Informatiepakket bruinrot In dit document is informatie over bruinrot opgenomen, bestemd voor een ieder die met bruinrot te maken heeft.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Informatiepakket bruinrot In dit document is informatie over bruinrot opgenomen, bestemd voor een ieder die met bruinrot te maken heeft."

Transcriptie

1 Informatiepakket bruinrot In dit document is informatie over bruinrot opgenomen, bestemd voor een ieder die met bruinrot te maken heeft. INHOUD: Voorwoord 2 Inleiding 3 Begripsbepalingen 4 Maatregelen bruinrot 6 Waarschijnlijk besmette partij 7 Handelswijze naar aanleiding van notificatie van (verdenking van) besmetting door buitenland. 14 Ontsmettingsmaatregelen tegen Ralstonia solanacearum, veroorzaker van bruinrot in aardappelen. 17 Bruinrot en bedrijfshygiëne 19 Voorwaarden pootgoedteelt (NAK-teelt) in het eerstvolgende jaar na besmetverklaring bruinrot. 20 Bedrijfsplan 22 Wettelijk kader 27 Bruinrot & bitterzoet 29 Onderzoek bruinrot 34 Verbodsgebieden gebruik oppervlaktewater 38 Gerelateerde documenten 39 Bijlage1: Ontsmettingsmiddelen en hun toepassing 40 Aan de inhoud van dit informatiepakket kunnen geen rechten worden ontleend. Versie 1.8 Pagina 1 Ingangsdatum

2 Voorwoord Met dit informatiepakket wil de NVWA u informeren over bruinrot. Wij hebben het pakket samengesteld voor situaties, waarin u als teler geconfronteerd wordt met inspecteurs van de NVWA, die onderzoek gaan uitvoeren naar de mogelijke aanwezigheid van bruinrot op uw bedrijf. Deze inspecteurs zullen u uitleg geven over wat er speelt en wat zij gaan doen. De informatie uit dit pakket is hierbij behulpzaam. Langdurig en ingrijpend traject Onze ervaring leert dat alleen een mogelijke verdenking van bruinrot al als ingrijpend wordt ervaren. Dit is heel vanzelfsprekend gezien de grote gevolgen voor de afzet van de (poot)aardappelen. Het contact tussen u en/of uw partner met de inspecteurs van de NVWA zal daarom intensief zijn. Het is onze inzet om u goed te informeren. Ik wil erop wijzen dat er gedurende het traceringsonderzoek vaak lange tijd op veel vragen nog geen antwoord kan worden gegeven. Dit heeft meerdere redenen: Het laboratorium-onderzoek kent een lange doorlooptijd. Dit onderzoek bestaat uit meerdere afzonderlijke toetsen met een eigen doorlooptijd. Afhankelijk van de reacties in het onderzoek treedt variatie in de onderzoeksduur op. Het onderzoek strekt zich vaak uit over meerdere bedrijven. Lopende het onderzoek kunnen nieuwe bedrijven en partijen in beeld komen waar ook weer bemonsterd moet worden. De resultaten van deze onderzoeken op andere bedrijven kunnen van invloed zijn op resultaten van het onderzoek op uw bedrijf. Definitieve besluiten kunnen daarom langere tijd op zich laten wachten Uitkomsten van onderzoeken roepen vaak nieuwe vragen op waarmee we u alsnog weer confronteren. Wij zijn ook weer afhankelijk van anderen, bijv. buitenlandse autoriteiten. In het geval dat een vondst van bruinrot definitief is vastgesteld en u met een vondst op uw bedrijf of met een zogenaamde waarschijnlijke besmetting wordt geconfronteerd, is er vaak sprake van een lange nasleep. Zo kost het vaak moeite om bedrijven te vinden, die de partijen willen verwerken. Onderzoeksteam Bij een verdenking van bruinrot wordt op het hoofdkantoor van de NVWA een team samengesteld, die het onderzoek naar de verdenking aanstuurt. In dit team hebben minimaal zitting de sectormanager akkerbouw, een sectormedewerker, een bacterioloog, een persoon die de internationale contacten met EU en andere landen onderhoudt, een medewerker van de NAK alsmede de betrokken inspecteurs / traceerders. Dit team stuurt het onderzoek aan en is verantwoordelijk voor het bepalen van de oorzaak van de besmetting en de mogelijke verspreiding. Contacten De lange duur en het soms onvoorziene verloop van het onderzoek, de mogelijke impact ervan en de lange nasleep trekt vaak een zware wissel op de getroffen teler, zijn/haar gezin en de betrokken inspecteurs. Inspecteurs willen u van dienst zijn maar hebben tegelijkertijd de opdracht tot het uitvoeren van een onafhankelijk onderzoek. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er in de loop van het onderzoek of bij de afwikkeling soms misverstanden optreden of dat de gang van zaken twijfels kan oproepen. In deze gevallen kunt u altijd een beroep doen op de teamleider van de NVWA in uw gebied. Tevens kunt u een afspraak maken om ons kantoor te bezoeken en nadere uitleg te krijgen van andere leden van het onderzoeksteam. Frans Janssen, Sectormanager Akkerbouw Versie 1.8 Pagina 2

3 Inleiding Het onderzoek naar een verdenking van bruinrot kent normaal gesproken de volgende fasering. Bij deze fasen is bepaalde informatie relevant om te weten. Stap Nadere informatie Fase 0 oriëntatie op bruinrot Wettelijk kader blz. 25 Bruinrot (biologie) blz Fase 1 traceringsonderzoek Aanleiding 1: Vastlegging van bedrijf na Verdenking in een partij van het eigen bedrijf in een verdenking. monster genomen in de integrale toetsing van Onderzoek Bruinrot. blz. 6 pootgoed of de survey in consumptie- of zetmeelaardappelen. Acties: Opstellen stamboom Invullen bedrijfsenquête m.b.t. oorzaken Bemonsteren partijen Aanleiding 2: Verdenking/vondst in een partij op een ander bedrijf. Bemonsteren partijen Diagnostisch onderzoek Aanleiding 3: Verdenking naar aanleiding van een notificatie vanuit een ander land Invullen bedrijfsenquête m.b.t. oorzaken Bemonsteren partijen Nadere informatie over risicovolle contacten: blz. 6-7 blz. 13 blz Zie hiervoor Schema handelswijze n.a.v. notificaties. blz blz blz. 14 Fase 2A Uitvoeren opgelegde maatregelen. blz Fase 2B Ontsmettingsmaatregelen blz. 16 Fase 3 Maatregelen in opvolgende teeltjaren Voorwaarden pootgoedteelt in het eerstvolgende jaar na de besmetverklaring blz blz. 19 Versie 1.8 Pagina 3

4 Begripsbepalingen Afwateringssloot Bedrijf Bron Bronwater Infiltratiesloot Nak-perceel NVWA Oppervlaktewater Kavelsloot die aan één zijde permanent is afgesloten en aan de andere zijde afwatert op het boezemwater. Door zijn ligging is de sloot het gehele jaar gevrijwaard van de instroom van oppervlaktewater De onder alle telernummers geteelde pootaardappelen van één economische eenheid. (Zie ook begrip Productieplaats) Een kunstmatig aangebrachte put, waaruit grondwater wordt gewonnen Grondwater. Leiding-, kwel- en regenwater. Deze zijn fytosanitair veilig. Kavelsloot, die aan de ene zijde afwatert op het boezemwater, maar aan de andere zijde gevuld kan worden met oppervlaktewater. Hiertoe is de sloot aan deze tweede zijde voorzien van een afsluitbare, waterdichte afscheiding. Een in het veld aanwezige (aanééngesloten) hoeveelheid aardappel(plant)en, die bij de NAK als één keuringseenheid geregistreerd is en als zodanig beoordeeld wordt. Gekenmerkt door een telernummer + volgnummer. De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit, Divisie Landbouw & natuur. (In geval een andere NVWA-divisie bedoeld wordt is dit specifiek vermeld). De NVWA is per ontstaan als de fusiedienst van de Algemene Inspectiedienst (AID, Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) en de Plantenziektenkundige Dienst (PD). Als basis wordt de definitie van oppervlaktewater gehanteerd, zoals geformuleerd door de Hoge Raad (BNB 1983/89). Er wordt echter afgeweken van deze definitie voor het geval, waarin bepaalde kavelsloten onder bepaalde voorwaarden worden gebruikt voor de tussenopslag van bronwater, bestemd voor productie van pootaardappelen. "Als oppervlaktewater in de zin der wet is te beschouwen een - anders dan louter incidenteel aanwezige - aan het oppervlak en aan de open lucht grenzende watermassa (met inbegrip van een bedding waarin zodanige watermassa al dan niet bij voortduring voorkomt), tenzij daarin als gevolg van rechtmatig gebruik ten behoeve van een specifiek doel geen normaal samenhangend geheel van levende organismen en een niet-levende omgeving (ecosysteem) aanwezig is, dan wel het een ter berging van afval gegraven bekken betreft waarin slechts in een overgangsfase water aanwezig is en zich nog geen normaal ecosysteem heeft ontwikkeld." De definitie is in latere arresten verder ontwikkeld: Versie 1.8 Pagina 4

5 Een sloot van waaruit geregeld - dat wil zeggen niet minder dan eenmaal per jaar gedurende enige tijd water wegvloeit naar een ander slotenstelsel kan als oppervlaktewater worden aangemerkt (Hoge Raad 26 januari 1983, BNB 1983/89, Belastingblad 1983, blz. 182 en Hoge Raad 22 juni 1983, BNB 1983/241, Belastingblad 1983, blz. 465). Afwateringssloten en infiltratiesloten die, gevuld zijn met bronwater, vallen dus onder het begrip oppervlaktewater. Gebruik van water, van welke oorsprong dan ook, uit deze sloten voor de productie van pootaardappelen is niet toegestaan. Perceel Pootaardappelen Productieplaats Risicobedrijf Stamboom Vastleggen Een stuk land met afgebakende grenzen, binnen één plaats van productie en waarop een gewas wordt geteeld. (Tevens is daarbij van toepassing: Stuk grond waarvoor één rechtsorde geldt, dat wil zeggen dezelfde eigenaar en het zelfde eigendomsrecht heeft.) NAK-,TBM- en ATR-pootgoed Een productieplaats is een perceel of verzameling percelen die behoren tot één economische eenheid waarop gemeenschappelijk machinegebruik plaatsvindt. Dit houdt in dat alle percelen waarop binnen het bedrijf, maatschap, of andere economische eenheid dezelfde machines worden gebruikt onder het begrip productieplaats vallen. Landbouwbedrijf, dat een waarschijnlijk besmette of besmette partij aardappelen heeft geteeld, of vanwege een notificatie (EU of derde land) hiertoe wordt aangewezen. Een risicobedrijf worden maatregelen opgelegd. (voorheen: zgn. surveybedrijven) Schematisch weergegeven klonale verwantschap van het gebruikte pootgoed Het door de NVWA opleggen van beperkende maatregelen. In de regel betekent dit dat aan bepaalde of alle partijen aardappelen op het bedrijf géén bewerkingen of handelingen mogen plaatsvinden, zonder toestemming van de NVWA. Waardplanten aardappel, Solanum tuberosum aubergine, Solanum melongena bitterzoet, Solanum dulcamara doornappel, Datura stramonium grote brandnetel, Urtica dioica Pelargonium Raketbladige nachtschade Solanum sisymbriifolium tomaat, Lycopersicon esculentum wilde postelijn Portulaca oleracea zwarte nachtschade, Solanum nigrum Versie 1.8 Pagina 5

6 Maatregelen bruinrot Vastlegging van bedrijf na verdenking, tracering of notificatie Reden Op het moment dat er een vermoeden van bruinrot is (bij PENDING PLUS) zie Onderzoek bruinrot in dit informatiepakket) wordt het betreffende bedrijf vastgelegd. Er kan sprake zijn van een verdacht monster bij de integrale toetsing, teelt- of industriesurvey. Indien er sprake is van een verdacht monster wordt een traceringsonderzoek gestart, waarbij gekeken wordt naar klonale verwantschap en machinecontacten. Andere redenen om een bedrijf vast te leggen zijn onder andere: een klonale verwantschap van een partij met een besmet bevonden partij op een ander bedrijf; machinecontact en/of gezamenlijke opslag met een verdacht bedrijf; beregening van pootgoed met oppervlaktewater uit een verbodsgebied; notificatie vanuit buitenland. Gevolgen Vastlegging betekent dat er aan de verdachte partij geen bewerking of behandeling mag worden uitgevoerd en dat van het bedrijf in de regel geen partijen afgevoerd mogen worden zonder toestemming van de teammanager van de NVWA. Indien een bewerking nodig is (bijvoorbeeld rooien), dient hierover overlegd te worden. Eventuele toestemming zal onder voorwaarden verleend worden. Afhankelijk van de situatie op het bedrijf en de achtergrond van de besmetting worden andere partijen bemonsterd met een hogere bemonsteringsintensiteit en onderzocht. De vastlegging duurt in ieder geval zolang het monsteronderzoek en aanvullend traceringsonderzoek (monstername en analyse) nog niet zijn afgerond. Tracering Op het moment dat er sprake is van een verdacht monster start er een traceringsonderzoek door een inspecteur van de NVWA. Hiertoe wordt de herkomst van het gebruikte pootgoed nagegaan en een stamboom opgezet. Nagegaan wordt of er nog zusterpartijen aanwezig zijn, zodat deze kunnen worden bemonsterd en onderzocht. Eveneens wordt nagegaan of er (machine)contacten zijn geweest met andere partijen. Naar aanleiding van een dergelijk onderzoek kunnen dus ook andere partijen van derden bij het onderzoek worden betrokken, waardoor een dergelijk onderzoek langer duurt en uitkomsten langer op zich laten wachten. Bij elk geval van tracering van een verdenking op een pootgoedbedrijf zal de NVWA de bedrijfsstructuur bij de NAK opvragen. Vrijgave van bedrijf na verdenking, tracering of notificatie Wanneer Als het onderzoek aan de aardappelmonsters op het eigen bedrijf en/of op andere gerelateerde bedrijven is afgerond en er is geen besmetting gebleken én als het onderzoek naar de herkomst van partijen, bedrijfssituatie, opslag van partijen, machinecontact of dergelijke geen reden meer geeft om de vastlegging te handhaven, dan kan het bedrijf worden vrijgegeven. De opgelegde maatregelen worden ingetrokken, m.u.v. verplichte reiniging en ontsmetting van gebruikte machines, installaties, aardappelkisten, opslagruimten en transportmiddelen of andere voorwerpen die met grond en/of aardappelen in aanraking zijn gekomen. Zie hiervoor het protocol Ontsmettingsmaatregelen tegen Ralstonia solanacearum, veroorzaker van bruinrot in aardappelen. Versie 1.8 Pagina 6

7 Waarschijnlijk besmette partij Reden Afzet Wanneer een partij niet besmet is bevonden maar er zijn toch redenen om aan te nemen dat de partij in contact is geweest met een besmetting (bijvoorbeeld via machinecontact, klonale verwantschap met een besmette partij, andere partijen aardappelen op een besmet bedrijf, beregening met besmet oppervlaktewater) dan wordt de partij waarschijnlijk besmet verklaard. De reden hiervan is dat in de partij een zeer lichte besmetting aanwezig kan zijn die nog niet kan worden aangetoond, maar wel een risico vormt indien de partij als pootgoed wordt gebruikt. Een waarschijnlijk besmette partij mag niet meer als pootgoed worden gebruikt. Ze moet worden afgezet als consumptiemateriaal (huisverkoop of in kleinverpakking) of voor industriële verwerking. Het is onder voorbehoud van goedkeuring onder strikte voorwaarden mogelijk om, in overleg met de NVWA. deze partijen af te zetten in het buitenland (Zie het document Afzet van waarschijnlijk besmette (WB) bruinrot/ringrot partijen bij een verwerkend bedrijf in België of Duitsland ) of binnen Nederland (zie het document Afzet van (waarschijnlijk) besmette partijen bij een verwerkend bedrijf in Nederland ). Voor bedrijven waarvoor verwerking van dergelijke partijen in Nederland is toegestaan zie het register Erkende vernietingslocaties Q-organismen, onderdeel 14; Aardappelverwerkende bedrijven. Indien gewenst kunt u bij de inspecteur belast met de tracering exemplaren van deze documenten opvragen. De teler is zelf verantwoordelijk voor het vinden van afzet van waarschijnlijk besmette partijen. Afnemende bedrijven zijn soms terughoudend in het accepteren van deze partijen. Redenen voor deze terughoudendheid zijn: Angst voor negatieve publiciteit door associatie van hun bedrijf of merknaam met partijen, die onder maatregelen staan. Enkele argumenten die gebruikt kunnen worden om de bereidheid tot acceptatie van de partijen te vergroten zijn: Bruin- en ringrot zijn alleen schadelijk voor planten en niet voor mens en dier. De WB partijen zijn bemonsterd en er is géén bruin- of ringrot aangetoond. De maatregelen van de overheid hebben tot doel om te voorkomen dat de aardappelen voor wederuitplant worden gebruikt of in contact komen met pootaardappelen. Beperkingen in de flexibiliteit van de logistiek door het toezicht op de afzet. De beperkingen in de flexibiliteit van de logistiek zijn niet te voorkomen. Hiertoe zijn de hiervoor genoemde protocollen voor de afzet van WB partijen bruin- of ringrot opgesteld met tot doel om goede werkafspraken te maken voor een soepele gang van zaken. Een andere optie onder voorbehoud van goedkeuring is om de aardappelen uit te rijden op het perceel waar de partij geteeld is. Afzet of afvoer van een dergelijke partij dient altijd in overleg met de NVWA te gebeuren. Andere mogelijkheden zijn stomen, storten, inkuilen of - indien de partij al is opgeplant - doodspuiten. Onder welke voorwaarden de verschillende opties plaats kunnen vinden, staan in Versie 1.8 Pagina 7

8 het register Voorwaarden van vervoer en vernietiging van bacteriezieke aardappelen. De mogelijkheden op een rij: huisverkoop kleinverpakking door de verwerkende industrie fytosanitair veilige verwerking in de verwerkende industrie in Nederland, België of Duitsland stomen composteren d.m.v. tunnelcompostering biovergisting, incl. pasteurisatie in een NVWA-erkende vergister veevoer (vervoedering op hetzelfde bedrijf is toegestaan, mits eventuele resten worden vernietigd of veilg wordt afgezet). Afzet is uitsluitend toegestaan naar een bedrijf zonder akkerbouw. (Teelt van mais is toegestaan) inkuilen storten uitrijden op het perceel waar de partij is geteeld (onder voorbehoud van goedkeuring) doodspuiten indien de partij al is opgeplant Risicobedrijf Een bedrijf waar een waarschijnlijk besmette partij is geteeld wordt gedurende drie jaren aangemerkt als risicobedrijf. Dit betekent dat er toezicht gehouden wordt op het bedrijf en dat bepaalde partijen aardappelen vóór afzet getoetst worden met een intensiteit van 1 monster per 25 ton. Een voorbeeld hiervan is een consumptie partij, geteeld uit een pootgoed partij die aanwezig was op het bedrijf in het jaar van vondst. Reinigen/ Ontsmetten Voor bedrijven met een waarschijnlijk besmette partij geldt de verplichting om gebruikte machines, installaties, aardappelkisten, opslagruimten en transportmiddelen of andere voorwerpen die met grond en/of aardappelen in aanraking zijn gekomen te reinigen en te ontsmetten volgens een van te voren in te dienen ontsmettingsplan. Zie hiervoor het protocol Ontsmettingsmaatregelen tegen Ralstonia solanacearum, veroorzaker van bruinrot in aardappelen. Besmette partij Reden Wordt een besmetting met bruinrot vastgesteld, dan komen maatregelen te liggen op de besmette partij, de overige partijen, het besmette perceel en het bedrijf als geheel. Partij De besmette partij moet worden vernietigd of industrieel verwerkt in overleg met de teamleider van de NVWA. Fytosanitair veilige verwerking De teler is zelf verantwoordelijk voor het vinden van afzet van besmette partijen. Afnemende bedrijven zijn soms terughoudend in het accepteren van deze partijen. Redenen voor deze terughoudendheid zijn: Versie 1.8 Pagina 8

9 Angst voor negatieve publiciteit door associatie van hun bedrijf of merknaam met partijen, die onder maatregelen staan. Een argument dat gebruikt kan worden om de bereidheid tot acceptatie van de partijen te vergroten is dat bruin- en ringrot alleen schadelijk zijn voor planten en niet voor mens en dier. Beperkingen in de flexibiliteit van de logistiek door het toezicht op de afzet. De beperkingen in de flexibiliteit van de logistiek zijn niet te voorkomen. Het opgestelde protocol Afzet van (waarschijnlijk) besmette partijen bij een verwerkend bedrijf in Nederland heeft mede tot doel om goede werkafspraken te maken voor een soepele gang van zaken. Voor bedrijven waarvoor verwerking van dergelijke partijen is toegestaan zie het register Erkende vernietingslocaties Q-organismen, onderdeel 14; Aardappelverwerkende bedrijven. Voorwaarden aan verwerkend bedrijf: Afzet bij een verwerkend bedrijf is alleen mogelijk als er minimaal voldaan wordt aan de volgende voorwaarden: - Het verwerkende bedrijf is op de hoogte van de besmetting en geeft toestemming voor de verwerking. - de inspecteur van de NVWA meldt ieder verzoek tot verwerking van een partij opnieuw aan de sectormedewerker akkerbouw, ook al is dit bij een bedrijf waarvoor al eerder toestemming is verleend. - indien het bedrijf nog niet in het Register Erkende vernietigingslocaties Q- organismen is opgenomen, zal een inspecteur dit bedrijf vooraf controleren aan de hand van de checklist Erkenning verwerkend bedrijf voor verwerking van besmette of waarschijnlijk besmette partijen aardappelen met bruinrot of ringrot. Dit zijn de criteria om erkend te worden: de NVWA geeft de toestemming voor de verwerking. Bij de afweging zullen de volgende punten meegenomen worden: er mag geen was / spoelwater op het oppervlaktewater worden geloosd afvalgrond moet gegarandeerd geen agrarische bestemming krijgen afvoer van grond naar akkerbouwbedrijven kan alleen plaatsvinden indien het perceel van herkomst bekend is en gewaarborgd kan worden dat grond/slib zonder knolresten tenminste drie maanden wordt opgeslagen en in het geval van grond met knolresten het betreffende perceel tenminste twee jaar niet wordt gebruikt voor aardappelteelt en aardappelopslag strikt wordt bestreden. overig afval moet verantwoord worden vernietigd de machines die gebruikt worden voor de verwerking mogen niet meer worden gebruikt voor pootaardappelen tenzij ze onder toezicht van de NVWA grondig gereinigd en ontsmet zijn Fytosanitair veilige vernietigingsmethoden (een register met erkende vernietigingslocaties Q-organismen kunt U opvragen bij de inspecteur van de NVWA). Er dient altijd met de NVWA overlegd te worden over de te nemen maatregelen! De volgende methoden worden geaccepteerd: Stomen Versie 1.8 Pagina 9

10 Door verhitting wordt de partij tot (varkens)voer gemaakt. De bacterie overleeft deze behandeling niet. Afval wat hierbij vrijkomt moet dezelfde hittebehandeling ondergaan. Tunnelcompostering Tunnelcomposteren is een proces dat onder geconditioneerde omstandigheden plaatsvindt. Een tunnel is een afgesloten bunker met een capaciteit van ton en afmetingen van ca 30 x 4 x 4 meter, waar hete lucht uit de vloer door de compost geleid wordt. Er wordt gegarandeerd een bepaalde temperatuur gedurende een aantal uur bereikt (voorbeelden hiervan zijn: Twence: >58ºC gedurende 10 uur; Deurne: >60ºC gedurende 10 uur). Door middel van een aantal thermometers wordt het temperatuurtraject gecontroleerd. Hiervan kan een uitdraai gevraagd worden. Vervolgens vindt er nog een nacompostering plaats waarbij gedurende 2 weken de temperatuur zo'n 50ºC is. Een aantal bedrijven is door de NVWA erkend. Voor andere geldt dat eerst een beoordeling en erkenning door de NVWA plaats moet vinden. Biovergisting in NVWA-erkende vergister mits deze een pasteurisatiestap gebruikt Bij vergisting in een vergister wordt het materiaal gestort in een ontvangsthal en daarna vermalen tot moes. De moes wordt afgevoerd met tankwagens naar vergisters. De NVWA houdt toezicht op de reiniging. Kenmerk van een NVWA-erkende vergister is dat deze dierlijke bijproducten mag verwerken omdat zij ofwel een pasteurisatiestap 1 uur 70 gr C uitvoeren, ofwel hun eindproduct controleren op vrij zijn van enkele voor mens en dier schadelijke ziekteverwekkers. Laatstgenoemde - controle op voor mens en dier schadelijke ziekteverwekkers is niet voldoende om de ringrotbacterie te doden. Daarom geldt altijd de voorwaarde dat een pasteurisatiestap moet worden toegepast. De toepassing van de pasteurisatiestap op de partij moet kunnen worden aangetoond, b.v. door middel van een schriftelijke verklaring van de vergister. NVWA-erkende vergisters staan onder toezicht van de NVWA, Divisie Industrie. Afvalwater komt er niet vrij. Storten Een aantal stortplaatsen in Nederland is fytosanitair veilig, dat wil zeggen dat er geen mogelijkheid bestaat dat de bacterie vanuit het afval vrij kan komen. Spuiten Wanneer de besmetting geconstateerd wordt op het moment dat het gewas nog groen is dan kan het gewas met een systemisch middel doodgespoten worden. Veevoer Vervoedering op hetzelfde bedrijf is toegestaan, mits eventuele resten worden vernietigd of veilig wordt afgezet. Overige partijen Bij een geconstateerde besmetting worden altijd alle partijen van het bedrijf onderzocht (voor zover dat op dat moment nog niet gebeurd is) met een bemonsteringsintensiteit van 1 monster per 25 ton. Afhankelijk van de uitslag van Versie 1.8 Pagina 10

11 het onderzoek krijgen deze partijen de status besmet of waarschijnlijk besmet. Voor de maatregelen bij een waarschijnlijk besmette partij zie hierboven. Perceel Op het perceel waar de besmette partij heeft gestaan wordt een teeltverbod ingesteld. Wanneer sprake is van een duidelijke (zware) besmetting in de klonale lijn buiten een besmet bevonden partij op dit bedrijf, worden alle percelen waar dit materiaal is gegroeid besmet verklaard. Dit teeltverbod kent twee opties: Optie A (5 jaar) Het teeltverbod duurt vijf jaar volgend op het jaar van de besmetverklaring. In de eerste drie jaar mag alleen gras, graan of maïs worden verbouwd, of het perceel wordt in zwarte braak gehouden. Voor andere gewassen moet bij de NVWA, een ontheffing worden aangevraagd. In het vierde en vijfde jaar mogen ook andere gewassen verbouwd worden waarvoor geen aanwijsbaar risico bestaat dat de bacterie zich in stand zou kunnen houden of verspreiden. Voor de gehele periode van 5 jaar geldt een verplichte opslagbestrijding. Na afloop van de vijf jaar mogen weer aardappelen verbouwd worden op basis van gecertificeerd pootgoed. Het teeltdoel is vrij. Versie 1.8 Pagina 11

12 Besmet bedrijf Eerste teelt Optie B (4 jaar) Het teeltverbod duurt vier jaar volgend op het jaar van de besmetverklaring. Gedurende deze jaren mogen die gewassen geteeld worden die geen aanwijsbaar risico vormen voor het in stand houden of verspreiden van de bacterie. (in het algemeen zijn dit niet-rooivruchten) Dit houdt dus gedurende deze periode een verplichte opslagbestrijding in. Tevens hangt dit af van de biologie van de plant maar ook van de teeltwijze. Denk hierbij met name aan grondverplaatsing. Na afloop van de vier jaar mogen weer aardappelen verbouwd worden op basis van gecertificeerd pootgoed. De eerste aardappelteelt mag geen pootgoedteelt zijn (ook niet wanneer deze eerst teelt pas na vijf, zes etc. jaar plaatsvindt). Na afloop van het teeltverbod wordt de eerste aardappelteelt op het betreffende perceel door de NVWA bemonsterd met een intensiteit van 1 monster per 25 ton en getoetst, ongeacht het tijdstip waarop deze teelt plaatsvindt. De kosten voor deze toetsing zijn voor rekening van de teler. Machines Alle machines die op het besmette perceel worden gebruikt moeten na afloop op het perceel worden gereinigd en (de eerste twee jaar) ontsmet volgens het protocol ontsmettingsmaatregelen tegen Ralstonia solanacearum, veroorzaker van bruinrot in aardappelen. Opslag Risico bedrijf Gedurende de gehele besmetverklaring (4 of 5 jaar) moet op het besmette perceel opslag voldoende bestreden worden. Op de overige percelen waar in het jaar van besmetting aardappelen stonden moet de opslag gedurende drie jaren bestreden worden. De laatste twee jaren van het teeltverbod moet het perceel vrij zijn van opslag. Is dit niet het geval, dan wordt het teeltverbod verlengd. Het besmette bedrijf wordt gedurende drie jaren als risicobedrijf aangemerkt. Dit betekent dat er toezicht gehouden wordt op het bedrijf en dat sommige partijen aardappelen vóór afzet getoetst worden (het eerste jaar na besmetting betreft dit alle aardappelpartijen, het tweede en derde jaar alle consumptie- en zetmeelpartijen die geteeld worden op percelen waar in het jaar van besmetting ook aardappelen stonden). De bemonsteringsintensiteit is 1 monster per 25 ton. Na deze drie jaren wordt voor de resterende duur van het teeltverbod nog toezicht gehouden op het besmette perceel of de besmette percelen. Dit toezicht wordt gehouden tot het moment van eerste aardappelteelt op het /de betreffende perceel/percelen. Bedrijf Vervolgmaatregelen 1 ste jaar Het eerste jaar na de besmetting mogen geen pootaardappelen worden verbouwd binnen de productieplaats. Indien U dit, buiten de productieplaats, toch wenst te doen moet er uiterlijk 15 maart een bedrijfsplan voor deze teelt ingediend worden bij de NVWA. (zie hoofdstuk in dit informatiepakket: Voorwaarden pootgoedteelt (NAK-teelt) in het eerstvolgende jaar na besmetverklaring bruinrot) Versie 1.8 Pagina 12

13 Na het eerste jaar worden géén specifieke gesteld eisen aan het teeltdoel van de aardappelen op de productieplaats. Wel worden eisen gesteld aan het te gebruiken pootgoed. In het eerste jaar na een besmetting moet de gehele oogst worden getoetst voordat deze afgezet mag worden. M.a.w. voor het hele bedrijf geldt afzet van aardappelen op basis van bedrijfsvrijheid. Hier moet rekening mee gehouden worden bij het vaststellen van het bouwplan en de bewaring. Voor vroege afzet van pootaardappelen is een uitzondering op de bedrijfsvrijheid regel mogelijk. Er zijn mogelijkheden voor afzet, waarbij de nog niet geoogste partijen niet onderzocht zijn. Er moet dan aan de volgende voorwaarden worden voldaan: - er is sprake is van vroege export (naar landen buiten de EU), - er sprake is van een late oogst van andere partijen op het bedrijf. - de geoogste partijen dienen altijd bemonsterd en onderzocht te zijn. Ook voor vroege afzet van consumptie- en zetmeelaardappelen is een uitzondering op de bedrijfsvrijheid mogelijk: Nadat er is bemonsterd, kunnen risicobedrijven consumptie- of zetmeelaardappelen vroeg afzetten volgens het schema in de onderstaande tabel. Deze mogelijkheid geldt dus niet voor pootgoed! Bemonstering Afzetmogelijkheden - Partij nog niet bemonsterd - Geen afzetmogelijkheden! - Partij bemonsterd, nog geen IF-resultaa - Partij afzetten als besmet (onder toezicht NVWA vernietigen) - Toetsresultaat partij: VRIJ (of MIN) - Partij afzetten als waarschijnlijk besmet (huisverkoop, kleinverpakking of industriële verwerking onder toezicht NVWA) - Alle te onderzoeken partijen onderzocht - Vrije afzet en vrij bevonden. In het tweede, derde en vierde jaar na de besmetting moet dit namelijk materiaal zijn wat gecertificeerd is of daaraan gelijkwaardig. Voor NAK-materiaal voor eigen gebruik betekent dit dat naast de veldkeuring er een partijkeuring dient te worden uitgevoerd. TBM-materiaal voldoet niet aan deze eis. Partijen pootaardappelen (van alle soorten, dus ook TBM) moeten gedurende drie jaar tijdens de opslag en verwerking gescheiden gehouden worden van partijen consumptie-of zetmeelaardappelen. Daarnaast zijn in deze periode bedrijfshygiënische maatregelen (reinigen en zonodig ontsmetten van machines, opslagplaatsen e.d.) van kracht. Zie hiervoor het protocol Ontsmettingsmaatregelen tegen Ralstonia solanacearum, veroorzaker van bruinrot in aardappelen. Versie 1.8 Pagina 13

14 Handelswijze naar aanleiding van notificatie van (verdenking van) besmetting door buitenland. Het betreft hier uitsluitend de wijze waarop de NVWA omgaat met meldingen van andere landen als men iets gevonden heeft in Nederlands pootgoed voordat het wordt gepoot. Vondst voor opplant Intensieve toetsing van betreffende (rest)partij en het betreffende bedrijf in Nederland door de NVWA. Daarnaast zal er tracering plaatsvinden. a. Als bij toetsing van de restpartij of het bedrijf een besmetting wordt aangetoond, zal het bedrijf besmet verklaard worden. b. Als bij toetsing van de restpartij of het bedrijf geen besmetting wordt aangetoond, dan zijn er twee mogelijkheden: i. Er is onvoldoende grond om te veronderstellen dat monstername en/of diagnose correct is gebeurd in dat andere land. De uitslag heeft dan geen gevolgen voor de betreffende partij en het betreffende bedrijf in Nederland. Het bedrijf krijgt ook géén specifieke status en er worden geen maatregelen opgelegd. ii. Er is voldoende grond om te veronderstellen dat monstername en/of diagnose correct is gebeurd in dat andere land (bijvoorbeeld door bezoek aan het betreffende laboratorium). Dan is het verder afhankelijk van de uitkomst van de tracering in Nederland. Komen er uit de tracering duidelijke aanwijzingen dat het waarschijnlijk is dat de besmetting in de voorafgaande stadia van teelt is geïntroduceerd, dan worden er maatregelen opgelegd aan het betreffende bedrijf in Nederland. Komen er uit de tracering geen duidelijke aanwijzingen dat een besmetting in de voorafgaande stadia van teelt geïntroduceerd kan zijn, dan worden er geen maatregelen opgelegd aan het betreffende bedrijf in Nederland. Het bedrijf krijgt dan de status risicobedrijf (zie protocol integrale toetsing bruinen ringrot). Voor de intensiteit van bemonsteren wordt verwezen naar het schema op de volgende pagina. Versie 1.8 Pagina 14

15 Bemonsteringsintensiteit bij traceren NOTIFICATIE (melding buitenland) Restpartij: 1 per 5 ton met een maximum van 20 monsters onderzoek is gericht op ontzenuwen / bevestigen klacht Zusterpartij: 1 per 5 ton met een maximum van 20 monsters per partij Nateelt van rest- of zusterpartij: 1 per 5 ton (nateelt 1e en 2e jr; maximum 20 monsters per partij) Overige partijen: 1 per 25 ton, maximaal 20 monsters per partij BESMETTING INTEGRALE TOETSING Betreffende partij: geen extra bemonstering tenzij traceringsreden b.v. duidelijkheid samengevoegde partij dan 1 per 5 ton, maximaal 20 monsters per partij. Zusterpartij: 1 per 5 ton rekening houdend met NAK-bemonstering; besmetting zo goed mogelijk elimineren + evt. lijnbesmetting aantonen. Indien sprake is van kistenbemonstering geldt een apart protocol Overige partijen op bedrijf(incl consumptie): 1 per 25 ton om na te gaan of sprake is van verdere verspreiding binnen bedrijf, maximaal 20 monsters per partij. INDUSTRIESURVEY Buitenlands materiaal: geen aanvullende. Bemonstering Bovenmaats pootgoed: besmette partij niet meer, tenzij.restpartij 1 per 5 ton en overige partijen van bedrijf 1 per 25 ton, beide maximaal 20 monsters per partij Consumptie: besmette partij niet meer, tenzij. restpartij 1 per 5 ton en overige partijen van bedrijf 1 per 25 ton, beide maximaal 20 monsters per partij Zusterpartij: 1 per 5 ton met een maximum van 20 monsters per partij. TEELTSURVEY Alle aardappelen, dus pootgoed en consumptie op bedrijf: 1 per 25 ton met max. van 20 monsters per partij Zusterpartij: 1 per 5 ton met maximum van 20 monsters per partij. Dit schema geeft richtlijnen voor het bepalen van de bemonsteringsintensiteit bij een traceringsonderzoek bruinrot. Afhankelijk van de specifieke situatie kan van dit schema worden afgeweken. ( bijvoorbeeld bij vragen uit buitenland, specifieke vermoedens enz.) Een bedrijfsbezoek maakt onderdeel uit van het traceringsonderzoek. Om een onderzoek te kunnen uitvoeren naar de zekerheid van de relatie tussen bemonsteringsuitslag en het monster uit een Nederlandse partij worden aan het notificerende land of het land met de verdenking aanvullende vragen gesteld. Versie 1.8 Pagina 15

16 Beslisboom behandelen notificaties van vondsten door andere landen. Versie 1.8 Pagina 16

17 Ontsmettingsmaatregelen tegen Ralstonia solanacearum, veroorzaker van bruinrot in aardappelen. In onderstaand advies worden ontsmettingsmaatregelen beschreven en toegelicht ten behoeve van (1) het voorkomen van een besmetting met de bruinrotbacterie op het bedrijf: preventief ontsmetten; (2) het bestrijden van een geconstateerde of mogelijk geachte bruinrotbesmetting op het bedrijf en het tegengaan van een verspreiding van de bruinrotbacterie. 1. Ontsmettingsmaatregelen om een bruinrotbesmetting te voorkomen Om de introductie en verspreiding van de bruinrotbacterie op het bedrijf of de verspreiding van bruinrot binnen het bedrijf na contact met besmet oppervlaktewater tegen te gaan is ontsmetten een belangrijk element in een goed hygiëneprotocol. Daarnaast is het treffen van ontsmettingsmaatregelen relevant ten aanzien van alle gebruikte transportmiddelen en ten aanzien van alle fust (kisten, kratten, maar ook zakken). Machines, zoals snijmachines, sorteermachines, afzakmachines, voorraadbak van plantmachines, rooimachines en afkiembanden reinigen en ontsmetten met quaternaire ammoniumverbindingen, chloramideverbindingen en perazijnzuur/waterstofperoxideverbindingen. Fust reinigen en ontsmetten met quaternaire ammoniumverbindingen of perazijnzuur/waterstofperoxideverbindingen. Het reinigen en ontsmetten van de betonvloeren en muren van lege opslag- en bewaarplaatsen is mogelijk met quaternaire ammoniumverbindingen of een chloramideverbinding. Handgereedschap kan met perazijnzuur/waterstofperoxideverbindingen worden ontsmet. In Bijlage 1 (pagina 36) zijn ontsmettingsmiddelen en hun toepassing samengevat. Een goed ingerichte spoelplaats helpt mee om alle ruimtes na ontsmetten schoon te houden. Plaats alleen schoon materiaal in de schone ruimtes. Voorafgaand aan het ontsmetten de objecten goed reinigen met heet water, een reinigingsmiddel mag worden toegevoegd. Het grove vuil is dan verwijderd of losgeweekt. Hiermee wordt ervoor gezorgd dat het vervolgens toegepaste ontsmettingsmiddel optimaal zijn werking kan doen. Tijdens het ontsmetten de te behandelen objecten eerst bevochtigen (bij het gebruik van perazijnzuur/ waterstofperoxide), of goed nat maken (bij het gebruik van de andere middelen) en minimaal 5 of 10 minuten laten inwerken, afhankelijk van het gebruikte middel (zie tabel 1). Na het ontsmetten alle materialen goed naspoelen, met warm water, om het achterblijven van ontsmettingsmiddel te voorkomen. Bij gebruik van Menno ter Forte is dit niet nodig. Maak met de ingeschakelde loonwerker of bij het gezamenlijke gebruik van machines met collega telers goede afspraken aangaande reiniging en ontsmetting van alle machines, zoals hierboven omschreven. Controleer de officiële verzegeling van onderlossers en/of het logboek van de vrachtwagen. De voorschriften zijn te vinden op de site van de Nederlandse Aardappel Organisatie ( ). Als de voorschriften niet zijn nageleefd door de transporteur, weiger dan het laden of lossen van aardappelen op het bedrijf. Versie 1.8 Pagina 17

18 Tips voor een optimaal resultaat van ontsmetting: Gebruik een spoelplaats voor reinigen en ontsmetten Eerst goed reinigen, vervolgens ontsmetten Ontsmettingsmiddel moet, afhankelijk van het gebruikte middel (tabel 1) altijd minimaal 5 of 10 minuten inwerken, zorg dat de behandelde oppervlakken of objecten gedurende deze tijd voldoende nat blijven In schone ruimten slechts schone objecten brengen 2. Ontsmetting ná een verdenking of constatering van een bruinrotbesmetting De bacterie kan latent in de knollen aanwezig zijn. Als er na toetsing een besmetting met de bruinrotbacterie wordt gevonden of er verdenking op besmetting (hangende de toetsing) is, dan legt de NVWA maatregelen op. De maatregelen worden onder toezicht van deze Divisie uitgevoerd. Neem contact op met de NVWA en voer in overleg met hen dan hierboven onder punt (1) genoemde ontsmettingsmaatregelen uit. Bij het ontsmetten van een bedrijf na een bruinrotbesmetting dienen alle machines, materialen en gereedschappen ontsmet te worden, die bij de teelt van aardappelen gebruikt zijn of op een andere wijze in contact zijn geweest met het product. Dit is van toepassing op het jaar van de besmetting of in voorgaande jaren. Het is daarbij van belang om secuur na te gaan of er machines, kisten, etc. die gebruikt zijn bij de aardappelteelt (tot 1 jaar terug) tijdelijk elders aanwezig zijn. Deze moeten ook ontsmet worden. Bij een geconstateerde besmetting het spoelwater niet via oppervlaktewater of riool lozen, maar verzamelen en afvoeren naar de vuilverbranding. Alle plantenresten in de opslag-, bewaar- en verwerkingsplaatsen moeten worden vernietigd. Verzamel het plantmateriaal secuur in een lekdichte zak of container, alvorens het naar de vuilverbranding gaat. Daarnaast is het van belang om alle ruimten op het bedrijf die in contact hebben kunnen komen met besmet materiaal (zoals beschadigde knollen, fust, stof en vuil van gedragen kleding en schoeisel etc.) te ontsmetten. Waar dat niet is toegestaan, moeten desbetreffende onderdelen van een ruimte zeer goed met zo heet mogelijk water (95 C) schoon worden gemaakt. Bij heet water behandeling is contacttijd belangrijk om effectieve afdoding te kunnen garanderen (minimaal 15 minuten bij een temperatuur van 70 C tot enkele minuten bij hogere temperaturen). Laarzen, schoenen en kleding die in contact zijn geweest met besmet materiaal weggooien, ontsmetten of zeer heet wassen (95 C). Bij heet water behandeling is contacttijd (minimaal 15 minuten bij een temperatuur van 70 C tot enkele minuten bij hogere temperaturen) belangrijk om effectieve afdoding te kunnen garanderen. Ná handencontact met verdachte knollen geldt ook voor handen goed wassen en ontsmetten voor dat men verder gaat met het werk. Zorg voor kleding (overall en (over-)schoenen/laarzen) die alleen in de verwerkingsruimte wordt gedragen. Zet ontsmettingsbakken voor schoenen neer waar van buiten naar binnen wordt gelopen en gebruik deze ook zorgvuldig. Gebruik kaliloog (ph 14) in de bakken, deze moeten steeds gevuld zijn, vul zonodig bij en ververs regelmatig. Handen wassen (zeep en warm water) bij het betreden van de bedrijfsruimte. Laat slechts mensen op het bedrijf toe die er moeten zijn en houdt deze strikt aan alle maatregelen en het hygiëneprotocol. Versie 1.8 Pagina 18

19 (April 2010/Januari 2012 NVWA Divisie Landbouw & natuur /afdeling Beleid / team Plantgezondheid) Bruinrot en bedrijfshygiëne Gedeeltelijk plicht, gedeeltelijk advies Een aantal bedrijfshygiënische maatregelen wordt opgelegd in een aanzegging. Dit betreft meestal het reinigen en ontsmetten van machines, opslagplaatsen en dergelijke. In dat geval bent u uiteraard verplicht deze maatregelen uit te voeren. Voor het overige adviseert de NVWA altijd de volgende maatregelen te treffen om, in uw eigen belang en dat van uw omgeving, de gevolgen van een (mogelijke) besmetting zo gering mogelijk te houden. Partij Een mogelijk besmette partij moet zoveel mogelijk gescheiden worden gehouden van andere partijen. Moet de partij nog gerooid worden, dan is dit uitvoerbaar. Echter, wanneer een partij reeds in opslag ligt, is het meestal het beste om die daar rustig te laten liggen. In ieder geval niet de partij scheiden van andere partijen door deze uit te schuren en op een ander plaats op te slaan. Door gescheiden opslaan wordt een eventuele overdracht van besmetting van de ene partij naar de andere voorkomen. Ook kan zo iedere partij apart bemonsterd worden. Een besmetverklaring kan dan zo beperkt mogelijk worden opgelegd, terwijl ook beter is na te gaan wat de mogelijke herkomst is van een besmetting, tot hoever deze zich uitstrekt en dergelijke. Machines Alle machines, installaties en gereedschappen waarmee de partij in aanraking geweest kan zijn moeten worden gereinigd (eerst bezemschoon, dan met de hogedrukreiniger) en dan ontsmet worden (bijv. met Halamid). Wanneer nog niet vaststaat wat de bron van besmetting is geweest moet u er hierbij van uitgaan dat de partij al besmet was op het moment dat deze het bedrijf binnenkwam. Dit kan dus ook in een vorig jaar zijn. Aangetoond is dat de bacterie enige tijd kan overleven op metaal, hout, rubber e.d. (enkele weken tot enkele maanden). Hoewel het niet erg waarschijnlijk is dat de bacterie bijvoorbeeld een heel seizoen hierop in leven kan blijven is het beter het zekere voor het onzekere te nemen. Fust, etc. Voor boxen, kisten, zakken en dergelijke geldt hetzelfde als voor machines. Dus, reinigen en ontsmetten, voor alle zekerheid alles wat met de partij in contact geweest kan zijn. Afvalgrond Afvalgrond van inschuren of sorteren kan het beste worden gestort op een vuilstort. Dit is echter lang niet altijd praktisch uitvoerbaar. Terugbrengen naar het perceel van herkomst is daarom een redelijk alternatief. Machines Machines die gebruikt worden om het perceel te bewerken moeten gereinigd en ontsmet worden voordat ze op een ander perceel worden ingezet. Denk ook aan slootkanten maaien, baggeren en dergelijke. Perceel Opslagplanten en andere Solanaceae (o.a. zwarte nachtschade) moeten op alle percelen - bestreden worden. Versie 1.8 Pagina 19

20 Voorwaarden pootgoedteelt (NAK-teelt) in het eerstvolgende jaar na besmetverklaring bruinrot. Op bedrijven waar in een bepaald jaar bruinrot is geconstateerd mag in het daarop volgende jaar geen pootgoed geteeld worden. Binnen de besmette productieplaats 1 (verder te noemen het eigen bedrijf ) mogen alleen aardappelen, die niet bestemd zijn voor wederuitplant, geteeld worden. Wel is er de mogelijkheid om buiten het eigen bedrijf pootgoed te telen. De teler is dan echter wel aan een aantal strikte voorwaarden gebonden. Als algemene regel geldt dat de pootgoedteelt strikt gescheiden moet plaatsvinden van de teelt van overige aardappelen op het eigen bedrijf. De voorwaarden zijn de volgende: Een teler die na het jaar van de besmetting buiten de besmette productieplaats pootgoed wil telen moet hiertoe een verzoek indienen bij de NVWA d.m.v. het invullen van een bedrijfsplan voor de aardappelteelt. Het bedrijfsplan dient tijdig ingediend te worden (liefst vóór 15 maart, maar in ieder geval vóór het poten). Schade door het (te) laat indienen van een plan (indien het afgewezen wordt) is voor rekening van de teler. De voorwaarden die gesteld zijn aan pootgoedteelt zijn de volgende: Het te gebruiken perceel mag niet in het vondstjaar binnen een besmette produktieplaats in gebruik geweest zijn. Dit houdt in dat er op contract geteeld kan worden op een perceel van een ander bedrijf, mits dat bedrijf vrij is van bruinrot / ringrot. Behoort dit niet tot de mogelijkheden dan moet gezocht worden naar nieuwe percelen, bijvoorbeeld huurpercelen, percelen die middels ruilverkaveling zijn verkregen, of percelen die zijn teruggekomen uit de verhuur of verpachting. Er moet bedrijfsvreemd NAK-gecertificeerd uitgangsmateriaal gebruikt worden. Bedrijfshygiënische maatregelen (zie hiervoor protocol bedrijfshygiëne i.v.m. voorkomen ringrotbesmetting) moeten toegepast worden, met speciale aandacht voor het poten, selecteren, oogsten, sorteren. (Eigen) machines en kisten die binnen het eigen bedrijf gebruikt worden mogen niet eerder voor de pootgoedteelt buiten het eigen bedrijf gebruikt worden dan na grondige reiniging en ontsmetting. Dit geldt voor alle machines (grondbewerking, pootmachine, aanaarder, veld- en rijenspuit, loofklapper, rooimachine, inschuur- en sorteeraparatuur, etcetera). Hetzelfde geldt eveneens voor een selectiewagen. Opslag van partijen pootaardappelen op het eigen bedrijf mag, mits: - de gehele bewaarplaats tevoren gereinigd en ontsmet is. De ontsmetting moet minimaal 2 x 24 uur tevoren worden gemeld bij de NVWA (zie de beschikking voor contactgegevens) - de bewaring gescheiden van eventuele overige partijen aardappelen in een aparte opslagplaats gebeurt. Scheiding door middel van een boxwand is niet voldoende. De scheiding moet minimaal bestaan uit een vaste tot boven toe gesloten wand of bijvoorbeeld een rijpad tussen twee gedeelten van de loods; - inschuren en sorteren gebeurt met andere machines dan die voor eventuele overige partijen aardappelen gebruikt zijn, tenzij tussendoor wordt gereinigd en ontsmet (zie ook punt Machines). 1 In dit verband wordt een productieplaats als volgt gedefinieerd: Een productieplaats is een perceel of verzameling percelen die behoren tot één economische eenheid waarop gemeenschappelijk machinegebruik plaatsvindt. Dit houdt in dat alle percelen waarop binnen het bedrijf, maatschap, of andere economische eenheid dezelfde machines worden gebruikt onder het begrip productieplaats vallen. Versie 1.8 Pagina 20

21 Opslag in kisten mag in eigen kisten mits deze gereinigd en ontsmet zijn. Verder gelden dezelfde eisen als hierboven. Het bedrijfsplan wordt beoordeeld door de NVWA. Wordt alles in orde bevonden, dan zal schriftelijk toestemming voor pootgoedteelt verleend worden. Handelwijze om toestemming te verkrijgen voor pootgoedteelt in het eerste jaar na de besmetting van bruinrot. Bedrijfsplan De teler moet een bedrijfsplan opstellen waarin omschreven staat hoe deze pootgoedteelt georganiseerd wordt. Zie voor de verschillende aspecten van dit bedrijfsplan het bijgevoegde formulier. Oordeel NVWA Op basis van dit formulier beoordeelt de NVWA het bedrijfsplan. Is dit in orde dan verleent de NVWA toestemming voor de pootgoedteelt. Toezicht NVWA De NVWA zal gedurende het teeltseizoen, de oogst en de opslagfase steekproefsgewijze toezicht houden om te kunnen vaststellen of door de teler aan de vastgestelde voorwaarden wordt voldaan. Overtredingen kunnen ertoe leiden dat de partijen de pootgoedbestemming verliezen. Tijdig indienen van het bedrijfsplan, zo mogelijk vóór 15 maart van het teeltjaar volgend op de besmetting, maar in ieder geval vóór het poten is noodzakelijk. Schade door het (te) laat indienen van een plan (indien het afgewezen wordt) is voor rekening van de teler. Versie 1.8 Pagina 21

22 Bedrijfsplan Door middel van dit formulier verzoekt ondergetekende om toestemming voor de teelt van pootaardappelen op de locatie en wijze zoals in dit formulier aangegeven. Algemeen Naam Adres Woonplaats Telefoon De pootaardappelen worden geteeld op naam van : NAK-nr: Versie 1.8 Pagina 22

23 Perceel oppervlakte: ha, are Adres : kadastraal gemeente: sectie : nummer: topografisch kaartnr.: perceelsnr.: kavelnr.: gehuurd/gepacht van : (indien niet van toepassing hoe is dan het perceel verkregen: ) Uitgangsmateriaal ras: hoeveelheid: kg klasse: sortering: mm wordt betrokken van (telernummer): Perceel oppervlakte: ha, are Adres : kadastraal gemeente: sectie : nummer: topografisch kaartnr.: perceelsnr.: kavelnr.: gehuurd/gepacht van : (indien niet van toepassing hoe is dan het perceel verkregen: ) Uitgangsmateriaal ras: hoeveelheid: kg klasse: sortering: mm wordt betrokken van (telernummer): Perceel oppervlakte: ha, are Adres : kadastraal gemeente: sectie : nummer: topografisch kaartnr.: perceelsnr.: kavelnr.: Versie 1.8 Pagina 23

24 gehuurd/gepacht van : (indien niet van toepassing hoe is dan het perceel verkregen: ) Uitgangsmateriaal ras: hoeveelheid: kg klasse: sortering: mm wordt betrokken van (telernummer): Selecteren De selectiewerkzaamheden worden uitgevoerd door: Machines Machinegebruik op het pootgoedperceel is gescheiden van machinegebruik op het eigen bedrijf door: loonwerk op het pootgoedperceel / gebruik van machines van collega op het pootgoedperceel / anderszins, nl.: N.B. Indien machines van een collega worden gebruikt, moet bij de aanvraag de handtekening van de eigenaar voor akkoord worden vermeld. Indien de activiteit in loonwerk wordt uitgevoerd, dient de nota na afloop van het seizoen te worden overlegd. Te gebruiken van: (naam akkerbouwer / handtekening eigenaar Machine: loonwerker aangeven) voor akkoord 1) : Grondbewerking (kunst)meststrooier Pootbedbereiding Pootmachine Aanaarder/frees Spuitmachines Rijenspuit Selecteerwagen Loofklapper/looftrekker Rooimachine Versie 1.8 Pagina 24

Informatiepakket bruinrot

Informatiepakket bruinrot Informatiepakket bruinrot LN07-26BR 02-22 Informatiepakket bruinrot In dit document is informatie over voor een ieder die geconfronteerd wordt met een verdenking of besmetting met bruinrot in aardappelen.

Nadere informatie

Informatiedocument ringrot

Informatiedocument ringrot Informatiedocument ringrot Tab 26 02-23 Informatiedocument ringrot In dit pakket is achtergrondinformatie over ringrot opgenomen, bestemd voor een ieder die met ringrot te maken heeft. INHOUD Voorwoord

Nadere informatie

Voorkomen is beter dan genezen

Voorkomen is beter dan genezen Voorkomen is beter dan genezen Ringrot op Goeree Overflakkee en hiermee samenhangend Frans Janssen Henk Hendriks Voorkomen is beter dan genezen 26 november 2012 Inhoud Ringrot Traceringsonderzoek Melodylijn

Nadere informatie

Toelichting traceringonderzoek Agrialijn Frans Janssen NVWA

Toelichting traceringonderzoek Agrialijn Frans Janssen NVWA Toelichting traceringonderzoek Agrialijn 2012 Frans Janssen NVWA Onderwerpen Ringrot Stand van zaken traceringsonderzoek Situatie Flevoland Situatie Goeree Overflakkee Maatregelen Toetsing Preventie 3

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9822 7 juni 2011 Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 30 mei 2011, nr. 208952,

Nadere informatie

PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.3 RICHTLIJNEN CENTRALE BEWERKER

PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.3 RICHTLIJNEN CENTRALE BEWERKER Pagina 1 van 6 PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.3 RICHTLIJNEN CENTRALE BEWERKER Deze code is opgesteld door de Pootaardappel Contact Commissie (PCC = samenwerkingsverband LTO-NAO). Hoewel deze code met de

Nadere informatie

PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.2 RICHTLIJNEN CENTRALE VERWERKER

PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.2 RICHTLIJNEN CENTRALE VERWERKER Pagina 1 van 6 PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.2 RICHTLIJNEN CENTRALE VERWERKER Deze code is opgesteld door de Pootaardappel Contact Commissie (PCC = samenwerkingsverband LTO-NAO). Hoewel deze code met de

Nadere informatie

PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.2 RICHTLIJNEN HANDELAAR

PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.2 RICHTLIJNEN HANDELAAR Pagina 1 van 5 PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.2 RICHTLIJNEN HANDELAAR Deze code is opgesteld door de Pootaardappel Contact Commissie (PCC = samenwerkingsverband LTO-NAO). Hoewel deze code met de grootst

Nadere informatie

PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.2 RICHTLIJNEN POOTGOEDTELER

PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.2 RICHTLIJNEN POOTGOEDTELER Pagina 1 van 10 PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.2 RICHTLIJNEN POOTGOEDTELER Deze code is opgesteld door de Pootaardappel Contact Commissie (PCC = samenwerkingsverband LTO-NAO). Hoewel deze code met de grootst

Nadere informatie

PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.3 RICHTLIJNEN POOTGOEDTELER

PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.3 RICHTLIJNEN POOTGOEDTELER Pagina 1 van 10 PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.3 RICHTLIJNEN POOTGOEDTELER Deze code is opgesteld door de Pootaardappel Contact Commissie (PCC = samenwerkingsverband LTO-NAO). Hoewel deze code met de grootst

Nadere informatie

PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.4 RICHTLIJNEN POOTGOEDTELER

PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.4 RICHTLIJNEN POOTGOEDTELER Pagina 1 van 11 PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.4 RICHTLIJNEN POOTGOEDTELER Deze code is opgesteld door de Pootaardappel Contact Commissie (PCC = samenwerkingsverband LTO-NAO). Hoewel deze code met de grootst

Nadere informatie

Maatregelen Ringrot (Clavibacter michiganensis spp. sepedonicus) Aardappelen, percelen, materiaal (Richtlijn 93/85/EC)

Maatregelen Ringrot (Clavibacter michiganensis spp. sepedonicus) Aardappelen, percelen, materiaal (Richtlijn 93/85/EC) p. 1 Maatregelen Ringrot (Clavibacter michiganensis spp. sepedonicus) Aardappelen, percelen, materiaal (Richtlijn 93/85/EC) 1. BESMET VERKLAARDE AARDAPPELEN. 1.1. Mogen niet uitgeplant en mogen niet getransporteerd

Nadere informatie

Introductiedocument PCC Hygiëneprotocol Ringrot 2.2

Introductiedocument PCC Hygiëneprotocol Ringrot 2.2 Introductiedocument PCC Hygiëneprotocol Ringrot 2.2 Inleiding Naar aanleiding van een aantal grote uitbraken van ringrot in de afgelopen jaren hebben LTO en de NAO via het samenwerkingsverband Pootaardappelen

Nadere informatie

Compartimenteringsprotocol aardappelkweekbedrijf

Compartimenteringsprotocol aardappelkweekbedrijf Compartimenteringsprotocol aardappelkweekbedrijf Inhoudsopgave Doelstelling... 2 1. Algemene eisen... 2 1.1 Kwaliteitssysteem... 2 1.2 Compartimenteringsplan... 2 1.3 Administratie... 2 1.4 Toezicht door

Nadere informatie

DE KEURING VAN POOTAARDAPPELEN

DE KEURING VAN POOTAARDAPPELEN DE KEURING VAN POOTAARDAPPELEN De omstandigheden in Nederland, zoals klimaat en grondsoort, zijn zeer geschikt voor het telen van pootaardappelen. Daarnaast is het vakmanschap van de Nederlandse telers

Nadere informatie

AANWIJZING PA-07 NACONTROLE POOTAARDAPPELEN 2017

AANWIJZING PA-07 NACONTROLE POOTAARDAPPELEN 2017 AANWIJZING PA-07 NACONTROLE POOTAARDAPPELEN 2017 De vaste commissie voor pootaardappelen heeft op basis van artikel 11.3 van het keuringsreglement de volgende aanwijzingen vastgesteld voor de uitvoering

Nadere informatie

Toelichting aanvraag AM onderzoek (1 juli juni 2018) op vrije grond.

Toelichting aanvraag AM onderzoek (1 juli juni 2018) op vrije grond. U kunt officieel AM-onderzoek ook digitaal aanvragen via het NAK-Loket. Als u dit doet, wordt u automatisch langs keuzemenu s geleid, uw aanvraag wordt sneller verwerkt en u behoudt overzicht over al uw

Nadere informatie

Ingangscontrole PSTVd kweekmateriaal aardappel 2015. Gebaseerd op het Compartimenteringsprotocol aardappelkweekbedrijf van de NVWA

Ingangscontrole PSTVd kweekmateriaal aardappel 2015. Gebaseerd op het Compartimenteringsprotocol aardappelkweekbedrijf van de NVWA Protocol NAK Ingangscontrole PSTVd kweekmateriaal aardappel 2015 Gebaseerd op het Compartimenteringsprotocol aardappelkweekbedrijf van de NVWA Inhoudsopgave 1. Begrippen... 2 2. Doel en toepassing... 2

Nadere informatie

Vertegenwoordigd door : Bedrijfslocatie :

Vertegenwoordigd door : Bedrijfslocatie : Catharijnesingel 59 3511 GG Utrecht Postbus 43006 3540 AA Utrecht www.nvwa.nl Contactpersoon Antoon Hermans Aardappeltarragrond T 088 223 11 45 M 065 318 25 49 F 088 223 33 34 a.t.j.hermans@minlnv.nl 3

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen AANGIFTE PRODUCTIE HOEVEPOOTGOED (Indienen bij de Provinciale controle-eenheid vóór 31 mei, latere wijzigingen vóór 15 februari) I.A. Naam: (van de vestigingseenheid): Adres: VAK I. Identificatie vermeerderaar

Nadere informatie

Hygiëneprotocol Ringrot Versie 2.0

Hygiëneprotocol Ringrot Versie 2.0 Hygiëneprotocol Ringrot Versie 2.0 Dit hygiëneprotocol Ringrot geeft aan welke preventieve maatregelen de Nederlandse pootaardappelketen hanteert om de risico s van introductie en verspreiding van ringrot

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Agro Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den

Nadere informatie

HANDBOEK EENVOUDIGE REINIGINGS- EN ONTSMETTINGSPLAATS VERGUNNINGHOUDER

HANDBOEK EENVOUDIGE REINIGINGS- EN ONTSMETTINGSPLAATS VERGUNNINGHOUDER Versie 1.0 Pagina 1 van 6 HANDBOEK EENVOUDIGE REINIGINGS- EN ONTSMETTINGSPLAATS EN VERGUNNINGHOUDER INHOUDSOPGAVE paginanummer - VOORWOORD...2 - EENVOUDIGE R&O-PLAATS...3 - INRICHTINGSEISEN..3 - PROTOCOL...3

Nadere informatie

Ir Walter VAN ORMELINGEN

Ir Walter VAN ORMELINGEN Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Interpom 29/11/2010 Ir Walter VAN ORMELINGEN Ir David MICHELANTE Disclaimer ivm de voorgestelde slides: Alleen de belangrijkste aspecten worden

Nadere informatie

Beoordeeld hebbende de aanvraag van <datum> van <naam en adres bedrijf>;

Beoordeeld hebbende de aanvraag van <datum> van <naam en adres bedrijf>; > Retouradres Postbus 9102 6700 HC Wageningen XXX XXX Sapderogatieweg 2106 11 XX 2016 Plaats Geertjesweg 15 6706 EA Wageningen Postbus 9102 6700 HC Wageningen www.nvwa.nl Contactpersoon T 0317 496911 planningfytogwb@nvwa.nl

Nadere informatie

ECLI:NL:CBB:2005:AU4645

ECLI:NL:CBB:2005:AU4645 ECLI:NL:CBB:2005:AU4645 Instantie Datum uitspraak 04-10-2005 Datum publicatie 20-10-2005 Zaaknummer AWB 04/63 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven

Nadere informatie

HYGIENE PROTOCOL XANTHOMONAS FRAGARIAE Hoe houd ik mijn bedrijf schoon en hoe voorkom ik interne verspreiding.

HYGIENE PROTOCOL XANTHOMONAS FRAGARIAE Hoe houd ik mijn bedrijf schoon en hoe voorkom ik interne verspreiding. HYGIENE PROTOCOL XANTHOMONAS FRAGARIAE Hoe houd ik mijn bedrijf schoon en hoe voorkom ik interne verspreiding. Inleiding Dit Hygiëne Protocol geeft handvaten om goed om te gaan met de risico s van Xanthomonas

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

Verificatielijst specifieke eisen voor slachthuis pluimvee en lagomorfen

Verificatielijst specifieke eisen voor slachthuis pluimvee en lagomorfen Verificatielijst specifieke eisen voor slachthuis pluimvee en lagomorfen Divisie Veterinair & import Catharijnesingel 59 3511 GG Utrecht Postbus 43006 3540 AA Utrecht www.nvwa.nl Versie 1.0 Vraag Voldoet

Nadere informatie

Het bepaalde in deze beschikking is niet van toepassing op:

Het bepaalde in deze beschikking is niet van toepassing op: MINISTERIËLE BESCHIKKING met algemene werking van de 24ste september 1999 als bedoeld in artikel 3, zevende lid, van de Warenlandsverordening (P.B. 1997, no.334) ter uitvoering van artikel 11, derde lid,

Nadere informatie

Controlelijst: SI Erkenningverl. en -onderhoud Versie 1 januari 2019 Eigenaar: TO Slachtplaatsen

Controlelijst: SI Erkenningverl. en -onderhoud Versie 1 januari 2019 Eigenaar: TO Slachtplaatsen In de onderstaande inspectielijst zijn alleen de inspectievragen opgenomen die betrekking hebben op erkenningonderhoud. Deze inspectie wordt jaarlijks uitgevoerd bij alle slachthuizen inclusief wildbewerkingsinrichtingen.

Nadere informatie

ECLI:NL:CBB:2004:AR6631

ECLI:NL:CBB:2004:AR6631 ECLI:NL:CBB:2004:AR6631 Instantie Datum uitspraak 23-11-2004 Datum publicatie 30-11-2004 College van Beroep voor het bedrijfsleven Zaaknummer AWB 03/1118,03/1119,03/1120 en 03/1121 Rechtsgebieden Bijzondere

Nadere informatie

Vragen over het Erwina-onderzoek

Vragen over het Erwina-onderzoek Klik op een vraag hieronder om naar het antwoord te gaan. 1. Wat is het doel van het onderzoek in stammen, klasse S?... 2 2. Wie betaalt dit onderzoek in stammen?... 2 3. Op welke bacteriën wordt getoetst?...

Nadere informatie

Tabellenboek Naleefmonitor grote pluimveeslachterijen (Gemiddelde naleving in de periode 1 juli juni 2018)

Tabellenboek Naleefmonitor grote pluimveeslachterijen (Gemiddelde naleving in de periode 1 juli juni 2018) (e naleving in de periode 1 juli 201530 juni 2018) Datum: 22102018 Versie: 1 (definitief) Introductie De NVWA heeft haar toezicht op de aangescherpt. Deze Naleefmonitor geeft de naleving van de geldende

Nadere informatie

Lelystad * Beschikking d.d. 10 mei 2012 Omgevingsvergunning L gemeente. Lisdoddeweg 36 oprichten van een aardappelopslag

Lelystad * Beschikking d.d. 10 mei 2012 Omgevingsvergunning L gemeente. Lisdoddeweg 36 oprichten van een aardappelopslag gemeente Lelystad * Beschikking d.d. 10 mei 2012 Omgevingsvergunning L20110290 Lisdoddeweg 36 oprichten van een aardappelopslag Gemeente Lelystad Stadhuisplein 2 Postbus 91 8200 AB Lelystad U 0320 www.lelystad.nl

Nadere informatie

Voorwaarden voor het niet splitsen van varkenskarkassen voor de postmortemkeuring. code RA-81 versie 04 ingangsdatum pag.

Voorwaarden voor het niet splitsen van varkenskarkassen voor de postmortemkeuring. code RA-81 versie 04 ingangsdatum pag. code RA-81 versie 04 ingangsdatum 01-05-2017 pag. 1 van 7 versie datum toelichting 02 07-12-2011 Update werkvoorschrift 03 24-02-2015 Revisie werkvoorschrift 04 01-05-2017 Update werkvoorschrift 1 ONDERWERP

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 28.02.2006 COM(2006) 89 definitief Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren (door de Commissie ingediend)

Nadere informatie

De keuring van pootaardappelen

De keuring van pootaardappelen De keuring van pootaardappelen De omstandigheden in Nederland, zoals klimaat en grondsoort, zijn zeer geschikt voor het telen van pootaardappelen. Daarnaast is het vakmanschap van de Nederlandse telers

Nadere informatie

Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres :... C NC Punten NA. 1.

Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres :... C NC Punten NA. 1. Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres :...... IEC 2507 GIP voor de invoer van levende dieren of dierlijke producten of aan een dergelijke

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Beleidskader intrekken erkenning als Jobcoachorganisatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Beleidskader intrekken erkenning als Jobcoachorganisatie STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13672 27 mei 2013 Beleidskader intrekken erkenning als Jobcoachorganisatie Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Nadere informatie

code NVWA_WIEP_004 versie 01 ingangsdatum 04-08-2014 pag. 1 van 8 Wijzigingen ten opzichte van eerdere versie

code NVWA_WIEP_004 versie 01 ingangsdatum 04-08-2014 pag. 1 van 8 Wijzigingen ten opzichte van eerdere versie code NVWA_WIEP_004 versie 01 ingangsdatum 04-08-2014 pag. 1 van 8 Goedkeuring Versie datum 01 20-05-2014 Wijzigingen ten opzichte van eerdere versie Deze instructie is de omzetting van de IB-SPEC-22 door

Nadere informatie

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres :

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : IEC 151 Grensinspectiepost voor de invoer van levende dieren of dierlijke producten of aan een dergelijke

Nadere informatie

Aanvraagformulier rioolaansluiting

Aanvraagformulier rioolaansluiting Aanvraagformulier rioolaansluiting Gemeente Gouda T.a.v. afdeling Beheer Openbare Ruimte Postbus 1086 2800 BB Gouda Raadpleeg de toelichting aan het einde van het aanvraagformulier als u uitleg wenst over:

Nadere informatie

NCAE. Toelichting handelsnormen voor eieren - verzamelaars november 2013

NCAE. Toelichting handelsnormen voor eieren - verzamelaars november 2013 1 TOELICHTING HANDELSNORMEN VOOR EIEREN VERZAMELAARS Inhoud 1 Algemeen 2 Vergunning / registratie 3 Ontvangst, transportverpakking, begeleidend document eieren 4 Intraverkeer van eieren 5 Merken van de

Nadere informatie

Naam protocol: Vervoer pluimvee naar slachthuis Versie: 1.12

Naam protocol: Vervoer pluimvee naar slachthuis Versie: 1.12 Pagina: 1 van 5 Opgesteld door: AVINED Postbus 2703 3430 GC Nieuwegein info@avined.nl www.avined.nl NEPLUVI Postbus 331 3990 GC Houten info@nepluvi.nl www.nepluvi.nl Pagina: 2 van 5 1 Algemeen 1.1 Achtergrond

Nadere informatie

Rapportage gewasbescherming Inspectieresultaten boomteelt/vaste planten

Rapportage gewasbescherming Inspectieresultaten boomteelt/vaste planten Rapportage gewasbescherming Inspectieresultaten boomteelt/vaste planten Datum December 2015 Colofon Inspectieresultaten Boomteelt/vaste planten Gewasbescherming Divisie Landbouw & natuur Catharijnesingel

Nadere informatie

Wetgeving voor planten met aanhangende grond m.i.v. 1 Sep NVWA 12 juni 2019 Marja van der Straten

Wetgeving voor planten met aanhangende grond m.i.v. 1 Sep NVWA 12 juni 2019 Marja van der Straten Wetgeving voor planten met aanhangende grond m.i.v. 1 Sep. 2019 NVWA 12 juni 2019 Marja van der Straten 1 Achtergrond Inhoud 2 Uitleg gewijzigde eis 3 Bijschrijving op het certificaat 4 Hoe gaan we controleren

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De overwegingen om te komen tot dit besluit staan in de bijlage welke een onderdeel is van dit besluit.

Omgevingsvergunning. De overwegingen om te komen tot dit besluit staan in de bijlage welke een onderdeel is van dit besluit. Omgevingsvergunning Burgemeester en wethouders van de gemeente Molenwaard hebben op 18 april 2017 van de heer J. de Vries een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het vergroten van de schuur,

Nadere informatie

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, Gelet op de artikelen 17 en 31 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren; BESLUIT:

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, Gelet op de artikelen 17 en 31 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren; BESLUIT: MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 30 januari 2009, nr. TRCJZ/2009/244, houdende wijziging van de Regeling tijdelijke

Nadere informatie

NAO-PROTOCOL KETENGARANTIE ONGEWASSEN CONSUMPTIEAARDAPPELEN PILOT RUSLAND

NAO-PROTOCOL KETENGARANTIE ONGEWASSEN CONSUMPTIEAARDAPPELEN PILOT RUSLAND NAO-PROTOCOL KETENGARANTIE ONGEWASSEN CONSUMPTIEAARDAPPELEN PILOT RUSLAND Met ingang van maandag 18 april 2011 zullen door nvwa Divisie Plant en NAK in beginsel alleen consumptie-aardappelen worden gecertificeerd

Nadere informatie

Landbouwkwaliteitswet : Landbouwkwaliteitswet; Landbouwkwaliteitsregeling : Landbouwkwaliteitsregeling 2007;

Landbouwkwaliteitswet : Landbouwkwaliteitswet; Landbouwkwaliteitsregeling : Landbouwkwaliteitsregeling 2007; Het bestuur van de Stichting Bloembollenkeuringsdienst heeft, gelet op het bepaalde in artikel 10 lid 2 van de Landbouwkwaliteitswet, in zijn vergadering van 9 april 2013 vastgesteld het navolgende reglement,

Nadere informatie

Hygiëneprotocol Dahlia PSTVd. P.J. van Leeuwen

Hygiëneprotocol Dahlia PSTVd. P.J. van Leeuwen Hygiëneprotocol Dahlia PSTVd P.J. van Leeuwen Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen, boomkwekerij en fruit PPO nr. 32 361815 00/PT nr. 14760.02 oktober

Nadere informatie

Controleer of het Nederlandse verzamelcentrum een procedure heeft voor de beoordeling van kalveren op genoemde aandoeningen en ook toepast.

Controleer of het Nederlandse verzamelcentrum een procedure heeft voor de beoordeling van kalveren op genoemde aandoeningen en ook toepast. Het bestuur van De Stichting Brancheorganisatie Kalversector heeft, gelet op artikel 13 van de Algemene Voorwaarden IKB Vleeskalveren 2008 Blanke Vleeskalveren en de Algemene Voorwaarden IKB Vleeskalveren

Nadere informatie

De keuring van pootaardappelen

De keuring van pootaardappelen De keuring van pootaardappelen Nederlandse Algemene Keuringsdienst De omstandigheden in Nederland, zoals klimaat en grondsoort, zijn zeer geschikt voor het telen van pootaardappelen. Daarnaast is het vakmanschap

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot erkenning-/registratievoorwaarden van opslagbedrijven van dierlijke bijproducten en afgeleide producten die niet

Nadere informatie

titel Overdracht werkzaamheden pluimvee- en konijnenslachthuizen code PA-40 versie 9 ingangsdatum pag. 1 van 6

titel Overdracht werkzaamheden pluimvee- en konijnenslachthuizen code PA-40 versie 9 ingangsdatum pag. 1 van 6 code PA-40 versie 9 ingangsdatum 13-09-2018 pag. 1 van 6 versie datum toelichting 7 20-09-2011 Splitsen van het overdracht deel van de PM keuring en het toezicht op de bedrijfskeurders. Dit voorschrift

Nadere informatie

MELDINGSFORMULIER HOOFDSTUK 5.5 VERORDENING NATUUR EN LANDSCHAP PROVINCIE UTRECHT 2017 (VNL), VELLEN VAN BOMEN

MELDINGSFORMULIER HOOFDSTUK 5.5 VERORDENING NATUUR EN LANDSCHAP PROVINCIE UTRECHT 2017 (VNL), VELLEN VAN BOMEN MELDINGSFORMULIER MELDINGSFORMULIER HOOFDSTUK 5.5 VERORDENING NATUUR EN LANDSCHAP PROVINCIE UTRECHT 2017 (VNL), VELLEN VAN BOMEN Melding op grond van artikel 5.5.4 van het voornemen om een houtopstand

Nadere informatie

Infoblad dierlijke bijproducten in de eiersector

Infoblad dierlijke bijproducten in de eiersector Infoblad dierlijke bijproducten in de eiersector Wettelijk kader Verordening (EG) nr. 1069/2009, tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.3.2019 C(2019) 1922 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 14.3.2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

Toelatingsvoorwaarden voor opslagbedrijven voor producten afkomstig van categorie 2- en 3 materiaal

Toelatingsvoorwaarden voor opslagbedrijven voor producten afkomstig van categorie 2- en 3 materiaal Toelatingsvoorwaarden voor opslagbedrijven voor producten afkomstig van categorie 2- en 3 materiaal Bijlage III.7.1. bij het koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels

Nadere informatie

Hygiëne protocol voor chauffeurs bij laden en lossen

Hygiëne protocol voor chauffeurs bij laden en lossen Hygiëne protocol voor chauffeurs bij laden en lossen Vervoersmiddel De transporteur/chauffeur zorgt ervoor dat het vervoermiddel grondig gereinigd en ontsmet is na het laatste gebruik voordat op een varkensbedrijf

Nadere informatie

DUURZAAMHEIDSCERTIFICAAT VEZELHENNEP, VRAGEN EN ANTWOORDEN

DUURZAAMHEIDSCERTIFICAAT VEZELHENNEP, VRAGEN EN ANTWOORDEN DUURZAAMHEIDSCERTIFICAAT VEZELHENNEP, VRAGEN EN ANTWOORDEN 22 januari 2018 1. Wat is het duurzaamheidscertificaat vezelhennep? Het duurzaamheidscertificaat vezelhennep is gebaseerd op een certificatieschema,

Nadere informatie

DUURZAAMHEIDSCERTIFICAAT VEZELHENNEP, VRAGEN EN ANTWOORDEN

DUURZAAMHEIDSCERTIFICAAT VEZELHENNEP, VRAGEN EN ANTWOORDEN DUURZAAMHEIDSCERTIFICAAT VEZELHENNEP, VRAGEN EN ANTWOORDEN 1. Wat is het duurzaamheidscertificaat vezelhennep? 8 mei 2019 Het duurzaamheidscertificaat vezelhennep is gebaseerd op een certificatieschema,

Nadere informatie

uitspraak van de voorzieningenrechter van 22 december 2016 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

uitspraak van de voorzieningenrechter van 22 december 2016 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen ECLI:NL:CBB:2016:406 Instantie College van Beroep voor het bedrijfsleven Datum uitspraak 22-12-2016 Datum publicatie 09-01-2017 Zaaknummer 16/717 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Voorlopige

Nadere informatie

Onderzoeksresultaten betreffende oorsprong en overleving van Erwinia. voor Expertisegroep Erwinia Friesland 13 december 2010.

Onderzoeksresultaten betreffende oorsprong en overleving van Erwinia. voor Expertisegroep Erwinia Friesland 13 december 2010. Onderzoeksresultaten betreffende oorsprong en overleving van Erwinia voor Expertisegroep Erwinia Friesland 13 december 2010 Henk Velvis Aandachtspunten Ziektebeelden Invalspoorten voor Erwinia Overleving

Nadere informatie

Veelgestelde vragen Digitale aangifte pootaardappelen

Veelgestelde vragen Digitale aangifte pootaardappelen In het aangifteprogramma bevindt zich ook een uitgebreide Handleiding. (Klik hieronder met uw linker muisknop op een categorie/vraag) Veelgestelde vragen over stap 1 Voorregistratie stammen Veelgestelde

Nadere informatie

DG CONTROLEBELEID. Directie Plantenbescherming en Veiligheid van de Plantaardige Productie

DG CONTROLEBELEID. Directie Plantenbescherming en Veiligheid van de Plantaardige Productie DG CONTROLEBELEID Directie Plantenbescherming en Veiligheid van de Plantaardige Productie NIEUWE PROCEDURE VOOR FYTOSANITAIRE INVOERCONTROLE Sinds 1 januari 2005 is de wetgeving over de fytosanitaire invoercontroles

Nadere informatie

Informatie Besmetverklaring Aardappelmoeheid (AM)

Informatie Besmetverklaring Aardappelmoeheid (AM) Informatie Besmetverklaring Aardappelmoeheid (AM) Toelichting op de regels die gelden voor een terrein, waarop de NVWA een besmetverklaring aardappelmoeheid heeft opgelegd. Actueel: bestrijdingsmaatregelen:

Nadere informatie

Reinigen met (heet) water onder druk / Stralen

Reinigen met (heet) water onder druk / Stralen Factsheet 3: Reinigen met (heet) water onder druk / Stralen Met deze factsheet kan bepaald worden welke reinigingsmethode gebruikt wordt en wat de geldende milieuregels, zoals benoemd in het voorblad,

Nadere informatie

titel Voorschrift Destructieadministratie code NVWA_WIEP_005 versie 3 ingangsdatum pag. 1 van 7

titel Voorschrift Destructieadministratie code NVWA_WIEP_005 versie 3 ingangsdatum pag. 1 van 7 code NVWA_WIEP_005 versie 3 ingangsdatum 29-06-2018 pag. 1 van 7 Versie Goedkeuring datum Wijzigingen ten opzichte van eerdere versie 03 29-06-2018 terugtrekking douane verwerkt, melden formulieren, dossiervorming

Nadere informatie

SPECIMEN BANJO FORTE. 10 L Banjo is een geregistreerd handelsmerk. Fungicide. Krachtig tegen phytophthora, beschermend voor blad en knol

SPECIMEN BANJO FORTE. 10 L Banjo is een geregistreerd handelsmerk. Fungicide. Krachtig tegen phytophthora, beschermend voor blad en knol BANJO FORTE Fungicide Krachtig tegen phytophthora, beschermend voor blad en knol Werkzame stof: Dimethomorf 200 g/l (17,0 % w/w) Fluazinam 200 g/l (17,0 % w/w) Aard van het preparaat: Suspensie concentraat

Nadere informatie

Op dit document zijn de definities van de Algemene Voorwaarden IKB Rund van toepassing.

Op dit document zijn de definities van de Algemene Voorwaarden IKB Rund van toepassing. Op dit document zijn de definities van de Algemene Voorwaarden IKB Rund van toepassing. 1. DOEL DOCUMENT Dit document is een bijlage bij de Regeling IKB Rund (hierna te noemen de Regeling ) en bevat de

Nadere informatie

Handhavingsprogramma Keuringen Naktuinbouw 2015

Handhavingsprogramma Keuringen Naktuinbouw 2015 Handhavingsprogramma Keuringen Naktuinbouw 2015 Aan : Keurmeesters, administratie en managers van de afdeling Keuringen Van : Ron Bleijswijk Datum : 30 maart 2015 Inleiding: In 2014 zijn wij binnen de

Nadere informatie

FAQ - Sectorgids autocontrole van de aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie

FAQ - Sectorgids autocontrole van de aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie PB 07 FAQ (G-033) REV 1 2009-1/8 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Sectorgids autocontrole van de aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie

Nadere informatie

BIJLAGE 1: CHECKLIST AANVRAAG ERKENNING IN HET KADER VAN VERORDENING EG Nr. 1774/2002 ART COMPOSTEERINSTALLATIES

BIJLAGE 1: CHECKLIST AANVRAAG ERKENNING IN HET KADER VAN VERORDENING EG Nr. 1774/2002 ART COMPOSTEERINSTALLATIES BIJLAGE 1: CHECKLIST AANVRAAG ERKENNING IN HET KADER VAN VERORDENING EG Nr. 1774/2002 ART. 15 - COMPOSTEERINSTALLATIES 1. Algemeen 1.1 Beschikt het bedrijf over een milieuvergunning? 0 JA * 0 NEEN * Indien

Nadere informatie

Leegstandverordening Maassluis 2017.

Leegstandverordening Maassluis 2017. De raad van de gemeente - Maassluis-, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 mei 2017 gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Leegstandwet; overwegende

Nadere informatie

Gewasbeschermingsmonitor

Gewasbeschermingsmonitor Gewasbeschermingsmonitor Algemene informatie Gewasbeschermingsmonitor vervangt gewasbeschermingsplan Bij de gewasbeschermingsmonitor gaat het om diverse teeltmaatregelen. Denk hierbij aan teeltfrequentie

Nadere informatie

TRA 3255 Uitsnijderij van vlees van als landbouwhuisdier gehouden hoefdieren - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE (VERHOOGDE FREQUENTIE) [3255] v1

TRA 3255 Uitsnijderij van vlees van als landbouwhuisdier gehouden hoefdieren - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE (VERHOOGDE FREQUENTIE) [3255] v1 Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : TRA 255 Uitsnijderij van vlees van als landbouwhuisdier gehouden hoefdieren - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De overwegingen om te komen tot dit besluit staan in de bijlage welke een onderdeel is van dit besluit.

Omgevingsvergunning. De overwegingen om te komen tot dit besluit staan in de bijlage welke een onderdeel is van dit besluit. Omgevingsvergunning Burgemeester en wethouders van de gemeente Molenwaard hebben op 23 februari 2015 van Van der Wal o.g. Beheer B.V. een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het verbouwen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 45809 30 augustus 2016 Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 29 augustus 2016, nr. 16128661, houdende

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 173/42 VERORDENING (EU) 2019/1091 VAN DE COMMISSIE van 26 juni 2019 tot wijziging van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de voorschriften voor

Nadere informatie

PRI 3238 Fabrieksvaartuig (garnalenkotters) - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIËNE [3238] v1

PRI 3238 Fabrieksvaartuig (garnalenkotters) - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIËNE [3238] v1 Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : PRI 28 Fabrieksvaartuig (garnalenkotters) - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIËNE [28] v1 C: conform NC:

Nadere informatie

AANWIJZING ZZ-13 ERKENNING VAN CERTIFICERING DOOR BEDRIJVEN 2015-2016

AANWIJZING ZZ-13 ERKENNING VAN CERTIFICERING DOOR BEDRIJVEN 2015-2016 AANWIJZING ZZ-13 ERKENNING VAN CERTIFICERING DOOR BEDRIJVEN 2015-2016 De vaste commissie voor zaaizaden heeft de volgende aanwijzingen vastgesteld voor de erkenning van certificering door bedrijven. De

Nadere informatie

Certificaat voor de intracommunautaire handel Deel I: Informatie betreffende de aangeboden zending

Certificaat voor de intracommunautaire handel Deel I: Informatie betreffende de aangeboden zending Certificaat voor de intracommunautaire handel Deel I: Informatie betreffende de aangeboden zending I.1 Verzender I.2 Referentienummer certificaat I.2.a. Locaal referentienummmer: I.3 Bevoegde centrale

Nadere informatie

Fytosanitaire eisen aan een erkende inspectielocatie

Fytosanitaire eisen aan een erkende inspectielocatie Fytosanitaire eisen aan een erkende inspectielocatie Ministerie LNV Uitgave: Geertjesweg 15 6706 EA Wageningen Wageningen, oktober 2006 Colofon Dit rapport werd opgesteld door de. 2006,, Ministerie LNV.

Nadere informatie

1 Algemene bepalingen

1 Algemene bepalingen MINISTERIËLE BESCHIKKING met algemene werking van de 24ste september 1999 als bedoeld in artikel 3, zevende lid, van de Warenlandsverordening (P.B. 1997, no. 334) ter uitvoering van artikel 14, eerste

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie 4.2.2017 NL L 31/29 UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2017/198 VAN DE COMMISSIE van 2 februari 2017 betreffende maatregelen ter voorkoming van de insleep en verspreiding in de Unie van Pseudomonas syringae pv. actinidiae

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling tarieven Plantenziektenwet wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling tarieven Plantenziektenwet wordt als volgt gewijzigd: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27926 15 mei 2017 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 10 mei 2017, nr. WJZ/17029259, houdende wijziging

Nadere informatie

Artikel 1 Voor de toepassing van deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: 1. CBD : CoMore Bedrijfsdiensten B.V. ;

Artikel 1 Voor de toepassing van deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: 1. CBD : CoMore Bedrijfsdiensten B.V. ; Het bestuur van CBD heeft, Overwegende, dat uniforme basisvoorwaarden dienen te worden vastgesteld waaronder kan worden overgegaan tot certificatie in het kader van een kwaliteitbeheersingssysteem in de

Nadere informatie

1 LOOFVERNIETIGING 1.1 AANBEVOLEN LOOFDODINGSDATUMS. MEDEDELING Dept. LV/AKKV/KWA/TPT/2017/17

1 LOOFVERNIETIGING 1.1 AANBEVOLEN LOOFDODINGSDATUMS. MEDEDELING Dept. LV/AKKV/KWA/TPT/2017/17 MEDEDELING Dept. LV/AKKV/KWA/TPT/2017/17 Onderwerp: Loofvernietiging, rooien, en stockage van pootaardappelen Identificatiecode: MEDEDELING: Dept. LV/AKKV/KWA/TPT/2017/17 Datum: 12/07/2017 Referentie:

Nadere informatie

Het Erwinia Team heet u van harte welkom!

Het Erwinia Team heet u van harte welkom! Het Erwinia Team heet u van harte welkom! Doretta Boomsma Kees Kristelijn Tom van Tent Becking Henk Velvis Opening Het spoorboekje 20:00 Opening 20:05 Het Deltaplan 20:10 Detectie & Epidemiologie 20:20

Nadere informatie

Handreiking waterbodemkwaliteitskaart Delfland

Handreiking waterbodemkwaliteitskaart Delfland Handreiking waterbodemkwaliteitskaart Delfland Inleiding Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft op 19 februari 2015 een waterbodemkwaliteitskaart (WBKK) vastgesteld. De WBKK van Delfland is een belangrijk

Nadere informatie

titel Overdracht werkzaamheden pluimvee- en konijnenslachthuizen code PA-40 versie 8 ingangsdatum pag. 1 van 6

titel Overdracht werkzaamheden pluimvee- en konijnenslachthuizen code PA-40 versie 8 ingangsdatum pag. 1 van 6 code PA-40 versie 8 ingangsdatum 04-06-2013 pag. 1 van 6 versie datum toelichting 7 20-09-2011 Splitsen van het overdracht deel van de PM keuring en het toezicht op de bedrijfskeurders. Dit voorschrift

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de fytosanitaire invoercontroles

Omzendbrief met betrekking tot de fytosanitaire invoercontroles Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de fytosanitaire invoercontroles Referentie PCCB/S1-4/1173544 Datum 01/08/2017 Huidige versie 2.0 Van toepassing

Nadere informatie

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN Toelatingsnummer HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN 1 AFGELEIDE TOELATING Gelet op de aanvraag d.d. 2 mei 2014 (20145258 AB) van Certis Europe BV Postbus 1180 3600

Nadere informatie

03-12-2018 (max 4 jaar na datum goedkeurig)

03-12-2018 (max 4 jaar na datum goedkeurig) CUMELA, Transport en Logistiek MKZ, KVP, AI Pagina: 1 van 6 Opgesteld door: CUMELA En Transport en Logistiek Goedgekeurd door: CUMELA Transport en Logistiek se Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) Inspecteur-generaal

Nadere informatie

PRI 2139 Laboratorium schadelijke organismen wetenschappelijke doeleinden [2139] v2

PRI 2139 Laboratorium schadelijke organismen wetenschappelijke doeleinden [2139] v2 Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres :...... PRI 219 Laboratorium schadelijke organismen wetenschappelijke doeleinden [219] v2 C :

Nadere informatie

Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting

Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting In deze bijlage zijn voorbeeld planregels met betrekking tot archeologie en cultuurhistorie opgenomen voor nieuwe bestemmingsplannen in de gemeente

Nadere informatie

MELDINGSFORMULIER HOOFDSTUK V LANDSCHAPSVERORDENING PROVINCIE UTRECHT 2011 (LSV), VELLEN VAN BOMEN

MELDINGSFORMULIER HOOFDSTUK V LANDSCHAPSVERORDENING PROVINCIE UTRECHT 2011 (LSV), VELLEN VAN BOMEN MELDINGSFORMULIER MELDINGSFORMULIER HOOFDSTUK V LANDSCHAPSVERORDENING PROVINCIE UTRECHT 2011 (LSV), VELLEN VAN BOMEN Melding op grond van artikel 28 Lsv van het voornemen om een houtopstand behorende tot

Nadere informatie

Aanvraagformulier ontheffing stookverbod door ziekte aangetast hout (type D)

Aanvraagformulier ontheffing stookverbod door ziekte aangetast hout (type D) Aanvraagformulier ontheffing stookverbod door ziekte aangetast hout (type D) AANVRAAG EX ARTIKEL 10.63, LID 2, WET MILIEUBEHEER VOOR EEN ONTHEFFING VAN HET STOOKVERBOD ALS BEDOELD IN ARTIKEL 10.2, EERSTE

Nadere informatie