Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting Sportbeoefening door gehandicapten Nr. 5 LIJST VAN ANTWOORDEN Ontvangen 5 april In zijn algemeenheid kan ik mij verenigen met het beleid, zoals dat in de nota is geformuleerd. Wel zal naar mijn opvatting de structurering van de gehandicaptensport op lokaal niveau een groter accent dienen te krijgen. De economische situatie, waarin we momenteel verkeren, zal ook de in deze nota aangegeven financieringsmogelijkheden niet ongemoeid kunnen laten. Een en ander leidt op dit moment tot het volgendefinanciële overzicht: Begrotingsposten Bedrag Reeds Ombuigin- Nog beschikin de nota geëffectueerd gen/amendementen baar I. Informatie, voorlichting en overige factoren a. Congres f f f f - b. Meerjaren voorlichtings- en informatieprogramma II. Voorzieningen 1. Organisatorische voorzieningen a. Gehandicaptensportorganisaties b. Ontwikkelingsteams c. Bevordering integratie d. Spel- en sportuitleencentra Leiding en begeleiding a. Opleiding en bijscholing van vrijwillig, bestuurlijk en wedstrijd-en organisatorisch kader b. Inzet extra sporttechnisch kader functionarissen Ruimtelijke voorzieningen Aanpassing overdekte sportaccommodaties Totaal f f f f De financiële ondersteuning van landelijke gehandicaptensportorganisaties volgens de normen en voorwaarden van betreffende rijksregeling, t.w. 60% van de subsidiabele personeels-, huisvestings- en organisatiekosten, 4 vel Tweede Kamer, zitting , 16709, nr. 5 1

2 is overeenkomstig het CRM-beleid, dat zich in eerste instantie richt op de erkenning en ondersteuning van landelijke structuren in de gehandicaptensport. Het door de vragensteller aangehaalde commentaar van de FSG spreekt van het nog niet geëffectueerd zijn van bovengenoemde 60%. Dit laatste is derhalve een onjuiste voorstelling van zaken. 3 Op 17 september 1980 is de FSG schriftelijk verzocht haar opvatting kenbaar te maken over een aantal hoofdpunten met betrekking tot het gehandicaptensportbeleid. De FSG heeft hierop middels een zes pagina's grote reactie geantwoord op 17 oktober Tevens zijn er mondelinge contacten geweest in de periode van de totstandkoming van de nota. Daarmee is in de nota zoveel mogelijk rekening gehouden. 4 Uit het onderzoek Gehandicapten Welgeteld, deel 2 van het CBS (1977) blijkt, dat ruim 56% van de Nederlandse bevolking zich bevindt in de leeftijdscategorie van jaar. Voor gehandicapten geldt ongeveer hetzelfde percentage. Indien de niet geheel realistische veronderstelling gevolgd wordt, dat in genoemde leeftijdsgroep zich de ongeveer 4 miljoen niet-gehandicapte en de a gehandicapte georganiseerde sporters bevinden, dan wijzigen zich de in de vraag gememoreerde percentages als volgt: - 1 a 1,5% wordt 2 a 2,5%; - 30% wordt ruim 50%. 5 Neen. Wel worden op dit moment voorbereidingen getroffen voor het houden van een landelijk onderzoek onder gehandicapten naar de feitelijke en gewenste sportdeelneming. Daarbij zal ook aandacht worden besteed aan de niet in het verband van een sportorganisatie plaatsvindende sportbeoefening. De gegevens van dit onderzoek, dat door het Instituut voor Toegepaste Sociologie te Nijmegen wordt uitgevoerd, zullen naar verwachting eind 1983 beschikbaar zijn. 6 De rijksoverheid wordt geacht naast voorwaardenscheppende ook coördinerende en stimulerende taken uit te voeren. Daarbij staan de coördinerende en stimulerende taken in dienst van het scheppen van voorwaarden voor gehandicapten om aan sport te kunnen deelnemen. De coördinatietaak heeft vooral betrekking op de coördinatie van het beleid van debetrokken departementen en tussen dat van de drie overheidsniveaus. De fase van ontwikkeling, waarin de gehandicaptensport zich op dit moment nog bevindt, vraagt eveneens om een actief stimulerend beleid in de richting van de provincies, gemeenten het particulier initiatief, om gezamenlijk - indachtig het principe van gedeelde verantwoordelijkheid - een beleid tot stand te doen komen. Een negatief oordeel over de kwaliteit van de landelijke gehandicaptensportorganisaties ligt in deze opvatting niet opgesloten. 7 In een van de twee door de Kamer ingediende en aanvaarde moties, die de Regering vroeg om een nota ter zake van de gehandicaptensport te vervaardigen, werd erop aangedrongen dit in overleg en samenwerking met de FSG te doen. De FSG is daarom verzocht vóóraf haar opvattingen over en wensen en opmerkingen met betrekking tot bepaalde - in de nota aan de orde te stellen - hoofdpunten, aan het departement kenbaar te maken. (Zie ook antwoord op vraag 3). Tweede Kamer, zitting , 16709, nr. 5 2

3 De door de FSG geformuleerde reactie op de betreffende punten klinkt naar mijn opvatting voldoende in de nota door. Er is niet zozeer sprake van het al dan niet honoreren van wensen en opmerkingen, als wel dat deze mede de toonzetting van de nota hebben beïnvloed. Aan de NSF, VNG en IPO is vooraf een andersoortig verzoek gericht, nl. om de beleidsnota's, -notities of -adviezen ter zake van de gehandicaptensport aan het departement ter kennisneming toe te zenden. Van de toegepaste informatie is waar mogelijk en passend gebruik gemaakt. 8 Volgens de laatste mij ter beschikking staande gegevens, dient het in par en par geschetste beeld als volgt te worden bijgesteld: - NIS: 6000 leden. - NSG: binnen het verband van de NSG doen 9000 geestelijk gehandicapten regelmatig aan sport. - FPG: bij de FPG zijn momenteel 62 lokale lidorganisaties aangesloten. - SZG: bij deze organisatie - inmiddels omgedoopt tot Stichting Watersport met Gehandicapten (SWG) - blijken ca gehandicapten regelmatig aan watersport te doen. - NSVG: deze organisatie is omgevormd tot de Sportfederatie Visueel Gehandicapten Nederland (SVGN) en bestrijkt een breder werkterrein dan alleen het schaken. Met betrekking tot de aard van de activiteiten zijn mij geen wijzigingen van belang bekend, uitgezonderd de zojuist genoemde. Evenmin is mij bekend dat de betrokken organisaties andere waarden aan hun activiteiten zijn gaan toekennen dan nu reeds het geval is, bij voorbeeld: sociale, gezondheidkundige (therapeutische), recreatieve waarden. Naar mijn opvatting bepaalt echter vooral de individuele sportbeoefenaar zelf de waarden, die hij of zij aan sportdeelneming wil toekennen. 9 De Minister van Verkeer en Waterstaat heeft onlangs (27 februari j.l.) verklaard geen mogelijkheden te hebben om het openbaar busvervoer toegankelijker te maken voor gehandicapten. Aangezien gehandicaptensport in hoofdzaak een lokaal gebeuren is, zal ook voor de vervoersproblematiek op lokaal niveau naar oplossingen moeten worden gezocht. Niet in de laatste plaats kan hierbij gedacht worden aan het inschakelen van vrijwilligers. De Rijksoverheid heeft te dien aanzien geen directe taak (zie ook de antwoorden op de vragen 12 en 43). 10 In hoeverre financiële beperkingen verhinderen c.q. belemmeren dat gehandicapten aan sport gaan doen is onvoldoende duidelijk. Een kortgeleden in gang gezet landelijk onderzoek onder gehandicapten naar de mate van en behoefte aan sportdeelneming zal hierin wellicht inzicht kunnen verschaffen. Bekend is al wel, dat de contributie die gehandicapten betalen voor het lidmaatschap van hun vereniging tot de laagste van alle verenigingscontributies in ons land behoren. Niet voor alle gehandicapten zijn derhalve financiën een doorslaggevend argument om niet aan sport te gaan doen. 11 In de nota wordt op een aantal plaatsen erop gewezen, dat het vervoer een knelpunt is, dat deelneming aan sport door gehandicapten kan belemmeren. Niet duidelijik is echter wat het relatieve belang is van de factor vervoer ten opzichte van overige van belang zijnde factoren in de leefsituatie van gehandicapten. Zo blijkt bij voorbeeld uit de verslaglegging van de integratieprojecten, dat het vaak erg moeilijk is gehandicapten te bereiken. Tweede Kamer, zitting , , nr. 5 3

4 Een gevolg hiervan is dat men vaak niet op de hoogte is van sportmogelijkheden in de nabije omgeving. Verder blijkt uit genoemde projectverslagen, dat - als gehandicapten bereikt zijn en zij te kennen hebben gegeven aan sportactiviteiten te willen deelnemen - vervoersproblemen door een goede organisatie kunnen worden opgelost door inschakeling van vrijwilligers. Een goede organisatie op lokaal niveau kan een groot aantal knelpunten oplossen. In dit opzicht is het ter beschikking stellen van financiële middelen aan gehandicapten niet zonder meer een oplossing voor het mobiliteitsvraagstuk. De eigen bijdrage van gehandicapten in de vervoerskosten, die gemaakt worden in de door CRM gesubsidieerde projecten, varieert van nihil tot een bijdrage die overeenkomt met de kosten van lokaal vervoer. De eigen bijdrage, die leden van vertegenwoordigende ploegen in de vervoerskosten leveren, is niet exact bekend. Wel is bekend, dat deze leden voor het bezoeken van centrale trainingen binnen NIS-verband een niet kostendekkende vergoeding ontvangen van f 0,25 per kilometer. 12 en 43 Het doel van het regeringsbeleid met betrekking tot gehanaicaptensport is onder andere «het bevorderen, dat overige factoren in de leefsituatie van gehandicapten, die als een belemmering kunnen worden gezien om aan sportactiviteiten deel te nemen tot een minimum worden beperkt» (bladzijde 28, 29 van de nota). In de nota wordt het vervoer gerekend tot deze factoren. Daarmee is aangegeven, dat het kunnen beschikken over aangepast en/of speciaal geregeld vervoer voor gehandicapten wenselijk is. Uit de verslagen van de gemeenten die gedurende het seizoen 1980/1981 met steun van het departement integratieprojecten hebben opgezet en uitgevoerd, is naar voren gekomen, dat lokaal of bovenlokaal openbaar vervoer zelden een goede oplossing voor de vervoersproblematiek is. Daarbij ligt echter meer de nadruk op het feit, dat gehandicapten vaak niet dicht genoeg bij bushaltes e.d. wonen en/of, dat de sportaccommodatie niet op de route ligt, dan dat het om toegankelijkheidsproblemen van bij voorbeeld de bussen gaat. Een rechtstreeks antwoord op de vraag kan derhalve niet gegeven worden. Het zal voornamelijk van plaatselijke omstandigheden en initiatieven van de gemeentelijke overheid en particuliere (vrijwilligers)organisaties afhangen of, en zo ja, welke oplossingen, die zeker mogelijk zijn, zullen worden gevonden. In dat opzicht is de uitspraak van de Minister van Verkeer en Waterstaat dd. 27 februari j.l. niet in tegenspraak met de wenselijkheid een goede lokale vervoersmogelijkheid te realiseren. 13 In de beschrijving van het huidige beleid is het begrip toegankelijkheid in een brede betekenis gehanteerd. Toegankelijkheid heeft hier betrekking op het totaal van de sport, die als maatschappelijke activiteit, voor alle categorieën gehandicapten nog veel ontoegankelijke elementen bevat. Het is dan ook onjuist te veronderstellen dat toegankelijkheidsbeleid vrijwel alleen op rolstoelgebruikers betrekking zou hebben. Evenmin gaat het hierbij uitsluitend - zoals uit de inhoud van par duidelijk blijkt - om de louter fysieke toegankelijkheid van sportaccommodaties. Het is mij bekend dat de FSG over deskundigheid beschikt. Deze deskundigheid zal zeker worden gebruikt, zowel met betrekking tot nadere invulling van beleidsvoornemens als met betrekking tot technische beoordeling van te treffen aanpassingsmaatregelen. In het verlengde van wat in de nota is gesteld, ligt het in het voornemen subsidie te verstrekken ten behoeve van het toegankelijk en bruikbaar maken van bestaande gemeentelijke overdekte sportvoorzieningen (sporthallen, sportzalen en overdekte zweminrichtingen). Ter zake moge ik u verwijzen naar de artikelsgewijze toelichting op de memorie van toelichting begroting Tweede Kamer, zitting , 16709, nr. 5 4

5 De beperktheid van de beschikbare financiële middelen alsmede de noodzaak tot het verkrijgen van meer inzicht, zowel in de behoefte aan aanpassingen als in het oplossen van knelpunten, hebben vooralsnog geleid tot het uitzetten van een tiental experimentele proefprojecten met betrekking tot aanpassing van bestaande sportaccommodaties in Voor dit beleid is in 1982 f beschikbaar. Hierbij zal ook aandacht worden besteed aan de allernoodzakelijkste voorzieningen ten behoeve van de passieve recreatie, zoals invalidentoilet, lift, toeschouwersaccommodatie en bruikbaarheid horecavoorziening. Mede aan de hand van de resultaten van deze experimenten zal een beter inzicht worden verkregen in de financiële consequenties zowel ten behoeve van actieve als van passieve recreatie. Op grond van de opgedane ervaringen zal voorts worden bezien welke ontwikkelingen aanknopingspunten bieden voor verder beleid. 14 De fondsenwerving door de Stichting Nationaal Fonds Sport Gehandicapten geschiedt middels een jaarlijkse collecte. Hierin spelen de provinciale sportraden een belangrijke rol. De verdeling in globale zin van de binnengekomen gelden geschiedt als volgt: 1. Eenderde deel van de netto-opbrengst in een bepaalde provincie kan worden besteed binnen deze provincie volgens openbare voorwaarden, die bij de Sichting verkrijgbaar zijn. 2. Tweederde deel van de netto-opbrengst wordt op andere wijze besteed. De voorwaarden waaronder deze gelden aan landelijke organisaties kunnen worden uitgekeerd staan nog niet definitief vast en vormen binnen de Stichting nog onderwerp van discussie. 15 Conform de Rijksregeling voor subsidiëring van landelijke organisaties op het gebied van de sport wordt telkenjare bezien hoe groot de toedeling van middelen aan de betrokken organisaties zal zijn. Een en ander is mede afhankelijk van de mij ter beschikking staande middelen, de vermogensposities van de betreffende organisaties en de eventuele - alternatieve - particuliere financieringsstromen. Met inachtneming van het voorgaande zijn er nu geen plannen de subsidiëring van de FSG en de aangesloten sportorganisaties te verhogen, te bevriezen of te verlagen. 16 en 32 De samenstelling van de delegatie van de georganiseerde sport in het Nationaal Sport Overleg (NSO) geschiedt door en onder verantwoordelijkheid van de Nederlandse Sport Federatie (NSF). De Federatie van Sport Gehandicapten zal zich dan ook tot de NSF dienen te richten om een zetel in het NSO te verkrijgen. Ter informatie zij opgemerkt, dat de overheidsdelegatie tijdens de behandeling van de evaluatie van het NSO op 16 januari jl. er bij de georganiseerde sport met klem op heeft aangedrongen de gehandicaptensportorganisaties rechtstreeks in het NSO vertegenwoordigd te doen zijn. De NSF zal hierover vóór het eind van 1982 een standpunt bepalen. 17 De SSIG rekent beide categorieën gehandicapten tot haar doelgroep. De SZG - inmiddels omgedoopt tot Stichting Watersport met Gehandicapten (SWG) - richt zich op de categorie lichamelijk gehandicapten. 18 De NSG wordt door de rijksoverheid gesubsidieerd conform de rijksregeling voor subsidiëring van landelijke organisaties op het gebied van de Tweede Kamer, zitting , , nr. 5 5

6 sport. Medewerkers van het bondsbureau kunnen op deze wijze werken aan het realiseren van de doelstelling van de NSG, waarvan het oprichten van nieuwe sportclubs voor geestelijk gehandicapten deel uitmaakt. In de uitvoering van haar beleid kan de NSG bovendien een beroep doen op de deskundigheid van de Stichting Spel en Sport, die eveneens door de rijksoverheid wordt gesubsidieerd. Voor ondersteuning kan de NSG in het algemeen ook aankloppen bij de provinciale sportraden, die - daartoe in staat gesteld door provinciale overheden - in toenemende mate over gehandicaptensportfunctionarissen kunnen beschikken. De wijze waarop de gemeentelijke overheid ter zake steun verleent is mij niet bekend. Wel kan ik mij voorstellen, dat binnen door CRM gesubsidieerde en op initiatief van gemeenten opgezette en uitgevoerde projecten sportieve recreatie of integratieprojecten, het stimuleren van sportdeelneming door geestelijk gehandicapten - met als mogelijk resultaat de oprichting van sportclubs - ter hand wordt genomen. 19 Een dergelijk overzicht kan niet worden verstrekt wegens het ontbreken van landelijke gegevens ter zake. Wel is uit de rapportages van de gemeentelijke integratieprojecten af te leiden, dat in toenemende mate op het lokale niveau wordt gezocht naar aansluiting bij sportverenigingen van validen. Daarbij is het sectie-idee één van de mogelijke vormen van aansluiting. 20 Vanaf 1 januari 1981 wordt de betrokken formatieplaats bij de Federatie Sport Gehandicapten gesubsidieerd ten behoeve van een functionaris voor de Stichting Watersport voor Gehandicapten. 21 De Rijksregeling voor de erkenning en subsidiëring van opleidingen en bijscholingen op het gebied van de sport heeft zeker een bijdrage geleverd tot uitbreiding van het aantal cursussen (en daarmee aantallen cursisten) en tot een kwalitatieve verbetering van de inhoud van de betreffende opleidingen. Een mening, die door de betrokken sportorganisaties wordt gedeeld. Bij het in werking treden van de rijksregeling d.d. 1 januari 1978 werden er in het totaal door de bedoelde organisaties 26 scholingsactiviteiten aangevraagd. Voor het jaar 1982 zijn dit er in het totaal 63 (zie antwoord op vraag 63). In vier jaar vindt er dus meer dan een verdubbeling van het aantal geplande activiteiten plaats. 22 De in 1980 ter beschikking gestelde arbeidsplaatsen zijn in principe structurele formatieplaatsen, waarvan 9 in de administratieve sfeer. De 11 sporttechnisch kaderfunctionarissen ondersteunen de vrijwilligers onder andere door geven van voorlichting, bijscholing, begeleiding bij het opzetten van activiteiten en projecten, en dergelijke. Over de resultaten van deze werkzaamheden valt op dit moment nog niets te zeggen. De aangestelde functionarissen hebben zich eerst terdege in de problematiek van de gehandicaptensport - waarvoor men in het algemeen niet was opgeleid - moeten verdiepen. 23 Ja, tot een niveau van f (zie vraag 13). Bij het uitzetten van de genoemde experimentele proefprojecten alsmede bij het mogelijke toekomstige beleid ter zake wordt uitgegaan van de aanpassing van ten minste één gemeentelijke sportaccommodatie per categorie (sporthallen, sportzalen, overdekte zweminrichtingen) in gemeen- Tweede Kamer, zitting , 16709, nr. 5 6

7 ten welke een centrumfunctie vervullen ten aanzien van sportbeoefening door gehandicapten. Indien de keuze van de gemeente valt op aanpassing van een gymnastieklokaal zal dat in dit kader gehonoreerd kunnen worden. 24 Het gaat hier alléén om overdekte sportaccommodaties welke een subsidie hebben ontvangen te weten: 379 sporthallen, 144 sportzalen en 184 overdekte zweminrichtingen. Gerelateerd aan het huidige accommodatiebestand gaat het hier om respectievelijk 61% (van het totaal van 620 sporthallen, 38% (totaal 370 sportzalen) en 40% (totaal 454 overdekte zwembaden). Daarbij moet worden bedacht dat de in de nota genoemde regelingen vanaf 1976 niet meer worden toegepast, maar daarentegen sinds 1976 de toegankelijkheidsvoorwaarde in de model-bouwverordening van de VNG is opgenomen. De percentages verwijzen naar de door CRM gesubsidieerde voorzieningen, hetgeen betekent dat de feitelijke aantallen toegankelijke accommodaties aanmerkelijk hoger zullen liggen. In principe zijn de voorzieningen toegankelijk voor alle categorieën gehandicapten (lichamelijk, zintuiglijk, geestelijk). De onderhavige accommodaties zijn in elk geval toegankelijk. Dat betekent onder meer dat er geen problemen zijn bij het betreden van het gebouw en dat er aangepaste toiletten, kleed/wasruimten en - indien aanwezig - een gemakkelijk bereikbare foyer moeten zijn. Uiteraard zijn er bij deze accommodaties een aantal die ook bruikbaar zijn ten behoeve van actieve sportbeoefening door alle categorieën gehandicapten (een geschikte sportvloer, aangepaste belijning), maar (absolute) aantallen hiervan zijn mij op dit moment niet bekend. 25 Bij subsidiëring van nieuwe sportaccommodaties in het kader van de ISR wordt dezelfde voorwaarde inzake toegankelijkheid gehanteerd als bij de toepassing van de «Rijksregeling subsidiëring overdekte sportaccommodaties 1971». Daarmee wordt in ieder geval het passief gebruik van sportaccommodaties voor alle categorieën gehandicapten veilig gesteld. Echter, ook in de stadsvernieuwingsgebieden geldt dat niet alle acconv modaties zullen kunnen worden aangepast voor het actief gebruik door alle categorieën gehandicapten. Behoefte, goede spreiding en financiële consequenties spelen hierbij een belangrijke rol. Sinds de intrede van de Beschikking geldelijke steun stadsvernieuwing, zij er een zestal accommodaties gesubsidieerd. 26 De integratieprojecten waarvan in de nota sprake is (blz. 16/17) zijn - indien de gemeenten daartoe aanleiding zagen - verder financieel ondersteund. Deze steun wordt gedurende een periode van drie jaar verleend. Het ligt niet in het voornemen om na drie jaar de subsidiëring voort te zetten. Deze relatief lange periode van financiële steun ter stimulering van de integratie van gehandicapten in de sport is - mede gebaseerd op de uitkomsten van de eerste projecten in gemeenten met inwoners of meer - ingegeven door de gedachte, dat integratie een relatief langdurig proces is, dat een goede aanzet nodig heeft. Tussentijdse rapportages door de gemeenten geven mij het vertrouwen, dat deze steunverlening verantwoord is. Dit blijkt ook uit het dezerzijds opgestelde verslag van de integratieprojecten gedurende het seizoen 1980/1981. De mate van succes kan echter pas goed na afloop van de driejarige periode worden beoordeeld. 27 Bij subsidiëring van nieuwe sportaccommodaties door CRM is in het verleden en wordt nog steeds de toegankelijkheid voor gehandicapten als Tweede Kamer, zitting , 16709, nr. 5 7

8 subsidievoorwaarde opgenomen. Sinds 1976 wordt door dit departement echter niet meer in de traditionele voorzieningen d.w.z. sporthallen, sportzalen en overdekte zweminrichtingen gesubsidieerd. Bij het tot stand komen van sportaccommodaties wordt veelal gebruik gemaakt van de model-bouwverordening van de VNG. Daarin is opgenomen op welke wijze nieuw te bouwen openbare voorzieningen en dus ook sportvoorzieningen toegankelijk moeten worden gemaakt voor gehandicapten. In de regel wijkt een gemeente hier niet van af. Mij is een incidenteel geval bekend in de gemeente Wormer, waar de provincie het subsidie voor een sporthal dreigde in te trekken als de hal niet toegankelijk gemaakt werd voor gehandicapten. Inmiddels is het bouwplan aangepast. Overigens wijs ik u nog op een recent verschenen uitgave van de NSF (Technische Mededelingen nr. 35), waarin richtlijnen voor de aanpassing ten behoeve van gehandicapten in overdekte sportaccommodaties zijn opgenomen. 28 De alinea waarop deze vraag betrekking heeft, is de volgende: «Voor gehandicapten, wier geestelijke vermogens ontoereikend zijn om zelfstandig een verantwoorde keuze, ook waar het sport betreft, te maken, lijkt vooral sportieve recreatie onder deskundige leiding, vanwege de ontspannende en sociale waarde het meest geschikt. Wedstrijdsport daarentegen lijkt voor hen geen geschikte sportvorm.» Deze uitspraak is gebaseerd op de stand van zaken van de discussie die momenteel binnen de NSG en de desbetreffende internationale organisaties wordt gevoerd over de mogelijkheid van deelneming door geestelijk gehandicapten aan wedstrijdsport. De vraag daarbij is of geestelijk gehandicapten voldoende toegerust zijn voor de speciale wedstrijdsportsituaties, met de daaraan inherente prestaties en competitie-elementen. Vooral de wijze waarop de wedstrijdsport in internationaal verband vorm heeft gekregen in massale evenementen (Special Olympics in de VS, bij voorbeeld) heeft de vraag opgeworpen in hoeverre hierbij de geestelijk gehandicapten het sportief bezig zijn op hun eigen wijze kunnen beleven en vorm geven. Het is mij bekend, dat de NSG bij deze ontwikkeling terecht kanttekeningen plaatst. Dit sluit echter niet uit dat er ook door geestelijk gehandicapten aan wedstrijdsportactiviteiten, die op een andere wijze worden vormgegeven, in de toekomst kan worden deelgenomen. Daartoe heeft de NSG, in samenwerking met de Vrije Universiteit, een onderzoek opgezet om de mogelijkheden tot deelneming aan wedstrijdsport door lichter geestelijk gehandicapten te bestuderen. De resultaten van dit onderzoek zijn nog niet bekend. 29 De doelstelling van het beleid inzake sportbeoefening door gehandicapten, zoals geformuleerd opblz. 20, geeft aan dat het erom gaat, dat gehandicapten naar eigen keuze en overeenkomstig eigen aanleg bij sport betrokken moeten kunnen zijn. De keuze voor sportdeelneming, al dan niet in geïntegreerd verband, ligt derhalve bij de gehandicapte zelf. Vanuit mijn visie op sportbeleid voor gehandicapten spreek ik een voorkeur uit voor sportbeoefening door gehandicapten in samenhang met de sportbeoefening door niet-gehandicapten. Dit laat echter onverlet, zoals ook in de nota staat vermeld, dat de overheid oog dient te hebben voor verlangens en behoeften van gehandicapten, die gaan in de richting van een meer categoriale aanpak. 30 Het gehandicaptensportbeleid bevindt zich op het landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau in het algemeen nog in een beginstadium. Daarbij wordt gezocht naar een situatie, waarin elke overheidslaag de eigen verantwoordelijkheid vorm en inhoud kan en wil geven. Dit geldt overigens ook voor de particuliere organisaties. De rijksoverheid kan behulpzaam zijn Tweede Kamer, zitting , 16709, nr. 5 8

9 bij het vorm en inhoud geven van de provinciale en gemeentelijke taak. In dit kader heeft de rijksoverheid aan een aantal provinciale sportraden arbeidsplaatsen ten behoeve van de gehandicaptensport ter beschikking gesteld. Gemeenten, die een eigen beleid op dit terrein willen ontwikkelen, kunnen op aanvraag tijdelijk ondersteund worden via een bijdrage in de kosten van integratieprojecten en ontwikkelingsprojecten sportieve recreatie, waarin speciaal aandacht aan gehandicaptensport wordt besteed. In toenemende mate zal daarbij ook een beroep kunnen worden gedaan op de deskundigheid van de Stichting Spel en Sport. 31 Het is mij bekend, dat de FSG hechte banden heeft met de provinciale sportraden en daaraan groot belang hecht. Naar mijn opvatting kan deze band de verdere ontwikkeling van de gehandicaptensport positief beïnvloeden, mits daarbij de nadruk wordt gelegd op het stimuleren van de gehandicaptensport op lokaal of - bij kleine gemeenten - op bovenlokaal niveau. Een sterke lokale organisatiestructuur is naar mijn opvatting van overwegend belang, omdat hierbij de gehandicapten zelf nauwer betrokken kunnen zijn. 33 Het is de taak van het particulier initiatief een adequate en op de behoeften van de gehandicapten zelf afgestemde organisatiestructuur te scheppen, zonder dat daarbij sprake is van dwingende voorschriften van de zijde van de overheid. 34 Wat betreft de informatie zij verwezen naar de beleidsvoornemens, welke zijn vermeld onder punt informatie, voorlichting en overige factoren. De vervoersproblematiek van gehandicapten naar sportaccommodaties dient in de totale context van de vervoersproblematiek ten behoeve van gehandicapten te worden gezien. Hieraan wordt aandacht geschonken in het rapport van de subcommissie Verkeersproblemen Gehandicapten dat binnenkort aan de Minister van Verkeer en Waterstaat wordt aangeboden. Tot het beleidsterrein van dit ministerie behoren de beleidsmaatregelen, welke naar aanleiding van dit rapport zullen worden genomen, ook ten aanzien van het recreatieve vervoer, waartoe ook het vervoer van en naar sportaccommodaties kan worden gerekend. De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten valt buiten het bestek van de in deze vraag genoemde beleidsontwerpen. Deze wet heeft betrekking op voorzieningen, die een in de wet omschreven verstrekking leveren. Juist informatie, bereikbaarheid en vervoer dienen vanuit de algemene kaders ook ten behoeve van gehandicapten te worden gerealiseerd, hetgeen impliceert dat de informatie via de sportorganisaties, de bereikbaarheid door middel van de bouwvoorschriften en de vervoersmogelijkheden door het bestaande vervoer moet worden gerealiseerd. 35 en 36 In de vragen wordt gesproken over eventuele wijzigingen van de AWBZ ten aanzien van de toewijzing van een eigen auto, e.d. Bedoeld worden waarschijnlijk de voorgenomen wijziging op het gebied van voorzieningen in het kader van de Algemene Arbeidsongeschiktheids Wet (AAW). Na overleg met mijn ambtgenote van Sociale Zaken en Werkgelegenheid - mevrouw drs. C. I. Dales - wijs ik u erop, dat het bestaande vervoersvoorzieningenbeleid op grond van het Koninklijk besluit van 14 augustus 1976, Stb. 434, ten aanzien van gehandicapten die deelnemen aan georganiseerde en/of ongeorganiseerde sport, niet zal worden gewijzigd. Uitgangspunt bij de AAW ten aanzien van het bezit van een eigen auto - al dan niet in bruikleen - is, dat een gehandicapte ten gevolge van zijn ziekte of gebrek vorenbedoelde voorziening kan verkrijgen, indien het gebruik maken van andere middelen van vervoer, zoals openbaar vervoer en taxi, niet tot de mogelijkheden behoort. Tweede Kamer, zitting , 16709, nr. 5 9

10 De huidige door de uitvoeringsorganen van de AAW gehanteerde richtlijn van het maximaal te vergoeden aantal kilometers van 5000 per jaar ten behoeve van het naast het zogenaamde woon-werkvervoer deelnemen aan het leven van alledag acht ik - alle omstandigheden in aanmerking nemend - redelijk. 37 en 41 Er is niet voorzien in een specifieke begrotingspost ten behoeve van het vervoer. Het vervoer is een problematiek, die vooral op lokaal niveau moet worden opgelost. Het is daarbij wel zo, dat in de door een aantal gemeenten opgezette en uitgevoerde projecten - gericht op de integratie van gehandicapten in de sport - de mogelijkheid bestaat voor de betreffende gemeenten vervoerskosten in de begroting, die bij CRM wordt ingediend, op te nemen. Deze subsidiemogelijkheid heeft echter geen structureel karakter, want de duur ervan is beperkt tot drie jaar per deelnemende gemeente. In 1982 zullen ca. 35 gemeenten voor subsidie in aanmerking kunnen komen, te financieren uit de begrotingspost «Bevordering integratie». 38 Er zijn, zoals uit de nota mag blijken, een negental organisaties, waarbij ongeveer leden zijn aangesloten. Hierbij valt niet aan te geven wat een optimale verhouding zou kunnen zijn; het draagvlak van sommige organisaties is daarbij niet steeds van een nationaal niveau. Bij een aantal organisaties ontbreekt nog een landelijk draagvlak, terwijl het streven van die organisaties erop gericht is zich wel als landelijke organisatie te manifesteren. Ik meen dat de hier bedoelde organisaties, hoewel soms nog klein, binnen de werking van de huidige regeling voor subsidiëring van landelijke organisaties op het gebied van de sport zouden moeten kunnen vallen, evenals dat bij de validensport het geval is (bijvoorbeeld: Kaatsbond). Mocht de betreffende organisatie zich niet landelijk wensen te manifesteren dan dient naar mijn mening de financiële ondersteuning vanuit dat bestuursniveau plaats te vinden dat wordt bestreken door de betrokken organisatie. Voorts wordt er mijnerzijds niet van uitgegaan dat kleine organisaties niet goed kunnen functioneren. 39 De betrokken sportorganisaties geven regelmatig te kennen, dat er van een groot verloop onder het (bege)leidend kader sprake is. Dit wordt geweten aan enerzijds de zwaarte van het leidinggeven aan gehandicaptensportbeoefening; anderzijds vormt het deskundigheidsniveau één van de oorzaken. In de validensportorganisaties wordt het verloop geschat op 20% per jaar. Exacte cijfers over deze problematiek binnen gehandicaptensportorganisaties zijn echter nog niet beschikbaar. In overleg met de betrokken sportorganisaties zal worden bezien op welke wijze deze problematiek kan worden verminderd. 40 De begroting van de landelijke organisaties geeft niet aan waar de opleidingen c.q. bijscholingen worden gepland. Ervaring leert, dat men verwacht jaarlijks een bepaald aantal van deze activiteiten te kunnen organiseren (zie antwoord op vraag 63). Meestal gebeurt dit in de plaatsen waar de behoefte het grootst is. Gezien de beperkte aantallen van een bepaalde cursus organiseert de landelijke organisatie vaak een opleiding c.q. bijscholing op een centraal gelegen accommodatie bij voorbeeld Papendal of het KNVB-sportcentrum. Gemiddeld doen zo'n 10 a 15 cursisten aan een opleiding c.q. bijscholing mee. Voor het jaar 1982 betekent dit een deelname van zo'n 600 personen. Tweede Kamer, zitting , 16709, nr. 5 10

11 42 Bekend is welke takken van sport door de diverse categorieën gehandicapten beoefend worden. Daar waar dit nog niet gebeurt is er wellicht sprake van geen of onvoldoende behoefte bij gehandicapten dan wel beschikt men over onvoldoende informatie. Bij de verstrekking van informatie zal uitdrukkelijk met de specificiteit van elk der te onderscheiden categorieën rekening worden gehouden. 44 Reeds in de huidige situatie worden gehandicapten betrokken bij het opstellen en vaststellen van lesprogramma's. Een situatie, die zal worden gecontinueerd en waar nodig uitgebreid. In dit verband moge ik u ook verwijzen naar de beantwoording van vraag 62 met betrekking tot de ClOSsen. 45 Ten aanzien van onderwijsvoorzieningen bestaat dit gevaar niet, gezien het feit dat het hier gaat om de beschikbaarstelling c.q. aanpassing daarvan ten behoeve van sportbeoefening door gehandicapten, naast het «normale» gebruik door niet-gehandicapte sporters. Ten aanzien van voorzieningen bij gezondheidsinstellingen (meestal geen gemeentelijke instellingen) kan worden opgemerkt dat deze voorzieningen in eerste instantie zijn opgezet en worden gebruikt voor die groepen gehandicapten waarvoor speciale voorzieningen noodzakelijk zijn. Het streven zal hier dan ook zijn gericht op de optimale benutting van deze voorzieningen ten behoeve van sportbeoefening door gehandicapten, bij voorbeeld het beschikbaar stellen voor gehandicapten die (buiten de instelling) in verenigingsverband sport beoefenen. 46 De verwachting is, dat de gegevens tegen het eind van 1983 beschikbaar zullen zijn. 47 en 48 Het op 27 november 1981 in Amersfoort gehouden congres - met als thema: «Hoe kan de gehandicaptensport op lokaal niveau meer gestalte krijgen?» - stond in het teken van een inventarisatie van kenlpunten en de wegen waarlangs deze kunnen worden opgelost. De resultaten van dit congres zijn in een verslag vastgelegd, dat een rol zal kunnen spelen in de overal in het land plaatsvindende discussies over de verdere ontwikkeling van de gehandicaptensport. Het nut van dit congres zal derhalve blijken uit de uitkomsten van die discussie. Zowel in de voorbereiding als tijdens het congres zelf is de bijdrage van de zijde van de gehandicaptensportorganisaties groot geweest. De inrichting van het congres was zodanig, dat de deelnemers - onder wie veel gehandicapten - hebben gediscussieerd op basis van de inleidingen die vooraf zijn gehouden. Ter informatie is bovengenoemd verslag toegevoegd.' ' Nedergeiegd op de bibliotheek 49 Alvorens nader in te gaan op de samenhang tussen het revalidatiebeleid en het meerjaren voorlichtings- en informatieprogramma, meen ik eerst te moeten wijzen op een essentieel onderscheid tussen revalidatie en sportbeoefening door gehandicapten. Staan bij de revalidatie van gehandicapten de functionele vermogens van hen centraal, de essentie van de sportbeoefening is gelegen in de vrijetijdsbesteding en de daarbij behorende mogelijkheden tot sociaal contact. Alhoewel de effecten van revalidatie en sportbeoefening parallel kunnen lopen, is dat niet strikt noodzakelijk. Het lijkt mij dan ook juist dit verschil in uitgangssituatie voor ogen te houden. Tweede Kamer, zitting , 16709, nr. 5 11

12 Om deze reden kan er nog niet gesproken worden van een structurele samenhang tussen het revalidatiebeleid als zodanig en het meerjaren voorlichtings- en informatieprogramma. Ik constateer echter, dat de revalidatiesector steeds meer voorlichting en informatie geeft over sportbeoefening door gehandicapten. Ik denk daarbij bij voorbeeld aan de verwijsfunctie van revalidatiecentra en het Gespecialiseerd Jeugd- en Volwassenen Werk. In de nabije toekomst zullen gehandicapten en hun ouders c.q. verzorgers op grotere en meer gestructureerde wijze voorlichting en informatie over sportbeoefening moeten kunnen krijgen. Een belangrijke rol ligt hier mijns inziens voor het onlangs in gebruik genomen lnformatie- en Documentatiecentrum ten behoeve van het kind met een handicap en zijn ouders (IDC). Maar ook zal een actieve benadering van koepels, zoals het NOZ en het NOG, en belangenverenigingen, waaronder de ouderverenigingen, een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan het meerjaren voorlichtings- en informatieprogramma. Ten slotte merk ik op, dat de ontwikkeling van het sportbeleid voor gehandicapten in nauw overleg met de revalidatiesector geschiedt. 50 Het regeringsbeleid met betrekking tot de sportgezondheidszorg betreft vooral ondersteuning van het Nationaal Instituut voor de Sportgezondheidszorg. Het verschaffen van voorlichting en informatie is één van de taken van genoemd instituut. Ik reken het tot de verantwoordelijkheid van het instituut zelf daartoe passende stappen te ondernemen. Wel zal ik in mijn contacten met het instituut de in de vraag geopperde mogelijkheden ter sprake brengen. 51 Het opstellen van informatie en voorlichtingsprogramma's is in eerste instantie een taak en verantwoordelijkheid van de betreffende sportorganisaties. Indien daartoe initiatieven worden genomen door de FSG, dan is de rijksoverheid bereid naar vermogen een financiële bijdrage in de kosten te leveren. Daarbij acht ik de FSG de meest aangewezen organisatie om te beoordelen op welke wijze het best tegemoet kan worden gekomen aan de bestaande noden en behoeften op dit terrein. 52 Gelet op het feit dat deze mogelijkheid voor het eerst in 1982 is geopend en er nog geen overleg met de Kamer heeft plaatsgehad, is bedoeld programma nog niet ontwikkeld. In overleg met betrokken organisaties, met name de FSG, zal zo spoedig mogelijk aan dit voornemen uitvoering worden gegeven. 53, 54 en 55 De gehandicaptensport heeft nog een betrekkelijk korte historie, met als gevolg, dat nog relatief weinig gehandicapten aan sport deelnemen. De betreffende gehandicaptensportorganisaties hebben mede daardoor nog niet een positie kunnen verwerven binnen de sportwereld die vergelijkbaar is met en gelijkwaardig is aan die van de validensportorganisaties. Binnen de context van de thans vigerende rijksregeling - waaruit een 70-tal landelijke sportorganisaties wordt gesubsidieerd - is het niet goed mogelijk aan de gehandicaptensportorganisaties, die aandacht te geven die nodig is voor het verwerven van een gelijkwaardige positie. Specifieke aandacht voor een bepaalde groep organisaties - mits geplaatst binnen de juiste context - is derhalve eerder een bevordering van de integratie, die ook door mij wordt nagestreefd, dan een belemmering. Dat hieruit overleg voortvloeit met de representanten van de sportwereld, i.c. de FSG en de NSF, acht ik een juiste constatering. Dit overleg zou moeten leiden tot invoering van de nieuwe regeling, die overigens slechts op onderdelen van de thans vigerende regeling zal kunnen afwijken, met name wat eventueel subsidiabel te stellen kostensoorten betreft, op 1 januari 1984, waarbij 1983 als overgangsjaar beschouwd kan worden. Tweede Kamer, zitting , 16709, nr. 5 12

13 56 Afhankelijk van de financiële mogelijkheden zouden bij voorbeeld de volgende soorten experimenten gericht op integratie, ondersteund kunnen worden: - experimenten binnen en op initiatief van landelijke validensportorganisaties, al dan niet in samenwerking met gehandicaptensportorganisaties en de Stichting Spel en Sport, die erop gericht zijn de betreffende tak van sport zodanig aan te passen, dat ook gehandicapten daaraan kunnen deelnemen. Daarbij is de overeenkomst tussen de NIS en de NBB één van de mogelijkheden de integratie ook formeel te bezegelen. Denkbaar zijn natuurlijk ook situaties, waarin gehandicapten sport beoefenen binnen het verband van een validensportvereniging. Daardoor hebben zij alleen relaties met de betreffende validensportbond en niet met bijvoorbeeld de NIS; - experimenten binnen en op initiatief van gemeenten, die een eigen beleid terzake willen ontwikkelen, al dan niet binnen het kader van ontwikkelingsprojecten sportieve recreatie/recreatiesport en bij voorbeeld gericht op het toegankelijk maken voor gehandicapten van lokale validensportverenigingen. 57 Integendeel, de ondersteuning die de Stichting Spel en Sport kan bieden - in de vorm van projecten bij organisaties en verenigingen - zal eerder tot het tegenovergestelde leiden. 58 Deze inventarisatie zal moeten zijn voltooid alvorens de nieuwe subsidieregeling ingang zal vinden. De Kamer zal van deze ontwikkeling op de hoogte worden gehouden. 59 Een inventarisatie van de behoefte tot versterking van de bondsbureaus heeft nog niet plaatsgevonden. Deze inventarisatie dient in relatie gezien te worden tot de nieuw te ontwerpen subsidieregeling en zal derhalve geschieden in overleg met de betrokken organisaties. De versterking van de bondsbureaus, zoals die in 1980 heeft plaatsgehad, is in overleg met de betreffende organisaties gebeurd. 60 De versterking van de lokale organisatie van de gehandicaptensport zal vooralsnog kunnen gebeuren door het tijdelijk ondersteunen van gemeentelijke initiatieven in de vorm van het opzetten en uitvoeren van integratieof sportieve recreatie/recreatieprojecten. Derhalve een voortzetting van het huidige beleid. Tevens is de rijksoverheid op dit moment bezig te onderzoeken - samen met o.a. de FSG, VNG, Stichting Spel en Sport, IPO, mogelijk uitgebreid met de NSF - op welke wijze de gehandicaptensport op lokaal niveau meer gestalte zal kunnen krijgen. Daarbij is het de bedoeling dat deze problematiek - die het thema vormde van het in november 1981 gehouden congres - verder wordt geanalyseerd door nog in te stellen werkgroepen op provinciaal niveau. Het opstellen van een meer gedetailleerde knelpuntenanalyse en het aangeven van mogelijke oplossingen, die onderdeel kunnen gaan vormen van het terzake te voeren beleid door de betrokken instanties en organisaties, is daarbij globaal de opdracht aan deze werkgroepen. 61 Er is niet per definitie een verband tussen het functioneren van sport en spel-uitleencentra en de deelneming door gehandicapten aan sportieve recreatieprojecten, die door CRM worden ondersteund. Deze relatie kan derhalve ook geen onderwerp van evaluatie zijn. Wel kan een evaluatie plaatsvinden van het functioneren van de centra - middels een enquête - waarbij bij voorbeeld gekeken wordt naar: Tweede Kamer, zitting , 16709, nr. 5 13

14 - hoe vaak en door wie specifiek materiaal geleend wordt en ten behoeve van welk soort activiteiten; - welk soort materiaal vooral wordt uitgeleend; - hoe het beheer is geregeld (bij voorbeeld door vrijwilligers?) e.d. Een dergelijke evaluatie zal onderdeel moeten zijn van het nader bezien van het functioneren van de uitleencentra in zijn totaliteit. 62 In directe en letterlijke zin kan terzake vanuit het Ministerie van CRM geen ruimte worden geboden. Wellicht ten overvloede zij in dit verband opgemerkt, dat de ClOSsen onder de beleidsverantwoordelijkheid van het Ministerie van O. en W. vallen. Wel is door het Ministerie van CRM in het proces van herstructurering van de ClOSsen mede aangedrongen op een duidelijke studierichting op het onderhavige terrein. Een en ander heeft ertoe geleid, dat een studierichting ter zake - Ortho Bewegingsagogisch Werk (OBAW) genoemd - is ingesteld. Recent overleg heeft ertoe geleid, dat door middel van onderzoek nagegaan zal worden of de ClOS-instituten zo ingericht kunnen worden, dat ook gehandicapte studenten kunnen worden toegelaten. De praktijk heeft geleerd, dat daaraan een duidelijke behoefte bestaat. 63 Ad 1. De inbreng van het departement van CRM heeft met name gestalte gekregen in het proces van herstructurering, dat de ClOSsen nu doormaken. In dit kader wordt voorts verwezen naar het antwoord op vraag nr. 62. Ad 2. Onderstaand treft u een overzicht aan van de gehandicaptensportorganisaties met de activiteiten die door hen op het terrein van opleidingen en bijscholingen worden ontwikkeld: Aantal aangevraagde opleidingen 1982 per organisatie FPG NSG NIS KNDSB Ass. rij-instr. Paard- en Ponyrijden gen. 1 Sportl. GG 1 Recr. Sportl. GG 4 Vrijw. STK 20 Zwemass. 1 Zwemtrainer A 1 Appl. Judo-instr. 1 Bestuurskader 4 2 Bijsch. doe. 2 Atletiekleider A 1 Zitvolleybaltr. A 1 Verenigingsleider 1 Rolstoelbasketbalscheidsr. (bijsch.) 2 Goalbalkader 2 Zwemtr. A (bijsch.) 1 Pistool" en luchtgeweerkader (bijsch.) 2 Handboogtr. A (bijsch.) 1 Atletiek juryleden (bijsch.) 8 ABO 2 Trainer A Waterpolo 1 Kadercursussen voor volwassenen 2 Kadercursussen voor jeugd 2 Voor wat betreft het gehele opleidingsgebeuren, dus ook voor de gehandicaptenorganisaties, voert CRM een samenhangend beleid. Via het z.g. erkenningensysteem van opleidingen worden er samenhangende eisen gesteld voor de algemene gedeelten van deze opleidingen. Aandacht hierbij wordt o.a. besteed aan didactiek, methodiek en sportgezondheidsleer. Tweede Kamer, zitting , , nr. 5 14

15 Ad 3. Het kort geleden tot stand gekomen en door mij te subsidiëren Nationaal Instituut voor de Sportgezondheidszorg heeft als centrale taak de sportgezondheidszorg in ons land op een zo hoog mogelijk peil te brengen en de mogelijkheden te creëren dat deze voor alle sportbeoefenaren beschikbaar is. Dit betekent, dat het instituut tevens voor de taak staat visie en beleid te ontwikkelen ten aanzien van de gewenste vorm en inhoud van de medische begeleiding ten behoeve van gehandicapten. 64 Zoals uit de nota blijkt (blz. 25, ad c) is aanwijsbare kennis in de vorm van ervaringsgegevens met betrekking tot de sportmedische begeleiding van gehandicapten beschikbaar. Daarbij doen zich twee knelpunten voor, nl.: - een gebrek aan coördinatie bemoeilijkt de kennisoverdracht naar anderen; - de aard van en de hoeveelheid kennis is ter zake nog onvoldoende. Bij de oplossing van beide knelpunten kan het recent opgerichte Nationaal Instituut voor de Sportgezondheidszorg (NISG) een rol spelen. Uitbreiding van kennis kan daarbij via onderzoek gebeuren. Vanuit het NISG kunnen ook impulsen gegeven worden om de bestaande - summiere - bijscholingen voor artsen ten behoeve van de sportgezondheidszorg uit te breiden en daarbinnen een plaats te scheppen voor de specifiek medische aspecten van de gehandicaptensport acht ik vooralsnog niet noodzakelijk. 65 In overleg met - met name de FSG - zal worden nagegaan in hoeverre het bestaande patroon van opleidingen en bijscholingen, zowel in kwalitatieve als ook in kwantitatieve zin, bijstelling behoeft om tegemoet te komen aan de bestaande behoefte aan (bege)leiding bij sportbeoefening door gehandicapten. De inventarisatie van de werkelijke behoefte ter zake zal met behulp van de betrokken sportorganisaties dienen plaats te vinden. 66 De genoemde inventarisatie zal voorlopig niet plaatsvinden, aangezien de VNG te kennen heeft gegeven zoiets nodig noch wenselijk te achten. Men is van mening dat er eerst een gedetailleerd inzicht in het behoeftepatroon van gehandicapten ter zake van sportbeoefening moet komen. Uiteraard speelt voor de gemeenten de dreiging van grote financiële consequenties een rol. Ik kan daarvoor begrip opbrengen. In plaats van deze inventarisatie zullen in overleg met VNG en FSG een aantal experimentele proefprojecten worden uitgezet die zich zowel tot toegankelijkheid als bruikbaarheid uitstrekken. 67 Direct na gereedkomen is de nota in procedurele zin in het POOS aan de orde gekomen. Er zal naar worden gestreefd de nota in mei a.s. in het POOS in inhoudelijke zin aan de orde te stellen. Daarbij zal het resultaat van deze bespreking mede bepalen of en in hoeverre het aspect van de beschikbaarstelling van ruimtelijke voorzieningen aparte aandacht behoeft in een volgend POOSoverleg. 68 Gelet op de financiële situatie waarin de rijksoverheid zich momenteel bevindt, kunnen geen meerjarencijfers worden gegeven. De op bladzijde 35 van de nota genoemde cijfers zijn in principe structureel, met uitzondering van de posten la en 11.1.d. Zie in dit kader ook het antwoord op vraag 1, Tweede Kamer, zitting , , nr. 5 15

16 69 De extra sporttechnisch-kaderfunctionarissen waarvan in de nota sprake is, zijn in 1980/1981 aangesteld in het kader van het arbeidsplaatsenplan ten behoeve van trendvolgers. Het scheppen van nieuwe arbeidsplaatsen ten behoeve van de gehandicaptensport is derhalve afhankelijk van nieuwe mogelijkheden die zich eventueel binnen het totaal van het werkgelegenheidsbeleid ten behoeve van de kwartaire sector van de Regering kunnen voordoen. In die zin is er derhalve geen sprake van een uitgewerkt meerjarenplan. De personeelslasten van mogelijk nieuwe arbeidsplaatsen zullen in principe voor 60% subsidiabel zijn. 70 Het deel van de personeelskosten van genoemde beroepskrachten dat subsidiabel zal zijn, is in principe afhankelijk van de discussie over de inrichting van de nieuw te ontwerpen subsidieregeling ten behoeve van gehandicaptensportorganisaties. Richtinggevend voor de subsidiëring personeelskosten dient naar mijn mening de thans vigerende regeling te zijn. De Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, A. van der Louw Tweede Kamer, zitting , 16709, nr. 5 16

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1981-1982 16 709 Sportbeoefening door gehandicapten Nr.4 De vroegere stukken zijn gedrukt in de zitting 1980-1981 VRAGEN TER VOORBEREIDING VAN EEN UITGEBREIDE

Nadere informatie

Vaststellen van de subsidieregeling Gehandicaptensport(3B, 2015, 118)

Vaststellen van de subsidieregeling Gehandicaptensport(3B, 2015, 118) GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Amsterdam. Nr. 52053 12 juni 2015 Vaststellen van de subsidieregeling Gehandicaptensport(3B, 2015, 118) Afdeling 3B Nummer 118 Publicatiedatum 9 juni 2015 Onderwerp

Nadere informatie

Beleidsregels sport (2005 en verder)

Beleidsregels sport (2005 en verder) (2005 en verder) 1. Beleidsterrein Beleidstaak: Sport Beheerstaken: 530.90 Overige kosten sportbeoefening, functienummer 2. Uitgangspunten van beleid De uitgangspunten ten aanzien van de stimulerende taak

Nadere informatie

Juni Visie op Sportbeleid VVD Smallingerland

Juni Visie op Sportbeleid VVD Smallingerland Juni 2016 Visie op Sportbeleid VVD Smallingerland 1. Algemeen Tot op heden bestaat de gemeentelijke aandacht voor sport hoofdzakelijk uit het zorg dragen voor instandhouding van accommodaties. Tevens is

Nadere informatie

REGLEMENT VOOR SUBSIDIERING VAN SPORTVERENIGINGEN voor de kwaliteitsvolle begeleiding van de leden

REGLEMENT VOOR SUBSIDIERING VAN SPORTVERENIGINGEN voor de kwaliteitsvolle begeleiding van de leden REGLEMENT VOOR SUBSIDIERING VAN SPORTVERENIGINGEN voor de kwaliteitsvolle begeleiding van de leden GR 14.10.2014 I. ALGEMENE VOORWAARDEN Artikel 1 Binnen de perken van de door de gemeenteraad op het budget

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal Sport voor Allen beleid DE VLAAMSE REGERING,

Voorontwerp van decreet houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal Sport voor Allen beleid DE VLAAMSE REGERING, Voorontwerp van decreet houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal Sport voor Allen beleid DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke

Nadere informatie

Kader voor stichtingen

Kader voor stichtingen Kader voor stichtingen Beleidskader betrokkenheid van de Rijksoverheid bij het oprichten van stichtingen. Stichtingenkader 2017 1 2 Stichtingenkader 2017 Inhoudsopgave Algemeen 4 Uitgangspunten van het

Nadere informatie

Voorstel : Vaststellen nota Dorpshuizen in Sint Anthonis, inclusief beleid ten aanzien van paracommercialisme

Voorstel : Vaststellen nota Dorpshuizen in Sint Anthonis, inclusief beleid ten aanzien van paracommercialisme Raadsvergadering : 15 september 2003 Agendapunt : 23. Voorstel : Vaststellen nota Dorpshuizen in Sint Anthonis, inclusief beleid ten aanzien van paracommercialisme Aan de Raad, In het coalitieprogramma

Nadere informatie

nr Officiële uitgave van de gemeente Midden-Drenthe d.d. 4 oktober 2017

nr Officiële uitgave van de gemeente Midden-Drenthe d.d. 4 oktober 2017 Gemeenteblad nr. 906092 Officiële uitgave van de gemeente Midden-Drenthe d.d. 4 oktober 2017 Beleidsregels waarderingssubsidies stimulering sportbeoefening en beweging in de gemeente Midden-Drenthe Collegebesluit

Nadere informatie

Subsidieregeling deskundigheidsbevordering vrijwilligers

Subsidieregeling deskundigheidsbevordering vrijwilligers Subsidieregeling deskundigheidsbevordering vrijwilligers (geconsolideerde versie, geldend vanaf 1-10-1998 tot 1-1-2006) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Drenthe Officiële naam regeling

Nadere informatie

AANVULLEND SUBSIDIEREGLEMENTERING SPORTCLUBS GEMEENTE ZINGEM ALGEMEEN OVERZICHT

AANVULLEND SUBSIDIEREGLEMENTERING SPORTCLUBS GEMEENTE ZINGEM ALGEMEEN OVERZICHT AANVULLEND SUBSIDIEREGLEMENTERING SPORTCLUBS GEMEENTE ZINGEM ALGEMEEN OVERZICHT Zoals voorzien in het sport-voor-allen decreet, zal de gemeente Zingem alle erkende Zingemse sportverenigingen financieel

Nadere informatie

Jaarplan 2016. Leidschendam-Voorburg

Jaarplan 2016. Leidschendam-Voorburg Leidschendam-Voorburg Jaarplan 2016 Stichting Leergeld Leidschendam-Voorburg, Postbus 566, 2270 AD Voorburg. Tel: 070-7803376. E-mail: info@leergeldleidschendam-voorburg.nl Doelstelling Stichting Leergeld

Nadere informatie

Verordening Investeringssubsidie Sportaccommodaties 2008

Verordening Investeringssubsidie Sportaccommodaties 2008 RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Dalfsen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 april 2008, nummer 40; overwegende dat de gemeente wil stimuleren dat de inwoners van de gemeente

Nadere informatie

Samenvatting: Advies:

Samenvatting: Advies: College V200900311 Onderwerp: Brede sportcommissie Samenvatting: Inleiding: Op 15 november 2008 is door uw college het convenant met de sportraad opgezegd. Aan een drietal oud-bestuursleden van de sportraad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 606 Het onderbrengen van de zorg, bestaande uit duurzaam verblijf en verzorging in een verzorgingshuis, in de aanspraken op grond van de Algemene

Nadere informatie

Raad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris,

Raad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris, Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, en Wetenschappen P/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM s-gravenhage Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden zorgdrager minister van Volkshuisvesting,

Nadere informatie

Het beleidskader voor subsidies uit dit hoofdstuk is de nota Sportimpuls Breda , zoals vastgesteld door de raad op 22 september 2011.

Het beleidskader voor subsidies uit dit hoofdstuk is de nota Sportimpuls Breda , zoals vastgesteld door de raad op 22 september 2011. Specifieke nadere regels Sportsubsidies 2012 Artikel 7:1 Definities a. Schoolsporttoernooien: een- of meerdaagse sportwedstrijden met deelname van scholenteams bestaande uit leerlingen van het primair

Nadere informatie

De beleidsregels zijn in werking getreden op 1 januari 2013.

De beleidsregels zijn in werking getreden op 1 januari 2013. Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer 2013 / 019 Naam Beleidsregels Sport en Bewegen gemeente Nijmegen 2013 Publicatiedatum 8 januari 2013 Opmerkingen - Besluit van Burgemeester en Wethouders d.d. 20

Nadere informatie

SUBSIDIEREGLEMENTERING BASISWERKING SPORTCLUBS GEMEENTE ZINGEM (SUBSIDIES VLAAMSE OVERHEID) ALGEMEEN OVERZICHT

SUBSIDIEREGLEMENTERING BASISWERKING SPORTCLUBS GEMEENTE ZINGEM (SUBSIDIES VLAAMSE OVERHEID) ALGEMEEN OVERZICHT SUBSIDIEREGLEMENTERING BASISWERKING SPORTCLUBS GEMEENTE ZINGEM (SUBSIDIES VLAAMSE OVERHEID) ALGEMEEN OVERZICHT Zoals voorzien in het sport-voor-allen decreet, zal de gemeente Zingem alle erkende Zingemse

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Subsidiëring op basis van de programma s Leefomgeving, Sociaal Domein, Leren en leven en Economie.

Hoofdstuk 2 Subsidiëring op basis van de programma s Leefomgeving, Sociaal Domein, Leren en leven en Economie. CVDR Officiële uitgave van Kapelle. Nr. CVDR612542_1 10 september 2018 Subsidieregeling gemeente Kapelle Het college van burgemeester en wethouders van Kapelle, gelet op artikel 149 van de Gemeentewet:

Nadere informatie

STATUTEN GEMEENTELIJKE SPORTRAAD LEDE

STATUTEN GEMEENTELIJKE SPORTRAAD LEDE Bekrachtigd door gemeenteraad in zitting van 19 april 2007 1 STATUTEN GEMEENTELIJKE SPORTRAAD LEDE Hoofdstuk 1: DOELSTELLINGEN EN STRUCTUUR Artikel 1: De gemeentelijke sportraad heeft in het algemeen tot

Nadere informatie

Subsidieverordening Sport

Subsidieverordening Sport 1 De raad van de gemeente Enschede; gelezen het voorstel van het college van 6 juni 2017, corsanummer 1700063527 gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, titel 4.2 van de Algemene Wet Bestuursrecht en

Nadere informatie

PROCEDURE EN CRITERIA VOOR VERSTREKKING

PROCEDURE EN CRITERIA VOOR VERSTREKKING PROCEDURE EN CRITERIA VOOR VERSTREKKING financiële bijdragen uit het leefbaarheidsbudget 1 1. Inleiding De gemeenteraad van Hellendoorn heeft enkele budgeten overgedragen aan de dorpen en wijken in de

Nadere informatie

Artikel 2 Bevoegdheid college Het college besluit met inachtneming van deze verordening op subsidieaanvragen van sportverenigingen.

Artikel 2 Bevoegdheid college Het college besluit met inachtneming van deze verordening op subsidieaanvragen van sportverenigingen. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Enschede Nr. 130311 31 juli 2017 Subsidieverordening Sport De raad van de gemeente Enschede; gelezen het voorstel van het college van 6 juni 2017, corsanummer

Nadere informatie

NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP

NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP 7 (1971-1972) - N 1 VOOR DE NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP ZITTING 1971-1972 13 DECEMBER 1971 VOORSTEL VAN DECREET tot activering en subsidiëring van plaatselijk cultureel werk, jeugdwerk, sport en lichamelijke

Nadere informatie

Alleen activiteiten die vrij en openbaar toegankelijk zijn komen voor subsidie in aanmerking

Alleen activiteiten die vrij en openbaar toegankelijk zijn komen voor subsidie in aanmerking ALGEMEEN DEEL SUBSIDIEBELEID De aanvraag moet voldoen aan de bepalingen van de Algemene subsidieverordening In de subsidieverordening is de procedure beschreven om in aanmerking te komen voor subsidie

Nadere informatie

Advies en Arbitragecommissie Rijksdienst

Advies en Arbitragecommissie Rijksdienst Advies en Arbitragecommissie Rijksdienst AAN: De voorzitter van het overleg met de Bijzondere Commissie Burgerpersoneel Defensie (BCBPDEF); De centrales van overheidspersoneel toegelaten tot de BCBPDEF.

Nadere informatie

Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. 4.

Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. 4. Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. 4. Voorstel tot het verstrekken van een eenmalige bijdrage aan Paardensportvereniging Aalten ten behoeve van de realisatie van een rijhal AAN DE RAAD Samenvatting De Paardensportvereniging

Nadere informatie

Artikelsgewijze toelichting op de ASV 2006

Artikelsgewijze toelichting op de ASV 2006 Artikelsgewijze toelichting op de ASV 2006 Artikel 1 De meeste begrippen spreken voor zich. Het begrip algemeen verbindend voorschrift behoeft enige nadere toelichting. Temeer omdat er verband bestaat

Nadere informatie

CBE-1142 (030)

CBE-1142 (030) CBE-1142 (030) 253 1745 6 april 2004 beroep A. UITSPRAAK Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van: A.,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 17910 De grote-stedenproblematiek Nr. 21 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland

Provinciale Staten van Noord-Holland Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 37 Haarlem, 23 april 2002 Onderwerp: Deelverordening kwaliteitsverbetering en kadertraining vrijwilligerswerk 2002 Bijlage: ontwerpbesluit Inleiding Vrijwilligers

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 1986-1987 16 709 Sportbeoefening door gehandicapten Nr. 9 BRIEF VAN DE MINISTER VAN WELZIJN. VOLKSGEZONDHEID EN CULTUUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Mededeling. Datum. Onderwerp Convenant provincie Flevoland en Staatsbosbeheer. Registratienummer

Mededeling. Datum. Onderwerp Convenant provincie Flevoland en Staatsbosbeheer. Registratienummer PROVINCIE FLEVOLAND Mededeling Onderwerp Convenant provincie Flevoland en Staatsbosbeheer Kern mededeling: Gedeputeerde Staten hebben met Staatsbosbeheer (werk)afspraken gemaakt over de uitvoering van

Nadere informatie

Stichting S van de Ar beid

Stichting S van de Ar beid Stichting S van de Ar beid Tripartiete Werkgroep Pensioenmonitor Pens./610 TPM/8 21 oktober 1993 Notitie over een mogelijke opzet van een 'Pensioenmonitor' 1. Inleiding Na een gesprek van de beide voorzitters

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening 2014

Algemene subsidieverordening 2014 Algemene subsidieverordening 2014 De raad van de gemeente Reimerswaal; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 april 2014, 14.008846, inzake de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

Subsidie. Bijlage 1. De definities van de categorieën zijn als volgt:

Subsidie. Bijlage 1. De definities van de categorieën zijn als volgt: Bijlage 1 Subsidie Het doel en de criteria voor het verlenen van subsidie worden in dit hoofdstuk besproken. De Algemene Wet Bestuursrecht en de Subsidieverordening evenementen gemeente Venray zijn hierbij

Nadere informatie

Datum: 7 september 2009 Onderwerp: uitvraag nieuwe regionale fietsverbindingen voor woon-werkverkeer

Datum: 7 september 2009 Onderwerp: uitvraag nieuwe regionale fietsverbindingen voor woon-werkverkeer a > Retouradres Postbus 2090 2500 EX Den Haag adreslijst Plesmanweg -6 Postbus 2090 2500 EX Den Haag T +3 70 35 67 F +3 70 35 7467 www.verkeerenwaterstaat.nl Contactpersoon drs. A.J. Zinn T 070-35688 :

Nadere informatie

"Verordening voor de bevordering van jeugdparticipatie aan sportieve activiteiten Aalten.

Verordening voor de bevordering van jeugdparticipatie aan sportieve activiteiten Aalten. "Verordening voor de bevordering van jeugdparticipatie aan sportieve activiteiten Aalten. Artikel 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. Het jeugd participatiefonds: -een door de raad ingesteld

Nadere informatie

het project "Informatie- en communicatietechnologie (ICT) in het onderwijs" in 2002

het project Informatie- en communicatietechnologie (ICT) in het onderwijs in 2002 Accountantsdienst OCenW Servicegroep Cultuur en Apparaatskosten Bredewater 8 Postadres Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079) 323 31 55 Telefax (079) 323 39 20 Rapport over het project "Informatie-

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Nummer 52 van 2000 PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Besluit van 30 juni 2000, nummer WEB-236, directie Welzijn, Economie en Bestuur, afdeling Welzijn, tot afkondiging van het besluit van Provinciale Staten

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2010;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2010; CVDR Officiële uitgave van Eemsmond. Nr. CVDR63088_1 11 oktober 2016 Re-integratieverordening 2010 De raad van de gemeente Eemsmond; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten. Burgemeester en Wethouders van Teylingen Postbus ZJ Voorhout

Gedeputeerde Staten. Burgemeester en Wethouders van Teylingen Postbus ZJ Voorhout Gedeputeerde Staten Contact mr. E. Sprietsma T 070-441 62 47 e.sprietsma@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Burgemeester en Wethouders van

Nadere informatie

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst AAN: De Centrales van Overheidspersoneel, toegelaten tot het Sectoroverleg Rijkspersoneel De Voorzitter van het Sectoroverleg Rijkspersoneel Bijlagen 1 AAC/92.064

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2009:BJ2630

ECLI:NL:RVS:2009:BJ2630 ECLI:NL:RVS:2009:BJ2630 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-07-2009 Datum publicatie 15-07-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200808561/1/H2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen Decreet houdende de toekenning van subsidies voor de uitbouw, de coördinatie en de promotie van het sportaanbod van de studentensportvoorzieningen van de Vlaamse universiteiten en hogescholen en de erkenning

Nadere informatie

Subsidie vrijwillige inzet en informele zorg gemeente Ermelo 2016.

Subsidie vrijwillige inzet en informele zorg gemeente Ermelo 2016. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Ermelo. Nr. 30596 16 maart 2016 Subsidie vrijwillige inzet en informele zorg gemeente Ermelo 2016 Burgemeester en wethouders van de gemeente Ermelo; overwegende

Nadere informatie

Beleidregels Sociaal Cultureel Werk 2005 (en verder)

Beleidregels Sociaal Cultureel Werk 2005 (en verder) Beleidregels Sociaal Cultureel Werk 2005 (en verder) 1. Beleidsterrein Beleidstaak: Sociaal Cultureel Werk Beheerstaak: Samenlevingsopbouwwerk, functienummer 630.00 Dit beleidsterrein omvat kinderwerk,

Nadere informatie

Beleidsplan. Stichting Vrienden van. Service Bureau Ouderen. Hellevoetsluis

Beleidsplan. Stichting Vrienden van. Service Bureau Ouderen. Hellevoetsluis Beleidsplan Stichting Vrienden van Service Bureau Ouderen Hellevoetsluis 2017 2018 Beleidsplan 2017-2018 Inhoudsopgave: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Doel en beleidsplan Aanvragen Historie van de Vrienden

Nadere informatie

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998. Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998. Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998 Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen Artikel 1 1. In deze verordening wordt verstaan onder provinciebestuur: het bevoegde orgaan van

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016

Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Landsmeer. Nr. 115833 22 augustus 2016 Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016 gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Advies aan de gemeenteraad

Advies aan de gemeenteraad Advies aan de gemeenteraad Postregistratienummer *17.0015677* 17.0015677 Raadsvergadering: 1-2-2018 Voorstel: 2.46 Agendapunt: 13 Onderwerp Definitief besluit Muziekeducatie nieuwe stijl, Opmeer Actief

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11870 28 juli 2010 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 20 juli 2010, nr. DLZ/KZ-U-3013911,

Nadere informatie

Sport biedt veel mensen ontspanning en draagt ook bij aan de gezondheid van mensen en aan de sociale contacten.

Sport biedt veel mensen ontspanning en draagt ook bij aan de gezondheid van mensen en aan de sociale contacten. Hoofdstuk 11 Sport 11.1 Inleiding Sport biedt veel mensen ontspanning en draagt ook bij aan de gezondheid van mensen en aan de sociale contacten. In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens aan de orde: 11.2

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Zitting 1980-1981 16815 Toelatingscriteria numerus fixus-studierichtingen voor het studiejaar 1981-1982 Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN Aan de

Nadere informatie

Controleprotocol subsidies gemeente Alkmaar voor verantwoording subsidies > 250.000

Controleprotocol subsidies gemeente Alkmaar voor verantwoording subsidies > 250.000 Controleprotocol subsidies gemeente Alkmaar voor verantwoording subsidies > 250.000 1 Algemeen Op grond van de Kaderverordening Subsidieverstrekking van de gemeente Alkmaar kunnen subsidies worden verstrekt.

Nadere informatie

Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs Projectgroep Combifuncties Onderwijs

Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs Projectgroep Combifuncties Onderwijs Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs 2011 Projectgroep Combifuncties Onderwijs Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs 2011 1. Inleiding De projectgroep Combifuncties Onderwijs wil in de periode

Nadere informatie

Convenant Gesubsidieerde Arbeid 2003

Convenant Gesubsidieerde Arbeid 2003 Convenant Gesubsidieerde Arbeid 2003 1. Preambule Het kabinet, sociale partners en de VNG zetten zich in om met een tijdelijke impuls de doorstroom van werknemers in gesubsidieerde arbeid naar reguliere

Nadere informatie

Drie opties Aan extern expert Absolute Advocaten is gevraagd om de opties in een juridisch kader te schetsen. Er blijken drie opties mogelijk:

Drie opties Aan extern expert Absolute Advocaten is gevraagd om de opties in een juridisch kader te schetsen. Er blijken drie opties mogelijk: BESTUUR Hertog Aalbrechtweg 32-1823 DL ALKMAAR Postbus 9150-1800 GD ALKMAAR Telefoon: (072) 567 88 90 Fax: (072) 50 37 102 Email: j.g.goet@wnk.nl Website: www.wnk.nl Alkmaar, 13 september 2018 Onderwerp:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1979-1980 16199 Voornemen inzake beperking van de inschrijving van eerstejaarsstudenten van de Landbouwhogeschool Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS EN

Nadere informatie

Subsidieverlening voor landelijke deskundigheidsbevordering van vrijwilligers.

Subsidieverlening voor landelijke deskundigheidsbevordering van vrijwilligers. Subsidieverlening voor landelijke deskundigheidsbevordering van vrijwilligers. In deze notitie wordt ingegaan op de volgende aspecten van de landelijke subsidiering van activiteiten in de sfeer van deskundigheidsbevordering:

Nadere informatie

Raadsbijlage Voorstel inzake het omzetten van de vigerende Bestuursovereenkomst in een Bestuursovereenkomst voor onbepaalde tijd

Raadsbijlage Voorstel inzake het omzetten van de vigerende Bestuursovereenkomst in een Bestuursovereenkomst voor onbepaalde tijd gemeente Eindhoven Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Raadsbijlage nummer 218 Inboeknummer OOU002717 Beslisdatum B&W 24 oktober 2000 Dossiernummer.043.205 Raadsbijlage Voorstel inzake het omzetten van

Nadere informatie

Verordening bevordering van maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012 A

Verordening bevordering van maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012 A CVDR Officiële uitgave van Dalfsen. Nr. CVDR230176_2 31 oktober 2017 Verordening bevordering van maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012 A De raad van de gemeente Dalfsen; overwegende

Nadere informatie

Raad voor Cultuur. Telefax

Raad voor Cultuur. Telefax Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen p/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM 's-gravenhage Ondenverp R.J. Schimmelpennincklaan 3 ontwerp-selectielijst archiefbescheiden

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015 Algemene subsidieverordening gemeente Maastricht 2015 1 INHOUD Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Definities... 3 Artikel 2 Wettelijke

Nadere informatie

gelezen de nota subsidieregeling Projecten#InDeBuurt d.d. 15 november 2016 nr ;

gelezen de nota subsidieregeling Projecten#InDeBuurt d.d. 15 november 2016 nr ; Burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort, gelezen de nota subsidieregeling Projecten#InDeBuurt d.d. 15 november 2016 nr. 5365999; gelet op de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3, artikel

Nadere informatie

Onderwerp: instellen provinciaal Jeugdsportfonds als invulling van de motie Armoede

Onderwerp: instellen provinciaal Jeugdsportfonds als invulling van de motie Armoede Provinciale Staten van Noord Holland Voordracht Haarlem, Onderwerp: instellen provinciaal Jeugdsportfonds als invulling van de motie Armoede Bijlage: ontwerpbesluit 1. Inleiding Op 29 mei 2006 hebben PS

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 826 Wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening in verband met de gelijkstelling van stadsregio s met een provincie Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

SUBSIDIEREGLEMENT GEMEENTE GLABBEEK

SUBSIDIEREGLEMENT GEMEENTE GLABBEEK SUBSIDIEREGLEMENT GEMEENTE GLABBEEK Artikel 1: Dit subsidiereglement wil Glabbeekse sportverenigingen stimuleren tot de kwalitatieve verbetering van hun sportaanbod. Het totale subsidiekrediet wordt jaarlijks

Nadere informatie

REGLEMENT COLLEGIAAL OVERLEG ESTATE PLANNERS

REGLEMENT COLLEGIAAL OVERLEG ESTATE PLANNERS REGLEMENT COLLEGIAAL OVERLEG ESTATE PLANNERS Artikel 1. Definities In dit reglement moet worden verstaan onder: EPN: Vereniging van Estate Planners in het Notariaat. Lid: lid en aspirant-lid ingevolge

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012

Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012 Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012 De raad van de gemeente Werkendam, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2012, gelet op - artikel 149

Nadere informatie

Thema 4:Impulssubsidies: Het verbeteren van de kwaliteit van de jeugdsportbegeleider.

Thema 4:Impulssubsidies: Het verbeteren van de kwaliteit van de jeugdsportbegeleider. 1 Thema 4:Impulssubsidies: Het verbeteren van de kwaliteit van de jeugdsportbegeleider. Alle doelstellingen en maatregelen, hieronder opgenomen in dit thema, zijn gericht naar sportverenigingen, aangesloten

Nadere informatie

1. Punt 43: Samenwerking in het kader van een gezamenlijk team waarbij functionarissen van Europol betrokken zijn

1. Punt 43: Samenwerking in het kader van een gezamenlijk team waarbij functionarissen van Europol betrokken zijn RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 april 2000 (17.04) (OR. en) 7316/00 LIMITE EUROPOL 4 NOTA van: Europol aan: de Groep Europol nr. vorig doc.: 5845/00 EUROPOL 1 + ADD 1 + ADD 2 + ADD 3 Betreft: Artikel

Nadere informatie

Verordening sportsubsidies gemeente Steenwijkerland.

Verordening sportsubsidies gemeente Steenwijkerland. Nummer: 2002/194 Steenwijk: 17 december 2002 Onderwerp: Verordening sportsubsidies Gemeente Steenwijk Steenwijkerland Uitgegaan: De raad van de gemeente Steenwijk, gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

SPORTRAAD GLABBEEK. Hoofdstuk I: doel STATUTEN

SPORTRAAD GLABBEEK. Hoofdstuk I: doel STATUTEN SPORTRAAD GLABBEEK STATUTEN Gelet op het decreet van 09.03.07 houdende organisatie van het overleg en de inspraak in het gemeentelijk sportbeleid wordt te Glabbeek een gemeentelijke sportraad opgericht

Nadere informatie

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland; Provinciale Staten van Fryslân, Groningen en Drenthe: gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband

Nadere informatie

Gemeenteblad nr. 17, 20 december 2012

Gemeenteblad nr. 17, 20 december 2012 Gemeenteblad nr. 17, 20 december 2012 DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE overwegende dat vaststelling van een verordening wettelijk is voorgeschreven; overwegende, dat het van wezenlijk belang wordt geacht dat

Nadere informatie

Deelverordeningen behorend bij de Algemene Subsidieverordening gemeente Lopik 2018

Deelverordeningen behorend bij de Algemene Subsidieverordening gemeente Lopik 2018 Deelverordeningen behorend bij de Algemene Subsidieverordening gemeente Lopik 2018 Deelverordening Jeugdsport 2 Deelverordening maatschappelijke participatie 4 Deelverordening subsidieverlening jaarlijks

Nadere informatie

De raad van de gemeente Enschede; gelezen het voorstel van het college van 17 november 2015, corsanummer

De raad van de gemeente Enschede; gelezen het voorstel van het college van 17 november 2015, corsanummer CVDR Officiële uitgave van Enschede. Nr. CVDR385692_1 31 juli 2017 Subsidieverordening Sport De raad van de gemeente Enschede; gelezen het voorstel van het college van 17 november 2015, corsanummer 1500115749

Nadere informatie

A. ALGEMENE BEPALINGEN

A. ALGEMENE BEPALINGEN No. 070505 St. Annaparochie, 31 mei 2007. De raad der gemeente het Bildt; overwegende; dat de raad bij besluit dd. 11 november 2002 de Algemene Subsidie Verordening heeft vastgesteld; dat het in aanvulling

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING VAN DE

Nadere informatie

Programmaspecifieke Vragen Lijst

Programmaspecifieke Vragen Lijst In het Uitvoeringsbeleid van het programma Gelderland Sport! 2016-2019 is opgenomen dat de provincie ernaar streeft om in 2019 een groeiend netwerk van sterke, toekomstbestendige sportverenigingen en vitale

Nadere informatie

ECLI:NL:CBB:2012:BZ1716

ECLI:NL:CBB:2012:BZ1716 ECLI:NL:CBB:2012:BZ1716 Instantie Datum uitspraak 20-12-2012 Datum publicatie 20-02-2013 Zaaknummer AWB 12/489 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

Datum : 13 december 2005 Nummer PS : PS2006ZCW03 Dienst/sector : MEC/DMO Commissie : ZCW Registratienummer : 2005MEC002130i Portefeuillehouder : Kamp

Datum : 13 december 2005 Nummer PS : PS2006ZCW03 Dienst/sector : MEC/DMO Commissie : ZCW Registratienummer : 2005MEC002130i Portefeuillehouder : Kamp S T A T E N V O O R S T E L Datum : 13 december 2005 Nummer PS : PS2006ZCW03 Dienst/sector : MEC/DMO Commissie : ZCW Registratienummer : 2005MEC002130i Portefeuillehouder : Kamp Titel : Overdracht functie

Nadere informatie

S T A T E N V O O R S T E L

S T A T E N V O O R S T E L S T A T E N V O O R S T E L Datum : 18 april 2005 Nummer PS : PS2005BEM10 Dienst/sector : Statengriffie Commissie : BEM Registratienummer : 2005psu000022i Portefeuillehouder : subcommissie voor de jaarrekening

Nadere informatie

ONTWERP DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME,

ONTWERP DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME, WET van..., houdende regels inzake de financiële verhouding tussen de Staat en de districten (Wet Financiële Verhoudingen) ONTWERP DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME, In overweging genomen hebbende,

Nadere informatie

Bijzondere projectsubsidies socio-culturele projecten

Bijzondere projectsubsidies socio-culturele projecten Booischotseweg 1 2235 Hulshout Tel: 015 22 40 17 www.hulshout.be hulshout@bibliotheek.be Bijzondere projectsubsidies socio-culturele projecten Artikel 1. Doelstelling en definitie Onder de hierna bepaalde

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Verordening ambtelijke bijstand provinciale staten van Drenthe

Verordening ambtelijke bijstand provinciale staten van Drenthe 2003-55 Verordening ambtelijke bijstand provinciale staten van Drenthe Voorgestelde behandeling: - provinciale staten op 23 april 2003 - fatale beslisdatum: n.v.t. Voorgestelde status: B-stuk Behandeld

Nadere informatie

Bijlage 5 Tarievenmodel plus varianten

Bijlage 5 Tarievenmodel plus varianten Bijlage 5 Tarievenmodel plus varianten Om dit model te kunnen implementeren is het noodzakelijk om een integrale kostprijs per uur te berekenen van de gemeentelijke sportaccommodaties. Zo wordt inzicht

Nadere informatie

Subsidiëringssysteem Sportclubs Holsbeek Basis- en Stersubsidie Projectsubsidies

Subsidiëringssysteem Sportclubs Holsbeek Basis- en Stersubsidie Projectsubsidies Subsidiëringssysteem Sportclubs Holsbeek Basis- en Stersubsidie Projectsubsidies Artikel 1: Krediet Voor zover er een krediet in de begroting wordt ingeschreven, kan het gemeentebestuur een basis-, project-

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 936 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van het recht op bijstand bij verblijf buiten Nederland Nr. 4 ADVIES RAAD

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, in deze vertegenwoordigd door C te D vs. E te F. Zaak : Ziekenvervoer, vergoeding zittend ziekenvervoer Zaaknummer : ANO06.097 Zittingsdatum : 13 december 2006

Nadere informatie

Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014

Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014 1 Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014 GRONDSLAG 1. Op grond van artikel 2, lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Gemeente Medemblik (ASV) kan het college nadere regels stellen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 december 2016, nummer 16/956;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 december 2016, nummer 16/956; Gewijzigd exemplaar RIS. 8027 (was RIS.7993) De raad van de gemeente Emmen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 december 2016, nummer 16/956; gelet op het bepaalde in de Gemeentewet,

Nadere informatie

Aan de Gemeenteraad.

Aan de Gemeenteraad. Aan de Gemeenteraad. Raadsvergadering d.d. : 8 maart 2018 Commissievergadering d.d. : 21 februari 2018 Commissie : Commissie Samenleving Portefeuillehouder : wethouder N. Heijink Programmaonderdeel : 501.

Nadere informatie

Rfv 04.11/ (070) Inleiding en samenvatting

Rfv 04.11/ (070) Inleiding en samenvatting de Minister van Verkeer en Waterstaat de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, Mevrouw A.G.M. van de Vondervoort de Staatssecretaris van Financiën te D E N H A A G DEN HAAG Bijlagen -- Inlichtingen

Nadere informatie

BELEIDSPLAN STICHTING VRIENDEN VAN BURO LIMA

BELEIDSPLAN STICHTING VRIENDEN VAN BURO LIMA BELEIDSPLAN STICHTING VRIENDEN VAN BURO LIMA 2015-2020 Oktober 2014 Geactualiseerd juli 2016 Geactualiseerd maart 2017 Stichting Vrienden van Buro Lima, Raadhuisplein 22, 5473 GC Heeswijk-Dinther. tel.:

Nadere informatie

Verordening cliëntenparticipatie gemeentelijk integraal gehandicaptenbeleid Maasbree 2007

Verordening cliëntenparticipatie gemeentelijk integraal gehandicaptenbeleid Maasbree 2007 Verordening cliëntenparticipatie gemeentelijk integraal Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot

Nadere informatie