Klager vraagt zich af wat de status is van de besluiten die door de RvC in die periode zijn genomen.

Transcriptie

1

2 Klacht 2: Ten tijde van de schorsing van de toenmalige directeur van WSN hebben de commissarissen X en Y tijdelijk (van 16 april 2014 tot 21 oktober 2014) het bestuur van WSN waargenomen. Genoemde commissarissen ontvingen hiervoor ieder een vergoeding van 100 euro per uur exclusief BTW. Volgens klager is dit erg hoog, aangezien er sprake is van interne medewerkers. Deze beloning is, volgens klager, hoger dan in de Wet Normering Topinkomens (WNT) is vastgelegd en dus in strijd met de WNT-norm. Klacht 3: Volgens de statuten hebben de huurders recht op twee huurderszetels. Sinds april 2014 is de tweede huurderszetel niet meer vervuld. Klager vraagt zich af wat de status is van de besluiten die door de RvC in die periode zijn genomen. Klacht 4: In de Governancecode Woningcorporaties 2011 worden goed maatschappelijk ondernemerschap, integer en transparant handelen door het bestuur, alsmede goed toezicht hierop, de basisvoorwaarden genoemd waarop good governance steunt. Volgens klager zouden deze basisvoorwaarden bij WSN ontbreken. 3. Wat er vooraf ging Klager is huurder van WSN. Klager heeft op 15 mei 2015 een brief aan Aedes gestuurd met een aantal vragen. Dit naar aanleiding van enkele gebeurtenissen in 2014 bij zijn verhuurder, WSN. Aedes heeft op 27 mei 2015 op deze brief gereageerd en klager voor antwoorden op zijn vragen over de Wet Normering Topinkomens (WNT) verwezen naar het ministerie en voor vragen inzake het handelen of nalaten van leden van Aedes in relatie tot de AedesCode verwezen naar Commissie AedesCode (hierna: commissie). Klager heeft op 3 juni 2015 zijn vragen/ klachten ingediend bij de Commissie AedesCode. De commissie heeft op 23 juni 2015 besloten deze klachten in behandeling te nemen. De commissie heeft de klachten behandeld in haar commissievergadering van 16 september Op 17 september 2015 heeft de commissie WSN om nadere informatie gevraagd. Aan deze verzoeken heeft WSN voldaan. Klager heeft op deze informatie gereageerd en om een hoorzitting verzocht i.v.m. de vele onduidelijkheden. De commissie heeft het verzoek om een hoorzitting gehonoreerd. De hoorzitting vond plaats op 9 december

3 4. Verweer WSN Primair verweer In haar primair verweer stelt WSN dat de klachten niet ontvankelijk zijn. Dit verweer heeft WSN ter zitting van 9 december 2015 ingetrokken. (Subsidiair verweer) Ten aanzien van klacht 1: De benoeming van X, ten tijde van zijn van, is niet in strijd met de statuten, aldus WSN. WSN heeft haar zetel in Naarden en is daar feitelijk werkzaam. WSN heeft buiten Naarden geen woningen. Toenmalig bestuurder, de heer Z, heeft destijds ingestemd met de benoeming van X. Ten aanzien van klacht 2: De vergoedingen aan X en Y gedurende de periode, waarin zij waarnemend bestuurders waren van WSN, zijn gecontroleerd door de accountant. Deze heeft geen melding gemaakt dat in strijd met de WNT zou zijn gehandeld. Ten aanzien van klacht 3: Volgens artikel 12 lid 6 van de statuten hebben de huurders recht op twee huurderszetels. X en huurderscommissaris Y zijn in april 2014 afgetreden als lid van de RvC, omdat zij tijdelijk belast werden met het bestuur van WSN. De RvC van WSN bestond na april 2014 uit drie commissarissen, waarvan één huurderscommissaris. Er was in april 2014 geen sprake van een vrijkomende huurderszetel als bedoeld in artikel 12 lid 6 van de statuten. Onlangs is een nieuwe commissaris aangesteld. Deze commissaris vervult de vacature die is ontstaan door het aftreden van X. RvC is bezig met de werving van een nieuwe huurderscommissaris. De RvC zal daarna weer bestaan uit vijf commissarissen, waarvan twee huurderscommissarissen. Ten aanzien van klacht 4: Klacht van klager dat WSN in strijd met de Governancecode Woningcorporaties 2011 zou handelen, is door deze niet nader onderbouwd. WSN ontkent dat in strijd met de Governancecode wordt gehandeld. Nadere informatie van WSN naar aanleiding van vragen van de commissie, op 17 september Er zijn in april 2014 geen nadere afspraken gemaakt met de heren X en Y over terugkeer in de RvC. X en Y hebben in oktober 2014 aangegeven om persoonlijke redenen niet terug te keren in de RvC. 2. WSN geeft aan, in tegenstelling tot hetgeen klager stelt dat er geen fusiebesprekingen met Ymere hebben plaatsgevonden. Op dit verweer zal, voor zover nodig, de commissie hierna ingaan. 3

4 5. Beoordeling van de klachten Ten aanzien van klacht 1: De benoeming van X tot commissaris was niet conform de statuten, omdat hij ten tijde van zijn benoeming was van Volgens de statuten artikel 2 (Werkgebied ) lid 1 geldt: De stichting is werkzaam in de gemeenten Blaricum, Bussum, Wijdemeren, Hilversum, Huizen, Laren, Muiden, Naarden en Weesp. Volgens de statuten artikel 15 (Onverenigbaarheden) lid 2 geldt: Commissaris kan niet zijn: een persoon die lid is van het college van burgemeester en wethouders of van de raad van de gemeente, waar de stichting haar zetel heeft of van een gemeente waarin zij feitelijk werkzaam is. Vaststaat, althans niet weersproken is, dat X ten tijde (april 2013) van zijn benoeming tot commissaris van WSN van was en WSN haar zetel in Naarden heeft. Ook is door klager niet weersproken het verweer van WSN dat zij buiten Naarden geen woningen heeft. Klager stelt in zijn repliek, ter onderbouwing van zijn stelling, dat WSN niet conform de statuten heeft gehandeld, dat in de periode vóór de benoeming van X tot commissaris van WSN, verkennende gesprekken hebben plaatsgevonden over een mogelijke fusie of samenwerking met woningcorporatie Ymere. Ymere heeft wél woningen in WSN ontkent dat er fusiebesprekingen met Ymere hebben plaatsgevonden. Klager levert verder geen bewijs ten aanzien van deze stelling. De commissie is van mening dat niet is aangetoond dat er sprake is geweest van fusiebesprekingen met Ymere. De stelling van WSN dat zij geen woningen heeft in dus daar niet feitelijk werkzaam is, is verder niet weersproken door klager. Het voorgaande leidt tot de conclusie, dat de benoeming van X in april 2013 niet in strijd met de statuten was. De commissie verklaart klacht 1 ongegrond. Aanbeveling De commissie merkt hierbij wel op dat er een verschil bestaat tussen het formele werkgebied bedoeld in artikel 2 van de statuten en het feitelijke criterium van artikel 15 lid 2 van de statuten. Volgens de commissie is het begrijpelijk dat dit verschil vragen oproept bij klager. Naar het oordeel van de commissie verdient het dan ook aanbeveling om, wanneer het formele en feitelijke werkgebied van een corporatie niet samenvallen, ook geen leden van B & W of raadsleden uit gemeenten behorend tot het formele werkgebied van de corporatie tot commissaris te benoemen. Indien toch wordt afgeweken van deze aanbeveling dient in de besluitvorming bijzondere aandacht te worden besteed aan de afwezigheid van enige belangenconflicten. 4

5 Ten aanzien van klacht 2: De vergoedingen van de interim-bestuurders in de periode 16 april oktober 2014 zou niet conform de WNT zijn. De accountant heeft zijn goedkeuring gegeven aan de jaarrekening. Indien de WSN bij de beloning van de interim-bestuurders zich niet aan de WNT (per 1 januari 2013 in werking) zou hebben gehouden, dan zou de accountant daar melding van moeten hebben gemaakt, aldus WSN. Dat is niet gebeurd. Volgens het jaarverslag van WSN 2014 is X interim-bestuurder geweest van 16 april - 15 oktober en Y van 16 april - 30 september. In tegenstelling tot hetgeen klager stelt zijn X en Y niet meer dan 6 maanden in functie geweest. Volgens de WNT zijn de WNT-kaders niet van toepassing bij een functievervulling voor zes maanden, het zogeheten 6-maanden-criterium. X en Y vallen dus buiten de WNT-kaders vallen, omdat zij korter dan zes maanden in functie zijn geweest. Het is de commissie niet duidelijk, wat klager bedoelt met interne medewerkers. De WNT geldt voor topfunctionarissen van alle instellingen die onder de WNT vallen. Als topfunctionarissen worden aangemerkt degene(n) die met de dagelijkse leiding zijn belast. De commissie is van oordeel dat de vergoedingen van X en Y niet in strijd zijn met de WNT. De commissie verklaart klacht 2 ongegrond. Ten aanzien van klacht 3: Huurders hebben recht op twee huurderszetels. Sinds april 2014 is de tweede huurderszetel niet meer vervuld. Dit is in strijd met de statuten. Volgens artikel 12 (Samenstelling en benoeming) lid 6 van de statuten van WSN (2008) geldt: De huurders van de woningen van de stichting en de in het belang van die huurders werkzame organisaties hebben het recht voor 2 vrijkomende zetels een persoon uit hun kring aan de RvC voor te dragen voor benoeming in de RvC. Deze voordracht is bindend. (de tekst voor zover hier van belang) Volgens lid 7: De RvC deelt aan de huurders van de woningen van de stichting en aan de in het belang van die huurders werkzame organisaties zo spoedig mogelijk mee wanneer een zetel, bestemd voor een persoon als bedoeld in het zesde lid, vrijkomt. Hij nodigt hen uit een voordracht te doen. De voordracht dient binnen twee maanden na dagtekening te worden gedaan. Vóór april 2014 bestond de RvC uit 5 leden, waaronder 2 huurderscommissarissen. De commissarissen X en Y (huurderscommissaris) traden in april 2014 af omdat zij tijdelijk voorzagen in het bestuur van WSN. Sinds april 2014 bestaat de RvC van WSN feitelijk uit drie commissarissen, waarvan één huurderscommissaris. Volgens WSN zijn er geen afspraken gemaakt met X en Y over terugkeer in de RvC. Y zou om persoonlijke redenen hebben besloten niet terug te keren na 1 oktober

6 WSN stelt verder in haar verweer dat er in april 2014 geen vrijkomende zetel was als bedoeld in de statuten. De commissie is van oordeel dat na het vertrek van Y per 1 oktober er in ieder geval sprake was van een vrijkomende huurderszetel. Volgens de statuten diende de RvC zo spoedig mogelijk aan de huurders of aan de huurdersorganisatie mee te delen dat de huurderszetel vrijkwam. Dit is niet gebeurd. De RvC van WSN is pas in september 2015 gestart met het werven van een huurderscommissaris. Dit is niet te kwalificeren als zo spoedig mogelijk. Naar het oordeel van de commissie heeft WSN/ RvC niet conform haar statuten gehandeld. De commissie verklaart klacht 3 daarom gegrond. Ten aanzien van klacht 4: Ontbreken bij WSN de voorwaarden van good governance zoals vermeld in de Governancecode? Klager stelt te twijfelen aan de integriteit en het transparant handelen van de RvC en het voormalig interim-bestuur. Ter onderbouwing verwijst klager naar het ontslag van de voormalig directeur, de heer Z. De commissie wijst erop dat de kwestie inzake het vertrek/ontslag van de heer Z hier buiten beschouwing dient te worden gelaten, omdat de rechter deze zaak heeft behandeld en beoordeeld en zij dus geen zaak voor de commissie is. De commissie beschouwt deze klacht/ gevoelens als een persoonlijke opinie van klager, waarin de commissie niet kan treden. De commissie verklaart klacht 4 daarom niet ontvankelijk. De rechtsgeldigheid van de RvC- besluiten. Klager vraagt zich af wat de status/ consequentie is van besluiten die zijn genomen door de RvC, indien blijkt dat de benoeming van commissaris X niet conform de statuten is en in het geval dat een tweede huurderscommissaris ontbreekt. Er is niet gebleken dat de benoeming van X niet conform de statuten was. Ten aanzien van de status/consequentie van besluiten van de RvC bij het ontbreken van een tweede huurderscommissaris. Artikel 20 lid 4 van de statuten is hier wellicht van belang. Dit artikel bepaalt: zo het aantal leden van de RvC zakt onder het in artikel 11 tweede lid, vermelde aantal blijft de Raad toch tot besluitvorming bevoegd. Indien de RvC in die situatie bevoegd blijft besluiten te nemen, dan zijn die besluiten in beginsel rechtsgeldig en hebben deze dus rechtsgevolgen (consequenties). Naar het oordeel van de commissie zijn de besluiten van de RvC, wanneer deze niet compleet is, (i.c. het ontbreken van een tweede huurderscommissaris) rechtsgeldig en hebben deze besluiten rechtsgevolgen (consequenties). 6

7 De Commissie AedesCode doet de volgende uitspraak: Klacht 1 ( de benoeming van de heer X tot commissaris in april 2013 was in strijd met de statuten ) is ongegrond; Klacht 2 ( de vergoedingen van de interim-bestuurders zijn in strijd met de Wet Normering Topinkomens ) is ongegrond; Klacht 3 ( huurders hebben recht op twee huurderszetels, sinds april 2014 is er geen tweede huurderszetel. Dit is in strijd met de statuten ) is gegrond; Klacht 4 ( Het ontbreken van basisvoorwaarden bij WSN voor good governance ) is niet ontvankelijk. Namens de Commissie AedesCode Drs. W.J. Deetman voorzitter C.c : - Bestuur van de Woningstichting Naarden, conform artikel 11 lid 3 Reglement AedesCode. - Raad van commissarissen van de Woningstichting Naarden, conform artikel 11 lid 6 Reglement AedesCode. - Aedes vereniging van woningcorporaties, conform artikel 11 lid 7 Reglement AedesCode. 7