ECOXXI 2012/2013. Een project van FEE Nederland Foundation for Environmental Education

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ECOXXI 2012/2013. Een project van FEE Nederland Foundation for Environmental Education"

Transcriptie

1 Een project van FEE Nederland Foundation for Environmental Education

2 Een project van: FEE Nederland (Foundation for Environmental Education) Productie: Ilya Musters Contact Joost Barendrecht; Henny Kromhout; Ilya Musters Secretariaat ECO-XXI P/a Grontmij Middelburg Postbus GB Middelburg

3 INHOUD Voorwoord... 5 Leeswijzer... 6 Wat houdt het project ECO XXI in? Inleiding Uitgangspunten Doelstellingen van ECO XXI Op gang brengen van een duurzaamheidsproces Berekenen van de ECOXXI index Beschrijving van indicatoren Jury en wetenschappelijke adviesraad Implementatiefasen gemeente Impressie workshop Analyse van voorgaande jaren Aanmelding voor ECOXXI keurmerk Indicatoren ECO XXI Indicator 1. Milieueducatie Promotie van milieueducatie (ME) / educatie over duurzame ontwikkeling (EDO) op initiatief van de gemeente Indicator 2. Milieueducatie Uitvoering onderwijsprogramma s Eco-Scholen en YRE Indicator 3. Milieueducatie Toekenning van campagnes Blauwe Vlag & Greenkey Indicator 4. Instituten en instellingen Deelname aan (inter)nationale klimaat- en/of duurzaamheidscampagnes Indicator 5. Instituten en instellingen Samenwerking en communicatie tussen burgers en gemeente Indicator 6. Instituten en instellingen Werkgelegenheid op milieugebied Indicator 7. Instituten en instellingen Certificering van beheerssystemen voor kwaliteit en/of milieu en/of arbomanagement Indicator 8. Natuurbehoud Geclassificeerde gebieden

4 Indicator 9. Natuurbehoud Natuurbehoud (biodiversiteit en geodiversiteit). Weten, leren en verkondigen Indicator 10. Natuurbehoud Beheer en behoud van bossen en natuurgebieden Indicator 11. Ruimtelijke ordening en integraal waterbeheer Ruimtelijke ordening en integraal waterbeheer Indicator 12. Lucht Luchtkwaliteit en publieksvoorlichting Indicator 13. Water Drinkwaterkwaliteit en drinkwatervoorziening Indicator 14. Water Bevolking aangesloten op systemen voor afvoer en behandeling van afvalwater Indicator 15. Afvalstoffen Productie en gescheiden inzameling van huishoudelijke afvalstoffen Indicator 16. Afvalstoffen Recycling van huishoudelijk afval Indicator 17. Energie Energiezuinigheid in het gemeentebeleid Indicator 18. Vervoer Duurzame mobiliteit Indicator 19. Geluid Kwaliteit van de geluidsomgeving Indicator 20. Landbouw Landbouw en duurzaam plattelandstoerisme Indicator 21. Toerisme Duurzaam toerisme

5 Voorwoord Duurzame ontwikkeling: ontwikkeling waarmee wordt voldaan aan de huidige behoeften zonder inbreuk te maken op de mogelijkheden van toekomstige generaties om te voorzien in hun eigen behoeften. Our Common Future, World Commission for Environment and Development (Onze gemeenschappelijke toekomst, Wereldcommissie voor Milieu en Ontwikkeling), 1987 Vraagstukken op milieugebied worden het best aangepakt met deelneming van alle betrokken burgers op het relevante niveau. Beginsel 10 van de Verklaring van Rio de Janeiro inzake Milieu en Ontwikkeling (Rio de Janeiro, Juni 1992; Nederlandse vertaling in juni 1993 gepubliceerd door Ministeries van VROM en BuZa/DGIS) Agenda 21 behandelt de huidige, dringende problemen en wil tevens trachten de wereld voor te bereiden op de uitdagingen van de volgende eeuw. Het vormt de neerslag van een mondiale consensus en politieke stellingname op het hoogste niveau met betrekking tot samenwerking op het gebied van ontwikkeling en milieu. De succesvolle implementatie ervan is op de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de afzonderlijke regeringen. Nationale strategieën, plannen, beleidsvoornemens en processen zijn van het grootste belang voor de realisering van Agenda 21. Hoofdstuk 1 - Preambule. Agenda21. (Rio de Janeiro, Juni 1992; Nederlandse vertaling in juni 1993 gepubliceerd door Ministeries van VROM en BuZa/DGIS) Tiende beleidsrichtlijn: het ontwikkelen van onderwijs, stimuleren van bewustwording, voorlichting, deelname, toegang tot gerechtigheid en aansprakelijkstelling in kwesties op het gebied van duurzame ontwikkeling. Elfde beleidsrichtlijn: evaluatie en analyse systematische voortgangscontrole aan de hand van indicatoren. Voornaamste beleidsrichtlijnen [Portugese] nationale strategie voor duurzame ontwikkeling (Estratégia Nacional para o Desenvolvimento Sustentável ( ENDS) Portugees Milieu-instituut Iedere burger neemt dagelijks beslissingen die, direct of indirect, van invloed zijn op het milieu. Het zorgen voor betere en meer informatie over het milieu en praktische zaken zal bijdragen tot het vormen van meningen die op hun beurt mede bepalend zullen zijn voor de beslissingen. 6e Milieuactieprogramma van de Europese Gemeenschap ( ) Milieu 2010: onze toekomst, onze keuze Ook al beseffen we dat niet, in het kader van het streven naar nieuwe waarden ontstaan er nieuwe competenties, die zich vertalen in het breken met oude gewoonten en het loslaten van vroegere opvattingen. ( ) De twintigste eeuw heeft de wereld in een onmogelijke positie geplaatst, door de schok van utopieën die nachtmerries bleken te zijn. De burgers van tegenwoordig begrijpen dat de belangrijke taak van de politiek niet het zoeken naar een ideologische afloop van de geschiedenis is, maar het waarborgen van de oneindige continuïteit ervan, onder waardige omstandigheden voor hen die na ons komen. 5

6 Portugese nationale strategie voor duurzame ontwikkeling (ENDS) Website Portugese overheid Onze visie op de toekomst van Europa is een regio waarin de algemene waarden gelden van solidariteit, gelijkheid en wederzijds respect tussen volkeren, landen en generaties. Een regio die zich kenmerkt door duurzame ontwikkeling, leven vanuit een economische vitaliteit, gerechtigheid, maatschappelijke cohesie, milieubescherming en het duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, teneinde te voldoen aan de behoeften van de huidige generaties zonder inbreuk te maken op de mogelijkheden van toekomstige generaties om te voorzien in hun eigen behoeften. ( ) Voorlichting over duurzame ontwikkeling kan bijdragen tot de verwezenlijking van onze visie. Voorlichting ontwikkelt en versterkt het vermogen van personen, groeperingen, gemeenschappen, organisaties en landen om een moreel oordeel te vormen en keuzes te maken gericht op duurzame ontwikkeling. Voorlichting kan een mentaliteitsverandering teweeg brengen ( ) en aanzetten tot kritisch nadenken, bewustwording en meer zelfbeschikking, wat het mogelijk maakt om nieuwe horizonten en ideeën te verkennen alsmede nieuwe methoden en instrumenten te ontwikkelen. Strategie van de EEG/ONU inzake voorlichting over duurzame ontwikkeling, Door het nemen van verantwoordelijkheid, coördineren en in de praktijk brengen, komen tot een betere duurzame wereld door middel van educatie en het initiëren en belonen van acties die gericht zijn op duurzaamheid. Ambitie Fee Nederland Ik wilde duurzaamheid uit de sfeer van de milieuactivisten met geitenwollensokken halen. Ik wilde dat duurzaamheid een begrip zou worden waar iedereen zich in herkent. Bewustwording is altijd het begin van een verandering. Dr. Jacqueline Cramer De opkomst van duurzaamheid is niet meer te stuiten in: Academy Magazine 2010 Duurzaamheid is niet minder, maar anders en leuk. Wubbo Ockels, 2012 Leeswijzer Op de website vindt u alle relevante informatie en documenten alsmede de actuele informatie. Ook de overige contactgegevens vindt u hier. 6

7 Wat houdt het project ECO XXI in? 1. Inleiding FEE Nederland is de initiator van ECO XXI in Nederland. ECO XXI is een keurmerk en een stimuleringsprogramma om duurzaamheid op lokaal niveau in kaart te brengen en verbeteringen te stimuleren. Het programma wordt sinds 2009 in Nederland toegepast. Het programma is afkomstig vanuit Portugal. Sinds de oprichting in 1990 heeft de Associação Bandeira Azul da Europa (ABAE) zich in Portugal bezig gehouden met het ontwikkelen van campagnes, projecten en programma s 1 gericht op het teweegbrengen van een gedragsverandering door het stimuleren van bewustwording en het geven van voorlichting over het milieu aan diverse doelgroepen. In lijn daarmee is ECO XXI als project opgezet, waarbij wordt gestreefd naar het integreren van de bestaande ervaringen en waarbij de algemene methodologie van andere ABAE-programma s wordt gevolgd. Centraal in dit nieuwe programma staan het belang van en de mogelijkheden voor samenwerking met partners alsmede het signaleren van good practices. Om tot een duurzamere ontwikkeling te komen, is het absoluut noodzakelijk dat we consequent werken aan een verandering van houding en gedrag. In het kader daarvan zullen gemeenten zich in toenemende mate moeten richten op bewustwording en voorlichting van de bevolking. Uitvoering van het project ECO XXI beoogt het beginnen met een inventarisatie van de resultaten die bereikt zijn door het nemen van maatregelen op het gebied van duurzaamheid, waarbij de nadruk met name ligt op voorlichting. Daarnaast dient het project mede als basis voor de beoordeling van de stedelijke indicatoren voor duurzame ontwikkeling. Hierbij moet worden onderstreept dat het kerndoel niet het vastleggen van een afgebakende, beslissende reeks parameters, indicatoren en duurzaamheidspercentages is, maar het vormen van een gestructureerd platform ten behoeve van de discussie over duurzaamheid( met behulp van een dergelijk methodologisch instrument). Bij het integreren van de verbeteringen die gerealiseerd zijn in de verschillende sectoren, blijkt dat het met deze versie 2012/2013 van ECO XXI reeds grote vorderingen zijn geboekt ten opzichte van de pilot die gelanceerd werd in 2009 in Nederland. De eerste versie is uitgebreid met een uiteenlopende hoeveelheid bijdragen, afkomstig van zowel gemeentefunctionarissen die betrokken zijn bij de diverse discussieforums als van de leden van de onafhankelijke jury. Dit proces heeft geleid tot de huidige versie van ECO XXI die thans vigeert. Het succes van de implementatie hangt af van de doeltreffendheid en de betrokkenheid van alle partners, met name de gemeenten, die uiteindelijk het meeste profijt hebben van het project. 1 Campagne Blauwe Vlag, project Jonge Reporters voor het Milieu, programma Eco-Scholen 7

8 2. Uitgangspunten Als we naar de geschiedenis 2 kijken, kunnen we de conferentie van 1972 in Stockholm beschouwen als een van de eerste mijlpalen in de internationale discussie over duurzame ontwikkeling. Pas vanaf 1992 het jaar van de VN-conferentie over het milieu en ontwikkeling, ook wel aangeduid als ECO 92 of Rio 92 begon het concept van duurzame ontwikkeling algemene bekendheid te krijgen. Uit de conferentie in Rio kwam het idee van Agenda 21 voort. Hierin werd aandacht besteed aan de operationele concepten voor de uitvoering van het beleid inzake duurzame ontwikkeling. Hieronder viel ook het opzetten van wereldwijde, landelijke en plaatselijke actieplannen, uit te voeren door de organisaties binnen het systeem van de Verenigde Naties, plaatselijke overheden en de burgers zelf, op alle terreinen waar het menselijk handelen van invloed is op het milieu. Sedertdien zijn diverse landen begonnen om duurzame ontwikkeling op te nemen in de beleidsstrategie met betrekking tot het milieu, de economie en maatschappelijke aspecten. In 1993 gaf de Europese Commissie de aanzet tot de eerste fase van het project Duurzame Steden. Het Handvest van Aalborg (1994) stimuleerde de plaatselijke overheden vervolgens om het project uit te voeren en bood tegelijkertijd een leidraad bij de voortgang van de Lokale Agenda 21. De tenuitvoerlegging van de algemene uitgangspunten van het Handvest van Aalborg werd in 1996 aan de orde gesteld in Lissabon. Uit deze discussies kwam een aanvullend document voort, getiteld Van het Handvest naar Actie. In september 2002 sprak de VN-top over duurzame ontwikkeling in Johannesburg zich nogmaals duidelijk uit over de noodzaak voor volledige implementatie van Agenda 21, het programma voor toekomstige implementaties en de inzet voor de uitgangspunten van Rio. Besloten werd dat, in aansluiting op de millenniumdoelen, het decennium uitgeroepen zou worden tot het VN decennium voor educatie over duurzame ontwikkeling. Een wereldwijde doelstelling van het decennium voor educatie over duurzame ontwikkeling (EDOdecennium) was de integratie van met duurzame ontwikkeling samenhangende waarden in de verschillende onderwijsvormen, teneinde de veranderingen te bevorderen die noodzakelijk zijn om te komen tot een duurzamer en eerlijker maatschappij voor iedereen. Deze doelstelling is gebaseerd op een wereldvisie waarin iedereen de kans heeft om onderwijs te volgen en waarden te verwerven die leiden tot maatschappelijke, economische en politieke praktijken welke bijdragen tot een positieve verandering in de maatschappij. Dit oriënterende waardekader heeft alleen zin als het een pakket maatregelen mogelijk maakt die gericht zijn op een ommekeer in het huidige niet-duurzame traject dat de ontwikkeling in de meeste landen momenteel volgt Conferentie van Stockolm aandacht voor milieuzaken Jaren 80 internationale gemeenschap krijgt oog voor de noodzaak een verband te leggen tussen het milieu en sociaal-economische vraagstukken zoals armoede en onderontwikkeling 1987 rapport Brutland Onze gemeenschappelijke toekomst verspreiding van het concept van duurzame ontwikkeling nadruk op tegemoetkomen aan zowel huidige als toekomstige behoeften en verantwoordelijkheid jegens volgende generaties IUCN/WWF Zorgen voor de aarde verdere uitbreiding van het concept van duurzame ontwikkeling nadruk op de kwaliteit van het menselijk leven en beschermen van de regeneratieve mogelijkheden van de aarde 1992 Conferentie van Rio aandacht voor Agenda 21, operationele concepten voor het beleid inzake duurzame ontwikkeling, in hoofdstuk 36 prioriteit voor de rol van voorlichting bij het verwezenlijken van een ontwikkeling die respect heeft voor het milieu Johannesburg aandacht voor sociaal onrecht en bestrijding van armoede als belangrijkste uitgangspunten van sociale ontwikkeling in december 2002 door de Algemene Vergadering van de VN uitgeroepen tot decennium voor Duurzame Ontwikkeling 8

9 In deze context is het cruciaal om op elk niveau strategieën op te stellen die bijdragen tot het versterken van de mogelijkheden voor educatie over duurzame ontwikkeling. 9

10 3. Doelstellingen van ECO XXI Het project ECO XXI, waarvan de terminologie en de inhoud geïnspireerd zijn op de uitgangspunten van Agenda 21, heeft tot doel het identificeren van good practices op het gebied van duurzaamheid, ontwikkeld op gemeentelijk niveau. Op die manier wil ECOXXI een reeks aspecten evalueren welke als essentieel worden beschouwd voor het tot stand brengen van duurzame ontwikkeling en welke steunen op twee fundamentele pijlers: o o voorlichting over duurzaamheid; kwaliteit van het milieu. Voorts richt dit project zich op het ontwikkelen van educatieve acties afgestemd op gemeenten, die beschouwd worden als voornaamste actoren in de bevordering van duurzame ontwikkeling. Tegen deze achtergrond kunnen de doelstellingen van ECO XXI als volgt worden omschreven: Bieden van een format voor lokaal duurzaamheidbeleid; Creëren van een overzicht van de samenhang in het duurzaamheidsbeleid in de gemeente en tevens in mogelijkheden voor verbetering; Zichtbaar maken wat de gemeente doet aan duurzame ontwikkeling; Motiveren en doordringen van het belang van de rol van de gemeente als regisseur, partner en actor in het proces van milieueducatie alsmede formele en informele duurzame ontwikkeling; Leggen van dwarsverbanden binnen de organisatie; Inzicht geven in kerntaken en regiefunctie gemeente; In beeld brengen van samenhang en basis geven voor keuzes in budgetten. Afstemmen van de uitvoering van programma s voor milieueducatie en duurzame ontwikkeling; Bewust maken van de noodzaak tot bredere integratie van milieuoverwegingen in het gemeentebeleid; Signaleren van initiatieven/beleidslijnen ontwikkeld in gemeenten die het milieu en duurzame ontwikkeling hoog in het vaandel hebben staan; Bijdragen aan het opzetten van Lokale Agenda 21 projecten en aan het betrekken van meerdere entiteiten bij de totstandkoming ven implementatie van Agenda 21 alsmede het verwezenlijken van de doelstellingen daarvan; 3 Bijdragen aan het opstellen van lokale indicatoren voor duurzaamheid; Geven van een onafhankelijke toetsing van het milieubeleid Ondersteunen van het duurzame imago van de gemeente middels de ECO XXI award; Stimuleren van verbeteringen en samenwerkingen met bedrijven en maatschappelijke organisaties; Bieden van een internationaal erkende benchmark; 3 DOELSTELLINGEN VAN AGENDA 21 - Het verwezenlijken van een welvarende wereld (vernieuwen van groei op basis van duurzame criteria) - Het verwezenlijken van een eerlijke wereld (duurzaam leven voor iedereen) - Het verwezenlijken van een bewoonbare wereld (ontwikkeling van bevolkingskernen) - Het bevorderen van een vruchtbare wereld (efficiënt gebruik van hulpbronnen) - Het bevorderen van een gedeelde wereld (mondiale en regionale hulpbronnen) - Het bevorderen van een schone wereld (beheer van chemische producten en afval) 10

11 4. Op gang brengen van een duurzaamheidsproces Een van de primaire instrumenten voor het verwezenlijken van de pijlers van duurzame ontwikkeling is het formuleren van een reeks doelstellingen en indicatoren voor het inventariseren van resultaten en het vastleggen van streefdoelen. Het werken met indicatoren op het gebied van maatschappijwetenschappen heeft vooralsnog de discussie gaande gehouden over welke formules ideaal zijn en mogelijkheden bieden om technische en wetenschappelijke informatie samen te vatten. Daar komt bij dat de zoektocht naar efficiënte methoden voor het werken met beschikbare (of verwachte) indicatoren voor het in kaart brengen van duurzame ontwikkeling nog niet is gestandaardiseerd. Desalniettemin is er overeenstemming over de noodzaak van een format dat informatie biedt ter ondersteuning van de activiteiten van bestuuders, politici, belangengroeperingen of het grote publiek. In deze context dient er zorgvuldig op toegezien te worden dat essentiële oorspronkelijke gegevens bewaard blijven bij de gehanteerde methoden en dat er variabelen worden gekozen die aansluiten bij de doelstellingen, in plaats van een willekeurig aantal te meten of te analyseren variabelen. Dat houdt in dat er modellen dienen te worden ontwikkeld die toepasbaar zijn op concrete situaties. In de opzet van ECO XXI kwamen twee essentiële aandachtspunten naar voren bij de selectie van indicatoren: het selecteren en formuleren van indicatoren die bijdragen tot het inventariseren van de dynamiek van milieueducatie in bredere zin; het integreren van sociaal-culturele, economische, institutionele en milieutechnische indicatoren die gebaseerd zijn op de meervoudige dimensies van het concept van duurzame ontwikkeling. Een ander aandachtspunt was het vaststellen van streefdoelen. Alleen dan is het mogelijk om voortgang te meten, het verloop van veranderingen te plannen en enthousiast te blijven. Zodoende is het opstellen van doelen die bereikt moeten worden door de gemeenten, aan de hand van de indicatoren uit het project ECO XXI, gericht op het evalueren van zowel de prestaties als het te volgen traject bij het opzetten van duurzaamheidsprojecten. De vastgelegde doelen vinden hun grondslag over het algemeen in de nationale wetgeving of die van de Europese Unie, dan wel in bestaande conventies en internationale protocollen geratificeerd door de Portugese staat. Criteria De indicatoren voor duurzame ontwikkeling zijn niet alleen noodzakelijk, maar in feite essentieel om de besluitvorming te kunnen baseren op het complexe netwerk van domeinen en niveaus waar we mee te maken hebben. In diverse sectoren zijn inmiddels op lokaal, regionaal en nationaal niveau activiteiten, projecten en programma s ontplooid, gericht op het definiëren van indicatoren op het gebied van duurzame ontwikkeling ten behoeve van een breed scala aan bestuursdoeleinden. Gezien de reikwijdte en de complexe aard van het concept van duurzame ontwikkeling en het belang van een efficiënt, effectief systeem van indicatoren was het noodzakelijk om thema s vast te stellen die als essentiële pijlers fungeren, teneinde in een later stadium de waardevolle en meetbare informatie op een realistische, haalbare manier te kunnen selecteren in diverse gemeenten van het land. 11

12 De selectiecriteria waren derhalve: de objectiviteit, haalbaarheid en betrouwbaarheid van de indicator; de beschikbaarheid van basisgegevens; de mogelijkheid van wederzijdse afstemming; de mogelijkheid tot vergelijken met wettelijke criteria of andere normen/bestaande doelstellingen op nationaal en Europees niveau; het gemak en de snelheid waarmee gegevens vast te stellen en te interpreteren zijn; de mate van belang en wetenschappelijke validatie; de kosten van implementatie; de mogelijkheid van directe actualisering van de indicator. De analyseschaal in dit geval de gemeente en het streven om via dit project good practices te signaleren speelden eveneens een rol in de keuze en formulering van indicatoren. Inhoud, thema s en subthema s Voor wat betreft inhoud, strekking en aard werden vier categorieën onderscheiden in het systeem van indicatoren voor duurzame ontwikkeling: milieutechnisch, economisch, maatschappelijk en institutioneel. De geselecteerde subthema s zijn: milieueducatie voor duurzame ontwikkeling; de maatschappij; instituten; natuurbehoud; lucht, water; energie; afval; mobiliteit; geluid; landbouw; toerisme; landbeheer. Het is belangrijk om te onderstrepen dat milieueducatie voor duurzame ontwikkeling (ME/DO), wat beschouwd wordt als voornaamste pijler van ECOXXI, expliciet tot uiting komt in indicatoren 1 en 2 en impliciet in de meeste andere indicatoren waaruit de verschillende subthema s opgebouwd zijn. Indicatoren en indexen Indicatoren bestaan uit een aantal parameters die elk afzonderlijk of in combinatie beoordeeld worden (meestal voorbewerkt); Index bestaat uit een hoger aggregatieniveau waarop, na toepassing van een aggregatiemethode op de indicatoren en/of de subindexen, een eindwaarde gevonden wordt. Elke indicator of index heeft tot doel het vereenvoudigen van complexe verschijnselen teneinde de communicatie te verbeteren. Bij de keuze voor een indicator- en/of indexconstructie dient er echter wel rekening mee te worden gehouden dat de details van de informatie verloren gaan bij het vereenvoudigen en stroomlijnen. Volgens het PSR-classificatiemodel van de OESO (1993) spelen drie stel primaire milieu-indicatoren een rol: Pressure (milieudruk) State (toestand van het milieu) Response (respons van het beleid hierop). Pressure; kenschetst de belasting op milieusystemen en is te vertalen als uitstoot van vervuilende stoffen, technologische efficiency, interventies in grondgebieden en indicatoren voor milieuimpact. State; geeft de milieukwaliteit binnen een gegeven ruimte/tijdnexus weer; het gaat hier om bijvoorbeeld indicatoren voor milieugevoeligheid, -risico s en kwaliteit. Response; evalueert het antwoord van de maatschappij op veranderingen in en aandachtspunten inzake het milieu, alsmede het uitvoeren van programma s en maatregelen ten behoeve van het milieu; deze categorie omvat o.a. indicatoren voor sociale cohesie, bewustwording en activiteiten van belangrijke maatschappelijke groeperingen. Bij het formuleren en selecteren van de indicatoren voor het project ECOXXI is gekeken naar een aantal categorieën binnen de PSR-classificatie, met name naar de Response-indicatoren, aangezien het hier om een project gaat dat in wezen tot doel heeft het stimuleren en signaleren van initiatieven gericht op het voorkomen, corrigeren of minimaliseren van de negatieve gevolgen van een minder duurzame ontwikkeling. 12

13 Gezien het feit dat het merendeel van de 21 ECO XXI indicatoren opgesteld is door aggregatie van gegevens rond een hoofdonderwerp komt het erop neer dat we uiteindelijk te maken hebben met een reeks indexen die bedoeld zijn om een beeld te geven van de diverse vastgestelde subthema s. In deze context is de uiteindelijke opstelling van een ECO XXI, een synthese van de diagnose betreffende de verschillende geanalyseerde aspecten, voornamelijk gericht op het vaststellen van het verband tussen de werkelijke waarden en de waarden die wenselijk en haalbaar worden geacht binnen de context van duurzame ontwikkeling. 13

14 5. Berekenen van de ECOXXI index Bij elke indicator hoort een specifieke puntentelling. De gemeente krijgt punten op basis van beantwoording. Het totaal aantal behaalde punten wordt berekend volgens een optelling van deze punten. Het maximaal mogelijke puntentotaal wordt berekend door optellen van alle maximaal haalbare punten, waarop een gemeente kan scoren. Het kan voorkomen dat een gemeente niet kan scoren op een indicator omdat deze niet van toepassing is, als gevolg van het al dan niet aanwezig zijn van functies zoals bijvoorbeeld de afwezigheid van landbouw. De index ECO XXI is een procentuele waarde. Voor elke gemeente wordt het puntentotaal berekend dat overeenkomt met het puntentotaal verkregen uit alle indicatoren en een index die overeenkomt met het verkregen percentage. De uitslag wordt voorbereid door de uitvoerende instanties (zie hoofdstuk 7: jury en wetenschappelijke adviesraad). De aan te houden indeling van de scores voor de uitslag is als volgt: Tot 50% certificaat als bewijs van de getoonde betrokkenheid bij het duurzaamheidproces. Het indienen van een aanvraag die het verzamelen en systematiseren van een substantiële hoeveelheid gegevens met zich mee brengt, wordt op zich beschouwd als teken van voldoende inzet voor het verwezenlijken van de doelstellingen van het project. Daarom krijgen alle betrokken gemeenten een certificaat van deelname, uitgezonderd in gevallen waarover het secretariaat op goede gronden anders beslist. Tussen 50% - 60% certificaat en deelnamemedaille als symbool van een positieve index. Deze medaille wordt toegekend aan alle gemeenten met een score van tussen 50% en 60% op de ECO XXI index. Vanaf 60%: certificaat en vlag. Het secretariaat beschouwt de vlag als een teken van de voortdurende inzet voor duurzaamheid. o % o % o 85 % en meer bronzen vlag zilveren vlag gouden vlag Gekoppeld aan deze uitslag wordt een advies gegeven hoe de gemeente de score kan verbeteren. Zie hiervoor ook hoofdstuk 10: aanmelding voor ECOXXI keurmerk 14

15 6. Beschrijving van indicatoren dd. 1 januari 2013 Sector NAAM Soort indicator Expertise & Jury PSR PI/CI UI/NUI 1 Milieueducatie/ Promotie & voorlichting milieueducatie/edo R UI SME EDO op initiatief van de gemeente 2 Milieueducatie/ Uitvoering programma s Eco-scholen en YRE R UI SME EDO 3 ME / EDO; zee- en Toekenning van campagnes Blauwe Vlag en R NUI KMVK kustmilieu Greenkey 4 Instellingen Deelname aan internationale klimaat en R UI SME duurzaamheidcampagnes 5 Instellingen Samenwerking en communicatie tussen R UI SME burgers en gemeente 6 Instellingen Werkgelegenheid op milieugebied R UI VNG 7 Instellingen Systemen voor milieubeheer R UI Grontmij 8 Natuurbehoud Geclassificeerde gebieden (beschermde R UI WUR gebieden) 9 Natuurbehoud Natuurbehoud, biodiversiteit en R UI WUR geodiversiteit 10 Natuurbehoud Beheer en behoud van natuurgebieden en R UI WUR bossen 11 Ruimtelijke Ruimtelijke ordening en integraal P UI WUR ordening waterbeheer 12 Lucht Luchtkwaliteit en publieksvoorlichting S NUI Werner 13 Water Kwaliteit en beschikbaarheid van drinkwater S UI Grontmij 14 Water Bevolking aangesloten op systeem voor R UI Grontmij afvalwaterafvoer en behandeling 15 Afval Productie en gescheiden inzameling van P UI NVRD huishoudelijke afvalstoffen 16 Afval Recycling van huishoudelijke afvalstoffen R UI NVRD 17 Energie Evaluatie van de rol van energiezuinigheid in S UI Grontmij gemeentelijk beleid 18 Vervoer Duurzame mobiliteit R UI Werner 19 Geluid Geluidshinder R UI Werner 20 Landbouw Duurzame landbouw en plattelandstoerisme S/P NUI WUR 21 Toerisme Duurzaam toerisme S UI KMVK 15

16 7. Jury en wetenschappelijke adviesraad Binnen dit project is een jury aangesteld die zorg draagt voor het beoordelen van de invulling ten aanzien van de indicatoren. Een wetenschappelijke adviesraad zorgt voor advies over de vraagstelling. Indicator Naam Expertise & Jury Wetenschappelijke adviesraad 1 Promotie & voorlichting milieueducatie/edo op SME GDO initiatief van de gemeente 2 Uitvoering programma s Eco-scholen en YRE SME =National operator 3 Toekenning van campagnes Blauwe Vlag en Greenkey KMVK =National operator 4 Deelname aan internationale klimaat en SME GDO duurzaamheidcampagnes 5 Samenwerking en communicatie tussen burgers en SME GDO gemeente 6 Werkgelegenheid op milieugebied VNG GDO 7 Systemen voor milieubeheer Grontmij Utrecht Sustainability Institute 8 Geclassificeerde gebieden (beschermde gebieden) WUR WUR 9 Natuurbehoud, biodiversiteit en geodiversiteit WUR WUR 10 Beheer en behoud van natuurgebieden en bossen WUR WUR 11 Ruimtelijke ordening en integraal waterbeheer WUR WUR 12 Luchtkwaliteit en publieksvoorlichting Werner Grontmij 13 Kwaliteit en beschikbaarheid van drinkwater Grontmij UvW 14 Bevolking aangesloten op systeem voor Grontmij UvW afvalwaterafvoer en behandeling 15 Productie en gescheiden inzameling van NVRD USI huishoudelijke afvalstoffen 16 Recycling van huishoudelijke afvalstoffen NVRD USI 17 Evaluatie van de rol van energiezuinigheid in Grontmij Van Hal/ Nijenrode gemeentelijk beleid 18 Duurzame mobiliteit Werner ANWB 19 Geluidshinder Werner ANWB Grontmij 20 Duurzame landbouw en plattelandstoerisme WUR WUR 21 Duurzaam toerisme KMVK ANWB 16

17 8. Implementatiefasen gemeente Het project is ontstaan vanuit adviezen, ideeën en voorstellen die naar voren kwamen tijdens workshops met functionarissen in het kader van de onderwijsprogramma s ontwikkeld ten behoeve van het programma Eco-Schools. De discussie over het belang van lokale samenwerking en het stimuleren van good practices als succesfactoren in milieueducatie heeft geleid tot de noodzaak om de kenmerken van eco-stad nog duidelijker vast te stellen. Na drie jaar bezig te zijn geweest met de uitwerking stelt ABAE de gemeenten in 2005 uiteindelijk voor de uitdaging om mee te doen aan het jaar nul van het project, aan het begin van het decennium voor educatie over duurzame ontwikkeling. Editie nul in Portugal was essentieel voor het in kaart brengen van concepten, criteria en indicatoren, die in 2006 nader worden uitgewerkt tot een nieuw voorstel. Na de start in Neerland in 2009 heeft het programme ECO XXI zich verder ontwikkeld. Dit gebeurt in samenhang met de andere FEE-programma s en andere duurzaamheidsmeters. ECO XXI is geenszins bedoeld als statisch programma. Het is een project dat voortdurend onder controle staat en in ontwikkeling is, teneinde optimaal te kunnen aansluiten bij de gestelde doelen. Zo streeft ECO XXI ernaar, hetzij door de tweejaarlijkse evaluatie van het project en de resultaten daarvan, hetzij door de waardevolle bijdragen van de jury en de wetenschappelijke adviesraad, de gemeenten en de overige betrokken instellingen, om steeds effectiever te functioneren. Impressie workshop 17

18 9. Analyse van voorgaande jaren ECO XXI is in Nederland in 2009 gestart. In 2010 en 2011 is een pilot in drie Zeeuwse gemeenten uitgevoerd. In juli 2011 startte de implementatie in de rest van Nederland. Tot nu toe zijn er 22 Nederlandse gemeenten die deelnemen aan ECO XXI. Het gaat hierbij om gemeenten in de provincies Flevoland, Noord-Holland, Overijssel en Zeeland. Gemeente Deelname Certificaat 1 Bergen Sinds december Beverwijk Sinds december Bloemendaal Sinds december Borsele Sinds mei 2012 Zilver 5 Bussum Sinds juni 2012 Goud 6 Castricum Sinds juni 2012 Brons 7 Goes Sinds 2011 Zilver 8 Heemskerk Sinds mei 2012 Zilver 9 Hoorn Sinds februari 2012 Zilver 10 Middelburg Sinds juni 2011 Goud 11 Naarden Sinds juni 2012 Zilver 12 Noordoostpolder Sinds januari Purmerend Sinds juni Schouwen-Duiveland Sinds januari 2010 Zilver/Zilver 15 Sluis Sinds 2011 Brons 16 Terneuzen Sinds 2011 Deelname 17 Tholen Sinds mei 2010 Zilver 18 Veere Sinds 2012 Zilver 19 Velsen Sinds juni 2012 Zilver 20 Wijdemeren Sinds december Zandvoort Sinds juni 2012 Zilver 22 Zeewolde Sinds juni

19 10. Aanmelding voor ECOXXI keurmerk Een ECO XXI gemeente zijn, betekent allereerst het aangaan van de verplichting om maatregelen te nemen die duurzaamheid bevorderen, met bijzondere nadruk op het stimuleren van voorlichting over het milieu aan de plaatselijke bevolking. Deelname aan ECO XXI geschiedt op vrijwillige basis en elke gemeente beslist zelf over het indienen van een aanvraag. De gemeenten dienen zich aan te melden door het invullen van een digitaal aanmeldingsdossier. Dit dient te worden aangevuld met de documenten waarom wordt gevraagd of die relevant worden geacht met betrekking tot de indicatoren die meetellen voor het puntentotaal. Om in aanmerking te komen voor het ECO XXI keurmerk dient de gemeente te voldoen aan de volgende voorwaarden: 1. Voldoen aan de criteria van de ECO XXI index met voldoende score 2. De gevraagde informatie verstrekken met betrekking tot elke indicator waarop de gemeente wil scoren 3. Bij het indienen van de aanvraag het inschrijfgeld voldoen Op grond van de jaarlijks behaalde resultaten ontvangen de aangemelde gemeenten een onderscheiding: Een certificaat als bewijs van de aangetoonde betrokkenheid bij het duurzaamheidsproces. Het indienen van een aanvraag die het verzamelen en systematiseren van en substantiële hoeveelheid gegevens met zich mee brengt, wordt op zich beschouwd als teken van voldoende inzet voor het verwezenlijken van de doelstellingen van het project. Daarom krijgen alle betrokken gemeenten een certificaat van deelname. Een vlag in het geval van het behalen van een score van 60 procent of meer op de ECO XXI index. Deze vlag kan beschouwd worden als een teken van de voortdurende inzet voor duurzaamheid. Het certificaat en de vlag zijn bedoeld als erkenning voor de mate van betrokkenheid en/of de geleverde prestaties en als een stimulans voor verdere verbeteringen. 19

20 Tot 50% certificaat als bewijs van de getoonde betrokkenheid bij het duurzaamheidproces. Het indienen van een aanvraag die het verzamelen en systematiseren van een substantiële hoeveelheid gegevens met zich mee brengt, wordt op zich beschouwd als teken van voldoende inzet voor het verwezenlijken van de doelstellingen van het project. Tussen 50% - 60% certificaat en deelnamemedaille als symbool van een positieve index. Deze medaille wordt toegekend aan alle gemeenten met een score van tussen 50% en 60% op de ECO XXI index. Vanaf 60%: certificaat en vlag. Het secretariaat beschouwt de vlag als een teken van de voortdurende inzet voor duurzaamheid. o % o % o 85 % en meer bronzen vlag zilveren vlag gouden vlag Gekoppeld aan deze uitslag wordt een advies gegeven hoe de gemeente de score kan verbeteren. 20

21 Indicatoren ECO XXI Indicator 1. Milieueducatie Promotie van milieueducatie (ME) / educatie over duurzame ontwikkeling (EDO) op initiatief van de gemeente Deze indicator meet de huidige inzet en de behaalde resultaten binnen de gemeente van initiatieven op het gebied van informatie(voorziening) en milieueducatie, zoals tot uiting komt in o.a. de promotie van organisaties, voorzieningen voor milieueducatie. Dit geldt ook voor het uitvoeren van projecten op initiatief van de gemeente. De indicator wordt gewogen aan de hand van 5 onderdelen. Puntentelling A Faciliteit: maximaal 3 punten (minimaal 1 omschreven faciliteiten) B Voortgezette activiteit: maximaal 3 punten (minimaal 2 omschreven activiteiten) C Educatie: maximaal 1,5 punt (minimaal 4 omschreven activiteiten) D Bewustwording: maximaal 1 punt (minimaal 1 omschreven projecten) E Onderwijs- en opleidingstrategie: maximaal 1,5 punt (minimaal 1 omschreven projecten) TOTAAL: maximaal 10 punten A Faciliteiten Onder faciliteiten voor ME/EDO worden verstaan ruimtes zoals interpretatiecentra, educatieve boerderijen enzovoorts, die diensten verlenen gericht op voorlichting van de gemeenschap over het milieu, waarvan de uitgangspunten overeenstemmen met de doelstellingen van ME/EDO. B Voortgezette activiteiten Voortgezette activiteiten zijn de activiteiten die samenhangen met het opzetten van meerjarige projecten die aantoonbaar bijdragen tot het teweeg brengen van gedragsveranderingen bij de doelgroep in de bevolking. C Educatieve activiteiten Educatieve activiteiten zijn activiteiten waarbij specifieke doelgroepen betrokken zijn, met een duur van ten minste één dag, gericht op het ontwikkelen van specifieke vaardigheden binnen het domein van ME/EDO. D Bewustwordingsactiviteiten Bewustwordingsactiviteiten zijn activiteiten die bedoeld zijn voor een brede, diverse doelgroep, gericht op het verspreiden van informatie die betrekking heeft op bijvoorbeeld speciale evenementen (zoals Groene Dagen en Data), activiteiten ter verhoging van het bewustzijn over ME/EDO, publiciteit in de vorm van seminars, conferenties, etc. E Onderwijs- en opleidingsstrategie De strategie voor milieueducatie kan vertaald zijn in gemeentelijk beleid. Dit kan het kader/randvoorwaarden voor milieueducatie vormen en weergeven welke doelen zijn gesteld door de gemeente. 21

22 Indicator 2. Milieueducatie Uitvoering onderwijsprogramma s Eco-Scholen en YRE De keurmerken Eco-School en YRE (Young Reporters for the Environment) zijn campagnes van FEE. De keurmerken geven aan dat er een samenhangend programma is voor milieueducatie en - onderwijs, in lijn met de methoden en criteria zoals vastgelegd in het programma van de FEE. Wanneer Eco-School en/of YRE niet geïmplementeerd is in de gemeente, kunnen alternatieve (Nederlandse) programma s worden vermeld. Voorbeelden zijn andere natuureducatieve programma's op scholen (zoals Natuurouders, Zon op School, Scholen voor duurzaamheid etc.). Puntentelling A Eco-Scholen: maximaal 4,5 punt B Young Reporters for the Environment: maximaal 0,5 punt TOTAAL: maximaal 5 punten A Eco-Scholen Deelname aan Eco-schools wordt uitgedrukt in Groene Vlaggen. Voor meer informatie zie: Benodigde informatie: aantal basisscholen, aantal groene vlaggen en het aantal alternatieve programma s. B Young Reporters for the Environment Benodigde informatie: aantal Young Reporters for the Environment en het aantal alternatieve projecten. 22

23 Indicator 3. Milieueducatie Toekenning van campagnes Blauwe Vlag & Greenkey De Blauwe Vlag (BV) en Greenkey (GK) zijn campagnes van de FEE. De Blauwe Vlag is een keurmerk om toe te kennen aan zwemgebieden, havens en jachthavens. Greenkey is bedoeld voor recreatiebedrijven en -locaties. Beide keurmerken worden toegekend aan deelnemers die o.a. voldoen aan de criteria voor zwemwaterkwaliteit, informatie & milieueducatie, milieubeheer, veiligheid en faciliteiten. Puntentelling A Kustzwemzones (KZZ): maximaal 1,5 punt B Binnenlandse zwemzones (BZZ): maximaal 0,5 punt C Jachthavens: maximaal 0,5 punt D Duurzaamheids-certificering recreatielocaties: maximaal 0,5 punt TOTAAL: maximaal 3 punten A Kustzwemzones (KZZ) De officiële zwemwaterlocaties zijn bij de provincie bekend. Benodigde informatie: aantal zwemzones langs de kust en aantal blauwe vlaggen in de kustzwemzones. B Binnenlandse zwemzones (BZZ) BZZ zijn zwemzones gelegen aan een meer, rivier of andere zoetwaterlocaties. Benodigde informatie is hier het aantal zwemzones in het binnenland en het aantal blauwe vlaggen in de binnenlandse zwemzones. C Jachthavens Havens en jachthavens kunnen blauwe vlaggen ontvangen. Voor het invullen van deze indicator is het nodig om zicht te hebben op het aantal jachthavens binnen de gemeente en het aantal jachthavens met een blauwe vlag. D Duurzaamheids-certificering recreatielocaties Recreatielocaties kunnen zijn: campings, horeca, maar ook conferentielocaties. Bij deze indicator is het aantal recreatielocaties in combinatie met het aantal Greenkey certificeringen van belang. 23

24 Indicator 4. Instituten en instellingen Deelname aan (inter)nationale klimaat- en/of duurzaamheidscampagnes Deze indicator evalueert de deelname van een gemeente voor het verwezenlijken van de doelstellingen van klimaat- en/of duurzaamheidscampagnes, zoals bijvoorbeeld het programma Millenniumgemeenten, Kyoto- of Kopenhagenverdragen. Puntentelling A Activiteiten in het kader van publieksparticipatie en B Lokaal proces deelname aan klimaaten/of duurzaamheidscampagnes: maximaal 2 punten C Ontwikkelingsfasen klimaat- en/of duurzaamheidscampagnes: maximaal 4 punten TOTAAL: maximaal 6 punten A Activiteiten in het kader van publieksparticipatie Activiteiten in het kader van publieksparticipatie, zoals inspraak en publicatie van een Gemeentelijke Structuurvisie, Gemeentelijk Milieuplan, etc., gedurende de afgelopen twee jaar B Lokaal proces deelname aan klimaat- en/of duurzaamheidscampagnes C Ontwikkelingsfasen klimaat- en/of duurzaamheidscampagnes Bij deze indicator wordt aangegeven welke fasen voor de betreffende gemeente zijn gedefinieerd in combinatie met een korte omschrijving. 24

25 Indicator 5. Instituten en instellingen Samenwerking en communicatie tussen burgers en gemeente Hierbij gaat het om de hoeveelheid, toegankelijkheid en diversiteit van (betrouwbare) informatie aan het publiek beschikbaar gesteld door de gemeente met betrekking tot het milieu en duurzame ontwikkeling. (A+B). Samenwerking met maatschappij op het gebied van ontwikkeling: Samenwerking met de maatschappij, met name met officiële actieve (semi) onafhankelijke (NGO s) milieuorganisaties (zoals Provinciale Landschappen, Staatsbosbeheer, WNF, etc.) en (semi) onafhankelijke ontwikkelingsorganisaties (zoals UNICEF, Oxfam Novib, etc.). (C, D en E). Puntentelling A Beschikbaar gestelde informatie door de gemeente: maximaal 2 punten B Informatie beschikbaar via de website: maximaal 2 punten C (Semi) onafhankelijke milieuorganisaties (NGMO s) en D (Semi) onafhankelijke ontwikkelingsorganisaties (NGOO s): maximaal 2 punten (minimaal 3 samenwerkingsverbanden beschreven) E Andere organisaties van maatschappelijke en culturele aard: maximaal 1 punt (minimaal 3 samenwerkingsverbanden beschreven) TOTAAL: maximaal 7 punten A Beschikbaar gestelde informatie door de gemeente Per onderdeel wordt beschreven of het aanwezig is in combinatie met een korte beschrijving. De onderwerpen zijn: persoonlijke dienstverlening, klachtenservice en mogelijkheid tot vragen stellen via internet, gratis hotline, helpdesk voor burgers, mailings met nuttige informatie, gemeentelijke nieuwsbrief, andere verspreiding van informatie B Informatie beschikbaar via de website Informatie met betrekking tot milieu en duurzaamheid. C (Semi) onafhankelijke milieuorganisaties (NGMO s) Niet-gouvernementele natuur- en milieuorganisaties welke samenwerken met de gemeentelijke overheid. D (Semi) onafhankelijke ontwikkelingsorganisaties (NGOO s) Niet-gouvernementele ontwikkelingsorganisaties welke samenwerken met de gemeentelijke overheid. E Andere organisaties van maatschappelijke en culturele aard Andere organisaties van maatschappelijke en culturele aard met betrekking tot milieu, welke samenwerken met de gemeentelijke overheid. 25

26 Indicator 6. Instituten en instellingen Werkgelegenheid op milieugebied Bij deze indicator wordt een beeld gegeven van de inzet van de gemeente voor de aanpak van milieuzaken, door de aanwezigheid van werknemers met een opleiding op milieugebied binnen diverse afdelingen van de gemeente Puntentelling A Afdelingen: maximaal 1 punt B Hoger opgeleiden en C Werknemers met een beroepsopleiding: maximaal 2 punten TOTAAL: maximaal 3 punten A Afdelingen Aanwezigheid van afdelingen of divisies met taken op het gebied van natuur- en milieubeheer of natuur- en milieueducatie. Ook afdelingen noemen die slechts een deel van de tijd begemeenten aan milieutaken. B Hoger opgeleiden Hoger opgeleiden (HBO of WO) werkzaam op het gebied van natuur en milieu (in bijzonder klimaat of duurzaamheid) in dienst van de gemeente. C Werknemers met een beroepsopleiding Werknemers met een beroepsopleiding (MBO) werkzaam op het gebied van natuur of milieu in dienst van de gemeente. 26

27 Indicator 7. Instituten en instellingen Certificering van beheerssystemen voor kwaliteit en/of milieu en/of arbomanagement De tenuitvoerlegging van systemen voor milieubeheer maakt het mogelijk om kwaliteitsfactoren te evalueren. Het EMAS (Eco Management and Audit System, milieubeheer- en auditsysteem) van de Europese Unie is een management-instrument voor bedrijven en andere organisaties om hun milieuprestaties te evalueren, documenteren en verbeteren. Sinds 2001 is EMAS breed beschikbaar in alle economische sectoren, waaronder publieke en private diensten. EMAS maakt gebruik van ISO als systeem voor milieubeheer. De normen in de serie ISO hebben hoofdzakelijk betrekking op milieubeheer. De normen in de serie ISO 9000 hebben hoofdzakelijk betrekking op kwaliteitsbeheer. In dit kader wordt getoetst in hoeverre de gemeente inkoopt bij bedrijven met ISO certificeringen of vergelijkbare duurzaamheidscertificeringen. De gemeente dient aan te geven of ze beschikt over een duurzaam inkoopbeleid. Zo ja, dan dient dit te worden toegevoegd. Puntentelling A Gemeentelijke onderdelen en diensten: maximaal 1 punt (afhankelijk van aantal en soort certificeringen) B Zelfstandige ondernemingen/instanties in de gemeente: maximaal 0,5 punt (afhankelijk van aantal en soort certificeringen) C Samenwerkende bedrijven actief binnen de gemeente: maximaal 0,25 punt (afhankelijk van aantal en soort certificeringen) D Bedrijven die goederen/diensten leveren aan de gemeente: maximaal 0,25 punt (afhankelijk van aantal en soort certificeringen) TOTAAL maximaal 2 punten A Gemeentelijke onderdelen en diensten Het aantal certificeringen toegekend aan de gemeentelijke onderdelen en diensten. B zelfstandige ondernemingen/instanties in de gemeente Zelfstandige ondernemingen gevestigd in de gemeente C samenwerkende bedrijven actief binnen de gemeente Dit zijn zelfstandige ondernemingen/instanties die samenwerken met de gemeente D bedrijven die goederen/diensten leveren aan de gemeente Aantal certificeringen toegekend aan bedrijven die goederen en/of diensten leveren aan de gemeente. 27

28 Indicator 8. Natuurbehoud Geclassificeerde gebieden Aantal en oppervlakte van alle geclassificeerde en beschermde natuurgebieden. Daaronder worden verstaan: gebieden die geclassificeerd zijn op grond van Internationale of Europese verdragen, gebieden binnen het netwerk van Natura 2000, gebieden onderdeel van het nationaal netwerk van beschermde gebieden (EHS en Natuurbeschermingswetgebieden), speciale beschermde (verbindings)zones (SBZ) en natuurgebieden o.a. op provinciaal niveau en overige ondersteunende en beschermde gebieden zoals beschermde gemeentelijke natuurgebieden ne de nationale landschappen. Puntentelling A Internationale classificaties: maximaal 1 punt B Nationaal netwerk van beschermde gebieden: maximaal 1 punt C Beschermde gebieden op lokaal en regionaal niveau: maximaal 1 punt TOTAAL maximaal 3 punten A Internationale classificaties Internationale classificaties, Natura 2000 gebieden en wetlands krachtigens het Ramsar verdrag, biosfeer reservaten of gebieden met Europees diploma van de raad van Europa. B Nationaal netwerk van beschermde gebieden De aanwezigheid van beschermde gebied(en) die onder het nationaal netwerk van beschermde gebieden of geclassificeerde vindplaatsen vallen. C Beschermde gebieden op lokaal en regionaal niveau Totale oppervlakte van de beschermde gebieden op lokaal of regionaal niveau (beschermd landschap) in beheer van de gemeente. 28

29 Indicator 9. Natuurbehoud Natuurbehoud (biodiversiteit en geodiversiteit). Weten, leren en verkondigen. Deze indicator is bedoeld om te inventariseren welke maatregelen de gemeente neemt voor natuurbehoud en de kennis daarover. Het gaat dan om educatie over biodiversiteit en beleving van de natuurlijke omgeving. Aan de orde komen projecten en acties gericht op natuurbehoud en de informatieverspreiding daarvan. Puntentelling A Acties en projecten: maximaal 2 punten B Educatie en training: maximaal 1 punt C Promotie en toegankelijkheid van natuur voor publiek: maximaal 2 punten TOTAAL 5 punten A Acties en projecten Welke acties en projecten zijn door de gemeente uitgevoerd in het kader van natuurbehoud. B Educatie en training Welke acties en projecten zijn door de gemeente geïnitieerd dan wel uitgevoerd in het kader van educatie en training C Promotie en toegankelijkheid van natuur voor publiek Welke acties en projecten zijn door de gemeente geïnitieerd dan wel uitgevoerd in het kader van promotie en toegankelijkheid van natuur. 29

30 Indicator 10. Natuurbehoud Beheer en behoud van bossen en natuurgebieden Het doel van deze indicator is het evalueren van de prestaties van de gemeente met betrekking tot het beheer en de bescherming van bos- en natuurgebieden. Hierbij staan zowel de fysieke maatregelen als maatregelen met betrekking tot organisatie en samenwerking centraal. Puntentelling A buffer(stroken) ter voorkoming van brand en/of milieucalamiteiten, zoals wegen, paden, sloten +B Buffer(stroken) rond bevolkingsclusters: maximaal 1 punt C tot en met I: maximaal 2 punten TOTAAL: Maximaal 3 punten A buffer(stroken) ter voorkoming van brand en/of milieucalamiteiten, zoals wegen, paden, sloten Aanleg in het gehele netwerk van gemeentelijke wegen en paden (10 meter aan weerszijden). B Buffer(stroken) rond bevolkingsclusters C Plannen voor de bestrijding van bos- en natuurbranden of andere milieubedreigingen; Specifiek voor geplande maatregelen ten aanzien van aan te leggen toegangswegen en brandbufferstroken. D Plannen voor waterpunten ten behoeve van bestrijding van bos- en natuurbranden of andere milieubedreigingen E Plannen voor teams ten behoeve van bestrijding van bos- en natuurbranden of andere milieubedreigingen F Plannen voor bos- en natuurbeheer Plannen voor de beheerde bossen en natuurgebieden in de gemeente (ook de plannen van terreinbeherende organisaties moeten worden meegenomen). G bijeenkomsten Bijeenkomsten met boseigenaren en producenten van bosproducten H Bewustwordingsactiviteiten Activiteiten ten behoeve van de preventie van bosbranden. Gericht op specifieke doelgroepen, waaronder scholen. I Recreatiebossen en natuurgebieden en educatieve paden Het aantal voor recreatie of educatie bedoelde bossen, parken en natuurgebieden in de gemeente. 30

31 Indicator 11. Ruimtelijke ordening en integraal waterbeheer Ruimtelijke ordening en integraal waterbeheer Het doel van deze indicator is het evalueren van de mate waarin de levenskwaliteit van de bevolking wordt beïnvloed door het beleid ten aanzien van ruimtelijke ordening en integraal waterbeheer en door interventies van de gemeente Puntentelling A Groene ruimte: maximaal 2,5 punt B Consolidatie stedelijke ruimte: maximaal 2,5 punt C Stadsvernieuwing en sondering: maximaal 2,5 punt D Planning: maximaal 4 punten E Integraal waterbeheer: maximaal 2,5 punt TOTAAL: maximaal 14 punten A Groene ruimte B Consolidatie stedelijke ruimte C Stadsvernieuwing en sondering D Planning E Integraal waterbeheer Hierbij gaat het om vastgestelde gemeentelijke plannen ten aanzien van waterbeheer, stedelijk water, grondwater etc. 31

32 Indicator 12. Lucht Luchtkwaliteit en publieksvoorlichting Het doel van deze indicator is het evalueren van de prestaties van de gemeente voor wat betreft beoordeling en beheer van luchtkwaliteit, met name vrijwillige initiatieven in het kader van deze indicator en de verbetering van de prestaties, evenals de vormen van bewustwording en verstrekking van informatie over dit onderwerp Puntentelling A Initiatieven: maximaal 1 punt B Uitgevoerde maatregelen op lokaal niveau: maximaal 2 punt C Voorlichting voor burgers: maximaal 1 punt TOTAAL: maximaal 3 punten A initiatieven Initiatieven voor de monitoring en beoordeling van het niveau van de luchtkwaliteit van de gemeente. B Uitgevoerde maatregelen op lokaal niveau Het beschrijven van de genomen maatregelen die leiden tot het behoud en in stand houden en/of juist het verbeteren van de luchtkwaliteit. C Voorlichting voor burgers Acties ten behoeve van bewustwording en voorlichting over luchtkwaliteit, etc. D Waarden hoger dan EU grenzen Waarden hoger dan de EU grenzen of de nationale wetgeving ten behoeve van de bescherming van de menselijke gezondheid 32

33 Indicator 13. Water Drinkwaterkwaliteit en drinkwatervoorziening Puntentelling Waterkwaliteit index (IQ): maximaal 4 punten Dekkingsgraad: maximaal 4 punten TOTAAL: maximaal 8 punten I) Kwaliteit van water voor menselijke consumptie De vastgestelde normen komen aan de orde in de zowel de wetgeving van de EU als de nationale wetgeving. Het bepalen of water voor menselijke consumptie van voldoende kwaliteit is, geschiedt aan de hand van een reeks regels. Daarmee wordt beoordeeld of de waterkwaliteit, op grond van monsters genomen met de minimale frequentie voldoet aan de kwaliteitsnorm of maatstaf die betrekking heeft op menselijke consumptie. De waterkwaliteit index (IQ) wordt berekend aan de hand van I1 en I2 (bestaat uit F1, F2 en F3) I1: Percentage uitgevoerde analyses F1: Omvang van de niet-geslaagde analyses F2: Frequentie van niet-geslaagde analyses F3: Reikwijdte van niet-geslaagde analyses I2: percentage niet-geslaagde analyses IQ < 75% = maximaal 1,3 punt IQ 75-90% = maximaal 1,3 tot 2,6 punt IQ > 90 % = maximaal 2,6 tot 4 punten Maximaal 4 punten II) Bevolking aangesloten op systemen voor watervoorziening De dekkingsgraad van systemen voor watervoorziening in termen van aangesloten aantallen inwoners % = 1 punt 85-89% = 2 punten 90-94% = 3 punten > 95% = 4 punten Maximaal 4 punten 33

34 Indicator 14. Water Bevolking aangesloten op systemen voor afvoer en behandeling van afvalwater Deze indicator evalueert de dekkingsgraad van systemen voor afvoer van afvalwater in termen van aangesloten aantallen inwoners en het percentage van de bevolking dat effectief aangesloten is op afvalwaterzuivering. Puntentelling Percentage inwoners aangesloten op afvoer van afvalwater: 50-69% = 0,5 punt 70-79% = 1 punt 80-89% = 1,5 punt > 90% = 2 punten Percentage inwoners aangesloten op zuivering van afvalwater: 50-69% = 0,5 punt 70-79% = 1 punt 80-89% = 1,5 punt > 90% = 2 punten TOTAAL: maximaal 4 punten A Afvalwater B Mate van zuivering 34

35 Indicator 15. Afvalstoffen Productie en gescheiden inzameling van huishoudelijke afvalstoffen Puntentelling A Totaal geproduceerd huishoudelijk afval: maximaal1 punt B Totaal ingezamelde Urban Solid Waste (USW) vaste afvalstoffen: maximaal 1 punt Een score op beiden levert 3 punten op TOTAAL: maximaal 3 punten A Totaal geproduceerd huishoudelijk afval Dit is in Nederland gelijk aan de hoeveelheid ingezameld huishoudelijk afval. 99 procent van het afval wordt namelijk opgehaald. B Totaal ingezamelde Urban Solid Waste (USW) vaste afvalstoffen 35

36 Indicator 16. Afvalstoffen Recycling van huishoudelijk afval Hoeveelheid huishoudelijke afvalstoffen (urban solid waste; USW) die wordt benut door middel van recyclen en/of energetische verwarming, per soort geproduceerd afval. Puntentelling A Systeem voor het recyclen en benutten van huishoudelijk afval: maximaal 0,75 punt (voor een volledig beschreven systeem voor recycling) B Niet gestort huishoudelijk afval: maximaal 0,75 punt (voor een % benutte afvalstoffen van >85 %) C Benut verpakkingsafval (grijs afval): maximaal 0,75 punt (voor een % benut grijs afval van > 85 %) D Benut GFT: maximaal 0,75 punt (voor Groente, Fruit en Tuinaval) E Inzicht in de afvalketen: maximaal 1 punt TOTAAL: maximaal: 4 punten A Systeem voor het recyclen en benutten van huishoudelijk afval Beschikt de gemeente over een systeem voor het benutten en recyclen van huishoudelijk afval? B Niet gestort huishoudelijk afval C Benut verpakkingsafval (Grijs afval) D Benut GFT E Inzicht in de afval keten Dit heeft betrekking op het niet gerecyclede afval; wordt dit voor energieopwekking of anderszins gebruikt. Voor afval dat wordt ingenomen door leveranciers geldt of de verdere verwerking ervan bekend is. 36

37 Indicator 17. Energie Energiezuinigheid in het gemeentebeleid Deze indicator analyseert de mogelijkheden en initiatieven voor wat betreft zowel energieverbruik als beheer van het erfgoed, van de gemeente als autoriteit verantwoordelijk voor het reguleren van economische activiteiten en/of het exploiteren van milieuvriendelijke hulpbronnen in het gebied waarin die gemeente plichten en verantwoordelijkheden heeft. Om te scoren dient de gemeente te voldoen aan ten minste die vragen uit set A en twee uit set B. Puntentelling A Energiegebruikacties: maximaal 4 punten B Good practices acties: maximaal 4 punten TOTAAL: maximaal 8 punten A Energiegebruik acties Acties op het gebied van energieverbruik door de gemeente. Geef aan of de volgende items aanwezig zijn en geef een korte toelichting. B Good practices acties Acties in het kader van het stimuleren van good practices door de gemeente. Geef aan of de volgende items aanwezig zijn en geef een korte toelichting 37

38 Indicator 18. Vervoer Duurzame mobiliteit Deze indicator inventariseert de aanwezigheid en beschikbaarheid van structuren die duurzame mobiliteit bevorderen. Puntentelling A Stimulering van (meer) duurzame activiteit: maximaal 3 punten B Plannen en projecten: maximaal 2,5 punt C Bevordering van bewustwording inzake duurzame mobiliteit: maximaal 1,5 punt TOTAAL: maximaal 7 punten A Stimulering van (meer) duurzame activiteit Het al dan niet toepassen of aanwezig zijn van de volgende items: Permanente maatregelen gericht op het verminderen van gemotoriseerd verkeer en luchtvervuiling in stadscentra Openbaar vervoer Maatregelen gericht op het stimuleren van voertuigen met alternatieve technologieën en het gebruik van biobrandstoffen Gerealiseerd netwerk van utilitaire en recreatieve fietspaden/stroken in de gemeente Gerealiseerd netwerk van utilitaire en recreatieve voetpaden B Plannen en projecten Het al dan niet toepassen of aanwezig zijn van de volgende items: Gemeentelijk mobiliteitsplan met nadruk op de mobiliteit van voetgangers Projecten gericht op de bevordering van duurzame mobiliteit C Bevordering van bewustwording inzake duurzame mobiliteit Het verwezenlijken van bewustwordingsactiviteiten gericht op duurzame mobiliteit. 38

39 Indicator 19. Geluid Kwaliteit van de geluidsomgeving Deze indicator inventariseert welke maatregelen genomen zijn ten behoeve van het verbeteren of behoud van de kwaliteit van de geluidsomgeving. Puntentelling A Geluidskaarten: maximaal 1 punt B Plan voor geluidsreductie of behoud van rust (behoud kwaliteit): maximaal 2 punten TOTAAL: maximaal 3 punten A Geluidskaarten B Plan voor geluidsreductie of behoud van rust (behoud kwaliteit) 39

40 Indicator 20. Landbouw Landbouw en duurzaam plattelandstoerisme Deze indicator gaat in op de invloed van de landbouw en duurzaam plattelandstoerisme ten behoeve van de plattelandsontwikkeling. Onder seminatuurlijke landbouwhabitats worden gebieden verstaan waar traditionele landbouwactiviteiten in de loop der tijd geleid hebben tot het ontstaan van intra- en intersoortelijke relaties, met een evenwicht in het biofysische systeem. De ontwikkeling van economische activiteiten hangt samen met de ontwikkeling en instandhouding van het waarborgen van natuurlijke ecosystemen. Dergelijke habitats bevinden zich binnen landbouwgronden. De impact op de instandhouding van biodiversiteit hangt in belangrijke mate af van de manier waarop de grond wordt bewerkt. Het uitoefenen van organische landbouwproductie is onderworpen aan specifieke controles (regulering uitoefenen van organische landbouwproductie). Het promoten en uitdragen van kennis en smaken door het inzetten van kwaliteits(streek) producten in relatie tot het versterken van kleinschalig ambacht- en ondernemerschap. Dit ten behoeve van de ontwikkeling van het platteland. Lokale belangenorganisaties als samenwerkingsvorm tussen private en publieke organisaties die samen zich inzetten ten behoeve van en binnen plattelandsontwikkelingsplannen Puntentelling A Seminatuurlijke landbouwhabitat: maximaal 1 punt B Biologische landbouw: maximaal 1 punt C Waardering van kwaliteitsproducten: maximaal 1 punt D Deelname aan lokale groepen: maximaal 0,5 punt TOTAAL maximaal 3,5 punt A Seminatuurlijke landbouwhabitat Seminatuurlijke landbouwhabitat in de gemeente B Biologische landbouw Biologische landbouw in de gemeente C Waardering van kwaliteitsproducten Hoeveelheid streeksproducten binnen de gemeente D Deelname aan lokale groepen Lokale actie/belangen groepen en deelname vanuit gemeente, dorpsraad of particulieren. 40

41 Indicator 21. Toerisme Duurzaam toerisme Deze indicator evalueert de maatregelen en activiteiten ter bevordering van de ontwikkeling en transformatie van toerisme als duurzame activiteit binnen de gemeente Puntentelling A Dynamisch toerisme: maximaal 0,5 punt B Plannen en projecten: maximaal 0,5 punt C Waardering van ambachten en streekproducten: maximaal 2,5 punt D Plattelandstoerisme: maximaal 0,5 punt E Quality Coast: maximaal 0,5 punt TOTAAL maximaal 4,5 punt A Dynamisch toerisme Hierbij gaat het in eerste instantie om het aantal overnachtingen, de toeristische intensiteit, het aantal overnachtingen in de zomer en in de winter en bijbehorend de seizoenindex en de bezettingsgraad. De toeristische intensiteit beoordeelt de druk van het toerisme ten opzichte van de vaste bevolking in een gegeven gebied. De seizoenindex beoordeelt de druk van het toerisme ten opzichte van de vaste bevolking in een gegeven gebied. Verder gaat het om het aantal particuliere investeringsprojecten in beschermde gebieden of aangelegen gebieden (alle projecten die grenzen aan of binnen een beschermd gebied vallen zoals recreatieve bedrijven in of aan een natuurgebied, een landbouwbedrijf dat een hotel begint in of aan een natuurgebied etc.), het aantal in aanmerking komende aanmeldingen voor een subsidie, het aantal toeristische particuliere ondernemingen die meewerken aan het herstel van vervallen openbare ruimtes en het aantal Greenkey bedrijven. B Plannen en projecten Hierbij gaat het om ontwikkelingsplannen voor toerisme, indicatoren voor monitoring (informatie over/en kennis van toerisme alsmede de positieve en negatieve effecten daarvan en het evalueren van de impact die veranderingen in het milieu, de economie of de maatschappij kunnen hebben op het toerisme), het ontwikkelen van openbare projecten ter bevordering van het toerisme (Zoals: herstel van beschermde gebieden, stranden, zee, rivieroevers en historische centra), promotiemedia met verminderde milieu-impact (Materiaal, waaronder promotiemateriaal voor toeristen dat wordt geproduceerd met een minimale milieu-impact, waarbij de toepassing van nieuwe technologieën gestimuleerd wordt. Tevens is belangrijk dat toeristen en deelnemers aan excursies zich hiervan bewust worden gemaakt) en organisatie en/of ondersteuning van evenementen (omvat het verspreiden van informatie, discussieforums, campagnes of zelfs opleidingsprogramma s gericht op ondernemers in het toerisme, toeristen en vaste inwoners). C Waardering van ambachten en streekproducten Het aantal door de gemeente erkende streekproducten, ambachten, ambachtslieden en organisaties. 41

42 D plattelandstoerisme Vakantiehuizen met bijzondere voorzieningen: Accommodatie voor toeristen in individuele oude huizen die vanwege hun architectonische, historische of kunstzinnige waarde voornamelijk georiënteerd zijn op bepaalde seizoenen, met name verblijf tijdens de zomer; Plattelandstoerisme: Het aantal huizen op het platteland (dus buiten de stad- en dorpskernen) die als accommodatie voor toeristen dienen. Een betreffend huis moet tevens het hoofdverblijf van de eigenaar zijn; Agrotoerisme: Het aantal accommodatie voor toeristen op bepaalde boerenbedrijven, waarbij de gasten de mogelijkheid hebben om te kijken en mee te helpen bij het werk dat daar wordt gedaan; Dorpstoerisme: Het aantal accommodaties voor toeristen dat in dorpskernen staat en een karakteristieke bouwstijl heeft of een bouwstijl die traditioneel aansluit op de rest van het dorp; Countryhuizen: Het aantal accommodaties voor toeristen in huizen op het platteland die niet in gebruik zijn als woning van de eigenaar (dit is het verschil met plattelandstoerisme). De eigenaar is een particulier en geen onderneming. De huizen moeten aansluiten bij de karakteristieke, historische, traditionele bouwstijl van de streek; Campings: Accommodaties aangewezen als camping; Andere vormen: Accommodaties in plattelandsgebieden met amusement en recreatieve activiteiten ten behoeve van toeristen die publiciteit opleveren voor de streek (bijvoorbeeld: plattelandshotel). E Quality Coast Deelname van gemeente aan het Quality Coast programma en/of zij de gehanteerde criteria gebruikt. Meer informatie over dit programma: 42

FEE-Nederland & provincie Zeeland. Partners in duurzame ontwikkeling

FEE-Nederland & provincie Zeeland. Partners in duurzame ontwikkeling & provincie Zeeland Partners in duurzame ontwikkeling 1 Wat is FEE-Nederland? FEE-Nederland is de Foundation for Environmental Education in the Netherlands FEE zet zich in voor Environmental Education,

Nadere informatie

FEE-Nederland en Eco XXI. Henny C. Kromhout Voorzitter FEE-Nederland Member of the Board of FEE- International

FEE-Nederland en Eco XXI. Henny C. Kromhout Voorzitter FEE-Nederland Member of the Board of FEE- International FEE-Nederland en Eco XXI Henny C. Kromhout Voorzitter FEE-Nederland Member of the Board of FEE- International FEE - International Non profit organisatie NGO s; non gouvermentele organisaties Doel: duurzame

Nadere informatie

FEE-Nederland en Eco XXI. Henny C. Kromhout Voorzitter FEE-Nederland Member of the Board of FEE- International

FEE-Nederland en Eco XXI. Henny C. Kromhout Voorzitter FEE-Nederland Member of the Board of FEE- International FEE-Nederland en Eco XXI Henny C. Kromhout Voorzitter FEE-Nederland Member of the Board of FEE- International FEE - International Non profit organisatie NGO; non gouvermentele organisatie Doel: duurzame

Nadere informatie

artikel SUSTAINGRAPH TECHNISCH ARTIKEL

artikel SUSTAINGRAPH TECHNISCH ARTIKEL SUSTAINGRAPH TECHNISCH ARTIKEL SUSTAINGRAPH is een Europees project, gericht (op het verbeteren van) de milieuprestaties van Europese Grafimediabedrijven binnen de productlevenscyclus van hun grafimedia

Nadere informatie

Extra impuls gemeenten voor afvalpreventie en afvalscheiding huishoudelijk afval

Extra impuls gemeenten voor afvalpreventie en afvalscheiding huishoudelijk afval Extra impuls gemeenten voor afvalpreventie en afvalscheiding huishoudelijk afval Inhoud 1. Inleiding 3 2. Opzet plannen voor ondersteuning 4 3. Plannen voor verminderen huishoudelijk restafval 5 3.1 Eisen

Nadere informatie

EIR 2019: Selectie van de belangrijkste feiten over de stand van de uitvoering van de milieuwetgeving in Europa

EIR 2019: Selectie van de belangrijkste feiten over de stand van de uitvoering van de milieuwetgeving in Europa EIR 2019: Selectie van de belangrijkste feiten over de stand van de uitvoering van de milieuwetgeving in Europa DEFINITIE, DOELSTELLINGEN EN VOORDELEN VAN EIR De Evaluatie uitvoering milieubeleid (EIR)

Nadere informatie

Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010

Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010 Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010 Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie: Conferentie over Biodiversiteit in een veranderende wereld 8-9 september 2010 Internationaal Conventiecentrum

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR A. DOEL VAN DE FUNCTIE: Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen

Nadere informatie

NAAR EEN EUROPA VOOR ALLE LEEFTIJDEN

NAAR EEN EUROPA VOOR ALLE LEEFTIJDEN NL NAAR EEN EUROPA VOOR ALLE LEEFTIJDEN AGE- STANDPUNT IN HET KADER VAN HET 2007 - EUROPEES JAAR VAN GELIJKE KANSEN VOOR IEDEREEN The European Older People s Platform La Plate-forme européenne des Personnes

Nadere informatie

VNG. 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam

VNG. 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam VNG 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam Kerntaken provincies Duurzame ruimtelijke ontwikkeling (o.a. waterbeheer) Milieu, energie en klimaat Vitaal platteland, natuurbeheer en ontwikkeling natuurgebieden Regionale

Nadere informatie

Milieumanagement & Duurzaam Ondernemen

Milieumanagement & Duurzaam Ondernemen Milieumanagement & Duurzaam Ondernemen Milieumanagement en duurzaam ondernemen Duurzaam ondernemen en milieumanagement zijn begrippen die vaak, bijna onbewust, gekoppeld worden aan milieubelastende sectoren

Nadere informatie

Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland

Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland MEMO/08/76 Brussel, 7 februari 2008 Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland 1. Operationeel programma voor

Nadere informatie

Functiefamilie ET Thematische experten

Functiefamilie ET Thematische experten Functiefamilie ET Thematische experten DOEL Expertise in een materie* en verstrekken aan de administratieve en politieke instanties teneinde hen te ondersteunen bij de besluitvorming en de uitvoering van

Nadere informatie

NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN

NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN juni 2016 1 Inleiding 1.1 Achtergrond In 2012 heeft de toenmalige minister van Onderwijs het predicaat Excellente School in het leven geroepen om goed presterende

Nadere informatie

Strategisch beleidsplan Stichting Promes 2015-2018

Strategisch beleidsplan Stichting Promes 2015-2018 Strategisch beleidsplan Stichting Promes 2015-2018 Voorwoord. De planperiode van 2011-2014 ligt bijna achter ons en geeft ons reden tot nadenken over de doelen voor de komende vier jaar. Als we terugdenken

Nadere informatie

Extra impuls gemeenten voor scheiding kunststof verpakkingsafval van huishoudens

Extra impuls gemeenten voor scheiding kunststof verpakkingsafval van huishoudens Extra impuls gemeenten voor scheiding kunststof verpakkingsafval van huishoudens Inhoud 1. Inleiding 3 2. Opzet 4 3. Voorwaarden en procedure 5 3.1 Eisen aan de projecten 5 3.2 Indienen van projecten 6

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE CRI(97)36 Version néerlandaise Dutch version EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE TWEEDE ALGEMENE BELEIDSAANBEVELING VAN DE ECRI: SPECIALE ORGANEN OP NATIONAAL NIVEAU GERICHT OP DE BESTRIJDING

Nadere informatie

Agenda Iris 21: workshop van 8 februari 2010

Agenda Iris 21: workshop van 8 februari 2010 Agenda Iris 21: workshop van 8 februari 2010 Uitvoering, evaluatie en follow-up van het actieplan 1 e oefening in werkgroepen: follow-up van het actieplan naar 2012 toe Philippe Mertens Het actieplan wordt

Nadere informatie

4.2 Inzichten in de behoeften en verwachtingen van de belanghebbenden. 4.3 Het toepassingsgebied van het milieumanagementsystee m vaststellen

4.2 Inzichten in de behoeften en verwachtingen van de belanghebbenden. 4.3 Het toepassingsgebied van het milieumanagementsystee m vaststellen 4 Context van de organisatie 4 Milieumanagementsysteemeisen 4.1 Inzicht in de organisatie en haar context 4.2 Inzichten in de behoeften en verwachtingen van de belanghebbenden 4.3 Het toepassingsgebied

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de Groep sociale vraagstukken Toetsing van de uitvoering door de lidstaten

Nadere informatie

Duurzaam inkoopbeleid

Duurzaam inkoopbeleid Duurzaam inkoopbeleid Datum: 05-09-2018 Versie: 3 Opgesteld in samenwerking met Will2Sustain Adviesbureau voor duurzaam ondernemen Inhoud 1. Inleiding... 1 2. Doelstelling... 1 3. Inkoopcriteria... 1 3.1

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.3.2014 C(2014) 1410 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 11.3.2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement

Nadere informatie

3 CAMPAGNES. Wat is voor jou de juiste keuze?

3 CAMPAGNES. Wat is voor jou de juiste keuze? 3 CAMPAGNES Wat is voor jou de juiste keuze? Onderzoek naar het programma van campagnes met andere verhalen en tegengeluiden wijst uit dat veel campagnes niet zodanig zijn ontwikkeld dat ze een specifieke

Nadere informatie

VERKLARING OMTRENT MENSENRECHTENBELEID VAN UNILEVER

VERKLARING OMTRENT MENSENRECHTENBELEID VAN UNILEVER VERKLARING OMTRENT MENSENRECHTENBELEID VAN UNILEVER Wij zijn ervan overtuigd dat bedrijven alleen succesvol kunnen zijn in maatschappijen waarin mensenrechten beschermd en gerespecteerd worden. Wij erkennen

Nadere informatie

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model.

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. 1. Wat is het INK-model? Het INK-model is afgeleid van de European Foundation for Quality Management (EFQM). Het EFQM stelt zich ten doel Europese bedrijven

Nadere informatie

Beleidsplan sponsorcommissie D.O.S.C.

Beleidsplan sponsorcommissie D.O.S.C. Beleidsplan sponsorcommissie D.O.S.C. Samengesteld door de sponsorcommissie van D.O.S.C. versie 18 januari 2017 Inleiding Algemeen Dit plan beschrijft het algemene beleid ten aanzien van sponsoring en

Nadere informatie

HKZ-norm voor ketens en netwerken in de zorg en het sociale domein versie 2015

HKZ-norm voor ketens en netwerken in de zorg en het sociale domein versie 2015 HKZ-norm voor ketens en netwerken in de zorg en het sociale domein versie 2015 Versiebeheer Datum Activiteit Versie 27 februari Niveau 2 losgekoppeld van overige niveaus 0.1 5 maart 2015 Input projectoverleg

Nadere informatie

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S20/2019. Sport als instrument voor integratie en sociale inclusie van vluchtelingen

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S20/2019. Sport als instrument voor integratie en sociale inclusie van vluchtelingen OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S20/2019 Sport als instrument voor integratie en sociale inclusie van vluchtelingen Deze oproep tot het indienen van voorstellen past in de uitvoering van het

Nadere informatie

JAARLIJKSE EMAS ONTMOETING

JAARLIJKSE EMAS ONTMOETING JAARLIJKSE EMAS ONTMOETING Revisie van Bijlagen I, II en III en integratie van de Norm ISO 14001-2015 Sébastien Paquot Europese Commissie Agenda 1. Goedkeuring van de herziene bijlagen voornaamste wijzigingen

Nadere informatie

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. In 2007 is de Vereniging CultuurProfielScholen (VCPS) opgericht, het

Nadere informatie

Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad, 27 september Didier Reynaert Lector sociaal werk, HoGent Gastlector kinderrechten, Odisee

Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad, 27 september Didier Reynaert Lector sociaal werk, HoGent Gastlector kinderrechten, Odisee Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad, 27 september 2016 Didier Reynaert Lector sociaal werk, HoGent Gastlector kinderrechten, Odisee Goedkeuring Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK, 1989).

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement Doel van de functiefamilie Leiden van projecten en/of deelprojecten de realisatie van de afgesproken projectdoelstellingen te garanderen. Context: In lijn met de overgekomen normen in termen van tijd,

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117 NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal aan: het Coreper / de Raad nr. vorig doc.: 12712/3/12

Nadere informatie

Integraal Kwaliteitsmanagement Gezondheidszorg Zorgkwaliteit, risicobeheersing, veiligheid en efficiency volgens NEN EN 15224

Integraal Kwaliteitsmanagement Gezondheidszorg Zorgkwaliteit, risicobeheersing, veiligheid en efficiency volgens NEN EN 15224 Integraal Kwaliteitsmanagement Gezondheidszorg Zorgkwaliteit, risicobeheersing, veiligheid en efficiency volgens NEN EN 15224 Version 1/2013 Uitdagingen in de gezondheidszorg Als professionele zorgaanbieder

Nadere informatie

Instroom 1. Inclusie. Uitstroom. Doorstroom. Universiteit Utrecht 1

Instroom 1. Inclusie. Uitstroom. Doorstroom. Universiteit Utrecht 1 Instroom 1 4 Uitstroom 3 Inclusie 2 Doorstroom Universiteit Utrecht 1 Rapportage 2018 Prof. Dr. Naomi Ellemers Prof. Dr. Jojanneke van der Toorn Dr. Wiebren Jansen Inhoud Voorwoord 4 Algemeen 6 Hoe is

Nadere informatie

VERKLARING VAN EUSKADI

VERKLARING VAN EUSKADI VERKLARING VAN EUSKADI De voorzitsters en voorzitters die deelnemen aan de XII Conferentie van de Europese Regionale Wetgevende Parlementen gehouden in Euskadi/Baskenland op 3 en 4 november (Lijst met

Nadere informatie

Geachte heer Rog, Onderwerp Reactie implementatieplan arbeidsmarktdiscriminatie. Datum 30 november 2018 Ons kenmerk 2018/0190/AvD/LvdH/IC

Geachte heer Rog, Onderwerp Reactie implementatieplan arbeidsmarktdiscriminatie. Datum 30 november 2018 Ons kenmerk 2018/0190/AvD/LvdH/IC Tweede Kamer der Staten-Generaal Aan de voorzitter van de Vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer M. Rog Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Onderwerp Reactie implementatieplan arbeidsmarktdiscriminatie

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

De Voorzitter van de Adviesraad Internationale Vraagstukken De heer Mr. F. Korthals Altes Postbus 20061 2500 EB Den Haag. Den Haag, november 2004

De Voorzitter van de Adviesraad Internationale Vraagstukken De heer Mr. F. Korthals Altes Postbus 20061 2500 EB Den Haag. Den Haag, november 2004 De Voorzitter van de Adviesraad Internationale Vraagstukken De heer Mr. F. Korthals Altes Postbus 20061 2500 EB Den Haag Den Haag, november 2004 Hierbij dank ik u mede namens de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking

Nadere informatie

NATUURLIJK VERANTWOORD

NATUURLIJK VERANTWOORD NATUURLIJK VERANTWOORD CORPORATE RESPONSIBILITY POLICY CORPORATE RESPONSIBILITY POLICY I V Inhoud Voorwoord Voorwoord 1 Waardering medewerkers 2 Ketenverantwoordelijkheid 3 Behoud van natuurlijke hulpbronnen

Nadere informatie

13740/1/00 REV 1 ADD 1 die/jel/nj 1 DG J

13740/1/00 REV 1 ADD 1 die/jel/nj 1 DG J RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 februari 2001 (OR. fr) Interinstitutioneel dossier: 2000/0157 (COD) 13740/1/00 REV 1 ADD 1 LIMITE SOC 455 FIN 492 CODEC 915 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN

Nadere informatie

Vacature Business Development & Sales

Vacature Business Development & Sales Vacature Business Development & Sales Functieomschrijving 0 1 20.10. 2016 Vacature Business development &sales 01 Zelfstandige denker, met gevoel voor het ontwikkelen en benutten van commerciële kansen.

Nadere informatie

ONZE VERANTWOORDELIJKHEID

ONZE VERANTWOORDELIJKHEID ONZE VERANTWOORDELIJKHEID CORPORATE RESPONSIBILITY POLICY I Inhoud Voorwoord 1 Waardering medewerkers 2 Ketenverantwoordelijkheid 3 Behoud van natuurlijke hulpbronnen 4 Maatschappelijke betrokkenheid

Nadere informatie

Kadernotitie professionalisering

Kadernotitie professionalisering Kadernotitie professionalisering 2015-2020 Colofon Uitgave : ZAAM interconfessioneel voortgezet onderwijs Voorgenomen besluit College van Bestuur : 31 maart 2015 Instemming GMR : 24 april 2015 Vastgesteld

Nadere informatie

Subsidiereglement Internationale Solidariteit

Subsidiereglement Internationale Solidariteit Subsidiereglement Internationale Solidariteit Artikel 1 Algemeen Het bedrag voorzien in het gemeentelijk budget voor subsidies internationale solidariteit wordt als volgt verdeeld: 1. Werkingstoelage leden

Nadere informatie

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening ** Vastgesteld oktober 2014 Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening Visie verplaatsing nietagrarische bedrijven binnen het buitengebied Status: vastgesteld door de gemeenteraad van Houten d.d.

Nadere informatie

Europese sportevenementen zonder winstoogmerk

Europese sportevenementen zonder winstoogmerk Europese sportevenementen zonder winstoogmerk Wat zijn de doelstellingen van een Europees sportevenement zonder winstoogmerk? Deze actie is gericht op de ondersteuning van: vrijwilligerswerk in de sport;

Nadere informatie

Alle delegaties gaan thans akkoord met de tekst van bovengenoemde conclusies van de Raad.

Alle delegaties gaan thans akkoord met de tekst van bovengenoemde conclusies van de Raad. Raad van de Europese Unie Brussel, 4 mei 2018 (OR. en) 8544/18 CULT 52 NOTA van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad Raad nr. vorig doc.: 7759/18 CULT 36 Betreft: Ontwerpconclusies van de Raad over

Nadere informatie

Samen geven we richting aan de koers van de NKC

Samen geven we richting aan de koers van de NKC Samen geven we richting aan de koers van de NKC ₀ ₀ ₀ In de aanloop naar de klimaattop in Parijs is eind 2014 de Nederlandse Klimaatcoalitie van start gegaan om CO2 reductie bij bedrijven en andere organisaties

Nadere informatie

VFI-gedragscode 2 mei 2000

VFI-gedragscode 2 mei 2000 VFI-gedragscode 2 mei 2000 INHOUD I. Ter inleiding II. De belanghebbenden III.Basiswaarden IV.Uitwerking van basiswaarden V. Slotbepalingen I. Ter inleiding De Vereniging van Fondsenwervende Instellingen

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 12470/05 LIMITE JEUN 47 EDUC 134 SOC 355

PUBLIC. Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 12470/05 LIMITE JEUN 47 EDUC 134 SOC 355 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) 12470/05 LIMITE PUBLIC JEUN 47 EDUC 134 SOC 355 NOTA van aan: het voorzitterschap de Groep jeugdzaken Nr. vorig doc.: 11409/05

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 05.03.2018 MONITEUR BELGE 18623 WAALSE OVERHEIDSDIENST [2018/201069] 24 JANUARI 2018. Ministerieel besluit tot bepaling van de bedoeld in artikel 4 van het besluit van de Waalse Regering

Nadere informatie

Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam

Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam Inleiding: ATB de Springplank, een algemeen toegankelijke basisschool en Vlietkinderen, maatwerk in kinderopvang, beiden gehuisvest

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder Doel van de functiefamilie Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen omtrent het thema te initiëren, te stimuleren en te bewaken

Nadere informatie

1. Wethouder Tiemens te machtigen voor het ondertekenen van het Gelders Energie Akkoord.

1. Wethouder Tiemens te machtigen voor het ondertekenen van het Gelders Energie Akkoord. Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Deelname Gelders Energieakkoord Programma Duurzaamheid Portefeuillehouder H. Tiemens Samenvatting Het Klimaatverbond, Alliander en Gelderse Natuur en Milieufederatie

Nadere informatie

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. Extern MVO-management. MVO-management, duurzaamheid en duurzame communicatie

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. Extern MVO-management. MVO-management, duurzaamheid en duurzame communicatie MVO-Control Panel Instrumenten voor integraal MVO-management Extern MVO-management MVO-management, duurzaamheid en duurzame communicatie Inhoudsopgave Inleiding... 3 1 Duurzame ontwikkeling... 4 1.1 Duurzame

Nadere informatie

Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303

Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303 Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303 Doel (Mede)zorgdragen voor de vormgeving en door het geven van adviezen bijdragen aan de uitvoering van het beleid binnen de Hogeschool Utrecht kaders en de ter

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR EEN EUROPESE SECTORRAAD ARBEIDSMARKT EN KWALIFICATIES IN DE SPORT EN BEWEEGSECTOR

HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR EEN EUROPESE SECTORRAAD ARBEIDSMARKT EN KWALIFICATIES IN DE SPORT EN BEWEEGSECTOR HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR EEN EUROPESE SECTORRAAD ARBEIDSMARKT EN KWALIFICATIES IN DE SPORT EN BEWEEGSECTOR essc-sport project www.eose.org 1 De uitdagingen van de Sport- en Beweeg sector De Sport en

Nadere informatie

Jaarverslag Millenniumplatform

Jaarverslag Millenniumplatform Jaarverslag Millenniumplatform Jaarverslag Millenniumplatform 2013 In 2008 heeft de gemeenteraad unaniem besloten onze gemeente uit te roepen tot Millenniumgemeente. Dit betekent dat de gemeente zich conformeert

Nadere informatie

Actieplan Kinderrechten SINT MAARTEN

Actieplan Kinderrechten SINT MAARTEN Actieplan Kinderrechten Samenvatting Commissie Kinderrechten Mei 2015 Actieplan Kinderrechten Commissie Kinderrechten INLEIDING Het nationaal beleid van het land Sint Maarten voor Jeugd en Jongeren is

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 april 2010 (20.04) (OR. en) 8570/10 ENFOPOL 99

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 april 2010 (20.04) (OR. en) 8570/10 ENFOPOL 99 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 16 april 2010 (20.04) (OR. en) 8570/10 ENFOPOL 99 NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal aan: het Coreper/de Raad nr. vorig doc.: 7984/10 ENFOPOL 78 + COR 1 + ADD

Nadere informatie

IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM

IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM De tijd dat MVO was voorbehouden aan idealisten ligt achter ons. Inmiddels wordt erkend dat MVO geen hype is, maar van strategisch belang voor ieder

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) onderhoudt middels de organisaties Kerk in Actie (KiA) en ICCO Alliantie contacten met partners in Brazilië. Deze studie verkent de onderhandelingen

Nadere informatie

Michigan State University inkoopbenchmarkmodel

Michigan State University inkoopbenchmarkmodel pag.: 1 van 5 Michigan State University inkoopbenchmarkmodel In 1993 is Professor R. Monczka aan de Michigan State University (MSU) een benchmarking initiatief gestart, waarin circa 150 (multinationale)

Nadere informatie

Het Minamata Verdrag:

Het Minamata Verdrag: Het Minamata Verdrag: Internationale ontwikkelingen voor het minimaliseren en voorkomen van kwikgebruik Farzia Hausil, NIMOS Datum: 14 maart 2013 Inhoud Key findings van het rapport UNEP Global Mercury

Nadere informatie

22 VN STANDAARD REGELS

22 VN STANDAARD REGELS Agenda 22 VN STANDAARD REGELS (VN-Verdrag) De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aanvaarde in december 1993 internationale regels voor mensen met functiebeperkingen. Deze 22 VN Standaard Regels

Nadere informatie

Het adviseren over, ontwikkelen, uitvoeren of handhaven van beleidsterreinen en beleidsprocessen.

Het adviseren over, ontwikkelen, uitvoeren of handhaven van beleidsterreinen en beleidsprocessen. Functiebeschrijving Functienaam Adviseur IV Normfunctienaam Adviseur IV Code Peildatum N03.01.08 1-1-2013 Functiereeks Beleid Het adviseren over, ontwikkelen, uitvoeren of handhaven van beleidsterreinen

Nadere informatie

Sector- en keteninitiatieven

Sector- en keteninitiatieven Sector- en keteninitiatieven Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 3.0 Auteur: Mariëlle de Gans - Hekman Datum: 18 april 2017 Versie: 3.0 Status: Concept Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Onderzoek

Nadere informatie

Functiefamilie ES Experten organisatieondersteuning

Functiefamilie ES Experten organisatieondersteuning Functiefamilie ES Experten ondersteuning DOEL Instrumenten en methodes ontwikkelen* en aanpassen in een domein en de interne klanten ondersteunen bij de implementatie ervan teneinde de werking van de te

Nadere informatie

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2015 14129/15 SOC 668 EMPL 438 ECOFIN 853 POLGEN 166 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e

Nadere informatie

Achtergrondinformatie. Man 2.0. Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen

Achtergrondinformatie. Man 2.0. Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen Achtergrondinformatie Man 2.0 Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen April 2010 1 Inleiding Het is het Oranje Fonds gebleken dat veel maatschappelijke

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Uitleg bij de indicatoren behorende bij de einddoelen van het programma Duurzaamheid

gemeente Eindhoven Uitleg bij de indicatoren behorende bij de einddoelen van het programma Duurzaamheid gemeente Eindhoven Inboeknummer Beslisdatum B&W Dossiernummer Bijlage bij RIB Einddoelen programma Duurzaamheid Uitleg bij de indicatoren behorende bij de einddoelen van het programma Duurzaamheid Energie

Nadere informatie

Domein 7 Management en organisatie

Domein 7 Management en organisatie Domein 7 Management en organisatie Domein 7 Management en organisatie Subdomein Thema s Indicatoren 7a. Inrichting van de organisatie - Strategie - Organisatiestructuur 7a.1 Strategie 7a.2 Organisatiestructuur

Nadere informatie

Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder

Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder Communicatieplan, 22 Augustus 2014 1 Voorwoord Duurzaamheid is geen trend, het is de toekomst. Het is niet meer weg te denken

Nadere informatie

Communicatieplan Breur IJzerhandel

Communicatieplan Breur IJzerhandel Communicatieplan Breur IJzerhandel 4 Oktober 2014 4 OKT 2014 Communicatieplan Breur IJzerhandel 1. Voorwoord Duurzaamheid is geen trend, het is de toekomst. Het is niet meer weg te denken uit onze dagelijkse

Nadere informatie

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 4 mei 2018 (OR. en) 8301/18 NOTA van: aan: JEUN 48 MIGR 51 SOC 213 EDUC 134 het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel) Raad nr. vorig doc.: 7831/1/18 JEUN

Nadere informatie

MARKETEER RESULTAATGEBIEDEN. Wat kan ik doen om de doelen te bereiken? (Activiteiten) Wat moet ik bereiken? (Doelen)

MARKETEER RESULTAATGEBIEDEN. Wat kan ik doen om de doelen te bereiken? (Activiteiten) Wat moet ik bereiken? (Doelen) Waarvoor ben ik aangenomen? (Doel) Het ontwikkelen, coördineren en realiseren van campagnes en acties binnen een team en/of thema met als doel het bereiken, benaderen en activeren van de doelgroepen. Welke

Nadere informatie

Courtesy Vertaling. Onafhankelijk onderzoek naar de rapportageprocedure van het IPCC. Taakomschrijving

Courtesy Vertaling. Onafhankelijk onderzoek naar de rapportageprocedure van het IPCC. Taakomschrijving Courtesy Vertaling Onafhankelijk onderzoek naar de rapportageprocedure van het IPCC Taakomschrijving Achtergrond Tegen het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw werd de wereldwijde opwarming van

Nadere informatie

Sector- en keteninitiatieven 2016 CO2-prestatieladder Aldus opgemaakt te Middelaar d.d KAM Coördinator: dhr. G.S. Franssen Revisie 1.

Sector- en keteninitiatieven 2016 CO2-prestatieladder Aldus opgemaakt te Middelaar d.d KAM Coördinator: dhr. G.S. Franssen Revisie 1. Sector- en keteninitiatieven 2016 CO2-prestatieladder Aldus opgemaakt te Middelaar d.d. 05-07-2016 KAM Coördinator: dhr. G.S. Franssen Revisie 1. 6587 AE Middelaar 1 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 2 1.

Nadere informatie

Actieplan Veilige School 2015-2018

Actieplan Veilige School 2015-2018 Actieplan Veilige School 2015-2018 Inleiding De actieplannen Veilige School 1 van de afgelopen jaren hebben er voor gezorgd dat het onderwerp veiligheid goed op de kaart van het Haagse onderwijs staat.

Nadere informatie

Overzicht. Bevoegdheden inzake milieu. Internationaal: België:

Overzicht. Bevoegdheden inzake milieu. Internationaal: België: Overzicht An Cliquet Vakgroep Internationaal publiekrecht, Universiteit Gent Brussel, 18 oktober 2011 Internationaal: Bevoegdheden inzake milieu Evolutie van internationaal milieurecht Internationale rechtsregels

Nadere informatie

Kinderrechten- en ontwikkelingseducatie voor uw toekomstige leerkrachten!

Kinderrechten- en ontwikkelingseducatie voor uw toekomstige leerkrachten! Kinderrechten- en ontwikkelingseducatie voor uw toekomstige leerkrachten! samen voor kinderen 2 2 Waarom is het belangrijk om leerlingen en leerkrachten te sensibiliseren over de Rechten van het Kind?

Nadere informatie

COHESIEBELEID 2014-2020

COHESIEBELEID 2014-2020 GEÏNTEGREERDE TERRITORIALE INVESTERING COHESIEBELEID 2014-2020 De nieuwe wet- en regelgeving voor de volgende investeringsronde van het EU-cohesiebeleid voor 2014-2020 is in december 2013 formeel goedgekeurd

Nadere informatie

Wij danken allen die het mogelijk hebben gemaakt om deze Conferentie te houden.

Wij danken allen die het mogelijk hebben gemaakt om deze Conferentie te houden. Voorwoord Dit concept document is tot stand gekomen vanuit presentaties, discussies en overwegingen met verschillende belangengroepen bij de Organisatie van de Conferentie Ordening Goud sector in Suriname

Nadere informatie

Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting. Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling

Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting. Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling 1 P a g i n a F u n c t i o n a l i t e i t s e c o n o m i e : h e f b o o

Nadere informatie

Sector- en keteninitiatieven 2015-2016 CO 2 -prestatie

Sector- en keteninitiatieven 2015-2016 CO 2 -prestatie Sector- en keteninitiatieven 2015-2016 CO 2 -prestatie Mouwrik Waardenburg b.v. Steenweg 63 4181 AK WAARDENBURG tel. 0031 418 654 620 fax 0031 418 654 629 www.mouwrik.nl Opgesteld d.d.: Januari 2016 Revisie:

Nadere informatie

AANMELDINGSFORMULIER EEPA 2018

AANMELDINGSFORMULIER EEPA 2018 AANMELDINGSFORMULIER EEPA 2018 Vul hieronder de samenvatting in. Het mag niet meer zijn dan één enkel A4-blad (ca. 500 woorden) Naam van het initiatief Land Verantwoordelijke organisatie EUROPESE AWARDS

Nadere informatie

Raadsvergadering van 21 januari 2010. Onderwerp: Uitvoeringsnota Millenniumgemeente. Verantwoordelijke portefeuillehouder: W.J.M. Vissers SAMENVATTING

Raadsvergadering van 21 januari 2010. Onderwerp: Uitvoeringsnota Millenniumgemeente. Verantwoordelijke portefeuillehouder: W.J.M. Vissers SAMENVATTING RAADSVOORSTEL Agendanummer Raadsvergadering van 21 januari 2010 Onderwerp: Uitvoeringsnota Millenniumgemeente Verantwoordelijke portefeuillehouder: W.J.M. Vissers SAMENVATTING Naar aanleiding van een motie

Nadere informatie

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000 bron : http://www.emis.vito.be Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen dd. 27-06-2000 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000 Gewijzigd voorstel voor een beschikking

Nadere informatie

Voorwoord Preview Voorbeeld

Voorwoord Preview Voorbeeld Voorwoord In 1996 werd de eerste versie van ISO 14001 gepubliceerd. Daarmee werd het mogelijk een milieumanagementsysteem op te zetten volgens een wereldwijd erkend model en het te laten certificeren tegen

Nadere informatie

1 - Achtergrond, uitgangspunten en aanpak van Bramediawijs

1 - Achtergrond, uitgangspunten en aanpak van Bramediawijs Achtergrond, uitgangspunten en aanpak van Bramediawijs Inhoudsopgave: Het belang van volgens kabinet Balkenende IV Het belang van volgens kabinet Balkenende IV 1 Bramediawijs als onderdeel van het lokaal

Nadere informatie

Sector- en keteninitiatieven 2014-2015 CO 2 -prestatie

Sector- en keteninitiatieven 2014-2015 CO 2 -prestatie Sector- en keteninitiatieven 2014-2015 CO 2 -prestatie Mouwrik Waardenburg b.v. Steenweg 63 4181 AK WAARDENBURG tel. 0031 418 654 620 fax 0031 418 654 629 www.mouwrik.nl Opgesteld d.d.: Januari 2015 Revisie:

Nadere informatie