Voorstel van het college inzake vaststelling Marktverordening Den Haag 2013.

Transcriptie

1 rv 44 Dienst Stadsbeheer DSB/ RIS _ Gemeente Den Haag Voorstel van het college inzake vaststelling Marktverordening Den Haag Inleiding Hierbij ligt ter besluitvorming voor een integrale herziening van de Marktverordening gemeente Den Haag De wens om de huidige regelgeving inzake de Haagse Markten te versimpelen en uniformeren noodzaakt tot een herziening van de huidige en verouderde Marktverordening. Met het aanpassen van de regelgeving wordt uitvoering gegeven aan de gemaakte afspraken in het convenant tussen gemeente Den Haag en de vertegenwoordigers van de marktkooplieden. Die afspraken zijn vastgelegd in het raadsbesluit van 8 september 2011 (rv 107). Belangrijkste uitgangspunten bij dat raadsbesluit zijn dat de vernieuwde Haagse markt van de Toekomst bijdraagt aan een consumentgerichte markt waar het voor de ondernemers goed ondernemen is. De voorgestelde nieuwe regelgeving is een uitwerking van deze uitgangspunten. De vernieuwde regelgeving draagt bij aan de realisatie van een schone en veiligere markt en maakt een gevarieerder aanbod van producten op de markt mogelijk. Met deze verbeteringen zal de Haagse markt niet alleen voor de inwoners en marktondernemers kansen bieden. Ook de krachtwijken Schilderswijk, Transvaal en de binnenstad gaan profiteren. Met de Haagse Markt als visitekaartje worden extra bezoekers naar de krachtwijken Schilderswijk en Transvaal getrokken, de aantrekkingskracht van de Haagse markt kan als een katalysator voor de rest van de wijk gaan werken waardoor de economie daar mogelijk opbloeit. Uit diverse onderzoeken blijkt dat bezoekers die markten bezoeken dit combineren met een bezoek aan het winkelgebied, binnenstad of andere (toeristische) attracties. De vernieuwing van de Haagse markt, tevens de grootste onoverdekte markt van Europa, verhoogt zeker ook de toeristische waardering van de stad Den Haag. Algemene toelichting Algemeen Op 15 juni 2011 hebben de gemeente Den Haag en vertegenwoordigers van de marktkooplieden een convenant gesloten inzake de vernieuwde Haagse markt. Op 8 september 2011 (rv107) stemde de gemeenteraad in met de afspraken en uitgangspunten die in dat convenant over de vernieuwde Haagse Markt (zie RIS en RIS180716) zijn neergelegd. De voorbereiding van de in het convenant afgesproken en aan de gemeenteraad voorgelegde wijzigingen is voortvarend opgepakt. Meteen na de zomervakantie is een intensief overleg gestart met de belangenorganisaties over de afgesproken ingrijpende vernieuwing van de regelgeving. De in het convenant en in het daarop volgende overleg met de belangenorganisaties gemaakte afspraken om de afgesproken wijzigingen voor te bereiden worden voortvarend uitgevoerd. Al op 14 juni 2011 werd de eerste wijziging in het Marktreglement 2004 aangebracht om de in het convenant (zie artikel 7) afgesproken tijdelijke uitdeling mogelijk te maken (zie RIS ). Deze tijdelijke uitdeling is geëffectueerd op 1 september Op 8 november 2011 is na overleg met de belangenorganisaties besloten tot een kleine wijziging van het marktreglement (RIS181740) en een tijdelijke vergunningenstop voor de markt aan de Herman Costerstraat tot 1 januari 2015 (zie RIS181739). Dit om duidelijkheid te scheppen voor marktkooplieden en het voor consumenten aantrekkelijker aanbod van producten met een nieuwe branchering mogelijk te maken. Daarom werden er sinds 2006 al geen nieuwe marktvergunningen meer verleend en vonden de jaarlijkse uitdelingen van standplaatsen niet plaats. Op 17 januari 2012 is na overleg met de belangenorganisaties besloten tot een aantal wijzigingen van het Marktreglement 2004 waarmee wordt vooruitgelopen op de met de belangenorganisaties afgesproken integrale herziening van de regelgeving (zie RIS245739). De meeste van de laatstgenoemde wijzigingen hangen direct samen met de afspraak uit het convenant om de Haagse Markt te brancheren om zo het aanbod van producten te vergroten en te differentiëren. Met het invoeren van de wijzigingen worden de gemaakte afspraken met de belangenorganisaties zo snel mogelijk verzilverd en hebben de marktkooplieden die het betreft zo snel mogelijk duidelijkheid over de ontwikkelingen in de regelgeving van de (Haagse) markt van de toekomst. Het gemeentebestuur stelt hen op deze wijze in de gelegenheid om zich zo goed mogelijk voor te bereiden op die toekomst. Raadsvoorstellen

2 En die toekomst is: Een ondernemersvriendelijke, schone, veilige en consumentgerichte markt De huidige regelgeving over de Haagse markten is in de loop der jaren gegroeid tot een versnipperd, complex, diffuus en nodeloos ingewikkeld geheel. Dat maakt het voor ondernemers lastig om te bepalen waar zij aan toe zijn. En het maakt het voor de gemeente lastig om de regels consequent te handhaven. Alle reden dus, om de regelgeving te versimpelen en te uniformeren. Verder is de markt aan de Herman Costerstraat dringend aan vernieuwing toe. Niet alleen fysiek, maar ook voor wat betreft diversiteit. Deze markt voldoet namelijk niet meer aan de hedendaagse eisen die de consument aan de diversiteit en kwaliteit van de markt stelt. Gevolg is een terugloop van het bezoekersaantal, terwijl deze markt het in zich heeft en dat is in het verleden ook bewezen om een regiofunctie te vervullen. Reden om eens goed naar de branchering te kijken. Die twee ontwikkelingen hebben geleid tot de vraag naar een nieuwe opzet voor alle Haagse markten: ondernemersvriendelijk, consumentgericht, schoon en veilig. De vernieuwing zal het grotendeels moeten hebben van de ondernemingszin van de marktkooplieden. Die hebben aangegeven, dat de huidige gemeentelijke regelgeving de gewenste vernieuwing en investeringen in de weg staat. De gemeente onderkent die drempels en wil die wegnemen. Daarom is in nauw overleg met de marktkooplieden de nieuwe regeling ontworpen. De eigen verantwoordelijkheid van de ondernemer staat daarin centraal. Met een minimum aan heldere - regels, grotere vrijheid voor de marktkooplieden en een stevig sanctiebeleid kan deze gezamenlijke doelstelling worden verwezenlijkt. Leeswijzer Onderstaand wordt toegelicht hoe het proces van samenspraak met de belangenorganisaties van de kooplieden is verlopen. Er is geleerd van de ervaringen van andere gemeenten. Daarnaast wordt de relatie tot de overige marktregelgeving geschetst en ook de samenhang met de nog op te leveren documenten en hoe deze bijdragen aan de vernieuwing van de (Haagse) Markt van de Toekomst waarin de consument centraal komt te staan. Betrokkenheid belangenorganisaties van de marktkooplieden Na het tekenen van het convenant is er de afgelopen maanden, bijna wekelijks en zeer intensief gesproken met de CVAH en VETRA om te komen tot de beleidsuitgangspunten die zijn uitgewerkt in allereerst de nieuwe Marktverordening Den Haag In nauwe samenwerking met de CVAH en VETRA is de voorliggende Marktverordening Den Haag 2013 tot stand gekomen. Zij geven hun volledige goedkeuring aan de voorgestelde verordening. Ook bij het tot stand komen van de overige concept regelgeving zijn de CVAH en VETRA intensief betrokken geweest. Het hele pakket aan regelgeving en besluitvorming is een vertaling van de wens van gemeente en de belangenorganisaties van de marktkooplieden CVAH en VETRA, om te komen tot een ondernemersvriendelijke, consumentgerichte, schone en veilige markt. Ervaringen van anderen Bij het opstellen van de nieuwe regelgeving is gekeken naar de wijze waarop andere gemeenten hun marktregels hebben vormgegeven en vooral naar wat hun ervaringen in de praktijk zijn. Definities, werkwijzen en de praktijktips van andere (grote) gemeenten zijn overgenomen, als basis gebruikt of aangepast in de nieuwe Haagse regeling. Zij worden ook betrokken in de regelingen die het college nog gaat vaststellen (onder andere het sanctiebeleid en het Reglement voor de Adviescommissie Haagse Markten). Voorgestelde Marktverordening Den Haag 2013 in relatie tot overige regelgeving markten De herziening van de Marktverordening heeft op zijn beurt weer gevolgen voor de overige marktregelgeving (bevoegdheid college) zoals het Marktreglement, het Branchebesluit, Reglement Adviescommissies en het Sanctiebeleid. Het totale pakket aan maatregelen dat nodig is om tot de gewenste versimpeling en uniformering te komen is inmiddels in samenwerking met de belangenorganisaties in concept gereed gemaakt. Dit pakket wordt na vaststelling van de Marktverordening Den Haag 2013 door de gemeenteraad aansluitend aan het college ter vaststelling voorgelegd. De reden dat deze stukken nu nog niet kunnen worden vastgesteld, is dat éérst de Marktverordening Den Haag 2013 moet zijn vastgesteld, omdat deze Marktverordening de juridische grondslag geeft voor de verdere besluiten. Wat is de samenhang tussen de Marktverordening 2013 en de overige regelgeving markten en wat is de vernieuwing per onderwerp? 1. Marktverordening De voorliggende Marktverordening Den Haag 2013 regelt de contouren van de (Haagse) markten van de toekomst. Raadsvoorstellen

3 Daarbij valt te denken aan: het marktregister, de marktpas, toewijzing en intrekking van vergunningen, de belangrijkste spelregels voor de marktkooplieden en de grondslag voor het Branchebesluit. Administratieve lasten (Red Tape) worden beperkt Bij het formuleren van de nieuwe regeling is nadrukkelijk aandacht besteed aan het terugdringen van de administratieve lastendruk. Zo wordt voorgesteld de geldigheidsduur van de vergunning te verlengen, waardoor minder vaak een vergunning hoeft te worden aangevraagd. Ook het systeem waarin de marktkoopman zich slechts eenmaal hoeft in te schrijven in het Marktregister en daarna kan volstaan met alleen het doorgeven van eventuele wijzigingen, betekent een aanzienlijke vermindering van de administratieve lastendruk die op de marktkoopman wordt gelegd om te kunnen ondernemen. Zeker wanneer hij zoals gepland zijn zaken ook digitaal met de gemeente kan regelen. Voor zowel de inschrijving als de aanvraag voor een vergunning geldt dat de marktkoopman niet de gegevens en documenten hoeft te verstrekken die de gemeente eenvoudig zelf kan achterhalen, bijvoorbeeld door het uitwisselen van gegevens met andere overheidsdiensten. Een belangrijk voorbeeld daarvan is het Handelsregister. De Marktpas maakt het de ondernemer makkelijker. De Marktpas gaat gelden voor alle marktdagen en is niet meer gekoppeld aan een marktdag of de rechtspositie van de houder (vaste standplaatshouder of een ingeschrevene voor een dagplaats of standwerkerplaats). Na inschrijving in het Marktregister wordt slechts één pas afgegeven, die dienst kan doen voor alle marktdagen. Deze pas heeft bovendien meer functies: met behulp van de pas kan straks ook marktgeld worden geïnd en de pas biedt toegang tot de markt en de faciliteiten. Daarnaast wordt voorgesteld de Lex Silencio Positivo van toepassing te verklaren. Dat betekent, dat als er niet tijdig wordt besloten op een aanvraag om vergunning, deze vergunning automatisch wordt geacht verleend te zijn. Voor bestaande vergunningen is een overgangsregeling getroffen Er wordt voorgesteld de nieuwe regelgeving kort voor 1 juli 2012 bekend te maken. De regelgeving kan vervolgens op 1 januari 2013 in werking treden. In dat half jaar kunnen alle betrokkenen zich op de nieuwe situatie instellen: de vergunninghouders kunnen hun keuze voor een branche aangeven, een verklaring omtrent gedrag (VOG) aanvragen en de gemeente zet de bestaande vergunningen om. Er wordt bewust voorgesteld te kiezen voor een éénmalige, korte omzettingsactie. Overgangsperiodes, dubbele vergunningenregimes en een langdurige overgangssituatie worden daarmee voorkomen. Dat bevordert de duidelijkheid, rechtszekerheid en praktische uitvoering van de nieuwe regelgeving. 2. Marktreglement Het Marktreglement stelt de nadere regels. Voorbeelden daarvan zijn: de locaties en tijden van de markten, de toewijzing en overdracht van standplaatsen, het gebruik van de standplaatsen etc. Kortom: de meer huishoudelijke zaken. Een nieuw systeem van toewijzen van marktvergunningen Marktkooplieden op de Herman Costerstraat hebben nu nog een (doorlopende) marktvergunning. Ongeacht of er plaats is op de markt. In de praktijk is dan ook een wachtlijst ontstaan van vergunninghouders, die wachten op een feitelijke (vaste) standplaats. Dat zijn de meelopers. Zij kunnen pas van hun vergunning gebruik maken als een vaste standplaatshouder geen standplaats heeft ingenomen op de dag of als deze zijn standplaats opzegt en de standplaats opnieuw wordt uitgegeven. Voorgesteld wordt voor alle markten te laten gelden, dat de verlening van de marktvergunning gelijktijdig geschiedt met de toewijzing van de standplaats(en). De voorgestelde procedure van het opnieuw uitgeven van een vrijgekomen vaste standplaats is als volgt: de Branchecommissie bepaalt voor welke branche de vrijgekomen standplaats beschikbaar komt. Daarnaast wordt een aantal objectieve criteria gesteld, zoals de keuze van het materiaal voor de standplaats en de afmeting. Vervolgens kunnen kandidaat-standplaatshouders (waaronder de huidige meelopers) solliciteren naar de vrijgekomen plaats. Ook startende ondernemers en ondernemers van buiten de Haagse markten kunnen mee solliciteren. Als er meerdere kandidaat-standplaatshouders zijn die alle aan de criteria voldoen, dan wordt de plaats vervolgens verloot onder de gegadigden. Vanaf 1 januari 2013 komt het begrip meelopers te vervallen (RIS245739). Het is wel mogelijk dat iemand zich laat inschrijven in het Marktregister voor het verkrijgen van een vergunning voor een dagplaats. De huidige meelopers worden opgenomen in het Marktregister. Daarbij kiest hij voor het incidenteel standplaats innemen op een markt. Voor de markt aan de Herman Costerstraat geldt, dat de huidige meelopers tot 1 januari 2015 bij gelijke geschiktheid voorrang hebben (RIS245739). Raadsvoorstellen

4 De mogelijkheid om de onderneming inclusief de verkoopplaats over te dragen wordt verruimd. In de huidige regeling zijn de opvolging bij overlijden en de overdracht van de marktvergunning aan strenge beperkingen gebonden. Slechts een zeer beperkte kring van personen (partner en/of kind) kunnen bij overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder deze opvolgen. Voorgesteld wordt de overdracht van de standplaats (marktvergunning) te verruimen, zodat de vergunninghouder voortaan iemand anders kan voordragen om zijn standplaats over te nemen. Hierbij wordt ook voorgesteld de opgelegde voorwaarden als overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid los te laten. Om de handel in standplaatsen te voorkomen is het raadzaam de overdraagbaarheid te koppelen aan een minimale vergunningduur van 5 jaar, waarna iemand mag worden voorgedragen voor de overname van de standplaats. CVAH en VETRA hebben deze vrije overdracht nadrukkelijk bepleit en zien deze beleidskeuze als voorwaarde om te komen tot de door alle partijen beoogde doelstelling: een kwalitatief sterk verbeterde markt, die een publiekstrekker wordt voor de gehele regio. Deze mogelijkheid van overdracht stimuleert tot het doen van investeringen en verbetert de kwaliteit van de markt. Persoonlijke verantwoordelijkheid in plaats van persoonlijke aanwezigheid In de huidige regeling moet de vergunninghouder van een vaste standplaats altijd persoonlijk aanwezig zijn op zijn standplaats. Voorgesteld wordt om deze verplichting te laten verdwijnen. De vergunninghouder is verantwoordelijk voor alles wat in zijn kraam gebeurt, maar hoeft niet meer zelf aanwezig te zijn. Op wie de vergunninghouder voor de daadwerkelijke verkoop een beroep doet, is zijn eigen keuze, mits in de kraam maar voor zijn rekening en risico de waar wordt verhandeld. Deze verplichting hoort nu eenmaal bij het hebben van een vergunning. Belangrijk is wel in de nieuwe regeling duidelijk te maken welke verplichtingen de vergunninghouder heeft. Neemt deze ondernemer zijn verantwoordelijkheid niet, dan moet dat uiteraard consequenties hebbben. Dat kan bijvoorbeeld betekenen, dat zijn vergunning wordt geschorst of zelfs wordt ingetrokken. Om fraude te voorkomen, wordt allereerst voorgesteld dat degene die voor de vergunninghouder op de standplaats handelt (en dat mag alleen maar een natuurlijke persoon zijn), de Marktpas van de vergunninghouder moet kunnen tonen. Een ander eis zou moeten zijn dat de vergunninghouder van zijn vervanger een verklaring omtrent het gedrag moet kunnen overleggen. Deze vervanger zou in strijd met de Vreemdelingenwet of de Wet Arbeid Vreemdelingen zijn werkzaamheden kunnen verrichten. Hij moet op grond van die wetten beschikken over een geldige verblijfstitel en onder omstandigheden een tewerkstellingsvergunning. Toezicht en handhaving van deze voorschriften behoren echter niet tot de gemeentelijke bevoegdheden. De gemeente is hiervoor aangewezen op de justitiële autoriteiten en op de Arbeidsinspectie. De gemeente gaat met deze instanties dan ook concrete afspraken maken om op deze punten een strikte handhaving op alle Haagse markten te waarborgen. Als deze bevoegde instanties een overtreding van deze wetgeving constateren, dan wordt voorgesteld de vergunning in te trekken. Dat past in het streven naar een eerlijke en veilige markt. 3. Branchebesluit Het Branchebesluit gaat regelen hoeveel kooplieden in de verschillende branches werkzaam mogen zijn. Het onderzoek en de onderbouwing van dit voorgestelde besluit is eind tweede kwartaal 2012 gereed. Diversiteit van het aanbod Om de diversiteit van het aanbod op de marken te bevorderen wordt voorgesteld te kiezen voor branchering. Dat wil zeggen dat op voorhand is bekeken welke producten op de markten mogen worden aangeboden en dat daaraan maxima verbonden zijn. Een en ander wordt neergelegd in het Branchebesluit. Daarin worden een aantal hoofdbranches genoemd die op hun beurt weer zijn onderverdeeld in subbranches. Dit bevordert een evenwichtig aanbod op de markt en dat verhoogt de aantrekkelijkheid ervan. Het Branchebesluit wordt zo vorm gegeven dat nieuwe en innovatieve branches met voorrang kunnen worden ondergebracht in het Branchebesluit, vanzelfsprekend alleen als er voldoende fysieke ruimte op de marktlocatie beschikbaar is. Voorgesteld wordt de huidige vergunninghouders te laten kiezen in welke branche zij na 1 januari 2013 werkzaam willen zijn (overgangsrecht Marktverordening) De samenstelling van de markt voldoet na invoering van de nieuwe regelgeving nog niet helemaal aan het Branchebesluit. Door natuurlijk verloop is dat binnen een redelijke termijn wel te bereiken. 4. Sanctiebeleid Er wordt ook een nieuw Sanctiebeleid opgesteld. Dat beleid gaat, zo simpel en consequent mogelijk, aangeven hoe de spelregels in de praktijk worden gehandhaafd als dat nodig is. Raadsvoorstellen

5 De nieuwe regels worden consequent gehandhaafd Wie zich niet aan de spelregels houdt, moet daarop worden aangesproken. Dat is niet leuk, maar wel noodzakelijk. Belangrijk is ook, dat zoiets consequent gebeurt. En dat voor iedereen duidelijk is wat de gevolgen van overtredingen zijn. De basis daarvoor komt te liggen in de Marktverordening en Marktreglement. Dat wordt verder uitgewerkt in een nieuw sanctiebeleid. Daarin komt te staan welke maatregelen volgen op een bepaalde overtreding. Eenvoudig, helder en consequent. Er wordt afhankelijk van de soort overtreding gekozen voor verschillende soorten passende maatregelen. De lichtste vorm kan een last onder dwangsom zijn en de zwaarste de intrekking van de vergunning. In het algemeen kan worden gezegd, dat overtredingen die het hart van de markt raken (zoals veiligheid, ordelijk verloop, illegale praktijken) op zware maatregelen zouden moeten kunnen rekenen. Deze maatregelen zijn bedoeld om het ordelijk en eerlijk verloop van de markt te ondersteunen. Ze moeten vooral gericht zijn op het herstel van overtredingen en voorkomen van toekomstige overtredingen. 5. Reglement Adviescommissie Haagse Markten Om de inbreng van de belangenorganisaties van kooplieden, CVAH en VETRA, te waarborgen zal er een nieuw Reglement Adviescommissies Haagse Markten worden opgesteld. Hierin wordt voorgesteld de afdeling markten en de belangenorganisaties van marktkooplieden samen de nieuwe Adviescommissie Haagse Markten te laten vormen. Op die manier kunnen zij het college gevraagd en ongevraagd adviseren over allerlei marktaangelegenheden. Artikelgewijze toelichting Artikel 2, eerste lid: het college kan in het algemeen belang geheel of gedeeltelijk over het marktterrein beschikken. Een echt concrete invulling kan op voorhand niet aan dit criterium worden gegeven. Gedacht moet worden aan situaties waarin gebruik van het terrein voor andere doelen dan het houden van een markt noodzakelijk is en waarbij een collectief belang aan de orde is. Concurrerende evenementen of manifestaties vallen daar bijvoorbeeld niet onder. Artikel 2, tweede lid, onder c: dit geldt met name in geval van feestdagen of bij situaties waarop het eerste lid ziet. Artikel 5, eerste lid, onder b: de bepaling heeft tot doel te benadrukken, dat de markt er is voor kleine, authentieke ondernemers en niet voor ketens of rechtspersonen. Dat bevordert de eerlijke concurrentie en transparantie. Artikel 6, zesde lid: de verklaring moet elke vier jaar worden overgelegd, omdat de verklaring volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens maar vier jaar geldig is. Artikel 6, achtste lid: van deze bevoegdheid kan het college gebruik maken als het gewenst is om tijdelijk minder marktvergunningen te verlenen, bijvoorbeeld bij de fysieke herinrichting van de markt aan de Herman Costerstraat. Artikel 7, zevende lid: Het Burger Service Nummer wordt gevraagd om het mogelijk te maken actief gegevens uit te wisselen met handhavingpartners zoals UWV en de Belastingdienst. Er wordt alleen van de nummers gebruik gemaakt voor zover de privacywetgeving dat toelaat. Artikel 8: dit artikel ziet op de mogelijkheid van verkoop van verse koffie en thee aan marktkooplieden of de verkoop voor goede doelen. Hiervoor zijn geen standplaatsen beschikbaar, terwijl die faciliteit wel een gewenst onderdeel van de markt is of kan zijn. Artikel 9: hierbij gaat het vooral om veiligheidseisen, zoals het gebruik van stroom van een voorgeschreven leverancier en het bakken en braden in kramen. Artikel 11: hierbij gaat het om veiligheid. De voorzieningen worden betrokken van gecertificeerde bedrijven. Artikel 13, tweede lid, onder a: de reden dat de vergunning niet automatisch wordt ingetrokken bij faillissement van de vergunninghouder is, dat de curator het soms wenselijk kan vinden dat de verkoop doorgaat, zodat de gefailleerde nog geld kan verdienen. Met het oog op die gevallen is deze intrekkinggrond facultatief geformuleerd. Raadsvoorstellen

6 Gezien het vorenstaande stelt het college de raad voor het volgende besluit te nemen: De raad van de gemeente den Haag, Gezien het voorstel van het college van 8 mei 2012, Gelet op artikel 149 Gemeentewet, Besluit: I. vast te stellen de volgende verordening: Marktverordening Den Haag 2013 Hoofdstuk I Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag; b. markt: de door het college ingestelde warenmarkt, bestemd voor de uitoefening van de ambulante handel; c. marktregister: het register bedoeld in artikel 5; d. marktterrein: de voor publiek toegankelijke ruimte, behorende tot de markt; e. standplaats: de door het college als zodanig aangewezen verkoopruimte op het marktterrein; f. standwerken: de wijze van het uitoefenen van de ambulante markthandel waarbij de verkoper de aandacht van het publiek op zich richt, uitweidt over het door hem te verhandelen product en dit daarna aan het om hem heen verzamelde publiek te koop aanbiedt; g. marktvergunning: de vergunning voor een vaste standplaats, een dagplaats of een standwerkerplaats; h. vaste standplaats: de standplaats die voor de duur van de marktvergunning mag worden ingenomen; i. dagplaats: de niet ingenomen vaste standplaats die per marktdag mag worden ingenomen; j. standwerkerplaats: de standplaats die uitsluitend voor standwerken mag worden ingenomen; k. seizoenplaats: de vaste standplaats waarop tijdens een gedeelte van het jaar seizoensgebonden producten worden verkocht; l. verkoopunit: een als zodanig door het college erkende, niet verrijdbare verkoopinstallatie die op een daartoe aangewezen standplaats staat; m. verkoopwagen: verrijdbare verkoopinstallatie die op een daartoe aangewezen standplaats staat; n. branche: een hoofd- en/of subbranche van een door het college te bepalen assortiment van waren of goederen; o. ingeschrevene: de natuurlijk persoon die in het marktregister is ingeschreven; p. vergunninghouder: de natuurlijk persoon aan wie een marktvergunning is verleend voor een vaste standplaats, een dagplaats of een standwerkerplaats; q. anciënniteit: de aanduiding voor de periode waarover de ingeschrevene in het marktregister is opgenomen, waarbij de eerste datum van inschrijving en voor vergunninghouders van een vaste standplaats tevens de datum van eerste vergunningverlening bepalend is. Artikel 2 Marktterrein 1. Het college is bevoegd geheel of gedeeltelijk over het marktterrein te beschikken zo dikwijls en zolang het college dat in het algemeen belang of ter uitvoering van werken nodig acht. 2. Het college kan bepalen, dat: a. om bijzondere redenen geen markt wordt gehouden; b. een markt geheel of gedeeltelijk wordt gehouden op een andere locatie; c. een niet gehouden markt op een andere dag plaatsvindt. Artikel 3 Inrichting van de markt 1. Het college kan per markt vaststellen: a. het aantal standplaatsen; b. de afmetingen van de standplaatsen; c. de opstelling en de indeling van de markt; d. welke standplaatsen worden vergund als vaste standplaats, als standwerkerplaats of als seizoenplaats; e. welke standplaatsen worden ingenomen door verkoopunits, verkoopwagens of kramen; f. een lijst met branches; Raadsvoorstellen

7 g. een absoluut of procentueel aangegeven maximum aantal standplaatsen en/ of vergunningen per branche. 2. Het college kan de bevoegdheid als bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder g, mandateren aan de algemeen directeur van de Dienst Stadsbeheer. Artikel 4 Nadere regels Het college kan nadere regels stellen betreffende het bepaalde in deze verordening. Hoofdstuk II Marktregister, marktvergunningen en ontheffingen Artikel 5 Marktregister 1. Het college houdt een marktregister bij, waarin de gegevens, waaronder anciënniteit, zijn opgenomen van: a. vergunninghouders van een vaste standplaats; b. natuurlijke personen, die in aanmerking wensen te komen voor een marktvergunning voor een dagplaats voor de markt aan de Herman Costerstraat; c. natuurlijke personen, die in aanmerking wensen te komen voor een marktvergunning voor een standwerkerplaats. 2. Vergunninghouders van een vaste standplaats, worden ambtshalve in dit register ingeschreven. 3. Natuurlijke personen die in aanmerking wensen te komen voor een marktvergunning voor een dag- of standwerkerplaats dienen zich eerst in te schrijven in het marktregister. Artikel 6 Inschrijving in het marktregister 1. De ingeschrevene wordt per markt en per marktdag slechts ingeschreven voor één van de onder artikel 5, eerste lid onder a tot en met c genoemde hoedanigheden. 2. Inschrijving voor een dag- of standwerkerplaats geschiedt op een daartoe gedane aanvraag onder gebruikmaking van het door het college vastgestelde inschrijvingsformulier. 3. Inschrijving voor een vaste standplaats of dagplaats geschiedt per markt, per markdag en per branche. 4. Voor inschrijving in het register dient men: a. een handelingsbekwaam natuurlijk persoon te zijn; b. te beschikken over een vaste woon- of verblijfplaats; c. rechtmatig verblijf te hebben in Nederland; d. te voldoen aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie; e. de afgelopen vier jaar niet te zijn doorgehaald op basis van artikel 12, aanhef onder f. 5. Voor inschrijving in het register dient men te overleggen: a. een verklaring omtrent het gedrag, die niet ouder is dan drie maanden, afgegeven volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens; b. een geldig bewijs van registratie bij het Centraal Registratiekantoor van het Hoofd Bedrijfschap Detailhandel; c. het nummer waaronder men in het handelsregister is ingeschreven; d. een geldig identiteitsbewijs; e. een document waaruit de geldige verblijfstitel in Nederland blijkt, indien de aanvrager niet de Nederlandse nationaliteit bezit; f. indien men buiten Nederland verblijft, een afschrift van een document waaruit blijkt dat men een vaste woon- of verblijfplaats heeft; g. een recente pasfoto. 6. De ingeschrevene is verplicht om elke vier jaar een verklaring omtrent het gedrag volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens te overleggen. 7. De ingeschrevene is verplicht om wijzigingen in de navolgende gegevens terstond schriftelijk door te geven: a. de naam en voornamen, het adres en de woonplaats; b. een geldig nummer van de inschrijving in het handelsregister en de met de inschrijving in het handelsregister overeenkomende bedrijfsnaam. 8. Het college kan het verlenen van marktvergunningen en/of het inschrijven in het marktregister tijdelijk opschorten. 9. Als bewijs van inschrijving in het marktregister ontvangt de ingeschrevene een marktpas. Artikel 7 Marktvergunning 1. Het is verboden zonder marktvergunning een standplaats dan wel een andere dan de hem vergunde standplaats in te nemen of te doen innemen. Raadsvoorstellen

8 2. De marktvergunning geldt per markt(en) en marktdag(en), de branche(s) en de termijn, waarvoor deze is verleend. Marktvergunningen voor vaste standplaatsen kunnen gelden voor onbepaalde tijd. 3. De vergunninghouder is verantwoordelijk voor de standplaats waarvoor de marktvergunning is verleend. 4. De vergunninghouder van een vaste standplaats is er voor verantwoordelijk dat de natuurlijke persoon die voor hem de verkoop doet: a. beschikt over de verklaring omtrent het gedrag, die niet ouder is dan vier jaar, afgegeven volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens; b. voldoet aan alle eisen die aan de vergunninghouder worden gesteld; c. alle verplichtingen nakomt die bij of krachtens de verordening aan de vergunninghouder zijn opgelegd; d. de verkoophandelingen verricht voor rekening en risico van de vergunninghouder. 5. Alle handelingen van de natuurlijk persoon, die namens de vergunninghouder van een vaste standplaats de verkoop doet, worden aan de vergunninghouder toegerekend. 6. De vergunninghouder van een dagplaats en van een standwerkerplaats moet zijn standplaats persoonlijk innemen. 7. De volgende gegevens worden in ieder geval in de marktvergunning vermeld: naam, adres, woonplaats en Burger Service Nummer van de vergunninghouder, markt, marktdag, branche en standplaats. Artikel 8 Ontheffingen Het is verboden zonder ontheffing van het college op het markterrein verkoophandelingen te verrichten buiten de als zodanig ingerichte standplaatsen. Artikel 9 Voorschriften en beperkingen Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende marktvergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de marktvergunning of ontheffing is verleend. Degene aan wie krachtens deze verordening een marktvergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen. Hoofdstuk III Overige verboden en geboden Artikel 10 Aanbrengen wijzigingen Het is verboden wijzigingen aan te brengen aan het marktterrein of zelf voorzieningen, van welke aard dan ook, te treffen. Artikel 11 Gebruik voorzieningen 1. Op de standplaatsen dient de vergunninghouder gebruik te maken van de door of namens het college aangebrachte voorzieningen. 2. De vergunninghouder, die een kraam als bedoeld in artikel 3, aanhef en onder e, moet gebruiken, is verplicht deze, eventueel met toebehoren, te huren van de voorgeschreven kramenexploitant(en). 3. Het college kan in afwijking van het gestelde in het eerste en tweede lid voor het gebruik van eigen voorzieningen ontheffing verlenen. 4. De vergunninghouder is verplicht de nutsvoorzieningen te betrekken van de door het college voor het leveren daarvan voorgeschreven exploitant. Hoofdstuk IV Handhaving Artikel 12 Doorhalen inschrijving marktregister De inschrijving in het marktregister wordt doorgehaald: a. op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene; b. indien de ingeschrevene voor een dag- of standwerkerplaats verzuimd heeft uiterlijk voor 1 januari van elk jaar een verzoek om verlenging van de inschrijving te doen of de hiervoor vereiste leges niet heeft voldaan; c. indien de ingeschrevene niet of niet meer voldoet aan één van de vereisten als bedoeld in artikel 6, vierde en vijfde, onder a tot en met f; d. indien de ingeschrevene niet voldoet aan de verplichtingen in artikel 6, zesde en zevende lid; e. bij overlijden van de ingeschrevene; Raadsvoorstellen

9 f. indien de ingeschrevene tevens vergunninghouder was en zijn marktvergunning is ingetrokken wegens overtreding van de bij of krachtens deze verordening vastgestelde voorschriften; g. de ingeschrevene bij inschrijving onjuiste dan wel onvolledige gegevens heeft verstrekt. Artikel 13 Intrekking en schorsing marktvergunning en ontheffing 1. Het college trekt een marktvergunning of ontheffing in: a. op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder; b. indien de vergunninghouder niet meer aan de bij of krachtens deze verordening gestelde vereisten voldoet; c. indien de vergunninghouder ter verkrijging van de marktvergunning onjuiste dan wel onvolledige gegevens heeft verstrekt; d. indien de inschrijving in het handelsregister op verzoek van de vergunninghouder is beëindigd; e. bij overlijden van de vergunninghouder; f. indien de vergunninghouder handelt in strijd met voorschriften van de Vreemdelingenwet 2000 of de Wet arbeid vreemdelingen; g. indien de vergunninghouder niet handelt voor eigen rekening en risico. h. indien de natuurlijk persoon die namens de vergunninghouder op de standplaats verkoophandelingen verricht deze niet voor rekening en risico van de vergunninghouder verricht. 2. Het college kan een marktvergunning of ontheffing intrekken dan wel schorsen, indien de vergunninghouder: a. failliet is verklaard; b. handelt in strijd met hetgeen bij of krachtens deze verordening is bepaald; c. zich op een markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; d. handelingen heeft verricht die het ordelijk verloop in ernstige mate verstoren; e. een toezichthouder belemmert in het uitoefenen van zijn functie; f. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet; g. handelt in strijd met voorschriften van de warenwetgeving, de auteurs- en octrooiwetgeving. Artikel 14 Onmiddellijke ontruiming standplaats 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 13 gelast het college de vergunninghouder onmiddellijk de aan hem vergunde standplaats te ontruimen indien: a. de vergunninghouder de geldende marktpas niet kan tonen; b. de vergunninghouder handelt in strijd met de voor hem geldende branche; c. de vergunninghouder van een dagplaats of van een standwerkerplaats zijn standplaats niet persoonlijk inneemt; d. de standwerker aan wie een standwerkerplaats is vergund niet aan het standwerken is. 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 13 kan het college een vergunninghouder gelasten onmiddellijk de aan hem vergunde standplaats te ontruimen indien hij het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt en hierdoor het ordelijk verloop van de markt wordt verstoord of dreigt te worden verstoord. Hoofdstuk V Overgang- en slotbepalingen Artikel 15 Overgangsbepaling Beschikkingen die bij of krachtens de Marktverordening gemeente Den Haag 2004 zijn genomen, worden geacht te zijn genomen op basis van deze verordening, behoudens het bepaalde in de artikelen 16, 17, 18 en 19. Artikel 16 Omzetting marktvergunningen vaste standplaatshouders Herman Costerstraat 1. De marktvergunningen voor vaste standplaatshouders voor de markt aan de Herman Costerstraat die op basis van de Marktverordening gemeente Den Haag 2004 zijn verleend, vervallen op 1 januari De marktvergunningen als bedoeld in het eerste lid worden door het college omgezet naar een marktvergunning als bedoeld in artikel 7, met behoud van anciënniteit en de reeds toegewezen vaste standplaats, mits voldaan wordt aan het gestelde in het derde lid. 3. De houder van een marktvergunning als bedoeld in het eerste lid dient voor 1 oktober 2012 schriftelijk zijn keuze kenbaar te maken voor een branche, die is opgenomen in de branchelijst zoals vastgesteld op basis van artikel 3 onder f, waarvoor de marktvergunning als bedoeld in Raadsvoorstellen

10 artikel 7 vanaf 1 januari 2013 dient te gelden. Bij het kenbaar maken van de keuze dient gebruik te worden gemaakt van een daartoe door het college vastgesteld formulier. Bij de indiening van het formulier legt de marktvergunninghouder een verklaring omtrent het gedrag over, die niet ouder is dan drie maanden, afgegeven volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens. Voor de Hoofdbranche Zeebanket als bedoeld in het Branchebesluit Markten Den Haag 2012 kunnen alleen marktvergunninghouders als bedoeld in het eerste lid kiezen, die vergunning hebben voor de afdeling Vis. Voor de subbranches 6.2. tot en met 6.5. (Snacken) als bedoeld in het Branchebesluit Markten Den Haag 2012 kunnen alleen marktvergunninghouders als bedoeld in het eerste lid kiezen, die feitelijk op 2 juli 2012 een soort of assortiment van waren of goederen verhandelen die onder deze subbranches vallen. Artikel 17 Omzetting marktvergunningen vaste standplaatshouders overige markten 1. De marktvergunningen voor vaste standplaatshouders voor de markten, niet zijnde de markt aan de Herman Costerstraat, die op basis van de Marktverordening gemeente Den Haag 2004 zijn verleend, vervallen op 1 januari De marktvergunningen bedoeld in het eerste lid worden door het college omgezet naar een marktvergunning als bedoeld in artikel 7, met behoud van anciënniteit en de reeds toegewezen vaste standplaats, en onder omzetting naar de branche die het meest verwant is aan en de voortzetting betekent van de vergunde branche, mits voldaan wordt aan het gestelde in het derde lid. 3. De houder van een marktvergunning als bedoeld in het eerste lid dient voor 1 oktober 2012 schriftelijk kenbaar te maken dat hij ook na 1 januari 2013 in aanmerking wenst te komen voor een marktvergunning. De houder dient hiertoe gebruik te maken van een daartoe door het college vastgesteld formulier. Bij de indiening van het formulier legt de marktvergunninghouder een verklaring omtrent het gedrag over, die niet ouder is dan drie maanden, afgegeven volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens. Artikel 18 Omzetting marktvergunningen voor meelopers Herman Costerstraat 1. De marktvergunningen voor meelopers voor de markt aan de Herman Costerstraat die op basis van de Marktverordening gemeente Den Haag 2004 zijn verleend, vervallen op 1 januari De vergunningen bedoeld in het eerste lid worden door het college ambtshalve omgezet naar een inschrijving voor een dagplaats als bedoeld in artikel 5, eerste lid onder b en derde lid, met behoud van anciënniteit, mits voldaan wordt aan het gestelde in het derde lid. 3. De houder van een marktvergunning als bedoeld in het eerste lid dient voor 1 oktober 2012 schriftelijk zijn keuze kenbaar te maken voor een branche, die is opgenomen in de branchelijst zoals vastgesteld op basis van artikel 3 onder f, waarvoor de inschrijving als bedoeld in artikel 5, derde lid, vanaf 1 januari 2013 dient te gelden. Bij het kenbaar maken van de keuze dient gebruik te worden gemaakt van een daartoe door het college vastgesteld formulier. Bij de indiening van het formulier legt de marktvergunninghouder een verklaring omtrent het gedrag over, die niet ouder is dan drie maanden, afgegeven volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens. Artikel 19 Omzetting standwerkersvergunningen voor standwerkers 1. De standwerkersvergunningen voor standwerkers die op basis van de Marktverordening gemeente Den Haag 2004 zijn verleend, vervallen op 1 januari De vergunningen bedoeld in het eerste lid worden door het college ambtshalve omgezet naar een inschrijving voor een standwerkerplaats als bedoeld in artikel 5, eerste lid onder c en derde lid, mits voldaan wordt aan het gestelde in het derde lid. 3. De houder van een standwerkersvergunning als bedoeld in het eerste lid dient voor 1 oktober 2012 een verklaring omtrent het gedrag te overleggen, die niet ouder is dan drie maanden, afgegeven volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens. Artikel 20 Toezichthouders Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast het hoofd van de afdeling Markten, de marktmeesters en de overige bij besluit van het college aangewezen personen. Artikel 21 Strafbepaling Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak. Raadsvoorstellen

11 Artikel 22 Intrekking oude regeling De Marktverordening gemeente Den Haag 2004 wordt ingetrokken op 1 januari Artikel 23 Inwerkingtreding 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari In afwijking van het eerste lid treden de artikelen 16, 17, 18 en 19 op 1 juli 2012 in werking. 3. Artikel 16, tweede en derde lid, artikel 17, tweede en derde lid, artikel 18, tweede en derde lid, en artikel 19, tweede en derde lid, vervallen op 1 januari In afwijking van het eerste lid treden artikel 3, eerste lid, aanhef en onder f en g, en artikel 3, tweede lid, op 1 juli 2012 in werking. Artikel 24 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening Den Haag Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 7 juni De griffier. De voorzitter. Raadsvoorstellen