Gebruikershandleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gebruikershandleiding"

Transcriptie

1 Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding 1 Introductie van deze applicatie 2 Deze applicatie uitproberen met testbestanden 3 Taken voorbereiden 4 Taken bewerken 5 De programmafunctie gebruiken 6 Handige instellingen 7 Bijlage Lees deze gebruiksaanwijzing grondig door voordat u dit product gebruikt en bewaar het voor toekomstig gebruik.

2

3 Inleiding Belangrijk TOT DE MAXIMALE MATE DIE DOOR DE VAN TOEPASSING ZIJNDE WET WORDT TOEGESTAAN: DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR HET RESULTAAT VAN HET GEBRUIK VAN DEZE TOEPASSING OF DIT DOCUMENT. DE FABRIKANT KAN DOOR U NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR BESCHADIGING OF VERLIES VAN DOCUMENTEN OF GEGEVENS DIE MET DEZE TOEPASSING ZIJN GEPRODUCEERD. DE FABRIKANT IS NIET AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE INCIDENTELE, INDIRECTE OF GEVOLGSCHADE (WAARONDER MAAR NIET BEPERKT TOT SCHADE DOOR WINSTVERLIES, BEDRIJFSONDERBREKING OF VERLIES VAN BEDRIJFSINFORMATIE, EN DERGELIJKE) VEROORZAAKT DOOR UITVAL VAN DEZE TOEPASSING OF VERLIES VAN DOCUMENTEN OF GEGEVENS, NOCH VOOR ENIG ANDERE SCHADE VOORTKOMEND UIT HET GEBRUIK VAN DEZE TOEPASSING, INDIEN DE FABRIKANT OP DE HOOGTE IS GESTELD VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE. VERWIJDER OF PLAATS GEEN CD-ROMS OF LICENTIEHULPMIDDELEN (DONGELS) TIJDENS HET UITVOEREN VAN DEZE TOEPASSING. Voorzorgsmaatregelen wat betreft deze handleiding en het algemeen gebruik van deze applicatie Sommige illustraties of toelichtingen in deze handleiding wijken mogelijk af van uw toepassing vanwege verbeteringen of veranderingen die hieraan zijn aangebracht. De inhoud van dit document is onderworpen aan wijzigingen zonder kennisgeving. Geen enkel deel van dit document mag worden vermenigvuldigd, gekopieerd of gereproduceerd in welke vorm dan ook, of worden aangepast of geciteerd zonder de uitdrukkelijke toestemming van de fabrikant. Het is mogelijk dat een document of gegevens die op de computer zijn opgeslagen, beschadigd raken of verloren gaan als gevolg van een fout van de gebruiker tijdens het gebruik van de toepassing of als gevolg van een toepassingsfout. Zorg ervoor dat u van tevoren een back-up van alle belangrijke gegevens maakt. Belangrijke documenten en gegevens moeten altijd worden gekopieerd of er moet een back-up van worden gemaakt. Documenten en gegevens kunnen verloren raken vanwege een defect of een menselijke fout. Daarnaast is de klant verantwoordelijk voor het nemen van beschermende voorzorgsmaatregelen tegen computervirussen, wormen en andere schadelijke software. 1

4 Handleidingen voor deze applicatie De volgende handleidingen zijn voor deze applicatie beschikbaar. Instructiehandleidingen Help Er zijn twee soorten instructiehandleidingen meegeleverd: Installatiehandleiding (afgedrukt/html/pdf) Deze handleiding legt de installatie- en opstartprocedures uit en de instellingen die vereist zijn voordat u deze applicatie kunt gebruiken. Gebruikershandleiding (deze handleiding, HTML/PDF) Deze handleiding legt de functies en basisbewerkingen van deze applicatie uit. Voor een beter begrip van de basisbewerkingen van deze applicatie, bevat deze handleiding ook oefeningen waarbij oefenbestanden worden gebruikt. In de Help-functie worden tekstballonnen gebruikt om alle instellingen en hun waarden uit te leggen en hoe u ze kunt configureren. In deze handleiding wordt naar dit soort hulp verwezen als ballonhulp op het scherm. Er moet een webbrowser op de computer zijn geïnstalleerd om de html-handleidingen te kunnen bekijken. Aanbevolen browser: Internet Explorer 6 SP3 of hoger Adobe Acrobat Reader /Adobe Reader moeten geïnstalleerd zijn om de handleidingen als pdf-bestand te kunnen bekijken. 2

5 Wegwijs worden uit de documentatie Voordat u deze applicatie gaat gebruiken Deze handleiding bevat gedetailleerde instructies en opmerkingen over de bediening en het gebruik van deze applicatie. Lees deze handleiding aandachtig en volledig door voordat u deze applicatie gebruikt om ervoor te zorgen dat de applicatie juist wordt bediend. Bewaar deze handleiding op een handige plaats zodat u snel iets kunt opzoeken. Hoe gebruikt u de handleidingen en de Help-functie? Gebruik de instructiehandleidingen (Installatiehandleiding en Gebruikershandleiding) en Helpbestanden (ballonhulp) indien nodig. Voor meer informatie over de functies en basisbewerkingen van deze applicatie: Raadpleeg de instructiehandleidingen. Voor meer informatie over de configuratie van instellingen op het scherm, juiste invoer, etc. Zie de ballonhulp op het scherm. De instructiehandleidingen weergeven (Installatiehandleiding en Gebruikershandleiding) Gebruik de volgende stappen om de instructiehandleidingen (HTML/PDF) te bekijken. De beschrijvingen in de HTML- en PDF-indelingen van de instructiehandleidingen zijn dezelfde. De HTML-handleidingen openen Start deze applicatie op en selecteer vervolgens [TotalFlow MR Help] in het [Help]-menu. 3

6 De PDF-handleidingen openen Klik op [Start], ga naar [Alle programma's] > [TotalFlow MR] en klik vervolgens op [Installatiehandleiding] of [Gebruikershandleiding]. Hulpballonnen weergeven Als u op de -knop drukt, zal de uitleg voor dat item in een ballon worden weergegeven. Als u op [ Meer vinden] klikt in de ballon, wordt de overeenkomende pagina in de HTML-handleiding weergegeven. 4

7 Symbolen De volgende symbolen worden in de handleiding gebruikt om u te helpen snel de inhoud te bepalen. Dit symbool geeft punten aan waaraan u aandacht moet besteden bij het gebruik van het apparaat. Lees deze uitleg zorgvuldig door. Dit symbool geeft aanvullende informatie aan die u nuttig kunt vinden, maar deze informatie is niet essentieel om een opdracht uit te voeren. Dit symbool geeft aan waar u andere relevante informatie kunt vinden. [ ] Dit symbool geeft de namen van schermen, menu's, instellingen en knoppen aan. 5

8 Handelsmerken Adobe, Acrobat, Reader, Distiller en Photoshop zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of in andere landen. Microsoft, Windows, Excel, PowerPoint en Internet Explorer zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. De correcte naam van Internet Explorer 6 is Microsoft Internet Explorer 6. Andere productnamen in deze handleiding dienen alleen ter aanduiding en kunnen handelsmerken zijn van hun respectievelijke eigenaren. Wij maken geen enkele aanspraak op enig recht op deze merken. 6

9 INHOUDSOPGAVE Inleiding...1 Belangrijk...1 Voorzorgsmaatregelen wat betreft deze handleiding en het algemeen gebruik van deze applicatie..1 Handleidingen voor deze applicatie...2 Wegwijs worden uit de documentatie...3 Voordat u deze applicatie gaat gebruiken...3 Hoe gebruikt u de handleidingen en de Help-functie?...3 Symbolen...5 Handelsmerken Introductie van deze applicatie Overzicht...11 Mogelijkheden van deze applicatie...12 Belangrijke punten en procedures Deze applicatie uitproberen met testbestanden Doel...17 Oefening 1: Inleiding tot de functies...18 Voorbereiding...18 Oefenprocedure...19 Oefening 2: Een boekje maken...26 Voorbereiding...27 Oefenprocedure Taken voorbereiden Een nieuwe taak creëren van een papieren document...47 Een nieuwe taak maken van een bestaand bestand...50 Een opgeslagen taak openen...52 Functies op het scherm Taakbeheer...52 Taken openen die in de map zijn opgeslagen...53 Een taak zoeken Taken bewerken Paginaopmaak wijzigen...57 Pagina's verplaatsen/kopiëren/verwijderen...58 Blanco pagina's invoegen...59 Andere documenten invoegen

10 Hoofdstukken bewerken...61 Het gebruik van andere programma's bij deze applicatie...63 Originelen bewerken...68 Scheve pagina's rechtzetten...70 Ruis van documenten verwijderen...72 Schaduw langs randen van documenten verwijderen (Rand wissen)...73 Schaduw in het midden verwijderen bij het scannen van boeken (Midden wissen)...74 Een geselecteerd gebied verplaatsen...75 Pagina's draaien...76 Het paginaformaat wijzigen...77 Een bepaald gebied opvullen...77 Tekst invoegen...78 Afbeeldingen invoegen...79 Objecten bewerken...80 Bewerkingen op meerdere pagina's toepassen...80 Afbeeldingsoverlays registreren en toepassen...83 Papier en opmaak-/afwerkinstellingen...86 Opmaakinstellingen...88 Het papiertype voor de hele taak selecteren...98 Afwerkinstellingen...99 Paginanummering toevoegen (Paginanummering) Een koptekst en/of voettekst toevoegen Voor-/achterblad toevoegen Pagina's invoegen na hoofdstukeindes Tabbladen invoegen Tussenbladen invoegen Tekst en afbeeldingen op tabbladen afdrukken Afzonderlijke instellingen toepassen op een bepaald vel (Uitzondering) Uitvoerinstellingen Taken naar TotalFlow PM sturen De programmafunctie gebruiken Vaak gebruikte functies als programma registreren De inhoud van een programma wijzigen/programma's verwijderen

11 De inhoud van een programma wijzigen Een programma verwijderen Een programma gebruiken om een taak te creëren Hotfolders gebruiken Handige instellingen Vaak gebruikte instellingen registreren Opmaaksnelkeuzes registreren Aangepaste papiertypen in een database registreren Tabbladsnelkeuzes registreren Externe applicaties registreren Printers en scanners registreren Een printer registreren Een scanner registreren Voorkeuren instellen De taakvoortgang en resultaten controleren De voortgang van afdruktaken controleren Het resultaat van een afdruktaak controleren Een reservekopie van de instellingen maken voor herstel Een reservekopie van systeeminstellingen maken Systeeminstellingen herstellen Bijlage Ondersteunde bestandsindelingen Ondersteunde afbeeldingsindelingen en -afmetingen Beperkingen aan bewerkingsfuncties voor documentpagina's Conversietabellen voor papierinstellingen Papiertypen en -instellingen Problemen oplossen Wanneer er een melding wordt weergegeven Als deze applicatie niet wil opstarten INDEX

12 10

13 1. Introductie van deze applicatie In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de basisfuncties en -bewerkingen van deze applicatie werken. Overzicht 1 Met deze applicatie kunt u papieren documenten en elektronische bestanden bewerken en vervolgens de gegevens aanmaken en uitvoeren om af te drukken. De belangrijkste functies van deze applicatie worden hieronder uitgelegd. Document indienen Papier Document scannen Elektronisch Bekijk de huidige staat van het document terwijl u pagina's herschikt en verwijdert, hoofdstukken creëert en andere wijzigingen aan de structuur van het definitieve document aanbrengt. Een taak creëren en bewerken Paginavolgorde/lay-out bewerken Origineel bewerken Los problemen in het originele document op, zoals vlekken op gescande afbeeldingen en scheve pagina's. Papier/Opmaak/Afwerking Uitvoertype/Instellingen Bekijk de huidige staat van het document terwijl u instellingen configureert voor papiertype, opmaak, afwerking, enz. Afdrukken en inbinden Voltooid product Bevestig de definitieve uitvoer in de voorvertoningsmodus en voer het document uit naar een printer of bestand. NL BYN001 11

14 1. Introductie van deze applicatie Mogelijkheden van deze applicatie 1 Met deze applicatie kunt u het volgende. Papieren documenten en elektronische bestanden in één afdruktaak combineren. Zie Pag.60 "Andere documenten invoegen" BYM018 Gebruik andere programma's om documenten te bewerken. Zie Pag.63 "Het gebruik van andere programma's bij deze applicatie" BYM092 Een scheef gescand document rechtzetten. Zie Pag.70 "Scheve pagina's rechtzetten" BYM009 Schaduw verwijderen die door het scannen is ontstaan. Zie Pag.73 "Schaduw langs randen van documenten verwijderen (Rand wissen)" Zie Pag.74 "Schaduw in het midden verwijderen bij het scannen van boeken (Midden wissen)" BYM007 Selecteer een gebied van het document en wijzig de positie ervan. Zie Pag.75 "Een geselecteerd gebied verplaatsen" BYM019 12

15 Mogelijkheden van deze applicatie Bewerkingen toepassen op meerdere pagina's tegelijkertijd. U kunt bewerkingen controleren en toepassen op een document (één pagina per keer). Zie Pag.80 "Bewerkingen op meerdere pagina's toepassen" BYM022 1 Documenten afdrukken met toegevoegde paginanummers. Als meerdere bestanden worden afgedrukt als één enkele taak, kunnen er paginanummers worden toegevoegd die voor de hele reeks bestanden oplopen. P1 P2 P3 P1 P2 P3 P4 BYM003 Zie Pag.105 "Paginanummering toevoegen (Paginanummering)" Kopieer en rangschik hetzelfde document meerdere keren op één enkele pagina. Zie Pag.90 "Een afbeelding afdrukken in een reeks (herhalen)" BYM008 Voer de opmaak uit door de volgorde en richting te veranderen waarin de pagina's op een vel worden geplaatst Zie Pag.90 "Aangepaste opmaak uitvoeren" BYM011 Bewerk voorbladen, tussenbladen en tussenvoegvellen en voeg ze in. Zie Pag.107 "Voor-/achterblad toevoegen" Zie Pag.111 "Tussenbladen invoegen" Zie Pag.108 "Pagina's invoegen na hoofdstukeindes" BYM010 Bewerk tabbladen en voeg ze in. Zie Pag.109 "Tabbladen invoegen" Zie Pag.112 "Tekst en afbeeldingen op tabbladen afdrukken" BYM002 13

16 1. Introductie van deze applicatie Documenten afdrukken met inbind-, vouw- of boekinbindinstellingen. 1 Zie Pag.99 "Afwerkinstellingen" BYM020 Een afdrukvoorbeeld van een document op het scherm bekijken voor het wordt afgedrukt. Zie Pag.118 "Uitvoerinstellingen" BYN021 Taakgegevens opslaan en gebruiken. Opgeslagen taken kunnen worden geladen en opnieuw worden afgedrukt. opgezocht, Zie Pag.52 "Een opgeslagen taak openen" BYM091 Registreer vaak gebruikte papiertypen, papierformaten, kleuren, etc. voor later gebruik. U kunt ook een geregistreerd papiertype kiezen via een afbeelding op het scherm. Zie Pag.135 "Aangepaste papiertypen in een database registreren" Registreer een hotfolder (gecontroleerde map), waarmee u een document kunt opmaken, afwerken en vervolgens kunt afdrukken zonder de applicatie te openen. Zie Pag.128 "Hotfolders gebruiken" Zie Pag.121 "Vaak gebruikte functies als programma registreren" 14 BYM BYM017

17 Belangrijke punten en procedures Belangrijke punten en procedures In dit onderdeel worden de procedures voor het gebruik van deze applicatie uitgelegd. Voordat u deze applicatie gaat gebruiken Start de applicatie op en registreer een printer. Zie Pag.148 "Een printer registreren". Als u taken aanmaakt aan de hand van papieren documenten, dient u een scanner te registreren. Zie Pag.151 "Een scanner registreren". 1 Taakbeheerscherm Taken creëren van papieren documenten en elektronische bestanden 1 Een nieuwe taak creëren - of - een opgeslagen taak openen Scherm Taak bewerken Taken bewerken en documenten uitvoeren 2 Selecteer een printer om te gebruiken voor uitvoer. 3 De taak bewerken. 4 Het document uitvoeren. Een taak kan ook opgeslagen worden. NL BYN012 15

18 1. Introductie van deze applicatie 1 Pag.47 "Taken voorbereiden" Pag.57 "Taken bewerken" Pag.118 "Uitvoerinstellingen" 16

19 2. Deze applicatie uitproberen met testbestanden In dit hoofdstuk wordt met behulp van een oefenbestand uitgelegd hoe u deze applicatie kunt gebruiken. Doel 2 In dit hoofdstuk worden oefenbestanden gebruikt met praktische voorbeelden, zodat u de functies en bewerkingen van de applicatie sneller onder de knie krijgt. Er zijn twee voorbeelden om mee te oefenen: Oefening 1: Inleiding tot de functies Met deze oefening leert u verschillende functies van deze applicatie kennen door een oefenbestand te gebruiken. Oefening 2: Een boekje maken Met deze oefening leert u hoe u een boekje kunt maken van het PDF-bestand van de Installatiehandleiding die met deze applicatie is meegeleverd. 17

20 2. Deze applicatie uitproberen met testbestanden Oefening 1: Inleiding tot de functies Als u de volgende oefenbestanden gebruikt (PDF, TIFF, JPEG), leert u hoe verscheidene belangrijke functies van deze applicatie werken PDF 2 TIFF 5 JPEG 6 A BYM023 Functies die u zult gebruiken Nieuwe taak creëren Taak creëren uit originele bestanden Pag.volg. bew/lay-out Origineel document invoegen, Pagina verplaatsen, Pagina verwijderen Origineel bewerken Rechtzetten, Ruisonderdrukking, Gebied verplaatsen, Draaien Voorbereiding Voordat u met de oefening begint, dient u de volgende stappen uit te voeren: Nr. Stap Verklaring 1 Start de applicatie op Voor meer informatie over het opstarten van deze applicatie raadpleegt u de Installatiehandleiding. 18

21 Oefening 1: Inleiding tot de functies Nr. Stap Verklaring 2 De oefenbestanden voorbereiden Oefenbestanden die in Oefening 1 worden gebruikt 1_2_A.pdf 3_5_4.tif 6.jpg Locatie van de oefenbestanden {Installation path of this application}\samples\ Als u het standaard installatiepad heeft geselecteerd tijdens de installatie van de applicatie, zullen de oefenbestanden in de volgende map staan: C:\Program Files\TotalFlow MR\samples\ 2 Oefenprocedure Gebruik de procedure hieronder om te leren hoe u de functies van deze applicatie moet gebruiken met behulp van de oefenbestanden. Laat instellingen die niet in deze procedure worden besproken op hun standaardwaarden staan. Stap 1: Een taak uit de oefenbestanden creëren In deze stap opent u de oefenbestanden (1_2_A.pdf, 3_5_4.tif) en creëert u een nieuwe taak. 1 Klik op het scherm [Taakbeheer] op [Nieuwe taak creëren]. 2 Klik op [Origineelbestand selecteren] en selecteer vervolgens in de map met de oefenbestanden de bestanden 1_2_A en 3_5_4 terwijl u de CTRLtoets ingedrukt houdt. 3 Klik op [Bestand toevoegen]. 4 Klik op [OK]. NL BYN024 19

22 2. Deze applicatie uitproberen met testbestanden Voor meer informatie over het creëren van taken, zie Pag.47 "Taken voorbereiden". Stap 2: Een ander document invoegen 2 In deze stap voegt u een ander oefenbestand (6.jpg) in de taak in die u heeft gecreëerd. Hiermee voegt u het nieuwe bestand toe als extra pagina aan het eind van het document. 1 Klik in het scherm [Pag.volg. bew/lay-out] op. Dit is de button [Origineel document invoegen]. 2 Voer in [Bestemmingspaginanummer: ] 6 in, selecteer [Na bestemmingspagina, als pagina('s)] en klik vervolgens op [Toepassen]. NL BYN049 3 Klik op het scherm [Bestand selecteren / invoergegevens] op [Uit originele bestanden selecteren] en selecteer 6 in de map met de oefenbestanden. 4 Klik op [Bestand toevoegen]. 5 Klik op [OK]. NL BYN050 Voor meer informatie over het invoegen van documenten, zie Pag.60 "Andere documenten invoegen". Stap 3: Een onnodige pagina verwijderen Er is een niet-numerieke pagina genaamd A. In deze stap gaat u die verwijderen. 20

23 Oefening 1: Inleiding tot de functies 1 Klik op het scherm [Pag.volg. bew/lay-out] op. Dit is de button [Pagina verwijderen]. 2 Selecteer in de miniatuurweergave de pagina die wordt weergegeven als A. 2 3 Klik op [Toepassen]. NL BYN190 Voor meer informatie over het verwijderen van pagina's, zie Pag.58 "Pagina's verplaatsen/ kopiëren/verwijderen". Stap 4: De paginavolgorde aanpassen (een pagina verplaatsen) De volgorde van pagina 4 en 5 is verkeerd om. In deze stap verplaatst u deze pagina's door ze te slepen en ze in de juiste volgorde van 1 t/m 6 te zetten. 1 Selecteer op het scherm [Pag.volg. bew/lay-out] de pagina die in de miniatuurweergave als 4 wordt weergegeven. 2 Sleep de pagina naar een plek achter de pagina die wordt weergegeven als 3 en laat de pagina hier los. NL BYN048 Verander de paginavolgorde, tenzij deze als volgt is: Voor meer informatie over het verplaatsen van pagina's, zie Pag.58 "Pagina's verplaatsen/ kopiëren/verwijderen". 21

24 2. Deze applicatie uitproberen met testbestanden Stap 5: Een scheve pagina rechtzetten Pagina 4 is scheef. In deze stap gaat u deze pagina rechtzetten. 1 Klik op [Origineel bewerken]. 2 2 Selecteer de scheve pagina (pagina 4). 3 Klik op. Dit is de button [Rechtzetten]. 4 Selecteer in [Methode:] de optie [Handmatig]. NL BYN053 5 Er verschijnen tekenlijnen op de pagina. Versleep de punt ( ) op een tekenlijn om de schuinte te corrigeren. 6 Klik op [Toepassen]. NL BYN300 Voor meer informatie over het rechtzetten van scheve pagina's, zie Pag.70 "Scheve pagina's rechtzetten". Stap 6: Ruis verwijderen (ongewenste stippen of markeringen) Er zit ruis (ongewenste stippen of markeringen) op pagina 3 en 5. In deze stap gaat u de ruis van deze pagina's per pagina verwijderen. 22

25 Oefening 1: Inleiding tot de functies 1 Selecteer in het scherm [Origineel bewerken] pagina 3 en 5 terwijl u de CTRL-toets ingedrukt houdt. 2 Klik op. Dit is de button [Ruisonderdrukking]. 3 Selecteer in [Gebied:] de optie [Hele pagina]. Selecteer in [Niveau selecteren:] de instelling [Niveau 3 (hoog)]. 2 4 Selecteer in [Toepassingspagina:] de optie [Alle geselecteerde pagina's]. NL BYN054 5 Klik op [Toepassen]. Voor meer informatie over het verwijderen van ruis, zie Pag.72 "Ruis van documenten verwijderen". Stap 7: Een gedeelte selecteren en verplaatsen Het paginanummer op pagina 3 zit op een andere plaats dan de paginanummers op de andere pagina's. In deze stap gaat u het paginanummer naar het midden van de pagina verplaatsen, zodat deze dezelfde locatie heeft als op de andere pagina's. 23

26 2. Deze applicatie uitproberen met testbestanden 1 Selecteer pagina 3 in het scherm [Origineel bewerken]. 2 Klik op. Dit is de button [Gebied verplaatsen]. 2 3 Selecteer het gebied rondom paginanummer 3. Als u een hoek ( ) van het selectiegebied versleept, kunt u de grootte van de selectie wijzigen. 4 Selecteer in [Methode voor positieselectie:] de optie [Middenpositie] en selecteer vervolgens [X/Y-richting]. NL BYN027 5 Klik op [Toepassen]. Voor meer informatie over het verplaatsen van een selectiegebied van een pagina, zie Pag.75 "Een geselecteerd gebied verplaatsen". Stap 8: Een pagina draaien De richting van pagina 5 wijkt af van de richting van de andere pagina's. In deze stap draait u de pagina zodat die dezelfde richting heeft als de andere pagina's. 1 Selecteer pagina 5 in het scherm [Origineel bewerken]. 2 Klik op. Dit is de button [Draaien]. 3 Selecteer in [Aantal graden:] de optie [180 graden]. 4 Klik op [Toepassen]. NL BYN028 24

27 Oefening 1: Inleiding tot de functies Voor meer informatie over het draaien van pagina's, zie Pag.76 "Pagina's draaien". 2 25

28 2. Deze applicatie uitproberen met testbestanden Oefening 2: Een boekje maken Met de volgende oefenbestanden (PDF, TIFF) kunt u leren hoe u een boekje maakt. Afhankelijk van de beschikbare functies op uw printer, kunt u een boekje maken met één of twee types boekjes, [A] of [B]. 2 A Operating Instructions Setup Guide PDF TIFF 1 Before Setting Up 2 Installation 3 Start-up/Shutdown Read this manual carefully before you use this mac correct use, be sure to read the Safety Informatio hine and keep it handy for future reference. For s n before using the machine. afe and Operating Instructions Setup Guide B Operating Instructions Setup Guide 1 1 Before Setting Up 2 Installation 3 Start-up/Shutdown Before Setting Up 2 Installation 3 Start-up/Shutdown Read this manual carefully before you use this mac correct use, be sure to read the Safety Informatio Read this manual carefully before you use this mac correct use, be sure to read the Safety Informatio hine and keep it handy for future reference. For s n before using the machine. hine and keep it handy for future reference. For s n before using the machine. afe and afe and Operating Instructions Setup Guide 1 Before Setting Up 2 Installation 3 Start-up/Shutdown you use this mac carefully before Read this manual Safety Informatio sure to read the correct use, be reference. it handy for future hine and keep the machine. n before using For s afe and BYM046 Functies die u zult gebruiken Nieuwe taak creëren Taak creëren uit originele bestanden Pag.volg. bew/lay-out Hoofdstuk creëren, Hoofdstuk bewerken Origineel bewerken Vergroten/Verkleinen, Tekst invoegen, Afbeelding invoegen, Object bewerken (Object verwijderen) Pap./Opmk/Afwerk. Opmaak/papiertype, Paginanummering, Tabbladen invoegen*1, Afwerking (Nieten, Vouwen*2) Uitvoertype / instell. *1 Uitsluitend boekje [A] *2 Uitsluitend boekje [B] Selectie van het type boekje In deze oefening gaat de uitleg na enige tijd over in twee typen boekjes. 26

29 Oefening 2: Een boekje maken Raadpleeg de volgende tabel om een type boekje te selecteren aan de hand van de functies die op uw printer beschikbaar zijn. Volg de instructies voor het type dat u kiest. Type boekje Inbindmethode Vereiste printerfuncties Boekje [A] Normaal afdrukken (dubbelzijdig) Nieten Tabbladen invoegen *1 Nietmachine Een lade voor tabbladen *1 2 Boekje [B] Tijdschrift inbinden (boekje) Nietmachine voor boekjes Map *1 Als uw printer niet over een lade beschikt voor tabbladen, kunt u verdergaan met de oefening zonder de instellingen voor het invoegen van tabbladen te configureren. Raadpleeg voor het controleren van de beschikbare functies van uw printer de documentatie van uw printer. Voorbereiding Voordat u met de oefening begint, dient u de volgende stappen uit te voeren: Nr. Stap Verklaring 1 Start de applicatie op Voor meer informatie over het opstarten van deze applicatie raadpleegt u de Installatiehandleiding. 27

30 2. Deze applicatie uitproberen met testbestanden Nr. Stap Verklaring 2 2 De oefenbestanden voorbereiden Oefenbestanden die in Oefening 2 worden gebruikt Setup Guide.pdf L_A4.tif, R_A4.tif (L_LT.tif, R_LT.tif) Locatie van de oefenbestanden Setup Guide.pdf {Installation path of this application}\manual\ L_A4.tif, R_A4.tif (L_LT.tif, R_LT.tif) {Installation path of this application}\samples\ Als u het standaard installatiepad hebt geselecteerd tijdens de installatie van deze toepassing, verwijst {installatiepad van deze toepassing} naar de volgende map: C:\Program Files\TotalFlow MR\ 3 Controleer uw printer Controleer of u de printer heeft geregistreerd die u gaat gebruiken. Zie Pag.148 "Een printer registreren". 4 Leg het afdrukpapier klaar Plaats het papier voor het boekje in de invoerlade van de printer. De eigenschappen van het papier dienen als volgt te zijn: Voor boekje [A] Papierformaat: A4 ( mm) of Letter (8,5 x 11") Aantal vellen (per boekje): 16 boekvellen, 3 tabbladen *1 *2 Voor boekje [B] Papierformaat: A4 ( mm) of Letter (8,5 x 11") Aantal vellen (per boekje): 8 boekvellen Zie voor meer informatie over het plaatsen van papier in de invoerlade van uw printer de documentatie van uw printer. *1 Als u geen tabbladen heeft, hoeft u de stappen die betrekking hebben op het invoeren van tabbladen niet te doen. *2 Als u tabbladen gebruikt, verwijder dan de tabbladen die niet voor deze taak gebruikt worden uit de tabbladlade. 28

31 Oefening 2: Een boekje maken Oefenprocedure Volg de procedures hieronder om te oefenen. De procedures zijn verschillend voor boekje [A] en boekje [B]. Lees de instructies voor het type boekje dat u gebruikt. Laat instellingen die niet in deze procedure worden besproken op hun standaardwaarden staan. 2 Stap 1: Een taak vanuit het oefenbestand creëren In deze stap opent u het oefenbestand (Setup Guide.pdf) en creëert hieruit een nieuwe taak. 1 Klik op het scherm [Taakbeheer] op [Nieuwe taak creëren]. 2 Klik op [Origineelbestand selecteren] en selecteer vervolgens in de map met oefenbestanden Setup Guide. 3 Klik op [Bestand toevoegen]. 4 Klik op [OK]. NL BYN217 Voor meer informatie over het creëren van taken, zie Pag.47 "Taken voorbereiden". Stap 2: Hoofdstukken instellen (Hoofdstuk creëren, hoofdstuk bewerken) Nadat de taak is gecreëerd, worden alle pagina's van het document samen in één hoofdstuk gecombineerd (hoofdstuknummer: 1, hoofdstuknaam: Nieuw hoofdstuk). In een latere stap kunt u de tabbladen voor elk hoofdstuk invoegen, dus gaat u in deze stap de pagina's over verschillende hoofdstukken verdelen. Stel de hoofdstukken in volgens de tabel hieronder: Hoofdstu knummer Hoofdstuknaa m Pagina (eerste pagina van het hoofdstuk) 1 Voorwoord 1 29

32 2. Deze applicatie uitproberen met testbestanden Hoofdstu knummer Hoofdstuknaa m Pagina (eerste pagina van het hoofdstuk) 2 Hoofdstuk 1 Eerste pagina van 1. Before Setting Up, pagina Hoofdstuk 2 Eerste pagina van 2. Installation, pagina Hoofdstuk 3 Eerste pagina van 3. Start-up/Shutdown, pagina Klik in het scherm [Pag.volg. bew/lay-out] op en vervolgens op de button [Hoofdstuk creëren]. 2 Hoofdstuknummer 2 instellen: Voer bij [Bestemmingspaginanummer: ] 11 in en voer bij [Hoofdstuknaam:] Hoofdstuk 1 in. 3 Klik op [Toepassen]. Configureer op dezelfde manier gelijksoortige instellingen voor hoofdstuknummer 3 en 4. Gebruik de tabel hierboven als referentie voor Pagina and Hoofdstuknaam. NL BYN026 4 Klik op, de button [Hoofdstuk bewerken], om de naam van hoofdstuknummer 1 te wijzigen van Nieuw hoofdstuk in Voorwoord. 5 Selecteer in de vervolgkeuzelijst [Hoofdstuknummer:] 1 en voer voor [Hoofdstuknaam:] Voorwoord in. 6 Klik op [Toepassen]. NL BYN051 30

33 Oefening 2: Een boekje maken Voor meer informatie over [Hoofdstuk creëren] en [Hoofdstuk bewerken], zie Pag.61 "Hoofdstukken bewerken". Stap 3: Het paginaformaat wijzigen In deze stap gaat u het paginaformaat vergroten naar [A4 ( mm)] of [Letter (8,5 x 11")]. 2 1 Klik op [Origineel bewerken]. 2 Klik op, de button [Verkleinen/vergroten]. 1 NL BYN203 3 Selecteer [Alle pagina's selecteren] in het menu [Bewerken]. NL BYN204 31

34 2. Deze applicatie uitproberen met testbestanden 2 4 Selecteer [Papierformaat selecteren] in [Methode:] en selecteer [A4 ( mm)] of [Letter (8,5 x 11")] in [Papierformaat:]. 5 Selecteer in [Toepassingspagina:] de optie [Alle geselecteerde pagina's]. 6 Klik op [Toepassen]. NL BYN205 Voor meer informatie over [Verkleinen/vergroten], zie Pag.77 "Het paginaformaat wijzigen". Stap 4: Tekst invoegen op het voorblad In deze stap voegt u de tekst Proef in op het voorblad. 1 Klik in het scherm [Origineel bewerken] op. Dit is de button [Tekst invoegen]. 2 Selecteer de voorpagina (Pagina 1). 3 Klik ergens in de paginaweergave en geef dan [X:] en [Y:] op in [Startpunt]. 4 Voer bij [Tekst:] het woord Proef in. 5 Verplaats de muis over het tekstkader, versleep en pas de positie aan waar de tekst moet worden ingevoegd. NL BYN055 6 Klik op [Toepassen]. 32

35 Oefening 2: Een boekje maken Voor meer informatie over [Tekst invoegen], zie Pag.78 "Tekst invoegen". Stap 5: Een afbeelding op de pagina plaatsen In deze stap plaatst u oefenafbeeldingsbestanden (L_A4.tif, R_A4.tif, L_LT.tif, R_LT.tif) op de randen van de pagina's. 2 1 Klik in het scherm [Origineel bewerken] op. Dit is de button [Afbeelding invoegen]. NL BYN210 2 Selecteer [Even pagina's selecteren] in het menu [Bewerken]. NL BYN206 33

36 2. Deze applicatie uitproberen met testbestanden 2 3 Geef in [Startpunt] X= 0 mm (0 inch), Y= 0 mm (0 inch) op en in [Eindpunt] X= 22 mm (0,86 inch), Y= 297 mm (11 inch). 4 Klik op [Selecteren] en selecteer het oefenbestand L_A4.tif of L_LT.tif. 5 Klik op [Voorbeeld]. 6 Selecteer in [Toepassingspagina:] de optie [Alle geselecteerde pagina's]. Klik op [Toepassen]. NL BYN212 7 Selecteer [Oneven pagina's selecteren] in het menu [Bewerken]. NL BYN193 34

37 Oefening 2: Een boekje maken 8 Geef in [Startpunt] X= 188 mm (7.64 inch), Y= 0 mm (0 inch) op en in [Eindpunt] X= 210 mm (8,5 inch), Y= 297 mm (11 inch). 9 Klik op [Selecteren] en selecteer het oefenbestand R_A4.tif of R_LT.tif. 10 Klik op [Voorbeeld] Selecteer in [Toepassingspagina:] de optie [Alle geselecteerde pagina's]. Klik op [Toepassen]. NL BYN207 Voor meer informatie over [Afbeelding invoegen], zie Pag.79 "Afbeeldingen invoegen". Stap 6: Een afbeelding van de voorpagina verwijderen Verwijder een afbeelding die op de voor- of achterbladen zijn geplaatst. 1 Klik op, de button [Object bewerken], in het scherm [Origineel bewerken]. 2 Selecteer de voorpagina (alleen de eerste pagina). 3 Klik op de ingevoegde afbeelding om deze te selecteren. 4 Klik op de [Verwijderen]- knop. Doe hierna hetzelfde voor de achterpagina (alleen de laatste pagina) om de afbeelding daar ook te verwijderen. NL BYN209 35

38 2. Deze applicatie uitproberen met testbestanden Stap 7: Stel de opmaak en het papiertype in Stel de opmaak in op het maken van een boekje. Stel ook het papier in dat voor het document zelf wordt gebruikt. 2 1 Klik op [Pap./Opmk/ Afwerk.]. Als er een bevestigingsscherm wordt weergegeven, klik dan op [OK]. 2 Klik op [Opmaak/ papiertype]. NL BYN056 36

39 Oefening 2: Een boekje maken 3 Stel de opmaak in op het maken van een boekje op het [Opmaak-/papiertypeinstellingen]-scherm. Afhankelijk van het type boekje dat wordt gemaakt ([A] of [B]), zijn de opmaakinstellingen verschillend. Zie hieronder. 2 Voor boekje [A]: Geef de volgende instellingen op. Selecteer [Normaal] bij [Opmaaktype]. Selecteer [2-zijdig] bij [1-zijdig / 2-zijdig]. NL BYN057 Voor boekje [B]: Selecteer [Tijdschrift] bij [Opmaaktype]. NL BYN058 37

40 2. Deze applicatie uitproberen met testbestanden 2 4 Stel het afdrukpapier in voor de pagina's van het document (zonder voor-/ achterblad). Maak het selectievakje [Automatische papierselectie] op het [Opmaak-/ papiertype-instellingen]- scherm leeg en klik op [Pap.type select. ]. NL BYN030 5 Geef het [Papierformaat] op op het tabblad [Basisinstellingen] van het [Papiertype selecteren]- scherm. Selecteer het papierformaat dat u wilt gebruiken. 6 Klik op [OK]. NL BYN031 7 Selecteer voor [Invoerlade] op het [Opmaak-/ papiertype-instellingen]- scherm de lade met het papier dat voor het afdrukken gebruikt wordt. 8 Klik op [OK]. NL BYN032 38

41 Oefening 2: Een boekje maken Voor opmaak (tijdschrift) bij boekje [B] kunnen ook uitloopinstellingen worden opgegeven. Voor meer informatie over uitloop, zie Pag.93 "Opmaak voor het maken van een ingebonden boek (Tijdschrift/Tijdschrift dubbel)". Voor meer informatie over opmaakinstellingen, zie Pag.88 "Opmaakinstellingen". 2 Stap 8: Voeg paginanummers toe In deze stap configureert u de instellingen zodat de paginanummers (P1, P2,...) worden afgedrukt. 1 Klik op het [Pap./Opmk/ Afwerk.]-scherm op [Paginanummering] om het instellingenpaneel te openen. 2 Selecteer het selectievakje [Paginanummer]. NL BYN033 3 Selecteer [P1,P2...] in de vervolgkeuzelijst [Notatie:]. 4 Voer bij [Afdruknummer:] 3 in bij [Beginpagina] en voer 1 in bij [Startnummer] voor hoofdstuk 1. Selecteer, het selectievakje [Nummer van vorig hoofdstuk opvolgen] voor hoofdstuk 2, 3 en 4. NL BYN194 39

42 2. Deze applicatie uitproberen met testbestanden 5 Geef Arial op in [Lettertype:], geef 7 punten in [Grootte:] op en geef de [Kleur:] op. 2 6 Klik op het tabblad [Voorkant]. Selecteer het selectievakje [Op achterkant toepassen]. 7 Geef de afdrukpositie van de paginanummers op. Selecteer [Middenonder] in [Stempelpositie:]. 9 NL BYN195 8 Voer bij [Vanaf onder] 10 mm (0,39 inch) in. 9 Klik op [OK]. Zie voor meer informatie over [Paginanummering] Pag.105 "Paginanummering toevoegen (Paginanummering)". Stap 9: Geef de instellingen op voor het toevoegen van tabbladen In deze stap geeft u de instellingen op voor het invoegen van tabbladen. Sla in de gevallen die hieronder worden genoemd, deze stap over en ga verder met stap 10. U heeft geen tabbladen U gebruikt boekje [B] 40

43 Oefening 2: Een boekje maken 1 Klik op het [Pap./Opmk/ Afwerk.]-scherm op [Tabbladen invoegen] om het instellingenpaneel te openen. 2 Selecteer het selectievakje [Tabbladen]. 2 NL BYN197 3 Selecteer [Tabbladsnelkeuze:] uit de vervolgkeuzelijst. Klik als er geen tabbladsnelkeuzes beschikbaar zijn op [Details tabbladsnelkeuze] en registreer een nieuwe tabbladsnelkeuze voor het type tabbladen dat u heeft. 4 Selecteer [Voor hoofdstuk] bij [Invoegpositie:] en selecteer [Hfdstk sel. om in te voeg.] bij [In te voegen hoofdstuk:]. 4 NL BYN036 41

44 2. Deze applicatie uitproberen met testbestanden 5 Selecteer [Handm. inst.] bij [Tabpositie:] en selecteer [Norm. (vanaf 1e tab)] bij [Opeenvolging:]. 2 6 Maak bij de [Tabbl. invoegen]-kolom in de tabel het selectievakje leeg voor "1". 7 Wis voor hoofdstuk "2" de markering [Het opeenvolgende positienummer van de tab overnemen] en voer dan "1" in bij [Positienummer van de tab]. Voor hoofdstuk "3" en "4" worden de tabpositienummers van de voorafgaande hoofdstukken opgevolgd NL BYN147 8 Klik op [Pap.type select. ]. 9 Geef het [Papierformaat] op op het tabblad [Basisinstellingen] van het [Papiertype selecteren]- scherm. Selecteer het formaat tabbladen dat wordt gebruikt Geef [Papiertype] op. Selecteer het soort tabbladen dat wordt gebruikt. 11 Configureer de benodigde instellingen en klik dan op [OK]. 11 NL BYN198 42

45 Oefening 2: Een boekje maken 12 Selecteer in [Invoerlade:] de lade waar de tabbladen zijn geplaatst. 13 Klik op [OK] NL BYN200 Het is ook mogelijk om op tabbladen af te drukken. Voor meer informatie over het afdrukken op tabbladen, zie Pag.112 "Tekst en afbeeldingen op tabbladen afdrukken". Zie voor meer informatie over [Afdrukinstellingen voor tabbladen] Pag.109 "Tabbladen invoegen". Stap 10: Afwerkinstellingen Stel de documentafwerking in om het document als een boekje in te binden. 1 Klik op het [Pap./Opmk/ Afwerk.]-scherm op [Afwerking] om het instellingenpaneel te openen. 2 Selecteer het selectievakje [Nieten]. NL BYN201 43

46 2. Deze applicatie uitproberen met testbestanden 3 Stel [Nietpositie:] als volgt in: Voor boekje [A]: [2 links] Voor boekje [B]: [2 midden] Klik op [OK]. 4 NL BYN202 Zie voor meer informatie over [Afwerking]-instellingen voor inbinden Pag.86 "Papier en opmaak-/afwerkinstellingen". Stap 11: Bekijk een uitvoervoorbeeld en druk het document af In deze stap gaat u een uitvoervoorbeeld bekijken om te controleren of de volgende instellingen juist zijn toegepast en daarna gaat u het document afdrukken: Pagina verkleinen/vergroten, tekst invoegen, afbeelding invoegen, object bewerken, opmaakinstellingen, paginanummering, tabbladen invoegen (uitsluitend voor boekje [A]), afwerken. 1 Klik op [Uitvoertype / instell.]. 2 Gebruik de knoppen om de pagina's om te slaan en controleer het uitvoervoorbeeld van de uiteindelijke uitvoer. NL BYN043 44

47 Oefening 2: Een boekje maken 3 Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken, wordt weergegeven. 4 Geef [Kopieën:] op. 5 Selecteer [Normale afdruk] in [Afdrukmodus:]. 6 Klik op. Dit is de [Afdrukken starten]-knop. 2 NL BYN044 Zie voor meer informatie over [Uitvoertype / instell.] Pag.118 "Uitvoerinstellingen". 45

48 2. Deze applicatie uitproberen met testbestanden 2 46

49 3. Taken voorbereiden In dit hoofdstuk worden de procedures uitgelegd voor het voorbereiden van taken van gescande documenten en elektronische bestanden, het openen van gecreëerde taken en het beheren van taken. Een nieuwe taak creëren van een papieren document Gebruik de volgende procedure om een gescand document te importeren en hier een nieuwe taak van te maken. 3 Er moet een TWAIN-stuurprogramma geïnstalleerd zijn en [Basisscaneigenschappen] moet van tevoren zijn ingesteld. Zie Pag.151 "Een scanner registreren". 1. Klik op het scherm [Taakbeheer] op [Nieuwe taak creëren]. NL BYN073 47

50 3. Taken voorbereiden 2. Klik op [Originelen scannen]. Het instellingengebied wordt geopend. 3 NL BYN Selecteer een scanmethode en klik vervolgens op [Scannen starten]. Er zijn twee methodes: Basisscaneigenschappen Scannen wordt automatisch uitgevoerd door middel van de geregistreerde scanvoorwaarden. Alle voorwaarden die op het scherm [Basisscaneigenschappen toevoegen/bewerken] worden weergegeven, kunnen vóór het scannen worden gewijzigd. Scanner selecteren Scannen wordt mogelijk nadat de scanvoorwaarden op het instellingenscherm van het TWAIN-stuurprogramma zijn ingesteld. De bestandsnaam van gescande gegevens zal "ScangegevensuummssXXXX" zijn. uummss: het tijdstip waarop het bestand werd gescand (uren, minuten, seconden) XXXX: wordt automatisch door het systeem toegevoegd 4. Selecteer het scanbestand en klik vervolgens op [Bestand toevoegen]. Als u meerdere bestanden heeft toegevoegd, klik dan op [Onder]/ [Omlaag]/ [Omhoog]/ [Boven] om indien nodig de volgorde te wijzigen. Naast papieren documenten is het ook mogelijk om elektronische bestanden toe te voegen zodat er één enkele taak ontstaat. Voor meer informatie over het toevoegen van elektronische bestanden aan een taak, zie Pag.50 "Een nieuwe taak maken van een bestaand bestand". 5. Klik op [OK]. 6. Bewerk de taak. Voor meer informatie over het bewerken van taken, zie Pag.57 "Taken bewerken". 7. Selecteer in het [Bestand]-menu [Opslaan als] om de taak op te slaan. U kunt de taak ook als PDF-bestand opslaan: selecteer dan in het [Bestand]-menu [Opslaan als PDF]. U kunt ook een wachtwoord opgeven voor de taak of het PDF-bestand. 48

51 Een nieuwe taak creëren van een papieren document Op de tabbladen [Eigenschappen] en [Voorbeeld] kunt u de informatie van een document bekijken en de eerste pagina ervan nakijken. U kunt een programma gebruiken dat eerder is geregistreerd om taken te creëren, op te slaan en af te drukken. Voor meer informatie over het registreren van programma's en het gebruik ervan, zie Pag.121 "De programmafunctie gebruiken". 3 49

52 3. Taken voorbereiden Een nieuwe taak maken van een bestaand bestand Gebruik de volgende procedure om een nieuwe taak aan te maken van een bestand op uw computer. 3 Het bestand moet in een map staan waar de clientcomputer toegang toe heeft. Controleer of het bestand dat u wilt gebruiken door deze applicatie kan worden gelezen. Zie Pag. 163 "Ondersteunde bestandsindelingen". TotalFlow PDF dient geïnstalleerd te zijn voordat er een taak van een Microsoft Office-bestand kan worden gecreëerd. Zie voor meer informatie de Installatiehandleiding. 1. Klik op het scherm [Taakbeheer] op [Nieuwe taak creëren]. NL BYN Klik op [Origineelbestand selecteren]. Het selectiegebied wordt geopend. NL BYN074 50

53 Een nieuwe taak maken van een bestaand bestand U kunt op klikken. Dit is de [Vernieuwen]-knop. Hiermee kunt u de lijst van de map/bestanden updaten en de meest actuele informatie bekijken. 3. Selecteer het bestand dat in de taak moet worden gevoegd en klik vervolgens op [Bestand toevoegen]. Als u een PDF-bestand heeft geselecteerd dat met een wachtwoord is beveiligd, dient u het wachtwoord in te voeren. Als u meerdere bestanden heeft toegevoegd, klik dan op [Onder]/ [Omlaag]/ [Omhoog]/ [Boven] om de volgorde indien nodig te wijzigen. Naast bestanden kunt u ook ingescande documenten importeren om in een enkele taak op te nemen. Voor meer informatie over scanmethoden, zie Pag.47 "Een nieuwe taak creëren van een papieren document". 4. Klik op [OK]. 5. Bewerk de taak. Voor meer informatie over het bewerken van taken, zie Pag.57 "Taken bewerken". 6. Selecteer in het [Bestand]-menu [Opslaan als] om de taak op te slaan. U kunt de taak ook als PDF-bestand opslaan: selecteer dan in het [Bestand]-menu [Opslaan als PDF]. U kunt ook een wachtwoord opgeven voor de taak of het PDF-bestand. 3 Op de tabbladen [Eigenschappen] en [Voorbeeld] kunt u de informatie van een document bekijken en de eerste pagina ervan nakijken. U kunt een programma gebruiken dat eerder is geregistreerd om taken te creëren, op te slaan en af te drukken. Voor meer informatie over het registreren van programma's en het gebruik ervan, zie Pag.121 "De programmafunctie gebruiken". 51

54 3. Taken voorbereiden Een opgeslagen taak openen 3 Als een taak wordt opgeslagen, komt deze taak in [Map] terecht. De taak kan dan geopend, bewerkt en afgedrukt worden. Opgeslagen taken kunnen vanuit het scherm [Taakbeheer] worden geopend. In dit onderdeel vindt u uitleg over de functies op het scherm [Taakbeheer] en het bevat de procedure voor het vinden en openen van taken die zijn opgeslagen in [Map]. Functies op het scherm Taakbeheer De volgende functies zijn beschikbaar op het [Taakbeheer]-scherm. Taakbeheer-scherm NL BYN [Taak openen]/[nieuwe taak creëren] Klik op de map die van toepassing is op de bewerking die u wilt uitvoeren. Voor meer informatie over het openen van een taak, zie Pag.53 "Taken openen die in de map zijn opgeslagen" en Pag.54 "Een taak zoeken". Voor meer informatie over het aanmaken van een nieuwe taak, zie Pag.47 "Taken voorbereiden". 2. Tabblad [Zoeken] U kunt zoekvoorwaarden opgeven als u taken zoekt. De zoekresultaten worden in de takenlijst weergegeven. 3. Tabblad [Map] De map waarin de taken worden opgeslagen wordt weergegeven. Als er een map is geselecteerd, worden de taken van de map in de takenlijst weergegeven. 52

55 Een opgeslagen taak openen De bovenste map is de gegevensmap die is ingesteld tijdens de installatie van deze applicatie. De locatie van deze map kan in de systeeminstellingen worden gewijzigd. Voor meer informatie over het configureren van systeeminstellingen, zie Pag.155 "Voorkeuren instellen". 4. Mappen creëren, verplaatsen, kopiëren, hernoemen en verwijderen Selecteer een map en klik vervolgens op [Nieuwe creëren], [Verplaatsen], [Kopiëren], [Naam wijzigen] of op [Verwijderen]. 5. Tabblad [Eigenschappen] Als er een taak is geselecteerd, wordt de bestandsnaam, het bestandstype, het bestandsformaat en de datum van aanmaak, etc. hier weergegeven. 6. Tabblad [Voorbeeld] Als een taak wordt geselecteerd, zal er een afdrukvoorbeeld van worden weergegeven. Als er één taak wordt geselecteerd, zal het afdrukvoorbeeld de eerste pagina van de taak weergeven. Als er meerdere taken worden geselecteerd, zal het voorbeeld de eerste pagina van de laatst geselecteerde taak weergeven. 7. Takenlijst Hier wordt een overzicht van taken in een map of het resultaat van een zoekopdracht weergegeven. Als u een taak wilt openen, selecteer de taak dan uit deze lijst. Door op de pictogrammen in het gebied linksonder in de lijst te klikken, kunt u schakelen tussen lijst-, miniatuur- en pictogramweergave. 8. Taken verplaatsen, kopiëren, hernoemen en verwijderen Selecteer een taak in de takenlijst en klik vervolgens op [Verplaatsen], [Kopiëren], [Naam wijzigen] of [Verwijderen]. Om een taak te verplaatsen, kunt u deze ook slepen naar een map van uw keuze. Om een taak te kopiëren, kunt u deze ook slepen naar een map van uw keuze terwijl u de [CTRL]-toets ingedrukt houdt. 9. [Opnieuw afdrukken]-toets Uitsluitend beschikbaar voor taken die al zijn afgedrukt. De taak wordt opnieuw afgedrukt volgens de afdrukvoorwaarden en -methode. 10. [Takenlijst weergeven]-toets Schakelt tussen het taakbeheerscherm en het bewerkingsscherm voor de taak die op dit moment is geopend. 11. [Vernieuwen]-toets Werkt de takenlijst en de mappen-/bestandslijst bij met actuele informatie. De toets is niet beschikbaar als er zoekresultaten worden weergegeven. 3 Taken openen die in de map zijn opgeslagen Gebruik de volgende procedure om een taak te openen die is opgeslagen in [Map]. 53

56 3. Taken voorbereiden 1. Klik in het scherm [Taakbeheer] op het tabblad [Map] Selecteer de map waarin de taak is opgeslagen. 3. Selecteer in de takenlijst de taak die u wilt openen. 4. Klik op [Openen]. NL BYN075 Als u een taakbestand selecteert dat met een wachtwoord is beveiligd, dient u het wachtwoord in te voeren. Het taakbewerkingsscherm wordt geopend. Een taak zoeken Gebruik de volgende procedure om een taak te zoeken. 1. Klik in het scherm [Taakbeheer] op het tabblad [Zoeken]. NL BYN Voer de zoekvoorwaarden in en klik vervolgens op [Zoeken]. 54

57 Een opgeslagen taak openen 3. Selecteer een taak in de lijst met zoekresultaten. 4. Klik op [Openen]. Als u een taakbestand selecteert dat met een wachtwoord is beveiligd, dient u het wachtwoord in te voeren. Het taakbewerkingsscherm wordt geopend. 3 55

58 3. Taken voorbereiden 3 56

59 4. Taken bewerken In dit hoofdstuk wordt het bewerken van taken uitgelegd. Bewerkingsfuncties die mogelijk zijn bij gecreëerde taken zijn onder andere: paginaopmaak wijzigen, originele pagina's bewerken, papier wijzigen, inbinden en andere afdrukinstellingen. Paginaopmaak wijzigen Het is mogelijk de opmaak van de pagina's van een document te veranderen. Klik op het taakbewerkingsscherm op [Paginavolgorde bewerken / Lay-out] en verander dan de paginaopmaak via het scherm dat wordt weergegeven (zie hieronder). Pag.volg. bew/lay-out-scherm NL BYN Werkbalk U kunt de knoppen die hier worden weergegeven gebruiken om veranderingen in het document aan te brengen. Klik op de [Ongedaan maken]-toets of op de toets [Opnieuw] om een verandering ongedaan te maken of opnieuw uit te voeren op dit scherm. 2. Instellingengebied Als u op een functieknop op de werkbalk klikt, worden de instellingen voor die functie hier weergegeven. 3. Paginalijst De instellingen voor elke pagina worden hier weergegeven en dit zijn de volgende: Hoofdstuk, paginanummer Origineeltype ( [Object-PDF]/ [Afbeelding-PDF]) 57

60 4. Taken bewerken 4 Kleur / zwart-wit ( [Kleur]/ [Grijswaarden]/ [Zwart-wit]) Origineelformaat U kunt de weergave van de paginalijst in- of uitschakelen door op [Paginalijst openen]. 4. Weergave te klikken, [Paginalijst sluiten]/ Documentpagina's worden hier weergegeven als een lijst met miniatuurweergaven of als pictogrammen. 5. Weergave wijzigen Klik hierop om te schakelen tussen miniatuurweergave en pictogrammen. 6. Verkleining/vergroting aanpassen Het formaat van de miniatuurweergave of pictogrammen kan verkleind of vergroot worden. 7. Venster splitsen (volledig scherm/verticaal splitsen/horizontaal splitsen) U kunt het weergavegebied ook splitsen. Bij grote documenten die uit veel pagina's bestaan, kunt u met een gesplitst venster de pagina's effectiever bewerken en organiseren. Functies van het [Paginavolgorde bewerken / Lay-out]-scherm Pagina's verplaatsen/kopiëren/verwijderen Blanco pagina's invoegen Andere documenten invoegen Hoofdstukken instellen (hoofdstukeindes invoegen, hoofdstuknamen/-pagina's wijzigen, hoofdstukken verwijderen) Het gebruik van andere programma's met deze applicatie Afgezien van de werkbalk, kunt u ook via het [Bewerken]-menu en door op uw rechter muisknop te klikken bij de functies van het [Pag.volg. bew/lay-out]-scherm komen. Pagina's verplaatsen/kopiëren/verwijderen U kunt een pagina verveelvoudigen en deze aan een document toevoegen door deze te kopiëren en u kunt de volgorde van de pagina's wijzigen door ze eenvoudigweg te verplaatsen. U kunt tevens ongewenste pagina's verwijderen. Deze functies kunnen worden uitgevoerd via de items op het scherm zoals is aangegeven in de illustratie hieronder. Let op dat deze uitleg alleen over het algemeen gebruik van het instellingengebied gaat. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm als u op de -knop klikt. 58

61 Paginaopmaak wijzigen NL BYN013 1., de [Pagina verplaatsen]-toets Klik hierop om een pagina te verplaatsen of de volgorde van de pagina's te wijzigen. 2., de [Pagina kopiëren]-toets Klik hierop om een pagina te kopiëren. 3., de [Pagina verwijderen]-toets Klik hierop om een pagina te verwijderen. 4. Instellingengebied Als u op klikt, de [Pagina verplaatsen]-toets,, de [Pagina kopiëren]-toets of de, de [Pagina verwijderen]-toets, worden de instellingen voor die functie hier weergegeven. Geef de instellingen op en klik op [Toepassen]. 4 U kunt pagina's verplaatsen of kopiëren door ze te verslepen en neer te zetten op de paginalijst of weergave. Sleep een pagina en zet deze neer waarbij u de CTRL-toets ingedrukt houdt als u een pagina wilt kopiëren. U kunt pagina's verwijderen met de Delete-toets. Blanco pagina's invoegen Als u het aantal pagina's in uw document moet verhogen (bijvoorbeeld omdat u het als boekje wilt afdrukken), kunt u opgeven dat er blanco pagina's moeten worden ingevoegd. Deze functie kan worden uitgevoerd met de items op het scherm zoals is aangegeven in de illustratie hieronder. Let op dat deze uitleg alleen over het algemeen gebruik van het instellingengebied gaat. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm als u op de -knop klikt. 59

62 4. Taken bewerken 1 2 NL BYN , de [Blanco pagina invoegen]-toets Klik hierop om een blanco pagina in te voegen. 2. Instellingengebied Als u op klikt, de [Blanco pagina invoegen]-toets, worden de instellingen voor het invoegen van een blanco pagina hier weergegeven. Geef de instellingen op en klik op [Toepassen]. Andere documenten invoegen U kunt tijdens het bewerken een ander document invoegen. Ingescande documenten, elektronische bestanden en documenten die zijn opgeslagen in taken kunnen gecombineerd worden tot één enkele taak. Deze functie kan worden uitgevoerd met de items op het scherm zoals is aangegeven in de illustratie hieronder. Let op dat deze uitleg alleen over het algemeen gebruik van het instellingengebied gaat. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm als u op de -knop klikt NL BYN041 1., de [Origineel document invoegen]-toets Klik hierop om een ander document in de taak die nu wordt bewerkt, in te voegen. 2. Instellingengebied Als u op klikt, de [Origineel document invoegen]-toets, worden de instellingen voor het invoegen van documenten hier weergegeven. Geef de instellingen op en klik op [Toepassen]. 60

63 Paginaopmaak wijzigen 3. [Toepassen]-toets Als u hierop klikt, wordt het scherm [Bestand selecteren / invoergegevens] weergegeven. Op dit scherm kunt u de documentbestanden toevoegen die u wilt invoegen. Bestand selecteren / invoergegevens-scherm 1. Klik op [Uit bestaande taakbestanden selecteren] of op [Uit originele bestanden selecteren] en selecteer vervolgens een bestand. U kunt ook op [Uit scangegevens selecteren] klikken, een origineel scannen en vervolgens het gescande document selecteren. 2. Klik op [Bestand toevoegen] om het document toe te voegen dat u wilt invoegen. 3. Klik op [OK] NL BYN042 4 Hoofdstukken bewerken U kunt structuur in een document aanbrengen door hoofdstukken in te stellen. Door het instellen van hoofdstukken wordt het instellen en afdrukken van paginanummers, kop- en voetteksten effectiever en wordt het mogelijk om scheidingsvellen en tabbladen in te voegen. Hoofdstukken creëren (Hoofdstuk creëren) Het is mogelijk de pagina's van een taak op te delen in meerdere hoofdstukken (hoofdstukken creëren). Deze functie kan worden uitgevoerd met de items op het scherm zoals is aangegeven in de illustratie hieronder. Let op dat deze uitleg alleen over het algemeen gebruik van het instellingengebied gaat. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm als u op de -knop klikt. 61

64 4. Taken bewerken 1 2 NL BYN , de [Hoofdstuk creëren]-toets Klik hierop om een hoofdstuk te creëren. 2. Instellingengebied Als u op klikt, de [Hoofdstuk creëren]-toets, worden de instellingen voor het creëren van hoofdstukken hier weergegeven. Geef de instellingen op en klik op [Toepassen]. Direct na het creëren van een taak worden alle pagina's als hoofdstuk 1 ingesteld. Een naam van een hoofdstuk of pagina wijzigen (Hoofdstuk bewerken) De naam en het aantal pagina's van een bestaand hoofdstuk kunnen bewerkt worden. Deze functie kan worden uitgevoerd met de items op het scherm zoals is aangegeven in de illustratie hieronder. Let op dat deze uitleg alleen over het algemeen gebruik van het instellingengebied gaat. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm als u op de -knop klikt. 1 2 NL BYN063 1., de [Hoofdstuk bewerken]-toets Klik hierop om de naam of het aantal pagina's van een hoofdstuk te wijzigen. 2. Instellingengebied Als u op klikt, de [Hoofdstuk bewerken]-toets, worden de instellingen voor het bewerken van hoofdstukken hier weergegeven. Geef de instellingen op en klik op [Toepassen]. 62

65 Paginaopmaak wijzigen Hoofdstukinstellingen ongedaan maken (Hoofdstukken opheffen) Het is mogelijk om hoofdstukinstellingen ongedaan te maken. Deze functie kan worden uitgevoerd met de items op het scherm zoals is aangegeven in de illustratie hieronder. Let op dat deze uitleg alleen over het algemeen gebruik van het instellingengebied gaat. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm als u op de -knop klikt NL BYN064 1., de [Hoofdstukken opheffen]-toets Klik hierop om de instellingen van een hoofdstuk ongedaan te maken. 2. Instellingengebied Als u op klikt, de [Hoofdstukken opheffen]-toets, worden de instellingen voor het verwijderen van hoofdstukken hier weergegeven. Geef de instellingen op en klik op [Toepassen]. Alle pagina's die aan een verwijderd hoofdstuk waren toegewezen, worden aan het voorafgaande hoofdstuk toegevoegd. Het gebruik van andere programma's bij deze applicatie Met een extern programma kunt u afbeeldingdocumenten bewerken, de documenten van een gehele taak bewerken (PDF-bewerking) en afdrukvoorbeelden bekijken. In dit onderdeel worden de beperkingen toegelicht bij het gebruik van een extern programma in combinatie met deze applicatie voor het bewerken van taken en documenten. Programma's die met deze applicatie worden gebruikt, dienen vooraf te worden geregistreerd. Voor meer informatie over de registratiemethode en over welke programma's gebruikt kunnen worden, zie Pag.146 "Externe applicaties registreren". 63

66 4. Taken bewerken Een ander programma gebruiken voor het bewerken van afbeeldingen U kunt een ander programma gebruiken voor het bewerken van documentpagina's waarvan de oorspronkelijke indeling afbeelding-pdf is ( ). 4 Als afbeeldingen in een ander programma worden bewerkt, gebruik dan de functie "Opslaan" en niet de functie "Opslaan als ". Als u de functie "Opslaan" niet gebruikt, worden de wijzigingen in deze applicatie niet weergegeven. Er zijn echter een aantal beperkingen waar u rekening mee moet houden als u een afbeeldingspagina in een ander programma bewerkt. Raadpleeg voor meer informatie Pag.66 "Beperkingen bij het uitvoeren van bewerkingen in andere programma's". Deze functie kan worden uitgevoerd met de items op het scherm zoals is aangegeven in de illustratie hieronder. Voor meer informatie over een bepaalde instelling kunt u op de -toets klikken om de ballonhulp op het scherm weer te geven NL BYN065 1., de [Originele afbeelding bewerken]-toets Klik hierop om de afbeelding met een ander programma te bewerken. 2. Instellingengebied Als u op klikt, de [Originele afbeelding bewerken]-toets, wordt een invoervenster voor het selecteren van de betreffende pagina hier weergegeven. Selecteer de pagina die u wilt bewerken en klik op [Toepassen]. 3. [Toepassen]-toets Het andere programma start als u hierop klikt. Als u de afbeelding met het andere programma heeft bewerkt, sla de afbeelding dan op en klik in het scherm [Bezig met het uitvoeren van het externe programma ] op [Result. wrg.]. Als u per ongeluk op [Result. wrg.] of [Annuleren] klikt zonder de afbeelding op te slaan en u wilt de bewerkingen opnieuw uitvoeren, dient u eerst het andere programma te sluiten. Nadat u het andere programma heeft gesloten, volgt u deze stappen: klik op, de [Originele afbeelding bewerken]-toets, open het andere programma opnieuw, bewerk de afbeelding, sla deze op en pas vervolgens de resultaten toe. 64

67 Paginaopmaak wijzigen Met een ander programma de PDF bewerken van een gehele taak U kunt de gehele inhoud van een taak als een enkele PDF in een ander programma bewerken. Als u een PDF-bestand in een ander programma bewerkt, gebruik dan de functie "Opslaan" en niet de functie "Opslaan als ". Als u de functie "Opslaan" niet gebruikt, worden de wijzigingen in deze applicatie niet weergegeven. Er zijn echter een aantal beperkingen waar u rekening mee moet houden als u een PDF in een ander programma bewerkt. Raadpleeg voor meer informatie Pag.66 "Beperkingen bij het uitvoeren van bewerkingen in andere programma's". Deze functie kan worden uitgevoerd via het item op het scherm dat wordt aangegeven in de illustratie hieronder. 1 4 NL BYN PDF bewerken Klik hierop om de gehele taak als een PDF in een ander programma te bewerken. Als u hierop klikt, worden alle pagina's van de taak in één PDF-bestand gecombineerd en geopend. Als u klaar bent met het bewerken van het PDF-bestand, gebruik dan de functie "Opslaan" in het programma en klik op [Result. wrg.] op het scherm [Bezig met het uitvoeren van het externe programma ]. Als u per ongeluk op [Result. wrg.] of [Annuleren] klikt zonder het PDF-bestand op te slaan en u wilt de bewerkingen opnieuw uitvoeren, dient u eerst het andere programma te sluiten. Nadat u het andere programma heeft gesloten, volgt u deze stappen: klik op [PDF bewerken] om het andere programma opnieuw te openen, bewerk het PDF-bestand, sla deze op en pas vervolgens de resultaten toe. Een preflight uitvoeren met een ander programma Een preflight is een proces om fouten of andere problemen op te sporen voordat een document wordt afgedrukt. Met deze applicatie worden alle pagina's van een taak opgeslagen als één PDF-bestand voor een preflightcontrole. 65

68 4. Taken bewerken Als u een preflightcontroleprogramma gebruikt, gebruik dan de functie "Opslaan" en niet de functie "Opslaan als ". Als u de functie "Opslaan" niet gebruikt, worden de wijzigingen in deze applicatie niet weergegeven. Er zijn echter een aantal beperkingen waar u rekening mee moet houden als u de preflight met een ander programma uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie Pag.66 "Beperkingen bij het uitvoeren van bewerkingen in andere programma's". Deze functie kan worden uitgevoerd via het item op het scherm dat wordt aangegeven in de illustratie hieronder. 4 1 NL BYN Preflight Klik hierop om een preflightcontrole in een ander programma uit te voeren. Als u hierop klikt, worden alle pagina's van de taak in één PDF-bestand gecombineerd en geopend. Als u de preflightcontrole en de bewerking van het PDF-bestand voltooid heeft, klik dan op de functie "Opslaan" in het programma en klik op [Result. wrg.] in het scherm [Bezig met het uitvoeren van het externe programma ]. Als u per ongeluk op [Result. wrg.] of [Annuleren] klikt zonder op te slaan en u wilt de preflightcontrole opnieuw uitvoeren, dient u eerst het andere programma te sluiten. Nadat u het andere programma heeft gesloten, volgt u deze stappen: klik opnieuw op [Preflight] om het andere programma te openen, voer de preflightcontrole uit, sla het document op en pas vervolgens de resultaten toe. Beperkingen bij het uitvoeren van bewerkingen in andere programma's De volgende beperkingen zijn van toepassing als u een ander programma gebruikt om een document te bewerken: Algemene beperkingen De volgende bewerkingen die op het scherm [Origineel bewerken] en [Pap./Opmk/Afw]-scherm worden uitgevoerd, worden niet weergegeven en kunnen niet in een ander programma worden bewerkt: Opvulgebied Tekst invoegen 66

69 Paginaopmaak wijzigen Afbeelding invoegen Paginanummering Koptekst/voettekst Beperkingen bij het gebruik van Originele afbeelding bewerken Andere afbeeldingsbewerkingprogramma's kunnen slechts één pagina tegelijkertijd bewerken. U kunt niet meerdere pagina's selecteren om tegelijkertijd te bewerken. Als het afbeeldingsbestand een TIFF-afbeelding is, is het mogelijk om er pagina's aan toe te voegen in een afbeeldingsbewerkingprogramma. Er worden echter in deze applicatie alleen wijzigingen aan de eerste pagina van het TIFF-bestand toegepast. Wijzigingen op de daarna volgende pagina's worden genegeerd. Beperkingen bij het gebruik van PDF bewerken en Preflight Nadat bewerkingen zijn toegepast, kunnen pagina's waarvan de oorspronkelijke indeling Afbeelding-PDF was, veranderen in Object-PDF. Als dit gebeurt, kunnen afbeeldingsbewerkingen niet langer worden toegepast, zelfs als dit bestand oorspronkelijk een afbeelding was. Pas geen beveiligingsinstellingen op het PDF-bestand toe, zoals wachtwoorden en verificatieinstellingen. Deze wijzigingen kunnen niet in deze applicatie toegepast worden. 4 67

70 4. Taken bewerken Originelen bewerken 4 Er kunnen veel soorten bewerkingen uitgevoerd worden op gescande afbeeldingen van papieren documenten, zoals afbeeldingen corrigeren, pagina's draaien, paginaformaat wijzigen, tekst en afbeeldingen invoegen en bepaalde gebieden opvullen. Tevens kunt u met de volgende functies de bewerkingen efficiënter uitvoeren: Meerdere pagina's bewerken/eén pagina bewerken U kunt bewerkingen op meerdere pagina's tegelijk toepassen, of op één pagina zodat u het resultaat van elke bewerking kunt controleren. Raadpleeg voor meer informatie Pag.80 "Bewerkingen op meerdere pagina's toepassen". Registratie van afbeeldingsoverlays Het is mogelijk om gecreëerde objecten (tekst, afbeeldingen, opvullingen) als overlay op te slaan en vervolgens dit afbeeldingsoverlay in andere taken te gebruiken. Raadpleeg voor meer informatie Pag.83 "Afbeeldingsoverlays registreren en toepassen". Paginabewerking wordt in het volgende scherm gedaan, die u kunt laten weergeven door op de [Origineel bewerken]-toets te klikken op het taakbewerkingsscherm. Origineel bewerken-scherm NL BYN Werkbalk In dit gebied staan de functieknoppen voor het bewerken van pagina's. Als u op klikt, kunt u met de toets [Ongedaan maken]/ of [Opnieuw] een bewerking ongedaan maken of opnieuw uitvoeren. 68

71 Originelen bewerken 2. Instellingengebied Als u op een functieknop op de werkbalk klikt, worden de instellingen voor die functie hier weergegeven. U kunt de positie en het formaat van een rand of referentielijn met de muis verplaatsen. 3. Miniatuurweergave De pagina's van het document worden als miniatuurafbeeldingen in een lijst weergegeven. Selecteer de miniatuur van een pagina die u wilt bewerken. De volgende pictogrammen worden op elke miniatuur weergegeven:, het [Weergeven]-pictogram: geeft aan dat dit de huidige pagina is in de weergave., [Object-PDF]/, [Afbeelding-PDF]-pictogram: geeft het documenttype aan (PDF/Afbeelding)., het [Reeds gewijzigd]-pictogram: geeft aan welke pagina's zijn voltooid als er meerdere pagina's tegelijk worden bewerkt. 4. Weergave In dit gebied wordt de geselecteerde pagina weergegeven. Alle bewerkingen worden in het weergavegebied gedaan. 5. Pagina omslaan Klik hierop of voer een paginanummer in om een pagina weer te geven die u wilt bewerken. 6. Vergroten/verkleinen Vergroot of verklein de weergave van een geselecteerde pagina. 7. [Verplaatsen]-toets Als de paginaweergave is vergroot, kunt u het weergegeven gebied van de pagina verplaatsen en wijzigen. 8. [Samenvoegen]-toets U kunt meerdere pagina's selecteren en de wijzigingen op alle pagina's tegelijk toepassen. Voordat de wijzigingen worden toegepast, kunt u het resultaat controleren. 9. Rasterweergave (met bewerkingslijnen) Klik op, de [Raster]-toets, om de rasterweergave in of uit te schakelen. U kunt ook de afmetingen en de kleur van het raster wijzigen. Bewerkingen die mogelijk zijn op het scherm [Origineel bewerken]: Scheve pagina's rechtzetten *1 Ruis (ongewenste stippen of markeringen) uit een document verwijderen *1 Randen om een document verwijderen (Rand wissen) *1 Schaduw in het midden van een document verwijderen die veroorzaakt is door inbinden (Midden wissen) *1 Een bepaald gebied verplaatsen *1 Pagina's draaien Paginaformaten wijzigen Bepaalde gebieden opvullen Tekens invoegen (Tekst invoegen) 4 69

72 4. Taken bewerken Afbeeldingen invoegen Objecten bewerken (tekst, afbeeldingen, opvullingen) Afbeeldingsoverlays registreren en bewerken *1 Deze functie is uitsluitend beschikbaar voor afbeeldingen waarvan de oorspronkelijke indeling Afbeelding-PDF is ( ). Voor meer informatie over beperkingen van functies met betrekking tot documenttypen, zie Pag.168 "Beperkingen aan bewerkingsfuncties voor documentpagina's". 4 U krijgt toegang tot de bewerkingsfuncties op het scherm [Origineel bewerken] via de werkbalk, vanuit het [Bewerken]-menu en via het menu als u op uw rechter muisknop klikt. Muisbewerkingen op het scherm [Origineel bewerken] Als u een functie gebruikt waarbij u het bewerkingsgebied met een beginpunt en eindpunt opgeeft (in X- en Y-coördinaten), kunt u het gebied ook opgeven door met de muis te bewegen. Daarnaast kunt u met de muis ook de volgende bewerkingen op het gebied uitvoeren: Het gebied verplaatsen Beweeg de cursor met de muis binnen de grenzen van het gebied, zodat de cursor verandert in. Sleep het gebied vervolgens met de muis om het te verplaatsen. Als u de functie Gebied verplaatsen gebruikt, versleep dan om het gebied te verplaatsen. BYM072 De afmetingen van het gebied wijzigen Beweeg de cursor van de muis over een punt ( geselecteerde gebied en versleep deze afmetingen te wijzigen. ) op het om de BYM071 Scheve pagina's rechtzetten Met deze functie kunt u pagina's rechtzetten die scheef zijn gescand. 70

73 Originelen bewerken BYM093 Het rechtzetten van scheve documenten is uitsluitend mogelijk voor pagina's waarvan de oorspronkelijke indeling Afbeelding-PDF is ( ). Daarnaast is het automatisch rechtzetten uitsluitend mogelijk als de kleurmodus van het document zwart-wit is (1 bit)( ). Als u andere bewerkingen op een rechtgezet document uitvoert en u voert dan de bewerking Rechtzetten opnieuw uit, kan de afbeeldingskwaliteit achteruitgaan. Als u het document alleen rechtzet, zal de afbeeldingskwaliteit niet achteruitgaan ongeacht hoe vaak u de bewerking Rechtzetten uitvoert. Deze functie kan worden uitgevoerd met de items op het scherm zoals is aangegeven in de illustratie hieronder. Let op dat deze uitleg alleen over het algemeen gebruik van het instellingengebied gaat. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm als u op de -knop klikt NL BYN094 1., de [Rechtzetten]-toets Klik hierop om de afwijking van de afbeelding aan te passen. 2. Instellingengebied Als u op klikt, de [Rechtzetten]-toets, worden de instellingen voor het aanpassen van de mate van afwijking van het document hier weergegeven. Selecteer in het miniatuurgebied de pagina die u wilt rechtzetten, geef de instellingen op en klik op [Toepassen]. Als u de afwijking handmatig rechtzet, worden er referentielijnen op de pagina weergegeven. U kunt deze referentielijnen met de muis verplaatsen. U kunt ook een punt ( ) op de referentielijn verslepen om de afwijking te corrigeren. 71

74 4. Taken bewerken NL BYN219 4 Ruis van documenten verwijderen Als u documenten scant met veel tekst of figuren, kan er ruis (ongewenste stippen of markeringen) op de afbeelding ontstaan. Met deze functie kunt u deze ruis verwijderen. BYM006 Ruis van documenten verwijderen is uitsluitend mogelijk voor documenten waarvan de oorspronkelijke indeling Afbeelding-PDF is ( ) en uitsluitend als de kleurmodus van het document zwart-wit is (1 bit) ( ). Het kan voorkomen dat leestekens zoals punten (.), dubbele punten (:), puntkomma's (;), komma's (,), apostrofs ( ) en vergelijkbare symbolen of letters van de afbeelding worden verwijderd. Als dit gebeurt, kunt u op klikken om de bewerking ongedaan te maken, het verwijderde gebied en het niveau aan te passen en opnieuw de ruis te verwijderen. Deze functie kan worden uitgevoerd met de items op het scherm zoals is aangegeven in de illustratie hieronder. Let op dat deze uitleg alleen over het algemeen gebruik van het instellingengebied gaat. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm als u op de -knop klikt. 72

75 Originelen bewerken 1 2 NL BYN095 1., de [Ruisonderdrukking]-toets Klik hierop om ruis te verwijderen. 2. Instellingengebied Als u op klikt, de [Ruisonderdrukking]-toets, worden de instellingen voor het verwijderen van ruis hier weergegeven. Selecteer in het miniatuurgebied de pagina waarvan u de ruis wilt verwijderen, geef de instellingen op en klik op [Toepassen]. 4 Schaduw langs randen van documenten verwijderen (Rand wissen) Met deze functie kunt u de schaduw verwijderen die langs de randen van gescande documenten ontstaan. BYM096 Schaduw langs een rand verwijderen is uitsluitend mogelijk voor pagina's waarvan de oorspronkelijke indeling Afbeelding-PDF is ( ). Deze functie kan worden uitgevoerd met de items op het scherm zoals is aangegeven in de illustratie hieronder. Let op dat deze uitleg alleen over het algemeen gebruik van het instellingengebied gaat. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm als u op de -knop klikt. 73

76 4. Taken bewerken 1 2 NL BYN , de [Rand wissen]-toets Klik hierop om randen te wissen. 2. Instellingengebied Als u op klikt, de [Rand wissen]-toets, worden de instellingen voor het wissen van randen hier weergegeven. Selecteer in het miniatuurgebied de pagina waarvan u de randen wilt wissen, geef de instellingen op en klik op [Toepassen]. Schaduw in het midden verwijderen bij het scannen van boeken (Midden wissen) Met deze functie kunt u de schaduw verwijderen die in het midden van afbeeldingen ontstaat als u een open boek scant. BYM098 Het wissen van schaduw in het midden is uitsluitend mogelijk voor pagina's waarvan de oorspronkelijke indeling Afbeelding-PDF is ( ). Deze functie kan worden uitgevoerd met de items op het scherm zoals is aangegeven in de illustratie hieronder. Let op dat deze uitleg alleen over het algemeen gebruik van het instellingengebied gaat. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm als u op de -knop klikt. 74

77 Originelen bewerken 1 2 NL BYN099 1., de [Midden wissen]-toets Klik hierop om de middenlijn te wissen. 2. Instellingengebied Als u op klikt, de [Midden wissen]-toets, worden de instellingen voor het wissen van de middenlijn hier weergegeven. Selecteer in het miniatuurgebied de pagina waarvan u de middenlijn wilt wissen, geef de instellingen op en klik op [Toepassen]. 4 Een geselecteerd gebied verplaatsen Met deze functie kunt u een gebied van een pagina-afbeelding selecteren en verplaatsen. BYM100 Het verplaatsen van een gebied is uitsluitend mogelijk voor pagina's waarvan de oorspronkelijke indeling Afbeelding-PDF is ( ). Deze functie kan worden uitgevoerd met de items op het scherm zoals is aangegeven in de illustratie hieronder. Let op dat deze uitleg alleen over het algemeen gebruik van het instellingengebied gaat. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm als u op de -knop klikt. 75

78 4. Taken bewerken 1 2 NL BYN , de [Gebied verplaatsen]-toets Klik hierop om een gebied te verplaatsen. 2. Instellingengebied Als u op klikt, de [Gebied verplaatsen]-toets, worden de instellingen voor het verplaatsen van een gebied hier weergegeven. Selecteer in het miniatuurgebied de pagina met het gebied dat u wilt verplaatsen, geef de instellingen op en klik op [Toepassen]. Pagina's draaien Gebruik deze functie als pagina's van een origineel in de verkeerde richting zijn gescand. Met deze functie kunt u de pagina's in de juiste richting draaien. Deze functie kan worden uitgevoerd met de items op het scherm zoals is aangegeven in de illustratie hieronder. Let op dat deze uitleg alleen over het algemeen gebruik van het instellingengebied gaat. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm als u op de -knop klikt. 1 2 NL BYN102 1., de [Draaien]-toets Klik hierop om een pagina te draaien. 2. Instellingengebied Als u op klikt, de [Draaien]-toets, worden de instellingen voor het draaien van de pagina hier weergegeven. Selecteer in het miniatuurgebied de pagina die u wilt draaien, geef de instellingen op en klik op [Toepassen]. 76

79 Originelen bewerken Het paginaformaat wijzigen Als het paginaformaat van het origineel niet overeenkomt met het afgedrukte paginaformaat, kunt u het paginaformaat wijzigen zodat deze wel overeenkomt. Deze functie kan worden uitgevoerd met de items op het scherm zoals is aangegeven in de illustratie hieronder. Let op dat deze uitleg alleen over het algemeen gebruik van het instellingengebied gaat. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm als u op de -knop klikt NL BYN103 1., de [Verkleinen/vergroten]-toets Klik hierop om pagina's te verkleinen of te vergroten. 2. Instellingengebied Als u op klikt, de [Verkleinen/vergroten]-toets, worden de instellingen voor het wijzigen van het paginaformaat hier weergegeven. Selecteer in het miniatuurgebied de pagina waarvan u het formaat wilt wijzigen, geef de instellingen op en klik op [Toepassen]. Als u het paginaformaat vergroot, kan dit de afbeeldingskwaliteit verkleinen. Een bepaald gebied opvullen Met deze functie kunt u de inhoud van een gebied verbergen door dit gebied met een effen kleur op te vullen. Deze functie kan worden uitgevoerd met de items op het scherm zoals is aangegeven in de illustratie hieronder. Let op dat deze uitleg alleen over het algemeen gebruik van het instellingengebied gaat. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm als u op de -knop klikt. 77

80 4. Taken bewerken 1 2 NL BYN , de [Gebied opvullen]-toets Klik hierop om een bepaald gebied op te vullen. 2. Instellingengebied Als u op klikt, de [Gebied opvullen]-toets, worden de instellingen voor het opvullen van een gebied hier weergegeven. Selecteer in het miniatuurgebied de pagina met een gebied dat u wilt opvullen, geef de instellingen op en klik op [Toepassen]. Indien nodig, kunt u een opgevuld gebied verwijderen, zijn eigenschappen wijzigen en zijn volgorde wijzigen (naar voren/naar achteren verplaatsen). Raadpleeg voor meer informatie Pag. 80 "Objecten bewerken". Tekst invoegen Met deze functie kunt u tekst plaatsen op een documentpagina op een plek naar keuze. Deze functie kan worden uitgevoerd met de items op het scherm zoals is aangegeven in de illustratie hieronder. Let op dat deze uitleg alleen over het algemeen gebruik van het instellingengebied gaat. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm als u op de -knop klikt. 1 2 NL BYN105 1., de [Tekst invoegen]-toets Klik hierop om tekst op een pagina in te voegen. 2. Instellingengebied Als u op klikt, de [Tekst invoegen]-toets, worden de instellingen voor het invoegen van tekst hier weergegeven. 78

81 Originelen bewerken Selecteer in het miniatuurgebied de pagina waarop u de tekst wilt invoegen, geef de instellingen op en klik op [Toepassen]. Indien nodig, kunt u een ingevoegde tekst verwijderen, zijn eigenschappen wijzigen en zijn volgorde wijzigen (naar voren/naar achteren verplaatsen). Raadpleeg voor meer informatie Pag. 80 "Objecten bewerken". Afbeeldingen invoegen Met deze functie kunt u een afbeeldingsbestand plaatsen op een documentpagina op een plek naar keuze. Deze functie kan worden uitgevoerd met de items op het scherm zoals is aangegeven in de illustratie hieronder. Let op dat deze uitleg alleen over het algemeen gebruik van het instellingengebied gaat. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm als u op de -knop klikt NL BYN106 1., de [Afbeelding invoegen]-toets Klik hierop om afbeeldingen op een pagina in te voegen. 2. Instellingengebied Als u op klikt, de [Afbeelding invoegen]-toets, worden de instellingen voor het invoegen van afbeeldingen hier weergegeven. Selecteer in het miniatuurgebied de pagina waarop u de afbeelding wilt invoegen, geef de instellingen op en klik op [Toepassen]. Voor meer informatie over de soorten afbeeldingsbestanden die ingevoegd kunnen worden, zie Pag.164 "Ondersteunde afbeeldingsindelingen en -afmetingen". Indien nodig, kunt u een ingevoegde afbeelding verwijderen, haar eigenschappen wijzigen en haar volgorde wijzigen (naar voren/naar achteren verplaatsen). Raadpleeg voor meer informatie Pag.80 "Objecten bewerken". 79

82 4. Taken bewerken Objecten bewerken Nadat u objecten geplaatst heeft (tekst, afbeeldingen, opvullingen) op een documentpagina, kunt u ze verwijderen, hun eigenschappen wijzigen en hun volgorde wijzigen (naar voren/naar achteren verplaatsen). Deze functies kunnen worden uitgevoerd via de items op het scherm zoals is aangegeven in de illustratie hieronder. Let op dat deze uitleg alleen over het algemeen gebruik van het instellingengebied gaat. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm als u op de -knop klikt NL BYN107 1., de [Object bewerken]-toets Klik hierop om objecten te bewerken. 2. Instellingengebied Als u op klikt, de [Object bewerken]-toets, worden de instellingen voor het bewerken van objecten hier weergegeven. Selecteer in het miniatuurgebied de pagina waarvan u de objecten wilt bewerken, selecteer het object (opgevulde gebieden, ingevoegde tekst of afbeeldingen) die u wilt bewerken. Geef de instellingen op en klik op [Toepassen]. Bewerkingen op meerdere pagina's toepassen Bewerkingen die op het scherm [Origineel bewerken] worden gemaakt, kunnen op meerdere pagina's in een taak worden toegepast. Er zijn twee manieren voor het toepassen van zulke wijzigingen: Alle geselecteerde pagina's Past dezelfde bewerkingen op elke geselecteerde pagina toe. Per pagina Past de bewerkingen op één geselecteerde pagina toe per keer, nadat u het resultaat van de wijzigingen heeft bevestigd. Instellingen kunnen voor elke pagina worden gewijzigd als de bewerkingen worden toegepast. 80

83 Originelen bewerken De volgende paragrafen lichten deze methoden toe. Bewerkingen op alle geselecteerde pagina's tegelijk toepassen Gebruik de volgende stappen om bewerkingen op meerdere pagina's tegelijk toe te passen. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm die wordt weergegeven als u klikt op de -toets. 1. Klik op de werkbalk op de functie die u wilt uitvoeren. 2. Selecteer in het miniatuurgebied de pagina's waarop u de bewerkingen wilt toepassen. 4 NL BYN Geef de instellingen in het instellingengebied op. 4. Selecteer [Alle geselecteerde pagina's] in de vervolgkeuzelijst [Toepassingspagina:]. NL BYN167 81

84 4. Taken bewerken Om de wijzigingen te controleren voordat ze worden toegepast, klikt u op toets, rechtsonder op het scherm. 5. Klik op [Toepassen]., de [Samenvoegen]- Bewerkingen per geselecteerde pagina toepassen Gebruik de volgende stappen om de bewerkingen op één pagina tegelijk toe te passen en om bewerkingen te controleren voordat u ze op een pagina toepast. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm die wordt weergegeven als u klikt op de -toets Klik op de werkbalk op de functie die u wilt uitvoeren. 2. Selecteer in het miniatuurgebied de pagina's waarop u de bewerkingen wilt toepassen. NL BYN Geef de instellingen in het instellingengebied op. 82

85 Originelen bewerken 4. Selecteer [Per pagina] in de vervolgkeuzelijst [Toepassingspagina:] Klik op [Startpunt]. NL BYN De bewerkingen worden weergegeven zoals ze op de pagina worden toegepast. Geef de pagina's op via de paginakiezer onderaan het scherm of onderaan het miniatuurgebied. 7. Bevestig of wijzig de opgegeven instellingen en klik op [Toepassen]. 8. Herhaal stap 6 en stap 7 om de bewerkingen op één pagina per keer toe te passen. 9. Klik op [[Per pagina] stoppen]. Als er pagina's zijn waarop u de bewerkingen nog niet heeft toegepast, klik dan op [OK] in het bevestigingsvenster. Als u klaar bent met het toepassen van bewerkingen op alle geselecteerde pagina's, klik dan op [Sluiten] in het bevestigingsvenster om de procedure af te sluiten. Afbeeldingsoverlays registreren en toepassen Als u objecten (tekst, afbeeldingen, opvullingen) wilt gebruiken die u op dezelfde manier op een documentpagina heeft geplaatst als in een andere taak, kunt u de pagina registreren als een afbeeldingsoverlay. Met overlays kunt u eenvoudig vaak gebruikte objecten op documenten toepassen. Afbeeldingsoverlays registreren Gebruik de volgende stappen om vaak gebruikte objecten als een afbeeldingsoverlay te registreren. Deze functie kan worden uitgevoerd via het item op het scherm dat wordt aangegeven in de illustratie hieronder. 83

86 4. Taken bewerken 1 NL BYN [Afbeeldingsoverlay toevoegen] Selecteer in het miniatuurgebied de pagina die u als een afbeeldingsoverlay wilt registreren en klik dan op deze button. Voer in het scherm [Afbeeldingsoverlay toevoegen] een naam in voor de afbeeldingsoverlay. Afbeeldingsoverlay toevoegen-scherm Op het scherm [Afbeeldingsoverlay toevoegen] kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren: Een naam opgeven voor een nieuwe afbeeldingsoverlay. De naam van een geregistreerde afbeeldingsoverlay wijzigen. Een geregistreerde afbeeldingsoverlay verwijderen. Afbeeldingsoverlays toepassen In dit onderdeel wordt toegelicht hoe u vaak gebruikte objecten kunt plaatsen door een afbeeldingsoverlay toe te passen. Deze functie kan worden uitgevoerd met de items op het scherm zoals is aangegeven in de illustratie hieronder. Let op dat deze uitleg alleen over het algemeen gebruik van het instellingengebied gaat. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm als u op de -knop klikt. 84

87 Originelen bewerken 1 2 NL BYN109 1., de [Afbeeldingsoverlay toepassen]-toets Klik hierop om een afbeeldingsoverlay toe te passen. 2. Instellingengebied Als u op klikt, de [Afbeeldingsoverlay toepassen]-toets, worden de instellingen voor het toepassen van een afbeeldingsoverlay hier weergegeven. Selecteer in het miniatuurgebied de pagina waarop u de afbeeldingsoverlay wilt toepassen, geef de instellingen op en klik op [Toepassen]. 4 Als de formaten van de afbeeldingsoverlay en de documentpagina niet overeenkomen, wordt de afbeeldingsoverlay verkleind of vergroot zodat deze wel overeenkomt met het formaat van de documentpagina. Objecten die door de afbeeldingsoverlay worden toegevoegd, worden bovenop andere objecten op de documentpagina geplaatst. Als u een object wilt toevoegen aan een documentpagina nadat u een afbeeldingsoverlay heeft toegepast, zal dat object bovenop andere objecten van de afbeeldingsoverlay worden geplaatst. 85

88 4. Taken bewerken Papier en opmaak-/afwerkinstellingen In dit onderdeel wordt uitgelegd hoe u een taak opent en papier- en inbindinstellingen (opmaken en afwerken) configureert. U kunt miniatuurweergaven van het document met de toegepaste instellingen bekijken om de resultaten van de instellingen voor het afdrukken te bevestigen, waardoor misdrukken worden beperkt. Klik op het taakbewerkingsscherm op de [Pap./Opmk/Afwerk.]-toets om het volgende scherm weer te geven waar u de instellingen kunt configureren. Pap./Opmk/Afwerk.-scherm NL BYN Uitzonderingsinstellingen Voor elk geselecteerd vel kunt u uitzonderingsinstellingen opgeven voor enkelzijdig/dubbelzijdig, kleur/ zwar-wit en nieten. Als u op een functietoets klikt, worden de instellingen die bij die functie horen weergegeven. 2. Lijst met vellen De volgende items worden voor elk vel in een lijst weergegeven: Hoofdstuk- en velnummer Kleur / zwart-wit ( [Kleur]/ [Grijswaarden]/ [Zwart-wit]) Enkelzijdig/Dubbelzijidg ( [1-zijdig]/ [2-zijdig]) Papierformaat Afwerken 86

89 Papier en opmaak-/afwerkinstellingen Als u op klikt, kunt u met de buttons [Lijst met vellen sluiten]/ en [Lijst met vellen openen] om de lijst met vellen weer te geven of te verbergen. 3. Weergave Vellen worden weergegeven als een lijst met miniatuurweergaven of pictogrammen. 4. Weergave wijzigen U kunt de lijst laten weergeven in miniatuurweergaven of pictogrammen. Als u overschakelt naar miniatuurweergave, kunt u de resultaten van de instellingen bevestigen die zijn opgegeven in het [Pap./Opmk/Afwerk.]-scherm. 5. Papierselectiegebied (Uitzonderingsinstellingen) U kunt de papierselectie voor een afzonderlijk vel opgeven. Met [Papiertype (uitzondering)] kunt u dit gebied weergeven of verbergen. 6. Verkleining/vergroting aanpassen U kunt de miniatuurweergaven of pictogrammen die hier worden weergegeven voor de vellen vergroten of verkleinen. 7. Venster splitsen (volledig scherm/verticaal splitsen/horizontaal splitsen) U kunt de weergave splitsen. Als u de weergave splitst, kunt u effectiever instellingen opgeven wanneer het om meer vellen gaat. 8. Paneel met algemene instellingen In dit paneel kunt u de pagina-, opmaak- en afwerkinstellingen voor de gehele taak configureren. Als u op een instellingitembalk klikt, wordt het instellingenpaneel van dat item als een accordeon uitgetrokken. Geef de instellingen in het instellingengebied op en klik vervolgens op [OK]. Als u op de [Pap./Opmk/Afwerk.]-toets klikt, kunt u de opmaak- en papierinstellingen voor de hele taak opgeven. Om instellingen op te geven voor het afdrukken op tabbladen, klik u op de [Afdr.instell tabbl.]-toets. Bewerkingen die u op het [Pap./Opmk/Afwerk.]-scherm kunt uitvoeren: Opmaak- en papiertype-instellingen opgeven Afwerkinstellingen opgeven Paginanummers invoegen Een koptekst en/of voettekst toevoegen Kaften invoegen Een pagina als hoofdstukeinde invoegen Tabbladen invoegen Tussenvoegvellen invoegen Tabbladinstelling configureren Afzonderlijke instellingen op opgegeven vellen toepassen 4 87

90 4. Taken bewerken U krijgt toegang tot de instellingen via het [Pap./Opmk/Afwerk.]-scherm en vervolgens het [Bewerken]-menu of het menu dat u krijgt door op uw rechter muisknop te klikken. Opmaakinstellingen 4 U kunt de opmaakinstellingen voor alle pagina's van een taak configureren. 'Opmaak' gaat over het plaatsen van de pagina's, zodat ze zich in het uiteindelijke product op de juiste plaats bevinden. Het configureren van de opmaak kan de efficiëntie vergroten bij het afdrukken van meerdere pagina's. Opmaakinstellingen configureren 1. Klik op het [Pap./Opmk/Afwerk.]-scherm op [Opmaak/papiertype]. NL BYN Geef op het [Opmaak-/papiertype-instellingen]-scherm de instellingen op. Klik voor meer informatie over een specifieke instelling op de -toets om de ballonhulp op het scherm weer te geven. 88

91 Papier en opmaak-/afwerkinstellingen Opmaak-/papiertype-instellingen-scherm Opmaaktype NL BYN182 U kunt kiezen uit: normaal, miniboekje, miniboekje dubbel, tijdschrift, tijdschrift dubbel, snelheid en dubbel. Om combineren, aangepast of herhalen op te geven selecteert u [Normaal]. 2. Instellingen voor opmaaktypen De instellingen die u kunt opgeven hangen af van het geselecteerde opmaaktype. Als u [Normaal] selecteert voor [Opmaaktype], zullen de tabbladen voor [Comb.], [Aangep.] en [Beeldherhaling] worden weergegeven. Klik op de tabbladen Comb./Aangep./Beeldherhaling om de instellingen op te geven. 3. Snelkeuzes U kunt vaak gebruikte opmaakinstellingen als snelkeuze registreren en deze dan toepassen vanuit een vervolgkeuzelijst. 4 Voor meer informatie over het registreren van instellingen als vooraf ingesteld, zie Pag.131 "Opmaaksnelkeuzes registreren". Combineren U kunt meerdere pagina's van een document op één vel combineren bij het afdrukken. BYM110 89

92 4. Taken bewerken Geef de combineerinstelling op door [Normaal] te selecteren voor [Opmaaktype] op het scherm [Opmaak-/papiertype-instellingen]. Let op dat deze uitleg over de opmaak- en afwerkinstellingen alleen de grote lijnen bespreekt. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm die wordt weergegeven als u op de -toets klikt. Voor meer informatie over het weergeven van het scherm [Opmaak-/papiertype-instellingen], zie Pag.88 "Opmaakinstellingen". 4 Aangepaste opmaak uitvoeren U kunt het aantal pagina's en de volgorde, richting en plaatsing van pagina's die op één vel worden afgedrukt aanpassen BYM111 Geef een aangepaste opmaak op door [Normaal] te selecteren voor [Opmaaktype] op het scherm [Opmaak-/papiertype-instellingen]. Let op dat deze uitleg over de opmaak- en afwerkinstellingen alleen de grote lijnen bespreekt. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm die wordt weergegeven als u op de -toets klikt. Voor meer informatie over het weergeven van het scherm [Opmaak-/papiertype-instellingen], zie Pag.88 "Opmaakinstellingen". Een afbeelding afdrukken in een reeks (herhalen) U kunt een documentpagina meerdere keren op één vel papier afdrukken voor een opgegeven aantal keer. 90

93 Papier en opmaak-/afwerkinstellingen BYM112 Geef de herhaalinstelling op door [Normaal] te selecteren voor [Opmaaktype] op het scherm [Opmaak-/papiertype-instellingen]. Let op dat deze uitleg over de opmaak- en afwerkinstellingen alleen de grote lijnen bespreekt. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm die wordt weergegeven als u op de -toets klikt. 4 Voor meer informatie over het weergeven van het scherm [Opmaak-/papiertype-instellingen], zie Pag.88 "Opmaakinstellingen". Opmaak voor het maken van een ingebonden boekje (Miniboekje/Miniboekje dubbel) "Miniboekje/Miniboekje dubbel" is een opmaakstijl waarin de afgedrukte vellen in het midden worden gevouwen, geniet en dan aan de rand worden ingebonden. Geef deze instelling op in het scherm [Opmaak-/papiertype-instellingen]. Let op dat deze uitleg over de opmaak- en afwerkinstellingen alleen de grote lijnen bespreekt. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm die wordt weergegeven als u op de -toets klikt. Voor meer informatie over het weergeven van het scherm [Opmaak-/papiertype-instellingen], zie Pag.88 "Opmaakinstellingen". 91

94 4. Taken bewerken Miniboekje BYM004 4 Miniboekje dubbel "Miniboekje dubbel" is een opmaakstijl waarin twee kopieën van hetzelfde boekje tegelijk worden geproduceerd. Eerst worden de afgedrukte vellen in het midden gevouwen, daarna bijgesneden en dan aan de rand ingebonden. Als u de [Miniboekje dubbel]-stijl gebruikt, kunt u opgeven aan welke kant de boekjes moeten worden bijgesneden door de [Draaien]-instelling. Miniboekje dubbel (niet draaien) BYM113 Miniboekje dubbel (wel draaien) BYM114 92

95 Papier en opmaak-/afwerkinstellingen Afwerkinstellingen voor inbinden (horizontaal inbinden) Geef om een document met de miniboekjestijl in te binden indien nodig de volgende afwerkinstellingen op: Vouwen: halve vouw Nieten, perforeren Raadpleeg voor meer informatie Pag.99 "Afwerkinstellingen". Opmaak voor het maken van een ingebonden boek (Tijdschrift/Tijdschrift dubbel) "Tijdschrift/Tijdschrift dubbel" is een opmaakstijl waarin de afgedrukte vellen worden gestapeld, langs de middenlijn worden gevouwen en dan langs de middenlijn worden ingebonden. Als u meerdere pagina's of op dik papier afdrukt, kunt u de uitvoer aanpassen om een verkeerde pagina-uitlijning te voorkomen (Beeldverschuiving) die kan optreden bij het vouwen van de pagina's. Geef deze instelling op in het scherm [Opmaak-/papiertype-instellingen]. Let op dat deze uitleg over de opmaak- en afwerkinstellingen alleen de grote lijnen bespreekt. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm die wordt weergegeven als u op de -toets klikt. 4 Voor meer informatie over het weergeven van het scherm [Opmaak-/papiertype-instellingen], zie Pag.88 "Opmaakinstellingen". Tijdschrift BYM005 Tijdschrift dubbel "Tijdschrift dubbel" is een opmaakstijl waarin twee kopieën van hetzelfde boekje tegelijk worden geproduceerd. De afgedrukte vellen worden gestapeld, langs de middenlijn gevouwen, uitgesneden en vervolgens langs de middenlijn ingebonden. 93

96 4. Taken bewerken BYM115 4 Beeldverschuiving Als documenten in een tijdschriftstijl worden ingebonden, kan het midden van de pagina (het gebied dat wordt ingebonden) moeilijk te zien zijn en zullen de binnenste pagina's verder uitsteken dan de andere pagina's. Dit uitsteken wordt beeldverschuiving genoemd. Om te voorkomen dat de buitenste pagina's moeilijker te zien zijn, kunt u een inbindmarge toevoegen die net zo breed is als de verschuiving van de buitenste pagina. Inbindmarge Verschuiving NL BYN116 Afwerkinstellingen voor tijdschrift inbinden (in het midden inbinden) Als u een document inbindt met de tijdschriftstijl (in het midden inbinden), configureer dan indien nodig de volgende instellingen: Nieten: 2 midden Bijsnijden: Snijkant Gebruik bij het inbinden de [Tijdschrift]-stijl in plaats van de [Tijdschrift dubbel]-stijl. Voor meer informatie over afwerkinstellingen, zie Pag.99 "Afwerkinstellingen". Opmaak gebruiken om de afdruktijd en -kosten te verlagen (Snelheid) "Snelheid" is een opmaakstijl waarbij twee pagina's worden geplaatst en afgedrukt aan elke zijde van een vel. 94

97 Papier en opmaak-/afwerkinstellingen De afgedrukte vellen worden daarna gestapeld en in het midden bijgesneden om het uiteindelijke resultaat te krijgen. Omdat er meerdere pagina's worden gemaakt per bijgesneden vel, worden de afdruktijd en -kosten beperkt. Geef deze instelling op in het scherm [Opmaak-/papiertype-instellingen]. Let op dat deze uitleg over de opmaak- en afwerkinstellingen alleen de grote lijnen bespreekt. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm die wordt weergegeven als u op de -toets klikt. Voor meer informatie over het weergeven van het scherm [Opmaak-/papiertype-instellingen], zie Pag.88 "Opmaakinstellingen". Snelheid (niet draaien) BYM117 Snelheid (wel draaien) Eén van de twee pagina's die geplaatst wordt aan elke zijde van een vel wordt gedraaid. De afgedrukte vellen worden bijgesneden en daarna worden de bijgesneden randen uitgelijnd. Snijdrand NL BYN118 Opmaak gebruiken om afdruktijd en -kosten te beperken (Dubbel) "Dubbel" is een opmaakinstelling waarbij een pagina tweemaal op één vel wordt afgedrukt. 95

98 4. Taken bewerken Door afgedrukte vellen te stapelen en ze langs de middenlijn te snijden, is het mogelijk om twee kopieën van een pagina op één vel te produceren. Dit bespaart zowel tijd als papier. Geef deze instelling op in het scherm [Opmaak-/papiertype-instellingen]. Let op dat deze uitleg over de opmaak- en afwerkinstellingen alleen de grote lijnen bespreekt. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm die wordt weergegeven als u op de -toets klikt. Voor meer informatie over het weergeven van het scherm [Opmaak-/papiertype-instellingen], zie Pag.88 "Opmaakinstellingen". 4 Dubbel (niet draaien) BYM069 Dubbel (wel draaien) Eén van de twee pagina's die geplaatst wordt aan elke zijde van een vel wordt gedraaid. De afgedrukte vellen worden bijgesneden en daarna worden de bijgesneden randen uitgelijnd. Snijdrand NL BYN070 Bijsnijdinstellingen (snijdlijnen) "Snijdlijnen zijn lijnen die worden gebruikt om aan te geven waar een afgedrukt vel zou moeten worden bijgesneden. Ze worden toegepast tijdens het afdrukken op vellen die moeten worden bijgesneden. Er kunnen snijdlijnen in het midden of aan de randen worden toegepast. 96

99 Papier en opmaak-/afwerkinstellingen Geef deze instelling op in het scherm [Opmaak-/papiertype-instellingen]. Let op dat deze uitleg over de opmaak- en afwerkinstellingen alleen de grote lijnen bespreekt. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm die wordt weergegeven als u op de -toets klikt. Voor meer informatie over het weergeven van het scherm [Opmaak-/papiertype-instellingen], zie Pag.88 "Opmaakinstellingen". Snijdlijnen in het midden Dit zijn markeringen voor bijsnijden in het midden die aan de bovenkant en onderkant en aan de zijkanten van elk vel worden geplaatst. U kunt opgeven of de snijdlijnen in het midden wel of geen cirkels mogen bevatten. 4 BYM119 Snijdlijnen in de hoeken Dit zijn markeringen voor bijsnijden die het afgewerkte formaat opgeven van het vel dat wordt bijgesneden. Er wordt in elke hoek een binnenste en buitenste snijdlijn geplaatst. Buitenste snijdlijn Binnenste snijdlijn NL BYN120 Binnenste snijdlijn Markeert de afwerklocatie (voor bijsnijden). Buitenste snijdlijn 97

100 4. Taken bewerken Markeert de locatie van de buitense rand voor gedeeltes die uitsteken buiten de binnenste snijdlijnen. De gedeeltes die zich buiten het bijsnijdgebied en voor de buitenste snijdlijnen bevinden, vallen weg zodra het vel is bijgesneden. Het papiertype voor de hele taak selecteren 4 U kunt het papiertype voor een hele taak opgeven. Er zijn twee manieren om het scherm [Opmaak-/papiertype-instellingen] te gebruiken voor het opgeven van een papiertype voor de hele taak: Automatische selectie Handmatige selectie Om handmatig papier te selecteren klikt u op [Pap.type select. ] en dan kunt u het papierformaat, - type en -kleur en andere instellingen opgeven op het scherm [Papiertype selecteren]. Aangepaste papiertypen dienen handmatig te worden opgegeven en de instellingen die u opgeeft moeten exact overeenkomen met de printer. Zie voor meer informatie over de papierinstellingen van uw printer de documentatie die met uw printer is meegeleverd. Let op dat deze uitleg over de papierinstellingen alleen de grote lijnen bespreekt. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm die wordt weergegeven als u op de -toets klikt. Voor meer informatie over het weergeven van het scherm [Opmaak-/papiertype-instellingen], zie Pag.88 "Opmaakinstellingen". Papiertype selecteren-scherm 1 2 NL BYN Aangepast papier selecteren U kunt aangepast papier selecteren dat is opgeslagen in de databank. 98

101 Papier en opmaak-/afwerkinstellingen Om een ongeregistreerd papiertype te gebruiken, selecteert u [(Huidige instell.)] uit de vervolgkeuzelijst en vervolgens geeft u de instellingen op voor zowel het tabblad [Basisinstellingen] als het tabblad [Geavanceerde instellingen]. 2. Aangepast papier toevoegen U kunt de papierinstellingen die op dit moment gebruikt worden in de databank registreren. Voor meer informatie over het registreren van papiertypen in de databank, zie Pag.135 "Aangepaste papiertypen in een database registreren". De papiertype-instellingen voor kaften, hoofdstukpagina's, tabbladen en tussenvoegvellen kunnen worden opgegeven in het paneel met algemene instellingen in het scherm [Pap./Opmk/Afwerk.]. U kunt voor afzonderlijke vellen papiertypen opgeven. Voor meer informatie daarover, zie Pag. 115 "Een afzonderlijk papiertype opgeven voor bepaalde pagina's". 4 Afwerkinstellingen U kunt afwerkingsopties voor het inbinden van afgedrukte documenten opgeven. U kunt geen afwerkfuncties opgeven die niet beschikbaar zijn op uw printer. Zelfs als een functie wel op uw printer beschikbaar is, zal er een fout bij uw printer optreden als de waarden die u in deze instellingen opgeeft niet exact overeenkomen met die op de printer. Als u verschillende papierformaten gebruikt en afwerkinstellingen opgeeft, combineer dan de volgende papierformaten. U kunt geen afwerkinstellingen opgeven voor andere combinaties dan deze. A3 ( mm) en A4 ( mm) B4 JIS ( mm) en B5 JIS ( mm) inch en Letter (8,5 x 11") 8K ( mm) en 16K ( mm) 99

102 4. Taken bewerken Afwerkinstellingen opgeven 1. Klik op het [Pap./Opmk/Afwerk.]-scherm op [Afwerking] om het instellingenpaneel te openen. 4 NL BYN Selecteer de afwerkinstellingen naar keuze, geef de betreffende instellingen op en klik vervolgens op [OK]. Klik voor meer informatie over een specifieke instelling op de scherm weer te geven. Afwerkinstellingen die u kunt opgeven Afdrukken van gesorteerde documenten (gesorteerd afdrukken) Het afgedrukte document nieten Het afgedrukte document perforeren Afgedrukte pagina's vouwen Ring Binding Perfect binding Aanpassen -toets om de ballonhulp op het Gesorteerde documenten afdrukken (gesorteerd afdrukken) Als u meer dan één set van een document met meerdere pagina's afdrukt, kunt u de afdrukvolgorde zo instellen dat de documenten in gesorteerde sets worden afgedrukt. 100

103 Papier en opmaak-/afwerkinstellingen BYM122 Deze instellingen worden opgegeven in het [Pap./Opmk/Afwerk.]-scherm. Het afgedrukte document nieten 4 U kunt de afgedrukte pagina's van een document aan elkaar nieten. Er dient wel een finisher op de printer te zijn geïnstalleerd die kan nieten. BYM123 Deze instellingen worden opgegeven in het [Pap./Opmk/Afwerk.]-scherm. Let op dat deze uitleg over de afwerkinstellingen alleen de grote lijnen bespreekt. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm die wordt weergegeven als u op de -toets klikt. Om te bevestigen of er een finisher is geïnstalleerd en voor meer informatie over compatibele papiertypen en beschikbare nietposities, etc., kunt u de documentatie van de printer raadplegen. Het afgedrukte document perforeren U kunt de pagina's van een afgedrukt document perforeren. Er dient wel een finisher op de printer te zijn geïnstalleerd die kan perforeren. 101

104 4. Taken bewerken BYM124 4 Deze instellingen worden opgegeven in het [Pap./Opmk/Afwerk.]-scherm. Let op dat deze uitleg over de afwerkinstellingen alleen de grote lijnen bespreekt. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm die wordt weergegeven als u op de -toets klikt. Om te bevestigen of er een finisher is geïnstalleerd en voor meer informatie over compatibele papiertypen, beschikbare nietposities en het aantal perforaties, etc., kunt u de documentatie van de printer raadplegen. Afgedrukte pagina's vouwen Pagina's kunnen na bedrukking ook worden gevouwen. Er dient wel een vouweenheid op de printer te zijn geïnstalleerd. BYM125 Deze instellingen worden opgegeven in het [Pap./Opmk/Afwerk.]-scherm. Let op dat deze uitleg over de afwerkinstellingen alleen de grote lijnen bespreekt. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm die wordt weergegeven als u op de -toets klikt. Zie voor meer informatie over compatibele papierformaten en -dikten, etc., de documentatie van uw printer en de vouweenheid. 102

105 Papier en opmaak-/afwerkinstellingen Ringbinding U kunt afgedrukte documenten inbinden met ringbanden. Alleen een afgedrukt document kan worden geperforeerd. Er dient wel een ringbinder op de printer te zijn geïnstalleerd. BYM126 Deze instellingen worden opgegeven in het [Pap./Opmk/Afwerk.]-scherm. Let op dat deze uitleg over de afwerkinstellingen alleen de grote lijnen bespreekt. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm die wordt weergegeven als u op de -toets klikt. 4 Zie voor meer informatie over compatibele papierformaten en -dikten, etc., de documentatie van uw printer en de ringinbindeenheid. Perfect binding U kunt afgedrukte pagina's met perfect binding inbinden. Er dient wel een perfect binder op de printer te zijn geïnstalleerd. Perfect binding is een inbindproces waarbij de pagina's in een kaft worden gestoken en op hun plek worden vastgelijmd (zoals een boek). BYM

106 4. Taken bewerken 4 Om perfect binding uit te voeren dienen [Papierrichting] en [Openingsrichting] te worden geconfigureerd in één van de volgende manieren op het scherm [Opmaak-/papiertypeinstellingen]: Als de [Papierrichting] is ingesteld op [Staand], dient de [Openingsrichting] op [Naar links openen] of [Naar rechts openen] te staan. Als de [Papierrichting] is ingesteld op [Liggend], dient de [Openingsrichting] op [Naar boven openen] te staan. Deze instellingen worden opgegeven in het [Pap./Opmk/Afwerk.]-scherm. Let op dat deze uitleg over de afwerkinstellingen alleen de grote lijnen bespreekt. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm die wordt weergegeven als u op de -toets klikt. Zie voor meer informatie over compatibele papierformaten en -dikten, etc., de documentatie van uw printer en de lijminbindeenheid. Bijsnijden U kunt bijsnijdposities opgeven voor inbinden in tijdschriftstijl (midden) en perfect binding. Het snijden in het midden voor de afdrukmethoden [Miniboekje dubbel], [Tijdschrift dubbel], [Snelheid] en [Dubbel] kunnen met deze functie niet worden uitgevoerd. Deze instellingen worden opgegeven in het [Pap./Opmk/Afwerk.]-scherm. Let op dat deze uitleg over de afwerkinstellingen alleen de grote lijnen bespreekt. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm die wordt weergegeven als u op de -toets klikt. Inbinden in tijdschriftstijl (in het midden inbinden) U kunt de openingsranden van een ingebonden document bijsnijden. Er dient wel een trimmer op de printer te zijn geïnstalleerd. BYM

107 Papier en opmaak-/afwerkinstellingen Perfect binding U kunt de bovenkant, onderkant en openingskant van een ingebonden document bijsnijden. Er dient wel een perfect binder op de printer te zijn geïnstalleerd. BYM149 4 Zie voor meer informatie over compatibele papierformaten en -dikten, etc., de documentatie van uw printer en de perfect binder. Paginanummering toevoegen (Paginanummering) U kunt paginanummers afdrukken. Deze functie ondersteunt mogelijkheden zoals paginanummering per hoofdstuk resetten en aangepaste indeling. P1 P1 P2 P3 P2 P3 P4 BYM

108 4. Taken bewerken Paginanummering aan een document toevoegen 1. Klik op het [Pap./Opmk/Afwerk.]-scherm op [Paginanummering] om het instellingenpaneel te openen. 4 NL BYN Vink het selectievakje [Paginanummer] aan en klik op [OK]. Voor meer informatie over een bepaalde instelling kunt u op de -toets klikken om de ballonhulp op het scherm weer te geven. Een koptekst en/of voettekst toevoegen U kunt een koptekst/voettekst aan een document toevoegen om af te afdrukken. BYM

109 Papier en opmaak-/afwerkinstellingen Een koptekst/voettekst aan een document toevoegen 1. Klik op het [Pap./Opmk/Afwerk.]-scherm op [Kop-/voettekst] om het instellingenpaneel te openen. 4 NL BYN Vink het selectievakje [Koptekst] en/of [Voettekst] aan en klik op [OK]. Voor meer informatie over een bepaalde instelling kunt u op de -toets klikken om de ballonhulp op het scherm weer te geven. Voor-/achterblad toevoegen U kunt een voor- en achterblad aan een document toevoegen. U kunt ook op het voor- en/of achterblad afdrukken. BYM133 Deze functie is uitsluitend beschikbaar als de [Opmaaktype]-instelling op het scherm [Opmaak-/ papiertype-instellingen] is ingesteld op [Normaal]. 107

110 4. Taken bewerken Voor-/achterblad toevoegen 1. Klik op het [Pap./Opmk/Afwerk.]-scherm op [Voor- en achterblad] om het instellingenpaneel te openen. 4 NL BYN Vink het selectievakje [Voorblad] en/of [Achterblad] aan, geef de instellingen op en klik op [OK]. Voor meer informatie over een bepaalde instelling kunt u op de op het scherm weer te geven. -toets klikken om de ballonhulp Pagina's invoegen na hoofdstukeindes U kunt pagina's invoegen na een hoofdstukeinde. U kunt ook afdrukken op tussenvoegvellen. Tussenvoegvellen kunnen in hoofdstukken worden tussengevoegd via de "Hoofdstuk creëren"-functie op het scherm [Pag.volg. bew/lay-out]. U kunt ervoor kiezen om voor elk hoofdstuk een tussenvoegvel in te voegen of om op te geven voor welke hoofdstukken er een tussenvoegvel moet worden geplaatst. BYM

111 Papier en opmaak-/afwerkinstellingen Deze functie is uitsluitend beschikbaar als de [Opmaaktype]-instelling op het scherm [Opmaak-/ papiertype-instellingen] is ingesteld op [Normaal]. Procedure voor het instellen en invoegen van tussenvoegvellen 1. Klik op het [Pap./Opmk/Afwerk.]-scherm op [Tussenvoegvel] om het instellingenpaneel te openen. 4 NL BYN Vink het selectievakje [Tussenvoegvel] aan, geef de instellingen op en klik op [OK]. Voor meer informatie over het invoegen van pagina's, zie Pag.61 "Hoofdstukken bewerken". Tabbladen invoegen U kunt tabbladen invoegen na een hoofdstukeinde. Het is ook mogelijk om op tabbladen af te drukken. Tabbladen kunnen bij elk hoofdstukeinde worden ingevoegd met de Hoofdstuk creëren -functie op het [Pag.volg. bew/lay-out]-scherm. U kunt ervoor kiezen om voor elk hoofdstuk een tabblad in te voegen of om op te geven voor welke hoofdstukken er een tabblad moet worden geplaatst. BYM

112 4. Taken bewerken 4 Voordat u tabbladen invoegt, dient u een vooraf ingestelde tabbladinstelling te registreren. Tabbladen kunnen alleen worden ingevoegd als de paginarichting is ingesteld op verticaal en als het tabblad aan de rechterkant van de pagina wordt geplaatst. Tabbladen kunnen alleen worden ingevoegd als het [Opmaaktype] is ingesteld op [Normaal], als [Openingsrichting] is ingesteld op [Links] en de paginarichting van het eerste hoofdstuk is ingesteld op [Staand] op het scherm [Opmaak-/papiertype-instellingen]. Als er tabbladen worden ingevoegd, worden alleen de volgende combinaties van gemengde papierformaten ondersteund. Als u een andere combinatie wilt, kunnen er geen tabbladen worden ingevoegd. A3 ( mm) en A4 ( mm) B4 ( mm) en B5 ( mm) inch en Letter (8.5 11") 8K ( mm) en 16K ( mm) Als uw printer een functie heeft voor het uitwerpen van resterende tabbladen, verwijder dan alle tabbladen die u niet nodig heeft uit de laden van de printer voordat u begint met afdrukken. Als tegelijkertijd ook de functie nieten is aangevinkt, zal de instelling van [Overgebleven tabbladen in uitvoerlade:] worden uitgeschakeld. Om tegelijkertijd de functies nieten en tabbladen invoegen toe te passen, dient u van tevoren het teveel aan tabbladen uit de invoerlade te verwijderen. Tabbladen instellen en invoegen 1. Klik op het [Pap./Opmk/Afwerk.]-scherm op [Tabbladen invoegen] om het instellingenpaneel te openen. NL BYN

113 Papier en opmaak-/afwerkinstellingen 2. Vink het selectievakje [Tabbladen] aan, geef de instellingen op en klik op [OK]. Voor meer informatie over een bepaalde instelling kunt u op de op het scherm weer te geven. -toets klikken om de ballonhulp Om op tabbladen af te drukken, klikt u op [Afdr.instell tabbl.] en geeft u het hoofdstuk of de afbeelding op die op het tabblad afgedrukt moet worden. Voor meer informatie over het registreren van een vooraf ingestelde tabbladinstelling, zie Pag. 140 "Tabbladsnelkeuzes registreren". Voor meer informatie over het afdrukken op tabbladen, zie Pag.112 "Tekst en afbeeldingen op tabbladen afdrukken". Voor meer informatie over het instellen van hoofdstukken, zie Pag.61 "Hoofdstukken bewerken". 4 Tussenbladen invoegen Tussenbladen kunnen worden ingevoegd in een opgegeven bereik van afgedrukte vellen. Tussenbladen kunnen de afgedrukte pagina's beschermen. Het is ook mogelijk om op tussenbladen af te drukken. BYM139 Tussenbladen kunnen alleen worden ingevoegd als [Opmaaktype] is ingesteld op [Normaal] en [1-zijdig] is opgegeven in het scherm [Opmaak-/papiertype-instellingen]. Als er uitzonderingsinstellingen zijn toegepast, kunnen tussenbladen niet worden ingevoegd voor vellen die 2-zijdig worden afgedrukt. De instellingen voor tussenbladen worden niet weergegeven in de voorbeeld- of miniatuurweergave. Als een document met tussenbladen als PDF-bestand wordt opgeslagen vanuit het [Uitvoertype / instell.]-scherm, zullen de tussenbladen niet in het document worden opgeslagen. 111

114 4. Taken bewerken Procedure voor het invoegen van tussenbladen 1. Klik op het [Pap./Opmk/Afwerk.]-scherm op [Tussenblad invoegen] om het instellingenpaneel te openen. 4 NL BYN Vink het selectievakje [Tussenblad] aan, geef elke instelling op en klik op [OK]. Voor meer informatie over een bepaalde instelling kunt u op de -toets klikken om de ballonhulp op het scherm weer te geven. Tekst en afbeeldingen op tabbladen afdrukken U kunt instellingen opgeven voor het afdrukken op de ingevoegde tabbladen, waaronder afdrukpositie, richting, de tekst of afbeelding die afgedrukt moet worden en welke hoofdstukken moeten worden afgedrukt. De opgegeven inhoud wordt op één zijde van het tabblad afgedrukt. BYM141 De instellingen voor [Tabbladen invoegen] dienen eerst geconfigureerd te worden. 112

115 Papier en opmaak-/afwerkinstellingen U kunt niet op beide zijden van tabbladen afdrukken. Zorg ervoor dat u een vooraf ingestelde tabbladinstelling en het papiertype selecteert in [Tabbladen invoegen]. Voor meer informatie over de instellingen, zie Pag.109 "Tabbladen invoegen". Afdrukken op tabbladen 1. Klik op het [Pap./Opmk/Afwerk.]-scherm op [Afdr.instell tabbl.]. 4 NL BYN Geef de instellingen op in het scherm [Afdrukinstellingen voor tabbladen]. Voor meer informatie over een bepaalde instelling kunt u op de -toets klikken om de ballonhulp op het scherm weer te geven. 113

116 4. Taken bewerken Afzonderlijke instellingen toepassen op een bepaald vel (Uitzondering) U kunt de volgende instellingen afzonderlijk toepassen op opgegeven vellen. Deze functie heet uitzondering. 1-zijdig/2-zijdig Kleur/Zwart-wit Nieten Papiertype 4 Uitzonderingsinstellingen kunnen uitsluitend worden afgedrukt als [Normaal] is geselecteerd bij [Opmaaktype] op het scherm [Opmaak-/papiertype-instellingen]. Uitzonderingsinstellingen kunnen niet worden toegepast op voor-/achterbladen, op pagina's ingevoegd voor een nieuw hoofdstuk of op tabbladen. : het uitzonderingspictogram wordt weergegeven op vellen waarop een uitzondering van toepassing is. Het is mogelijk een uitzonderingsinstelling te annuleren. Als er op een pagina uitzonderingsinstellingen van toepassing zijn en u wilt de inhoud van die pagina afdrukken als voor-/achterblad, als pagina voor een nieuw hoofdstuk of als tabblad, dan worden de uitzonderingsinstellingen geannuleerd. Afdrukinstellingen 1-zijdig/2-zijdig, kleur/zwart-wit en nieten afzonderlijk toepassen op opgegeven vellen U kunt de instellingen [1-zijdig / 2-zijdig], [Kleur / zwart-wit] en [Nieten] afzonderlijk op opgegeven vellen toepassen. Uitzonderingsinstellingen kunnen worden uitgevoerd met de items op het scherm zoals is aangegeven in de illustratie hieronder. Let op dat deze uitleg alleen over het algemeen gebruik van het instellingengebied gaat. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm als u op de -knop klikt. 114

117 Papier en opmaak-/afwerkinstellingen NL BYN140 1., de [1-zijdig / 2-zijdig (uitzondering)]-toets Klik hierop om de instelling 1-zijdig/2-zijdig op de geselecteerde vellen toe te passen. 2., de [Kleur / zwart-wit (uitzondering)]-toets Klik hierop om de instelling kleur/zwart-wit op de geselecteerde vellen toe te passen. 3., de [Nieten (uitzondering)]-toets Klik hierop om nietposities op te geven voor de geselecteerde vellen. Beperking Bij sommige printers is het niet mogelijk om nieten als een uitzonderingsinstelling op te geven. Zelfs als nieten wel als uitzonderingsinstelling kan worden ingesteld, kan het voorkomen dat - als u meerdere kopieën afdrukt - de afdrukvolgorde van de documenten niet klopt. De reden hiervoor is dat een gedeelte dat als uitzondering is opgegeven, wordt ondergebracht in een andere taak en vervolgens worden er meerdere kopieën van elke taak afgedrukt. 4. Instellingengebied Als u op de, de [1-zijdig / 2-zijdig (uitzondering)]-toets,, de [Kleur / zwart-wit (uitzondering)]-toets of klikt, de [Nieten (uitzondering)]-toets, worden de instellingen voor die functies hier weergegeven. Geef de benodigde instellingen op en klik op [OK]. 4 Een afzonderlijk papiertype opgeven voor bepaalde pagina's U kunt een papiertype voor een afzonderlijke pagina opgeven dat afwijkt van de rest van het document. 115

118 4. Taken bewerken Procedure voor het opgeven van afzonderlijke papiertypen 1. Klik in het [Pap./Opmk/Afwerk.]-scherm op [Papiertype (uitzondering)] om het instellingenpaneel te openen. 4 Nl BYN Geef de instellingen op zoals het papierformaat, -type en -kleur op het tabblad [Papiertype]. U kunt ook een geregistreerd papiertype selecteren door op het tabblad [Papierbibliotheek] te klikken. 3. Geef het paginanummer op om de afzonderlijke instellingen op toe te passen en klik vervolgens op [OK]. Voor meer informatie over een bepaalde instelling kunt u op de op het scherm weer te geven. -toets klikken om de ballonhulp U kunt ook papiertype-instellingen opgeven door een afbeelding te verslepen van het Papiertype (uitzondering)-instellingenpaneel naar een bepaalde pagina. Uitzonderingsinstellingen annuleren U kunt de instellingen [1-zijdig / 2-zijdig (uitzondering)], [Kleur / zwart-wit (uitzondering)], [Nieten (uitzondering)] en [Papiertype (uitzondering)] annuleren die op de geselecteerde vellen worden toegepast. Deze functie kan worden uitgevoerd met de items op het scherm zoals is aangegeven in de illustratie hieronder. Let op dat deze uitleg alleen over het algemeen gebruik van het instellingengebied gaat. Zie voor meer informatie over een specifieke instelling de ballonhulp op het scherm als u op de -knop klikt. 116

119 Papier en opmaak-/afwerkinstellingen 1 2 NL BYN148 1., de [Uitzondering annuleren]-toets Klik hierop om de uitzonderingsinstellingen te annuleren. 2. Instellingengebied Als u op de, de [Uitzondering annuleren]-toets klikt, zullen de instellingen voor die functie hier worden weergegeven., het uitzonderingspictogram, wordt getoond in het weergavegebied op de vellen waarop de uitzonderingsinstellingen van toepassing zijn. Selecteer de vellen en klik op [OK]

120 4. Taken bewerken Uitvoerinstellingen Nadat u de instellingen voor [Pag.volg. bew/lay-out], [Origineel bewerken] en [Pap./Opmk/Afwerk.] voor de documenten in een taak heeft geconfigureerd, kunt u een afdrukvoorbeeld van de uiteindelijke afdruk bekijken, de afrukmethode selecteren en de afdrukinstellingen configureren. Als u op [Uitvoertype / instell.] in [Taak bewerken] klikt, wordt het volgende scherm weergegeven waarin u de afdrukinstellingen kunt configureren. Uitvoertype / instell.-scherm NL BYN Voorbeeldweergave Dit gebied toont het document in zijn uiteindelijke vorm, nadat eventuele bewerkingen zijn toegepast. U kunt de knoppen onderaan het scherm gebruiken om de pagina te wijzigen en de uiteindelijke vorm van elke pagina te bekijken. Afhankelijk van de de printer-, papiertype- en afwerkinstellingen kan de werkelijke uitvoer afwijken van de resultaten die in het voorbeeld worden weergegeven. 2. Afdrukinstellingen U kunt de volgende afdrukinstellingen configureren. De beschikbare afdrukinstellingen kunnen afwijken afhankelijk van de printer. Voor meer informatie over een bepaalde instelling kunt u op de scherm weer te geven. [Kopieën:], [Kleur/z-w:], [Uitvoerlade:] [Afdrukmodus:] -toets klikken om de ballonhulp op het U kunt Normale afdruk, Als taakbestand opslaan en afdrukken, Testafdruk, etc. selecteren. 118

121 Uitvoerinstellingen In omgekeerde volgorde afdrukken Met de afdrukzijde naar boven uitwerpen Afbeeldingsoffset Als er dubbelzijdige documenten worden afgedrukt, kunt u de posities van de afbeeldingen aan de voor- en achterkant aanpassen. 3. Printerselectie Selecteer in het vervolgkeuzemenu de printer die u wilt gebruiken. Alleen printers die zijn geregistreerd, worden in het vervolgkeuzemenu weergegeven. Voor meer informatie over het registreren van printers, zie Pag.148 "Een printer registreren". Let op: als u een taak heeft bewerkt en daarna de printer wijzigt, dan kan het voorkomen dat functies die niet door de nieuwe printer worden ondersteund, worden uitgeschakeld. 4. [Afdrukken starten]-toets Start het afdrukken. Nadat u een afdruktaak hebt gestart, kunt u indien nodig de voortgang ervan controleren en de status wijzigen (pauzeren, hervatten, annuleren, etc.). Voor meer informatie over het controleren van de voortgang van een taak en het wijzigen van de status van een taak, zie Pag.157 "De taakvoortgang en resultaten controleren". 5. [Taak opslaan]-toets Sla de aangepaste taak op als een bestand in RJF-indeling. De RJF-indeling is een taakbestandsindeling die alleen bij deze applicatie voorkomt. RJF-bestanden zijn PDFbestanden met ingebouwde informatie over afwerkinstellingen, afdrukinstellingen, etc. Opgeslagen taken kunnen later teruggehaald en geopend worden om te bewerken en af te drukken of uit te voeren. 6. [Opslaan als PDF]-toets Een taak opslaan als één PDF-bestand met toegepaste bewerkingen. Informatie zoals afwerkinstellingen, het invoegen van tussenbladen, het aantal kopieën en de uitvoerlade zal niet worden opgeslagen. 4 Taken naar TotalFlow PM sturen Gebruik de onderstaande procedure om taken naar TotalFlow PM te sturen om ze uit te voeren. U kunt deze procedure alleen gebruiken als TotalFlow PM op uw systeem is geïnstalleerd. 1. Registreer de printer waarop TotalFlow PM de taken zal afdrukken. Op het scherm [Aangepaste printerinstellingen toevoegen/bewerken] specificeert u [Aan TotalFlow PM] in [Gegevensuitvoermethode:]. Voor meer informatie over het registreren van printers, zie Pag.148 "Een printer registreren". 2. Maak een taak aan en open vervolgens het taakbewerkingsscherm. Voor meer informatie over het aanmaken van een taak, zie Pag.47 "Taken voorbereiden". 119

122 4. Taken bewerken 3. Selecteer in de vervolgkeuzelijst [Printer:] de printer die u in Stap 1 heeft geregistreerd als de printer waarnaar TotalFlow PM de taken stuurt. 4 NL BYN Bewerk de taak. Voor meer informatie over het bewerken van een taak, zie Pag.57 "Taken bewerken". 5. Selecteer in het scherm [Uitvoertype / instell.] een optie voor [Afdrukmodus:]. NL BYN164 Om het afdrukken van een taak uit te stellen nadat u deze naar TotalFlow PM heeft gestuurd, selecteert u [Uitgestelde afdruk]. 6. Klik op. Dit is de [Afdrukken starten] toets. 120

123 5. De programmafunctie gebruiken In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u functies en instellingen kunt registreren als programma's en hoe u de functie Hotfolder kunt gebruiken. Vaak gebruikte functies als programma registreren Door vaak gebruikte functies en instellingen als een programma te registreren, kunt u efficiënter afdrukken en inbinden. Gebruik de volgende stappen om een programma te registreren. Voor meer informatie over een bepaalde instelling klikt u op de -toets, zodat de ballonhulp op het scherm wordt weergegeven. 1. Selecteer in het menu [Instelling] de optie [Programma] Klik in het [Programma]-scherm op [Programma toevoegen]. NL BYN

124 5. De programmafunctie gebruiken 3. Selecteer in het scherm [Nieuw programma] de printer die u wilt gebruiken en geef vervolgens op elk tabblad de functie-instellingen op. De instellingen die u opgeeft, worden als een programma geregistreerd Klik op [OK]. NL BYN081 Het programma wordt dan in de lijst op het [Programma]-scherm weergegeven. Als u een hotfolder (gecontroleerde map) configureert voor het programma, kunt u een programma gebruiken om taken te creëren en uit te voeren door documentgegevens eenvoudigweg in de map te plaatsen. Raadpleeg voor meer informatie Pag.128 "Hotfolders gebruiken". Als u een programma in een hotfolder registreert of heeft geregistreerd, wordt er een snelkoppeling ( ) voor de hotfolder op het bureaublad geplaatst. U kunt maximaal 10 programma's registreren met een geconfigureerde hotfolder. 122

125 De inhoud van een programma wijzigen/programma's verwijderen De inhoud van een programma wijzigen/ Programma's verwijderen U kunt de inhoud van een programma wijzigen (geregistreerde functies en instellingen) en u kunt programma's verwijderen. De inhoud van een programma wijzigen Met de volgende procedure kunt u de inhoud van een programma wijzigen. Voor meer informatie over een bepaalde instelling kunt u op de -toets klikken om de ballonhulp op het scherm weer te geven. 1. Selecteer in het menu [Instelling] de optie [Programma] Selecteer in het [Programma]-scherm het programma dat u wilt wijzigen en klik vervolgens op [Programma bewerken]. NL BYN

126 5. De programmafunctie gebruiken 3. Wijzig op het programmabewerkingsscherm de instellingen indien nodig. 5 Een programma verwijderen Gebruik de volgende procedure voor het verwijderen van een programma. Voor meer informatie over een bepaalde instelling kunt u op de -toets klikken om de ballonhulp op het scherm weer te geven. 1. Selecteer in het menu [Instelling] de optie [Programma]. 124

127 De inhoud van een programma wijzigen/programma's verwijderen 2. Selecteer in het [Programma]-scherm het programma dat u wilt verwijderen en klik vervolgens op [Programma verwijderen]. NL BYN

128 5. De programmafunctie gebruiken Een programma gebruiken om een taak te creëren U kunt een geregistreerd programma toepassen om een nieuwe taak te creëren. Gebruik de volgende stappen om een programma toe te passen voor het aanmaken van een nieuwe taak. 1. Klik op het scherm [Taakbeheer] op [Nieuwe taak creëren]. 2. Selecteer het bestand dat u als nieuwe taak wilt creëren en klik vervolgens op [Bestand toevoegen]. Als er een wachtwoord voor het bestand is ingesteld, dient u dit in te voeren. 5 NL BYN Vink het selectievakje [Progr. select.] aan en klik vervolgens op [Volgende]. 126

129 Een programma gebruiken om een taak te creëren 4. Selecteer in het [Programmaselectie]-scherm het programma dat u wilt toepassen en klik vervolgens op [OK]. 5 De taak wordt gecreëerd en de uitvoer wordt aangemaakt. Afhankelijk van de instellingen die in het programma zijn geregistreerd, wordt het bericht "Tk zkn om te bew" weergegeven in de rechter bovenhoek van het [Taakbeheer]-scherm. Selecteer een taak in de vervolgkeuzelijst om het taakbewerkingsscherm te openen en af te drukken. 127

130 5. De programmafunctie gebruiken Hotfolders gebruiken Een hotfolder is een map die wordt geassocieerd met een aantal functies en instellingen die als een programma zijn geregistreerd. Als een documentbestand eenvoudigweg in een hotfolder wordt geplaatst, wordt het programma dat daarmee geassocieerd wordt, geopend en wordt het document afgedrukt, zonder dat u deze applicatie hoeft op te starten. 5 NL BYN165 Voordat u gebruik gaat maken van hotfolders Om een hotfolder te gebruiken, dient u eerst een programma te registreren dat geassocieerd wordt met de hotfolder. Raadpleeg voor meer informatie Pag.121 "Vaak gebruikte functies als programma registreren". Als u een programma registreert, kunt u opgeven of er moet worden afgedrukt onmiddellijk nadat een bestand in de hotfolder is geplaatst, of dat deze applicatie moet worden opgestart voordat er wordt afgedrukt. Let erop dat, voordat u bestanden in de hotfolder plaatst, deze bestanden door deze applicatie kunnen worden verwerkt. Raadpleeg voor meer informatie Pag.163 "Ondersteunde bestandsindelingen". Een hotfolder gebruiken Als u een bestand dat met een wachtwoord is beveiligd in de hotfolder plaatst, zal er een fout optreden. Verwijder de wachtwoordbeveiliging voordat u bestanden in een hotfolder plaatst. Als u meerdere bestanden in een hotfolder plaatst, zal er voor elk bestand een aparte taak worden gecreëerd. Om meerdere bestanden tot één enkele taak te combineren, dient u deze applicatie op te starten en de bestanden van uw keuze te combineren. U kunt geen hotfolders gebruiken om bestanden te combineren. Als deze applicatie opstart voordat er wordt afgedrukt Het bericht "Tk zkn om te bew" wordt in de rechter bovenhoek van het [Taakbeheer]-scherm weergegeven. 128

131 Hotfolders gebruiken Selecteer een taak in de vervolgkeuzelijst om het taakbewerkingsscherm te openen en af te drukken. NL BYN084 5 De status van een taak controleren die wordt afgedrukt U kunt de voortgang van een taak controleren die op dit moment wordt verwerkt door een hotfolder en indien nodig de status van de taak wijzigen (pauzeren, hervatten, annuleren, etc.). Voor meer informatie over hoe u de status van een taak kunt controleren of wijzigen, zie Pag. 157 "De taakvoortgang en resultaten controleren". 129

132 5. De programmafunctie gebruiken 5 130

133 6. Handige instellingen In dit hoofdstuk worden de instellingen uitgelegd die u kunnen helpen om deze applicatie efficiënter te gebruiken. In dit hoofdstuk worden ook de onderhoudsprocedures voor deze applicatie toegelicht. Vaak gebruikte instellingen registreren U kunt instellingen registreren die u vaak gebruikt bij het bewerken van taken, zoals opmaaksnelkeuzes, papiertype-instellingen en externe programma's. Opmaaksnelkeuzes registreren Door een configuratie van vaak gebruikte opmaak- en papiertype-instellingen als een snelkeuze te registreren, kunt u opmaakinstellingen efficiënt toepassen. Voor meer informatie over opmaakinstellingen, zie Pag.88 "Opmaakinstellingen". De volgende paragrafen lichten toe hoe u snelkeuzes kunt registreren, instellingen van geregistreerde snelkeuzes kunt bewerken en snelkeuzes kunt beheren (bijvoorbeeld snelkeuzes verwijderen, de namen van snelkeuzes en beschrijvingen bewerken). 6 Een snelkeuze registreren Gebruik de volgende stappen om een snelkeuze te registreren. Voor meer informatie over een bepaalde instelling kunt u op de -toets klikken om de ballonhulp op het scherm weer te geven. 1. Selecteer [Opmaak-/papiertype-instellingen] in het [Instelling]-menu. U kunt een item ook registreren door op [Opmaak/papiertype] te klikken op het [Pap./Opmk/ Afwerk.]-scherm. 131

134 6. Handige instellingen 2. Configureer de instellingen in het scherm [Opmaak-/papiertype-instellingen] en klik op [Snelkeuze toevoegen]. NL BYN Voer in het scherm [Snelkeuze toevoegen] de gegevens in bij [Naam snelkeuze] en [Beschrijving]. 6 De instellingen van een geregistreerde snelkeuze bewerken Het is mogelijk om een geregistreerde opmaaksnelkeuze en de papiertype-instellingen te wijzigen. Gebruik de volgende stappen om de instellingen van een snelkeuze te bewerken. Voor meer informatie over een bepaalde instelling kunt u op de -toets klikken om de ballonhulp op het scherm weer te geven. 1. Selecteer [Opmaak-/papiertype-instellingen] in het [Instelling]-menu. U kunt snelkeuzes ook bewerken door op [Opmaak/papiertype] op het [Pap./Opmk/Afwerk.]- scherm te klikken. 132

135 Vaak gebruikte instellingen registreren 2. Selecteer in het scherm [Opmaak-/papiertype-instellingen] de snelkeuze die u wilt bewerken uit de vervolgkeuzelijst [Snelkeuze]. NL BYN Wijzig indien nodig de instellingen en klik vervolgens op [Snelkeuze toevoegen]. 4. Indien nodig kunt u de inhoud van [Beschrijving] in het scherm [Snelkeuze toevoegen] wijzigen. Als u instellingen van een geregistreerde snelkeuze bewerkt, kunt u [Naam snelkeuze:] niet bewerken. Als de naam van de snelkeuze wordt gewijzigd, wordt de snelkeuze als een aparte snelkeuze geregistreerd Klik op [OK]. NL BYN Klik in het bevestigingsvenster op [OK] om het overschrijven te bevestigen. Snelkeuzebeheer Het is mogelijk om een snelkeuze te verwijderen of de naam en beschrijving van een snelkeuze te wijzigen. 133

136 6. Handige instellingen Gebruik de volgende stappen om een snelkeuze te bewerken of te verwijderen. Voor meer informatie over een bepaalde instelling kunt u op de -toets klikken om de ballonhulp op het scherm weer te geven. 1. Selecteer [Opmaak-/papiertype-instellingen] in het [Instelling]-menu. U kunt de snelkeuzes ook beheren door op [Opmaak/papiertype] te klikken op het [Pap./Opmk/ Afwerk.]-scherm. 2. Klik op [Snelkeuzebeheer] in het scherm [Opmaak-/papiertype-instellingen]. 6 NL BYN U kunt snelkeuzes verwijderen of de namen en beschrijvingen van snelkeuzes wijzigen in het [Snelkeuzebeheer]-scherm. 1 2 NL BYN Verwijderen Selecteer een snelkeuze in de lijst en klik op [Verwijderen]. 2. De naam en beschrijving van een snelkeuze bewerken Selecteer een snelkeuze in de lijst en bewerk de inhoud. 134

137 Vaak gebruikte instellingen registreren Aangepaste papiertypen in een database registreren Door vaak gebruikte papiertypen in de papierbibliotheek te registreren, kunt u papiertypen eenvoudiger selecteren. Om aangepaste papiertypen die hier zijn ingesteld, af te kunnen drukken, dient u hetzelfde papiertype ook op de printer te registreren. Zie voor meer informatie over de papierinstellingen van uw printer de documentatie van uw printer. De hierna volgende paragrafen lichten de volgende onderwerpen toe: aangepaste papiertypen registreren, instellingen van aangepaste papiertypen bewerken en aangepaste papiertypen beheren (bijvoorbeeld aangepaste papiertypen importeren/exporteren, aangepaste papiertypen verwijderen en de namen en beschrijvingen van aangepaste papiertypen bewerken). Een aangepast papiertype registreren Gebruik de volgende stappen om een aangepast papiertype te registreren. Voor meer informatie over een bepaalde instelling kunt u op de -toets klikken om de ballonhulp op het scherm weer te geven. 1. Selecteer [Papierbibliotheek] in het [Instelling]-menu. 6 U kunt een papiertype ook registreren door op [Pap.type select. ] te klikken in het [Pap./Opmk/ Afwerk.]-scherm. 135

138 6. Handige instellingen 2. Configureer de instellingen in het [Papierbibliotheek]-scherm en klik op [Aangep. pap. toevoegen]. NL BYN Voer in het [Aangep. pap. toevoegen]-scherm de gegevens in bij [Naam aangepast papier] en [Beschrijving]. U kunt ook een bestand met informatie over de instellingen van een papiertype importeren en registreren (in XML-indeling). Raadpleeg voor meer informatie Pag.138 "Aangepaste papiertypen importeren en exporteren" (hieronder). Papiertype-instellingen van aangepast papier bewerken Gebruik de volgende stappen om de instellingen van een aangepast papiertype te bewerken. Voor meer informatie over een bepaalde instelling kunt u op de -toets klikken om de ballonhulp op het scherm weer te geven. 136

139 Vaak gebruikte instellingen registreren 1. Selecteer [Papierbibliotheek] in het [Instelling]-menu. U kunt de instellingen ook bewerken door op [Pap.type select. ] te klikken in het [Pap./Opmk/ Afwerk.]-scherm. 2. Selecteer in het [Papierbibliotheek]-scherm het aangepaste papiertype die u wilt bewerken uit de vervolgkeuzelijst [Naam aangepast papier]. NL BYN Wijzig indien nodig de instellingen en klik op [Aangep. pap. toevoegen]. 4. Wijzig indien nodig de inhoud van [Beschrijving] op het [Aangep. pap. toevoegen]- scherm. Als u instellingen van een aangepast papiertype bewerkt, kunt u [Naam aangepast papier] niet bewerken. Als de naam van het papiertype wordt gewijzigd, wordt het als een apart papiertype geregistreerd. 5. Klik op [OK]. NL BYN Klik in het bevestigingsvenster op [OK] om het overschrijven te bevestigen. 137

140 6. Handige instellingen Aangepaste papiertypen importeren en exporteren U kunt aangepaste papiertypen uit de papierbibliotheek exporteren. Geëxporteerde bestanden met papierinstellingen (in XML-indeling) kunnen op een andere computer worden geïmporteerd en daar worden gebruikt. Gebruik de volgende stappen om aangepaste papiertypen te importeren en te exporteren. Voor meer informatie over een bepaalde instelling kunt u op de -toets klikken om de ballonhulp op het scherm weer te geven. 1. Selecteer [Papierbibliotheek] in het [Instelling]-menu. U kunt aangepaste papiertypen ook importeren en exporteren door op [Pap.type select. ] te klikken voor elke instelling op het [Pap./Opmk/Afwerk.]-scherm. 2. Klik op [Aangepast papier beheren] in het [Papierbibliotheek]-scherm. 6 NL BYN

141 Vaak gebruikte instellingen registreren 3. Klik in het scherm [Aangepast papier beheren] op [Importeren] of op [Exporteren] en geef vervolgens het bestand voor de papierinstellingen op (in XML-indeling). NL BYN192 Een aangepast papiertype verwijderen/de naam van een aangepast papiertype bewerken Gebruik de volgende stappen om een aangepast papiertype te verwijderen of om de naam en beschrijving van een aangepast papiertype te bewerken. Voor meer informatie over een bepaalde instelling kunt u op de -toets klikken om de ballonhulp op het scherm weer te geven Selecteer [Papierbibliotheek] in het [Instelling]-menu. U kunt aangepaste papiertypen verwijderen of de naam en beschrijving van een papiertype bewerken door op [Pap.type select. ] te klikken voor elke instelling op het [Pap./Opmk/Afwerk.]- scherm. 139

142 6. Handige instellingen 2. Klik op [Aangepast papier beheren] in het [Papierbibliotheek]-scherm. NL BYN Verwijder op het [Aangepast papier beheren]-scherm de aangepaste papiertypen of bewerk de naam en beschrijving van een papiertype indien nodig. 1 2 NL BYN Verwijderen Selecteer een papiertype in de lijst en klik op [Verwijderen]. 2. De naam of beschrijving bewerken Selecteer een papiertype in de lijst en bewerk de naam en beschrijving. Tabbladsnelkeuzes registreren Als u de tabbladen die u gebruikt als een snelkeuze registreert, kunt u tabbladen efficiënter aan uw documenten toevoegen. 140

143 Vaak gebruikte instellingen registreren Voor meer informatie over het invoegen van tabbladen, zie Pag.109 "Tabbladen invoegen". Om tabbladsnelkeuzes te registreren, dient u de volgende instellingen op te geven: Instellingen voor tabbladsnelkeuzes BYM Bovenmarge 2. Korte zijde 3. Lange zijde 4. Verticale tekenbreedte 5. Tabhoogte 6 Naast deze instellingen kunt u ook het formaat van de tabbladen, het aantal tabbladen en de volgorde van de tabbladen opgeven. De hierna volgende paragrafen lichten de volgende onderwerpen toe: tabbladsnelkeuzes registreren, instellingen van geregistreerde tabbladsnelkeuzes wijzigen en geregistreerde tabbladsnelkeuzes beheren (bijvoorbeeld snelkeuzes verwijderen en de namen en beschrijvingen van snelkeuzes bewerken). Tabbladsnelkeuzes registreren Gebruik de volgende stappen om een tabbladsnelkeuze te registreren. Voor meer informatie over een bepaalde instelling kunt u op de -toets klikken om de ballonhulp op het scherm weer te geven. 141

144 6. Handige instellingen 1. Selecteer [Tabbladsnelkeuze] in het [Instelling]-menu. U kunt tabbladen ook registreren door op [Details tabbladsnelkeuze] te klikken bij [Tabbladen invoegen] op het [Pap./Opmk/Afwerk.]-scherm. 2. Configureer de instellingen op het [Details tabbladsnelkeuze]-scherm en klik op [Tab.snelk toev]. 6 NL BYN

145 Vaak gebruikte instellingen registreren 3. Voer op het [Tabbladsnelkeuze toevoegen]-scherm de gegevens in bij [Naam tabbladsnelkeuze] en [Beschrijving]. Instellingen van een geregistreerde tabbladsnelkeuze bewerken Gebruik de volgende stappen om de instellingen van een geregistreerde tabbladsnelkeuze te bewerken. Voor meer informatie over een bepaalde instelling kunt u op de -toets klikken om de ballonhulp op het scherm weer te geven. 1. Selecteer [Tabbladsnelkeuze] in het [Instelling]-menu. U kunt de instellingen ook bewerken door op [Details tabbladsnelkeuze] te klikken bij [Tabbladen invoegen] op het [Pap./Opmk/Afwerk.]-scherm. 2. Selecteer op het [Details tabbladsnelkeuze]-scherm de tabbladsnelkeuze die u wilt bewerken uit de vervolgkeuzelijst [Naam tabbl.snelkze]. 6 NL BYN Wijzig indien nodig de instellingen en klik vervolgens op [Tab.snelk toev]. 143

146 6. Handige instellingen 4. Wijzig indien nodig de inhoud van [Beschrijving] op het [Tabbladsnelkeuze toevoegen]- scherm. Als u instellingen van een tabbladsnelkeuze bewerkt, kunt u [Naam tabbladsnelkeuze] niet bewerken. Als de naam van een tabbladsnelkeuze wordt gewijzigd, wordt deze als een aparte snelkeuze geregistreerd. NL BYN Klik op [OK]. 6. Klik in het bevestigingsvenster op [OK] om het overschrijven te bevestigen. Tabbladsnelkeuzes beheren Het is mogelijk tabbladsnelkeuzes te verwijderen en namen en beschrijvingen van snelkeuzes te bewerken. Gebruik de volgende stappen om tabbladsnelkeuzes te bewerken en te verwijderen. Voor meer informatie over een bepaalde instelling kunt u op de -toets klikken om de ballonhulp op het scherm weer te geven. 1. Selecteer [Tabbladsnelkeuze] in het [Instelling]-menu. U kunt tabbladsnelkeuzes met deze procedure ook beheren door op [Details tabbladsnelkeuze] te klikken in [Tabbladen invoegen] op het [Pap./Opmk/Afwerk.]-scherm. 144

147 Vaak gebruikte instellingen registreren 2. Klik op [Tab.snelk beh] op het [Details tabbladsnelkeuze]-scherm. NL BYN Verwijder op het [Tabbladsnelkeuzes beheren]-scherm de tabbladsnelkeuzes of bewerk de namen en beschrijvingen van de snelkeuzes indien nodig NL BYN Verwijderen Selecteer een tabbladsnelkeuze in de lijst en klik op [Verwijderen]. 2. De naam en beschrijving bewerken Selecteer een tabbladsnelkeuze in de lijst en bewerk vervolgens de naam en beschrijving. 145

148 6. Handige instellingen Externe applicaties registreren U kunt externe applicaties registreren die gebruikt worden voor het bewerken van afbeeldingsdocumenten en PDF-bestanden en het uitvoeren van preflightcontroles via het [Pag.volg. bew/lay-out]-scherm. Applicaties waarvan bekend is dat ze met deze applicatie functioneren Functie Toepassingen Bewerken van afbeeldingsdocumenten Bewerken van PDFbestanden Adobe Photoshop CS5 Adobe Photoshop Elements 8 Adobe Acrobat 8 / 9 6 Preflightcontroles Adobe Acrobat 8 / 9 Adobe Acrobat 8 / 9+Enfocus PitStop Pro 09 Update3 Een extern programma registreren 1. Selecteer [Extern programma] in het [Instelling]-menu. 2. Geef in het [Extern programma toevoegen]-scherm het pad op naar het programma dat u wilt registreren. Voor meer informatie over een bepaalde instelling kunt u op de op het scherm weer te geven. -toets klikken om de ballonhulp 146

149 Vaak gebruikte instellingen registreren 6 147

150 6. Handige instellingen Printers en scanners registreren In dit gedeelte vindt u informatie over het registreren van printers en scanners. Een printer registreren Om deze applicatie te gebruiken dient u eerst een printer te registreren. U kunt meerdere printers registreren om verschillende typen uitvoerindelingen te verwerken. 6 Zorg ervoor dat u voor het registreren van een printer controleert of de computer en de printer correct op het netwerk zijn aangesloten. Zie Leesmij voor meer informatie over printers die compatibel zijn met deze toepassing. Raadpleeg de documentatie van de printer voor meer informatie over het aansluiten van een printer op het netwerk. Om taken via TotalFlow PM uit te voeren, moet u eerst TotFlow PM installeren. Zie de TotalFlow PM documentatie voor meer informatie. In de volgende paragrafen wordt toegelicht hoe u printers kunt registreren, bewerken en verwijderen. Een printer registreren Gebruik de volgende stappen om een printer te registreren. Voor meer informatie over een bepaalde instelling kunt u op de -toets klikken om de ballonhulp op het scherm weer te geven. 1. Selecteer [Printer] op het [Instelling]-menu. 148

151 Printers en scanners registreren 2. Klik in het scherm [Printerbeheer] op [Toev.]. NL BYN Selecteer in het scherm [Aangepaste printerinstellingen toevoegen/bewerken] de optie [Gegevensuitvoermethode:] en configureer de instellingen. 6 De printerinstellingen wijzigen U kunt de instellingen van een geregistreerde printer wijzigen. Gebruik de volgende stappen om de instellingen van een printer te wijzigen. Voor meer informatie over een bepaalde instelling kunt u op de -toets klikken om de ballonhulp op het scherm weer te geven. 1. Selecteer [Printer] op het [Instelling]-menu. 149

152 6. Handige instellingen 2. Selecteer een printer in het [Printerbeheer]-scherm en klik op [Bewerken]. NL BYN Wijzig in het scherm [Aangepaste printerinstellingen toevoegen/bewerken] de instellingen naar keuze. 6 Een printer verwijderen Gebruik de volgende stappen om een printer te verwijderen. Voor meer informatie over een bepaalde instelling kunt u op de -toets klikken om de ballonhulp op het scherm weer te geven. 1. Selecteer [Printer] op het [Instelling]-menu. 150

153 Printers en scanners registreren 2. Selecteer een printer in het [Printerbeheer]-scherm en klik op [Verwijd.]. NL BYN152 Een scanner registreren Om een papieren document te scannen en daarmee een taak te creëren, dient u eerst een scanner te registreren. Voordat u een scanner registreert, dient u eerst een TWAIN-stuurprogramma te installeren. Scaneigenschappen opgeven bij elke keer dat u scant Als u het TWAIN-stuurprogramma installeert, kunt u gemakkelijker scannen. Geregistreerde eigenschappen gebruiken om te scannen Als u basisscaneigenschappen registreert, hoeft u deze eigenschappen niet elke keer dat u een document scant, op te geven. Zie Leesmij voor meer informatie over de typen en versies van TWAIN-stuurprogramma's die geregistreerd kunnen worden in de basisscaneigenschappen. In de volgende onderdelen wordt uigelegd hoe u basisscaneigenschappen kunt registreren, bewerken en verwijderen. 6 Basisscaneigenschappen registreren Gebruik de volgende stappen om basisscaneigenschappen te registreren. Voor meer informatie over een bepaalde instelling kunt u op de -toets klikken om de ballonhulp op het scherm weer te geven. 151

154 6. Handige instellingen 1. Selecteer [Basisscaneigenschappen] in het menu [Instelling]. 2. Klik op [Toev.] in het scherm [Basisscaneigenschappen instellen]. 6 NL BYN Geef in het scherm [Basisscaneigenschappen toevoegen/bewerken] de scanner op en de basisscaneigenschappen die u wilt toepassen. 152

155 Printers en scanners registreren Geregistreerde basisscaneigenschappen wijzigen Het is mogelijk om de inhoud van geregistreerde basisscaneigenschappen te wijzigen. Gebruik de volgende stappen om de geregistreerde basisscaneigenschappen te wijzigen. Voor meer informatie over een bepaalde instelling kunt u op de -toets klikken om de ballonhulp op het scherm weer te geven. 1. Selecteer [Basisscaneigenschappen] in het menu [Instelling]. 2. Selecteer een geregistreerde configuratie op het scherm [Basisscaneigenschappen instellen] en klik op [Bewerken]. 6 NL BYN Wijzig in het scherm [Basisscaneigenschappen toevoegen/bewerken] de gewenste instellingen. 153

156 6. Handige instellingen Geregistreerde basisscaneigenschappen verwijderen Gebruik de volgende stappen om geregistreerde basisscaneigenschappen te verwijderen. Voor meer informatie over een bepaalde instelling kunt u op de -toets klikken om de ballonhulp op het scherm weer te geven. 1. Selecteer [Basisscaneigenschappen] in het menu [Instelling]. 2. Selecteer een geregistreerde configuratie in het scherm [Basisscaneigenschappen instellen] en klik op [Verwijd.]. 6 NL BYN

157 Voorkeuren instellen Voorkeuren instellen U kunt de volgende instellingen aanpassen zodat ze op uw werkwijze aansluiten en uw productiviteit verhogen. Lengte (millimeters of inch) Standaard papierformaat Lokatie voor het opslaan van afdruktaken (pad van de map) Standaardweergave voor het taakbewerkingsscherm Standaard dikte en afstand van printermarkeringen Weergave-instellingen (resultaten van instellingen kunnen als voorbeelden of miniaturen worden weergegeven; displaykleuren) Gebruik de volgende stappen om uw voorkeuren in te stellen. Klik voor meer informatie over een specifieke instelling op de -toets om de ballonhulp op het scherm weer te geven. 1. Selecteer [Voorkeuren] in het [Instelling]-menu

158 6. Handige instellingen 2. Wijzig de instellingen indien nodig op het [Voorkeuren]-scherm

159 De taakvoortgang en resultaten controleren De taakvoortgang en resultaten controleren In deze paragraaf worden de volgende onderwerpen toegelicht: de voortgang van huidige taken controleren (verwerkingsstatus/fout), huidige taken beheren (taakbeheer) en de resultaten van taken controleren. De voortgang van afdruktaken controleren Gebruik de volgende stappen om de voortgang van afdruktaken te controleren en om huidige taken te beheren. 1. Selecteer [Taakbeheer] in het [Instelling]-menu. 6 U kunt het taakbeheer ook starten vanuit het Windows-menu [Start]. 2. Klik op het tabblad [Taakbeheer] op het [Taakbeheer]-scherm. 157

160 6. Handige instellingen Op het tabblad [Taakbeheer] kunt u taken controleren die nog niet naar de printer zijn verstuurd. Taken die al naar de printer zijn verstuurd, worden niet op het tabblad [Taakbeheer] weergegeven. U kunt de resultaten van taken die zijn verstuurd, controleren op het tabblad [Logboek]. 3. Controleer de afdrukstatus van de huidige afdruktaken en voer indien nodig de volgende beheertaken uit. Afdrukken onderbreken/hervatten Bewerking in taakbeheer Onderbreken Hervatten Verklaring Hiermee stopt u tijdelijk het afdrukken van taken. Selecteer [Onderbreken] in het menu [Alle taken]. Hiermee hervat u onderbroken taken. Selecteer [Hervatten] in het menu [Alle taken]. 6 Een bepaalde taak annuleren/hervatten Bewerking in taakbeheer Verklaring Annuleren Hervatten Hiermee stopt u de opgegeven taak en verwijdert u deze uit de takenlijst. Selecteer de taak die u wilt annuleren en selecteer [Annuleren] in het menu [Huidige taak]. Hiermee hervat u een taak die is onderbroken vanwege een fout. *1 Selecteer een taak waarin een fout is opgetreden en selecteer [Hervatten] in het menu [Huidige taak]. Bij het hervatten van een taak waarin een fout is opgetreden vanwege het wachtwoord, dient u het juiste wachtwoord in te voeren. *1 Taken waarin een fatale fout is opgetreden, kunnen niet via dit scherm worden hervat. Om zulke taken te hervatten, dient u deze te annuleren en dan opnieuw te openen. Controleer of de inhoud ervan correct is en probeer deze taak dan opnieuw uit te voeren. Het resultaat van een afdruktaak controleren Gebruik de volgende stappen om de resultaten (logboek) van afdruktaken te controleren. 158

161 De taakvoortgang en resultaten controleren 1. Selecteer [Taakbeheer] in het [Instelling]-menu. U kunt het taakbeheer ook starten vanuit het Windows-menu [Start]. 2. Klik in het [Taakbeheer]-scherm op het tabblad [Logboek] en controleer het logboek. Klik op [Vernieuwen] om de lijst met logboeken te updaten met actuele informatie. 6 Logboeken worden 90 dagen opgeslagen. Het logboek kan alleen worden bekeken. Logboeken kunnen niet worden aangepast of verwijderd. 159

162 6. Handige instellingen Een reservekopie van de instellingen maken voor herstel U kunt uw gegevens en instellingen beschermen door een reservekopie te maken. Als er dan een probleem optreedt, kunt u met de reservekopie de gegevens die verloren zijn gegaan, herstellen en de instellingen terugzetten. Items die als reservekopie zijn opgeslagen/herstelde items De volgende instellingen en gegevens kunnen opgeslagen worden in een reservekopie en worden hersteld: 6 Papierbibliotheek Tabbladsnelkeuzes Programma's Opmaaksnelkeuzes Afbeeldingsoverlay Voorkeuren Geregistreerde printers Configuraties van basisscaneigenschappen Informatie van externe programma's Opgeslagen taken worden niet als reservekopie opgeslagen en kunnen dus niet worden hersteld. Maak gebruik van de Windows-verkenner om een kopie van de map te maken waarin de taken worden opgeslagen. U kunt het Voorkeuren-scherm gebruiken om de map te vinden waarin de taken worden opgeslagen. Raadpleeg voor meer informatie Pag.155 "Voorkeuren instellen". Een reservekopie van systeeminstellingen maken Gegevens worden in een reservekopie opgeslagen als een gecomprimeerd bestand in ZIP-indeling. Gebruik de volgende procedure om een reservekopie te maken. 1. Selecteer [Reservekopie] in het [Instelling]-menu. 160

163 Een reservekopie van de instellingen maken voor herstel 2. Geef een locatie en naam op voor de reservekopie en klik op [Opslaan]. Systeeminstellingen herstellen U kunt de reservekopie laten uitpakken om de gegevens te herstellen. Dit zorgt ervoor dat de gegevens weer dezelfde vorm krijgen als toen de reservekopie werd gemaakt. Gebruik de volgende procedure om de gegevens te herstellen Selecteer [Herstellen] in het menu [Instelling]. 161

164 6. Handige instellingen 2. Selecteer de reservekopie en klik op [Openen]

Bedieningsinstructies Gebruikershandleiding

Bedieningsinstructies Gebruikershandleiding RICOH TotalFlow Prep Bedieningsinstructies Gebruikershandleiding Introductie van deze applicatie Deze applicatie uitproberen met testbestanden Version 3.0 Taken voorbereiden Taken bewerken De programmafunctie

Nadere informatie

Verbinding maken met whiteboard op afstand

Verbinding maken met whiteboard op afstand RICOH Interactive Whiteboard Client for Windows Snel aan de slag Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u dit product in gebruik neemt. Bewaar de handleiding op een handige plek voor eventueel toekomstig

Nadere informatie

Verbinding maken met whiteboard op afstand

Verbinding maken met whiteboard op afstand RICOH Interactive Whiteboard Client for ipad Snel aan de slag Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u dit product in gebruik neemt. Bewaar de handleiding op een handige plek voor eventueel toekomstig

Nadere informatie

Gebruikershandleiding MFP kleur systemen. Aanteken vel. infotec kenniscentrum. Infotec gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding MFP kleur systemen. Aanteken vel. infotec kenniscentrum. Infotec gebruikershandleiding Gebruikershandleiding MFP kleur systemen Aanteken vel Het Bedieningspaneel Functie paneel Functietoetsen Geeft de keuze om te wisselen tussen de functies: Kopiëren - Doc. Server Faxen - Printen - Scannen

Nadere informatie

Verbinding maken met whiteboard op afstand

Verbinding maken met whiteboard op afstand RICOH Interactive Whiteboard Client for ipad Snel aan de slag Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u dit product in gebruik neemt. Bewaar de handleiding op een handige plek voor eventueel toekomstig

Nadere informatie

Dick Grooters Raadhuisstraat 296 5683 GM Best tel: 0499-392579 e-mail: d.grooters@home.nl. Printen en Scannen

Dick Grooters Raadhuisstraat 296 5683 GM Best tel: 0499-392579 e-mail: d.grooters@home.nl. Printen en Scannen Dick Grooters Raadhuisstraat 296 5683 GM Best tel: 0499-392579 e-mail: d.grooters@home.nl Printen en Scannen Als een nieuwe printer wordt gekocht en onder Windows XP aangesloten zal Windows deze nieuwe

Nadere informatie

Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (Android )

Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (Android ) Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (Android ) Inhoudsopgave Voordat u uw Brother-machine gebruikt... Definities van opmerkingen... Handelsmerken... Inleiding... Brother iprint&scan

Nadere informatie

2 mei 2014. Remote Scan

2 mei 2014. Remote Scan 2 mei 2014 Remote Scan 2014 Electronics For Imaging. De informatie in deze publicatie wordt beschermd volgens de Kennisgevingen voor dit product. Inhoudsopgave 3 Inhoudsopgave...5 openen...5 Postvakken...5

Nadere informatie

PICASA PICASA. FOTOBEWERKING Een handleiding. 2013 Computertraining voor 50-plussers

PICASA PICASA. FOTOBEWERKING Een handleiding. 2013 Computertraining voor 50-plussers PICASA FOTOBEWERKING Een handleiding 2013 Computertraining voor 50-plussers PC50plus computertrainingen Eikbosserweg 52 1214AK Hilversum tel: 035 6213701 info@pc50plus.nl www.pc50plus.nl PICASA C O M P

Nadere informatie

Welkom bij de Picture Package Producer 2. Picture Package Producer 2 starten en afsluiten. Stap 1: Beelden selecteren

Welkom bij de Picture Package Producer 2. Picture Package Producer 2 starten en afsluiten. Stap 1: Beelden selecteren Welkom bij de Picture Package Producer 2 Picture Package Producer 2 starten en afsluiten Stap 1: Beelden selecteren Stap 2: Geselecteerde beelden controleren Stap 3: Voorbereidingen treffen om een korte

Nadere informatie

Afdrukken in Calc Module 7

Afdrukken in Calc Module 7 7. Afdrukken in Calc In deze module leert u een aantal opties die u kunt toepassen bij het afdrukken van Calc-bestanden. Achtereenvolgens worden behandeld: Afdrukken van werkbladen Marges Gedeeltelijk

Nadere informatie

Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (ios)

Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (ios) Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (ios) Voordat u uw Brother-machine gebruikt Definities van opmerkingen In deze gebruikershandleiding worden de volgende symbolen en conventies

Nadere informatie

Welkom bij de Picture Package Producer 2

Welkom bij de Picture Package Producer 2 Handleiding voor Picture Package Producer2 Welkom bij de Picture Package Producer 2 Welkom bij de Picture Package Producer 2 Picture Package Producer 2 starten en afsluiten Stap 1: Beelden selecteren Stap

Nadere informatie

P-touch Transfer Manager gebruiken

P-touch Transfer Manager gebruiken P-touch Transfer Manager gebruiken Versie 0 DUT Inleiding Belangrijke mededeling De inhoud van dit document en de specificaties van het product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.

Nadere informatie

Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (ios)

Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (ios) Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (ios) Inhoudsopgave Voordat u uw Brother-machine gebruikt... Definities van opmerkingen... Handelsmerken... Inleiding... Brother iprint&scan

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1: Kennismaken met Word 2010 Hoofdstuk 2: Vensters en knoppen Hoofdstuk 3: Dialoogvensters en rechtermuisknop

INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1: Kennismaken met Word 2010 Hoofdstuk 2: Vensters en knoppen Hoofdstuk 3: Dialoogvensters en rechtermuisknop INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1: Kennismaken met Word 2010 2 Word activeren 3 Beginscherm en het lint 4 Meer elementen van het programmavenster 5 Een programma sluiten 6 Hoofdstuk 2: Vensters en knoppen 8 Het

Nadere informatie

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken Fiery Remote Scan Met Fiery Remote Scan kunt u scantaken op de Fiery-server en de printer beheren vanaf een externe computer. Met Fiery Remote Scan kunt u het volgende doen: Scans starten vanaf de glasplaat

Nadere informatie

Handleiding Picasa. Inleiding Verwijderen, verplaatsen en hernoemen Opzoeken Importeren Selecties maken Opslaan...

Handleiding Picasa. Inleiding Verwijderen, verplaatsen en hernoemen Opzoeken Importeren Selecties maken Opslaan... Handleiding Picasa Inleiding... 2 Verwijderen, verplaatsen en hernoemen... 2 Opzoeken... 2 Importeren... 3 Selecties maken... 3 Opslaan... 3 Markeren... 3 Bewerken... 3 Diavoorstelling... 4 Collage...

Nadere informatie

Digi Dossier - Aanmaken en koppelen scans concept_software

Digi Dossier - Aanmaken en koppelen scans concept_software In deze handleiding wordt uitgelegd op welke wijze: - het digitale dossier te benaderen is; - het digitale dosier is ingedeeld; - hoe gescande bescheiden gekoppeld kunnen worden aan een - persoon - object

Nadere informatie

Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (Android )

Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (Android ) Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (Android ) Voordat u uw Brother-machine gebruikt Definities van opmerkingen In deze gebruikershandleiding worden de volgende symbolen en conventies

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING ELBAPRINT SERVICE

GEBRUIKERSHANDLEIDING ELBAPRINT SERVICE Softwarevereisten Stap 1: Inloggen of een account aanmaken Stap 2: Etiketformaat kiezen Stap 3: Achtergrond kiezen of vanuit een onbedrukt etiket werken Stap 4: Uw gegevens importeren in de etiketten of

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Website met toepassingen

Gebruiksaanwijzing Website met toepassingen Lees deze handleiding zorgvuldig voordat u dit apparaat gebruikt en bewaar deze voor toekomstige raadpleging. Gebruiksaanwijzing Website met toepassingen INHOUDSOPGAVE Hoe werkt deze handleiding?... 2

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Training MANUAL DE USUARIO NAC SPORT ELITE Version 1.3.400 Nacsport Training wwww.nacsport.com 1 Index 1- AFBEELDINGEN 2- OEFENINGEN 3- TRAINING 4- KALENDER Nacsport Training wwww.nacsport.com

Nadere informatie

Versienotities voor de klant Fiery EX4112/4127, versie 2.5

Versienotities voor de klant Fiery EX4112/4127, versie 2.5 Versienotities voor de klant Fiery EX4112/4127, versie 2.5 Dit document bevat informatie over de Fiery EX4112/4127 versie 2.5. Voordat u de Fiery EX4112/4127 gebruikt, moet u een kopie maken van deze Versienotities

Nadere informatie

Handicom. Symbol for Windows. Image Manager. (Versie 4) Handicom, 2011, Nederland

Handicom. Symbol for Windows. Image Manager. (Versie 4) Handicom, 2011, Nederland Handicom Symbol for Windows Image Manager (Versie 4) Handicom, 2011, Nederland Inhoud Inleiding... 2 1. Image Manager hoofdscherm...3 1.1 Onderdelen van het venster...3 1.2 Het scherm veranderen...3 1.2.1

Nadere informatie

www.sencomp.nl 194 Aldi Windows Laatst gewijzigd 15 oktober 2012 Uw keuze voor het maken van een fotoboek is Aldi. Deze cursus bestaat uit 5 delen.

www.sencomp.nl 194 Aldi Windows Laatst gewijzigd 15 oktober 2012 Uw keuze voor het maken van een fotoboek is Aldi. Deze cursus bestaat uit 5 delen. www.sencomp.nl 194 Aldi Windows Laatst gewijzigd 15 oktober 2012 Uw keuze voor het maken van een fotoboek is Aldi. Deze cursus bestaat uit 5 delen. Deel 1 Aldi printsoftware downloaden en installeren Deel

Nadere informatie

Met een mailing of massaverzending kunt u een groot aantal documenten verzenden naar gebruikelijke adressen, die in een gegevensbestand staan.

Met een mailing of massaverzending kunt u een groot aantal documenten verzenden naar gebruikelijke adressen, die in een gegevensbestand staan. Een mailing verzorgen Met een mailing of massaverzending kunt u een groot aantal documenten verzenden naar gebruikelijke adressen, die in een gegevensbestand staan. Voor deze techniek zijn twee bestanden

Nadere informatie

Inhoudsopgave Voorwoord 11 Nieuwsbrief 11 Introductie Visual Steps 12 Wat heeft u nodig? 12 Uw voorkennis 13 Hoe werkt u met dit boek?

Inhoudsopgave Voorwoord 11 Nieuwsbrief 11 Introductie Visual Steps 12 Wat heeft u nodig? 12 Uw voorkennis 13 Hoe werkt u met dit boek? Inhoudsopgave Voorwoord... 11 Nieuwsbrief... 11 Introductie Visual Steps... 12 Wat heeft u nodig?... 12 Uw voorkennis... 13 Hoe werkt u met dit boek?... 14 De website bij het boek... 15 Aanvullende begeleidende

Nadere informatie

Scannen. WorkCentre C2424-kopieerapparaat-printer

Scannen. WorkCentre C2424-kopieerapparaat-printer Scannen Dit hoofdstuk omvat: Eenvoudige scantaken op pagina 4-2 Het scannerstuurprogramma installeren op pagina 4-4 Scanopties aanpassen op pagina 4-5 Afbeeldingen ophalen op pagina 4-11 Bestanden en scanopties

Nadere informatie

Geavanceerde opties. Afdrukken op deelpagina's. Phaser 5500-laserprinter. In dit onderwerp wordt het volgende besproken:

Geavanceerde opties. Afdrukken op deelpagina's. Phaser 5500-laserprinter. In dit onderwerp wordt het volgende besproken: Geavanceerde opties In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Afdrukken op deelpagina's" op pagina 2-68 "Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken (X op één)" op pagina 2-69 "Brochures afdrukken"

Nadere informatie

OPDRACHTKAART. Thema: Prepress. InDesign 15. Pagina s PP-01-15-01. Voorkennis: De vorige praktijkopdrachten afgerond.

OPDRACHTKAART. Thema: Prepress. InDesign 15. Pagina s PP-01-15-01. Voorkennis: De vorige praktijkopdrachten afgerond. OPDRACHTKAART PP-01-15-01 Pagina s Voorkennis: De vorige praktijkopdrachten afgerond. Intro: In bijna alle boeken en tijdschriften die je opent, zie je dat de pagina s genummerd zijn. Het is natuurlijk

Nadere informatie

Beknopte handleiding. Uw bestanden beheren Klik op Bestand om uw Word-bestanden te openen, op te slaan, af te drukken en te beheren.

Beknopte handleiding. Uw bestanden beheren Klik op Bestand om uw Word-bestanden te openen, op te slaan, af te drukken en te beheren. Beknopte handleiding Microsoft Word 2013 ziet er anders uit dan de vorige versies. Daarom hebben we deze handleiding gemaakt, zodat u sneller vertrouwd raakt met het programma. Werkbalk Snelle toegang

Nadere informatie

LASERJET ENTERPRISE 500 COLOR MFP. Naslaggids M575

LASERJET ENTERPRISE 500 COLOR MFP. Naslaggids M575 LASERJET ENTERPRISE 500 COLOR MFP Naslaggids M575 Een opgeslagen taak afdrukken Volg de onderstaande procedure om een taak af te drukken die in het apparaatgeheugen is opgeslagen. 1. Raak in het beginscherm

Nadere informatie

Verkorte handleiding. 1. Installeren van Readiris TM. 2. Opstarten van Readiris TM

Verkorte handleiding. 1. Installeren van Readiris TM. 2. Opstarten van Readiris TM Verkorte handleiding Deze Verkorte handleiding helpt u bij de installatie en het gebruik van Readiris TM 15. Voor gedetailleerde informatie over alle mogelijkheden van Readiris TM, raadpleeg het hulpbestand

Nadere informatie

Calculatie tool. Handleiding. Datum Versie applicatie 01 Versie document

Calculatie tool. Handleiding. Datum Versie applicatie 01 Versie document Calculatie tool Handleiding Auteur Bas Meijerink Datum 01-09-2016 Versie applicatie 01 Versie document 03D00 Inhoudsopgave 1. Een calculatie maken - 3-1.1 Start een nieuwe calculatie... - 3-1.2 Algemene

Nadere informatie

BASIS TEKSTBEWERKING deel 2

BASIS TEKSTBEWERKING deel 2 BASIS TEKSTBEWERKING deel 2 Opslaan en openen. Opslaan. Om een tekst document te kunnen bewaren, zult u het moeten opslaan op de harde schijf van uw computer. Het blijft daar dan net zo lang staan tot

Nadere informatie

Over de gatewayfunctie van het videoconferentiesysteem

Over de gatewayfunctie van het videoconferentiesysteem Gebruiksaanwijzing Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u deze service gaat gebruiken en bewaar deze op een handige plaats voor toekomstige raadpleging. TOT DE MAXIMALE MATE DIE DOOR DE VAN TOEPASSING

Nadere informatie

Invoegen... 8 Invulpunt... 9 Nieuwe bouwsteen maken... 9 Bouwsteen opslaan... 10. Wijze van werken in Outlook... 11 Informatie...

Invoegen... 8 Invulpunt... 9 Nieuwe bouwsteen maken... 9 Bouwsteen opslaan... 10. Wijze van werken in Outlook... 11 Informatie... ProDoc Bouwstenen voor Word & Outlook 2007 Inhoud Kopiëren bestanden... 2 Hoofdmap Bouwstenen... 2 Bouwsteen.dotm... 2 Installatie Bouwstenenmodule onder Word 2007... 3 Installatie Bouwstenenmodule onder

Nadere informatie

P-touch Editor starten

P-touch Editor starten P-touch Editor starten Versie 0 DUT Inleiding Belangrijke mededeling De inhoud van dit document en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden aangepast. Brother behoudt

Nadere informatie

Inhoudsopgave Voorwoord 5 Nieuwsbrief 5 Introductie Visual Steps 6 Wat heeft u nodig? 6 Hoe werkt u met dit boek? 7 De website bij het boek

Inhoudsopgave Voorwoord 5 Nieuwsbrief 5 Introductie Visual Steps 6 Wat heeft u nodig? 6 Hoe werkt u met dit boek? 7 De website bij het boek Inhoudsopgave Voorwoord... 5 Nieuwsbrief... 5 Introductie Visual Steps... 6 Wat heeft u nodig?... 6 Hoe werkt u met dit boek?... 7 De website bij het boek... 8 Voor docenten... 8 De schermafbeeldingen...

Nadere informatie

Xerox WorkCentre 6655 multifunctionele kleurenprinter Bedieningspaneel

Xerox WorkCentre 6655 multifunctionele kleurenprinter Bedieningspaneel Bedieningspaneel Beschikbare services kunnen variëren afhankelijk van uw printerinstellingen. Zie de Handleiding voor de gebruiker voor meer informatie over functies en instellingen. 3 4 5 Aanraakscherm

Nadere informatie

Speciale afdrukmethoden en - materialen

Speciale afdrukmethoden en - materialen Speciale afdrukmethoden en - materialen In deze sectie komen de volgende onderwerpen aan de orde: Automatisch dubbelzijdig afdrukken zie pagina 16. Handmatig dubbelzijdig afdrukken zie pagina 19. Transparanten

Nadere informatie

Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken

Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken INHOUDSOPGAVE OVER DEZE HANDLEIDING............................................................................. 2 FUNCTIE AFDRUKVRIJGAVE...........................................................................

Nadere informatie

Badge it. Inhoudsopgave. 1. Installatie... 3

Badge it. Inhoudsopgave. 1. Installatie... 3 Badge it voor Windows 95/98/NT/2000/XP Inhoudsopgave 1. Installatie... 3 2. Start... 4 2.1. Nieuwe database maken... 5 2.2. De geselecteerde database openen... 5 2.3. De naam van de geselecteerde database

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing. Website met toepassingen

Gebruiksaanwijzing. Website met toepassingen Gebruiksaanwijzing Website met toepassingen INHOUDSOPGAVE Hoe werkt deze handleiding?... 2 Symbolen in de handleidingen... 2 Disclaimer...3 Opmerkingen...3 Taken die u kunt uitvoeren op de Website met

Nadere informatie

Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (Windows Phone )

Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (Windows Phone ) Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (Windows Phone ) Voordat u uw Brother-machine gebruikt Definities van opmerkingen In deze gebruikershandleiding worden de volgende symbolen en

Nadere informatie

10. Pagina-instellingen

10. Pagina-instellingen 10. Pagina-instellingen Voordat u begint met het schrijven van een document in het programma Writer, is het raadzaam eerst te bepalen hoe het er uiteindelijk uit moet komen te zien. In deze module leert

Nadere informatie

Op basis van klanten-,product-,barcodegegevens wordt automatisch een barcode document aangemaakt

Op basis van klanten-,product-,barcodegegevens wordt automatisch een barcode document aangemaakt Op basis van klanten-,product-,barcodegegevens wordt automatisch een barcode document aangemaakt Pagina 1 van 56 Inhoud van deze help 1. Algemeen 1.1 Inhoud van deze box. 1.2 Minimum systeemvereisten 2.

Nadere informatie

Handleiding Albupad - Album Page Designer versie 1600

Handleiding Albupad - Album Page Designer versie 1600 1 Handleiding Albupad - Album Page Designer versie 1600 Albupad (Album Page Designer) is een computerprogramma waarmee u gemakkelijk en snel albumbladen voor bijvoorbeeld postzegels kunt maken. Met het

Nadere informatie

Gebruik van het Brother SmartUI Control Center op basis van Windows voor PaperPort 8.0 en Windows XP

Gebruik van het Brother SmartUI Control Center op basis van Windows voor PaperPort 8.0 en Windows XP Gebruik van het Brother SmartUI Control Center op basis van Windows voor PaperPort 8.0 en Windows XP Brother SmartUI Control Center Het Control Center van Brother is een hulpprogramma waarmee u gemakkelijk

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Afbeeldingen scannen via Intramed OnLine

Hoofdstuk 1 Afbeeldingen scannen via Intramed OnLine Hoofdstuk 1 Afbeeldingen scannen via Intramed OnLine Voortaan kunt u in Intramed OnLine gebruik maken van uw scanner U kunt van deze functionaliteit gebruik maken als u een Basic of Dynamisch account heeft,

Nadere informatie

Xerox ColorQube 8700 / 8900 Bedieningspaneel

Xerox ColorQube 8700 / 8900 Bedieningspaneel Bedieningspaneel Beschikbare services kunnen variëren afhankelijk van uw printerinstellingen. Zie de Handleiding voor de gebruiker voor meer informatie over functies en instellingen. 3 5 Ontgrendeling

Nadere informatie

Opleiding: Webmail outlook 2007

Opleiding: Webmail outlook 2007 Opleiding: Webmail outlook 2007 1. Inloggen Via de website: 1. http://webmail.hostedexchange.be of via 2. http://www.mpcterbank.be/personeel e-mailadres = voornaam.achternaam@mpcterbank.be wachtwoord:

Nadere informatie

Opdracht ICT-trainer Reeks 2 Computergebruik. 2A Start en info

Opdracht ICT-trainer Reeks 2 Computergebruik. 2A Start en info 2A Start en info De software op een computer bepaalt welke bewerkingen je kunt uitvoeren. In de opdrachten bij ICT-trainer Basiscursus wordt gebruik gemaakt van een hele reeks softwarepakketten. Zonder

Nadere informatie

Handleiding voor printersoftware

Handleiding voor printersoftware Handleiding voor printersoftware (Voor Canon Compact Photo Printer Solution Disk versie 6) Windows 1 Inhoud Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen...3 Lees dit eerst...4 Handleidingen...4 Stappen van het afdrukken...5

Nadere informatie

Kopiëren. WorkCentre C2424-kopieerapparaat-printer

Kopiëren. WorkCentre C2424-kopieerapparaat-printer Kopiëren Dit hoofdstuk omvat: Eenvoudige kopieertaken op pagina 3-2 Kopieeropties aanpassen op pagina 3-3 Basisinstellingen op pagina 3-4 Afbeeldingsaanpassingen op pagina 3-9 Aanpassingen aan de positie

Nadere informatie

Sn el aan d e s l ag. Stap een: Uw foto's openen in Corel AfterShot Pro. Door uw foto's navigeren

Sn el aan d e s l ag. Stap een: Uw foto's openen in Corel AfterShot Pro. Door uw foto's navigeren Snel aan de slag In deze sectie maakt u kennis met een aantal basistaken die u in Corel AfterShot Pro kunt uitvoeren. Neem een aantal minuten de tijd om de onderstaande stappen door te nemen als u op zoek

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing. Gebruikershandleiding

Gebruiksaanwijzing. Gebruikershandleiding Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding INHOUDSOPGAVE 1. Introductie Overzicht van RemoteConnect Support... 3 Hoe werkt deze handleiding?... 5 Symbolen... 5 Disclaimer...5 Opmerkingen...5 Terminologie...

Nadere informatie

SHARP TWAIN AR/DM. Gebruikershandleiding

SHARP TWAIN AR/DM. Gebruikershandleiding SHARP TWAIN AR/DM Gebruikershandleiding Copyright 2001 Sharp Corporation. Alle rechten voorbehouden. Verveelvoudiging, aanpassing of vertaling is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming,

Nadere informatie

2. Albelli Fotoboeken gebruiken

2. Albelli Fotoboeken gebruiken 19 2. Albelli Fotoboeken gebruiken Albelli Fotoboeken is een gebruiksvriendelijk programma waarmee u gemakkelijk foto s en tekst aan uw boek kunt toevoegen. In dit hoofdstuk leert u de basishandelingen

Nadere informatie

Algemene basis instructies

Algemene basis instructies Inhoud: Algemene basis instructies... 2 Pictogrammen en knoppen... 2 Overzicht... 3 Navigeren (bladeren)... 3 Gegevens filteren... 4 Getoonde gegevens... 5 Archief... 5 Album... 5 Tabbladen en velden...

Nadere informatie

Aanvullend bestand Meer doen met uw Samsung Galaxy Tab

Aanvullend bestand Meer doen met uw Samsung Galaxy Tab 1 Aanvullend bestand Meer doen met uw Samsung Galaxy Tab In dit aanvullende PDF-bestand staat een overzicht van wijzigingen van het boek in combinatie met een Samsung Galaxy tablet met Android 5 1 Foto

Nadere informatie

Handleiding Icespy MR software

Handleiding Icespy MR software Handleiding Icespy MR software Versie 4.40.04 Wij danken u voor de aanschaf van deze IceSpy producten en adviseren u om deze handleiding goed door te nemen. 2 INHOUDSOPGAVE: 1. Installeren van de software...

Nadere informatie

Vaardigheidstraining Scannen met ClaroRead

Vaardigheidstraining Scannen met ClaroRead Vaardigheidstraining Scannen met ClaroRead Auteur training: Opdidakt Supplies, Mathieu van de Water Titel training: Vaardigheidstraining scannen met ClaroRead 2011, Opdidakt Supplies Schoonstraat 23 5384

Nadere informatie

D4600 Duplex Photo Printer

D4600 Duplex Photo Printer KODAK D4000 Duplex Photo Printer D4600 Duplex Photo Printer Handleiding printerstuurprogramma januari 2015 TM/MC/MR-licentie van Eastman Kodak Company: Kodak Kodak Alaris Inc. 2400 Mount Read Blvd., Rochester,

Nadere informatie

Handleiding Albupad - Album Page Designer versie 1700

Handleiding Albupad - Album Page Designer versie 1700 Handleiding Albupad 1 Handleiding Albupad - Album Page Designer versie 1700 Albupad (Album Page Designer) is een computerprogramma voor Windows waarmee u gemakkelijk en snel albumbladen voor bijvoorbeeld

Nadere informatie

Migreren naar Access 2010

Migreren naar Access 2010 In deze handleiding Het uiterlijk van Microsoft Access 2010 verschilt aanzienlijk van Access 2003. Daarom hebben we deze handleiding gemaakt, zodat u niet te veel tijd hoeft te besteden aan het leren werken

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Opmerking: het is aanbevolen de verschillende onderdelen te installeren in de volgorde waarin ze op het scherm verschijnen.

Inhoudsopgave. Opmerking: het is aanbevolen de verschillende onderdelen te installeren in de volgorde waarin ze op het scherm verschijnen. Deze Beknopte Gebruiksaanwijzing helpt u bij de installatie en het gebruik van IRIScan Express 3. De meegeleverde software is Readiris Pro 12. Voor gedetailleerde informatie over alle mogelijkheden van

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Online Boeken. Noordhoff Uitgevers bv Hoger Onderwijs v2.0 december 2010

Gebruikershandleiding Online Boeken. Noordhoff Uitgevers bv Hoger Onderwijs v2.0 december 2010 Gebruikershandleiding Online Boeken Noordhoff Uitgevers bv Hoger Onderwijs v2.0 december 2010 Inhoud Inleiding 3 Toegang 4 Flexreader 5 Werkbalk 1 6 Selecteren 6 Notitie 6 Snapshot 6 Gesproken notitie

Nadere informatie

Opmerking: Zorg ervoor dat het formaat van het origineel en het kopieerpapier hetzelfde zijn. Zo voorkomt u dat een afbeelding wordt bijgesneden.

Opmerking: Zorg ervoor dat het formaat van het origineel en het kopieerpapier hetzelfde zijn. Zo voorkomt u dat een afbeelding wordt bijgesneden. Pagina 1 van 5 Snel kopiëren 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADF-lade of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerkingen:

Nadere informatie

Sharpdesk Mobile V1.1 Gebruikershandleiding

Sharpdesk Mobile V1.1 Gebruikershandleiding Sharpdesk Mobile V1.1 Gebruikershandleiding Voor de iphone SHARP CORPORATION April 27, 2012 1 Inhoudsopgave 1 Overzicht... 3 2 Ondersteunde besturingssystemen... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3 Installatie

Nadere informatie

Basiskennis van PowerPoint

Basiskennis van PowerPoint Basiskennis van PowerPoint Pow erpoint is een krachtige toepassing voor presentaties. Om Pow erpoint echter zo doeltreffend mogelijk te kunnen gebruiken, hebt u eerst enige basiskennis nodig. In deze zelfstudie

Nadere informatie

Vanuit het venster Pagina-instelling kun je de vensters Afdrukken en Afdrukvoorbeeld openen.

Vanuit het venster Pagina-instelling kun je de vensters Afdrukken en Afdrukvoorbeeld openen. SAMENVATTING HOOFDSTUK 9 Pagina-instelling tabblad Pagina. Via het venster Pagina-instelling, tabblad Pagina kun je de afdrukstand, het papierformaat en de afdrukkwaliteit instellen. Bij Schaal kun je

Nadere informatie

Handleiding CMS Online Identity Webontwikkeling. Handleiding CMS

Handleiding CMS Online Identity Webontwikkeling. Handleiding CMS Handleiding CMS 1 Inhoudsopgave 1. Inloggen... 3 2. Het CMS... 3 3. Websitecontent... 4 3.1 Een nieuwe pagina toevoegen... 4 3.2 Een pagina wijzigen... 4 3.3 Een pagina verwijderen... 5 4. De WYSIWYG editor...

Nadere informatie

Handleiding AirPrint. Informatie over AirPrint. Instelprocedure. Afdrukken. Appendix

Handleiding AirPrint. Informatie over AirPrint. Instelprocedure. Afdrukken. Appendix Handleiding AirPrint Informatie over AirPrint Instelprocedure Afdrukken Appendix Inhoud Hoe werken deze handleidingen?... 2 Symbolen in de handleidingen... 2 Disclaimer... 2 1. Informatie over AirPrint

Nadere informatie

Via het tabblad Pagina-indeling, groep Pagina-instelling kun je de afdrukstand en het papierformaat instellen.

Via het tabblad Pagina-indeling, groep Pagina-instelling kun je de afdrukstand en het papierformaat instellen. SAMENVATTING HOOFDSTUK 9 Pagina-indeling, de Pagina-instelling Via het tabblad Pagina-indeling, groep Pagina-instelling kun je de afdrukstand en het papierformaat instellen. Klik op de knop Afdrukstand

Nadere informatie

Handleiding Brother Image Viewer voor Android

Handleiding Brother Image Viewer voor Android Handleiding Brother Image Viewer voor Android Versie 0 DUT Definities van opmerkingen In deze gebruikershandleiding wordt het volgende pictogram gebruikt: OPMERKING Opmerkingen vertellen u hoe u op een

Nadere informatie

OrgPublishergebruikershandleiding. voor diagrammen in meerdere browsers

OrgPublishergebruikershandleiding. voor diagrammen in meerdere browsers OrgPublishergebruikershandleiding voor diagrammen in meerdere browsers Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Zelfstudies weergeven voor diagrammen die in meerdere browsers zijn gepubliceerd... 3 Zoeken in een

Nadere informatie

Internet Explorer 7 (IE7)

Internet Explorer 7 (IE7) Internet Explorer 7 (IE7) 1. HET VENSTER Het venster van Internet Explorer 7 ziet er als volgt uit: Het venster bestaat uit volgende onderdelen: De knoppen Volgende en Vorige. Adresbalk hierin vullen we

Nadere informatie

PDF-instructies. Opmaakinstructies Proefschriften. Geachte promovendus,

PDF-instructies. Opmaakinstructies Proefschriften. Geachte promovendus, Opmaakinstructies Proefschriften Geachte promovendus, Het door u in te leveren bestand van uw proefschrift moet voldoen aan technische eisen en het bij AUP gangbare formaat. Voor de technische verwerking

Nadere informatie

Een koptekst is een tekst, die boven aan elke pagina verschijnt. Een voettekst is een tekst, die onder aan elke pagina verschijnt.

Een koptekst is een tekst, die boven aan elke pagina verschijnt. Een voettekst is een tekst, die onder aan elke pagina verschijnt. SAMENVATTING HOOFDSTUK 9 Koptekst en voettekst Een koptekst is een tekst, die boven aan elke pagina verschijnt. Een voettekst is een tekst, die onder aan elke pagina verschijnt. Je hoeft een koptekst en

Nadere informatie

CycloAgent v2 Handleiding

CycloAgent v2 Handleiding CycloAgent v2 Handleiding Inhoudsopgave Inleiding...2 De huidige MioShare-desktoptool verwijderen...2 CycloAgent installeren...4 Aanmelden...8 Uw apparaat registreren...8 De registratie van uw apparaat

Nadere informatie

Scannen met ClaroRead Pro

Scannen met ClaroRead Pro Scannen met ClaroRead Pro Auteur training: Opdidakt Supplies, Mathieu van de Water Titel training: Vaardigheidstraining scannen met ClaroRead 2011, Opdidakt Supplies Schoonstraat 23 5384 AK Heesch Alle

Nadere informatie

Werking van de Office Connector, en het oplossen van fouten.

Werking van de Office Connector, en het oplossen van fouten. Werking van de Office Connector, en het oplossen van fouten. De Office Connector zorgt ervoor dat de Microsoft Officeomgeving gebruikt kan worden als ontwerp en genereeromgeving voor documenten waarbij

Nadere informatie

Overzicht van opties voor service en ondersteuning

Overzicht van opties voor service en ondersteuning Overzicht van opties voor service en ondersteuning QuickRestore Met Compaq QuickRestore kunt u uw systeem op elk gewenst moment terugzetten. QuickRestore biedt vijf typen opties voor terugzetten, die in

Nadere informatie

INSTRUCT Samenvatting Basis Word 2010, H1 SAMENVATTING HOOFDSTUK 1

INSTRUCT Samenvatting Basis Word 2010, H1 SAMENVATTING HOOFDSTUK 1 SAMENVATTING HOOFDSTUK 1 Word opstarten en afsluiten WORD kan opgestart worden via de startknop en de snelkoppeling in de lijst die boven de startknop staat: WORD kan ook worden opgestart via menu Start,

Nadere informatie

Head Pilot v Gebruikershandleiding

Head Pilot v Gebruikershandleiding Head Pilot v1.1.3 Gebruikershandleiding Inhoud 1 Installatie... 4 2 Head Pilot Gebruiken... 7 2.2 Werkbalk presentatie... 7 2.3 Profielen beheren... 13 2.3.1 Maak een profiel... 13 2.3.2 Verwijder een

Nadere informatie

HANDLEIDING. Adobe Acrobat Standard DC. Inhoudsopgave

HANDLEIDING. Adobe Acrobat Standard DC. Inhoudsopgave HANDLEIDING Adobe Acrobat Standard DC DIENST: Dienst projecten Communicatie Marketing & ICT DATUM: 2018 AANTAL PAGINA S (incl. voorblad): 36 BLZ Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 2. De gereedschapsbalk...3

Nadere informatie

Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan

Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan Versie F DUT Definities van opmerkingen In deze gebruikershandleiding wordt het volgende pictogram gebruikt: Opmerkingen vertellen u hoe u op

Nadere informatie

Deel 1: PowerPoint Basis

Deel 1: PowerPoint Basis Deel 1: PowerPoint Basis De mogelijkheden van PowerPoint als ondersteunend middel voor een gedifferentieerde begeleiding van leerlingen met beperkingen. CNO Universiteit Antwerpen 1 Deel 1 PowerPoint Basis

Nadere informatie

Xerox WorkCentre 7800-serie Bedieningspaneel

Xerox WorkCentre 7800-serie Bedieningspaneel Bedieningspaneel Beschikbare services kunnen variëren afhankelijk van uw printerinstellingen. Zie de Handleiding voor de gebruiker voor meer informatie over functies en instellingen. ABC DEF Menu's GHI

Nadere informatie

4. Documentweergave kiezen 5. Afbeeldingen 6. Tabellen 113 Computergids Word 2019, 2016 en Office 365

4. Documentweergave kiezen 5. Afbeeldingen 6. Tabellen 113 Computergids Word 2019, 2016 en Office 365 Inhoudsopgave Voorwoord... 7 Nieuwsbrief... 7 De website bij het boek... 7 Introductie Visual Steps... 8 Wat heeft u nodig?... 8 Uw voorkennis... 9 Bonushoofdstukken... 9 Hoe werkt u met dit boek?... 10

Nadere informatie

Universele handleiding stuurprogramma s

Universele handleiding stuurprogramma s Universele handleiding stuurprogramma s Brother Universal Printer Driver (BR-Script3) Brother Mono Universal Printer Driver (PCL) Brother Universal Printer Driver (Inkjet) Versie B DUT 1 Overzicht 1 De

Nadere informatie

P-TOUCH EDITOR SOFTWAREHANDLEIDING. PJ-623/PJ-663 Mobiele printer. Versie 0 DUT

P-TOUCH EDITOR SOFTWAREHANDLEIDING. PJ-623/PJ-663 Mobiele printer. Versie 0 DUT P-TOUCH EDITOR SOFTWAREHANDLEIDING PJ-6/PJ-66 Mobiele printer Versie 0 DUT Inleiding De modellen PJ-6 en PJ-66 (met Bluetooth) zijn mobiele printers van Brother die compatibel zijn met allerlei Windows

Nadere informatie

Tekenen met Floorplanner

Tekenen met Floorplanner Overzicht Het scherm 1. Zoom 2. Opslaan 3. Verdieping tab 4. Undo / Redo 5. Constructiemenu 6. Bibliotheek 7. Tekenvlak Eigenschappenmenu s De plattegrond wordt opgebouw uit verschillende elementen: ruimtes,

Nadere informatie

Instructie voor een mail-merge VZVZ toestemmingsformulier in Word.

Instructie voor een mail-merge VZVZ toestemmingsformulier in Word. Instructie voor een mail-merge VZVZ toestemmingsformulier in Word. NB: Voor deze instructie is gebruik gemaakt van Office 2016 op een Windows 7 computer; de taal staat ingesteld op Nederlands. In grote

Nadere informatie

Afbeeldingen Module 11

Afbeeldingen Module 11 11. Afbeeldingen Er zijn veel manieren waarop u een afbeelding in kunt voegen in een tekst. U kunt bijvoorbeeld plaatjes die met een ander programma zijn gemaakt in uw documenten opnemen. Zo kunt u met

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing / Snel aan de slag

Gebruiksaanwijzing / Snel aan de slag RICOH TotalFlow Print Manager Gebruiksaanwijzing / Snel aan de slag Snel aan de slag Version 3.0.0 Bekijk het Help-systeem van uw product voor informatie die niet in deze handleiding staat. Lees deze handleiding

Nadere informatie

Mappen en bestanden. In dit hoofdstuk leert u het volgende:

Mappen en bestanden. In dit hoofdstuk leert u het volgende: Mappen en bestanden 1 Mappen en bestanden Een bestand is een verzamelnaam voor teksten, tekeningen of programma s. Alles wat op de vaste schijf van uw computer staat, is een bestand. Op een vaste schijf

Nadere informatie

Google cloud print handleiding

Google cloud print handleiding Google cloud print handleiding Versie 0 DUT Definities van opmerkingen In deze gebruikershandleiding wordt de volgende aanduiding gebruikt: en leggen uit wat u in een bepaalde situatie moet doen of hoe

Nadere informatie