Gebruiksaanwijzing. Gebruikershandleiding

Transcriptie

1 Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding

2

3 INHOUDSOPGAVE 1. Introductie Overzicht van RemoteConnect Support... 3 Hoe werkt deze handleiding?... 5 Symbolen... 5 Disclaimer...5 Opmerkingen...5 Terminologie... 6 Handelsmerken Het clienthulpprogramma gebruiken voor ondersteuning Het clienthulpprogramma starten... 9 Functies van ondersteuning op afstand Aanwijzer Rode stift Besturing op afstand...12 URL verzenden Opdrachtfunctie Pauze Het clienthulpprogramma sluiten Verzoek om toestemming voor besturing op afstand...17 Wanneer besturing op afstand start...17 Informatie over het clienthulpprogramma controleren...18 Het informatiescherm weergeven...18 Informatiescherm...19 Instellingen van het clienthulpprogramma wijzigen Het dialoogvenster Instellingen weergeven Dialoogvenster Instellingen...22 Verbinding maken via een proxyserver Gebruikersverificatie voor de proxyserver

4 2

5 1. Introductie Overzicht van RemoteConnect Support Om RemoteConnect Support te gebruiken, moet u de instellingen voor verbinding met het internet configureren. Een omgeving configureren om verbinding te maken met het internet. In een omgeving waar een proxyserver wordt gebruikt, configureert u de proxyinstellingen als volgt: [Proxyinstellingen] in [DRAADLOOS & NETWERKEN] in [Schermeigenschappen] [RC Gate proxy-server] in [Configuratie] in [Apparaatbeheer] van Web Image Monitor DNS-configuratie [DNS-configuratie] in [Netwerk] in [Interface-instell.] in [Systeeminstellingen] in [Apparaateigenschappen] Neem contact op met uw dealer of distributeur voor service op afstand. RemoteConnect Support is een besturingssyteem op afstand waarmee het scherm kan worden gedeeld en bewerkingen op afstand kunnen worden uitgevoerd met een apparaat op een externe locatie. RemoteConnect Support bestaat uit een clienthulpprogramma dat wordt uitgevoerd op het apparaat van de gebruiker, een operatorhulpprogramma dat op de computer van de operator wordt uitgevoerd en een relayserver die verbinding maakt met het client- en operatorhulpprogramma. Met het clienthulpprogramma RemoteConnect Support kan een gebruiker ondersteuning ontvangen door telefonisch met een operator te praten en de instructies van de operator op het scherm te volgen, zodat problemen snel kunnen worden opgelost. RemoteConnect Support Relayserver Real-time scherm delen Besturing op afstand Clienthulpprogramma Operatorhulpprogramma Gebruiker Operator NL DUN040 3

6 1. Introductie Voor meer informatie over de apparaatinstellingen, zie de handleiding van het apparaat. Voor meer informatie over Web Image Monitor, zie de Help-functie van Web Image Monitor. 4

7 Hoe werkt deze handleiding? Hoe werkt deze handleiding? Symbolen De handleiding gebruikt de volgende symbolen: Geeft een situatie aan die kan leiden tot materiële schade of storingen als de instructies niet worden gevolgd. Zorg ervoor dat u de instructies leest. Geeft aanvullende relevante informatie aan. [ ] Geeft de namen aan van de toetsen die op het computerscherm verschijnen. Disclaimer Voor zover toegestaan in de betreffende wetten, is de fabrikant in geen enkel geval aansprakelijk voor enige schade die voortvloeit uit storingen van dit product, verlies van documenten of gegevens, of het gebruik of het niet gebruiken van dit product en de gebruikershandleidingen die zijn meegeleverd. Zorg ervoor dat u altijd een kopie bewaart of back-ups maakt van belangrijke documenten of gegevens. Documenten of gegevens kunnen mogelijk gewist worden door bedieningsfouten of apparaatstoringen. Daarnaast bent u zelf verantwoordelijk voor het nemen van beschermende voorzorgsmaatregelen tegen computervirussen, wormen en andere schadelijke software. De fabrikant is in geen enkel geval aansprakelijk voor documenten die door u zijn gemaakt met behulp van dit product of voor de resultaten die voortvloeien uit het gebruik van gegevens door u. Opmerkingen Sommige afbeeldingen in deze handleiding tonen een enigszins andere versie van het apparaat. De inhoud van deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. 5

8 1. Introductie Terminologie Deze sectie geeft uitleg over de gebruikte terminologie in deze handleiding. Gebruiker De gebruiker van het apparaat. De gebruiker kan ondersteuning op afstand krijgen met behulp van RemoteConnect Support. Operator De operator die de klantenondersteuning geeft. De operator gebruikt RemoteConnect Support om de gebruiker op afstand te ondersteunen. Operatorhulpprogramma De software die de operator nodig heeft voor de ondersteuning op afstand. Clienthulpprogramma De software die een gebruiker nodig heeft om de ondersteuning op afstand te ontvangen. Apparaat Dit verwijst naar een printer of MFP in het netwerk. Opdrachtprompt Een functie om een computer een opdracht te geven en verschillende bewerkingen uit te voeren met behulp van tekstinvoer. Browser Software om het internet te kunnen gebruiken. (Bijvoorbeeld Internet Explorer en Firefox.) 6

9 Handelsmerken Handelsmerken Firefox is een geregistreerd handelsmerk van Mozilla Foundation. Internet Explorer is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Andere productnamen in deze handleiding dienen alleen ter aanduiding en kunnen handelsmerken zijn van hun respectievelijke eigenaren. Wij maken geen enkele aanspraak op enig recht op deze merken. 7

10 8 1. Introductie

11 2. Het clienthulpprogramma gebruiken voor ondersteuning Start het clienthulpprogramma dat op uw apparaat is geïnstalleerd om ondersteuning van een operator op afstand te ontvangen. Het clienthulpprogramma starten Het clienthulpprogramma start niet wanneer: Het apparaat van de gebruiker aan het opwarmen is vlak na het opstarten. Het scherm Apparaateigenschappen van het apparaat van de gebruiker wordt weergegeven De volgende apparaatfuncties werken niet wanneer Remote Support Service wordt geleverd: Energiebesparende functie Automatische reset systeem Terwijl ondersteuningsservice op afstand wordt geleverd, is RemoteConnect Support niet verbonden wanneer: De voeding van het apparaat is uitgeschakeld 1 uur is verstreken sinds de aanvang van de ondersteuning 1. Tik op de balk boven in het scherm en houd deze gedurende ten minste 5 seconden vast. DUN001 9

12 2. Het clienthulpprogramma gebruiken voor ondersteuning 2. Als u akkoord gaat met de softwarelicentie, tikt u op [Accepteren]. DUN003 "Bezig met verbinding maken... " wordt weergegeven. Wacht totdat het proces is voltooid. 3. Er wordt een ontvangstnummer weergegeven. Geef het nummer door aan de operator wanneer u hierom wordt gevraagd. Wanneer de operator de procedure voor het starten van de ondersteuning met het operatorhulpmiddel uitvoert, wordt rechts boven in het scherm weergegeven. Vervolgens begint de operator met de ondersteuning. DUN041 10

13 Functies van ondersteuning op afstand Functies van ondersteuning op afstand De operator kan het scherm van het apparaat van de gebruiker zien tijdens het leveren van de ondersteuningsservice op afstand. Als u vertrouwelijke informatie, zoals een ID of wachtwoord, gaat invoeren of een scherm open hebt waarvan u niet wilt dat de operator die ziet, sluit dan het clienthulpprogramma of vraag de operator om de ondersteuning op afstand te pauzeren. Voor meer informatie over het pauzeren van ondersteuning op afstand, zie Pag. 14 "Pauze". Tijdens de ondersteuning kan de operator schermopnamen van het apparaat van de gebruiker of filmpjes van een reeks bewerkingen opslaan om de details van de ondersteuning vast te leggen. Operators die RemoteConnect Support gebruiken, kunnen de volgende functies gebruiken om klantenondersteuning te bieden en instructies te geven. Aanwijzer Rode stift Besturing op afstand De browser starten om de opgegeven internetpagina (URL verzenden) weer te geven Opdrachtfunctie Pauze In de volgende secties wordt uitleg gegeven over de ondersteuningsfuncties en de schermen van het apparaat van de gebruiker wanneer een operator ondersteuning biedt. Aanwijzer De operator biedt ondersteuning door een pictogram in de vorm van een wijzende vinger op het scherm van uw apparaat weer te geven om aan te geven waar u moet tikken. Wanneer de operator de aanwijsfunctie gebruikt, wordt er een wijzende vinger op uw apparaat weergegeven. Volg de instructies van de operator die met de aanwijsfunctie worden gegeven. DUN006 11

14 2. Het clienthulpprogramma gebruiken voor ondersteuning Rode stift De operator biedt ondersteuning door in rode lijnen op het scherm van het apparaat te tekenen en te schrijven. Wanneer de operator de rode stift gebruikt, wordt de tekst of afbeelding die de operator met de rode stift heeft geschreven of getekend op het scherm van uw apparaat weergegeven. DUN007 De tekst of afbeelding die de operator schrijft of tekent met de rode stift, wordt niet opgeslagen. Besturing op afstand Een operator bedient uw apparaat op afstand. Wanneer besturing op afstand moet worden uitgevoerd, vraagt de operator van te voren om uw toestemming. Gebruik de volgende procedure om besturing op afstand toe te staan. 1. Het scherm "Bevestiging van besturing op afstand" wordt weergegeven. Tik op [Ja] om de besturing toe te staan. (A) DUN008 De operator begint met de besturing op afstand. 12

15 Functies van ondersteuning op afstand Wanneer het selectievakje [Volgende keer bevestigen. ] (A) in het dialoogvenster is geselecteerd, wordt het scherm "Bevestiging van besturing op afstand" elke keer weergegeven wanneer besturing op afstand nodig is. Als dit selectievakje niet is geselecteerd, wordt besturing op afstand uitgevoerd zonder bevestiging van de gebruiker gedurende de resterende tijd van de ondersteuningssessie. URL verzenden De operator start de browser op het apparaat van de gebruiker. De internetpagina die de operator heeft opgegeven, wordt weergegeven. Opdrachtfunctie Met de opdrachtfunctie kan de operator informatie verzamelen over het apparaat van de gebruiker. De verzamelstatus wordt niet weergegeven op het scherm van het apparaat van de gebruiker. 13

16 2. Het clienthulpprogramma gebruiken voor ondersteuning De operator kan de opdrachtfunctie gebruiken om een speciale servicemodus te starten of de instellingen van het apparaat van de gebruiker te wijzigen. Op dit moment kan het scherm van het apparaat van de gebruiker zwart worden. Volg de instructies die de operator u via de telefoon geeft en laat het apparaat niet onbeheerd achter. Pauze Wanneer de operator de ondersteuning op afstand stopt, kunt u de ondersteuningsmodus opnieuw starten aan de hand van de volgende procedure: Wanneer de ondersteuning op afstand is gepauzeerd, verandert het pictogram rechts boven in het scherm in. Wanneer de ondersteuning op afstand is gepauzeerd, kan de operator het scherm van het apparaat van de gebruiker niet bekijken. 1. Tik op rechts boven in het scherm. DUN Om de modus voor ondersteuning op afstand opnieuw te starten, tikt u op [Opnieuw verbinding maken]. DUN016 Het pictogram rechts boven in het scherm verandert in 14.

17 Het clienthulpprogramma sluiten Het clienthulpprogramma sluiten Om ondersteuning op afstand te stoppen, gebruikt u de volgende procedure om het clienthulpprogramma te sluiten. 1. Tik op rechts boven in het scherm. DUN Tik op [Afsluiten]. DUN Tik op [Ja]. DUN019 De recordlijst met bewerkingen wordt weergegeven. 15

18 2. Het clienthulpprogramma gebruiken voor ondersteuning 4. Tik op [Afsluiten]. DUN020 16

19 Verzoek om toestemming voor besturing op afstand Verzoek om toestemming voor besturing op afstand Wanneer besturing op afstand start Het scherm "Bevestiging van besturing op afstand" wordt weergegeven wanneer besturing op afstand start. Wanneer dit scherm wordt weergegeven, volgt u de onderstaande procedure: 1. Tik op [Ja]. (A) DUN008 Wanneer het selectievakje [Volgende keer bevestigen. ] (A) in het dialoogvenster is geselecteerd, wordt het scherm "Bevestiging van besturing op afstand" elke keer weergegeven wanneer besturing op afstand nodig is. Als dit selectievakje niet is geselecteerd, wordt besturing op afstand uitgevoerd zonder bevestiging van de gebruiker gedurende de resterende tijd van de ondersteuningssessie. 17

20 2. Het clienthulpprogramma gebruiken voor ondersteuning Informatie over het clienthulpprogramma controleren In het informatiescherm kunt u de licentieovereenkomst van de software en opensourcelicenties voor het clienthulpprogramma, de instellingen van het programma en informatie over de versie bekijken. Het informatiescherm weergeven 1. Tik op de balk boven in het scherm en houd deze gedurende ten minste 5 seconden vast. DUN001 De licentieovereenkomst van de software wordt weergegeven. Terwijl de ondersteuningsservice op afstand wordt gegeven, tikt u op rechts boven in het scherm. De softwarelicentie wordt niet meer weergegeven en "Bezig met ondersteunen... " wordt weergegeven. DUN041 18

21 Informatie over het clienthulpprogramma controleren 2. Tik op het menupictogram. DUN Tik op [Informatie]. DUN027 Het informatiescherm wordt weergegeven. Informatiescherm Voor meer informatie over het weergeven van het informatiescherm, zie Pag. 18 "Het informatiescherm weergeven". 19

22 2. Het clienthulpprogramma gebruiken voor ondersteuning Menu Softwarelicentie Open Source-licenties Instell. Versie Beschrijving Hiermee wordt de licentieovereenkomst van de software weergegeven. Hiermee worden Open Source-licenties weergegeven. Hiermee wordt het dialoogvenster Instellingen weergegeven. Hiermee wordt de versie-informatie van het clienthulpprogramma weergegeven. 20

23 Instellingen van het clienthulpprogramma wijzigen Instellingen van het clienthulpprogramma wijzigen Het dialoogvenster Instellingen weergeven Open het dialoogvenster Instellingen en controleer vervolgens de instellingen van de proxyverbinding van het clienthulprogramma. Wijzig deze, indien nodig. 1. Open het informatiescherm. Voor meer informatie over het weergeven van het informatiescherm, zie Pag. 18 "Het informatiescherm weergeven". 2. Tik op [Instellingen]. DUN028 Het dialoogvenster Instellingen wordt weergegeven. 21

24 2. Het clienthulpprogramma gebruiken voor ondersteuning Dialoogvenster Instellingen Voor meer informatie over het weergegeven van het dialoogvenster Instellingen, zie Pag. 21 "Het dialoogvenster Instellingen weergeven". Menu Beschrijving Proxy Proxyhost Proxy-poort Annul. OK Geef op hoe u de proxyverbindingen wilt configureren. Als [Automatisch] is geselecteerd, worden de instellingen van het apparaat gebruikt. Als [Handmatig] is geselecteerd, worden de instellingen van de proxyhost en de proxypoort in het dialoogvenster Instellingen gebruikt. Voer de hostnaam van de proxyserver in. Voer hier het poortnummer van de proxyserver in. Wijzigingen in het dialoogvenster Instellingen negeren. Wijzigingen in het dialoogvenster Instellingen toepassen. Wanneer wijzigingen worden aangebracht tijdens de ondersteuning op afstand, worden deze toegepast wanneer de volgende verbinding voor ondersteuning op afstand start. 22

25 Verbinding maken via een proxyserver Verbinding maken via een proxyserver Het clienthulpprogramma maakt verbinding met een operator via een proxyserver nadat de proxyserver is geconfigureerd. 1. Open het dialoogvenster Instellingen. Voor meer informatie over het weergegeven van het dialoogvenster Instellingen, zie Pag. 21 "Het dialoogvenster Instellingen weergeven". 2. Configureer de proxyserver en tik vervolgens op [OK]. DUN034 Het informatiescherm wordt weergegeven. 3. Tik op om terug te keren naar de licentieovereenkomst van de software. Als u akkoord gaat met de softwarelicentie, tikt u op [Accepteren]. DUN003 Na enige tijd wordt een ontvangstnummer weergegeven. 23

26 2. Het clienthulpprogramma gebruiken voor ondersteuning Gebruikersverificatie voor de proxyserver 1. Open het dialoogvenster Instellingen. Voor meer informatie over het weergegeven van het dialoogvenster Instellingen, zie Pag. 21 "Het dialoogvenster Instellingen weergeven". 2. Configureer de proxyserver en tik vervolgens op [OK]. DUN034 Het informatiescherm wordt weergegeven. 3. Tik op om terug te keren naar de licentieovereenkomst van de software. Als u akkoord gaat met de softwarelicentie, tikt u op [Accepteren]. DUN003 Het dialoogvenster Gebruikersverificatie wordt weergegeven. 24

27 Verbinding maken via een proxyserver 4. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord voor de proxyserver in en tik vervolgens op [OK]. Na enige tijd wordt een ontvangstnummer weergegeven. 25

28 26 MEMO

29 MEMO 27

30 MEMO 28 NL NL D3ES-7534

31

32 NL NL D3ES