Horsterwold Struinen door De Stille Kern Een 900 hectare groot natuurgebied waar natuurlijke processen volop de ruimte krijgen. Het gebied wordt begraasd door een kudde konikpaarden, die zorgen voor

Nadere informatie

Ooibossen zijn bossen die op natuurlijke wijze zijn ontstaan en langs rivieren groeien.

Ooibossen zijn bossen die op natuurlijke wijze zijn ontstaan en langs rivieren groeien. Ooibossen Definitie Ooibossen zijn bossen die op natuurlijke wijze zijn ontstaan en langs rivieren groeien. Ooi is een oud woord voor nat terrein nabij een rivier Deze bossen worden voortdurend blootgesteld

Nadere informatie

Ecologisch onderzoek ten behoeve van het bestemmingsplan voor een terrein ten zuiden van Harmelen

Ecologisch onderzoek ten behoeve van het bestemmingsplan voor een terrein ten zuiden van Harmelen Ecologisch onderzoek ten behoeve van het bestemmingsplan voor een terrein ten zuiden van Harmelen - notitie - Oktober 2010 W 511 Natuur-Wetenschappelijk Centrum Noorderelsweg 4a 3329 KH Dordrecht 078-6213921

Nadere informatie

module 2 ECOLOGISCHE & BEHEERPRINCIPES

module 2 ECOLOGISCHE & BEHEERPRINCIPES ECOLOGISCHE & BEHEERPRINCIPES Hoofdstuk 2 Inhoudsopgave: Wat is ecologie? Wat is biodiversiteit? Wat is natuurbeheer? Boerennatuur op en rond het erf Wat is ecologie? Wat is ecologie? Wat is ecologie?

Nadere informatie

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen

Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2014 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2014 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl

Nadere informatie

MUIZENINVENTARISATIE KAPPERSBULTEN. Guido Lek & Harold Steendam november 2009

MUIZENINVENTARISATIE KAPPERSBULTEN. Guido Lek & Harold Steendam november 2009 MUIZENINVENTARISATIE KAPPERSBULTEN 2009 Guido Lek & Harold Steendam november 2009 Inleiding In het kader van de nieuwe zoogdierenatlas van Nederland zijn diverse onderzoeken opgestart om zoogdieren in

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Meer doden onder fietsers, minder onder motorrijders. Meeste verkeersdoden onder twintigers

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Meer doden onder fietsers, minder onder motorrijders. Meeste verkeersdoden onder twintigers Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-031 23 april 2007 10.00 uur Sterke stijging verkeersdoden onder fietsers In 2006 kwamen 811 mensen in het Nederlandse verkeer om. Dit zijn er 6 minder

Nadere informatie

Nieuwkoopse Plassen. Op weg naar water van topkwaliteit. Droge voeten, schoon water

Nieuwkoopse Plassen. Op weg naar water van topkwaliteit. Droge voeten, schoon water Nieuwkoopse Plassen Op weg naar water van topkwaliteit De Nieuwkoopse Plassen en het aangrenzende gebied vormen een prachtig natuurgebied. We werken samen met anderen aan verbetering van de waterkwaliteit

Nadere informatie

Kevers van de Habitatrichtlijn,

Kevers van de Habitatrichtlijn, Indicator 19 juni 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het oorspronkelijke areaal van

Nadere informatie

Productiebos maakt plaats voor oorspronkelijk heidelandschap.

Productiebos maakt plaats voor oorspronkelijk heidelandschap. NATUURVERBINDING HOORNEBOEG GOOIS NATUURRESERVAAT Productiebos maakt plaats voor oorspronkelijk heidelandschap. PRODUCTIEBOS MAAKT PLAATS VOOR OORSPRONKELIJK HEIDELANDSCHAP TEN ZUIDEN VAN HILVERSUM LIGGEN

Nadere informatie

Flora- en faunawet. Gedragscode Bestendig beheer groenvoorziening

Flora- en faunawet. Gedragscode Bestendig beheer groenvoorziening Flora- en faunawet De Flora- en faunawet (Ffwet) is in april 2002 in werking getreden. De wet beschermt alle in het wild levende flora en fauna in Nederland. Bij het uitvoeren van werkzaamheden moet altijd

Nadere informatie

Betreft: Effectbeoordeling vogels, herbestemming Groen Ruige Ruimte te Dussen (P10-0181)

Betreft: Effectbeoordeling vogels, herbestemming Groen Ruige Ruimte te Dussen (P10-0181) Gemeente Werkendam t.a.v. C.A.A.M. de Jong Postbus 16 4250 DA Werkendam Betreft: Effectbeoordeling vogels, herbestemming Groen Ruige Ruimte te Dussen (P10-0181) Gemert, 5 augustus 2010 Geachte heer/mevrouw

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 14 mei 2014) Nummer 2935

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 14 mei 2014) Nummer 2935 van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 14 mei 2014) Nummer 2935 Onderwerp Provinciaal maaibeleid en bermbeheer: bescherming broedvogels en andere dieren Aan de leden van Provinciale

Nadere informatie

Stroomdalgraslanden in Nederland

Stroomdalgraslanden in Nederland Stroomdalgraslanden in Nederland Ontwikkeling en beheer in de Vreugderijkerwaard Veldwerkplaats rivierenlandschap Vreugderijkerwaard, 16 mei 2008 Inleiders: Karlè Sýkora (Wageningen Universiteit, Leerstoelgroep

Nadere informatie

Middels deze brief ontvangt u de resultaten van het nader ecologisch onderzoek op de projectlocatie Scheveningen Bad.

Middels deze brief ontvangt u de resultaten van het nader ecologisch onderzoek op de projectlocatie Scheveningen Bad. Gemeente Den Haag Dienst Stedelijke Ontwikkeling T.a.v. de heer W. Dekker Postbus 12655 2500 DP DEN HAAG Geldermalsen, 6 oktober betreft: nader ecologisch onderzoek project: uitbreiding vastgoed Hommerson

Nadere informatie

Aan het Dagelijks Bestuur van waterschap Hunze en Aa s, t.a.v. Willem Kastelein.

Aan het Dagelijks Bestuur van waterschap Hunze en Aa s, t.a.v. Willem Kastelein. Zienswijze Slochterdiep, 13-2-14 Haaksbergen, 13 februari 2014. Aan het Dagelijks Bestuur van waterschap Hunze en Aa s, t.a.v. Willem Kastelein. Betreft: Zienswijze met betrekking tot: Ontwerp projectplan

Nadere informatie

Helder water door quaggamossel

Helder water door quaggamossel Helder water door quaggamossel Kansen en risico s Een nieuwe mosselsoort, de quaggamossel, heeft zich in een deel van de Rijnlandse wateren kunnen vestigen. De mossel filtert algen en zwevend stof uit

Nadere informatie

Huidige natuurwaarden PIP percelen Mariapeel

Huidige natuurwaarden PIP percelen Mariapeel Frans Willems Godsweerdersingel 10 6041 GL Roermond Postbus 1237 6040 KE Roermond www.dienstlandelijkgebied.nl T 0475 77 62 00 F 0475 77 62 01 Huidige natuurwaarden PIP percelen Mariapeel Inleiding De

Nadere informatie

Behoud van populaties van de Nauwe korfslak (Vertigo angustior) in het kader van het Herstelplan Hollands Duin.

Behoud van populaties van de Nauwe korfslak (Vertigo angustior) in het kader van het Herstelplan Hollands Duin. Behoud van populaties van de Nauwe korfslak (Vertigo angustior) in het kader van het Herstelplan Hollands Duin. A. Boesveld, A.W. Gmelig Meyling & R.H. de Bruyne STICHTING ANEMOON 14 juli 2007 Documenttype:

Nadere informatie

Natte en droge dooradering

Natte en droge dooradering Natte en droge dooradering 10 vuistregels voor de ontwikkeling van natte en droge dooradering in het agrarisch gebied Natte en droge dooradering levert biodiversiteit 3 Natte en droge dooradering zijn

Nadere informatie

VERSPREIDING EN HABITAT

VERSPREIDING EN HABITAT 2007 VERSPREIDING EN HABITAT VAN DE ZEGGEKORFSLAK VERTIGO MOULINSIANA IN ZUID-HOLLAND ARNO BOESVELD & VINCENT KALKMAN, 2007 20 maart 2007 tekst Arno Boesveld & Vincent J. Kalkman productie Stichting European

Nadere informatie

AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE BOOMKIKKER SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP

AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE BOOMKIKKER SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE BOOMKIKKER SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP 1 2 BOOMKIKKER De Achterhoek is voor de boomkikker momenteel het belangrijkste gebied in Nederland. In de jaren 80 van de

Nadere informatie

Natte Natuurparel Nemerlaer 1 20-10-2011

Natte Natuurparel Nemerlaer 1 20-10-2011 Overzicht situatie en maatregelen per perceel NNP Project: NNP = Perceel is op orde voor realisatie AmbitieNatuurbeheertype = AmbitieNatuurbeheertype is haalbaar door uitvoering maatregelen = AmbitieNatuurbeheertype

Nadere informatie

Grote vuurvlinder in Friesland. Bezoek en advies 2003.

Grote vuurvlinder in Friesland. Bezoek en advies 2003. Grote vuurvlinder in Friesland. Bezoek en advies 2003. Grote vuurvlinder in Friesland. Bezoek en advies 2003. Tekst: Henk de Vries Met medewerking van: Gerrit Padding, Sjoerd Steenbergen, Saskia Janssen,

Nadere informatie

Zeggekorfslak Vertigo moulinsiana

Zeggekorfslak Vertigo moulinsiana Inhaalslag Verspreidingsonderzoek Mollusken van de Europese Habitatrichtlijn Inventarisatieperiode 2004-2005 Zeggekorfslak Vertigo moulinsiana A.W. Gmelig Meyling, R.H. de Bruyne & S.M.A. Keulen STICHTING

Nadere informatie

Libelleninventarisatie. Natuurmonumentengebied. Hollands Ankeveen

Libelleninventarisatie. Natuurmonumentengebied. Hollands Ankeveen Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2009 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen - 2 / 43 - - 3 / 43 - Copyright 2010 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen

Nadere informatie