Zesde openbare verslag ex artikel 73a Fw in het faillissement van All Set Graphics B.V., h.o.d.n. All Set D&CC

Transcriptie

1 Het papieren verslag is identiek aan het digitale verslag. Zesde openbare verslag ex artikel 73a Fw in het faillissement van All Set Graphics B.V., h.o.d.n. All Set D&CC Inzake : All Set Graphics B.V., h.o.d.n. All Set D&CC, statutair gevestigd te Rotterdam, voorheen kantoorhoudende te (3014 GT) Rotterdam aan de Westersingel nr. 41 Insolventienummer : 10/13/200 F Datum faillissement : 26 februari 2013 Rechter-commissaris : Mr. J.C.A.T. Frima Curator : Mr. S.A. Hattink Borsboom & Hamm Advocaten Postbus AG ROTTERDAM tel.: fax: Eigen aangifte/op verzoek : eigen aangifte Datum verslag : 25 september 2014 Verslagperiode : 25 maart 2014 t/m 24 september 2014 Bijlagen bij papieren verslag : - Mededeling : ingevolge de richtlijnen van de Rechtbank Rotterdam zijn de ontwikkelingen ten opzichte van het vorige openbare verslag cursief weergegeven.

2 - 2-1 FORMELE GEGEVENS VAN DE VENNOOTSCHAP 1.1 De failliete vennootschap, All Set Graphics B.V. ("ASG"), is op 26 februari 1996 opgericht, en is voor het eerst ingeschreven in het handelsregister op 7 maart ASG is statutair gevestigd te Rotterdam, en was feitelijk gevestigd aan de Westersingel 41 te (3014 GT) Rotterdam. 1.2 Het geplaatste en gestorte kapitaal bedraagt EUR , In ASG werd een onderneming gedreven die zich bezighield met advisering op het gebied van reclame in de ruimste zin van het woord. De bedrijfsomschrijving die bij het handelsregister is geregistreerd, luidt: "Concept, creatie, strategie en media zowel online als offline, print en productie. In- en verkoop van media, drukwerk en relatiegeschenken, het leveren van onlinemiddelen zoals websites en banners, het vervaardigen van audiovisuele producties. Standbouw, evenementenorganisatie en het inrichten van showrooms en modelwoningen. " Op de faillissementsdatum waren de activiteiten reeds gestaakt. De activiteiten zijn feitelijk per 1 januari 2013 neergelegd. 1.4 Aandeelhouder van ASG is de vennootschap P.A. Kornaat Beheer B.V., gevestigd te Vlaardingen. Kornaat Beheer B.V. is sedert 2 juli 2007 enig aandeelhouder van ASG. Toen heeft zij de resterende aandelen in ASG verkregen van de vennootschap S.H. Krijgsman Beheer B.V. 1.5 Bestuurder van ASG is de heer P.A. Kornaat, wonende te Vlaardingen. 1.6 Toen het faillissement werd uitgesproken, had ASG geen werknemers meer in dienst. Tot voor kort (eind 2012) had ASG zeven werknemers in dienst. Drie van hen hebben een baan elders aanvaard, de arbeidsovereenkomsten met de andere vier zijn met een ontslagvergunning geëindigd. De bestuurder werkte zelf op basis van een tussen P.A. Kornaat Beheer B.V. en ASG opgemaakte managementovereenkomst in de onderneming.

3 - 3 - De curator heeft de voormalige werknemers van ASG over het faillissement geïnformeerd, en hen gewezen op de mogelijkheid evt. vorderingen bij het UWV te melden. Daarnaast was er (mogelijk) nog één van kracht zijnde arbeidsovereenkomst. Voor zover vereist, is die arbeidsovereenkomst met machtiging van de rechter-commissaris opgezegd. 1.7 ASG beschikte bij ING Bank N.V. over een rekening-courantkrediet van EUR ,00. De faciliteit gold ook voor P.A. Kornaat Beheer B.V., die daarnaast beschikte over een rentevastlening van EUR ,00 en een borgstellingskrediet van EUR ,00 in verband met de verwerving van het restant van de aandelen in ASG. De rekening bij ING Bank N.V. vertoonde op de faillissementsdatum een debetstand van circa EUR ,--. Voor de kredietfaciliteit van ASG waren de gebruikelijke zekerheden verstrekt. Zie onder 5.4. ASG had daarnaast rekeningen bij Rabobank Voorne-Putten Rozenburg en Rabobank Ridderkerk Midden-IJsselmonde. De rekeningen vertoonden een creditsaldo van in totaal EUR 1.189, ACHTERGRONDEN / OORZAKEN FAILLISSEMENT 2.1 De failliete vennootschap heeft het eigen vermogen, (netto)omzet, resultaat (na belastingen) en balanstotaal als volgt zien ontwikkelen (bron: jaarstukken, balans en verlies- en winstrekening): jaar eigen vermogen netto-omzet resultaat balanstotaal / / / De verlies- en winstrekening per faillissementsdatum resulteert in een verlies van EUR ,00.

4 Op 15 februari 2013 is aangifte gedaan van het faillissement. Bij de aangifte van het faillissement is de faillissementssituatie als volgt toegelicht: "In 2009 heb ik in overleg met mijn toenmalige compagnon besloten om zijn aandelen over te nemen (50%). Deze overname is in 2010 bekrachtigd en compleet gefinancierd door de ING Bank. In 2009 hadden we een omzet van ruim 1,7 miljoen, dit zagen we in 2010 licht wegzakken naar 1.6 miljoen.. echter in het jaar 2011 stortte de markt compleet in en zagen we de omzet zakken naar 1 miljoen. In nog geen twee jaar tijd In 2012 begonnen we dus al in heel zwaar weer en dit is na de zomer alleen maar erger geworden. Door het wegvallen van een aantal klanten in de woon- en vastgoedsector en het simpelweg minder omzet verkrijgen van onze overige klanten was ik niet meer in staat om aan mijn financiële verplichtingen te voldoen. Ik heb daarom afgelopen jaar UWV aangevraagd voor een aantal mensen (2 man) en voor de overige mensen heb ik geprobeerd of ik deze kon plaatsen bij een ander bureau en dat is per 1 januari 2013 gelukt. De huur kon ik niet meer voldoen (betaald tot oktober 2012) en de verhuurder heeft aangegeven een andere huurder per 1 januari 2013 te hebben gevonden. Dit betekende dat ik per 1 januari 2013 ook geen vestiging meer heb. De situatie was voor mij zo onhoudbaar en heb noodgedwongen besloten alle activiteiten te staken en mijn faillissement aan te vragen" 2.3 Deze verklaring stemt overeen met de naderhand door de bestuurder gegeven toelichting. 2.4 Op de faillissementsdatum waren de activiteiten reeds gestaakt, het bedrijfspand aan de Westersingel 41 te Rotterdam verlaten, de arbeidsovereenkomsten tot een einde gekomen en de inventaris verkocht. Met de verkoopopbrengst van de inventaris (circa EUR ,00) zouden crediteuren zijn betaald. De curator heeft onderzoek verricht naar de omstandigheden waaronder de activiteiten zijn beëindigd. Daarbij is onder meer schriftelijk en telefonisch contact geweest met voormalige werknemers en opdrachtgevers van ASG. Gebleken is dat de bestuurder van ASG in december 2012 alle opdrachtgevers van ASG heeft benaderd, om te bewerkstelligen dat zij nieuwe opdrachten in het vervolg bij het reclamebureau Goed & Groen B.V. zouden onderbrengen. De opdrachtgevers spreken zelf van een "doorstart" van ASG in Goed & Groen B.V. Goed & Groen B.V. is het

5 - 5 - door de bestuurder genoemde "andere bureau", met welk bureau ASG veelvuldig bij de uitvoering van opdrachten heeft samengewerkt. Goed & Groen B.V. heeft ook de volledige inventaris van ASG overgenomen, inclusief alle computers met - naar de curator aanneemt - alle bestanden. Ook de drie resterende werknemers van ASG zijn bij Goed & Groen B.V. ondergebracht, terwijl de bestuurder zelf thans ook - op freelance basis - voor Goed & Groen B.V. werkt, en wel via een door hem in oktober 2012 gevestigde, en op 24 december 2012 opgerichte vennootschap. Voor de aankoop van de inventaris heeft Goed & Groen B.V. een bedrag van EUR ,00 incl. BTW betaald. De curator heeft (vooralsnog) geen reden aan te nemen dat de inventaris (veel) meer waard was. Echter, daar staat een factuur van Goed & Groen B.V. d.d. 21 december 2012 ad EUR ,00 incl. BTW tegenover. ASG heeft de factuur in januari 2013 betaald. Volgens de omschrijving op de factuur ziet de factuur op voor ASG in december 2012 verrichte werkzaamheden in het kader van een door Rabobank Rotterdam aan ASG verstrekte opdracht. Voor de factuur c.q. de in rekening gebrachte werkzaamheden is geen aansluiting te vinden in de administratie van ASG. Mogelijk moeten de werkzaamheden nog worden doorbelast. Voor de bovengenoemde feiten en omstandigheden c.q. daaruit voortvloeiende vorderingen is in de onderhavige, vierde verslagperiode - met goedkeuring van de rechtercommissaris - een minnelijke regeling getroffen. Zie hierna onder Op verzoek van de curator was een faillissementsverhoor van de bestuurder en de (indirecte) bestuurder van Goed & Groen B.V. bepaald, dat op 12 december 2013 zou plaatsvinden. Vanwege de getroffen regeling heeft het faillissementsverhoor geen doorgang gevonden. 3. ACTIVATRANSACTIES Niet van toepassing. 4. ACTIVA Faillissementsdatum 4.1 De curator heeft op de faillissementsdatum aan activa aangetroffen: a) liquide middelen (creditsaldo Rabobank); b) vorderingen op handelsdebiteuren; c) overige vorderingen.

6 - 6 - Ad a) 4.2 Aan liquide middelen is aangetroffen een totaalbedrag van EUR 1.189,28. Dat bedrag is in tweede verslagperiode op de faillissementsrekening overgemaakt. 4.3 Ad b) en ad c) De openstaande handelsvorderingen bedragen circa EUR 5.700,--. Daarnaast is er een vordering op een voormalige werkneemster van EUR ,--, te vermeerderen met rente en kosten. De vorderingen zijn (stil) verpand aan ING Bank N.V. Met inachtneming van een termijn van 14 dagen (vgl. HR 22 juni 2007, JOR 2007/222 (ING/Verdonk q.q.)) heeft de curator de debiteuren tot betaling aangesproken. Dit heeft in betaling van een bedrag van EUR 49,08 geresulteerd. In de tweede verslagperiode is met ING Bank N.V. overeengekomen dat de curator de vorderingen incasseert, en daarvoor een boedelbijdrage ontvangt van 25% van de te incasseren bedragen. Met de voormalige werkneemster is een voorlopige betalingsregeling getroffen, inhoudende betaling van het verschuldigde bedrag in maandelijkse termijnen van EUR 100,00. De betalingsregeling geldt gedurende een jaar. Daarna zal worden bezien of zij in staat is om hogere aflossingen te verrichten dan wel een substantieel bedrag in één keer. Tot op heden is een totaalbedrag van EUR 1.400,00 in mindering op de vordering voldaan. De laatste betaling is in juli 2014 ontvangen. De curator heeft de incassoactiviteiten inmiddels gestaakt, omdat de daarmee gepaard gaande werkzaamheden niet opwegen tegen de baten. Het dossier zal worden overgedragen aan ING Bank N.V., en de opbrengst zal worden afgerekend. De overige incassoactiviteiten hebben niet tot enige betaling geleid. De aangesproken debiteuren konden ofwel een beroep doen op verrekening ofwel betwistten de vordering. Vanwege het geringe belang zijn die activiteiten inmiddels gestaakt.

7 - 7 - Na de faillissementsdatum 4.4 In de tweede verslagperiode is een bedrag van ruim EUR 1.000,00 van Post.nl ontvangen. 4.5 Uit onderzoek van de financiële administratie is in de tweede verslagperiode gebleken dat ASG een rekeningcourantvordering heeft op haar aandeelhouder P.A. Kornaat Beheer B.V. van circa EUR ,00. De vordering is (in ieder geval tot een bedrag van ruim EUR ,00) verpand aan ING Bank N.V. De aandeelhouder stelt niet tot betaling in staat te zijn. Het is de curator ook niet gebleken dat de aandeelhouder verhaal biedt. 4.6 In de derde verslagperiode is een bedrag van ruim EUR 1.200,00 aan restitutie van vooruitbetaalde verzekeringspremie op de faillissementsrekening ontvangen. 4.7 Zie hierna onder Tot op heden is een totaalbedrag van EUR 8.750,-- afgedragen. 5. PASSIVA 5.1 De passiva zijn als volgt verdeeld: - boedelschuld UWV: EUR 3.670,42 - overige boedelschulden (ClaimsAgent B.V.): EUR 133,10 - preferente schulden fiscus: EUR ,00 - preferente schuld fiscus ex art. 29 lid 2 OB PM ,00 - preferente schulden UWV: EUR ,59 - bankschuld: EUR ,25 - (overige) concurrente schulden: EUR ,62 - betwiste schulden EUR , De betwiste schuld betreft een schuld van ING Bank N.V. Voor dat bedrag heeft ING Bank N.V. financiering verstrekt in verband met de aankoop van de resterende aandelen in ASG. Vgl. sub 1.4. In de kredietstukken is als bijzondere bepaling opgenomen dat in het kader van de Wet op de Kapitaalbescherming de door ASG onder te zetten zekerheden niet gelden voor de financiering van de verkrijging door P.A. Kornaat Beheer B.V. van de aandelen in

8 - 8 - ASG. De CJMO, waaruit het door mij betwiste deel van de vordering van ING Bank N.V. voortvloeit, betreft één van de bedoelde zekerheden. De reden voor de betwisting vloeit derhalve rechtstreeks voort uit de kredietstukken, terwijl de desbetreffende bepaling in de kredietstukken weer een uitvloeisel is van het bepaalde in artikel 2:207c BW. 6. BOEKHOUDING / JAARSTUKKEN 6.1 De boekhouding is volledig bijgewerkt tot de faillissementsdatum, en oogt deugdelijk. Er is geen reden om aan te nemen dat niet is voldaan aan de verplichtingen uit hoofde van artikel 2:10 BW. De curator heeft naar aanleiding van het onderzoek van de financiële administratie van ASG, en gesprekken die met de bij het faillissement betrokken personen zijn gevoerd, een aantal vragen aan de bestuurder voorgelegd, die in de derde verslagperiode zijn beantwoord. 6.2 De jaarstukken 2009, 2010 en 2011 zijn aan de curator ter hand gesteld. Zij zijn tijdig openbaar gemaakt: de jaarstukken 2009 op 17 augustus 2010, de jaarstukken 2010 op 8 juni 2011 en de jaarstukken 2011 op 14 januari Zie sub 2.1 voor de resultaten. 7. DUUROVEREENKOMSTEN Het is de curator niet gebleken dat sprake is van lopende duurovereenkomsten. Indien die er nog zijn, zullen ze niet gestand worden gedaan. 8. LOPENDE PROCEDURES Het is de curator niet gebleken dat ASG betrokken is bij lopende procedures. 9. PAULIANEUZE TRANSACTIES 9.1 Uit onderzoek is gebleken dat een voormalig werkneemster van ASG, die thans voor Goed & Groen B.V. werkt, als tegenprestatie voor verricht overwerk de bedrijfsauto van ASG, een Peugeot 107, heeft gekregen. ASG was op dat moment niet meer tot betaling in contanten in staat. Het kenteken van de auto is begin januari 2013

9 - 9 - overgeschreven. De voormalig werkneemster wist dat ASG er financieel slecht voor stond. 9.2 De curator heeft de transactie bij brief van 7 augustus 2013 met een beroep op artikel 42 Fw vernietigd, en in daaropvolgende correspondentie aanspraak gemaakt op hetzij afgifte van de auto, hetzij vergoeding van de waarde. De auto zou volgens de voormalig werkneemster circa EUR 2.750,00 waard zijn. 9.3 De voormalig werkneemster is tot op heden niet bereid gebleken aan het verzoek van de curator te voldoen. Zij heeft wel - via de bestuurder - een schikkingsvoorstel gedaan. Dat voorstel heeft de curator niet geaccepteerd. 9.4 In de onderhavige, vierde verslagperiode is - met goedkeuring van de rechter-commissaris - een minnelijke regeling getroffen. Zie hierna onder BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID 10.1 In het het zicht van het faillissement van ASG is een doorstart bewerkstelligd in Goed & Groen B.V. Aan Goed & Groen B.V. is de inventaris van ASG incl. de computers met alle bestanden verkocht, alle klanten van ASG zijn geïnformeerd over de doorstart, en drie werknemers, die volledig bij het reilen en zeilen van ASG waren ingevoerd, werden aan Goed & Groen B.V. verbonden. Goed & Groen B.V. heeft geen vergoeding betaald voor de - tot het vermogen van ASG behorende - goodwill. Zij heeft alleen betaald voor de overgenomen inventaris. De verkoopopbrengst valt echter weg tegen de dubieuze factuur van Goed & Groen B.V. aan ASG. Een evt. verkoop door de curator van de onderneming, althans de goodwill, is door deze handelwijze feitelijk onmogelijk gemaakt, en daar zijn de schuldeisers van ASG de dupe van geworden. De bestuurder heeft zelf wel profijt van de overgang van de klanten naar Goed & Groen B.V., althans de doorstart. Hij werkt immers voor Goed & Groen B.V., en hij heeft daar inkomsten uit De curator heeft de bestuurder aansprakelijk gesteld voor de door de boedel c.q. de gezamenlijke schuldeisers van ASG geleden schade uit hoofde van artikel 6:162 BW (onrechtmatige daad), bestaande uit de verkoopopbrengst c.q. het boedelactief dat had kunnen worden gerealiseerd indien hij zijn handelwijze achterwege had gelaten.

10 De curator heeft de bestuurder daarnaast aansprakelijk gesteld voor de door de boedel geleden schade, verband houdende met de overdracht van de hiervoor bedoelde auto, bestaande uit de waarde van het onttrokken vermogensbestanddeel te vermeerderen met de kosten voor de revindicatie daarvan, op grond van primair artikel 2:9 BW (onbehoorlijke taakvervulling) De bestuurder wijst aansprakelijkheid van de hand, en heeft zich tot op heden niet bereid getoond de boedel een redelijke schadevergoeding te betalen. Hij heeft een schikkingsvoorstel gedaan, maar dat voorstel heeft de curator niet geaccepteerd In de onderhavige, vierde verslagperiode is - met goedkeuring van de rechter-commissaris - een regeling getroffen waarin de bestuurder, de voormalig werkneemster van de failliete vennootschap, de aandeelhouder P.A. Kornaat Beheer B.V. en Goed & Groen B.V. betrokken zijn. Krachtens de regeling zal een totaalbedrag van EUR ,00 aan de boedel worden betaald. Het schikkingsbedrag zal per januari 2014 in twaalf maandelijkse termijnen van EUR 1.250,00 worden betaald. De beperkte verhaalsmogelijkheden van de betrokkenen hebben de curator doen besluiten om de schikking aan te gaan. Bovendien ontbreken de middelen om rechtsmaatregelen te treffen. Tot op heden is een totaalbedrag van EUR 8.750,-- afgedragen. De betalingsregeling wordt redelijk-goed nagekomen. 11. GARANTSTELLINGREGELING Niet van toepassing. 12. VOORUITZICHTEN VOOR CREDITEUREN De concurrente crediteuren zullen geen uitkering ontvangen.

11 BOEDELACTIEF / FAILLISSEMENTSREKENING 13.1 Het boedelactief bedraagt EUR , Het saldo op de faillissementsrekening bedraagt voornoemd bedrag van EUR , NOG TE VERRICHTEN WERKZAAMHEDEN / GEWERKTE UREN 14.1 Nog te verrichten werkzaamheden: - afrekening ING Bank N.V.; - incasso schikkingsbedrag; - op termijn: afwikkeling In de verslagperiode zijn 2 uren en 25 minuten door de curator en (een) medewerk(st)er(s) van de curator besteed. In totaal zijn 101 uren en 40 minuten besteed Aan dit faillissement zullen nog circa 4-6 uren moeten worden besteed. Aan dit globale verslag kunnen geen rechten worden ontleend. Rotterdam, 25 september 2014 S.A. Hattink, curator