GERECHTSHOF TE AMSTERDAM ONDERNEMINGSKAMER. jaarcijfers enjaarverslag 2013

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GERECHTSHOF TE AMSTERDAM ONDERNEMINGSKAMER. jaarcijfers enjaarverslag 2013"

Transcriptie

1 GERECHTSHOF TE AMSTERDAM ONDERNEMINGSKAMER jaarcijfers enjaarverslag 2013 II S I EO

2 Jaarverslag Ondernemingskamer Hierbij bieden wij u het jaarverslag van de Ondernemingskamer over het jaar 2013 aan. Amsterdam, oktober 2014 mr. P. Ingelse Voorzitter Wees

3 Jaarverslag Ondernemingskamer INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 4 II. HET JAAR 2013 IN VOGELVLUCHT 1. Verhuizing 5 2. Wetswijziging 3. Het jaar in cijfers 4. Opvallende zaken 5. Bezetting 6. Vooruitblik III JAARCIJFERS 7 1. Algemeen 7 2. Verzoekschriftprocedures 9 3. Rolprocedures Enkele doorloopcijfers Verzameltabellen Kerncijfers 20 W. JAARVERSLAG Bezetting Over de cijfers Publicatie Zittingsdag Enkele opvallende zaken en kwesties 23 V. ORGANISATIE 27 VI. CONTACTGEGEVENS 28

4 globaal geschillen Jaarverslag Ondernemingskamer INLEIDING De Ondernemingskamer behandelt gesproken die zich voordoen binnen rechtspersonen. Niet alle geschillen van die aard, maar uitsluitend die, die de wetgever aan haar heeft toebedeeld. Dat levert ruim 30 over diverse wetten verspreide taken op. Daarvan vormen het enquêterecht (artikel 2:344 en volgende BW) en het medezeggenschapsrecht (vooral de artikelen 25 en 26 Wet op de ondernemingsraden) qua aantal behandelde zaken verreweg de belangrijkste. De Ondernemingskamer behandelt voorts onder meer vorderingen tot uitkoop van minderheidsaandeelhouders (artikel 2:92a, oia en 359C en d BW) en verzoeken tot correctie van de jaarrekening, het jaarverslag of de daaraan toe te voegen overige gegevens van beursgenoteerde vennootschappen (artikel 2:447 en volgende BW). De Ondernemingskamer is landelijk bevoegd maar maakt deel uit van het gerechtshof te Amsterdam. In de meeste zaken vormt de Ondernemingskamer de enige feitelijke aanleg. De procedure bij de Ondernemingskamer wordt gekenmerkt door flexibiliteit, informeel karakter, deskundigheid en snelheid, dit laatste waar mogelijk en zeker waar nodig. De deskundigheid wordt in sterke mate bevorderd, doordat aan de Ondernemingskamer een aantal raden(plaatsvervanger) verbonden is. Hoewel vanuit het perspectief van de rechtspraak in enge zin leken, beschikken deze raden op de terreinen waarop de Ondernemingskarner bevoegd is over hoogwaardige kennis en ervaring. Hun deskundigheid op onder meer financieel terrein, medezeggenschap en op het punt van corporate governance speelt een cruciale rol in de rechtspraak van de Ondernemingskarner. De Ondernemingskamer behandelt en beslist de aan haar voorgelegde zaken, een enkele uitzondering daargelaten, steeds in meervoudige samenstelling: drie beroepsrechters en twee raden. Uitspraken van de Ondernemingskamer kunnen diep ingrijpen in rechtspersonen en ondernemingen.

5 Jaarverslag Ondernemingskamer II. HET JAAR 2013 IN VOGELVLUCHT 1. Verhuizing In het voorjaar van 2013 heeft het Gerechtshof het Paleis van Justitie aan de Prinsengracht verlaten en ingeruild voor een eigentijds onderkomen aan het IJ in Amsterdam. De Ondernemingskamer was vele jaren met haar griffie gevestigd in de zevenprovinciënpanden Vriesland en Groeningen tegenover het oude Paleis en is met de verhuizing naar het nieuwe Paleis herenigd met de overige onderdelen van het Gerechtshof. 2. Wetswijziging Op 1januari 2013 is de Wet aanpassing enquêterecht in werking getreden. Met deze wet zijn een aantal onderdelen van het enquêterecht aangepast. De belangrijkste wijzigingen betreffen: de aanscherping van de criteria voor de toegang tot het enquêterecht; de rechtspersoon zelf krijgt het recht een enquêteprocedure te initiëren; de curator van rechtspersoon is bevoegd een enquêteverzoek in te dienen; de regeling inzake de onmiddellijke voorzieningen is verder uitgewerkt; bij het gelasten van een onderzoek wordt tegelijkertijd een raadsheer-commissaris benoemd; en het aansprakelijkheidsrisico van de onderzoekers is beperkt. Uit de cijfers over blijkt niet dat dit tot een wijziging in het aantal aangebrachte zaken of uitspraken heeft geleid. 3. Het jaar in cijfers In hoofdstuk III treft u de aantallen ingekomen en afgedane zaken in 2013 aan. Daaruit blijkt ten opzichte van 2012 een lichte stijging van het aantal aangebrachte zaken en een daling van het aantal intrekkingen, hetgeen (mogelijk) de stijging van het aantal mondelinge behandelingen zou verklaren. In 2012 vond een soortgelijke, zij het iets matiger ontwikkeling ten opzichte van 2011 plaats. Het aantal enquêteverzoeken is licht gestegen (+3) terwijl het aantal verzoeken tot vaststellen van wanbeleid flink is gestegen (+ 13). Mogelijke is deze laatste stijging het gevolg van de relatief scherpe daling in 2012 ten opzichte van 2011 t- 8). Daarbij moet telkens bedacht worden dat het altijd om kleine aantallen blijft gaan. Het aantal beschikkingen van meer organisatorische aard is sterk gestegen ten opzichte van Wellicht dat deze stijging verklaart dat, met een lichte toename van het aantal te beoordelen zaken, het aantal uitspraken in 2013 opvallend is gestegen (+ 31). Voorts valt nog op dat het aantal verzoeken op grond van de WOR is gedaald, evenals het aantal intrekkingen (dat verhoudingsgewijs iets sterker is gedaald), maar dat het aantal uitspraken in WOR-zaken gelijk gebleven is. 4. Opvallende zaken Ook in dit verslagjaar behandelde en besliste de Ondernemingskamer een grote variëteit aan zaken. U treft in hoofdstuk III, onderdeel 5, een aantal voorbeelden daarvan aan. Daarnaast trok een aantal zaken publicitair grote aandacht. De Ondernemingskamer stelde onder meer begin 2013 wanbeleid vast bij de voorheen beursgenoteerde Van der Moolen Holding N.V. Verder deed zij in juli 2013 een tussenuitspraak inzake de vaststelling schadeloosstelling voor de onteigenende effecten en vermogensbestanddelen van SNS Reaal N.V. en SNS Bank N.V. Van die uitspraak is cassatieberoep ingesteld. Voorts werden in 2013 een drietal beschikkingen gegeven in het conflict tussen de (indirecte) aandeelhouders van het Slotervaartziekenhuis. 5. Bezetting In 2013 was de bezetting van raadsheren in de Ondernemingskamer 4,4fte. In 2013 vonden er geen personele wijzigingen bij de raadsheren plaats en was die bezetting net als in 2012 verdeeld over zeven raadsheren. Van de raden (-plaastvervanger) verbonden aan de Ondernemingskamer nam één raad in 2013 afscheid, wegens het bereiken van de leeftijd van 70 jaar. Er traden drie nieuwe raden(plaatsvervanger) toe, zodat het aantal raden (-plaastvervanger) eind 2013 is gestegen naar 14. De bezetting is daarmede niet alleen meer divers geworden, maar kent ook meer raden (-plaatsvervanger) die nog actief zijn in het bedrijfsleven. Raden (-plaatsvervanger) nemen gemiddeld aan zes zittingsdagen per jaar deel. In de cijfers is wel een toename te zien van organisatorische beschikldngen, maar die hebben geen betrekking op zaken die voortkomen uit de wetswijziging.

6 Jaarverslag Ondernemingskamer Sinds de tweede helft van 2009 houdt de Ondernemingskamer zitting onder wisselend voorzitterschap. Hierdoor en door de toename van het aantal raadsheren en raden (-plaatsvervanger) vergeleken met de periode voor 2009 is het aantal mogelijke raadkamersamenstellingen toegenomen. Daarmee is het waarborgen van de rechtseenheid sindsdien voor de Ondernemingskamer een belangrijk aandachtspunt geworden. 6. Vooruitblik Ten tijde van het schrijven van dit jaarverslag lijkt het aantal aangebrachte zaken voor 2014 niet significant te wijzigen ten opzichte van2ol3. De Ondernemingskamer blijft ook streven naar een vlotte afhandeling van aangebrachte zaken. In beginsel volgt de uitspraak in verzoekschriften, binnen zes tot acht weken na de mondelinge behandeling. Tot slot is het vermeldenswaard dat de Ondernemingskamer voornemens is om het aantal raden (- plaatsvervanger) in 2014 verder uit breiden. Nu in tegenstelling tot het verleden meer van hen nog actief in hun professie of in het bedrijfsleven zijn, is een (mogelijk) belangenconflict van een raad (- plaatsvervanger) op een aangebrachte zaak een toenemend aandachtspunt.

7 Jaan erslag Ondernemingskamer III. JAARCIJFERS 1. Algemeen De jaarcijfers betreffen de gebeurtenissen die vallen binnen hetjaar Een verzoekschrift dat in 2012 is ingediend en in 2013 ter zitting is behandeld telt voor dit jaar derhalve niet mee bij de ingediende maar wel bij de ter zitting behandelde verzoekschriften. De intrekking van het desbetreffende verzoekschrift of de uitspraak wordt eveneens meegeteld, indien zich dat nog in 2013 heeft voorgedaan. Door onder meer deze wijze van tellen kan het aantal uitspraken in een jaar hoger of lager liggen dan het aantal ingekomen zaken. Verder ontstaan verschillen tussen het aantal ingekomen verzoeken of vorderingen en het aantal uitspraken, doordat in één zaak meer dan één uitspraak kan worden gedaan, maar ook doordat op samenhangende verzoeken of vorderingen één gezamenlijke uitspraak kan volgen en ook als zodanig in ditjaarverslag wordt geteld. Een minneljke regeling die ter zitting wordt getroffen, omvat meestal ook de afspraak dat het verzoek of de vordering (op enig moment) wordt ingetrokken en wordt als zodanig in de jaarcijfers meegeteld. De getroffen minneljke regelingen ter zitting die in een proces-verbaal zijn vastgelegd, zijn in deze paragraaf opgenomen als specificatie van het onderdeel intrekkingen/doorhalingen2. Voor het eerst zijn dit jaar de bevolen comparities meegeteld, zowel bij uitspraak (het bevel) als bij behandeling ter zitting. Het betreft vier comparities. Totaal overzicht zaken 2013 tabel i ZQI Ingekomen zaken Behandeling ter zitting Minneljke regeling ter zitting i6 Intrekkingen/doorhalingen Uitspraken Verzoekschrift of dagvaarding Bij de Ondernemingskamer worden sommige zaken bij verzoekschrift en andere bij dagvaarding (rolprocedures) aangebracht. In 2013 was de verdeling tussen beide typen zaken als volgt: tabel 2 Verzoekschrift Dagvaarding Ingekomen zaken Behandeling ter zitting 95 4 Minnelijke regeling ter zitting 15 1 Intrekkingen/doorhalingen 68 Uitspraken Eerste aanleg en hoger beroep De Ondernemingskamer maakt als bijzondere kamer deel uit van het Gerechtshof Amsterdam. Zij heeft specifieke, landelijke bevoegdheden. In het overgrote deel van de zaken fungeert zij als eerste en enig feitelijke rechter. Voor 2013 is de verdeling tussen eerste aanleg en hoger beroep zaken als volgt: tabel 3 Eerste aanleg Hoger beroep Ingekomen zaken Behandeling ter zitting 97 2 Minneljike regeling ter zitting 15 1 Intrekkingen/doorhalingen 70 3 Uitspraken Schikking op slechts een enkel onderdeel van het geschil (bijv. kosten) worden hier niet geteld. Het merendeel van de schikkingen leidt direct tot een intrekking of doorhaling. De overige schikldngen nemen tot uitgangspunt dat na afwikkeling van de schikking, de zaak wordt ingetrokken of doorgehaald. Minneljke regelingen ter zitting getroffen die niet worden vastgelegd in een procesverbaal zijn niet geteld. Inclusief bevolen comparities, in 2013 waren dat er 4. In 2012 en eerdere jaren zijn deze niet meegeteld.

8 Jaarverslag Ondernemingskamer Cassatie De Hoge Raad heeft in 2013 drie keer (tegen zeven keer in 2012) beslist op een cassatieberoep tegen een uitspraak van de Ondernemingskamer. Het cassatieberoep in een eerste fase enquêteprocedure en het cassatieberoep in een tweede fase enquêteprocedure werden verworpen. Het cassatieberoep in een artikel 26 WOR-procedure leidde tot vernietiging van de beschikking van de Ondernemingskamer.

9 Jaarverslag Ondernemingskamer Verzoekschriftprocedures Enquêteprocedure, artikel 2:344 BW e.v. De enquêteprocedure is de meest voorkomende procedure bij de Ondernemingskamer. In 2013 hadden 105 verzoekschriften betrekking op het enquêterecht, 69,1% van alle ingekomen verzoekschriften (63,6% van het totaal aantal nieuwe zaken). Binnen de enquêteprocedure wordt gewoonlijk onderscheid gemaakt tussen de zogeheten eerste fase en de tweede fase. Ten behoeve van dit jaarverslag worden de verzoeken en beslissingen op de voet van artikel 2:345 tot en met 2:353 BW gerekend tot de eerste fase. De verzoeken en beslissingen op de voet van artikel 2:354 tot en met 2:356 BW worden gerekend tot de tweede fase. Een uitzondering op deze verdeling vormt een verzoek tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen (artikel 2:349a lid 2 BW) in de tweede fase. In 2013 is er géén verzoek tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen binnen de tiveede fase gedaan. Het aantal eerste fase verzoekschriften overtreft het aantal in de tweede fase verre: 85,7% tegenover 14,3 %. Dat geldt ook voor de beschikkingen: 88,9 % tegenover 11,1 %.4 tahel Ingekomen verzoeken Eerstefase Tweedefase 15 2 Beschikkingen Eerstefase Tweedefase 6 DoorÏooptijden Bij de enquêteprocedure is met betrekking tot de eerste fase een onderscheid tussen de verschillende soorten verzoeken gemaakt. Voor de tweede fase is dit onderscheid gelet op het zeer geringe aantal zaken niet gemaakt. De hier weergegeven doorlooptijd betreft het aantal kalenderdagen tussen de mondelinge behandeling van een verzoek en de eerste uitspraak op het verzoek (de beslisperiode).6 tabel : Gemiddelde doorlooptijd in dagen Eerste fase Enquête Enquête met onmiddellijke voorzieningen Alleen onmiddellijke voorzieningen 9 Tweede fase Enquête, eerste fase Tot en met 2009 werden de ingekomen verzoeken tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen separaat geteld, ongeacht of zij gelijktijdig met het enquêteverzoek werden ingediend. Sinds het jaarverslag 2010 is er voor gekozen het aantal ingediende verzoekschriften te tellen en dit vervolgens uit te splitsen naar hetgeen verzocht werd. tabel Ingekomen verzoeken totaal 84 8i Alleen enquête 5 5 Enquête en onmiddellijke 7 71 voorzieningen Alleen onmiddellijke voorzieningen 8 5 Intrekkingen 2$ 43 Voor zitting Ter of na zitting Qi3 Behandeling ter zitting 67 6o 4 Beschikkingen waarmee een verslag wordt gedeponeerd en ter inzage gelegd, zijn in deze vergelijking niet meegeteld. Inclusief overige verzoeken in de eerste fase (84 plus 6 voor 2013 en 8; plus; voor 2012) Zie voor een toelichting op de hier gekozen berekeningswijze, alsmede op andere wijze berekende doorlooptijden pagina 13.

10 meer Jaarverslag Ondernemingskamer Qi3 Beschikkingen totaal Geheel of gedeeltelijk toegewezen Enquête toegewezen 1 3 Enquête en onmiddellijke voorzieningen toegewezen Enquête toe-, onmiddellijke voorzieningen afgewezen 0 Onmiddellijke voorzieningen toegewezen Afivijzingen 25 8 Enquête afgewezen 3 1 Enquête en onmiddellijke 1 voorzieningen afgewezen Onmiddellijke voorzieningen afgewezen ZQI3 Deponering en terinzagelegging 12 5 onderzoeksverslag Qi3 Minneljke regeling ter zitting getroffen Overige enquêtebeschikkingen Naast de voormelde (enquête en onmiddellijke voorzieningen) beschikldngen, komt er in de eerste fase nog een aantal - diverse - beschikkingen voor, zoals op verzoeken tot verhoging van de onderzoekskosten (artikel 2:350 lid 3 BW), bevel tot medewerking aan het onderzoek (artikel 2:352 BW), machtiging tot mededeling uit het verslag (artikel 2:353 lid 3 BW), en beschikkingen waarmee de procedure wordt beëindigd nadat onmiddellijke voorzieningen zijn getroffen en/of een onderzoek is gelast, of waarmee een benoemde onderzoeker of bestuurder wordt aangewezen, ontheven of vervangen. Veel van deze verzoeken worden op informele wijze gedaan. In zes gevallen had een dergelijk verzoek een (meer) formeel karakter. Die werden in onderstaande tabel als verzoekschrift venverkt. tabel Ingekomen verzoekschriften 6 1 Beschikkingen totaal Separate aanwijzing onderzoekerz Inzage onderzoeksverslag 1 0 Machtiging mededeling uit verslag 3 0 Kostenverhoging onderzoek 6 8 Beëindiging na bereiken minneljke regeling 14 9 Beëindiging overig 8 6 Overige Bij een beschikking waarmee een onderzoek wordt bevolen, wordt soms een nader aan te wijzen persoon benoemd ten einde het onderzoek te verrichten. De aanwijzing van de onderzoeker gebeurd dan later bij separate beschikking. 8 Procedures worden bij beschikking beëindigd indien onmiddellijke voorzieningen zijn getroffen en/of een onderzoek is gelast, maar voortzetting van de procedure geen doel meer dient (bijvoorbeeld door een minneljke regeling tussen partijen of door gebrek aan baten bij de vennootschap waardoor het onderzoek niet aan kan vangen). Inclusief zeven extrajudiciële beschikkingen waarbij een functionaris werd aangewezen op verzoek van partijen.

11 Jaarverslag Ondernemingskamer Enquête, tweede fase tabel8 Ingekomen verzoeken 15 2 Wanbeleid 12 1 Onmiddellijke voorzieningen 1 KostenverÏlaaÏ2:354 BW 3 Behandeling ter zitting 8 1 Minneljke regeling ter zitting 3 0 Intrekking 8 2 Voor de zitting 3 0 Na de zitting 5 2 Beschikkingen i6 5 Verzoek tvanbeteid toegewezen 4 4 Verzoek wanbeleid afgewezen o o Separate beslissing (onmiddellijke) voorzieningen 1 1 Kostenverhaal 2:354 BW 2 Overige beschikkingen 9 1 Adviesrecht van de ondernemingsraad, artikel 26 WOR Na de verzoekschriften in de enquêteprocedure, vormen de verzoekschriften op de voet van artikel 26 WOR het grootste percentage (28,9%) ingediende verzoekschriften. Een ruime meerderheid pleegt echter voor de zitting weer te worden ingetrokken. In 2013 zijn 30 verzoeken (68,2% van 44 verzoeken) vôér de behandeling ter zitting ingetrokken. De gemiddelde doorlooptijd tussen de mondelinge behandeling van een verzoek op basis van artikel 26 WOR en de uitspraako bedraagt in dagen (tegen 26 dagen in 2012). tabel Ingekomen verzoeken Behandeling ter zitting Intrekkingen Voor zitting Na zitting 3 6 Beschikkingen Verzoek toegewezen 6 6 Verzoek afgewezen 9 8 Comparitie gelast 0 1 Minneljke regeling ter zitting 1 getroffen 10 De beslisperiode, zie dit hoofdstuk, paragraaf 4.

12 Jaarverslag Ondernemingskamer Overige verzoekschriftprocedures Hierna volgt een overzicht van een aantal andere verzoekschriftprocedures bij de Ondernemingskamer. Procedures die noch in 2012, noch in 2013 zijn voorgekomen, worden niet genoemd. In 2013 is in de overige verzoekschriftprocedures slechts één inhoudelijke uitspraak gedaanlt. De doorlooptijd tussen de mondelinge behandeling van die zaak en de daarop volgende uitspraakl2 bedroeg 79 dagen (2012: 28) Jaarrekeningprocedure, artikel 2:447 BW tabel 10 Ingekomen verzoeken 1 1 Behandeling ter zitting 1 1 Beschikkingen 0 1 Intrekkingen o 1 Intrekking rolprocedure 999 Rv 0 1 Verzoek aan de voorzitter van de Ondernemingskamer tot goedkeuring van de aanwijzing van een accountant, artikel 2:328 (fusie) of 334 (splitsing) BW tabel ii 2012 Ingekomen verzoeken 0 2 Fusie o 1 Splitsing 1 Beschikkingen 0 2 Fusie o 1 Splitsing 1 Hoger beroep verzet fusie-voorstel, artikel 2:316 lid 2 BW juncto artikel 997 lid 5 Rv tabel 12 Ingekomen verzoeken 0 1 Intrekkingen 1 0 Vaststelling schadeloosstelling Artikel 6:rr Wft (Interventiewet) tabel Ingekomen verzoeken 1 0 Behandeling ter zitting 1 0 Beschikkingen De twee overige uitspraken zijn een comparitiearrest in een WMS zaak en een herstelbeschikldng ex art. 31 Rv. 12 De beslisperiode, zie dit hoofdstuk, paragraaf Artikel Rv (dagvaardingsprocedure) is nog van toepassing op jaarrekeningen die betrekkingen hebben op boekjaren die aanvangen voor 1januari De interventiewet is op 13 juni 2012 in werking getreden.

13 Jaarverslag Ondernemingskamer Adviesrecht deelnemersraad pensioenfonds, artikel 217 Pw tabel Ingekomen verzoeken 1 2 Behandeling ter zitting 1 1 Beschikkingen 0 2 Intrekkingen 1 1 Minneljke regeling ter zitting getroffen 0 1 Onderbewindstelling van pensioenfonds, artikel i68 Wet verplichte beroepspensioenregeling tabel Ingekomen verzoeken 0 0 Behandeling ter zitting 0 0 Beschikkingen 0 1 Intrekkingen 0 0 Procedures op de voet van de WMS Artikel 36 lid 3 van de Wet medezeggenschap op scholen (WMS) biedt de mogelijkheid hij de Ondernemingskamer beroep in te stellen tegen een beslissing van de landelijke commissie geschillen WMS. Daarnaast kent deze wet de mogelijkheid om bij dagvaarding een vordering tot naleving van de verplichtingen jegens de medezeggenschapsraad aan de Ondernemingskamer voor te leggen (artikelen 36 leden 1 en 2 WMS). tabel 16 Ingekomen beroepschriften 0 1 Ingekomen dagvaardingen 0 2 Behandeling ter zitting 1 2 Intrekkingen/Doorhalingen 0 0 Uitspraken 1 1 Comparitie bevolen 1 2U2

14 Jaarverslag Ondernemingskamer Rolprocedures De twee belangrijkste rolprocedures betreffen die van de uitkoop van minderheidsaandeelhouders door de grootaandeelhouder die 95% of meer van de aandelen in een NV of BVhoudt, en de geschillenregeling tussen aandeelhouders van een besloten vennootschap. De geschillenregeling wordt in eerste aanleg door de rechtbank behandeld. Het hoger beroep wordt ingesteld bij de Ondernemingskamer. Die procedure komt relatief weinig voor. In 2013 zijn er twee van dergelijke appellen (tegen 3 in 2012) hij de Ondernemingskamer aanhangig gemaakt. De uitkoopprocedure wordt in eerste aanleg door de Ondernemingskamer behandeld. Het betrof in ,7% (6,8 % in 2012) van alle ingekomen zaken. Het aantal uitspraken in de uitkoopprocedure maakt 9,7% (in %) uit van het totaal aantal uitspraken van de Ondernemingskamer in De gemiddelde doorlooptijd in de uitkoopprocedure tussen het vragen van arrest en de daaropvolgende uitspraak 5 bedraagt dagen (in 2012 was dat 108 dagen). In de geschillenregeling is slechts éénmaal inhoudelijk arrest gewezen. De doorlooptijd tussen het vragen van arrest en uitspraak in die geschillenregeling bedraagt 84 dagen 7. Uitkoop minderheidsaandeelhouders, artikel 2:92a, 201a, 359C of 359d BW tahcl 17 ZQ13 2Q2 Ingekomen zaken Vordering ex2:92abw 4 5 Vordering ex2:201qbw 4 5 Vordering ex 2:359c BW 3 1 Vordering ex 2:359d BW Behandeling ter zitting 1 o Doorhalingen 2 1 Arresten Compuritie bevolen 1 Tussenarrest 6 21 Eindarrest 12 7 Geschillenregeling, artikel 2:336 e.v. BW tabel i8 212 Ingekomen zaken 2 3 Behandeling ter zitting 2 0 Doorhalingen 3 2 Arresten 3 Comparitie bevolen 2 Tussenarrest 1 2 Eindarrest 3 Herstetarrest o Minneljke regeling ter zitting 1 o Overige Hersteluitspraak, artikel 31 Rv tabel Uitspraken De beslisperiode, zie dit hoofdstuk, paragraaf Hierbij zijn de arresten waarbij alleen deskundigen zijn aangewezen, de kosten van het deskundigenonderzoek zijn verhoogd of een comparitie is gelast niet meegerekend. t7arresten tvaarbij een comparitie werd bevolen zijn niet meegeteld.

15 - de - de - de Jaarverslag Ondernemingskamer Enkele doorloopcijfers Bij het bepalen van doorlooptijden kunnen verschillende perioden worden onderscheiden: behandeïperiode: de periode tussen het tijdstip waarop de zaak bij de Ondernemingskamer aanhangig wordt gemaakt en het tijdstip waarop partijen de Ondernemingskamer vragen te beslissenl8, - de bestisperiode: de periode vanaf het tijdstip waarop partijen de Ondernemingskamer vragen te beslissen en het tijdstip waarop de uitspraak wordt gedaan en - totale doorlooptijd per beslissing: de som van deze periodes: de totale doorlooptijd vanaf aanbrengen tot de beslissing; - de totale doorlooptzjdperzaak: de periode vanaf aanbrengen tot de uitspraak waarmee een einde aan de procedure komt ofwel de som van alle behandel- en beslisperiodes in één zaak. NB: Indien meer dan één beslissing wordt gegeven (een of meer tussenbeslissingen en een eindbeslissing), kunnen telkens opnieuw behandelperiode en beslisperiode worden berekend; na een tussenbeslissing begint de volgende behandelperiode op het tijdstip van de tussenbeslissing.19 Zijn er geen tussenbeslisssingen dan vallen uiteraard de totale doorlooptijd van de beslissing en van de zaak samen. Bij enqueteprocedures, le fase (meer dan 50% van het aantal zaken), blijft de procedure in geval van toewijzing formeel doorlopen ook nâ de eindbeslissing: het bevolen onderzoek vindt immers plaats na die eindbeslissing, terwijl eventueel getroffen onmiddellijke voorzieningen doorgaans ook doorlopen. De periode na de eindbeslissing in dele fase wordtvoor het bepalen van de doorlooptijden niet meegerekend. Voorts geldt dat e en 2 fase als twee verschillende zaken worden gezien: de totale doorlooptijd per zaak betreft dus steeds de onderscheiden fasen afzonderlijk. De hiervoor in het verslag op diverse plaatsen vermelde doorlooptijden betreffen de beslisperiode, gemeten in kalenderdagen. Hieronder geven wij achtereenvolgens - de behandelperiode in zaken die zijn aangebracht in 2013; beslisperiode in zaken die in 2013 zijn uitgesproken; totale doorlooptijd per belissing voor belissingen in 2013; - de totale doorlooptijd per zaak voor zaken die geëindigd zijn in Telkens ligt het meetpunt in 2013, waardoor het niet steeds over dezelfde zaken gaat. De geschillenregelingen zijn niet opgenomen in het overzicht van de behandelperiode omdat deze zaken, voor zover ze in 2013 zijn aangebracht, alle zijn geëindigd zonder dat arrest is gevraagd. Behandelperiode: dagen tussen (i) aanbrengenlo en (ii) het tijdstip in 2013 waarop partijen de Ondernemingskamer vragen uitspraak te doen2l tabel Enquête eerste fase Enquête tweede fase WOR Overige verzoekschriften Uitkoop In verzoekschriftprocedures is dit tijdstip het slot van de mondelinge behandeling en in rolprocedures het tijdstip waarop door partijen arrest wordt gevraagd. 19 Beslissingen op informeel gedane verzoeken, zoals om kostenverhoging van een onderzoek (ook bij deskundigenberichten), worden niet meegeteld. 20 Ook indien aangebracht voor Voor de geschillenregelingen zijn in 2012 en 2013 en voor de overige verzoekschriftprocedures zijn in 2013 geen relevante getallen te geven. 22 Periode tussen aanbrengen of tussenarrest en (opnieuw) arrest vragen in 2013 door partijen. In twee zaken zit ook het bevolen deskundigenbericht in deze periode (in 2012 betrof dat één zaak). Zonder deze twee zaken bedraagt de behandelperiode gemiddeld 55 dagen in 2012).

16 Jaarverslag Ondernemingskamer 2013 i6 Beslisperiode: dagen tussen (i) het tijdstip waarop partijen de Ondernemingskamer vragen uitspraak te doen en (ii) het tijdstip waarop de uitspraak wordt gedaan in tabel Enquête eerste fase Enquête tweede fase WOR Overige verzoekschriften 8o 28 Uitkoop 103 io8 Geschillenregeling Totale doorlooptijd per beslissing, de som van behandel- en beslisperiode: dagen tussen het aanbrengen van de zaak en de eerste24 daarop volgende beslissing in tabel 22 aqi3 Enquête eerste fase Enquête tweede fase WOR Overige verzoekschriften - 74 Uitkoop Een vertekend beeld: de totale doorlooptijd per zaak, dagen tussen aanbrengen van de zaak en de uitspraak waarmee de procedure in 2013 tot een einde komt.cc tabel Enquête eerste fase Enquête tweede fase WOR 104 Overige verzoekschriften Uitkoop Geschillenregeling 741 Toelichting op de gekozen doorlooptijd, enquêteprocedures Binnen de rechtspraak worden doorlooptijden gewoonlijk berekend over de periode tussen het aanbrengen van de zaak tot de einduitspraak; hiervoor de totale doorlooptijd per zaak genoemd. Een zaak stroomt meestal uit op het moment van de juridische eindbeslissing in die zaak. Een dergelijke doorlooptijd van aanbreng tot uitstroom van de zaak, komt de doorlooptijd bij de Ondernemingskamer van aanbrengen tot uitstroom van de zaak op gemiddeld 338 dagen. Dit getal geeft echter een vertekend beeld. Wij lichten dit toe. Hoewel een beschikking waarbij een enquêteverzoek wordt toegewezen moet worden aangemerkt als een eindbeschikking waartegen cassatie openstaat, komt er met die beschikking wel een eind aan de procedure maar niet aan de zaak. Daarna volgt immers de zogeheten onderzoeksfase. Dan blijven de voorzieningen getroffen voor de duur van het geding voortduren, kunnen nieuwe voorzieningen worden getroffen en kan de onderzoeker verzoeken doen. Per 1 januari 2013 is voorts bij wet de raadsheer-commissaris ingevoerd die ten aanzien van het onderzoek bepaalde beslissingen kan nemen. De onderzoeksfase kan lang duren, soms jaren. Dat kan liggen aan de complexiteit van het onderzoek, problemen met de financiering van het onderzoek, maar ook aan (het gebrek aan) medewerking van partijen. Bovendien wordt een onderzoek regelmatig aangehouden voor schikkingsonderhandelingen, vaak begeleid door een door de Ondernemingskamer aangestelde 23 Meetpunt is de uitspraak in 2013 en dit kan een tussen- of een einduitspraak zijn. 24 Om administratieve reden zijn de vervoigbeslissingen niet meegeteld. 25 Meetpunt is de uitspraak in 2013 en dit kan een tussen- of een einduitspraak zijn. 26 Let op: het gaat hier dus niet om een eenvoudige optelling van behandelperiode en beslisperiode, maar de totale doorlooptijd tussen aanbrengen en beëindiging van de procedure door een einduitspraak. De lengte van deze doorlooptijd wordt door diverse factoren beïnvloed. Wij lichten het hierdoor vertekende beeld hierna toe. Zaken aangebracht voor 2010 kunnen wegens administratieve redenen niet worden meegerekend. Voor de geschillenregeling en de overige verzoekschriftprocedures zijn in 2013 geen relevante getallen te geven.

17 buiten door een Jaarverslag Ondernemingskamer functionaris. De enquêteprocedure in de eerste fase kan vervolgens eindigen door deponering van het verslag en ommekomst van de twee maands-termijn voor indiening van het verzoekschrift in de tweede faser dan wel zonder verslag het bereiken van een schikking of het ontbreken van financiële middelen voor de kosten van het onderzoek. Zijn onmiddellijke voorzieningen getroffen, dan dienen deze doorgaans ook bij beschikking beëindigd te worden. In sommige gevallen is het zicht van de Ondernemingskamer onderzoek tot stilstand gekomen, soms terwijl onmiddellijke voorzieningen (althans formeel) doorlopen. Dat komt bijvoorbeeld voor, indien een schikking is getroffen en voortzetting van onderzoek en onmiddellijke voorzieningen geen belang meer dienen. Het komt dan regelmatig voor dat partijen pas na navragen door de Ondernemingskamer om beëindiging verzoeken of zelfs dat achterwege laten. De Ondernemingskamer gaat op enig moment ambtshalve over tot beëindiging. De zaak komt dan pas (soms na enkele jaren) tot een einde. Ook na de tweede fase procedure kunnen getroffen voorzieningen van kracht blijven en de zaak dus doorlopen totdat de voorzieningen bij beschikking worden opgeheven dan wel eindigen door ommekomst van de daarvoor vastgestelde termijn. Die termijn is gewoonlijk twee jaar. Bij een bevolen ontbinding loopt de zaak gewoonlijk door tot het einde van de vereffening. Ook dergelijke vereffeningen kunnen enkele jaren in beslag nemen. De hiervoor geschetste ontwikkelingen na de uitspraak in de 1e fase respectievelijk 2e fase, in het bijzonder dus het onderzoek en het voortduren van de (onmiddellijke) voorzieningen, maken geen deel uit van de enquêteprocedure in processuele zin. Zij vallen ook grotendeels buiten de invloedsfeer van de Ondernemingskamer. Zij tellen niettemin mee bij de berekening van de totale doorlooptijden per zaak in dit jaarverslag. Dat brengt mee dat die totale doorlooptijd per zaak geen geschikte maatstaf is voor beoordeling van de doorlooptijden. Het is beter om de behandel- en beslisperiode of de som daarvan, de totale doorlooptijd per beslissing als maatstaf aan te houden. 27 wordt een dergelijk verzoekschrift ingediend, dan loopt de procedure verder.

18 Jaarverslag Ondernemingskamer Verzameltabellen Verzameltabel zaken 2013 Totalen Totaal Enquête Jaarrekening Uitkoop Geschiltenregeling Overige Ingekomen zaken Intrekkingen/doorhalingen Behandelingen ter zitting Uitspraken Procenten Totaal Enquête WOR Jaarrekening Uitkoop Geschillenregeling Overige Ingekomen zaken 100% 63,6% 26,7% 0,6% 6,7% 1,2% 1,2% Intrekkingen/doorhalingen 100% 49,3% 41,1% 0,0% 2,7% 4,1% 2,7% Behandelingen ter zitting 100% 75,8% 17,2% 1,0% 1,0% 2,0% 3,0% Uitspraken 100% 79,6% 7,7% 0,0% 9,7% 1,5% 1,5% Benoemingen van functionarissen: Doorlooptijden (2012) katenderdagen tussen (i) mondelinge behandeling of vragen arrest enerzijds en (ii) uitspraak anderzijds29 Enquête eerste fase 37 Enquête tweede fase 245 WOR 43 Uitkoop 103 Geschillenregeling 125 Onderzoekers 18 (23) Bestuurders* 19 (21) Commissarissen 2 () Bindend adviseurs 7 (6) Deskundigen29 3 (io) Overige externe personen, onder wie 8 (12) beheerders van aandelen Totaal ( ) () De beslisperiode, zie paragraaf 4. * Indien de bestuurder ook beheerder van aandelen wordt, wordt de benoeming alleen bij de bestuurders meegeteld 29 Indien meer deskundigen worden benoemd, wordt dit als één benoeming gerekend.

19 Jaarverslag Ondernemingskamer 2013 Enquête WOR Jaarrekening Uitkoop Geschifien regeling Overige Uitspraken 2013 Instroom Enquête WOR Jaarrekening Uitkoop Geschillenregeling Overige 2013 Doorlooptijden Enquête eerste fase Enquête tweede fase Uitkoop Geschillenregeling WOR

20 Jaarverslag Ondememingskamer Kerncijfers Nieuwe zaken: Rekest $ i6o Rot 1$ Totaal ; 165 Intrekkingen/ i doorhalingen Ziffingen 92 8o Uitspraken: Rekest i6i Rot Totaal i Kerncijfers t%%%% $ Nieuwc zaken Intr./doorh. Zittingen Uitspraken:

21 wellicht: Jaarverslag Ondernemingskamer IV. JAARVERSLAG 1. Bezetting In 2013 was de bezetting van raadsheren in de Ondernemingskamer 4,4fte. In 2013 vonden er geen personele wijzigingen bij de raadsheren plaats en werd de bezetting net als in 2012 verdeeld over zeven raadsheren, waaronder twee raadsheerplaatsvervangers. Sinds de tweede helft van 2009 houdt de Ondernemingskamer zitting onder wisselend voorzitterschap. Hierdoor en door de toename van het aantal raadsheren vergeleken met de periode voor 2009 is het aantal mogelijke raadkamersamenstellingen toegenomen. Daarmee is het waarborgen van de rechtseenheid sinds 2010 voor de Ondernemingskamer een zwaarder aandachtspunt geworden. 2. Over de cijfers Sinds het jaarverslag 2010 hanteert de Ondernemingskamer een meer gedetailleerde wijze van tellen. De Ondernemingskamer beoogt daarmee meer inzicht in de vermelde cijfers te bieden. Sinds de jaarcijfers 2011 is op een enkel onderdeel nog een verdere detaillering aangebracht. Bij het vergelijken van de cijfers van 2013 met die van 2012 moet bedacht worden dat het hier steeds gaat om (relatief) kleine getallen. Dat maakt het niet goed mogelijk om, zonder nader onderzoek, aan de verschillen tussen de jaarcijfers conclusies te verbinden. Wel kunnen enkele observaties worden gemaakt. Algemeen Het aantal ingekomen zaken (165) is licht gestegen ten opzichte van 2012 (i61) Sinds 2010 is ieder jaar sprake van een lichte stijging, zie hiervoor ook de verzameltabel Kerncijfers op pagina 13 met de nieuw toegevoegde grafiek. Het aantal zittingen (99) is gestegen ten opzicht van 2012 (87), en vertoont sinds 2011 een stijgende lijn. Het aantal uitspraken laat een iets sterkere stijging zien ten opzichte van 2012 (+ 31), terwijl het aantal intrekkingen daalde (-i8) ten opzichte van Mogelijk zijn intrekldngen enerzijds en zittingen en uitspraken anderzijds met elkaar communicerende vaten. Het aantal minneljke regelingen ter zitting is nagenoeg gelijk gebleven (+1). Enquêteprocedure In 2013 is het totaal aantal ingekomen zaken in de eerste fase van de enquêteprocedure (84) licht gestegen ten opzichte van 2012 (8i). Dat komt overeen met de toename van de separate verzoeken tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen (+3). In 2012 was er in gelijke mate sprake van een stijging van deze verzoeken. Het aantal enquêteverzoeken dat gepaard gaan met een verzoek tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen blijft gelijk (71). Het aantal beschikkingen op een eerste fase-verzoek (5330) is gestegen ten opzicht van 2012 (41), maar het aantal toewijzingen daalt daarentegen weer (-s). Dit verklaart ook mogelijk - een deel van - de daling van het aantal benoemde functionarissen (-18). Het aantal intrekkingen voor de zitting is opvallend gedaald (17 tegen 31). In 2013 werden 12 onderzoeksverslagen gedeponeerd (2012: 5; 2011: 9; 2010: 6). Daarbij dient altijd in aanmerking te worden genomen dat een onderzoek geruime tijd kan duren. Het aantal ingekomen verzoeken in de tweede fase van de enquêteprocedure laat een flinke stijging zien (+13: van 2 naar 15), terwijl in 2012 juist sprake was van een daling (-j. Daar staat tegenover dat in 2012 ook weinig zaken werden ingetrokken (2) tegen 8 zaken in Het aantal toegewezen verzoeken tot vaststellen van wanbeleid () is - dan ook - gelijk gebleven met 2012 en Het aantal overige beschikldngen is gestegen (van 1 naar 9). WOR Het aantal ingediende WOR-zaken is in 2013 gedaald (-io), terwijl in 2012 sprake was van een stijging (+12). Het aantal intrekkingen is daarbij in gelijke mate gedaald (-;o). Dit betekent dat in 2013 percentueel minder zaken werden ingetrokken (74,1% van de zaken in 2012 ingetrokken tegen 68,2% in 2013). 30 Dit betreft de beschikkingen uit tabel 6 op verzoeken tot het gelasten van een onderzoek en/of tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen. De overige enquêtebeschikkingen uit tabel 7 zijn hier niet in meegeteld.

22 Jaarverslag Ondernemingskamer Uitkoop Het aantal ingekomen uitkoopvorderingen is in 2013 gelijk gebleven aan 2012 (ii). De uitstroom van zaken door middel van een eindarrest is daarbij gestegen (+5). De doorlooptijd van uitkoopprocedures blijft aandacht vragen. De doorlooptijd is in dit jaarverslag weergegeven in dagen vanaf het vragen van arrest tot aan de daarop volgende uitspraak (de beslisperiode): 103 dagen voor 2013 (10$ in 2012). Indien dit een tussenarrest betreft waarna partijen in de gelegenheid worden gesteld een (bewijs)stuk in het geding te brengen of waarbij een deskundigenonderzoek is gelast, wordt een nieuwe doorlooptijd berekend vanaf het moment dat partijen opnieuw arrest vragen. GeschiÏÏenregeÏing In 2013 werden twee nieuwe geschillenregelingprocedures bij de Ondernemingskamer aanhangig gemaakt, tegen drie in Publicatie Alle uitspraken van de Ondernemingskamer en de uitspraken van de Hoge Raad in cassatie op beslissingen van de Ondernemingskamer worden gepubliceerd in het tijdschrift Actuele Rechtspraak Ondernemingspraktijk (ARO), uitgegeven door Kluwer. De meeste uitspraken worden voorts op rechtspraak.nl geplaatst. Daarnaast verschijnt een selectie van de uitspraken van de Ondernemingskamer in onder meer de juridische vakbladen Jurisprudentie Onderneming en Recht (JOR) en Jurisprudentie Arbeidsrecht (JAR) (beide uitgegeven door SDU) en Ondernemingsrecht (uitgegeven door Kluwer). Van de uitspraken in 2013 van de Ondernemingskamer werden er in totaal 35 in deze vakbladen gepubliceerd, waarvan 26 voorzien van een annotatie. 4. Zittingsdag De Ondernemingskamer heeft haar vaste zittingsdag op donderdag. Indien een verzoek met (bijzondere) spoed moet worden behandeld kan van deze vaste zittingsdag worden afgeweken. De praktijk leert dat ook een dergelijk verzoek meestal op de vaste zittingsdag kan worden behandeld. In 2013 is viermaal uitgeweken naar een andere zittingsdag, in 2012 was dat eenmaal.

23 Jaarverslag Ondernemingskamer 2O Enkele opvallende zaken en kwesties Recht van enquête Enquête, eerste fase Bevoegdheid van de Ondernemingskamer in geval van een arbitragebeding tussen partijen staat Holding B.V. c.s., 24 oktober 2O15, ARO 201, 162 In deze zaak werd aangevoerd dat de Ondernemingskamer niet bevoegd was om van het geschil kennis te nemen nu tussen partijen een arbitragebeding gold. Dit venveer werd venvorpen. De door de wettelijke regeling aan de Ondernemingskamer toegekende bevoegdheden kunnen door de rechtspersoon en degenen die deel uitmaken van haar organen niet worden opgedragen aan een arbiter omdat de artikelen 2:344 tot en met 359 BWvoorzien in een bijzondere rechtsgang (met een in beginsel ruime kring belanghebbenden) en die rechtsgang kan leiden tot rechtstreeks ingrijpen in de vennootschappeljke orde. Op grond daarvan behoort de enquêteprocedure tot het exclusieve domein van de overheidsrechter. Bevoegdheid van verzoekers tot het indienen van een enquêteverzoek. Stichting Collectieve Actie Agrico Coöueratieve handelsvereniging voor Akkerbouwgewassen U.A., 5 april 2013, ARD 2013, 72 In deze zaak werd het enquêteverzoek ingediend door een stichting die voldeed aan de vereisten als bedoeld in art. 3:3o5a BW. De stichting vertegenwoordigde ten minste 10% van de leden van coöperatie en was daarmee ontvankelijk in haar verzoek. Het verzoek werd uiteindelijk afgewezen. Enquftebevoegdheid beperkt in tijd? Logopak B.V., 10 oktober 2013, ARD 2013, 157 De Ondernemingskamer verwierp de stelling dat het enqufteverzoek niet ontvankelijk zou zijn omdat enquête werd verzocht naar een periode waarin verzoekster nog geen aandeelhouder was. Het stond verzoekster vrij om feiten en omstandigheden naar voren te brengen die zich voordeden in de periode voordat verzoekster aandeelhoudster was en die volgens haar het enquêteverzoek konden schragen. Het is aan de Ondernemingskamer om die feiten en omstandigheden te beoordelen met betrekking tot de vraag of er gegronde redenen waren om aan een juist beleid te twijfelen en, in het geval dat het onderzoek wordt toegewezen, een onderzoeksperiode te bepalen. In deze zaak waren er gegronde redenen om aan een juist beleid te twijfelen en werd een onderzoek bevolen over de verzochte periode. Bevoegdheid van de vennootschap Cryo-Save Group N.V., 6 september 2013, ARD 2013, 145 Met de wijziging van het enquêterecht per 1januari 2013 deed ook de vennootschap als verzoekster tot een onderzoek haar intrede in het strijdperk bij de Dndernemingskamer. In deze zaak gebruikte voor het eerst het bestuur van het beursgenoteerde Cryo-Save Group N.V. deze mogelijkheid en met succes. De Ondernemingskamer heeft eerst met spoed de verzochte onmiddellijke voorziening behandeld. Ciyo-Save werd geconfronteerd met een (nieuwe) grootaandeelhouder en zij maakte hierop gebruik van de door de Corporate Governance Code geopende mogelijkheid een responstijd in te roepen. Deze responstijd (van 180 dagen) biedt de vennootschap de gelegenheid voor nader beraad en constructief overleg met de nieuwe grootaandeelhouder voeren en om alternatieven voor de door de grootaandeelhouder gewenste voornemens en voorstellen te onderzoeken. De nieuwe grootaandeelhouder riep vervolgens een algemene vergadering van aandeelhouders bijeen waarop hij zijn eigen bestuurder wilde benoemen als bestuurder van Cryo-Save. Dit druiste volgens Ciyo-Save in tegen de responstijd en zij verzocht de Dndernemingskamer in te grijpen. De Dndernemingskamer wees de verzochte onmiddellijke voorziening toe en verdaagde de algemene vergadering van aandeelhouders tot na afloop of beëindiging van de responstijd. Positie van de door de Ondernemingskamer benoemde functionaris Auragenix N.V., l4jufli 2013, ARD 2013, 104 en Novero Holdings B.V., 30 oktober 2013, ARD 2013, 164 In Auragenix oordeelde de Dndernemingskamer dat de bestuurder zijn taak als bestuurder zelfstandig verricht, ook ten opzichte van de Ondernemingskamer. In Novero overwoog de Dndernemingskamer

24 onder de Jaarverslag Ondernemingskamer uitdrukkelijk dat het gevolg van de zelfstandigheid van de tijdelijk benoemde bestuurders is dat de Ondernemingskamer geen concrete instructies tot het verrichten van bepaalde handelingen geeft, noch aan dergelijke handelingen haar goedkeuring hecht. Bezwaren tegen de wijze waarop de bestuurder zijn taak uitoefent, kunnen slechts leiden tot ontheffing van de bestuurder uit zijn functie door de Ondernemingskamer indien de bestuurder kennelijk onredelijk heeft gehandeld of zal handelen. De overwegingen van de Ondernemingskamer in de derde Slotervaartziekenhuis-beschikldng (zie hieronder) waren in lijn met haar beschikkingen in Auragenix en Novero. Slotervaartziekenhuis B.V. c.s., 4 juli 2013, AR0 2013, 120, i8 oktober 2013, ARO 2013, i6o en ii december 2013, ARO 2014, 5 In de eerste beschikking kwam - meer - onwankeljkheid van verzoekers aan de orde. Ten aanzien van een aantal (Hein)dochtervennootschappen, waaronder Slotervaartziekenhuis B.V., oordeelde de Ondernemingskamer dat verzoekers met geen woord hadden toegelicht dat deze vennootschappen een economische en organisatorische eenheid vormden (met de vennootschappen waarin verzoekers aandelen hielden) en dat daarom een concernenquête geïndiceerd zou zijn. Verzoekers werden ten aanzien van deze vennootschappen niet-ontvankelijk vermaard. In de tweede beschikking werd het enquêteverzoek inhoudelijk beoordeeld. Eind december 2012 overleed de bestuurder, tevens indirect meerderheidsaandeelhouder, van Slotervaartziekenhuis en van haar (destijds) enig aandeelhouder Meromi Holding B.V. Een aan hem gelieerde vennootschap was voorts een van de grootste leningverstrekicers van Slotervaartziekenhuis. De erven van deze bestuurder/meerderheidsaandeelhouder volgden hem als aandeelhouder op en één van hen werd enig bestuurder van Slotervaartziekenhuis en Meromi Holding. Deze erfgenaam was reeds bestuurder van voormelde leningverstrekker; diens broer volgde hem later als bestuurder van de leningverstrekker op. Door een uitgifte van aandelen werd de hiervoor bedoelde lening aan Slotervaartziekenhuis (gedeeltelijk) omgezet in kapitaal. Daarmee venvaterde het belang van Meromi Holding van ioo% naar 0,36%, en verwierf de leningverstrekker 99,64% van de aandelen. De 0K overwoog dat zeker bij een vennootschap als Meromi Holding waarin een beperkte kring van aandeelhouders deelnam, het gewicht van een dergelijk, voor die vennootschap ingrijpend besluit tot overdracht van de indirect aan haar verbonden onderneming meebracht dat haar bestuur ten minste vooraf en uit zichzelf openheid van zaken diende te geven aan de niet in het bestuur van die vennootschap vertegenwoordigde minderheidsaandeelhouder. Deze is ten onrechte niet in de gelegenheid geweest zijn bezwaren naar voren te brengen en mogelijke alternatieven voor de omzetting aan te dragen. De erven en in het bijzonder de twee broers hadden in hun uiteenlopende hoedanigheden steeds belang bij het besluit tot statutenwijziging en emissie. Dit besluit had tot gevolg dat de erven indirect een vrijwel ioo% aandelenbelang in Slotervaartziekenhuis verwierven en dat het indirecte aandelenbelang van verzoekers ((indirecte) aandeelhouders in Meromi Holding) in die vennootschap tot vrijwel nul werd gereduceerd. Niet is gebleken dat de broers oog hebben gehad voor de belangentegenstellingen en de mogelijkheid van belangenvermenging en dat zij voldoende rekening hebben gehouden met de belangen van de minderheidsaandeelhouders. De nakoming van de aanbiedingsverplichtingen op grond van de statuten van Slotervaartziekenhuis en Meromi Holding, die mogelijk had geleid tot verkrjging van een meerderheidsbelang van (een of meer) verzoekers in die vennootschappen (en daarmee, althans ten tijde van het ontstaan van de aanbiedingsverplichtingen, van een meerderheidsbelang in Slotervaartziekenhuis), werd niet voldoende voortvarend uitgevoerd. De aanbieders stelden weliswaar steeds bereid te zijn hun aandelen aan te bieden doch deden dat in feite gedurende bijna drie maanden niettemin niet ondanks dat verzoekers daar op aandrongen. De aandelen in beide vennootschappen werden pas na de emissie aan de overige aandeelhouders aangeboden. Een en ander leverde gegronde redenen op om aan een juist beleid en een juiste gang van zaken te twijfelen van Meromi Holding en Jeemer B.V., een tussenholding via welke vennootschap een deel van verzoekers en de erven aandelen in Meromi Holding hielden. Een onderzoek werd bevolen. Bij wijze van onmiddellijke voorzieningen werd de bestuurder van Meromi Holding en Jeemer geschorst en werd in zijn plaats een onafhankelijke bestuurder benoemd. In de derde beschikking werd de positie van de door de Ondernemingskamer benoemde bestuurder aan de orde gesteld. In deze procedure werd de Ondernemingskamer (onder meer) verzocht om de door haar benoemde bestuurder op te dragen, althans uitdrukkelijk toe te staan, de reeds gesloten koopovereenkomst (waarbij het Slotervaartziekenhuis was verkocht) te ontbinden. De Ondernemingskamer wees dit verzoek van de hand met de ovenveging dat de zij niet zelf bestuurt, doch dat dit uitdrukkelijk de zelfstandige taak van de door haar benoemde bestuurder is. Dat betekende in deze zaak dat de Ondernemingskamer ook geen concrete instructie tot het verrichten van bepaalde bestuurshandelingen gaf.

25 alles wezenlijk Jaarverslag Ondernemingskamer Enquête, tweede fase De positie van de onderzoekers Van der Moolen Holding N.V., 15 februari 2013, ARO 2013, 55 In de tweede fase van de Van der Moolen Holding N.V. procedure werd aangevoerd dat de onderzoekers niet (voldoende) onafhankelijk waren. De Ondernemingskamer stelde voorop dat het weliswaar wenselijk is dat op de voet van artikel 2:345 BW benoemde onderzoekers onafhankelijk zijn, maar aan hen kunnen niet dezelfde eisen van onafhankelijkheid worden gesteld als aan rechters. Daarbij nam de Ondernemingskamer in aanmerking dat de vereiste deskundigheid en beschikbaarheid in voorkomende gevallen de keuze voor het benoemen van onderzoekers kunnen beperken. De Ondernemingskamer stelde vervolgens vast dat zich bij de beursgenoteerde onderneming Van der Moolen Holding wanbeleid had voor gedaan, zowel met betrekking tot bepaalde bedrijfsonderdelen, als ook in de structuur en uitvoering van de corporate governance. Voorts stelde de Ondernemingskamer vast dat bepaalde bestuurders en commissarissen persoonlijk verantwoordelijk voor het wanbeleid kunnen worden gehouden. De voormalige voorzitter van het bestuur en een persoon die geacht werd als bestuurder te zijn opgetreden werden tot betaling van de onderzoekskosten veroordeeld. Wet op de Ondernemingsraden Nederlands Christelijke Radiovereniging (NCRV1, i april 2012, ARO 2012, S De ondernemingsraad van de NCRV (de ondernemer) stelde het besluit van NCRV tot fusie met KRO hij de Ondernemingskamer aan de orde. De Ondernemingskamer oordeelde dat het besluit op onderdelen niet van een deugdelijke motivering was voorzien. De ondernemingsraad was aldus niet in de gelegenheid gesteld deze onderdelen in zijn advisering te betrekken, terwijl het besluit onmiskenbaar gevolgen voor het personeel had. Daarmee handelde NCRV in strijd met het voorschrift van artikel 25 lid 3 WOR waarin de ondernemer wordt opgedragen een overzicht te verstrekken van de gevolgen die het besluit naar te verwachten valt voor de in de onderneming werkzame personen zal hebben en van de naar aanleiding daarvan voorgenomen maatregelen. Ook schoot het besluit te kort ten aanzien van de vereiste duidelijkheid over de wijze waarop de medezeggenschap gelet op de fasering van de fusie tot haar recht kon komen. De door NCRV beoogde fasering en de daarmee samenhangende besluitvorming deden overziend afbreuk aan het goede verloop en de effectiviteit van de medezeggenschap. Het besluit was daarmee kennelijk onredelijk. NCRV vroeg de door de ondernemingsraad verzochte voorzieningen af te wijzen omdat toewijzing van deze voorzieningen een tijdige afronding van het fusieproces ernstig in gevaar zou brengen, hetgeen tot onaanvaardbare gevolgen zou leiden. Het zwaarwegende belang van tijdige afronding van het fusieproces stond echter niet in de weg aan toewijzing van de gevraagde voorzieningen, omdat aangenomen moest worden dat de ondernemingsraad dit belang voor ogen zou houden en zich zou inspannen om in redelijk overleg met NCRV de vertraging als gevolg van deze beslissing tot een minimum te beperken. Vaststelling Schadeloosstelling artikel 6:11 Wft SNS Reaal N.V. c.s., ii juli 2012, ARO 2012, 114 Een opvallende zaak uit 2013 was uiteraard het verzoek van de Minister van Financiën tot vaststelling van de schadeloosstelling voor de onteigende effecten en vermogensbestanddelen van SNS Reaal N.V. en SNS Bank N.V. Voor de mondelinge behandeling van het verzoek werden meer dan 700 oproepingsbrieven door de griffie van de Ondernemingskamer verzonden. Ter zitting verschenen 36 partijen en de zitting werd door de Ondernemingskamer bovendien voor het eerst in het nieuwe Paleis van Justitie aan het IJ gehouden. De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State had zich eerder gebogen over de rechtmatigheid van de onteigening. In haar beschikking stelde de Ondernemingskamer vast dat haar taak bij de schadeloosstelling een zelfstandige was in die zin, dat zij ten minste diende te onderzoeken of zij het aannemelijk achtte dat het aanbod geen volledige vergoeding van de door de betrokkenen geleden schade vormde, ongeacht of wel of niet verweer is gevoerd. Aan het onteigeningsbesluit kwam voor zover het beroep tegen het onteigeningsbesluit was verworpen formele rechtskracht toe: voor de Ondernemingskamer was de onteigening in zoverre een gegeven, dat zij deze niet opnieuw toetste.

Gerechtshof Amsterdam Ondernemingskamer

Gerechtshof Amsterdam Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam Ondernemingskamer Jaarverslag 2015 Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden en

Nadere informatie

Jaarverslag Ondernemingskamer 2016

Jaarverslag Ondernemingskamer 2016 Jaarverslag Ondernemingskamer 2016 Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden en blinden. Inhoudsopgave

Nadere informatie

jaarverslag 2014 ONDERNEMINGSKAMER GERECHTSHOF TE AMSTERDAM

jaarverslag 2014 ONDERNEMINGSKAMER GERECHTSHOF TE AMSTERDAM jaarverslag 2014 ONDERNEMINGSKAMER GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Amsterdam, maart 2015 Voorzitter Hierbij bieden wij u het jaarverslag van de Ondernemingskamer over het jaar 2014 aan. Jaarverslag Ondernemingskamer

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM ONDERNEMINGSKAMER. jaarverslag 2012 -_1>JÇ I N1 - 1)(.

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM ONDERNEMINGSKAMER. jaarverslag 2012 -_1>JÇ I N1 - 1)(. GERECHTSHOF TE AMSTERDAM ONDERNEMINGSKAMER jaarverslag 2012 -_1>JÇ I N1 d - 1)(. froorzitter mr. P. Ingese Amsterdam, november 2013 Jaarverslag Ondernemingskamer 2012 Hierbij bieden wij u het jaarvers

Nadere informatie

jaarverslag 2016 ONDERNEMINGSKAMER GERECHTSHOF AMSTERDAM

jaarverslag 2016 ONDERNEMINGSKAMER GERECHTSHOF AMSTERDAM jaarverslag 2016 ONDERNEMINGSKAMER GERECHTSHOF AMSTERDAM Jaarverslag Ondernemingskamer 2016 3 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING II. III. IV. Een korte samenvatting 1. Het jaar in cijfers 2. Opvallende zaken 3.

Nadere informatie

GERECHTSHOF AMSTERDAM ONDERNEMINGSKAMER. jaarverslag ; : 0r - $51! III; .111 Is II

GERECHTSHOF AMSTERDAM ONDERNEMINGSKAMER. jaarverslag ; : 0r - $51! III; .111 Is II GERECHTSHOF AMSTERDAM ONDERNEMINGSKAMER jaarverslag 2015 1 ; : 0r - $51! 1 III;.111 Is II Jaarverslag Ondernemingskamer 2015 2 Hierbij bieden wij u het jaarverslag van de Ondernemingskamer over het jaar

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:3792 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:3792 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHAMS:2016:3792 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20092016 Datum publicatie 09112016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.140.053/04 OK Ondernemingsrecht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 274 Wet van 18 juni 2012 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van het recht van enquête 0 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2011:BP9690 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2011:BP9690 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHAMS:2011:BP9690 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2011 Datum publicatie 30-03-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.040.300/01OK Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2010:BO9263 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2010:BO9263 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHAMS:2010:BO9263 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 27-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 106.008.860/01 OK en 106.010.561/01

Nadere informatie

32 887 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van het recht van enquête

32 887 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van het recht van enquête T WEEDE K AMER DER STATEN- 2 G ENERAAL Vergaderjaar 2010-2011 32 887 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van het recht van enquête Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix,

Nadere informatie

Corporate Alert: de 403-verklaring

Corporate Alert: de 403-verklaring Corporate Alert: de 403-verklaring Kort na elkaar heeft de Hoge Raad twee uitspraken gedaan over vragen waartoe de 403- verklaring aanleiding geeft. De meest in het oog springende beslissing (HR 20 maart

Nadere informatie

Afkortingen en verkorte aanduidingen 15 I Afkortingen 15 II Verkorte aanduidingen 18

Afkortingen en verkorte aanduidingen 15 I Afkortingen 15 II Verkorte aanduidingen 18 Afkortingen en verkorte aanduidingen 15 I Afkortingen 15 II Verkorte aanduidingen 18 1 Inleiding 21 1.1 Op het snijvlak van vennootschapsrecht en procesrecht: corporate litigation 21 1.2 Bevoegde rechter

Nadere informatie

Aansprakelijkheid commissarissen

Aansprakelijkheid commissarissen 1 november 2012 Aansprakelijkheid commissarissen Suzan Winkels-Koerselman Turnaround Advocaten Een klein, modern en gespecialiseerd advocatenkantoor Digitaal dossier Wij bieden de inzet van ervaren onafhankelijke

Nadere informatie

Doelbereiking en effectiviteit van de wet aanpassing enquêterecht in de praktijk

Doelbereiking en effectiviteit van de wet aanpassing enquêterecht in de praktijk Doelbereiking en effectiviteit van de wet aanpassing enquêterecht in de praktijk dr. A.J.F. Lafarre LLM Msc B.C.J. Schippers LLM S.F.W. van den Bosch LLM Msc prof. dr. C.F. Van der Elst mr. dr. G.J.H.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2014:5233

ECLI:NL:RBROT:2014:5233 ECLI:NL:RBROT:2014:5233 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 03-07-2014 Datum publicatie 29-07-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB-13_02242

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet ECLI:NL:RVS:2016:934 Instantie Raad van State Datum uitspraak 06-04-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600302/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde de collectieve afwikkeling van massavorderingen verder te vergemakkelijken (Wet tot wijziging van de Wet collectieve

Nadere informatie

** [201005426/1/M1.], [10 november 2010]: [afstandseis tussen een lpg tankstation en een scholengemeenschap ], [Harlingen]

** [201005426/1/M1.], [10 november 2010]: [afstandseis tussen een lpg tankstation en een scholengemeenschap ], [Harlingen] ** [201005426/1/M1.], [10 november 2010]: [afstandseis tussen een lpg tankstation en een scholengemeenschap ], [Harlingen] Essentie uitspraak: De Afdeling stelt vast dat ten tijde van het bestreden besluit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 483 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met kwijting aan bestuurders en commissarissen Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

Bijlage 7 Regl. v.orde v.h. College van Beroep voor de Examens

Bijlage 7 Regl. v.orde v.h. College van Beroep voor de Examens Bijlage 7 Reglement van Orde van het College van Beroep voor de Examens Regeling ter uitvoering van het bepaalde in artikel 54 van de Structuurregeling van de Radboud Universiteit Nijmegen. HOOFDSTUK 1.

Nadere informatie

UITSPRAAK. het bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag

UITSPRAAK. het bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag De MR en heeft over een voorgenomen nieuwbouw op lokatie K. positief advies afgegeven. Nadat het advies was uitgebracht, is het bevoegd gezag teruggekomen op dit voorgenomen besluit. Het terugkomen op

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:3050

ECLI:NL:RVS:2016:3050 ECLI:NL:RVS:2016:3050 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-11-2016 Datum publicatie 16-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601834/1/R2 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Hieronder vindt u een overzicht van enige relevante wetsartikelen (1 januari 2019). Voor de meest actuele informatie zie https://wetten.overheid.nl/

Nadere informatie

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school)

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school) SAMENVATTING 105529 - Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school) Nadat de Commissie in een eerdere procedure (105501) had uitgesproken

Nadere informatie

UITSPRAAK. de Ondersteuningsplanraad van de Stichting A te F, verzoeker, hierna te noemen de OPR gemachtigde: de heer mr. W.H.

UITSPRAAK. de Ondersteuningsplanraad van de Stichting A te F, verzoeker, hierna te noemen de OPR gemachtigde: de heer mr. W.H. 107862 18.01 Instemmingsgeschil en nalevingsgeschil. De OPR heeft geen instemmingsrecht op een wijziging van de rechtsvorm van het samenwerkingsverband. Het verzoek tot naleving is afgewezen. in het geding

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:844

ECLI:NL:RBDHA:2016:844 ECLI:NL:RBDHA:2016:844 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 21-01-2016 Datum publicatie 04-02-2016 Zaaknummer C/09/489024 / HA RK 15-202 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB Datum uitspraak: 20-01-2009 Datum publicatie: 04-02-2009 Rechtsgebied: Bijstandszaken Soort procedure:

Nadere informatie

Uitspraak. Vindplaatsen Rechtspraak.nl NJF 2013/114 S&S 2013/98 GERECHTSHOF AMSTERDAM DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER BESCHIKKING.

Uitspraak. Vindplaatsen Rechtspraak.nl NJF 2013/114 S&S 2013/98 GERECHTSHOF AMSTERDAM DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER BESCHIKKING. Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-10-2012 Datum publicatie 31-01-2013 Zaaknummer 200.107.628/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie Géén appelverbod

Nadere informatie

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR 108719 - Adviesgeschil over benoeming directeur. Het bevoegd gezag heeft de MR ten onrechte niet in de gelegenheid gesteld vooraf advies te geven; ook als MR-leden deelnemen in de BAC, moet het bevoegd

Nadere informatie

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T Rolnummer 4792 Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 4, 2, en 6, 2, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken,

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-106 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris) Klacht ontvangen op : 6 januari 2015 Ingesteld door : Consument Tegen

Nadere informatie

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel:

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: R.T. Wiegerink Belastingblad (BB), maart, Nr. 6, BB 2019/112 16 januari 2019 Gerechtshof Den Haag Belanghebbende heeft onderzoek ter zitting van de rechtbank

Nadere informatie

ORDINANTIE 12 DE BEHANDELING VAN BEZWAREN EN GESCHILLEN

ORDINANTIE 12 DE BEHANDELING VAN BEZWAREN EN GESCHILLEN ORDINANTIE 12 DE BEHANDELING VAN BEZWAREN EN GESCHILLEN Artikel 1. Algemeen 1. De behandeling van bezwaren en geschillen geschiedt ter onderhouding van het recht, met inachtneming van de rechtvaardigheid

Nadere informatie

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO SAMENVATTING 105154 - Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO Het taakbelastingsbeleid van de opleiding is van toepassing op de personeelsleden en heeft gevolgen voor

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:3549 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:3549 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:3549 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 26-08-2014 Datum publicatie 11-12-2014 Zaaknummer 200.125.414-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.13/16/501 NL:TZ:0000009492:F001 22-11-2016 mr. W.H.Z. Westerhof mr. WF Korthals Altes Algemeen Gegevens onderneming Best Green B.V.

Nadere informatie

SAMENVATTING Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding)

SAMENVATTING Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding) SAMENVATTING 104917 - Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding) De MR heeft een negatief advies over een voorgenomen besluit tot ontslag

Nadere informatie

PROFIELSCHETS RVC ALLIANDER N.V.

PROFIELSCHETS RVC ALLIANDER N.V. BIJLAGE B BIJ DE TOELICHTING OP DE AGENDA VOOR DE EERSTE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN ALLIANDER N.V. TE HOUDEN OP 12 MEI 2011 PROFIELSCHETS RVC ALLIANDER N.V. 1. OMVANG EN SAMENSTELLING

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 24-01-2013 Datum publicatie 05-02-2013 Zaaknummer 200.113.026 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer. een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen Y, de inspecteur.

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer. een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen Y, de inspecteur. Kenmerk: 99/03616 GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer UITSPRAAK op het beroep van X B.V. te Z, belanghebbende, tegen een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen

Nadere informatie

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:293, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:2338, Bekrachtiging/bevestiging

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:293, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:2338, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:HR:2014:1651 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 11-07-2014 Datum publicatie 11-07-2014 Zaaknummer 13/04531 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:293,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2011:BQ1184

ECLI:NL:RBBRE:2011:BQ1184 ECLI:NL:RBBRE:2011:BQ1184 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 11-04-2011 Datum publicatie 14-04-2011 Zaaknummer 647993 ov 11-945 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Corporate Governance. Privaatrechtelijk speelveld Master Class Corporate Governance Mr. Jaap Maris 21 april 2015

Corporate Governance. Privaatrechtelijk speelveld Master Class Corporate Governance Mr. Jaap Maris 21 april 2015 Corporate Governance Privaatrechtelijk speelveld Master Class Corporate Governance Mr. Jaap Maris 21 april 2015 Corporate governance Relevante bronnen van regelgeving (in volgorde van belangrijkheid) (Uitgangspunt

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-312 d.d. 19 mei 2017 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. B.F. Keulen en drs. L.B. Lauwaars en mr. E.C. Aarts, secretaris) Samenvatting Consument

Nadere informatie

BIJLAGE A BIJ DE TOELICHTING OP DE AGENDA VOOR DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN ALLIANDER N.V., TE HOUDEN OP 27 MAART 2013

BIJLAGE A BIJ DE TOELICHTING OP DE AGENDA VOOR DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN ALLIANDER N.V., TE HOUDEN OP 27 MAART 2013 BIJLAGE A BIJ DE TOELICHTING OP DE AGENDA VOOR DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN ALLIANDER N.V., TE HOUDEN OP 27 MAART 2013 PROFIELSCHETS RVC 1. OMVANG EN SAMENSTELLING VAN DE RVC 1.1 Uitgangspunt

Nadere informatie

pagina 1 van 5 ECLI:NL:RBDHA:2014:6145 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 20-05-2014 Datum publicatie 04-06-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden AWB-13_10151 Belastingrecht Bijzondere kenmerken Bodemzaak

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:1754

ECLI:NL:RBROT:2016:1754 ECLI:NL:RBROT:2016:1754 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 09-03-2016 Datum publicatie 09-03-2016 Zaaknummer ROT 16/920 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursprocesrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:1999:AA3765

ECLI:NL:RBROT:1999:AA3765 ECLI:NL:RBROT:1999:AA3765 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-04-1999 Datum publicatie 10-11-2004 Zaaknummer VMEDED 99/366-Sl Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Voorlopige voorziening

Nadere informatie

AANDACHTSPUNTEN, AANBEVELINGEN EN SUGGESTIES VOOR ONDERZOEKERS 1. in enquêteprocedures (artikel 2:345 BW) gewijzigd per 1 januari 2013

AANDACHTSPUNTEN, AANBEVELINGEN EN SUGGESTIES VOOR ONDERZOEKERS 1. in enquêteprocedures (artikel 2:345 BW) gewijzigd per 1 januari 2013 AANDACHTSPUNTEN, AANBEVELINGEN EN SUGGESTIES VOOR ONDERZOEKERS 1 in enquêteprocedures (artikel 2:345 BW) gewijzigd per 1 januari 2013 Preambule A. De Ondernemingskamer kan op de voet van artikel 2:345

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:1238 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:1238 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHAMS:2017:1238 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 11-04-2017 Datum publicatie 12-04-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.206.984/01 NOT Civiel

Nadere informatie

REGLEMENT VOOR DE RAAD VAN COMMISSARISSEN VAN SOURCE GROUP N.V. (de Vennootschap ) Vastgesteld door de raad van commissarissen

REGLEMENT VOOR DE RAAD VAN COMMISSARISSEN VAN SOURCE GROUP N.V. (de Vennootschap ) Vastgesteld door de raad van commissarissen REGLEMENT VOOR DE RAAD VAN COMMISSARISSEN VAN SOURCE GROUP N.V. (de Vennootschap ) Vastgesteld door de raad van commissarissen Versie 1.1 dd. 15 januari 2014 Artikel 1 - Algemene taak 1.1 De raad van commissarissen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:1379

ECLI:NL:GHSHE:2015:1379 ECLI:NL:GHSHE:2015:1379 Instantie Datum uitspraak 17-04-2015 Datum publicatie 17-04-2015 Zaaknummer 14/01065 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch

Nadere informatie

Directiestatuut N.V. Waterbedrijf Groningen

Directiestatuut N.V. Waterbedrijf Groningen Directiestatuut N.V. Waterbedrijf Groningen Dit Directiestatuut is op 14 december 2006 ter kennis gebracht aan de algemene vergadering van aandeelhouders en na goedkeuring door de raad van commissarissen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-03-2010 Datum publicatie 05-01-2016 Zaaknummer 200.015.254-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-240 d.d. 22 augustus 2012 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, de heren R.H.G. Mijné en drs. L.B. Lauwaars RA, leden en mr. D.M.A. Gerdes,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133 ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 01-03-2011 Zaaknummer 186739 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

REGLEMENT KLACHTENCOMMISSIE KCAF

REGLEMENT KLACHTENCOMMISSIE KCAF April 07 REGLEMENT KLACHTENCOMMISSIE KCAF INHOUDSOPGAVE Artikel : Begripsomschrijving Artikel : Samenstelling Commissie Artikel 3 : Taak Commissie Artikel 4 : Bevoegdheid Commissie Artikel 5: Geheimhouding

Nadere informatie

JAARVERSLAG KLACHTBEHANDELING 2015 RECHTBANK MIDDEN NEDERLAND

JAARVERSLAG KLACHTBEHANDELING 2015 RECHTBANK MIDDEN NEDERLAND JAARVERSLAG KLACHTBEHANDELING 2015 RECHTBANK MIDDEN NEDERLAND 2/6 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Cijfermateriaal... 3 3. Klachtonderwerpen... 5 4. Informele afdoening... 5 5. Klachtadviescommissie... 5 6.

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/299

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/299 Rapport Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/299 2 Klacht Verzoekster klaagt erover, dat de gemeente Delft na 24 jaar de relatie met haar heeft beëindigd, zonder haar op een of andere wijze te compenseren

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:4885

ECLI:NL:RBDHA:2017:4885 ECLI:NL:RBDHA:2017:4885 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10052017 Datum publicatie 12052017 Zaaknummer C/09/504538 / HA ZA 16112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ondernemingsrecht

Nadere informatie

1.2 Belanghebbende heeft bij brieven van 16 mei 2011 en 23 juli 2011 nog stukken in het geding gebracht.

1.2 Belanghebbende heeft bij brieven van 16 mei 2011 en 23 juli 2011 nog stukken in het geding gebracht. GCHB 2011-423 Uitspraak van 10 november 2011 prof. mr. A.S. Hartkamp, voorzitter, mr. C.A. Joustra, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. F.H.J. Mijnssen en mr. F.P. Peijster. Klik hier voor de uitspraak in eerste

Nadere informatie

beschikking GERECHTSHOF AMSTERDAM ONDERNEMINGSKAMER zaaknummer: /01 0K beschikking van de Ondernemingskamer van 13juli 2015 inzake

beschikking GERECHTSHOF AMSTERDAM ONDERNEMINGSKAMER zaaknummer: /01 0K beschikking van de Ondernemingskamer van 13juli 2015 inzake beschikking GERECHTSHOF AMSTERDAM ONDERNEMINGSKAMER zaaknummer: 200.166.448/01 0K beschikking van de Ondernemingskamer van 13juli 2015 inzake HET COLLEGE VAN BESTUUR VAN STICHTING FIDARDA, gevestigd te

Nadere informatie

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 Rapport Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de griffie van het gerechtshof Den Haag hem het arrest van 17 juli 2008 niet heeft toegestuurd met als gevolg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220 ECLI:NL:RBMNE:2014:5220 Instantie Datum uitspraak 23-10-2014 Datum publicatie 28-10-2014 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer AWB - 14 _ 2227 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

REGLEMENT INZAKE VOORWETENSCHAP Niet-royeerbare certificaten op naam van aandelen B in het kapitaal van Funda N.V.

REGLEMENT INZAKE VOORWETENSCHAP Niet-royeerbare certificaten op naam van aandelen B in het kapitaal van Funda N.V. REGLEMENT INZAKE VOORWETENSCHAP Niet-royeerbare certificaten op naam van aandelen B in het kapitaal van Funda N.V. Stichting Administratiekantoor Funda heeft op 10 maart 2011 dit Reglement ter voorkoming

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1997

ECLI:NL:RVS:2017:1997 ECLI:NL:RVS:2017:1997 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604542/1/A1 Eerste

Nadere informatie

Rapport. Inzake een klacht over de minister van Defensie uit Den Haag. Datum: 18 augustus Rapportnummer: 2011/248

Rapport. Inzake een klacht over de minister van Defensie uit Den Haag. Datum: 18 augustus Rapportnummer: 2011/248 Rapport Inzake een klacht over de minister van Defensie uit Den Haag. Datum: 18 augustus 2011 Rapportnummer: 2011/248 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat: Haar klacht, dat de minister van Defensie standaard

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200501988/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden.

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden. LJN: AU3784, Raad van State, 200501342/1 Print uitspraak Datum uitspraak: 05-10-2005 Datum publicatie: 05-10-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Klager vraagt zich af wat de status is van de besluiten die door de RvC in die periode zijn genomen.

Klager vraagt zich af wat de status is van de besluiten die door de RvC in die periode zijn genomen. Klacht 2: Ten tijde van de schorsing van de toenmalige directeur van WSN hebben de commissarissen X en Y tijdelijk (van 16 april 2014 tot 21 oktober 2014) het bestuur van WSN waargenomen. Genoemde commissarissen

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst cliëntenraad en Bureau Beckers.

Samenwerkingsovereenkomst cliëntenraad en Bureau Beckers. Samenwerkingsovereenkomst cliëntenraad en B. Inleiding In de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ) wordt genoemd dat er tussen de cliëntenraad en B een samenwerkingsovereenkomst moet zijn.

Nadere informatie

STAATSCOURANT. Nr

STAATSCOURANT. Nr STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 65542 22 november 2018 Regeling van de Minister voor Rechtsbescherming van 14 november 2018, nr. 2406921, tot indexering

Nadere informatie

PROFIELSCHETS RVC. 1.2 Tot commissaris kunnen niet worden benoemd personen die direct of indirect binding hebben met:

PROFIELSCHETS RVC. 1.2 Tot commissaris kunnen niet worden benoemd personen die direct of indirect binding hebben met: BIJLAGE A TOELICHTING BIJ DE AGENDA VOOR DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN ALLIANDER N.V. OP 8 APRIL 2015 PROFIELSCHETS RVC 1. OMVANG EN SAMENSTELLING VAN DE RVC 1.1 Uitgangspunt te allen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3026

ECLI:NL:RVS:2014:3026 ECLI:NL:RVS:2014:3026 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-08-2014 Datum publicatie 13-08-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201311562/1/A3 Eerste

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 15 november 2012, nummer AWB 12/4016, in het geding tussen

tegen de uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 15 november 2012, nummer AWB 12/4016, in het geding tussen Uitspraak GERECHTSHOF VHERTOGENBOSCH Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Uitspraak op het hoger beroep van * ^ p n i a w a ï i i b.v., gevestigd te > hierna: belanghebbende, tegen de uitspraak

Nadere informatie

van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden

van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden U I T S P R A A K 12-17 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen de Examencommissie van de opleiding Talen en Culturen van Japan,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds voor Fysiotherapeuten

Stichting Pensioenfonds voor Fysiotherapeuten GESCHILLENREGELING EN REGLEMENT COMMISSIE VAN GESCHILLEN Stichting Pensioenfonds voor Fysiotherapeuten Datum: 16 september 2015 Versie: 2.0 1 Reglement Commissie van Geschillen als bedoeld in artikel 28

Nadere informatie

prof. mr. A.S. Hartkamp, voorzitter, mr A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F.P. Peijster en prof. mr. F.R. Salomons.

prof. mr. A.S. Hartkamp, voorzitter, mr A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F.P. Peijster en prof. mr. F.R. Salomons. GCHB 2012-434 Uitspraak van 2 februari 2012 prof. mr. A.S. Hartkamp, voorzitter, mr A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F.P. Peijster en prof. mr. F.R. Salomons. Consument aanvaardt advies van de Geschillencommissie

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd ECLI:NL:HR:2013:37 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 28-06-2013 Datum publicatie 04-07-2013 Zaaknummer 12/00171 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416,

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Nr. 208/86 10 april 1987

GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Nr. 208/86 10 april 1987 GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN BELASTINGKAMER UITSPRAAK Nr. 208/86 10 april 1987 Uitspraak (na verwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 29 januari 1986, nr. 23.254) van bet Gerechtshof te

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2015:699

ECLI:NL:RBGEL:2015:699 ECLI:NL:RBGEL:2015:699 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 05-02-2015 Datum publicatie 09-02-2015 Zaaknummer AWB - 14 _ 8129 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ambtenarenrecht

Nadere informatie

1.2 De bank heeft het beroep bestreden bij een op 18 maart 2013 door de Beroepscommissie ontvangen verweerschrift.

1.2 De bank heeft het beroep bestreden bij een op 18 maart 2013 door de Beroepscommissie ontvangen verweerschrift. Uitspraak Commissie van Beroep 2013-18 d.d. 11 juni 2013 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. W.J.J. Los en mr. F.H.J. Mijnssen, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/1388 Wtra AK van 9 maart 2018 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/1388 Wtra AK van 9 maart 2018 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/1388 Wtra AK van 9 maart 2018 van X B.V., gevestigd te [plaats1], vertegenwoordigd door [A], K

Nadere informatie

Turbo-liquidatie en de bestuurder

Turbo-liquidatie en de bestuurder Turbo-liquidatie en de bestuurder Juni 2012 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten

Nadere informatie

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 van

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 van Gemeente Haarlemmermeer Baan Kleef Aan DomJur 2008-432 Rechtbank Haarlem Zaak-/rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 en 151565 / KG ZA 08-641 Datum: 22 december 2008 Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2861

ECLI:NL:RVS:2016:2861 ECLI:NL:RVS:2016:2861 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-11-2016 Datum publicatie 02-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601473/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht

De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht Hof Arnhem 13 januari 2009, zaaknummer 200.005.438 I. van

Nadere informatie

REGLEMENT BELEGGINGEN VAN BESTUURDERS EN COMMISSARISSEN VAN Ctac N.V.

REGLEMENT BELEGGINGEN VAN BESTUURDERS EN COMMISSARISSEN VAN Ctac N.V. REGLEMENT BELEGGINGEN VAN BESTUURDERS EN COMMISSARISSEN VAN Ctac N.V. De Raad van Commissarissen heeft in overleg met de Raad van Bestuur het volgende Reglement vastgesteld I INLEIDING 1.1 Dit reglement

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2017:3691

ECLI:NL:RBZWB:2017:3691 ECLI:NL:RBZWB:2017:3691 Instantie Datum uitspraak 15-06-2017 Datum publicatie 20-07-2017 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 16 _ 2238 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

KOOPOVEREENKOMST INZAKE OVERNAME VAN ACTIVITEITEN VAN

KOOPOVEREENKOMST INZAKE OVERNAME VAN ACTIVITEITEN VAN KOOPOVEREENKOMST INZAKE OVERNAME VAN ACTIVITEITEN VAN BV KOOPOVEREENKOMST OP HOOFDLIJNEN Ondergetekenden: 1. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid..bv. te. ( KvK nummer ) vertegenwoordigd

Nadere informatie

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: G MAKELAARS, NVM-lid, kantoorhoudende te A, beklaagde in hoger beroep

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: G MAKELAARS, NVM-lid, kantoorhoudende te A, beklaagde in hoger beroep Zie ook 16/2577 Overtreding verbod op handel. Verantwoordelijkheid van de onderneming voor het optreden van de makelaar. De bank wenst als hypotheekhouder van een appartement tot verkoop daarvan over te

Nadere informatie

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van obs A, te G, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: de heer mr. W.D. Berkhout

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van obs A, te G, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: de heer mr. W.D. Berkhout 107643 17.04 De opheffing van (een deel van) de school is zó ingrijpend dat het bevoegd gezag de MR daar in een zo vroeg mogelijk stadium bij moet betrekken. Dat is ten onrechte niet gebeurd. in het geding

Nadere informatie

Betreft: N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe

Betreft: N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe 1 VOORSTEL TOT JURIDISCHE AFSPLITSING Betreft: N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe Het bestuur van: de statutair in Assen gevestigde naamloze vennootschap: N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe, kantoorhoudende

Nadere informatie

Bestuursreglement Zadkine

Bestuursreglement Zadkine Bestuursreglement Zadkine Dit reglement dient tot nadere uitwerking van artikel 6 lid 5 van de statuten van de Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine Algemeen Artikel 1 In dit reglement wordt

Nadere informatie

De locatie van de vergadering wordt op 20 april 2010 via de website van de Vennootschap (investor.oce.nl) bekend gemaakt.

De locatie van de vergadering wordt op 20 april 2010 via de website van de Vennootschap (investor.oce.nl) bekend gemaakt. Agenda van de Jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders van de naamloze vennootschap Océ N.V., gevestigd te Venlo, te houden in Venlo ten kantore van de Vennootschap op donderdag 22 april 2010,

Nadere informatie