Probleemgedrag, emoties en leerkrachtstress. de beproeving van een dagboekinstrument voor het meten van dagelijkse emoties bij leerkrachten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Probleemgedrag, emoties en leerkrachtstress. de beproeving van een dagboekinstrument voor het meten van dagelijkse emoties bij leerkrachten"

Transcriptie

1 Probleemgedrag, emoties en leerkrachtstress de beproeving van een dagboekinstrument voor het meten van dagelijkse emoties bij leerkrachten Masterscriptie Orthopedagogiek Universiteit van Amsterdam Faculteit der pedagogische en onderwijskundige wetenschappen Karlijn Groot Begeleid door: dr. H.M.Y. Koomen Tweede beoordelaar: dr. F. C. Jellesma Augustus 2012

2 Problem behavior, emotion and teacher stress testing a diary instrument for measuring daily emotions in teachers Masterscriptie Orthopedagogiek Universiteit van Amsterdam Faculteit der pedagogische en onderwijskundige wetenschappen Karlijn Groot Begeleid door: dr. H.M.Y. Koomen Tweede beoordelaar: dr. F. C. Jellesma Augustus

3 Abstract This paper evaluates an instrument developed to measure daily emotions in teachers in relation to concrete behaviour of individual students. In addition, this paper examines how students problem behaviour influences daily emotions in teachers and the role of the quality of the teacher-student relationship in this relation (mediation and moderation). Finally, this paper examines how daily emotions in teachers influence teacher stress in relation to individual children and their more general workload and work stress. Participants were 13 teachers from regular primary schools. Teachers divided the children in their classroom in three categories based on the degree of problem behaviour (low, middle or high). From each category one child was randomly selected for participation in this research. Teachers completed the Strengths and Difficulties Questionnaire, the Student Teacher Relationship Scale and the Index of Teaching Stress for individual children (n = 39). Teachers also completed a general workload and work stress questionnaire. After that teachers reported their emotions related to student behaviour in a computer diary on four occasions over a period of five weeks. At the end of the diary period teachers once more completed the Index of Teaching Stress for all children and the workload and work stress questionnaire. The diary of teacher emotions that was developed for this paper appeared to be a reliable instrument for measuring discrete emotions in daily life of teachers. Results also supported the validity of the diary. As expected, results showed that problem behaviour in children resulted in high negative and low positive emotions amongst teachers. The research didn t support the mediating nor moderating role of the quality of the teacher-student relationship in this association. Emotions were found to influence teacher stress in relation to individual students. Negative emotions predicted the increase in teacher stress during a 5 week period. No relations with more general workload and work stress were found. Concluding, emotions in teachers can be measured in a reliable and valid way by using the diary of teacher emotions. The quality of the teacher-student relationship does not influence the established relation between student behaviour and teacher emotions. Key words: Teacher emotions, emotion diary, student behaviour, teacher-student relationship quality, teacher stress 2

4 Inhoudsopgave Abstract... 2 Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 4 Het transactionele model van stress en coping... 6 Emoties, stress en welbevinden... 8 Emoties meten... 8 Vraagstellingen en hypothesen Methode Werving en selectie Participanten Procedure Meetinstrumenten SDQ Strengths and Difficulties Questionnaire LLRV Leerkracht-leerling Relatie Vragenlijst ITS Index of Teaching Stress Vragenlijst voor welbevinden leerkrachten Dagboek Emoties Leerkracht Ontbrekende waarden Analyses Resultaten Voorbereidende analyses Gedragsverschillen tussen de probleemcategorieën Scoren gebeurtenissen dagboek: overeenstemming tussen beoordelaars Principale componenten analyse gevoelens van Dagboek Emoties Leerkracht Toetsing van de hoofdvragen Descriptieve gegevens Vraagstelling Vraagstelling Vraagstelling Vraagstelling Discussie Kwaliteit van het dagboek emoties leerkracht (vraagstelling 1) Percepties van leerling-gedrag en emoties bij de leerkracht (vraagstelling 2) De kwaliteit van de leerkracht-leerlingrelatie als mediator en moderator (vraagstelling 3).. 51 De invloed van emoties op stress (vraagstelling 4) Verschillen tussen de meetmomenten Beperkingen en aanbevelingen voor vervolgonderzoek Conclusies Bronvermelding Bijlagen Bijlage 1: Formulier indeling leerlingen in categorieën Bijlage 2: the Strengths and Difficulties Questionnaire Bijlage 3: The Index of Teaching Stress Bijlage 4: de Leerkracht Leerling Relatie Vragenlijst Bijlage 5: de Vragenlijst voor werkstress en werklast Bijlage 6: Voorbeeld schema s Bijlage 7: het Dagboek Emoties Leerkracht Bijlage 8: Door de leerkrachten beschreven gebeurtenissen Bijlage 9: Beschrijvende statistiek per probleemcategorie Bijlage 10: Gemiddelde emoties per probleemcategorie per meetmoment

5 Inleiding Het individuele welzijn van leerkrachten wordt steeds meer gezien als een belangrijk onderwerp voor wetenschappelijk onderzoek. Er blijkt een toename in stress onderleerkrachten te zijn die volgens Karsten, Koning en van Schooten (2005) een bedreiging vormt voor de kwaliteit van het onderwijs. Leerkrachten zijn belangrijke volwassenen in het leven van kinderen. Kinderen en leerkrachten brengen dagelijks veel tijd met elkaar door. Onderzoek heeft dan ook aangetoond dat het welzijn van leerkrachten de academische prestaties, leermotivatie en het sociaal emotioneel welbevinden van kinderen kan beïnvloeden (Pakarinen et al. 2010). Stress bij leerkrachten kan een negatieve invloed hebben op het contact tussen leerkrachten en leerlingen (Kyriacou, 2001). Johnson et al. (2005) deden een onderzoek naar het welzijn van werknemers binnen een groot aantal beroepsgroepen. Het beroep van leerkracht komt in dit onderzoek naar voren als één van de meest stressvolle beroepen. Leerkrachten scoren laag op fysieke gezondheid, psychologisch welbevinden en werksatisfactie. Ook vergeleken met ander onderwijspersoneel, zoals directeuren en onderwijsassistenten scoren leerkrachten relatief laag op deze drie dimensies (Johnson et al., 2005). Verschillende onderzoeken hebben dan ook aangetoond dat er een hoge prevalentie van burn-out bestaat onder leerkrachten (o.a. Chang, 2009; Hakanen, Bakker, & Schaufeli, 2006; Maslach, Schaufeli, & Leiter, 2001). Burn-out is een signaal van langdurige stress die ervaren wordt tijdens de beroepsbeoefening. Over het algemeen wordt emotionele uitputting beschreven als de meest centrale component van burn-out (Johnson et al., 2005; Maslach et al., 2001). De oorzaken van de stress die leerkrachten ervaren en die uiteindelijk kunnen leiden tot burn-out, zijn voor een deel te vinden in de werkdruk (job demands) die relatief hoog is binnen het beroep van de leerkracht. Hakanen et al. (2006) vonden een sterk verband tussen de ervaren werkdruk en burn-out. Deze werkdruk blijkt voor leerkrachten dan ook hoger te zijn dan voor onderwijsassistenten. Leerkrachten hebben veel papierwerk en moeten zich voorbereiden op de lessen (Johnson et al., 2005). Een andere belangrijke bron van stress bij leerkrachten kan volgens Johnson et al. (2005) en Chang (2009) gevonden worden in het hoge niveau van emotional labor ofwel emotionele arbeid dat leerkrachten moeten leveren. Emotionele arbeid komt voor in beroepen waarbij interacties met anderen vereisen dat bepaalde emoties bewust onderdrukt worden en andere emoties geuit worden. Emotionele arbeid is een vorm van emotieregulatie. Wanneer een leerkracht bijvoorbeeld gefrustreerd raakt als een kind iets niet begrijpt, probeert hij/zij deze frustratie te onderdrukken en het kind juist positief te stimuleren. Emotionele arbeid kan veel energie kosten, zoals bijvoorbeeld het kalm en vriendelijk blijven wanneer een kind zich misdraagt (o.a. Hargreaves, 2000). Emotionele arbeid blijkt gerelateerd te zijn aan stress en burn-out (Chang, 2009; Johnson et al., 2005). Leerkrachten hebben elke dag veel 4

6 intensief contact hebben met kinderen, meer dan directeuren, en leveren hierbij een hoog niveau van emotionele arbeid. Hoe meer uren leerkrachten voor de klas staan, en hoe meer contact met kinderen zij dus hebben, hoe hoger het niveau van stress blijkt te zijn (Karsten et al., 2005). Het contact met leerlingen kan dus een belangrijke bron van stress zijn. Lastig gedrag van kinderen blijkt dan ook stress op te leveren bij leerkrachten (Abidin & Robinson, 2002). Tsouloupas, Carson, Matthews, Grawitch en Barber (2010) toonden in hun onderzoek aan dat de percepties die leerkrachten hebben van wangedrag van kinderen in verband gebracht kunnen worden met emotionele uitputting bij de leerkracht, het belangrijkste kenmerk van burn-out. Ook Hastings en Bham (2003) vonden verbanden tussen het gedrag van kinderen en dimensies van burn-out, waarbij vooral een gebrek aan respect van de leerlingen verband hield met emotionele uitputting bij de leerkracht. In de meeste onderzoeken waarin het gedrag van kinderen in verband wordt gebracht met de stress of het welbevinden van de leerkracht, wordt het gedrag van kinderen op groepsniveau gemeten. Tsouloupas et al. (2010) lieten leerkrachten bijvoorbeeld vragen beantwoorden over hoe vaak zij in hun klas te maken hadden met negatieve interacties of discipline problemen. Vervolgens legden zij deze gegevens in verband met kenmerken van burn-out. Hastings en Bham (2003) lieten leerkrachten een vragenlijst invullen over gedragspatronen in de klas en legden vervolgens verbanden met scores op een vragenlijst over burn-out. Tot nu toe heeft weinig onderzoek de relatie gelegd tussen het gedrag van individuele kinderen en stress en burn-out bij de leerkracht (Spilt, Koomen, & Thijs, 2011). Het lijkt echter belangrijk om juist deze verbanden te onderzoeken. De percepties van het gedrag van kinderen verschillen per leerkracht. Vergelijkbaar probleemgedrag bij het kind blijkt bij verschillende leerkrachten tot een verschillende mate van stress te kunnen leiden (Abidin & Robinson, 2002; Greene, Abidin, & Kmetz, 1997). In het artikel van Spilt, Koomen en Thijs (2011) wordt een conceptueel model (zie Figuur 1) gepresenteerd waarin de manier waarop het gedrag van individuele kinderen effect heeft op het welbevinden van leerkrachten wordt uitgewerkt. Volgens dit model beïnvloeden de percepties die de leerkracht heeft van het gedrag van een kind het welbevinden van de leerkracht via de emoties die leerkrachten ervaren in dagelijkse situaties als reactie op dit gedrag. Daarnaast laat het model zien dat de kwaliteit van de leerkracht-leerlingrelatie het verband tussen het gedrag van het kind en de emoties die de leerkracht ervaart zou kunnen mediëren of modereren. 5

7 MR of relationships Teacherstudent interactions Perceptions of student behavior Emotions Wellbeing Stable teacher characteristics Figuur1 : Note 1: MR = mental representations, Note 2: Subjective appraisal process between brackets, Note 3: Reciprocal effects between variables are present but not depicted (except for the link between wellbeing and teacher-student interactions) as the theoretical model implies causality, Note 4: The dotted (orange) lines represent a mediational model; an alternative possibility is moderation represented by the dashed (green) lines Bron: Spilt et al.,2011: Teacher Wellbeing: The Importance of Teacher-Student Relationships Het transactionele model van stress en coping Het model van Spilt et al. (2011) bouwt voort op het transactionele model voor stress en coping van Lazarus (1991). Dit transactionele model verklaart de mogelijke effecten van externe stressoren op het welbevinden via het ervaren van dagelijkse emoties (Spilt et al., 2011). Lazarus en Folkman (1987) stellen dat een gebeurtenis via cognitieve appraisal tot affect of emoties leidt en zo uiteindelijk het welbevinden van een persoon beïnvloedt. Onder cognitieve appraisal wordt de persoonlijke evaluatie van de betekenis van een gebeurtenis verstaan. Er zijn twee stappen te onderscheiden. Allereerst wordt bij primaire appraisal bepaald in hoeverre een specifieke gebeurtenis een bedreiging vormt voor het welbevinden van de persoon in kwestie en in hoeverre het in strijd is met een doel dat die persoon probeert te bereiken. Vervolgens wordt bij secundaire appraisal bepaald in hoeverre de persoon over mogelijkheden denkt te beschikken om iets te doen aan deze bedreiging. Afhankelijk van het belang van het doel dat bedreigd wordt en de uitkomst van het appraisal proces varieert de intensiteit van de emoties die ervaren worden (Lazarus & Folkman, 1987). 6

8 Uit onderzoeken zoals eerder aangehaald blijkt dat het gedrag van kinderen een belangrijke bron van stress kan zijn voor leerkrachten. Volgens het model van Lazarus zou dit betekenen dat leerkrachten het gedrag van kinderen als bedreiging voor hun welbevinden zien en dat het een belangrijk doel van de leerkracht bedreigt. Dit roept negatieve emoties op bij leerkrachten. Een positieve leerkracht-leerlingrelatie wordt in onderzoek benoemd als een belangrijk doel dat leerkrachten tijdens hun werk proberen te bereiken en een reden om hun beroep uit te blijven oefenen (Hargreaves, 1998; O Conner, 2008). Hargreaves (2000) nam interviews af bij leerkrachten waaruit bleek dat leerkrachten veel voldoening halen uit positieve relaties met de kinderen in hun klas. Er blijken dan ook verbanden te zijn tussen het aantal kinderen waarmee de leerkracht een negatieve relatie heeft en de mate van stress die de leerkracht ervaart (Yoon, 2002). In onderzoek is herhaaldelijk aangetoond dat het gedrag van kinderen een van de belangrijkste beïnvloedende factoren is van de kwaliteit van de leerkracht-leerlingrelatie (o.a. Birch & Ladd, 1998; Thijs & Koomen, 2009). De leerkracht-leerlingrelatie komt tot stand via de alledaagse interacties tussen het kind en de leerkracht. Het gaat daarbij om zowel de instructieve interacties als alle andere vormen van interacties die het kind en de leerkracht met elkaar hebben. De aard van deze interacties en de eigenschappen van het kind en de leerkracht bepalen de kwaliteit van de relatie die tot stand komt (Pianta, Hamre, & Stuhlman, 2003). Leerkrachten rapporteren minder nabijheid, meer afhankelijkheid en meer conflict in hun relaties met teruggetrokken en hyperactieve kinderen in vergelijking met de relaties die zij hebben met meer gemiddelde kinderen. Het blijkt dat vooral de percepties van de leerkracht met betrekking tot het gedrag van het kind de relatie beïnvloeden. De appraisals van het gedrag spelen een belangrijke rol in de gerapporteerde relatiekwaliteit (Thijs & Koomen, 2009). Spilt et al. (2011) stellen in hun model (zie figuur 1.) dan ook dat het gedrag van kinderen het welbevinden van de leerkracht beïnvloedt via de kwaliteit van de leerkracht-leerlingrelatie. Volgens Spilt et al. (2011) zou dit op twee manieren kunnen gebeuren. Het kan zijn dat de kwaliteit van de relatie als mediator optreedt en het verband tussen de percepties van gedrag en emoties en stress verklaard. Dit zou betekenen dat de percepties die de leerkracht heeft van het probleemgedrag van het kind de kwaliteit van de leerkracht-leerlingrelatie beïnvloeden. De kwaliteit van deze relatie beïnvloedt vervolgens de emoties en stress die leerkracht dagelijks ervaart in het contact met het kind. Het is niet het gedrag van het kind maar de mate waarin het gedrag een bedreiging vormt voor de kwaliteit van de leerkracht-leerlingrelatie die stress veroorzaakt bij de leerkracht (Spilt et al., 2011). Onderzoek van Koomen en Spilt (2011) (in Spilt et al. (2011)) heeft aangetoond dat het effect van probleemgedrag van kinderen op stress bij leerkrachten inderdaad gemedieerd wordt door conflict in de leerkracht-leerlingrelatie. Het kan ook zijn dat de kwaliteit van de relatie in dit verband als moderator fungeert. Wanneer dat het geval is zou de kwaliteit van de leerkracht-leerlingrelatie 7

9 het effect van probleemgedrag van het kind op de emoties en stress van de leerkracht (mede) bepalen. De kwaliteit van de leerkracht-leerlingrelatie vormt dan mogelijk een soort lens waardoor het probleemgedrag van het kind door de leerkracht wordt geïnterpreteerd en stress veroorzaakt. Emoties, stress en welbevinden Het transactionele model van stress en coping stelt dat emoties ervaren worden wanneer een persoon iets meemaakt dat zijn/haar welbevinden zou kunnen beïnvloeden. Het ervaren van negatieve emoties zou het welbevinden negatief beïnvloeden. Onderzoek heeft inderdaad aangetoond dat er verbanden zijn tussen emoties en stress. Langdurige of intense stress heeft een negatieve invloed op het mentale en fysieke welbevinden (o.a. Johnson et al., 2005 en Kyriacou, 2001). Kyriacou (2001) definieert stress bij de leerkracht als het ervaren van negatieve emoties als boosheid, angst, spanning of depressie als gevolg van een aan het werk gerelateerd aspect. Ook zijn verbanden aangetoond tussen het herhaaldelijk ervaren van negatieve emoties en het ontstaan van burn-out (o.a. Lazarus & Folkman, 1987; Kyriacou, 2001). Lazarus (1999) geeft aan dat stress en emoties inderdaad nauw met elkaar verbonden zijn. Stress wordt door Lazarus (1999) echter niet gedefinieerd als het ervaren van emoties. Stress bestaat in verschillende vormen en maten, maar over het algemeen wordt stress gedefinieerd een reactie op problemen in het omgaan met gebeurtenissen in het dagelijks leven. De emoties die daarbij ervaren worden geven vervolgens meer gedetailleerde informatie over deze problemen (Lazarus, 1999). In dit onderzoek wordt de definitie van stress van Lazarus (1999) als uitgangspunt gebruikt. Onderzoeken naar emoties worden meestal uitgevoerd met behulp van interviews of andere retrospectieve technieken. Hierdoor ligt de focus vooral op opvallende emoties die eruit springen en veel minder op de dagelijkse emoties die ervaren worden door leerkrachten. De emoties die leerkrachten dagelijks ervaren en die op die momenten belangrijk en intens kunnen zijn lijken op latere tijdstippen minder belangrijk en worden met retrospectieve technieken niet gerapporteerd (Sutton & Wheatley, 2003). Spilt et al. (2011) bepleiten dat het juist deze dagelijkse emoties zijn die een grote impact hebben op het welbevinden van leerkrachten en in mindere mate de emoties die ervaren worden bij major life events. Emoties meten Gebeurtenissen waarbij emoties betrokken zijn worden, ongeacht of het om positieve of negatieve emoties gaat, levendiger herinnerd dan meer neutrale gebeurtenissen. Er is een verband tussen de levendigheid van herinneringen en de sterkte van affect (Reisberg & Hertel, 2004). 8

10 Gebeurtenissen die gepaard gaan met extreme emoties worden levendiger herinnerd dan gebeurtenissen die neutraler van aard zijn. Deze levendigheid van de herinnering blijkt vaak niet samen te hangen met accuraatheid van de herinnering. Naast de inhoud van de gebeurtenis herinnert een persoon zich ook de intensiteit en het soort emotie. Ook deze herinnering blijkt niet altijd accuraat te zijn en in hoge mate reconstructief (Reisberd & Hertel, 2004; Thomas & Diener, 1990). Om vertekeningen die door het geheugen ontstaan te voorkomen kan gebruik gemaakt worden van onderzoeksprocedures waarbij data verzameld wordt op het moment dat een gebeurtenis zich voordoet (Bolger, Davis, & Rafaeli, 2003; Carson, Weiss & Templin, 2010). Met deze methoden kunnen de dagelijkse emoties gemeten worden die in verband worden gebracht met stress en burnout bij leerkrachten. Voorbeelden van dit soort procedures zijn Experience Sampling Method (ESM) en Ecological Momentay Assessment (EMA). Bij ESM en EMA wordt gebruik gemaakt van vaste of random tijdsintervallen waarop participanten hun gevoelens rapporteren. Onderzoekers geven hun participanten bijvoorbeeld elektronische apparaten die aangeven wanneer gevoelens gerapporteerd dienen te worden. Andere onderzoeken laten participanten hun gevoelens rapporteren wanneer een bepaalde situatie zich voordoet. Veel onderzoekers gebruiken een formulier of dagboek waarin de emoties gerapporteerd kunnen worden. Dit kan digitaal gebeuren of op papier (o.a. Duncan & Grazzani-Gavazzi, 2004; Nezlek, Vansteelandt, van Mechelen & Kuppens, 2008; Sutton & Wheatley, 2003). Zo lieten Duncan en Grazzani-Gavazzi (2004) studenten tien keer een dagboek invullen over een periode van twee weken. Het dagboek bestond uit een korte beschrijving van een situatie en de emoties die daarbij ervaren waren. Ook werd nadere informatie over de situatie hoorde gerapporteerd. De participanten vulden het dagboek in wanneer zij een positieve ervaring hadden in hun dagelijks leven. Nezlek, Vansteelandt, van Mechelen en Kuppens (2008) maakten gebruik van EMA en gaven hun participanten een horloge dat op verschillende momenten een piepje gaf wanneer zij vooraf vastgelegde emoties moesten rapporteren op een elf-puntsschaal. Dit samen met een aantal interpretaties (zoals: ik voel me bedreigd, ik geef mezelf de schuld etc.) van de situatie ten tijde van het piepje. In dit scriptieonderzoek wordt een variant op de dagboekmethode van Duncan en Grazzani-Gavazzi (2004) gebruikt. In de methode zal dit instrument nader besproken worden. 9

11 Vraagstellingen en hypothesen Uit de literatuur blijkt dat werkgerelateerde stress bij leerkrachten bijdraagt aan het ontstaan van burn-out. Stress en burn-out bij leerkrachten blijken de kwaliteit van het onderwijs en het welbevinden van kinderen te beïnvloeden. Probleemgedrag van kinderen zou volgens onderzoek een belangrijke invloed hebben op de stress en het welzijn van leerkrachten. Daarnaast lijken dagelijkse emoties een grote rol kunnen spelen in het ontstaan van stress en burn-out. Het is daarom van belang voor het welzijn van kinderen, het welzijn van leerkrachten, en de kwaliteit van onderwijs om onderzoek te doen naar emoties, stress en het welbevinden van leerkrachten in relatie tot het gedrag van kinderen. Het model van Spilt et al. (2011) (zie Figuur 1) geeft aan hoe de bovenstaande aspecten met elkaar in verband zouden kunnen staan. Er is tot op heden weinig empirisch onderzoek gedaan naar de verbanden tussen de verschillende elementen van het model. Ook heeft tot nu toe weinig onderzoek zich gericht op het meten van alledaagse emoties in relatie tot stress en welbevinden van leerkrachten. In dit onderzoek worden de verbanden tussen de elementen in het model van Spilt et al. (2011) voor het eerst bij een kleine steekproef leerkrachten onderzocht. Onderzocht wordt of er verbanden zijn tussen het gedrag van kinderen en positieve en negatieve emoties bij leerkrachten, of en op welke manier de kwaliteit van de leerkracht-leerlingrelatie dit verband beïnvloedt en of er verbanden zijn tussen positieve en negatieve emoties en de mate van stress en welbevinden bij leerkrachten. Om deze verbanden te kunnen onderzoeken wordt een instrument ontwikkeld en beproefd waarmee de alledaagse positieve en negatieve emoties bij leerkrachten gemeten kunnen worden. Het onderzoek omvat een eerste beproeving van het ontwikkelde instrument en het model van Spilt et al. (2011) en is om die reden in hoge mate exploratief. Het onderzoek wordt uitgevoerd onder leerkrachten en leerlingen van groep 3 tot en met 8 uit het regulier basisonderwijs. Vraagstelling 1: Is het Dagboek Leerkracht Emoties een betrouwbaar en valide instrument? Hoe geschikt is het instrument voor het meten van emoties van leerkrachten tijdens alledaagse gebeurtenissen met een leerling? Betrouwbaarheid 1. Zijn de positieve en negatieve emotieschalen intern consistent? 2. In hoeverre zijn de emoties van de leerkrachten stabiel over de vier meetmomenten (testhertest betrouwbaarheid)? Hypothese 1.2.1: De emoties die leerkrachten bij een kind rapporteren zijn stabiel over de meetmomenten. 10

12 Hypothese 1.2.2: De emoties die leerkrachten bij kind rapporteren zijn niet stabiel over de meetmomenten omdat de tijdstippen waarop en situaties waarover de emoties gerapporteerd worden sterk wisselen. Validiteit 3. Is er een verband tussen de door de leerkracht gerapporteerde emoties en de positieve/negatieve aard van de gebeurtenissen? Hypothese 1.3.1: Hoe negatiever de beschreven gebeurtenis, hoe sterker de negatieve en hoe minder sterk de positieve emoties die de leerkracht rapporteert. Hypothese 1.3.2: Hoe positiever de beschreven gebeurtenis, hoe lager de negatieve emoties en hoe hoger de positieve emoties gescoord worden. 4. Is er een verband tussen de door de leerkracht gerapporteerde emoties en de interactieve aard van de gebeurtenis (interactie met de leerkracht/geen interactie met de leerkracht) Hypothese 1.4.1: Wanneer de gebeurtenis een interactie tussen leerkracht en kind betreft, rapporteert de leerkracht sterkere emoties dan wanneer de gebeurtenis geen interactie met de leerkracht betreft. 5. Is er een verband tussen de door de leerkracht gerapporteerde emoties en de mate waarin de leerkracht het dagdeel waarin de gebeurtenis plaatsvond als negatief/positief beoordeeld? Hypothese 1.5.1: Hoe lager (negatiever) de dagdeel score hoe negatiever de gevoelens gescoord worden bij de gebeurtenis van dat dagdeel Vraagstelling 2 Hoe beïnvloeden de percepties die de leerkracht heeft van het gedrag van de leerling de emoties van de leerkracht? Hypothese 2.1: Hoe negatiever het gedrag van een kind hoe sterker de negatieve emoties en hoe minder sterk de positieve emoties van de leerkracht. Hypothese 2.2: Hoe positiever het gedrag van het kind, hoe sterker de positieve emoties en hoe zwakker de negatieve emoties die door de leerkracht gerapporteerde emoties positiever. Vraagstelling 3 Hoe beïnvloedt de perceptie die de leerkracht heeft van de kwaliteit van de leerkracht-leerlingrelatie het verband tussen leerling-gedrag en emoties bij de leerkracht? Hypothese 3.1: Het verband tussen het gedrag van kinderen en emoties bij de leerkracht wordt gemedieerd door de kwaliteit van de leerkracht-leerlingrelatie. De kwaliteit van de 11

13 leerkracht-leerlingrelatie verklaart het verband tussen gedrag van kinderen en emoties bij leerkrachten. Hypothese 3.2: De relatie tussen het gedrag van kinderen en de emoties bij de leerkracht wordt gemodereerd door de kwaliteit van de leerkracht-leerlingrelatie. Wanneer er sprake is van een gunstige (veel nabijheid, weinig conflict) relatie tussen een leerling en de leerkracht, zal het probleemgedrag van de leerling geen negatieve emoties bij de leerkracht oproepen. Wanneer er sprake is van een ongunstige (weinig nabijheid, veel conflict) relatie tussen leerling en leerkracht, zal probleemgedrag van de leerling wel negatieve emoties oproepen bij de leerkracht. De kwaliteit van de leerkracht-leerlingrelatie is de lens waardoor de leerkracht het gedrag van het kind interpreteert en treedt in dit verband op als beschermende-/risicofactor. Vraagstelling 4 In hoeverre beïnvloeden emoties die de leerkracht ervaart in interactie met een kind tijdens concrete alledaagse gebeurtenissen de stress van de leerkracht? Hypothese 4.1: Naarmate leerkrachten meer negatieve emoties ervaren rapporteren ze meer relatiestress en werkstress. Hypothese 4.2: Naarmate Leerkrachten meer positieve emoties ervaren rapporteren ze minder relatiestress en werkstress. 12

14 Methode Werving en selectie Voor dit onderzoek zijn zeventien scholen voor regulier basisonderwijs in de regio IJmond benaderd. Alle scholen vallen onder het bestuur van de stichting Openbaar Primair Onderwijs IJmond. De directies van de scholen ontvingen een brief waarna telefonisch contact met hen werd opgenomen. De directie heeft de leerkrachten van zijn/haar team vervolgens benaderd en doorgegeven welke leerkrachten mee wilden doen aan het onderzoek. Van de zeventien scholen hebben zes directeuren (35,3 %) ermee ingestemd deelname aan het onderzoek bij hun team onder de aandacht te brengen. Bij uiteindelijk vier scholen (23,5 %) waren leerkrachten via bemiddeling door de directie bereid deel te nemen aan het onderzoek. De leerlingen zijn geselecteerd op basis van een indeling die de leerkracht vooraf van de klas gemaakt heeft. De leerkracht heeft de klas ingedeeld in drie groepen op basis van het gedrag van de leerlingen (zie bijlage 1). In de eerste categorie plaatste de leerkracht de kinderen die volgens hem/haar regelmatig storend, ongewenst en/of regelovertredend gedrag vertonen. In de tweede categorie werden de kinderen ingedeeld die af en toe storend, ongewenst en/of regelovertredend gedrag vertonen. In de derde categorie deelde de leerkracht de kinderen in die zelden tot nooit storend, ongewenst en/of regelovertredend gedrag vertonen. Uit elk van deze drie categorieën is vervolgens random een leerling geselecteerd voor deelname aan het onderzoek. Voor de selectie van de leerlingen zijn de leerkrachten op alfabetische volgorde gezet met daaronder per categorie de leerlingen op alfabetische volgorde. Vervolgens is bij de eerste leerkracht uit de eerste categorie het eerste kind van boven geselecteerd. Voor de tweede leerkracht het tweede kind van boven. Voor de derde leerkracht het derde kind van boven etc. Er is geprobeerd enigszins op geslacht te selecteren door steeds om en om een jongen en een meisje te kiezen. Wanneer het aangewezen kind niet het goede geslacht had is het eerstvolgende kind van het juiste geslacht gekozen. Indien alle leerlingen in een groep van hetzelfde geslacht waren is een leerling van dat geslacht geselecteerd. Voor elk van de drie categorieën is deze selectieprocedure op dezelfde manier toegepast. Uit een pilot onder vier leerkrachten van groep 5 en 6 bleek dat de eerste categorie (de kinderen die volgens de leerkracht regelmatig storend, ongewenst, regelovertredend gedrag vertonen) meestal klein is en slechts uit enkele leerlingen bestaat. Terwijl de derde categorie (de kinderen die volgens de leerkracht zelden tot nooit storend, ongewenst, regelovertredend gedrag vertonen) juist het merendeel van de kinderen uit de klas bevat. Omdat het voor het onderzoek van belang is dat er verschillen zijn in gedrag tussen de leerlingen in de categorieën, is ervoor gekozen de leerkrachten niet te vragen drie gelijke groepen te maken. Op deze manier zijn er zeker verschillen in 13

15 gedrag tussen de deelnemende leerlingen te verwachten en kunnen de hypotheses het beste getoetst worden. In de eerste categorie bleken voornamelijk jongens geplaatst te worden en in de derde voornamelijk meisjes. Op basis van de pilot is uiteindelijk alleen de lay-out van het indelingsformulier aangepast. Twee van de vier leerkrachten die aan de pilot meegewerkt hebben waren later ook participanten in het onderzoek. De pilot heeft in een ander schooljaar plaats gehad dan het onderzoek zelf. in de pilot werd het dagboek zodoende niet voor dezelfde kinderden ingevuld als in het daadwerkelijke onderzoek. De leerkrachten deelden tussen de 6.25% en 25.00% (M= %, SD = 6.03) van de leerlingen uit de klas in in categorie 1, tussen de 8.00% en 42.31% (M = %, SD = 10.23) in categorie 2 en tussen de 42.31% en 80.77% (M = %; SD = 12.20) in categorie 3. Participanten Aan het onderzoek hebben 14 leerkrachten en 42 leerlingen deelgenomen. De leerkrachten zijn afkomstig van vier scholen voor regulier basisonderwijs in de regio IJmond. Van één school namen acht leerkrachten deel aan het onderzoek, van een andere school vier en van beide overige scholen nam één leerkracht deel aan het onderzoek. De deelname aan het onderzoek was vrijwillig waardoor het aantal deelnemende leerkrachten per school wisselend is. Eén leerkracht is voor de analyses verwijderd uit de onderzoeksgroep omdat zij niet op alle meetmomenten zelf in staat is geweest de gevraagde gegeven in te vullen. Omdat zij het invullen op deze momenten heeft uitbesteed aan een klassenassistent, zijn de gegevens ongeschikt voor analyse in dit onderzoek. Van een andere leerkracht missen wegens ziekte de gegevens van de laatste meetmomenten. Deze leerkracht is in het grootste deel van de analyses wel betrokken. De uiteindelijke onderzoeksgroep bestond uit 13 leerkrachten en 39 leerlingen. Onder de leerkrachten zijn twee mannen (15.4%) en elf vrouwen (84.6%). Op de deelnemende scholen is 11,6% van de leerkrachten man en 88,4% vrouw. Alle leerkrachten zijn Nederlands. De leerkrachten hebben een leeftijd tussen de en jaar (M = jaar; SD = 11.61). Gemiddeld hebben de leerkrachten jaar onderwijservaring (SD = 10.16). De leerkrachten zijn verdeeld over de groepen 3 tot en met 8. Aan het onderzoek deden drie leerkrachten van groep 3 (23.1%), één leerkracht van groep 5 (7.7%), twee leerkrachten van groep 6 (15.4%), drie leerkrachten van groep 7 (23.1%) en vier leerkrachten van groep 8 (30.8%) mee. De leerkrachten werken 2 tot 9 dagdelen (M = 5.08 dagdelen, SD = 1.89). De groep van 39 leerlingen bestond uit 15 meisjes (38.5%) en 24 jongens (61.5%), met een leeftijd van 5.90 tot jaar (M = 9.60 jaar; SD = 1.95). 36 leerlingen zijn Nederlands (92.3%), één 14

16 leerling is Afghaans (2.6%) en één leerling Engels (2.6%). Van één leerling (2.6%) is de herkomst niet bekend bij de school. Procedure Aan het begin van het onderzoek, in de tweede maand van het school jaar, hebben de leerkrachten voor elke geselecteerde leerling drie vragenlijsten ingevuld. De percepties van het gedrag van leerlingen worden gemeten met behulp van de schalen Conduct problemen, Hyperactiviteit en Prosociaal gedrag van de Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ; Goodman, 1997; zie bijlage 2) ingevuld door leerkrachten. Daarnaast vulden de leerkrachten de Leerling- Leerkracht Relatie Vragenlijst (LLRV; Koomen, Verschueren en Pianta, 2007; zie bijlage 4) in om hun perceptie van de kwaliteit van de relatie die zij met de leerling hebben te meten. Als laatste vulden de leerkrachten een verkorte versie van de Index of Teaching Stress (ITS; Abidin, Greene en Konold, 2004; zie bijlage 3) in voor elke leerling om een beeld te krijgen van de mate van relatiestress die de leerkracht ervaart door de aanwezigheid van het kind in zijn/haar klas. Van de ITS zijn de schalen Verstoring onderwijsproces, Verlies plezier leraarschap en Negatieve competentiebeleving afgenomen van de verkorte versie. De schaal frustratie naar ouders is weggelaten omdat het in dit onderzoek gaat om interacties met leerlingen. Naast de vragenlijsten die de leerkrachten invulden voor de drie leerlingen vulden ze ook een vragenlijst in over werkstress en werklast (Karsten, Koning en van Schooten, 2005; zie bijlage 5) bij zichzelf. Na het verzamelen van de basisgegevens over het gedrag van de leerlingen, de kwaliteit van de leerkracht-leerlingrelatie en de stress en het welbevinden van de leerkrachten, hebben de leerkrachten gedurende vijf weken, in de derde en vierde maand van het schooljaar, hun emoties gerapporteerd tijdens concrete alledaagse gebeurtenissen met de geselecteerde leerlingen. De leerkrachten vulden voor elke leerling één keer per week over een bepaald dagdeel het digitale Dagboek Emoties Leerkracht in (zie bijlage 7). Hiertoe kregen de leerkrachten een met een link die hen naar het dagboek leidde. De links werden volgens een vooraf opgesteld schema (zie bijlage 6) naar de leerkrachten verstuurd. De leerkrachten hadden vervolgens 12 uur de tijd om de link te gebruiken en het dagboek in te vullen. Nadere informatie over de procedure volgt bij de beschrijving van het instrument. Na de dagboek-periode, aan het einde van de vierde maand van het schooljaar, vulden de leerkrachten opnieuw de verkorte ITS in voor elke leerling en de vragenlijst voor werkstress en werklast. 15

17 Meetinstrumenten SDQ Strengths and Difficulties Questionnaire De Strengths and Difficulties Questionnaire (Goodman, 1997) is een korte vragenlijst voor het screenen van het gedrag van kinderen van vier tot zestien jaar. De vragenlijst kan ingevuld worden door een ouder of leerkracht van het kind. De SDQ bestaat uit 25 items die verdeeld zijn over vijf schalen: Conduct-problemen, Hyperactiviteit/Aandachtstekort, Emotionele symptomen, Problemen met leeftijdsgenoten en Pro-sociaal gedrag (Goodman, Renfrew en Mullick, 2000). De items dienen beantwoord te worden op een 3-puntsschaal (0 = niet waar, 1 = een beetje waar en 2 = zeker waar). Omdat in dit onderzoek verbanden worden onderzocht tussen gedrag van kinderen en emoties bij leerkrachten zijn van de SDQ enkel de schalen Conduct-problemen (Voorbeeld: Heeft vaak driftbuien of woede-uitbarstingen), Hyperactiviteit/Aandachtstekort (Voorbeeld: Rusteloos, overactief, kan niet lang stilzitten) en Prosociaal gedrag (Voorbeeld: Houdt rekening met de gevoelens van anderen) betrokken. Zodoende bestaat de SDQ in dit onderzoek uit 15 items. De schaal prosociaal gedrag is hierin de maat voor positief gedrag en de schalen Conduct-problemen en Hyperactiviteit/Aandachtstekort voor probleemgedrag. Voor de Nederlandse versie van de SDQ zijn goede interne consistenties aangetoond voor alle door de leerkracht gerapporteerde schalen (Cronbach s α.74 tot.89) (Koomen, Verschueren, van Schooten, Jaken en Pianta, 2011). In het huidige onderzoek (N = 39) waren de betrouwbaarheden van de schalen Hyperactiviteit en Prosociaal gedrag zeer goed (Cronbach s α.85 en.86). Voor de schaal Conduct problemen was Cronbach s α.68, wat acceptabel is. LLRV Leerling-Leerkracht Relatie Vragenlijst De Leerling-Leerkracht Relatie vragenlijst (Koomen, Verschueren en Pianta, 2007) is een instrument waarmee de perceptie die een leerkracht van de relatie met een individuele leerling heeft gemeten kan worden. De LLRV is een Nederlandse bewerking van de Student-Teacher Relationship Scale (STRS) van Pianta (2001). De LLRV kan ingevuld worden door de leerkrachten van kinderen van drie tot twaalf jaar. De LLRV bestaat uit 28 items in de vorm van uitspraken. De leerkracht beoordeelt de mate waarin een uitspraak op hem/haar van toepassing is op een 5-puntsschaal (1 = zeker niet van toepassing, 2 = niet echt van toepassing, 3 = neutraal/niet zeker, 4 = in enige mate van toepassing en 5= zeker van toepassing). De 28 items zijn verdeeld zijn over drie subschalen: Nabijheid, Conflict en Afhankelijkheid. De subschaal Nabijheid bestaat uit 11 items en meet de mate waarin een leerkracht genegenheid, warmte en open communicatie ervaart in relatie met een bepaald kind en weerspiegelt een positieve relatiedimensie. Voorbeeld: Ik heb een hartelijke warme relatie met dit kind. De subschaal Conflict bestaat uit 11 items en zegt iets over de mate waarin een 16

18 leerkracht zijn relatie met een bepaald kind als negatief en conflictueus beoordeelt. Deze schaal reflecteert een negatieve relatiedimensie. Voorbeeld: Dit kind en ik lijken voortdurend strijd met elkaar te leveren. De subschaal Afhankelijkheid wordt gevormd door 6 items en geeft informatie over de mate waarin een leerkracht een bepaald kind als overmatig afhankelijk beoordeeld ten opzichte van zichzelf en reflecteert een negatieve relatiedimensie. Voorbeeld: Dit kind is de hele dag door sterk op mij gericht. Van elk van deze drie subschalen kan een ruwe score berekend worden. Daarnaast kan een totaal score berekend worden voor het hele instrument (Koomen et al., 2007). De betrouwbaarheden van de schalen van de LLRV in de vorm van Cronbach s alfa zijn respectabel tot zeer goed (Koomen et al., 2007). Voor de schaal Nabijheid is Cronbach s alfa. 88, voor de schaal Conflict.90 en voor de schaal Afhankelijkheid.78. In het huidige onderzoek (n = 39) zijn voor de schalen Nabijheid en Conflict de betrouwbaarheden zeer goed (Cronbach s α. 90 en.83). Voor de schaal Afhankelijkheid is Cronbach s α.78, een acceptabele mate van betrouwbaarheid. ITS Index of Teaching Stress De Index of Teaching Stress (Abidin, Greene en Konold, 2004) is een instrument waarmee de stress die een leerkracht ervaart in interactie met een specifieke leerling gemeten kan worden. De ITS kan ingevuld worden door leerkrachten van kinderen tussen 5 en 18 jaar. De ITS bestaat uit 90 items verdeeld over twee delen. Deel A bestaat uit 5 schalen die over kindfactoren als bron van stress gaan (ADHD-kenmerken, Algemene emotionaliteit, Internaliserend gedrag, Agressief/Anitsociaal gedrag). Deel B bestaat uit vier schalen die zich richten op leerkrachtfactoren als mogelijke bron van stress (Negatieve competentiebeleving, Verlies plezier leraarschap, Verstoring onderwijsproces, Frustratie naar ouders). In het huidige onderzoek zijn alleen de schalen Negatieve competentiebeleving (NC), Verlies plezier leraarschap (VP) en Verstoring onderwijsproces (VO) gebruikt van deel B uit een verkorte versie van de ITS. Deze verkorte versie is verkregen door van de subschalen Negatieve competentiebeleving, oorspronkelijk 19 items, en Verlies plezier leerkrachtschap, oorspronkelijk 12 items, beide zes items uit te kiezen op basis van de psychometrische kenmerken van een bestand van leerlingen uit het regulier basisonderwijs (n = 716) (Koomen et al., 2007) en een combinatie van regulier en speciaal onderwijs (n = ) (de Knegt, 2007). Met behulp van een betrouwbaarheidsanalyse is van alle items uit deze twee schalen een rangorde gemaakt op basis van de hoogte van de items-restcorrelatie. Voor beide schalen zijn zo zes items geselecteerd die in beide steekproeven een sterke samenhang hadden met de andere items (item-restcorrelaties >.60). Vervolgens zijn correlaties berekend tussen de uitgebreide en verkorte versie van de ITS. Hieruit bleken de verbanden zeer sterk te zijn ( ) (van der Meulen, 2009). In dit onderzoek bestond de ITS zodoende uit 18 items in de vorm van stellingen. De leerkracht beoordeelt in hoeverre hij/ zij een stelling als stressvol, belastend en/of belemmerend beschouwd op 17

19 een 5-puntsschaal (1 = nooit stressvol, 2 = zelden stressvol, 3 = soms stressvol, 4 = vaak stressvol en 5= heel vaak stressvol). De subschaal Negatieve competentiebeleving bestaat uit zes items en meet in welke mate leerkrachten stress ervaren als gevolg van gevoelens van ineffectiviteit en incompetentie in de omgang met een bepaalde leerling. Voorbeeld: Mijn verantwoordelijkheden als leerkracht van deze leerling ervaar ik als zwaar. Met de subschaal Verlies plezier leraarschap, bestaand uit zes items, word gemeten in hoeverre leerkrachten stress ervaren door het verliezen van het plezier in het lesgeven aan en omgaan met een bepaalde leerling. Voorbeeld: Door deze leerling is een schooldag minder leuk voor mij dan ik zou willen. De subschaal Verstoring onderwijsproces bestaat uit zes items en meet in hoeverre de leerkracht stress ervaart als gevolg van de invloed die een leerling heeft op de energie, tijd en onderwijseffectiviteit van de leerkracht. Voorbeeld: Door deze leerling kan ik andere leerlingen in mijn klas minder aandacht geven. In het huidige onderzoek is de ITS op twee momenten afgenomen. Op meetmoment 1 (n = 39) zijn voor de schalen Verstoring onderwijsproces en Verlies plezier leraarschap zeer goede betrouwbaarheden gevonden (Cronbach s α.82 en.80). Voor de schaal Negatieve competentiebeleving was de betrouwbaarheid op meetmoment 1 respectabel (Cronbach s α.79). Op meetmoment 2 (n = 36) zijn de betrouwbaarheden van alle schalen zeer goed (Cronbach s α.89 tot.91). In tabel 1 is te zien dat zowel op meetmoment 1 als op meetmoment 2 de scores op de drie schalen van de ITS sterk tot zeer sterk met elkaar samenhangen (r =.59 tot r =.91, p <.01). Daarom zullen de schalen per meetmoment samengevoegd worden tot één schaal die het construct relatiestress representeert. Opvallend is dat op het tweede meetmoment de samenhang tussen de schalen sterker is dan op het eerste meetmoment (zie tabel 1). Wellicht komt dit door het moment van de afname in het schooljaar. Ook tussen de meetmomenten hangen de schalen significant met elkaar samen (r =. 38 tot r =.62, p <.05). Tabel 1: Pearson correlaties schalen ITS op meetmoment 1 en 2 ITS VP.1 ITS NC.1 ITS VO.1 ITS VP.2 ITS NC.2 ITS VO.2 ITS VP.1 1 ITS NC.1.653** 1 ITS VO.1.599**.590** 1 ITS VP.2.590**.622**.497** 1 ITS NC.2.392*.559**.554**.812** 1 ITS VO.2.384*.545**.605**.846**.912** 1 *p < 0.05; ** p < 0.01 (tweezijdig getoetst), VP = Velies Plezier Leeraarschap, NC = Negatieve Competentiebeleving, VO = Verstoring Onderwijsproces 18

20 Vragenlijst voor welbevinden leerkrachten De in dit onderzoek gebruikte vragenlijst voor welbevinden en stress/werklast en werkstress is onderdeel van een door Karsten, Koning en van Schooten (2005) ontwikkeld instrument. Het oorspronkelijke instrument bestaat uit vijf schalen waaronder de schalen Werklast en Werkstress. De andere schalen van het instrument zijn Teamklimaat, School Organisatie en Arbeidssatisfactie, deze zijn in het huidige onderzoek buiten beschouwing gelaten. De schaal voor Werklast bestaat uit 11 items die door Karsten et al. (2005) samengesteld zijn op basis van eerder onderzoek op het gebied van belastende situaties op het werk. De items beschrijven situaties op school die te maken hebben met de aard van leerlingen, de hoeveelheid taken van de leerkracht en de steun die de leerkracht van ouders ervaart. Voorbeelden van items binnen de schaal werklast zijn ongemotiveerde leerlingen, onbeleefd gedrag van leerlingen en de hoeveelheid werk die u mee naar huis neemt. Voor elk item wordt op een 5-puntsschaal beoordeeld in hoeverre de leerkracht deze situatie als belastend ervaart. In eerder onderzoek bleek de interne consistentie van deze schaal zeer goed te zijn (Cronbach s α =.83) (Karsten et al., 2005). In het huidige onderzoek is de betrouwbaarheid van de schaal ook zeer goed. Op het eerste meetmoment was Cronbach s α.83 en op het tweede meetmoment.88. De schaal voor Werkstress bestaat in het oorspronkelijke instrument uit twee subschalen. De subschaal fysieke symptomen van stress bevat items over lichamelijke klachten als pijn en vermoeidheid. Deze schaal is in dit onderzoek buiten beschouwing gelaten. De tweede subschaal, psychologische symptomen van stress, bestaat uit zeven items die stellingen weergeven. Een voorbeeld hiervan is ik ga met lood in mijn schoenen naar school. Deze schaal blijkt in eerder onderzoek een respectabele tot zeer goede Cronbach s α te hebben tussen.78 en.85 (van Karsten et al., 2005). Ook in het huidige onderzoek bleek de schaal een zeer goede betrouwbaarheid te hebben: Cronbach s α was.90 op het eerste meetmoment en.91 op het tweede meetmoment. Dagboek Emoties Leerkracht Instrument Het Dagboek Emoties Leerkracht (zie bijlage 7) is een online formulier, ontwikkeld met behulp van het programma Qualtrics, waarop leerkrachten hun emoties met betrekking tot een specifieke gebeurtenis kunnen rapporteren. Het dagboek bestaat uit twee pagina s. Op de eerste pagina staan de gegevens van de leerkracht en de leerling waarvoor de leerkracht het dagboek invult. Op de tweede pagina staat het daadwerkelijke dagboek waarbij de leerkracht eerst wordt gevraagd kort een recente gebeurtenis (van het afgelopen dagdeel) te beschrijven, waarbij het gedrag van de leerling in kwestie een rol speelde. Daarna scoren de leerkrachten, met deze gebeurtenis in gedachten, 17 emoties (bijv. trots, onzeker, blij, tevreden, boos) op een 5-puntsschaal 19

21 (zeker niet van toepassing, niet echt van toepassing, neutraal/niet zeker, in enige mate van toepassing, zeker van toepassing). Als laatste geven de leerkrachten een score voor de mate van positiviteit het afgelopen dagdeel als geheel op een 10-puntsschaal. Deze schaal loopt van negatief naar positief. Er is een pilot uitgevoerd waarbij vier leerkrachten van de groepen 5 en 6 voor een leerling uit hun klas het emotie-dagboek invulden. Vervolgens is hen gevraagd feedback te geven op de layout van het dagboek, hoe zij het invullen van het dagboek ervaren hebben, hoeveel tijd het hen gekost heeft en of ze nog aspecten misten of onduidelijk vonden in het dagboek. Uit de pilot kwam naar voren dat het de leerkrachten meer tijd kostte dan verwacht om het dagboek in te vullen, maar dat zij het over het algemeen niet als belastend hadden ervaren. Na deze pilot is er onder andere voor gekozen het dagboek digitaal te maken. Dit was een suggestie van één van de leerkrachten en zou een tijdsbesparing opleveren voor de leerkrachten. Bovendien kan de data op die manier direct verzameld worden en kunnen de leerkrachten zelf niet terugkijken naar hun eerder ingevulde dagboeken. De ruimte voor het beschrijven van de gebeurtenis is groter gemaakt omdat alle leerkrachten aangaven hier behoefte aan te hebben. Daarnaast is in de instructie duidelijker benadrukt dat het om een beknopte globale beschrijving van de gebeurtenis gaat. Dit aangezien de leerkrachten in de pilot geneigd waren om lange en gedetailleerde beschrijvingen van de gebeurtenissen te geven. Ook is bij de term recent duidelijker gespecificeerd dat het om een gebeurtenis van het afgelopen dagdeel moet gaan. Uit de pilot kwam naar voren dat het scoren van de positieve en negatieve aard op twee aparte schalen onduidelijk was voor de leerkrachten. Daarom is ervoor gekozen de twee 5- puntsschalen (één positieve en één negatieve) te vervangen voor één 10-puntsschaal die loopt van negatief naar positief. Selectie van de emoties In de artikelen van Chang (2009), Sutton, Mudrey-Camino en Knight (2009) en Sutton en Wheatley (2003) worden anger (boosheid) en frustration (frustratie) aangewezen als emoties die leerkrachten ervaren als gevolg van negatief gedrag van leerlingen. Sutton en Wheatley (2003) wijzen daarnaast guilt (schuldig) aan als een emotie die leerkrachten ervaren wanneer zij hun geduld verliezen in interactie met een leerling. Overige negatieve emoties die leerkrachten ervaren, zoals anxiety (angst), sadness (verdriet) en helplessness (machteloosheid) worden eerder in verband gebracht met andere oorzaken, zoals onzekerheid over competenties, de omgang met ouders van leerlingen, collega s, de thuissituatie van leerlingen etc. (Sutton en Wheatley, 2003). Het gevoel van disappointment (teleurstelling) wordt vooral in verband gebracht met leerlingen die hun best niet doen (Sutton, Mudrey-Camino en Knight, 2009). Leerkrachten ervaren joy (blijdschap) in de relatie 20

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

MENTALE VEERKRACHT ALS BUFFER TEGEN DOCENTEN STRESS 1. Mentale Veerkracht als Buffer tegen Docenten Stress-Reactiviteit: een ESM-studie

MENTALE VEERKRACHT ALS BUFFER TEGEN DOCENTEN STRESS 1. Mentale Veerkracht als Buffer tegen Docenten Stress-Reactiviteit: een ESM-studie MENTALE VEERKRACHT ALS BUFFER TEGEN DOCENTEN STRESS 1 Mentale Veerkracht als Buffer tegen Docenten Stress-Reactiviteit: een ESM-studie Mental Resilience buffers Teacher Stressreactivity: An ESM-study Tanya

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style Jenny Thielman 1 e begeleider: mw. dr. Esther Bakker 2 e begeleider: mw. dr.

Nadere informatie

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving Relationships between Attachment and Well-being among the Elderly: The mediational Roles of Mindfulness

Nadere informatie

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal Running head: momentaan affect en seksueel verlangen bij vrouwen 1 De Samenhang Tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen van Vrouwen en de Modererende Rol van Seksuele Gedachten The Association Between

Nadere informatie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support

Nadere informatie

Leerling-leerkracht relatie en leerkrachtstress in het regulier basis en speciaal onderwijs.

Leerling-leerkracht relatie en leerkrachtstress in het regulier basis en speciaal onderwijs. Leerling-leerkracht relatie en leerkrachtstress in het regulier basis en speciaal onderwijs. Een vergelijkend onderzoek naar mediatie in het verband tussen probleemgedrag, relatiekwaliteit en leerkrachtstress.

Nadere informatie

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten The Moderating Influence of Social Support on the Relationship between Mobbing at Work

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en Bevlogenheid Emotional Labor, the Dutch Questionnaire on Emotional Labor and Engagement C.J. Heijkamp mei 2008 1 ste begeleider: dhr. dr.

Nadere informatie

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Test-taker Attitudes of Job Applicants: Test Anxiety and Belief in Tests as Antecedents of

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering The Relationship between Daily Hassles and Depressive Symptoms and the Mediating Influence

Nadere informatie

Verschillen tussen Allochtone- en Autochtone Jonge Studerende Moeders in het Ervaren van Dagelijkse Stress en het Effect ervan op de Stemming

Verschillen tussen Allochtone- en Autochtone Jonge Studerende Moeders in het Ervaren van Dagelijkse Stress en het Effect ervan op de Stemming Verschillen tussen Allochtone- en Autochtone Jonge Studerende Moeders in het Ervaren van Dagelijkse Stress en het Effect ervan op de Stemming Differences between Immigrant and Native Young Student Mothers

Nadere informatie

SECUNDAIRE TRAUMATISCHE STRESS BIJ DE BELGISCHE POLITIE

SECUNDAIRE TRAUMATISCHE STRESS BIJ DE BELGISCHE POLITIE SECUNDAIRE TRAUMATISCHE STRESS BIJ DE BELGISCHE POLITIE 1 SECUNDAIRE TRAUMATISCHE STRESS BIJ DE BELGISCHE POLITIE SECONDARY TRAUMATIC STRESS AT THE BELGIAN POLICE Maarten Ceulemans Eerste begeleider Dr.

Nadere informatie

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner The association between momentary affect and sexual desire: The moderating role of partner

Nadere informatie

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria De Invloed van Religieuze Coping op Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria Ria de Bruin van der Knaap Open Universiteit Naam student:

Nadere informatie

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het modererend effect van coping Cyberbullying: the implications

Nadere informatie

Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten

Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen bij Voormalige Borstkankerpatiënten Influence of Coping and Illness Perceptions on Depression and Anxiety Symptoms among Former Breast

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Stemming met Modererende Invloed van Coping stijl

De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Stemming met Modererende Invloed van Coping stijl De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Stemming met Modererende Invloed van Coping stijl The Relation between Daily Stress and Affect with Moderating Influence of Coping Style Bundervoet Véronique Eerste

Nadere informatie

De leerling-leerkrachtrelatie in het Voortgezet Speciaal Onderwijs (cluster 4)

De leerling-leerkrachtrelatie in het Voortgezet Speciaal Onderwijs (cluster 4) UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN De leerling-leerkrachtrelatie in het Voortgezet Speciaal Onderwijs (cluster 4) Een onderzoek naar de psychometrische kwaliteit

Nadere informatie

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 (SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Engagement is not a Spur of the Moment

Engagement is not a Spur of the Moment Bevlogenheid is geen Bevlieging Affectieve Betrokkenheid als Mediator van het Verband tussen Distributieve, Procedurele en Interactionele Rechtvaardigheid en Bevlogenheid Engagement is not a Spur of the

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders?

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Pesten in het Buitengewoon Secundair Onderwijs: Wie Zijn de verdedigers? Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Remy Gregoor Eerste begeleider: Tweede begeleider: mw. dr. Nicole

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

Jantine Spilt, Conferentie SBOwerkverband 2012

Jantine Spilt, Conferentie SBOwerkverband 2012 Jantine Spilt, Conferentie SBOwerkverband 2012 Gedragsproblemen in context Gedragsproblemen in context Gedragsproblemen in context Gedragsproblemen in context PROBLEEM Probleemgedrag 5 Faculteit der Psychologie

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children 1 Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working mothers with spouse and young children Verschil in stress en stressreactiviteit tussen hoogopgeleide thuisblijf-

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout. bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs

De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout. bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs The Relationship between Existential Fulfilment, Emotional Stability and Burnout

Nadere informatie

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Ziekteverzuim Moderation of the Big Five Personality Factors on

Nadere informatie

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen Running head: INVLOED VAN DAGELIJKSE STRESS OP BURN-OUT KLACHTEN De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale Veerkracht en Demografische Variabelen The Influence of

Nadere informatie

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren

Nadere informatie

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Problematiek: De Mediërende Invloed van de Ouder-Therapeut Alliantie

Nadere informatie

6 Psychische problemen

6 Psychische problemen psychische problemen 6 Psychische problemen Gonneke Stevens In onderzoek naar de gezondheid en het welzijn van jongeren is het relevant aandacht te besteden aan psychische problematiek, waarbij vaak een

Nadere informatie

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender, Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive 1 Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender Effect on the Relationship between Personality Traits and Sex Drive

Nadere informatie

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Running head: WAT DAGELIJKSE INTERACTIE IN DE KLAS MET LEERKRACHTEN DOET

Running head: WAT DAGELIJKSE INTERACTIE IN DE KLAS MET LEERKRACHTEN DOET Running head: WAT DAGELIJKSE INTERACTIE IN DE KLAS MET LEERKRACHTEN DOET WAT DAGELIJKSE INTERACTIE IN DE KLAS MET LEERKRACHTEN DOET Een dagboekstudie naar gebeurtenissen en emotionele ervaringen in relatie

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim.

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim. Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim. Bullying at work and the impact of Social Support on Health and Absenteeism. Rieneke Dingemans April 2008 Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing

Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing Quality of Life and Depressive Symptoms of People with Multiple Sclerosis:

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19103 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pisanti, Renato Title: Beyond the job demand control (-support) model : explaining

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD 1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational

Nadere informatie

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F. Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie

Nadere informatie

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG Effectiviteit Geef me de 5-methodiek in zorginstelling JP van den Bent In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit

Nadere informatie

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Met opmaak: Links: 3 cm, Rechts: 2 cm, Boven: 3 cm, Onder: 3 cm, Breedte: 21 cm, Hoogte: 29,7 cm Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Stigmatisation of Persons

Nadere informatie

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Bisexuality: the Invisible Social Identity with Visible Health Consequences Maria Verbeek Eerste begeleidster: dr. N.

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

WORK EXPERIENCE PROFILE

WORK EXPERIENCE PROFILE WORK EXPERIENCE PROFILE VANDERHEK METHODOLOGISCH ADVIESBUREAU Werkstress is een verschijnsel dat al jaren sterk de aandacht trekt. Statistieken van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid geven aan dat

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en

De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en Identificatie met de Organisatie op Status en Zelfwaardering. The Civil Servant

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

Omgaan met verschillen in de klas: Onderzoeksresultaten

Omgaan met verschillen in de klas: Onderzoeksresultaten Omgaan met verschillen in de klas: Onderzoeksresultaten Jolien Geerlings PhD Onderzoeker J.Geerlings@uu.nl Overzicht 1) Inleiding 2) Wat hebben we precies onderzocht? 3) Hoe gaan we om met verschillen

Nadere informatie

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Relatie tussen Attitude, Sociale Invloed en Self-efficacy en Intentie tot Contact tussen Ouders en Leerkrachten bij Signalen van Pesten

Nadere informatie

Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners?

Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners? Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners? Are Premorbid Neuroticism-related Personality Traits a

Nadere informatie

Leader Member Exchange: Effecten van Locus of Control, Coping en de Mediatie van Persoonlijk Initiatief

Leader Member Exchange: Effecten van Locus of Control, Coping en de Mediatie van Persoonlijk Initiatief Leader Member Exchange: Effecten van Locus of Control, Coping en de Mediatie van Persoonlijk Initiatief Leader Member Exchange: Effects of Locus of Control, Coping and the Mediation of Personal Initiative

Nadere informatie

Het Welbevinden van Mantelzorgers in Vlaanderen: Relaties tussen Sociale Steun, Sense of Coherence, Bevlogenheid en Welbevinden.

Het Welbevinden van Mantelzorgers in Vlaanderen: Relaties tussen Sociale Steun, Sense of Coherence, Bevlogenheid en Welbevinden. Het Welbevinden van Mantelzorgers in Vlaanderen: Relaties tussen Sociale Steun, Sense of Coherence, Bevlogenheid en Welbevinden. Well-being of Family Caregivers in Flanders: The Relationships between Social

Nadere informatie

Inhoudsopgave e 2. Voorwoord. Leerkracht Emotie-Onderzoek. September 2016 Onderzoeksverslag

Inhoudsopgave e 2. Voorwoord. Leerkracht Emotie-Onderzoek. September 2016 Onderzoeksverslag Voorwoord September 2016 Onderzoeksverslag Leerkracht Emotie-Onderzoek Inhoudsopgave e 2 3 5 6 Achtergrondkenmerken onderzoek: deelnemende leerkrachten & ingevulde vragenlijsten Onderzoeksvraag 1: Emoties

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

LinkedIn Profiles and personality

LinkedIn Profiles and personality LinkedInprofielen en Persoonlijkheid LinkedIn Profiles and personality Lonneke Akkerman Open Universiteit Naam student: Lonneke Akkerman Studentnummer: 850455126 Cursusnaam en code: S57337 Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere vrouwen: Onderzoek naar de relatie tussen angst, depressieve

Nadere informatie

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis.

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis. De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis. The influence of resilience on the relationship between pain and psychological symptoms

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

Summary 124

Summary 124 Summary Summary 124 Summary Summary Corporate social responsibility and current legislation encourage the employment of people with disabilities in inclusive organizations. However, people with disabilities

Nadere informatie

Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij. Kinderen: Affect als Moderator

Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij. Kinderen: Affect als Moderator 1 Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij Kinderen: Affect als Moderator The Effect of Client-Centered Play Therapy on Internalizing Problems of Children: Affect

Nadere informatie

BIJLAGE 8: QUALIDEM. Inleiding. Het instrument heeft een eerste toetsing bij 240 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan.

BIJLAGE 8: QUALIDEM. Inleiding. Het instrument heeft een eerste toetsing bij 240 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan. IJLGE 8: QULIDEM Inleiding et instrument heeft een eerste toetsing bij 4 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan. Daarmee is een eerste versie van een bruikbaar instrument ontwikkeld. et

Nadere informatie

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1 Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out The effect of Goal-striving Reasons and Personality on facets of Burn-out

Nadere informatie

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen REACTIEVE AGRESSIE Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve Agressie Pien S. Martens Open Universiteit Heerlen Naam student: Pien Sophie Martens Studentnummer: 850945172

Nadere informatie

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein Cultuursurvey Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT Maaike Ketelaars Ton Klein Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 2 Eerste voorstel voor de aanpassing van de vragenlijst... 7 2.1 Oorspronkelijke

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen 141 Als kinderen psychische problemen ontwikkelen zoals gedragsproblemen

Nadere informatie

SAMENHANG TUSSEN ZINGEVING, RESILIENCY EN PSYCHOSOCIALE PROBLEMATIEK BIJ ADOLESCENTEN

SAMENHANG TUSSEN ZINGEVING, RESILIENCY EN PSYCHOSOCIALE PROBLEMATIEK BIJ ADOLESCENTEN De Samenhang tussen Zingeving, Resiliency en Psychosociale Problematiek bij Adolescenten The Relationship between Meaning, Resiliency and Psychosocial Problems in Adolescents Jan C. Oosterwijk Arjan Oosterwijk

Nadere informatie

FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Graduate School of Childhood Development and Education

FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Graduate School of Childhood Development and Education FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Graduate School of Childhood Development and Education Emotionele arbeid en de ontwikkeling van stress bij leerkrachten in dagelijkse situaties Een onderzoek

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development

Nadere informatie

Tijdelijk en Toch Bevlogen

Tijdelijk en Toch Bevlogen De Invloed van Taakeisen, Ontplooiingskansen en Intrinsieke Arbeidsoriëntatie op Bevlogenheid van Tijdelijke Werknemers. The Influence of Job Demands, Development Opportunities and Intrinsic Work Orientation

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Experienced Daily Stress and Stress Reactivity in Working and Non-Working Mothers. with Young Families

Experienced Daily Stress and Stress Reactivity in Working and Non-Working Mothers. with Young Families Experienced Daily Stress and Stress Reactivity in Working and Non-Working Mothers with Young Families Ervaren Alledaagse Stress en Stressreactiviteit bij Werkende en Niet-Werkende Moeders van Jonge Gezinnen

Nadere informatie