Bestuursrecht: rechtsbescherming tegen de overheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bestuursrecht: rechtsbescherming tegen de overheid"

Transcriptie

1 Bestuursrecht: rechtsbescherming tegen de overheid 1. INLEIDING (PGS. 1-6) PREVENTIEVE RECHTSBESCHERMING (PGS. 6-8) RECHTSBESCHERMING A POSTERIORI (PGS )... 2 A. INLEIDING (PG. 8)... 2 B. POLITIEKE RECHTSBESCHERMING (PG. 8-30) Politieke controle (pg. 8-10) De ombudsman (pgs )... 3 C. ADMINISTRATIEVE RECHTSBESCHERMING (PGS ) Een klachtrecht voor Vlaanderen (pgs ) Het administratief beroep (pgs.36-47)... 5 D. JURISDICTIONELE RECHTSBESCHERMING (PGS ) Algemeen (pgs ) De grondwettelijk bevoegdheidsdeling (pgs ) Rechtsbescherming door de gewone rechter (pgs ) De rechtsbescherming door adminstratieve rechtscolleges (pgs ) DE RAAD VAN STATE (PGS )...10 A. DE PLAATS VAN DE RAAD VAN STATE ONDER DE GESTELDE MACHTEN (PGS )...10 B. DE INRICHTING VAN DE RAAD VAN STATE (PGS )...10 C. DE BEVOEGDHEDEN VAN DE AFDELING WETGEVING (PGS )...10 D. DE BEVOEGDHEDEN VAN DE AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK (PGS ) Inleiding (pg. 83) De bevoegdheid van de Raad van State in volle rechtsmacht (pgs ) De Raad van State als cassatierechter (pgs ) Het vergoedingscontentieux (pgs ) Het annulatie- en schorsingscontentieux (pg. 88)...11 E. HET ANNULATIEBEROEP (PGS ) De bevoegdheid van de Raad van State in het raam van het annulatieberoep (pgs ) De ontvankelijkheid van het annulatieberoep (pgs ) De middelen en vernietigingsgronden (pgs ) De annulatieprocedure (pgs ) Gezag en gevolgen van annulatiearresten (pgs )...14 F. HET ADMINISTRATIEF KORT GEDING (PGS ) Situering (pgs ) De ontvankelijkheid van de vordering tot schorsing (pgs ) De grondvoorwaarden (pgs ) De gewone procedure in kort geding (pgs ) De procedure tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid (pgs ) De voorlopige maatregelen...17 Academiejaar samenvatting bestuursrecht deel 2 Jeroen De Mets 1

2 Gebruikte afkortingen: DVO = Decreet van 7 juli 1998 houdende instelling van de Vlaamse Ombudsdienst KD = Decreet van 1 juni 2001 houdende toekenning van een klachtrecht ten aanzien van bestuursinstellingen WAP = Wet van 10 februari 2003 betreffende de aansprakelijkheid van en voor personeelsleden in dienst van openbare rechtspersonen 1. Inleiding (pgs. 1-6) Het doelmatig samenzijn van een groep vereist een vorm van gezag, maar daardoor ontstaan onvermijdelijk conflicten tussen individuele vrijheid en gezag. De oplossing daarvoor is de rechtsstaat, die tegenover de politiestaat staat. Deze laatste wordt gekenmerkt door een principieel onbegrensde macht van de gezagsdragers. Kenmerkend voor de rechtstaat is daartegen dat de overheid gebonden is aan het recht. In het bestuursrecht wordt dit tot uiting gebracht in het legaliteitsbeginsel. Dit beginsel kent twee componenten: elk overheidsoptreden moet een juridische grondslag kennen en de bestuurshandelingen moeten de hogere normen respecteren. Om deze principes afdwingbaar te maken, moeten er technieken zijn om de overheid te dwingen zich volgens het recht te gedragen. De overheid is immers machtiger dan de burger. Zij beschikt over het instrument van de administratieve rechtshandeling. De overheid kan eenzijdig verbindende beslissingen nemen. Deze beslissingen zijn verbindend en onmiddellijk uitvoerbaar. Geschillen over deze beslissingen zijn bestuursgeschillen, die de afgelopen decennia steeds talrijker werden. Er zijn verschillende vormen van rechtsbescherming: politieke (door de wetgevende organen), administratieve (bestuur zelf) en jurisdictionele (door rechters). Een effectieve rechtsbescherming vereist ten slotte rechtsherstel. De toestand zoals deze zou hebben bestaan indien er geen rechtsverstoring was geweest moet hersteld worden, bij voorkeur in natura, anders bij equivalent. Rechtsherstel (per definitie repressief) moet onderscheiden worden van rechtsbescherming, dat ruimer is: het omvat ook preventieve rechtsbescherming. 2. Preventieve rechtsbescherming (pgs. 6-8) De laatste decennia kwam steeds meer aandacht voor een procedure die moest bijdragen tot een meer zorgvuldige besluitvorming: de administratieve procedure in niet-betwiste zaken. In de preventie krijgt de burger een eigen plaats: hij kan ook reeds tussenkomen in het besluitvormingsproces. Hoewel er nog geen algemeen deel voor het bestuursrecht bestaat, bestaan er wel beginselen van behoorlijk bestuur, die ontwikkeld werden door de rechtspraak. De wetgever nam slechts enkele fragmentarisch initiatieven. 3. Rechtsbescherming a posteriori (pgs ) A. Inleiding (pg. 8) De technieken van rechtsbescherming a posteriori worden traditioneel opgedeeld in drie groepen aan de hand van een functioneel criterium (cf. supra). B. Politieke rechtsbescherming (pg. 8-30) Politieke rechtsbescherming wordt geboden door de democratisch verkozen organen. De algemene politieke controle beschermt het algemeen belang, de ombudsman behelst de individuele rechtsbescherming. Academiejaar samenvatting bestuursrecht deel 2 Jeroen De Mets 2

3 1 Politieke controle (pg. 8-10) Directe politieke controle wordt uitgeoefend door vragen, interpellaties en parlementaire onderzoeken. Er bestaan ook vormen van indirecte controle zoals het goedkeuren van de begroting. Vroeger werd ook veelvuldig een beroep gedaan op dienstbetoon, maar dat is tegenwoordig minder het geval door het invoeren van een deontologische code. 2 De ombudsman (pgs ) (1) Algemeen (pgs.10-13) De ombudsman wordt benoemd door de wetgevende macht. Het is een in beginsel van het bestuur onafhankelijke instantie die als bemiddelbaar optreedt daar waar het contact tussen een individu en een organisatie mank loopt. Hij heeft een dubbele functie: enerzijds bemiddelen tussen overheid en burger, anderzijds de overheid controleren. De nadruk ligt daarbij eerder op onbehoorlijk optreden dan op onrechtmatig optreden. Een aanvullende functie is het informeren van de burger en de wetgevende macht. De ombudsman biedt bovendien in de eerste plaats slechts tweedelijnsbijstand. De bijstand in de nulde lijn bestaat uit informatieverstrekking en communicatie vanuit de overheid. De bijstand in de eerste lijn bestaat uit een goed uitgebouwde interne klachtenbehandeling. De federale ombudsman kan ook optreden op aanvraag van de Kamer. Hij brengt bovendien periodiek verslag uit over zijn activiteiten. (2) De werkingsprincipes van de ombudsdiensten (pgs ) (3) Het statuut van de ombudsman (pgs ) (4) De taken van de ombudsman op Vlaams niveau (pgs ) a. Onderzoek van klachten en bemiddeling (art. 3, 1, lid 1, 1 DVO) Een klacht kan schriftelijk of mondeling worden ingediend door ieder natuurlijk persoon of rechtspersoon. Dit gebeurt zeer informeel. (art. 12, 1 DVO). De klachten moeten betrekking hebben op de handeling en de werking van Vlaamse bestuursoverheden (art. 3, 1, lid 1, 1 DVO). Dit begrip is uitgebreid via art. 2bis DVO en is als dusdanig ruimer dan art. 14 R.v.st.-wet. Het Vlaams Parlement en zijn diensten vallen buiten de bevoegdheid van de ombudsman, evenals de uitvoerende macht als die optreedt al rechter (art. 2bis, 1, lid 2 DVO). Loutere informatievragen worden niet behandeld (wel doorverwezen: art. 3, 1, lid 1, 2 DVO). evenals klachten over algemeen beleid of over decreten, besluiten of reglementen (art. 3, 1, lid 2 DVO). Er is een termijn van één jaar te rekenen vanaf de feiten (art. 13, 1 DVO). Art. 13, 2 DVO stelt een aantal bijkomende voorwaarden. Wordt er omtrent de feiten een beroep ingesteld bij een rechtscollege of wordt er een georganiseerd beroep gestart, wordt het onderzoek naar de klacht opgeschort (art. 13, 3 DVO). De rechtsmacht van de ombudsman is uiteindelijk beperkt. Hij kan slechts bemiddelend optreden. Hij kan geen bevelen geven aan een bestuursinstantie. b. Doorverwijzen van dossiers (art. 3, 1, al 1, 2 DVO) Wanneer een vraag geen klacht uitmaakt, moet de ombudsman de betrokkene doorsturen naar de bevoegde instantie. Academiejaar samenvatting bestuursrecht deel 2 Jeroen De Mets 3

4 c. Het formuleren van voorstellen en aanbevelingen (art. 3, 1, al 1, 3 DVO) De Vlaamse ombudsdienst heeft als opdracht om op basis van zijn inzicht in structurele problemen, voorstellen te formuleren die de dienstverlening van de Vlaamse bestuursoverheden kunnen verbeteren. d. De controle op de naleving van de deontologische code (art. 3, 1, al 1, 4 DVO) De ombudsman heeft de opdracht om hem ter kennis gebrachte overtredingen van de deontologische code door de Vlaamse volksvertegenwoordigers te melden aan de voorzitter van het Vlaams Parlement. e. De bescherming van klokkenluiders (art. 3, 2 DVO) De ombudsman neemt onder twee voorwaarden kennis van de klachten van klokkenluiders. Een klokkenluider is een lid van een organisatie die, zonder daartoe opdracht of toestemming te hebben gekregen, informatie onthult of op een andere wijze in de openbaarheid treedt met de bedoeling de aandacht te vestigen op een misstand waarvan hij kennis heeft gekregen door zijn werk binnen de organisatie. Ook als er een gerechtelijk onderzoek loopt over de gemelde regelmatigheid, voert de ombudsman een (summier) onderzoek, met het oog op de bescherming van het betrokken personeelslid (art. 13, 4 DVO). De ombudsman zorgt voor de bescherming van de klokkenluider (vb. beperking van de tuchtrechtelijke bevoegdheid van de betrokken overheid). f. Verslaggeving aan het Vlaams Parlement. Jaarlijks brengt de ombudsman vóór 30 juni verslag uit van zijn werkzaamheden aan het Vlaams Parlement. Hij doet hierbij de nodige aanbevelingen. (5) De taken van de ombudsman op federaal niveau (pgs ) Analoog, met uitzondering van de bescherming van klokkenluiders. C. Administratieve rechtsbescherming (pgs ) 1 Een klachtrecht voor Vlaanderen (pgs ) (1) Inleiding (pgs ) Het klachtrecht is een soort algemeen beginsel dat voor Vlaanderen werd geformaliseerd in een decreet van (2) Toepassingsgebied (pgs ) Het klachtendecreet is van toepassing op de diensten van de Vlaamse regering en haar instellingen (art. 2 KD), tenzij die reeds in een regeling voorzien die even streng of strenger dan het klachtendecreet is (art. 13 KB) Iedereen heeft recht om een klacht in te dienen (art. 3 KD). (3) Titularis van het klachtrecht (pg. 32) (4) Voorwerp (pg. 32) Academiejaar samenvatting bestuursrecht deel 2 Jeroen De Mets 4

5 Klachten kunnen betrekking hebben op de handelingen en de werking van bestuursinstellingen (art. 3 KD). Het gaat niet louter om bestuurshandelingen maar eveneens om feitelijke gedragingen. (5) Vormvereisten (pg. 32) Klachten kunnen zowel schriftelijk als mondeling worden ingediend (art. 4 KD). (6) De klachtenbehandeling (pgs ) Elke bestuursinstelling is verplicht een klachtenvoorziening op te zetten (art. 4 KD), maar de Vlaamse regering kan instelling hiervoor dispensatie verlenen. Een bestuursinstelling is evenwel niet verplicht om een klacht te behandelen als niet voldaan is aan de voorwaarden in art. 5 KDb of wel is voldaan aan de voorwaarden in art 9 KD. (7) De verslaggevingsplicht (pg. 35) Elke bestuursinstelling dient voor 10 februari een schriftelijk verslag in bij de Vlaamse Ombudsman, zodat deze kan nagaan of de instelling de verplichting tot een behoorlijke klachtenbehandeling naleeft (art. 12 KD). (8) Verhouding tot andere regelingen inzake klachtenmanagement (pg. 36) 2 Het administratief beroep (pgs.36-47) (1) Begrip en kenmerken (pgs ) Definitie: zie VDL. Soms neemt een administratieve overheid echter een beslissing als jurisdictioneel orgaan. De beslissingen die in deze hoedanigheid worden genomen zijn niet vatbaar voor administratief beroep. Een administratief beroep wordt ingesteld bij een orgaan van actief bestuur. De beslissing heeft bijgevolg geen gezag van gewijsde. Haar legaliteit maakt het voorwerp uit van art. 159 GW. De beroepsinstantie onderzoekt het dossier in al zijn aspecten ontvankeljkheid, legaliteit, opportuniteit zonder daarbij gebonden te zijn door de grieven van de onderzoeker. Dit is de devolutieve werking van het administratief beroep. Nochtans kan een verzoeker de omvang zijn beroep beperken, maar als de beroepsinstantie oordeelt dat het nodig is het gehele dossier te onderzoeken, zal ze het beroep afwijzen. Aanvaardt ze het beroep wat een deel van het dossier betreft, speelt de devolutieve werking opnieuw. De rechtszoekende is in beginsel vrij om al da niet gebruik te maken van het administratief beroep. Echter, hij kan zich pas tot de Raad van State richten als hij alle vormen van georganiseerd beroep heeft uitgeput. De beoordelingsvrijheid van de beroepsinstantie is dus ruimer dan die van de rechter, omdat ze ook de opportuniteit van de bestuurshandeling omvat. Ook louter beleidsmatige aspecten kunnen meespelen. Het administratief beroep kent enkele voordelen. Het is doorgaans een zeer informele procedure, die procedures voor de rechter kan voorkomen. De beroepsinstantie heeft zoals gezegd bovendien ruimere toestingsmogelijkheden. (2) Vormen van administratief beroep (pgs ) Academiejaar samenvatting bestuursrecht deel 2 Jeroen De Mets 5

6 Het administratief beroep wordt op twee manieren ingedeeld: Naar gelang van de aard van het beroepsorgaan en naar gelang het feit of de overheid al dan niet verplicht is om te antwoorden. Het willig beroep wordt ingesteld bij dezelfde overheid als deze die de bestreden beslissing heeft gesteld. Het gaat om beroep tot heroverweging. De overheid is niet verplicht erop te antwoorden. De overheid zal niet vaak geneigd zijn op een eerdere beslissing terug te komen. Mocht ze dat wel zijn, kan ze de bestreden beslissing intrekken, een nieuwe beslissing stellen of de bestreden beslissing wijzigen. Belangrijk hierbij is o.m. de rechtszekerheid. Bij een hiërarchisch beroep richt de rechtszoekende zijn verzoek tot hervorming of intrekking van een bestuurshandeling naar de hiërarchische meerdere van de betreffende overheid. Dit is gesteund op het beginsel van deconcentratie. De hiërarchische overheid is niet verplicht en kan de beslissing van de lagere overheid ongemoeid laten. In het andere kan zij bijkomende richtlijnen verstrekken (injunctie), de beslissing hervormen (reformatie) of zelf een beslissing nemen (evocatie). Het beroep bij de toezichthoudende overheid situeert zich binnen de context van de decentralisatie. Een rechtszoekende kan een overheid vragen gebruik te maken van haar toezichtsbevoegdheid. De bevoegdheid van de overheid is dan ook daartoe beperkt. Ook hier is er geen verplichting. Wanneer er door een wetgevende akte een administratieve beroepsprocedure ar. wordt ingesteld, spreekt men van een georganiseerd administratief beroep. Deze vorm komt voor bij de drie bovengenoemde beroepsvormen, maar ook andere constructies zijn denkbaar. De overheid is verplicht te antwoorden. Het uitputten van deze beroepsmogelijkheden is een ontvankelijkheidsvereiste voor de Raad van State. Dit geldt niet voor de gewone rechter. (3) De weerslag van het administratief beroep op het jurisdictioneel beroep (pgs ) a. Het georganiseerde administratief beroep b. Het niet-georganiseerde beroep Het al dan niet kunnen instellen van een niet-georganiseerd beroep heeft nooit gevolgen voor de ontvankelijkheid voor de rechter. Wel aanvaardt de Raad van State dat in sommige gevallen de beroepstermijn wordt gestuit door het instellen van een dergelijk beroep. Wat het willig en hiërarchisch beroep betreft, heeft het instellen ervan in beginsel geen stuitende werking op de beroepstermijn, tenzij er in het beroep een beslissing werd genomen die meer is dan een loutere bevestiging van de beslissing. Het instellen van een beroep bij de toezichthoudende overheid stuit de beroepstermijn op twee voorwaarden: het beroep moet ingesteld zijn binnen de 60- dagentermijn en binnen de termijn waarbinnen de toezichthoudende overheid gebruik kan maken van haar toezichtsbevoegdheid. De stuiting duurt tot de overheid aan de rechtszoekende heeft laten weten wat de gevolgen zijn van zijn beroep (cf. artt Gemeentedecreet en artt Provinciedecreet). De rechtszoekende kan dus zonder risico een beroep instellen. Academiejaar samenvatting bestuursrecht deel 2 Jeroen De Mets 6

7 D. Jurisdictionele rechtsbescherming (pgs ) 1 Algemeen (pgs ) De rechter doet uitspraak over betwistingen over feiten met rechtsgevolgen, over het al dan niet aanwezig zijn van rechtsgevolgen, ofwel over het op de feiten toepasselijk recht. De rechter zal daarna recht spreken. Hij bepaalt hoe het objectief recht en de ermee corresponderende subjectieve rechten van de rechtszoekende moeten worden uitgelegd en toegepast. Hij zal niet alleen oordelen maar ook veroordelen: het wettelijk bevel omzetten in een rechterlijk bevel. Hij moet het geschil dus beslechten. Daarom is aan de jurisdictionele handeling gezag van gewijsde verbonden. De rechter kan niet slechts ultra petita uitspraak doen. Hij moet binnen de perken van de dagvaarding of het inleidend verzoekschrift blijven. Evenwel mag hij daarna niet weigeren om recht te spreken. Bovendien hebben de jurisdictionele beslissingen in beginsel slechts gevolgen inter partes. Dit alles onderscheidt de jurisdictionele beslissing van de administratieve. Daarnaast zijn er nog andere criteria. De organieke criteria nemen de organismen en samenstelling van de betrokken organen als uitgangspunt, terwijl de formele criteria de procedurevoorschriften als uitgangspunt nemen. Beide soorten criteria zijn op zichzelf echter ontoereikend. 2 De grondwettelijk bevoegdheidsdeling (pgs ) (1) Jurisdictioneel pluralisme (pg. 51) De bestuursrechtspraak in België wordt geboden door twee soorten gerechtelijke instanties. Centraal in dit verband staan de artikelen 144 en 145 GW. De gewone rechter is in beginsel bevoegd om subjectieve rechten te beschermen. Wat burgerlijke subjectieve rechten betreft, is hij exclusief bevoegd. Dat geldt niet wat politieke subjectieve rechten betreft. De wetgever kan deze geschillen toekennen aan een administratief rechtscollege. (2) Burgerlijke en politieke rechten (pgs ) Het onderscheid is onduidelijk. Rechten in verband met het statuut van natuurlijke personen of rechten die uitsluitend betrekkingen tussen particulieren betreffen, zijn burgerlijke rechten. De politieke rechten omvatten in elk geval: Het ius tributi: het recht om niet te veel belastingen te betalen Het ius sufragii: het kiesrecht Het ius honorum: het recht om in een openbare bediening te worden aangesteld Het ius militiae: het recht om niet onrechtmatig tot militaire verplichtingen te worden gedwongen. Dit zijn politieke rechten uit hun aard. Over andere subjectieve rechten bestaat onduidelijk. Het Hof van Cassatie oordeelde in het arrest Trine wel dat er geen derde soort bestaat ( administratieve rechten ). Andere criteria betreffen de vraag of het gaat om publiek- of privaatrechtelijke elementen en of de overheid bij het geschil betrokken is. Bepaalde auteurs gaan ervan uit dat als de wetgever een bepaald recht aan een administratief rechtscollege toewijst, het om een politiek recht gaat. Politieke worden ook wel gedefinieerd als rechten die voortvloeien uit de passieve deelname aan de openbare macht. 3 Rechtsbescherming door de gewone rechter (pgs ) (1) Algemeen (pgs ) De gewone rechter is de rechter van gemeen recht, wiens rechtsmacht steunt op de artikelen 144 en 145 GW. Zijn rechtsmacht inzake bestuursgeschillen wordt vastgeknoopt Academiejaar samenvatting bestuursrecht deel 2 Jeroen De Mets 7

8 aan de artikelen 1382 en 1383 GW, die de aansprakelijkheid voor onrechtmatige d GW, dat de exceptie van illegaliteit bevat. (2) De exceptie van illegaliteit (art. 159 GW) (pgs ) Elke rechter heeft de grondwettelijke verplichting om onregelmatige bestuurshandelingen buiten toepassing te laten ingeval ze onrechtmatig zijn. Art. 159 GW raakt immers aan de openbare orde, maar richt zich enkel tot de rechter: overheden van actief bestuur kunnen in beginsel niet eigenhandig onregelmatige bestuurshandelingen buiten toepassing laten. De exceptie van illegaliteit machtigt de rechter om over te gaan tot een volledige wettigheidstoetsing. Het gaat om alle hogere normen, en om zowel individuele als reglementaire handelingen. Er is geen beperking in de tijd, hoewel de Raad van State ervan uit gaat dat de wettelijkheid van individuele beschikkingen na het verlopen de beroepstermijn in beginsel niet meer in vraag kan worden gesteld. Bovendien kan de rechter ook kennis nemen van een rechtstreekse aanvechting van overheidsdaden. Hij heeft daarbij de beschikking over een heel gamma aan maatregelen. Toch gaat het niet om een onbeperkt systeem. Art. 159 maakt geen autonoom beroep uit, maar is een zijdelingse vorm van rechtsbescherming. Bovendien moet de rechter de scheiding der machten respecteren. Hij kan de discretionaire bevoegdheid van de UM niet uitoefenen (cf. nachtvluchten). (3) Overheidsaansprakelijkheid (pgs ) a. De aansprakelijkheid van de overheid voor haar onrechtmatig optreden Vroeger werd wat het overheidsoptreden betreft een onderscheid gemaakt tussen actes d autorité en actes de gestion. Dat onderscheid was relevant bij het bepalen van de aansprakelijkheid. Het Hof van Cassatie oordeelde echter in het Flandria-arrest dat de overheid aansprakelijk is voor àl haar handelingen. Er groeide evenwel een nieuw onderscheid tussen eigenlijke beslissingen en loutere uitvoeringshandelingen. Deze twee soorten werden niet gelijk behandeld. In het wegverkeerstekenarrest oordeelde het Hof dat de overheid ook het nemen van beslissingen gebonden is door de algemene zorgvuldigheidsnorm. De overheid is dus net zoals de gewone burger gebonden door het gemeen recht (eenheid van rechtsorde). Wat het schadeverwekkend handelen betreft, wordt net zoals in het gemeen recht geen onderscheid gemaakt tussen de aard van het handelen. Het gaat zowel over materiële handelingen, verordenend optreden als over foutief nalaten. Ook de beoordeling van de feit wordt geregeld zoals in het gemeen recht. Het kan gaan om de schending van een specifieke regel (dus annulatie = aansprakelijkheid) of om de schending van de algemene zorgvuldigheidsnorm (criterium: goede huisvader). Fout en schadeverwekkend handelen hangen samen. Wat de schade betreft, gaat het om de schending van zowel burgerlijke als politieke rechten. Het recht op schadevergoeding wegens schending van een politiek recht, is daarentegen wel een burgerlijk recht. Ook schade aan rechtmatige belangen kan aanleiding geven tot schadevergoeding. De overheid kan veroordeeld worden tot herstel in natura, tenzij dat onmogelijk zou zijn of rechtsmisbruik inhouden. Ook hier moet de rechter de scheiding der machten respecteren. b. De aansprakelijkheid van de overheid voor het optreden van haar vertegenwoordigers en haar ambtenaren Vroeger was er geen eenvormige regeling wat betreft de aansprakelijkheid van de overheid voor haar vertegenwoordigers en aangestelden. Wanneer een personeelslid optreedt als orgaan van de overheid, wordt zijn handelen rechtstreeks toegeschreven aan de overheid. Wanneer hij geen deel heeft in de uitoefening van het overheidsgezag, is hij een aangestelde. Zijn handelen wordt niet toegerekend aan de overheid, maar hij kan wel een Academiejaar samenvatting bestuursrecht deel 2 Jeroen De Mets 8

9 beroep doen op art. 1384, 3 BW. De vereisten opdat de overheid evenwel aansprakelijk zou zijn voor een orgaan, waren veel strenger dan voor de aangestelden (binnen de perken van wettelijke bevoegdheid <-> naar aanleiding van ~). Dit werd gelijkgesteld in Art. 3 WAP bepaalt dat de openbare rechtspersonen zoals aanstellers aansprakelijk zijn voor de schade die hun personeelsleden aan derden berokkenen. Dit artikel behelst evenwel enkel personeelsleden. De handelingen van vertegenwoordigers worden toegerekend aan de overheid indien de fout werd begaan in de uitoefening van de wettelijke opdracht van het orgaan. Ook de vraag in welke mate het personeelslid zelf aansprakelijk is, was niet eenduidig geregeld. Statutaire personeelsleden waren zonder onderscheid voor al hun handelingen aansprakelijk, terwijl contractueel personeel van de bescherming van art. 18 WAO genoot. Dit gold zowel wat de aansprakelijkheid tegenover de derde als wat de regresmogelijkheid van de overheid betrof. Dit onderscheid werd ongrondwettelijk bevonden. Daarom stelt art. 2 WAP de beide gelijk. Het artikel voorziet in een gelijkaardige regeling als art. 18 WAO. De wet bevat verder nog enkele procedurebepalingen (artt. 4-6 WAP). Deze regeling blijft evenwel ook beperkt tot personeelsleden. Mandatarissen vallen er niet onder. De overheid maar ook de mandataris is onbeperkt aansprakelijk. In 1999 werd daarom een nieuwe regeling ingevoerd. De persoonlijke aansprakelijk wordt niet beperkt, maar de mandatarissen kunnen de overheid in het geding betrekken. Bovendien kan de overheid vrijwillig tussenkomen (art. 70 Prov.Decr. en art. 72 Gem. Decr.). De regresmogelijkheid is in principe ook onbeperkt, maar de gemeenten en provincies moeten een verzekering afsluiten om de burgerlijke aansprakelijkheid van mandatarissen te dekken (art. 72 Prov. Decr. en art. 74 Gem. Decr.), tenminste binnen de normale uitoefening van hun ambt. Wat de strafrechtelijke aansprakelijkheid betreft, zijn de gemeenten en provincies burgerrechtelijk aansprakelijk (art. 5 Sw. sluit strafrechtelijke aansprakelijkheid uit) voor het betalen van de geldboeten van hun mandatarissen (binnen de normale uitoefening van hun ambt), maar de regresmogelijkheid is beperkt (art. 71 Prov. Decr. en art. 73 Gem. Decr.). c. Foutloze aansprakelijkheid Soms voorziet de wet in specifieke gevallen een vergoedingsregeling buiten elke fout om. In de rechtspraak is daarna de evenwichtsleer en daaraan gekoppeld de theorie van de burenhinder ontwikkeld. Als een eigenaar het evenwicht met een naburige eigendom verstoort, moet hij het evenwicht herstellen door een rechtmatige en passende compensatie (als er tenminste sprake is van abnormale burenhinder). Ook het vergoedingscontentieux (cf. supra) moet in deze context worden gezien. (4) De immuniteit van tenuitvoerlegging (pgs ) In beginsel geniet de overheid absolute uitvoeringsimmuniteit. De continuïteit van de openbare dienst moet immers gegarandeerd worden. Deze immuniteit mag echter niet ver reiken dan zijn rechtvaardigingsgrond toestaat. Art. 1412bis Ger. W. voorziet daarom twee uitzonderingen. Publiekrechterlijke rechtspersonen kunnen een lijst opstellen van goederen die zij voor beslag vatbaar verklaren. Als een dergelijke lijst niet bestaat of ontoereikend is, kan beslag worden gelegd op de goederen die kennelijk niet nuttig zijn voor de continuïteit van de openbare dienst. Er bestaan ook nog andere vormen van gedwongen uitvoering die niet wettelijk geregeld zijn. 4 De rechtsbescherming door adminstratieve rechtscolleges (pgs ) (1) Inleiding (pgs ) Academiejaar samenvatting bestuursrecht deel 2 Jeroen De Mets 9

10 De wetgever kan met betrekking tot politieke rechten speciale rechtscolleges oprichten. Dit behoort principieel toe aan de federale wetgever, maar ook de gemeenschappen en de gewesten kunnen hiervan gebruik maken d.m.v. de impliciete bevoegdheden. (2) Administratieve rechtscolleges met specifieke bevoegdheden (pgs ) De wetgever verantwoordt zijn optie voor het instellen van een administratief rechtscollege door te wijzen op een gebrek aan specialisatie van de gewone rechter. De kritiek is dat het systeem onoverzichtelijk is, door de veelheid aan rechtscolleges en de uiteenlopende procedurereglementen. Ook met art. 6 EVRM is er vaak spanning. (3) De Raad van State (pg. 74) 4. De Raad van State (pgs ) A. De plaats van de Raad van State onder de gestelde machten (pgs ) De Raad van State werd in 1946 opgericht als een onderdeel van de UM. Hij evolueerde echter naar een rechtscollege sui generis, wat in 1994 geconstitutionaliseerd werd. B. De inrichting van de Raad van State (pgs ) De Raad van State bestaat uit een afdeling wetgeving en uit een afdeling bestuursrechtspraak (art. 1 R.v.St.-wet). De afdeling wetgeving bestaat uit 4 kamers (art. 81 R.v.St.-wet), de afdeling bestuursrechtspraak uit 11 kamers (art. 86 R.v.St.-wet). Deze 11 kamers zijn samengesteld uit drie leden-staatsraden (art. 90, 1 R.v.St.-wet). De Raad van State telt 44 rechters (art. 69, 1 R.v.St.-wet). Daarnaast kent de Raad verscheidene andere organen: Samenstelling doel Assessoren (wetgeving) Artt R.v.St.-wet Advies Auditoraat Art. 69, 2 R.v.St.-wet Art. 76 R.v.St.-wet Coördinatiebureau Art. 69, 3 R.v.St.-wet Art. 77 R.v.St.-wet Griffie Artt. 69, 4 en 72 R.v.St.- wet Zoals bij andere rechtbanken C. De bevoegdheden van de afdeling wetgeving (pgs ) D. De bevoegdheden van de afdeling bestuursrechtspraak (pgs ) 1 Inleiding (pg. 83) Academiejaar samenvatting bestuursrecht deel 2 Jeroen De Mets 10

11 2 De bevoegdheid van de Raad van State in volle rechtsmacht (pgs ) In een aantal gevallen (art. 16 R.v.St.-wet) heeft de Raad volle rechtsmacht. Zij beslecht geschillen over subjectieve rechten en onderzoekt daarbij het gehele geschil. 3 De Raad van State als cassatierechter (pgs ) De Raad van State treedt op als cassatierechter tegen beslissingen van administratieve rechtscolleges (art. 14, 2 R.v.St.-wet ). Het gaat om dezelfde vernietigingsgronden als bij het Hof van Cassatie. Het doel is de vernietiging van de bestreden beslissing. De procedure loopt grotendeels gelijk met die van het annulatieberoep, al start de cassatieprocedure met een toelaatbaarheidsonderzoek (art. 20, 1 R.v.St.-wet). Na vernietiging wordt de zaak verwezen naar het betreffende administratieve rechtscollege, of naar een ander lager administratief rechtscollege. De beslissing over het rechtspunt is bindend voor de rechter (art. 15 R.v.St.-wet). 4 Het vergoedingscontentieux (pgs ) Als er geen ander rechtscollege bevoegd is, kan de Raad van State een vergoeding toekennen voor rechtmatig overheidsoptreden (art. 11, lid 1 R.v.St.-wet). Het gaat dus om een residuaire bevoegdheid, maar evenzeer om een subsidiaire bevoegdheid. De betrokkene moet eerst vergoeding vragen aan de betreffende overheid zelf en kan pas naar de Raad stappen na afwijzing of verzuim van de overheid (art. 11, lid 2 R.v.St.-wet). Het verzoekschrift tot het bekomen van een herstelvergoeding moet binnen de 60 dagen worden ingediend. Neemt de administratie geen beslissing, is de termijn 3 jaar (art. 4, lid 1 APR). Een vordering bij de hoven en rechtbanken stuit de vordering (art. 4, lid 2 APR). De Raad van State kan enkel buitengewone schade vergoeden en doet daarbij uitspraak naar billijkheid. Voorlopig heeft de Raad enkel herstel bij equivalent toegestaan. 5 Het annulatie- en schorsingscontentieux (pg. 88) E. Het annulatieberoep (pgs ) 1 De bevoegdheid van de Raad van State in het raam van het annulatieberoep (pgs ) De Raad van State is bevoegd om bestuurshandelingen te vernietigen (art. 14, 1 R.v.St.- wet). (1) De Raad van State spreekt zich uit over bestuurshandelingen (pgs ) Enkel eenzijdige rechtshandelingen behoren tot de bevoegdheid van de Raad van State. Het kan ook gaan om fictieve handelingen, waarbij het stilzitten van de overheid wordt geacht een beslissing te zijn (art. 14, 3 R.v.St.-wet). De administratieve overheidshandelingen moeten griefhoudend zijn: ze moeten de rechtszoekende uit zichzelf onmiddellijk en effectief kunnen benadelen. (2) Van de onderscheiden administratieve overheden (pgs ) Dit begrip is evenwel sterk uitgebreid tot administratieve handelingen van andere organen. Academiejaar samenvatting bestuursrecht deel 2 Jeroen De Mets 11

12 (3) De annulatiebevoegdheid van de Raad is algemeen, subsidiair en residuair (pgs ) In beginsel vallen alle administratieve overheidshandelingen onder de bevoegdheid van de Raad van State (=algemeen). Een verzoek tot nietigverklaring is maar ontvankelijk als alle georganiseerde administratieve beroepen zijn uitgeoefend (=subsidiair). De Raad speelt enkel als er geen andere jurisdictionele beroepsmogelijkheid is (=residuair). Het gaat om een objectief beroep: de Raad van State doet in het raam van de annulatiebevoegdheid geen uitspraak over subjectieve rechten (zo valt het buiten de art. 144 en 145 GW). Om uit te maken of er een subjectief beroep is, zijn er twee criteria: de vraag of de bevoegdheid van de overheid geheel gebonden is door een regel (geen discretionaire bevoegdheid) en de vraag of de vernietigingsgrond de schending van die regel uitmaakt. (4) Geschillen van attributie (pgs ) Art. 158 GW verleent aan het Hof van Cassatie de bevoegdheid om attributieconflicten te regelen. De procedure is geregeld in artt R.v.St.-wet. 2 De ontvankelijkheid van het annulatieberoep (pgs ) (1) Het verzoekschrift (pgs ) (2) De ontvankelijkheid ratione temporis (pgs ) Een annulatieberoep moet worden ingediend binnen de 60 dagen na de bekendmaking of betekening van de bestreden rechtshandeling. Als geen van die beide er waren, gaat de termijn in op het moment dat de verzoeker kennis nam van de beslissing (art. 4, lid 3 R.v.St.-wet). Bepalend is de postdatum waarmee een verzoekschrift werd verstuurd. Om de termijn te berekenen wordt de dies a quo (uitgangspunt van de termijn) er niet bijgerekend, maar de dies a quem (vervaldag) wel. De betekening door de overheid moet wel de vormvereisten naleven (art. 19, lid 2 R.v.St.-wet). (3) De bekwaamheid (pgs ) De verzoeker moet handelingsbekwaam zijn. (4) De hoedanigheid (pgs ) In het geval een persoon vertegenwoordigd wordt door een derde (formele procespartij), moet die vertegenwoordigingsbevoegd zijn. In praktijk gaat het om de advocaat. Daarnaast moet ook de persoon zelf (materiële procespartij) een band hebben met de bestreden handeling. (5) Het belang (pgs ) De verzoeker moet blijk geven van belang. Dit is het voordeel dat de vordering hem kan opleveren. Om uit te maken of er belang is, maakt de Raad gebruik van een aantal criteria. Het belang moet persoonlijk zijn (geen actio popularis). Het belang moet rechtstreeks zijn. Dit houdt in dat er een causaal verband moet bestaan tussen de bestreden handeling en het nadeel voor de verzoeker. Bovendien moet het voordeel dat hij uit de handeling haalt, rechtstreeks samenhangen met de vernietiging. Het belang moet actueel en zeker zijn. Ten slotte moet het belang ook geoorloofd zijn. Dit hangt vooral samen met het doel van de vordering. Academiejaar samenvatting bestuursrecht deel 2 Jeroen De Mets 12

13 Soms kan een persoon belang hebben vanuit de functie die hij uitoefent: functioneel belang (=belang van orgaan). (6) Uitputting van interne beroepsmogelijkheden (pg. 107) Vanuit het subsidiaire karakter van het annulatieberoep moeten alle georganiseerde administratieve beroepen zijn uitgeput. 3 De middelen en vernietigingsgronden (pgs ) (1) Algemeen (pgs ) (2) Vernietigingsgronden (pg ) Art. 14, 1 R.v.St.-wet noemt de verschillende vernietigingsgronden. Substantiële vormvereisten. Dit zijn de vernietigingsgronden die de openbare orde (steeds nietigheid) raken of die in het belang van de rechtszoekende zijn (nietigheid als belang rechtszoekende geschonden is). Voor niet-substantiële vormvereisten is er maar nietigheid als de wet dat voorschrijft. Onbevoegdheid ratione loci, ratione temporis, ratione materiae. Schending van andere rechtsregels: de schending van het materiële recht of de algemene rechtsbeginselen. Machtsafwending: als de overheid haar bevoegdheid louter aanwendt voor een ander doel dan waarvoor die bevoegdheid bedoeld is. (3) De ontvankelijkheid van de middelen (pgs ) De middelen van de verzoekende partij moeten aan een aantal criteria voldoen: ze moeten voldoende duidelijk zijn en de verzoeker moet een belang hebben bij het middel. De verzoeker kan enkel in zijn inleidend verzoekschrift middelen aanvoeren, tenzij die van openbare orde zijn. De Raad werpt geen middelen ex officio op. 4 De annulatieprocedure (pgs ) (1) Algemene beginselen (pgs ) De procedure van de Raad van State is autonoom: de Raad heeft een eigen procedureregeling. Het gerechtelijk kan eventueel aanvullend werken. De procedure is bovendien inquisitoriaal: de rechter heeft de leiding van het geding. Hoewel er een zitting is, is de procedure schriftelijk (art. 22 R.v.St.-wet). De procedure is summier: overdreven formalisme wordt geweerd. Er zijn bovendien strakke proceduretermijnen,waarop zware sancties staan. De weinige vormvereisten staan in art. 90 APR. (2) De inleiding van het annulatieberoep (pgs ) Een annulatieberoep wordt ingeleid bij verzoekschrift (art. 2 APR). Er is een zegelrecht van 175 verschuldigd (art. 30, 5, 2 R.v.St.-wet). De verder procedure wordt geregeld in de art. 5 en 84 APR. (3) Memorie van antwoord (pgs ) De verweerder heeft 60 dagen om een memorie van antwoord in te dienen (art. 6 APR), zoniet wordt de memorie uit de debatten geweerd (art. 21, lid 5 R.v.St.-wet). Ook moet Academiejaar samenvatting bestuursrecht deel 2 Jeroen De Mets 13

14 binnen die termijn het betreffende administratieve dossier worden ingediend (art. 86 APR). (4) Memorie van wederantwoord of de toelichtende memorie (pgs ) De verzoekende partij heeft 60 dagen om een memorie van wederantwoord in te dienen (art. 7 APR). Wanneer de termijn niet wordt nageleefd, wordt de partij vermoed geen belang meer te hebben bij haar beroep (art. 21, lid 2 R.v.St.-wet). (5) De tussenkomst (pgs ) Wie belang heeft of door de partijen in tussenkomst wordt geroepen, kan in het geding tussenkomen (art. 21, 1, lid 1 R.v.St.-wet). Dit gebeurt per verzoekschrift (art. 52, 1 APR). Er is zegelrecht verschuldigd van 125 (art. 30, 6, lid 1 R.v.St.-wet). De tussenkomende partij mag slechts verduidelijken en geen nieuwe middelen aanvoeren (art. 21, 1, lid 2 R.v.St.-wet). (6) Het onderzoek door het auditoraat (pg. 119) De auditeur die met de behandeling belast is, maakt ten behoeve van de kamer een verslag op (art. 12, lid 1 APR). (7) De laatste memorie (pg. 120) Nadat het verslag aan de partijen is betekend, hebben deze 30 dagen de tijd om een laatste memorie in te dienen. Is het verslag bovendien negatief, dan moet de verzoeker partij een verzoek tot voorzetting indienen (=laatste memorie). Doet hij dat niet, stelt de Raad van State slechts de afstand van geding vast (art. 21, lid 6 R.v.St.-wet). Is het verslag negatief voor de verweerder en dient die geen verzoek tot voortzetting in, dan wordt de aangevochten handeling in versnelde procedure nietig verklaard (art. 30, 3 R.v.St.-wet). (8) De terechtzetting (pgs ) Geregeld in artt APR. (9) Het arrest (pgs ) Na de beraadslaging spreekt de Raad een arrest uit (art. 15 APR). Als er een kennelijk onrechtmatig beroep is ingesteld, kan de Raad een boete opleggen (art. 347 R.v.St.-wet). De griffie verzorgt de uitgifte (art. 37 PR) en de kennisgeving (art. 28, lid 2 APR). De arresten worden geplubiceerd (art. 28, lid 3 en 4 APR). (10) Rechtsmiddelen (pgs ) Bij een attributieconflict is een cassatieberoep mogelijk. Een beroep tot herziening is slechts mogelijk onder de voorwaarden van art. 31 R.v.St.-wet. Er is verzet mogelijk (art. 40 APR) onder voorwaarden in art. 41 APR en ook derdenverzet (art. 48 APR). Dit moet binnen de 30 dagen na de betekening (artt. 42 en 48 APR). 5 Gezag en gevolgen van annulatiearresten (pgs ) (1) Een annulatiearrest heeft gezag van gewijsde erga omnes (pgs ) Academiejaar samenvatting bestuursrecht deel 2 Jeroen De Mets 14

15 Een vernietigingarrest heeft een gezag van gewijsde erga omnes, ten minste wat het dispositief en de determinerende motieven betreft. Een verwerpingsarrest geldt slechts inter partes en voorkomt slechts dat een zelfde zaak een tweede keer wordt voorgebracht. De gewone rechter is niet gebonden. (2) De annulatie werkt ex tunc (pgs ) De annulatie werkt retroactief, tenzij de Raad aanduidt welke gevolgen moeten gehandhaafd worden (art. 14ter R.v.St.-wet). (3) Het herstel na de vernietiging (pgs ) Hoewel de annulatie soms niet voldoende is om volledig rechtsherstel te bieden, kan de Raad van State de overheid niet veroordelen tot het nemen van bijkomende maatregelen. De verzoeker kan echter een tweede annulatieberoep instellen (niet zo effectief), zich tot de gewone rechter richten. Ten slotte kan de Raad van State een dwangsom opleggen aan een onwillige overheid (art. 36 R.v.St.-wet). F. Het administratief kort geding (pgs ) 1 Situering (pgs ) Omdat een annulatie vaak lang duurde en daardoor zinloos werd, werd het mogelijk gemaakt dat (enkel) de Raad van State bestuurshandelingen schorst in een korte procedure (art. 17, 1 R.v.St.-wet). De vordering tot schorsing is accessoir en ondergeschikt aan het annulatieberoep, waardoor enkel die handelingen die voor een annulatieberoep vatbaar zijn, ook geschorst kunnen worden. De schorsingsprocedure heeft dan ook dezelfde kenmerken. De Raad van State kan ook voorlopige maatregelen opleggen (art. 18 R.v.St.- wet), maar niet wat burgerlijke rechten betreft. 2 De ontvankelijkheid van de vordering tot schorsing (pgs ) (1) Het verzoekschrift (pgs ) De vordering tot schorsing gebeurt in hetzelfde verzoekschrift als het annulatieberoep (art. 17, 3, lid 1 R.v.St.-wet). Art. 3 PRKG legt enkele (vorm)vereisten op, maar die leiden niet steeds tot onontvankelijkheid. Belangrijk is de eiser al zijn middelen moet opnemen (dit is absoluut). Er is een zegelrecht van 175 verschuldigd (art. 30, 5, lid 1, 2 R.v.St.-wet) (2) De ontvankelijkheid ratione termporis (pg. 132) =annulatieberoep (3) De bekwaamheid (pg. 132) =annulatieberoep (4) De hoedanigheid (pg. 133) =annulatieberoep (5) Het belang (pg. 133) =annulatieberoep Academiejaar samenvatting bestuursrecht deel 2 Jeroen De Mets 15

16 (6) De uitputting van de georganiseerde beroepsmogelijkheden (pg. 133) =annulatieberoep 3 De grondvoorwaarden (pgs ) (1) Ernstige middelen (pg. 134) Prima facie moet blijken dat de middelen ernstig zijn. (2) Moeilijk te herstellen nadeel (pgs ) Er moet een moeilijk te herstellen nadeel mogelijk zijn (art. 17, 3 R.v.St.-wet) en de schorsing moet dat kunnen verhinderen. Dit nadeel moet voldoende ernstig zijn. (3) Uiterst dringende noodzakelijkheid (pgs ) In hoogdringende zaken is een zeer snelle uitspraak mogelijk (art. 17, 1, lid 3 R.v.St.- wet). De uiterste dringendheid moet prima facie onbetwistbaar zijn. Deze procedure moet immers een uitzondering blijven. 4 De gewone procedure in kort geding (pgs ) (1) De inleiding van de vordering tot schorsing (pgs ) De vordering wordt ingeleid per verzoekschrift (art. 17, 3, lid 1 R.v.St.-wet jo. Art. 2 en 3 PRKG). De griffie behandelt het verder (art. 4 PRKG). (2) De nota (pg. 137) Binnen de vijftien dagen kan de verwerende partij een nota met opmerkingen indienen. Ook het administratief dossier moet worden ingediend (art. 11 PRKG). (3) De tussenkomst (pg. 137) =annulatieberoep (4) Het onderzoek door het auditoraat (pg. 138) In principe binnen de 8 dagen (art. 12 PRKG). (5) Andere geschreven stukken (pg. 138) Het is niet mogelijk om nog andere geschreven stukken in te dienen. (6) De terechtzetting (pgs ) De voorzitter bepaalt de rechtsdag, de griffie geeft dit ter kennis (art. 13 PRKG). Art. 4 PRKG bepaalt de procedure. (7) Het arrest (pg. 140) Binnen de 45 dagen (art. 17, 4 R.v.St.-wet). Eventueel kan een dwangsom in het arrest zelf worden opgelegd (art. 17, 5 R.v.St.-wet). Academiejaar samenvatting bestuursrecht deel 2 Jeroen De Mets 16

17 (8) Rechtsmiddelen (pg. 141) Behalve het cassatieberoep bij een attributieconflict zijn de andere rechtsmiddelen uitgesloten (art. 17, 2, lid 2 R.v.St.-wet). Op verzoek van de partijen kunnen de schorsingsarresten wel worden ingetrokken (art. 17, 2, lid 3 R.v.St.-wet) volgens de procedure in artt PRKG. (9) Het gezag en de gevolgen van schorsingsarresten (pgs ) Het gezag van de schorsingsarresten geldt erga omnes, maar is maar tijdelijk: het bindt de bodemrechter niet. Het werkt bovendien ex nunc en doet de handeling niet uit de rechtsorde verdwijnen. Er is geen verplichting tot rechtsherstel. (10) Het vervolg van de rechtspleging (pgs ) Als de schorsing wordt toegekend, moeten de verwerende partij of de belanghebbende derde binnen de 30 dagen een verzoek tot voortzetting van de rechtspleging indienen. Anders wordt de geschorste akte in een versnelde procedure vernietigd (art. 15bis, 1 PRKG). Wordt de schorsing afgewezen, moet de verzoeker dat doen. Anders wordt hij vermoed afstand van geding te hebben gedaan (art. 15ter, 1 PRKG). 5 De procedure tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid (pgs ) In uiterst dringende gevallen staat een zeer snelle procedure open (art. 16 PRKG). De rechtsdag kan doorgaan zonder dat de verweerder is opgeroepen. In de andere gevallen kan de zitting doorgaan op elke dag en op elk uur, zelfs bij een staatsraad thuis (art. 16, 5 PRKG). De verwerende partij kan een nota indienen, in de praktijk op de zitting zelf. De auditeur geeft zijn verslag mondeling. 6 De voorlopige maatregelen Gekoppeld aan de schorsing kan een verzoeker voorlopige maatregelen vorderen in een afzonderlijk verzoekschrift (art. 25 PRKG). De procedure loopt gelijk met die van de schorsing. Er is geen zegelrecht verschuldigd. Academiejaar samenvatting bestuursrecht deel 2 Jeroen De Mets 17

RECHTSBESCHERMING 1 ADMINISTRATIEVE RECHTSBESCHERMING. 1. D. A. Willig beroep. 1. D. B. Hiërarchisch beroep

RECHTSBESCHERMING 1 ADMINISTRATIEVE RECHTSBESCHERMING. 1. D. A. Willig beroep. 1. D. B. Hiërarchisch beroep RECHTSBESCHERMING Belangrijkste functie is bijgevolg een filterfunctie 1. D. SOORTEN 1 ADMINISTRATIEVE RECHTSBESCHERMING 1. ADMINISTRATIEF BEROEP 1.A. KENMERKEN - het beroep wordt ingesteld bij een orgaan

Nadere informatie

Samenvatting: Bestuursrecht Deel 2: Rechtsbescherming tegen de overheid

Samenvatting: Bestuursrecht Deel 2: Rechtsbescherming tegen de overheid 1 Inleiding Door Brecht Warnez Samenvatting: Bestuursrecht Deel 2: Rechtsbescherming tegen de overheid 2e Bachelor Rechten, 2008-2009 Prof. S. Lust Samengevat door Brecht Warnez I. Inleiding - Leven in

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2 De plaats en de taken van de Raad van State als cassatierechter in het systeem van rechtsbescherming 20

HOOFDSTUK 2 De plaats en de taken van de Raad van State als cassatierechter in het systeem van rechtsbescherming 20 INHOUDSTAFEL VOORWOORD V INLEIDING 1 KADER 7 HOOFDSTUK 1 Historisch overzicht 9 A. Inleiding 9 B. Onduidelijkheid over de cassatiebevoegdheid van de Raad van State tot 1999 9 C. De oprichting van de Raad

Nadere informatie

De hervorming van de Raad van State 2014: een eerste analyse van de voornaamste nieuwigheden

De hervorming van de Raad van State 2014: een eerste analyse van de voornaamste nieuwigheden De hervorming van de Raad van State 2014: een eerste analyse van de voornaamste nieuwigheden FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JANUARI 2006 C.04.0201.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0201.N V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. P. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hoofdstuk V. Het Grondwettelijk Hof, de voorkoming en de regeling van conflicten. 1. Bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof

Hoofdstuk V. Het Grondwettelijk Hof, de voorkoming en de regeling van conflicten. 1. Bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof ALGEMENE INHOUD 1 Algemene inhoud Register Deel I. GRONDWET Titel III. De machten Hoofdstuk V. Het Grondwettelijk Hof, de voorkoming en de regeling van conflicten 141 143 Hoofdstuk VI. De rechterlijke

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 5 DECEMBER 1991 TOT BEPALING VAN DE RECHTSPLEGING IN KORT GEDING VOOR DE RAAD VAN STATE. (B.S. 14/01/1992, p.

KONINKLIJK BESLUIT VAN 5 DECEMBER 1991 TOT BEPALING VAN DE RECHTSPLEGING IN KORT GEDING VOOR DE RAAD VAN STATE. (B.S. 14/01/1992, p. KONINKLIJK BESLUIT VAN 5 DECEMBER 1991 TOT BEPALING VAN DE RECHTSPLEGING IN KORT GEDING VOOR DE RAAD VAN STATE. (B.S. 14/01/1992, p. 564) Door het coördinatiebureau geconsolideerde tekst, toepasselijk

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 8 MAART 2013 C.12.0408.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0408.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Zelfstandigen, met kabinet te 1060 Brussel, Guldenvlieslaan 87, eiser,

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. ALGEMEEN DE TOEPASSELIJKE REGELGEVING 9 HOOFDSTUK II. HET INLEIDEND VERZOEKSCHRIFT 11

HOOFDSTUK I. ALGEMEEN DE TOEPASSELIJKE REGELGEVING 9 HOOFDSTUK II. HET INLEIDEND VERZOEKSCHRIFT 11 INLEIDING DANKWOORD XXIII XXV DEEL I. ALGEMENE BEGINSELEN 1 DEEL II. HET ANNULATIEBEROEP 9 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN DE TOEPASSELIJKE REGELGEVING 9 HOOFDSTUK II. HET INLEIDEND VERZOEKSCHRIFT 11 1. Algemeen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 SEPTEMBER 2007 S.07.0003.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.07.0003.F A. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN LUIK.

Nadere informatie

ACTUALIA PUBLIEKRECHT 3 HET BELANG IN HET PUBLIEKRECHTELIJK PROCESRECHT. M. VAN DAMME (ed.)

ACTUALIA PUBLIEKRECHT 3 HET BELANG IN HET PUBLIEKRECHTELIJK PROCESRECHT. M. VAN DAMME (ed.) ACTUALIA PUBLIEKRECHT 3 HET BELANG IN HET PUBLIEKRECHTELIJK PROCESRECHT M. VAN DAMME (ed.) E. BREWAEYS G. DEBERSAQUES P. LEFRANC K. LEUS B. MARTEL F. ONGENA K. VERANNEMAN W. WEYMEERSCH A. WIRTGEN 2011

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JANUARI 2017 C.11.0724.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0724.F 1. BELGOLAISE nv, 2. BANQUE CENTRALE DU CONGO, Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen MEL ZAÏRE,

Nadere informatie

DEEL I DE RECHTSMACHT 1

DEEL I DE RECHTSMACHT 1 VOORWOORD V DEEL I DE RECHTSMACHT 1 1 DE GRONDWET 3 1 Waarborg 3 2 Exclusiviteit 4 3 Doorbreking bij de wet 5 4 Het begrip rechterlijke macht 5 5 Burgerlijke rechten 6 6 Conclusie burgerlijke en bestuursrechtelijke

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER ARREST nr. A/2013/0075 van 19 februari 2013 in de zaak 2010/0528/SA/3/0681 In zake: de nv... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat

Nadere informatie

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n C o m m i s s i e v a n B e r o e p N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r Openbare terechtzitting van 16 december 2016 In de zaak 0467/2013/(

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 MEI 2012 P.11.1808.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1808.N I 1. F P M E P, beklaagde, 2. B L J M F, beklaagde, eisers, vertegenwoordigd door mr. Caroline De Baets, advocaat bij het Hof

Nadere informatie

(B.S. 15/07/2000, p ; iwt 01/08/2000) Door het coördinatiebureau geconsolideerde tekst : versie toepasselijk vanaf 01/01/2007

(B.S. 15/07/2000, p ; iwt 01/08/2000) Door het coördinatiebureau geconsolideerde tekst : versie toepasselijk vanaf 01/01/2007 Koninklijk besluit van 9 juli 2000 houdende bijzondere procedureregeling inzake geschillen over beslissingen betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van

Nadere informatie

ACTUALIA RECHTSBESCHERMING TEGEN DE OVERHEID

ACTUALIA RECHTSBESCHERMING TEGEN DE OVERHEID ACTUALIA RECHTSBESCHERMING TEGEN DE OVERHEID ACTUALIA RECHTSBESCHERMING TEGEN DE OVERHEID Sabien Lust Peter Schollen Stijn Verbist (eds.) Antwerpen Cambridge Actualia rechtsbescherming tegen de overheid

Nadere informatie

Hoofdstuk 5. Klachten, meldingen en voorstellen

Hoofdstuk 5. Klachten, meldingen en voorstellen Hoofdstuk 5. Klachten, meldingen en voorstellen Bestuursdecreet Klachtendecreet Toelichting Afdeling 1. Algemene bepaling Art. II.74. Dit hoofdstuk is van toepassing op de volgende overheidsinstanties:

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 5 DECEMBER 1991 TOT BEPALING VAN DE RECHTSPLEGING IN KORT GEDING VOOR DE RAAD VAN STATE. (B.S., 14/01/1992, p.

KONINKLIJK BESLUIT VAN 5 DECEMBER 1991 TOT BEPALING VAN DE RECHTSPLEGING IN KORT GEDING VOOR DE RAAD VAN STATE. (B.S., 14/01/1992, p. KONINKLIJK BESLUIT VAN 5 DECEMBER 1991 TOT BEPALING VAN DE RECHTSPLEGING IN KORT GEDING VOOR DE RAAD VAN STATE. (B.S., 14/01/1992, p. 564) Door het coördinatiebureau geconsolideerde tekst, toepasselijk

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VIIe KAMER A R R E S T. nr. 232.747 van 29 oktober 2015 in de zaak A. 211.970/VII-39.075.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VIIe KAMER A R R E S T. nr. 232.747 van 29 oktober 2015 in de zaak A. 211.970/VII-39.075. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK VIIe KAMER A R R E S T nr. 232.747 van 29 oktober 2015 in de zaak A. 211.970/VII-39.075. In zake : de BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van

Nadere informatie

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T Rolnummer 4045 Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 468, 3, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 21

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 JUNI 2013 C.12.0458.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0458.F BRUSSELS SOUTH CHARLEROI AIRPORT nv, Me Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. AVIAPARTNER HOLDING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 MAART 2008 C.05.0476.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.05.0476.F CLINIQUES UNIVERSITAIRES SAINT-LUC, vereniging zonder winstoogmerk, Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie,

Nadere informatie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie Vaak gestelde vragen over het Hof van Justitie van de Europese Unie WAAROM EEN HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE (HVJ-EU)? Om Europa op te bouwen hebben een aantal staten (thans 28) onderling verdragen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 NOVEMBER 2014 C.14.0122.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0122.N 1. M. H., 2. A. D. K., eisers, toegelaten tot de rechtsbijstand bij beslissing van 6 januari 2014 (nr. G.13.0163.N) vertegenwoordigd

Nadere informatie

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING. G. V. O / 2007 / 5 / 5 september 2007

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING. G. V. O / 2007 / 5 / 5 september 2007 KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING G. V. O / 2007 / 5 / 5 september 2007 Inzake tegen verzoekende partij, bijgestaan door de inrichtende macht vertegenwoordigd door voorzitter van

Nadere informatie

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,

Nadere informatie

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Vlaamse Regering Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Afdeling Kanselarij Boudewijnlaan 30, bus 20 1000 Brussel

Nadere informatie

Decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges

Decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges Decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 JANUARI 2015 F.14.0007.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0007.F 1. J. B. en 2. M. D., Mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BELGISCHE STAAT, minister van Financiën,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 FEBRUARI 2011 C.09.0548.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0548.F R. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen B. C., Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof

Nadere informatie

L. Dejaiffe tegen Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHEVI)

L. Dejaiffe tegen Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHEVI) ARREST VAN HET GERECHT (Derde kamer) 12 december 2000 Zaak T-223/99 L. Dejaiffe tegen Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHEVI) Tijdelijke functionarissen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België. Arrest

Hof van Cassatie van België. Arrest 16 NOVEMBER 2009 C.09.0135.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0135.N LANDSBOND DER CHRISTELIJKE MUTUALITEITEN, met zetel te 1031 Brussel, Haachtsesteenweg 579, eiser, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE. A R R E S T. nr van 8 juli 2004 in de zaak A /XII-662.

RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE. A R R E S T. nr van 8 juli 2004 in de zaak A /XII-662. RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE. A R R E S T nr. 133.653 van 8 juli 2004 in de zaak A. 74.255/XII-662. In zake : Daniël VAN LOOY, die woonplaats kiest bij advocaat K. Rommens, kantoor houdende te

Nadere informatie

Instelling. GD & A Nieuwsbrief. Onderwerp. Datum. 31 januari 2017

Instelling. GD & A Nieuwsbrief.  Onderwerp. Datum. 31 januari 2017 Instelling GD & A Nieuwsbrief www.gdena-advocaten.be Onderwerp De omgevingsvergunning in zicht: De Raad voor Vergunningsbetwistingen zet zich schrap! Datum 31 januari 2017 Copyright and disclaimer De inhoud

Nadere informatie

PROCEDURES COMMISSIE ZORGVULDIG BESTUUR

PROCEDURES COMMISSIE ZORGVULDIG BESTUUR www.ond.vlaanderen.be/zorgvuldigbestuur PROCEDURES COMMISSIE ZORGVULDIG BESTUUR - ZORGVULDIG BESTUUR Kosteloosheid basisonderwijs, kosteloze toegang secundair onderwijs, oneerlijke concurrentie, handelsactiviteiten,

Nadere informatie

Rechtsbescherming tegen de (administratieve) overheid Een inleiding

Rechtsbescherming tegen de (administratieve) overheid Een inleiding Rechtsbescherming tegen de (administratieve) overheid Een inleiding Prof. dr. Sabien LUST Inhoud I. INLEIDING 1 II. PREVENTIEVE RECHTSBESCHERMING 9 III. RECHTSBESCHERMING A POSTERIORI 11 A. INLEIDING 11

Nadere informatie

DE PROCEDUREGIDS. Stappenplan voor civiele, strafrechtelijke en bestuursrechtelijke geschillen. Frederic Eggermont Saskia Kerkhofs

DE PROCEDUREGIDS. Stappenplan voor civiele, strafrechtelijke en bestuursrechtelijke geschillen. Frederic Eggermont Saskia Kerkhofs DE PROCEDUREGIDS DE PROCEDUREGIDS Stappenplan voor civiele, strafrechtelijke en bestuursrechtelijke geschillen Frederic Eggermont Saskia Kerkhofs Antwerpen Cambridge De proceduregids. Stappenplan voor

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 5 DECEMBER 1991 TOT BEPALING VAN DE RECHTSPLEGING IN KORT GEDING VOOR DE RAAD VAN STATE. (B.S., 14/01/1992, p.

KONINKLIJK BESLUIT VAN 5 DECEMBER 1991 TOT BEPALING VAN DE RECHTSPLEGING IN KORT GEDING VOOR DE RAAD VAN STATE. (B.S., 14/01/1992, p. KONINKLIJK BESLUIT VAN 5 DECEMBER 1991 TOT BEPALING VAN DE RECHTSPLEGING IN KORT GEDING VOOR DE RAAD VAN STATE. (B.S., 14/01/1992, p. 564) Door het coördinatiebureau geconsolideerde tekst, toepasselijk

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0038 van 24 juni 2014 in de zaak 1314/0216/A/4/0183 In zake: de heer Daniël VANDERVELPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert DEMIN

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VOORZITTER VAN DE XIVe KAMER A R R E S T. nr van 9 juli 2019 in de zaak A /XIV-37.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VOORZITTER VAN DE XIVe KAMER A R R E S T. nr van 9 juli 2019 in de zaak A /XIV-37. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK VOORZITTER VAN DE XIVe KAMER A R R E S T nr. 245.122 van 9 juli 2019 in de zaak A. 227.403/XIV-37.945 In zake : de VZW NATIONAAL SYNDICAAT VAN HET POLITIE-

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 AUGUSTUS 2015 P.15.1158.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1158.N Y M, verzoekster tot voorlopige invrijheidstelling, gedetineerd, eiseres, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 FEBRUARI 2012 C.11.0463.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0463.F BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. C. G., 2. F.S.,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 8 JUNI 2012 C.11.0735.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0735.N BELGISCHE STAAT, minister van Binnenlandse Zaken, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen A. D. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE. A R R E S T. nr van 23 april 2007 in de zaak A /IX-3642.

RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE. A R R E S T. nr van 23 april 2007 in de zaak A /IX-3642. RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE. A R R E S T nr. 170.302 van 23 april 2007 in de zaak A. 130.668/IX-3642. In zake : het BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS, dat woonplaats kiest bij advocaat

Nadere informatie

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2012/157/, Inzake : de heer, wonende te, bijgestaan door Mter, advocaat te,

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2012/157/, Inzake : de heer, wonende te, bijgestaan door Mter, advocaat te, 1 KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING Nr. GOO/2012/157/, Inzake : de heer, wonende te, bijgestaan door Mter, advocaat te, Verzoekende partij Tegen : het,,, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 5 DECEMBER 1991 TOT BEPALING VAN DE RECHTSPLEGING IN KORT GEDING VOOR DE RAAD VAN STATE. (B.S., 14/01/1992, p.

KONINKLIJK BESLUIT VAN 5 DECEMBER 1991 TOT BEPALING VAN DE RECHTSPLEGING IN KORT GEDING VOOR DE RAAD VAN STATE. (B.S., 14/01/1992, p. KONINKLIJK BESLUIT VAN 5 DECEMBER 1991 TOT BEPALING VAN DE RECHTSPLEGING IN KORT GEDING VOOR DE RAAD VAN STATE. (B.S., 14/01/1992, p. 564) Door het coördinatiebureau geconsolideerde tekst, toepasselijk

Nadere informatie

II. Verloop van de rechtspleging

II. Verloop van de rechtspleging RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK IXe KAMER A R R E S T nr. 198.896 van 15 december 2009 in de zaak A. 157.422/IX-4701 In zake : Guido WIJNEN bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaten David

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 8 november 2016 met nummer RvVb/A/1617/0231 in de zaak met rolnummer 1314/0771/A/2/0738 Verzoekende partij 1. de heer Tom BELMANS 2. mevrouw Christ l MAES 3.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 JANUARI 2014 C.10.0450.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0450.F 1. N. G., 2. M. G., Mr. Simone Nudelholc, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Rolnummer 3739. Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T

Rolnummer 3739. Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T Rolnummer 3739 Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 413bis tot 413octies van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 DECEMBER 2006 F.05.0019.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.05.0019.N 1. S.W., en zijn echtgenote, 2. O.W., eisers, vertegenwoordigd door mr. Pierre van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER ARREST nr. S/2011/00007 van 9 februari 2011 in de zaak 2010/0401/SA/3/0363 In zake: 1.... 2.... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VOORZITTER VAN DE IXe KAMER ARREST. nr van 18 oktober 2018 in de zaak A. 217.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VOORZITTER VAN DE IXe KAMER ARREST. nr van 18 oktober 2018 in de zaak A. 217. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK VOORZITTER VAN DE IXe KAMER ARREST nr. 242.698 van 18 oktober 2018 in de zaak A. 217.780/IX-8773 In zake: het OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN

Nadere informatie

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T Rolnummer 4792 Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 4, 2, en 6, 2, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken,

Nadere informatie

Het administratief beroep

Het administratief beroep Het administratief beroep Kris Wauters (ed.) Jochen Anthierens Elif Can Wouter De Cock Stefaan Desrumaux Michiel Deweirdt Koen Geelen Elsbeth Loncke Dirk Van de Sijpe Kris Wauters Maklu Antwerpen / Apeldoorn

Nadere informatie

Samenvatting. Rapport 26. Handhaving en geschillenbeslechting in het beleidsdomein WVG. Opzet en situering onderzoek

Samenvatting. Rapport 26. Handhaving en geschillenbeslechting in het beleidsdomein WVG. Opzet en situering onderzoek Steunpunt WVG Kapucijnenvoer 39 B-3000 Leuven +32 16 37 34 32 www.steunpuntwvg.be swvg@med.kuleuven.be Rapport 26 Handhaving en geschillenbeslechting in het beleidsdomein WVG Onderzoeker: Promotor: Ruth

Nadere informatie

2. Soorten en verband

2. Soorten en verband Bij dit alles moet de rechter de rechten van verdediging eerbiedigen. Dit betekent dat hij, wanneer hij de rechtsgrond wenst te wijzigen en aan te passen, de debatten dient te heropenen om partijen toe

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 26 september 2017 met nummer RvVb/A/1718/0094 in de zaak met rolnummer 1617/RvVb/0579/SA Verzoekende partijen Verwerende partij 1. de heer William ROTTIERS

Nadere informatie

KAMER VAN BEROEP GEMEENSCHAPSONDERWIJS BESLISSING GO / 2014 / 04 / / 23 APRIL 2014., wonende te, bijgestaan door, advocaat te,

KAMER VAN BEROEP GEMEENSCHAPSONDERWIJS BESLISSING GO / 2014 / 04 / / 23 APRIL 2014., wonende te, bijgestaan door, advocaat te, 1 KAMER VAN BEROEP GEMEENSCHAPSONDERWIJS BESLISSING GO / 2014 / 04 / / 23 APRIL 2014 Inzake, wonende te, bijgestaan door, advocaat te, Verzoekende partij Tegen, te, vertegenwoordigd door het college van

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 27/2013 van 28 februari 2013 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 27/2013 van 28 februari 2013 A R R E S T Rolnummer 5401 Arrest nr. 27/2013 van 28 februari 2013 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 6 van de wet van 19 januari 2012 tot wijziging van de wetgeving met betrekking tot de

Nadere informatie

A R R E S T. nr van 28 mei 2013 in de zaak A /XII tegen:

A R R E S T. nr van 28 mei 2013 in de zaak A /XII tegen: RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK VOORZITTER VAN DE XIIe KAMER A R R E S T nr. 223.610 van 28 mei 2013 in de zaak A. 195.522/XII-6137 In zake: de NV KON. BEERSCHOT AC voorheen NV KON FC GERMINAL-BEERSCHOT

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België C.09.0590.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0323.F 1. A. B. en, 2. H. K., Mr. Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. J. T. en, 2. N. Z, Mr. Michel Mahieu, advocaat

Nadere informatie

Zaak T-155/04. SELEX Sistemi Integrati SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-155/04. SELEX Sistemi Integrati SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-155/04 SELEX Sistemi Integrati SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Mededinging Misbruik van machtspositie Begrip.onderneming' Klacht Afwijzing" Arrest van het Gerecht (Tweede kamer)

Nadere informatie

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO / 2014 / 177 /, (II), wonende te, bijgestaan door Mter, advocaat te,

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO / 2014 / 177 /, (II), wonende te, bijgestaan door Mter, advocaat te, 1 KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING Nr. GOO / 2014 / 177 /, (II) Inzake, wonende te, bijgestaan door Mter, advocaat te, Verzoekende partij Tegen de STAD, te, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 OKTOBER 2013 C.12.0614.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0614.F INTERNATIONAL HOTELS WORLDWIDE Inc., vennootschap naar het recht van de Britse Maagdeneilanden, Mr. Paul Alain Foriers, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 DECEMBER 2007 C.06.0596.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.06.0596.F FRANSE GEMEENSCHAP VAN BELGIE, Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen N. L. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

19 DECEMBER 2008. - Decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW-decreet)

19 DECEMBER 2008. - Decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW-decreet) 19 DECEMBER 2008. - Decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW-decreet) HOOFDSTUK VI. - Tucht. Afdeling I. - Toepassingsgebied. Art. 117. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

(B.S., 01/06/1991, p ; iwt. 01/06/1991) Door het coördinatiebureau geconsolideerde tekst, toepasselijk vanaf 01/03/2014

(B.S., 01/06/1991, p ; iwt. 01/06/1991) Door het coördinatiebureau geconsolideerde tekst, toepasselijk vanaf 01/03/2014 KONINKLIJK BESLUIT VAN 2 APRIL 1991 TOT REGELING VAN DE RECHTSPLEGING VOOR DE [AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK] 1 VAN DE RAAD VAN STATE INZAKE [HET BEVEL EN] 2 DE DWANGSOM (B.S., 01/06/1991, p. 12050; iwt.

Nadere informatie

Motivering van bestuurshandelingen afl 11.book Page 5 Tuesday, July 5, :35 AM

Motivering van bestuurshandelingen afl 11.book Page 5 Tuesday, July 5, :35 AM Motivering van bestuurshandelingen afl 11.book Page 5 Tuesday, July 5, 2016 9:35 AM INHOUD DEEL I ALGEMEEN GEDEELTE Hoofdstuk I Inleiding, begrippenkader en situering 1 1. Wat is motivering?...........................................

Nadere informatie

Recente en toekomstige evoluties inzake geschillen over overheidsopdrachten. Dirk De Keuster Bert Kelchtermans Advocaten

Recente en toekomstige evoluties inzake geschillen over overheidsopdrachten. Dirk De Keuster Bert Kelchtermans Advocaten Recente en toekomstige evoluties inzake geschillen over overheidsopdrachten Dirk De Keuster Bert Kelchtermans Advocaten : I. GUNNING II. UITVOERING B. Nieuwigheden: I. INFORMATIEVERPLICHTING II. WACHTTERMIJN

Nadere informatie

KAMER VAN BEROEP GEMEENSCHAPSONDERWIJS BESLISSING GO/2012/06/ / 3 JULI Inzake :..., wonende te, bijgestaan door, advocaat te,

KAMER VAN BEROEP GEMEENSCHAPSONDERWIJS BESLISSING GO/2012/06/ / 3 JULI Inzake :..., wonende te, bijgestaan door, advocaat te, 1 KAMER VAN BEROEP GEMEENSCHAPSONDERWIJS BESLISSING GO/2012/06/ / 3 JULI 2012 Inzake :..., wonende te, bijgestaan door, advocaat te, Verzoekende partij Tegen:,, te..., vertegenwoordigd door, algemeen directeur

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2014/0183 van 18 maart 2014 in de zaak 2010/0361/A/2/0337 In zake: de heer..., wonende te... verzoekende partij tegen: de deputatie van de provincieraad van

Nadere informatie

voornaamste wijzigingen vanaf 1 december 2006

voornaamste wijzigingen vanaf 1 december 2006 2 de fase hervorming asielprocedure: voornaamste wijzigingen vanaf 1 december 2006 In navolging van onze vorige praktische handleiding rond de invoering van de subsidiaire bescherming op 10 oktober 2006

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 12 OKTOBER 2010

KONINKLIJK BESLUIT VAN 12 OKTOBER 2010 KONINKLIJK BESLUIT VAN 12 OKTOBER 2010 TOT UITVOERING VAN ARTIKEL 68, TWEEDE LID, VAN DE WET VAN 6 AUGUSTUS 1990 BETREFFENDE DE ZIEKENFONDSEN EN DE LANDSBONDEN VAN ZIEKENFONDSEN (B.S, 10/11/2010, p. 67751)

Nadere informatie

BASISBEGRIPPEN Julie Kerckaert Inleiding tot het Belgisch publiekrecht Academiejaar

BASISBEGRIPPEN Julie Kerckaert Inleiding tot het Belgisch publiekrecht Academiejaar BASISBEGRIPPEN Julie Kerckaert Inleiding tot het Belgisch publiekrecht Academiejaar 2014-2015 Inhoudsopgave Administratieve rechtshandeling... 4 1. Definitie... 4 2. Toelichting... 4 Algemeen rechtsbeginsel...

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 21 februari 2017 met nummer RvVb/A/1617/0580 in de zaak met rolnummer 1213/0519/A/2/0489 Verzoekende partijen 1. de heer August VAN PETEGHEM 2. de heer Peter

Nadere informatie

RAAD VAN STATE wetgeving en procedure

RAAD VAN STATE wetgeving en procedure RAAD VAN STATE wetgeving en procedure Hoofdredacteur Eric BREWAEYS Staatsraad, docent Vrije Universiteit Brussel Redactie Eric BREWAEYS Staatsraad, docent Vrije Universiteit Brussel Torn DE WAELE Auditeur

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST nr. A/2011/0030 van 23 maart 2011 in de zaak 2010/0319/SA/3/0300 In zake: 1. de vzw... 2. mevrouw... 3. de heer... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 MAART 2011 C.10.0531.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0531.F B. A., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. P. F. en, 2. D. C., Mr. Michel Mahieu, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 MAART 2013 P.12.0739.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0739.N I D V R, eiser, tegen 1. S E K, minderjarige, 2. A E K, 3. M E K, 4. GEMEENSCHAPPELIJK MOTORWAARBORGFONDS, onderlinge verzekeringsvereniging,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0511 van 26 januari 2016 in de zaak 1314/0461/SA/3/0431 In zake: de LEIDEND AMBTENAAR van het Agentschap Onroerend Erfgoed advocaat Philippe DECLERCQ

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. XIVe KAMER A R R E S T. nr. 217.599 van 31 januari 2012 in de zaak A. 198.888/XIV-32.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. XIVe KAMER A R R E S T. nr. 217.599 van 31 januari 2012 in de zaak A. 198.888/XIV-32. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK XIVe KAMER A R R E S T nr. 217.599 van 31 januari 2012 in de zaak A. 198.888/XIV-32.784 In zake : de BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de staatssecretaris

Nadere informatie

Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 19 juni 2009

Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 19 juni 2009 Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 19 juni 2009 OPGAVE 1 (34 punten) Vraag 1.1 (5 punten) Er staan geen bestuursrechtelijke rechtsmiddelen open. Het voorbereidingsbesluit van artikel

Nadere informatie

COLLEGE VAN DE FEDERALE OMBUDSMANNEN. Huishoudelijk reglement van het College van de Federale Ombudsmannen 1

COLLEGE VAN DE FEDERALE OMBUDSMANNEN. Huishoudelijk reglement van het College van de Federale Ombudsmannen 1 COLLEGE VAN DE FEDERALE OMBUDSMANNEN Huishoudelijk reglement van het College van de Federale Ombudsmannen 1 Op 19 november 1998 door de Kamer van volksvertegenwoordigers goedgekeurd (art. 17 van de wet

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2015/0008 van 13 januari 2015 in de zaak 1314/0021/A/2/0050 In zake: 1. de heer Albert VRANKEN 2. mevrouw Marie-Joanna BRABANTS bijgestaan en vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 JANUARI 2014 F.12.0081.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0081.F J. T., Mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van

Nadere informatie

6tt161. 4fi HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL. zetelend in burgerlijke zaken, na beraad, wijst volgend arrest

6tt161. 4fi HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL. zetelend in burgerlijke zaken, na beraad, wijst volgend arrest Nr.: 6tt161 A.R. Nr.: 2012/ AR/ 1017 Rep. m.: 2012/ 4fi Afschrift in uitvoering van het Gerechtelijk Wet.boek Vrij van recht art. 280-2 WJUlG. HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL l'r kamer, zetelend in burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 SEPTEMBER 2011 C.10.0279.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0279.F STAD CHARLEROI, Mr. Michèle Grégoire, advocaat bij het hof van cassatie, tegen T. N., Mr. Caroline De Baets, advocaat

Nadere informatie

II. Verloop van de rechtspleging

II. Verloop van de rechtspleging RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK XIVe KAMER A R R E S T nr. 244.249 van 23 april 2019 in de zaak A. 221.219/XIV-37.287 In zake: de NV LEUNENS bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Valerie

Nadere informatie

Uitgebreide inhoudsopgave

Uitgebreide inhoudsopgave Uitgebreide inhoudsopgave Woord vooraf 5 Verkorte inhoudsopgave 7 Uitgebreide inhoudsopgave 9 Lijst van afkortingen 17 1 Plaatsbepaling rechtsbescherming 21 1.1 Inleiding 21 1.2 Bestuursrechtelijke geschillen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 JANUARI 2006 C.05.0190.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.05.0190.N B.J., eiser, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1050 Brussel,

Nadere informatie

waarbij het cassatieberoep toelaatbaar wordt verklaard;

waarbij het cassatieberoep toelaatbaar wordt verklaard; RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T nr. 188.355 van 28 november 2008 in de zaak A. 185.724/XIV-29.882. In zake : 1. XXX, 2. XXX, handelend in eigen naam en als wettelijke vertegenwoordigers

Nadere informatie

Ministeriële uitspraak in de beroepsprocedure met toepassing van artikel 47, 1, van de Vlaamse Wooncode betreffende de beslissing van de sociale

Ministeriële uitspraak in de beroepsprocedure met toepassing van artikel 47, 1, van de Vlaamse Wooncode betreffende de beslissing van de sociale n Vlaamse Regering ~- Ministeriële uitspraak in de beroepsprocedure met toepassing van artikel 47, 1, van de Vlaamse Wooncode betreffende de beslissing van de sociale huisvestingsmaatschappij met betrekking

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 NOVEMBER 2013 C.12.0291.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0291.F M. M., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2011 houdende de organisatie van het toezicht, vermeld in artikel 29bis van de Vlaamse Wooncode

Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2011 houdende de organisatie van het toezicht, vermeld in artikel 29bis van de Vlaamse Wooncode 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2011 houdende de organisatie van het toezicht, vermeld in artikel 29bis van de Vlaamse Wooncode Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. In dit besluit

Nadere informatie