Agentschap Telecom juni 2007 Meer informatie of neem contact op met ons Klantcontactcentrum (050)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Agentschap Telecom juni 2007 Meer informatie www.agentschap-telecom.nl of neem contact op met ons Klantcontactcentrum (050) 587 74 44"

Transcriptie

1 juni 2007

2 Handboek Algemene Maritieme Radiocommunicatie Voorschriften Scheepsnaam... Radioroepnaam... MMSI-nummer... Agentschap Telecom Postbus AL Groningen Telefoon (050) Fax (050) Internet:

3 Inhoudsopgave I Voorschriften voor radiocommunicatie 1 Vergunning _7 2 Bedieningscertificaat _7 3 Identificatie van het vaartuig 8 4 Radio-installatie _9 5 Accounting Authority Identification Code _9 6 Bedieningsvoorschriften _9 7 Werken in territoriale wateren _9 8 Volgorde van het verkeer 10 _ 9 Gebruik scramblers 10 _ 10 Gebruiksvoorschriften specifiek voor de zeevisserij 10 _ 11 Automatisch Identificatie Systeem 11 _ II GMDSS 1 Doel van het GMDSS 11 _ 2 Technische basis voor GMDSS 11 _ 3 Voor welke schepen is GMDSS verplicht? 12 _ 4 Zeegebieden 12 _ 5 Radiowacht 12 _ 6 Het radiodagboek voor GMDSS-schepen 13 _ III Nood-, spoed- en veiligheidsverkeer 1 GMDSS-procedures 14 _ 2 Frequenties en radiowacht 14 _ 3 Procedures noodverkeer 15 _ 3.1 Noodsein 15 _ 3.2 Noodalarmering (distress alerting) 16 _ 3.3 Ontvangst en bevestiging van een noodalarm 17 _ 3.4 Heruitzending van een noodalarm (distress alert relay) 19 _ 3.5 Bevestiging van een DSC-distress-alertrelay ontvangen van een kuststation 19 _ 3.6 Zwijgen opleggen 20 _ 3.7 Einde noodverkeer 20 _ 3.8 Radioverkeer ter plaatse 21 _ 4 Procedures spoedverkeer 21 _ 4.1 Spoedsein; spoedbericht 21 _ 4.2 Ontvangst van een spoedbericht 23 _ 4.3 Annulering van een spoedbericht 23 _ 5 Procedures veiligheidsverkeer 23 _ 6 Signalen voor plaatsbepaling en homing 25 _ 6.1 Satellietnoodradiobakens 25 _ 6.2 Radartransponder Search and Rescue Radar Transponder (SART) 26 _ IV Maritieme veiligheidsberichtgeving 1 NAVTEX 27 _ 2 HF-telex 27 _ 3 SAFETYNET 27 _ Frequentiegebruik 1 Frequenties nood-, spoed- en veiligheidsverkeer in het GMDSS en internationale (DSC) aanroepfrequenties 28 _ 2 Internationale telefoniefrequenties 29 _ 3 Frequenties schip/schip telefonieverkeer 30 _ 4 Internationale VHF-frequenties 31 _ 5 UHF intra-schip frequenties zeevaart 32 _ Gebruikte afkortingen en vreemde woorden 33 _ Belangrijke adressen en telefoonnummers en Kustwachtgegevens 35 _

4 Inleiding Dit handboek bevat in grote lijnen de eisen en voorschriften die gelden voor maritieme communicatie-apparatuur zoals deze gebruikt worden in het GMDSS voor de zeegebieden A1, A2, A3, en A4. Het handboek is bestemd voor de beroepszeevaart en schepen die zijn uitgerust met GMDSS-apparatuur. Dit handboek is niet bedoeld als studieboek. Daarvoor verwijs ik u naar de in de handel verkrijgbare boekwerken en naar de maritieme opleidingsinstituten. De minister van Economische Zaken, namens deze: De inhoud van dit handboek in het kort: Hoofdstuk I Bevat voorschriften voor radiocommunicatie. Hoofdstuk II Geeft een korte beschrijving van het GMDSS. Hoofdstuk III Gaat over het nood-, spoed en veiligheidsverkeer en de daarbijbehorende frequenties. Hoofdstuk IV behandelt de inzet van apparatuur voor maritieme veiligheidsberichtgeving. B.T. van Duyvenvoorde Hoofd Vergunningen Agentschap Telecom Tenslotte een overzicht van het frequentiegebruik en een afkortingenlijst. 5

5 I Voorschriften voor radiocommunicatie De kwaliteit van het maritieme radioverkeer is van belang voor alle deelnemers. Om optimaal gebruik te kunnen waarborgen gelden een aantal wettelijke voorschriften om aan het maritieme radioverkeer te mogen deelnemen. Daarover worden internationaal door overheden afspraken gemaakt. In Nederland is Agentschap Telecom verantwoordelijk voor het beheer van het radiofrequentiespectrum. Om aan het maritieme radioverkeer deel te mogen nemen heeft u een vergunning nodig en afhankelijk van de apparatuur die u aan boord heeft een van de bedieningscertificaten. Verder worden eisen gesteld aan de radiozendapparatuur en de wijze van gebruik daarvan. In dit hoofdstuk wordt daar nader op ingegaan. Voor het gebruik van frequentieruimte is de vergunninghouder jaarlijks een vergoeding verschuldigd aan Agentschap Telecom. De tarieven voor vergunningen worden gepubliceerd in de Staatscourant. Jaarlijks verstrekt Agentschap Telecom vergunninghouders een uittreksel van die publicatie. 2 Bedieningscertificaat Volgens de Telecommunicatiewet (Tw) mag maritieme radiozendapparatuur slechts worden bediend door of onder toezicht van personen die in het bezit zijn van een geldig bedieningscertificaat. De verantwoordelijkheid voor de bediening ligt altijd bij de certificaathouder. 1 Vergunning Voor de aanleg, het geheel of gedeeltelijk aanwezig hebben en het gebruik van radiozendapparatuur aan boord van schepen is een vergunning vereist. Agentschap Telecom is de dienst die verantwoordelijk is voor het verlenen van vergunningen. De geldigheidsduur van de vergunning is maximaal 5 jaar. Na deze periode kan op verzoek van de houder verlenging plaatsvinden. De vergunning moet bij de radio-installatie aanwezig zijn. Soorten bedieningscertificaten: Er zijn verschillende certificaten voor het bedienen van radiozendapparatuur aan boord van schepen: a Basiscertificaat Marifonie of een daaraan gelijkgesteld certificaat b Beperkt Certificaat Maritieme Radiocommunicatie (MARCOM-B) c Algemeen Certificaat Maritieme Radiocommunicatie (MARCOM-A) 7

6 Ad a: Het Basiscertificaat Marifonie volstaat voor het bedienen van een binnenvaartmarifoon zonder GMDSS-elementen. Ad b: Minimaal is het MARCOM-B certificaat verplicht voor het bedienen van: Een zeevaartmarifoon of een omschakelbare binnen-/zeevaartmarifoon inclusief DSC Een combinatie van zeevaartmarifoon, EPIRB, SART en/of een maritiem scheepssatellietstation (INMARSAT) waarmee aan het GMDSS kan worden deelgenomen Het MARCOM-B certificaat kan pas worden verkregen als naast het Basiscertificaat Marifonie een certificaat voor een module GMDSS-B is behaald. In deze module zijn eisen opgenomen voor het GMDSS in het A1-zeegebied (onder andere een redelijke kennis van nautisch Engels). Ad c: Het MARCOM-A certificaat is verplicht indien op het schip een maritieme MF/HF installatie wordt bediend en is bedoeld voor de zeegebieden A2, A3 en A4. Internationaal wordt voor MARCOM-B het begrip Restricted Operators Certificate (ROC) gebruikt en voor MARCOM-A het begrip General Operators Certificate (GOC). 3 Identificatie van het vaartuig Bij radiocommunicatie moet een vaartuig geïdentificeerd kunnen worden. Dit identificeren kan op de volgende manieren: Radioroepnaam MMSI-nummer ATIS-code Scheepsnaam Hieronder wordt uitgelegd hoe deze samen worden gebruikt. Radioroepnaam Bij het verlenen van een vergunning wordt door Agentschap Telecom een unieke radioroepnaam toegewezen. Om verwarring te voorkomen kan het noodzakelijk zijn na de scheepsnaam de radioroepnaam te melden. MMSI-nummer MMSI is de afkorting van Maritime Mobile Service Identity. Het nummer wordt als identificatie gebruikt in geautomatiseerde communicatie-systemen zoals Digital Selective Calling (DSC), Emergency Position Indicating Radio Beacons (EPIRB s) en INMARSATapparatuur. Het nummer bestaat uit 9 cijfers. De eerste drie geven het land aan waar het schip is geregistreerd. Voor Nederland zijn dit 244, 245 of 246. Kuststations zijn herkenbaar aan de twee nullen die aan deze combinatie voorafgaan. 8

7 ATIS-code ATIS staat voor Automatic Transmitter Identification System. Het ATIS-signaal identificeert de radioroepnaam van het schip. De identificatie vindt plaats aan het einde van elke uitzending. Tijdens een ononderbroken uitzending wordt het ATIS-signaal iedere 5 minuten herhaald. Het gebruik van ATIS is verplicht op de binnenwateren van landen die zijn aangesloten bij de Regionale Regeling betreffende de radiodienst op de binnenwateren. Scheepsnaam Het is van belang een scheepsnaam fonetisch goed te laten klinken en geen moeilijke tekens hierin op te nemen. Bij SART-operaties wordt de scheepsnaam gebruikt in combinatie met voorgaande gegevens. 5 Accounting Authority Identification Code (AAIC) Voor het voeren van communicatie via kuststations en/of het werken met Inmarsat apparatuur is het noodzakelijk een verrekeningsinstantie (AAIC) op te geven. Een verrekeningsinstantie is de schakel tussen schepen, satellietorganisaties en maritieme kuststations overeenkomstig internationale wet- en regelgeving. Op www. agentschap-telecom.nl vindt u een lijst met in Nederland toegelaten verrekeningsinstanties. U dient zelf een contract af te sluiten met een van deze maatschappijen en de door u gekozen AAIC aan Agentschap Telecom door te geven. 6 Bedieningsvoorschriften Bij het gebruik van maritieme radiozendapparatuur gelden o.a. de volgende regels: 4 Radio-installatie Alle zendapparatuur behoort voorzien te zijn van de CE-markering. Het is niet toegestaan wijzigingen aan te brengen in de apparatuur. Steekproefsgewijs inspecteren toezichthouders de radioapparatuur aan boord. De vergunninghouder is verplicht daaraan medewerking verlenen. Gespreksdiscipline Bij het maken van radioverbindingen moet altijd de toegewezen radioroepnaam en/of de naam van het schip worden vermeld. Het gebruik van gefingeerde (radio)roepnamen is verboden en kan worden bestraft met een boete of met het intrekken van de vergunning. Een strikte discipline is nodig om een vlotte afwikkeling van het radioverkeer te bevorderen en hinderlijke storingen te voorkomen. Teneinde dit te bereiken moet men: Het vermogen van de zender beperken tot het minimum noodzakelijke 9

8 Alvorens te gaan zenden, zich ervan te overtuigen dat geen radioverkeer zal worden gestoord Zich tot noodzakelijke gesprekken beperken en de gesprekken kort houden Langzaam en duidelijk spreken en indien nodig gebruik maken van het internationale spellingsalfabet. Geheimhouding Het is verboden van niet of niet mede voor u bestemde berichten, aantekening te houden, te gebruiken, dan wel bekend te maken. 7 Werken in territoriale wateren Informatie over het gebruik van communicatieapparatuur in de Nederlandse en buitenlandse territoriale wateren staat o.a. in de Admiralty List of Radio Signals. 9 Gebruik scramblers 1 Uitsluitend voor vissersschepen mag radiocommunicatie versleuteld worden op de frequenties 155,775 MHz (kanaal 55L) en 155,825 MHz (kanaal 56L) 2 Indien versleutelde radiocommunicatie plaatsvindt door middel van een MF of MF/ HF-radiotelefonie-installatie is het gebruik ervan uitsluitend toegestaan op frequenties bestemd voor radiotelefonie verkeer tussen schepen onderling 3 Tijdens de uitzending dienen de radioroepletters van het schip automatisch, in verstaanbare taal, tenminste eenmaal binnen een periode van vijf minuten te worden uitgezonden 10 Gebruiksvoorschriften specifiek voor de (zee)visserij 8 Volgorde van het verkeer De Radio Regulations geven de volgorde aan waarin de verschillende soorten radioberichten moeten worden overgebracht: a noodoproepen, noodberichten en noodverkeer b spoedberichten c veiligheidsberichten d overige communicatie 1 Uitsluitend vissersschepen mogen de frequenties 155,775 (kanaal 55L), 155,825 (kanaal 56L), 161,300 (kanaal 14H) en 161,400 (kanaal 16H) MHz gebruiken voor onderling verkeer 2 Het is verboden de frequenties 155,775 (kanaal 55L) en 155,825 MHz (kanaal 56L) binnen 25 km van de Nederlandse kust te gebruiken 3 Schepen voor beroepsmatige sportvisserij mogen voor onderling radioverkeer uitsluitend gebruik maken van de frequentie 161,4 MHz (kanaal 16H) 10

9 11 Automatisch Identificatie Systeem (AIS)* AIS is een transpondersysteem dat werkt op twee speciaal daarvoor vrijgemaakte marifoon kanalen (87H en 88H). Het AIS-systeem is in eerste instantie bedoeld ter verhoging van de veiligheid op zee. Schepen met een AIStransponder zenden op regelmatige tijden hun identificatie, positie, type schip, koers, snelheid en dergelijke uit. De posities van de schepen kunnen eenvoudig op een elektronische kaart worden weergegeven en op verzoek van de gebruiker kunnen de vaste en dynamische gegevens per schip worden weergegeven. Ook is het mogelijk de uit AIS verkregen gegevens samen te voegen met beelden van de radarinstallatie. Langs de Nederlandse kust zullen AIS-basisstations verschijnen die worden beheerd door de Kustwacht te Den Helder, tevens zullen de grotere zeehavens worden voorzien van basisstations, zodat deze instanties kunnen beschikken over een actueel beeld van het scheepvaartverkeer voor de kust en in de havens. Voor de beroepszeescheepvaart geldt inmiddels een AIS-verplichting en op vrijwillige basis kan AIS ook worden toegepast op zeegaande pleziervaartuigen. *) AIS staat in het Engels voor Automatic Identification System II GMDSS 1 Doel van het GMDSS Een belangrijk doel van het GMDSS is in geval van calamiteiten (in nood verkerende schepen en/of dreigende milieurampen) hulpverlening zo snel en effectief mogelijk uit te kunnen voeren. Dit wordt gedaan door zowel opsporingsen reddingsautoriteiten aan de wal als het scheepvaartverkeer in de onmiddellijke omgeving van het oproepende schip te alarmeren. Vanuit een Rescue Co-ordination Centre (RCC), kan dan zo snel mogelijk een goed gecoördineerde hulpverlening worden gestart, terwijl onmiddellijke hulp vanaf omringende schepen kan worden geboden. Verder voorziet het systeem in algemene communicatiemogelijkheden tussen schepen en met de wal en in veiligheidscommunicatie, zoals navigatie- en meteorologische waarschuwingen (die automatisch aan boord worden ontvangen). 2 Technische basis voor GMDSS GMDSS berust niet op een enkelvoudig communicatiemiddel, maar op een verzameling systemen die op elkaar zijn afgestemd. De GMDSS-communicatie is in twee categorieën te verdelen, ieder met zijn eigen apparatuur, namelijk via aardse radiosignalen (dus direct met andere schepen of de wal) en via satellieten. 11

10 Hieronder volgt een kort overzicht van de apparatuur in beide categorieën: Voor aardse communicatie Radiotelefonie via MF-, HF- en VHF-zenders. Nood-, spoed- en veiligheidsverkeer vindt plaats op speciaal daarvoor gereserveerde kanalen. DPT (Direct Printing Telegraphy). Dit is telex via de radio. NAVTEX (Navigatie + Telex). Hiermee kunnen belangrijke veiligheidsberichten, zoals navigatieberichten, meteorologische informatie en spoedberichten automatisch worden ontvangen en daarna afgedrukt. DSC (Digital Selective Calling). Met DSC kan op eenvoudige wijze een noodalarm (distress-alert) worden verzonden, waarbij identiteit, positie en andere gegevens kunnen worden meegezonden. Het systeem kan ook selectief worden gebruikt zodat het mogelijk is berichten aan een bepaald schip of aan een groep van schepen te versturen. SART (Radartransponder). Dit systeem dient voor de opsporing van in nood verkerende schepen en groepsreddingsmiddelen. De transponder zendt automatisch een signaal uit wanneer zij door de radar van een zoekend vaar- of vliegtuig wordt aangestraald; de opsporing van bijvoorbeeld groepsreddingsmiddelen bij slecht zicht wordt hierdoor vergemakkelijkt. Voor satelliet-communicatie INMARSAT-scheepsstation (INMARSAT- SES) ingericht voor communicatie binnen GMDSS. Via INMARSAT-satellieten vindt communicatie met andere INMARSATstations plaats. EPIRB s (satelliet noodradiobakens). Hiermee wordt in geval van nood automatisch een bericht met het identiteitsnummer van het schip uitgezonden naar speciale satellieten. Aan de hand van deze uitzending kan de positie van de EPIRB worden bepaald. Afhankelijk van doel en situatie gebruikt men voor de communicatie één of meerdere van deze systemen. 3 Voor welke schepen is GMDSS verplicht? In Nederland zijn het GMDSS en de daarmee samenhangende apparatuureisen opgenomen in het Schepenbesluit en het Vissersvaartuigen- besluit. Dit betekent dat alle schepen die onder de werking van deze besluiten vallen, globaal gesproken alle zeegaande schepen in de beroepsvaart, deelnemen aan het GMDSS. De verplichtingen gelden niet voor de pleziervaart. Een pleziervaartuig mag wel gebruik maken van de door het GMDSS geboden voorzieningen. 12

11 4 Zeegebieden Het GMDSS kent 4 zeegebieden die worden aangegeven met A1 tot A4: A1 Het gebied binnen het bereik van een VHF-kuststation met ononderbroken DSC-alarmeringsmogelijkheden A2 Het gebied - exclusief A1 - binnen het bereik van een MF-kuststation met DSC A3 Het gebied - exclusief A1 en A2 - binnen het bereik van de INMARSAT-satellietdiensten A4 Het resterend gebied, dat uitsluitend met kortegolfradio (HF) kan worden bereikt (de poolgebieden). Bij zeegebieden gaat het niet om een geografische verdeling van de aarde, maar om het bereik van de ingezette communicatiemiddelen (kuststations) die de verschillende landen inzetten. De inspanningen per land zijn bepalend voor hun zeegebieden. Bijvoorbeeld: landen die geen VHF-kuststations hebben kennen geen A1-zeegebied. 5 Radiowacht Er dient wacht gehouden te worden op: DSC kanaal 70 Schepen uitgerust voor zeegebied A2 of hoger (volgens de SES-optie) dienen tevens een DSC-wacht te onderhouden op 2187,5 khz. Schepen uitgerust voor zeegebied A3 of hoger (volgens de HF-optie) dienen tevens een scannende DSC-wacht te onderhouden op de daarvoor aangewezen MF/HFfrequenties. Geen wacht meer op marifoonkanaal 16. Het kanaal wordt nog wel uitgeluisterd door het kuststation. 6 Het radiodagboek voor GMDSS-schepen Een speciaal radiodagboek aan boord van schepen, die met GMDSS apparatuur zijn uitgerust, is niet nodig. Voor deze schepen geldt dat aantekening van het radioverkeer wordt gehouden in het scheepsdagboek. In het scheepsdagboek moet over de communicatie aantekening worden gehouden van: De persoon aangewezen voor de afhandeling van de radioberichtgeving tijdens noodgevallen Het tijdstip waarop bij het verlaten van de haven de radiowacht begint en bij het binnenlopen van de haven de radiowacht eindigt Gegevens omtrent controle, onderhoud en het laden van accubatterijen Bijzonderheden over het beproeven van de draagbare VHF installatie(s) en de VHF voor de reddingboten (indien aanwezig) Maandelijks bijzonderheden over het beproeven van het noodradiobaken (EPIRB) en de radartransponders (SART) Overzicht van de berichtenwisseling van nood-, spoed- en veiligheidsverkeer in samengevatte vorm Alle afwijkingen in de goede werking van de radio-installaties 13

12 III Nood-, spoeden veiligheidsverkeer In dit deel worden de procedures voor nood, spoed- en veiligheidsverkeer in afzonderlijke paragrafen beschreven. 1 GMDSS-procedures Digitale selectieve oproep (DSC): 2187,5 khz, 4207,5 khz, 6312 khz, 8414,5 khz, khz, 16804,5 khz en 156,525 MHz (VHF-kanaal 70). Telefonie: 2182 khz, 4125 khz, 6215 khz, 8291 khz, khz, khz en 156,8 MHz (VHF-kanaal 16). Schepen die op grond van de bepalingen uit de Schepenwet en het Schepenbesluit verplicht zijn uitgerust met apparatuur voor deelname aan het GMDSS moeten in geval van calamiteiten zich houden aan de daarvoor geldende GMDSS-procedures. Het nood-, spoed- en veiligheidsverkeer in het GMDSS wordt in de maritieme radiodienst in de middengolf, kortegolf of VHF-band alsmede per satelliet afgewikkeld. Hierbij wordt voor de alarmering op MF/HF en VHF DSC gebruikt; de afwikkeling van het nood-, spoed- en veiligheidsverkeer gebeurt per radiotelefonie en/of radiotelex. 2 Frequenties en radiowacht Voor het nood-, spoed- en veiligheidsverkeer in het GMDSS staan de volgende frequenties ter beschikking: 3023 khz, 5680 khz Voor radiotelefonieverbindingen tussen mobiele radiostations die aan gecoördineerde zoek- en reddingsacties deelnemen, alsmede voor verbindingen tussen deze radiostations en vaste radiostations, mogen de luchtvaartradiofrequenties 3023 khz en 5680 khz worden gebruikt. 156,3 MHz (VHF-kanaal 6) VHF-kanaal 6 is bestemd voor het verkeer tussen scheepsstations en luchtvaartuigen, die aan gecoördineerde zoek- en reddingsacties deelnemen. Deze frequentie mag ook gebruikt worden door schepen en door luchtvaartuigen die voor andere veiligheidsdoeleinden met maritieme radiostations verkeer afwikkelen. 156,650 MHz (VHF-kanaal 13) VHF-kanaal 13 wordt gebruikt voor schip/schip verkeer voor de veiligheid van de navigatie. Radiotelex: 2174,5 khz, 4177,5 khz, 6268 khz, 8376,5 khz, khz en khz. 14

13 De volgende Direct Printing Telegraphy (DPT) frequenties zijn bestemd voor uitzendingen door kuststations ten behoeve van de veiligheid van de scheepvaart: 518 khz (NAVTEX) 4210 khz, 6314 khz, 8416,5 khz, khz, 16806,5 khz, 19680,5 khz, khz en 26100,5 khz Scheepsstations moeten op zee een automatische radiowacht houden op de plaats waar gewoonlijk de navigatie wordt gevoerd, op de volgende frequenties voor nood-, spoed- en veiligheidsoproepen, met inachtneming van de daarbij behorende bepalingen: a Op VHF-DSC kanaal 70. b Op de DSC-nood- en veiligheidsfrequentie 2187,5 khz, indien het schip is uitgerust met een MF-radio-installatie c Op de DSC-nood- en veiligheidsfrequentie 2187,5 khz en 8414,5 khz, alsmede op minstens één van de DSC- nood- en veiligheidsfrequenties 4207,5 khz, 6312 khz, khz of 16804,5 khz, afhankelijk van het tijdstip en de geografische positie van het schip, indien het schip is uitgerust met een MF/HF-radioinstallatie. Deze wacht kan worden gehouden door middel van een scannende ontvanger d Voor satelliet wal/schip berichten, indien het schip is uitgerust met een EGC ontvangstmogelijkheid (EGC = Enhanced Group Call) e Op de NAVTEX-frequentie 518 khz 3 Procedures noodverkeer 3.1 Noodsein Het noodverkeer omvat alle berichten over directe hulp die voor een schip in nood vereist zijn, inclusief het verkeer in samenhang met zoek- en reddingsacties alsmede het verkeer ter plaatse. Het noodsein bestaat uit het woord MAYDAY. Indien de afwikkeling van het noodverkeer radiotelefonisch plaatsvindt, moet bij de opbouw van de verbindingen het noodsein MAYDAY aan de oproep voorafgaan. Wordt het noodverkeer per radiotelex afgewikkeld dan moet aan iedere verbinding minstens voorafgaan: a Een teken voor de wagenterugloop b Een teken voor de regelafstand c Een teken voor de letteromschakeling* d Het noodsein MAYDAY *) Bij moderne apparatuur kan dit automatisch geschieden. Zie handleiding fabrikant. Verbindingen in het noodverkeer die per radiotelex worden afgewikkeld, worden normaliter door het schip in nood opgebouwd in de FEC-mode aan alle radiostations. Het eventueel toepassen van de ARQ-mode is ook toegestaan. 15

14 3.2 Noodalarmering (distress alerting) De uitzending van een noodalarm geeft aan dat een schip, luchtvaartuig of ander middel van vervoer of een persoon in nood is en onmiddellijk hulp nodig heeft. Indien een persoon in nood is dienen de procedures aan de omstandigheden te worden aangepast. Het noodalarm en het noodbericht mogen slechts op bevel van de gezagvoerder, of de persoon die verantwoordelijk is voor het vaartuig, worden uitgezonden. Het uitzenden van het noodalarm kan plaatsvinden: In de maritieme radiodienst op de voor de digitale selectieve oproep (DSC) bestemde nood-, spoed- en veiligheidsfrequenties in de MF, HF en VHF-band; of Via een scheepssatellietstation of satellietnoodradiobaken (EPIRB). Het noodalarm wordt gebruikt om de reddingscoördinatiecentra, via een kuststation of een satellietgrondstation, te informeren dat een schip in nood is. Schip/schip-noodalarmering wordt toegepast om schepen die zich in de buurt van het noodgeval bevinden te alarmeren. In dit geval vindt de alarmering plaats door middel van DSC in de MF- en VHF-band. Ook is het toegestaan de HF-band te gebruiken. De alarmering bevat gegevens om het in nood verkerende vaartuig te identificeren, de aard van het ongeval en de positie. Schepen moeten voor de uitzending van de alarmering in de maritieme satellietdienst gebruik maken van de door INMARSAT beschreven procedures. De bediening van EPIRB S en DSC moet plaatsvinden overeenkomstig de handleiding van de fabrikant. Het uitzenden van DSC-alarm gaat als volgt: a Kies op de radio-installatie, voor zover deze dit niet automatisch doet, de DSC-noodfrequentie in de VHF-, MF- of HF-band. b Selecteer volgens de handleiding van de fabrikant DSC en toets in: laatst bekende positie van het schip en de tijd welke behoort bij deze positie, indien deze niet automatisch wordt ingevoerd; aard van het noodgeval; mode en frequentie waarop de afwikkeling van het noodverkeer plaatsvindt. c Verzend de DSC-alarmering. d Wacht op de ontvangst van een DSC-acknowledgement. De uitzending van het noodbericht door radiotelefonie gebeurt als volgt: a Stem af op de bijbehorende telefoniefrequentie. b Zend het bericht als volgt uit: MAYDAY THIS IS De radioroepnaam of andere aanduiding van het station dat het bericht uitzendt (Driemaal) 16

15 Ter verificatie dat het om dezelfde alarmering gaat als die via DSC werd ontvangen verdient het aanbeveling hier ook het eigen MMSI-nummer (één maal) te vermelden. Tekst van het noodbericht. Voorbeeld voor uitzending van een noodbericht per telefonie (bijvoorbeeld op VHF-kanaal 16): MAYDAY THIS IS HELGA/PGHI HELGA/PGHI HELGA/PGHI MMSI MAYDAY HELGA/PGHI IS IN POSITION 5 MILES NORTH WEST OF TEXEL IS ON FIRE AND NEEDS IMMEDIATELY ASSISTANCE STOP UTC MASTER 3.3 Ontvangst en bevestiging van een noodalarm Na de ontvangst van een alarmering zal het RCC (Rescue Co-ordination Center), dat verantwoordelijk is voor het betreffende gebied, als eerste het acknowledgement geven. Gebeurt dit niet tussen de eerste en tweede uitzending van een distress alert dan moet eerst de gelegenheid worden gegeven aan andere RCC s om dit acknowledgement te geven. Schepen die een DSC-alarmering ontvangen in een gebied waar betrouwbare verbindingen met een of meer kuststations/rcc s mogelijk zijn geven geen DSC-acknowledgement. Dit gebeurt om een kuststation/rcc in staat te stellen een DSC-ontvangstbevestiging te geven. Een ontvangend schip geeft daarna in dezelfde band (2182 khz of VHF-kanaal 16) via radiotelefonie een ontvangstbevestiging. Indien het distress alert enige malen achtereen wordt ontvangen dient het kuststation/ RCC hiervan in kennis te worden gesteld. Wanneer een DSC acknowledgement niet wordt ontvangen dan zal de DSC-unit het alarm automatisch met tussenpozen herhalen. Na de ontvangst van een distress alert zullen alle stations op de bijbehorende telefoniefrequentie uitluisteren (bijvoorbeeld op VHF-kanaal 16 als de alarmering plaats gevonden heeft op kanaal 70 en op de 2182 khz als de alarmering heeft plaatsgevonden op 2187,5 khz). Op de frequenties waarop het noodverkeer wordt afgewikkeld, gelden de procedures van het radiotelefonisch afwikkelen van het noodverkeer. Wanneer een alarmering binnenkomt moet de gezagvoerder van het vaartuig of de persoon die voor het schip verantwoordelijk is, zo snel mogelijk over de inhoud van het noodalarm ingelicht worden. Acknowledgement via VHF/MF in de radiotelefonieprocedure a Het noodsein MAYDAY b De radioroepnaam of andere aanduiding (MMSI-nummer) van het station dat de noodoproep uitzond (driemaal) c De woorden THIS IS 17

16 d De radioroepnaam (of andere aanduiding) ter identificatie van het radiostation dat reçu geeft (driemaal) e DE WOORDEN RECEIVED MAYDAY (eenmaal) Voorbeeld MAYDAY ALBATROS/PCAZ ALBATROS/ PCAZ ALBATROS/PCAZ THIS IS WESTWIND/PIHP WESTWIND/PIHP WESTWIND/PIHP RECEIVED MAYDAY Acknowledgement via VHF/MF DSC ontvangen alarmering in de DSC-procedure a Het noodsein MAYDAY b Het MMSI-nummer van het station dat de alarmering uitzond (driemaal) c THIS IS d De radioroepnaam, MMSI-nummer of een andere identificatie (driemaal) e De woorden RECEIVED MAYDAY (eenmaal) Voorbeeld MAYDAY THIS IS PIHP PIHP PIHP RECEIVED MAYDAY Acknowledgement via HF Op een DSC-alarmering moet het ontvangende schip geen ontvangstbevestiging geven maar wacht gaan houden op de telefoniefrequentie in dezelfde band. Indien andere stations niet op de DSC-alarmering reageren moet het ontvangende station na 5 minuten per DSC een Selective Distress Alert Relay verzenden naar het meeste geschikte kuststation/rcc. Acknowledgement via radiotelex a Het noodsein MAYDAY b Het MMSI-nummer van het station dat de alarmering uitzond (driemaal) c Het woord DE d De radioroepnaam of een andere aanduiding ter identificatie van het radiostation dat de ontvangst van het noodalarm bevestigt e Het teken RRR gevolgd door het woord MAYDAY Voorbeeld MAYDAY DE PIHP RRR MAYDAY Kuststations of satellietgrondstations die een alarmering ontvangen moeten er voor zorgen dat deze alarmering zo snel mogelijk aan een RCC wordt doorgestuurd. Het kuststation of het RCC moet de ontvangst van een alarmering zo snel mogelijk bevestigen. Het RCC doet dit via een kuststation of satellietgrondstation. Het kuststation zendt de bevestiging van een alarmering uit via DSC op de frequentie voor noodoproepen waarop de oproep werd ontvangen. Deze ontvangstbevestiging is aan alle schepen gericht. 18

17 3.4 Heruitzenden van een noodalarm (distress alert relay) Een kuststation of een RCC dat een alarmering ontvangt moet deze herhalen in de richting walschip. Afhankelijk van de aard van het geval kan de herhaling aan alle schepen, aan een groep schepen of aan een bepaald schip gericht worden door middel van satellietverbindingen en/of MF-, HF- of VHF-radioverbindingen. De herhaling moet de vereiste gegevens bevatten ter identificatie van het vaartuig in nood, diens positie, alsmede alle andere gegevens die het zoeken en redden kunnen vergemakkelijken. Indien een station van de maritieme radiodienst of van de maritieme satellietradiodienst bemerkt dat een vaartuig in nood verkeert, moet het in de volgende gevallen een alarmering samenstellen en uitzenden: Het (lucht)vaartuig in nood is niet in staat de alarmering zelf uit te zenden. De gezagvoerder van het niet in nood verkerend schip meent dat verdere hulp noodzakelijk is. Het heruitzenden van de alarmering gebeurt als volgt: a Kies op de radio-installatie, indien deze dit niet automatisch doet, de DSC-noodfrequentie in de VHF-, MF- of HF-band b Selecteer het DSC-distress-relay-call op de DSC-controller c Selecteer volgens de fabrieksinstructie: All ships call of het 9-cijferige identiteitsnummer (MMSI) van het geschikte kuststation 9-cijferig identiteitsnummer (MMSI) van het schip in nood (indien bekend) Aard van het noodgeval Laatste bekende positie van het in nood verkerende schip Daarbij behorend tijdstip (UTC) Mode en frequentie voor afwikkeling noodverkeer d Verzend de DSC-distress-relay-call Het verzenden van een distress alert relay via HF is uitsluitend toegestaan naar een kuststation/rcc! 3.5 Bevestiging van een DSC-distress-alertrelay ontvangen van een kuststation Kuststations zullen, nadat ze een DSC-alarmering hebben ontvangen en bevestigd, in het algemeen de informatie die ze hebben ontvangen als een DSC distress alert relay call doorsturen, geadresseerd aan alle schepen, alle schepen in een bepaald gebied, aan een groep van schepen of aan een bepaald schip. Schepen die een DSC-distress alert relay call ontvangen die is verzonden door een kuststation moeten de ontvangst hiervan via radiotelefonie bevestigen op 2182 khz (MF), kanaal 16 (VHF) of een daarvoor geschikte HF-frequentie. 19

18 Het verzenden van de bevestiging gaat als volgt: a MAYDAY b De radioroepnaam of andere aanduiding ter identificatie van het kuststation (driemaal) c THIS IS (éénmaal) d De radioroepnaam of andere aanduiding ter identificatie van het eigen schip (driemaal) e RECEIVED MAYDAY (éénmaal) 3.7 Einde noodverkeer Wanneer het noodverkeer op de hiervoor gebruikte frequenties beëindigd is moet het RCC, dat voor de leiding van de zoek- en reddingsacties verantwoordelijk is, op deze frequenties een bericht laten uitzenden om aan te geven dat het noodverkeer beëindigd is. Het uitzenden van het bericht over de beëindiging van het noodverkeer gaat als volgt: 3.6 Zwijgen opleggen Het vaartuig dat de zoek- en reddingsacties coördineert, of het RCC dat het noodverkeer coördineert, kan aan radiostations die het noodverkeer storen het zwijgen opleggen. De aanwijzing om radiostilte in acht te nemen kan aan alle radiostations of aan een bepaald radiostation worden gericht. In beide gevallen wordt de term SILENCE MAYDAY gebruikt. In de radiotelefonieprocedure a Het noodsein MAYDAY b De oproep ALL STATIONS (driemaal) c De woorden THIS IS (éénmaal) d De radioroepnaam (of andere aanduiding) van het station dat het bericht uitzendt e Het tijdstip van aanbieding van het bericht f De naam en de radioroepnaam van het mobiele station dat in nood was g De woorden SILENCE FINI (éénmaal) Voorbeeld MAYDAY ALL STATIONS THIS IS ZEEDUIVEL/PIBC SILENCE MAYDAY Alle radiostations die op de hoogte zijn van noodverkeer maar daaraan zelf niet deelnemen, moeten het noodverkeer zolang volgen totdat het afgewikkeld is en zij de zekerheid hebben dat hulp verzekerd is. De radiostations mogen dan hun normale dienst vervolgen en ander radioverkeer afwikkelen. Schepen mogen het noodverkeer echter niet storen. In de radiotelexprocedure a Het noodsein MAYDAY b De oproep CQ c Het woord DE d De radioroepnaam (of andere aanduiding) van het station dat het bericht uitzendt e Het tijdstip van aanbieding van het bericht f De naam en de radioroepnaam van het mobiele radiostation dat in nood was g De woorden SILENCE FINI 20

19 3.8 Radioverkeer ter plaatse (on scene communication) Met radioverkeer ter plaatse wordt alle radioverkeer bedoeld tussen het schip in nood en de hulpverlenende (lucht)vaartuigen. Het vaartuig dat de zoek- en reddingsacties coördineert heeft de leiding van het radioverkeer ter plaatse. Het is verplicht om simplex-frequenties te gebruiken zodat alle radiostations het noodverkeer kunnen volgen. Bij radiotelefonie moeten bij voorkeur voor het radioverkeer ter plaatse de frequenties 156,8 MHz (VHF-kanaal 16) en 2182 khz gebruikt worden. Vindt dit verkeer per radiotelex plaats dan kan het schip/schip verkeer ook op de frequentie 2174,5 khz in FEC-mode worden afgewikkeld. 4 Procedures spoedverkeer De DSC aanduiding urgency en het spoedsein geven aan dat het roepende station een zeer dringend bericht heeft uit te zenden over de veiligheid van een vaartuig of een persoon. Spoedberichten hebben voorrang op alle andere berichten met uitzondering van noodberichten. Slechts met toestemming van de gezagvoerder mag uitzending van de aanduiding urgency of het spoedsein plaatsvinden. De uitzending van de aanduiding urgency en het spoedbericht moet op de voor nood- en veiligheid bestemde frequenties plaats vinden of via de maritieme satellietradiodienst. Behalve de frequenties 156,8 MHz (VHF-kanaal 16) en 2182 khz is voor het radio verkeer schip/luchtvaartuig ook het gebruik van de frequenties 3023 khz, 4125 khz, 5680 khz, 121,5 MHz, 123,1 MHz en 156,3 MHz (VHF-kanaal 6) toegestaan. (Voor het Nederlandse A1 gebied is afwikkeling van het on scene -radioverkeer mogelijk op VHF-kanaal ,375 MHz). Het vaartuig dat de zoek- en reddingsacties coördineert is voor de keuze en mode (telefonie of telex) van de te gebruiken frequenties verantwoordelijk. Zodra een dergelijke frequentie is afgesproken zullen alle aan de acties deelnemende (lucht)vaartuigen op deze frequentie luisterwacht houden. In de maritieme radiodienst is het verplicht een spoedbericht via DSC aan te kondigen. 4.1 Spoedsein; spoedbericht Uitzending van spoedberichten in de aardse verbindingen gebeurt in twee stappen: a Aankondiging van het spoedbericht b Uitzending van het spoedbericht De aankondiging van een spoedbericht gebeurt op de DSC-frequenties voor nood-, spoed en veiligheid. De uitzending van een spoedbericht gebeurt op de frequentie die in de aankondiging wordt aangegeven. 21

20 Bijvoorbeeld Aankondiging op DSC-frequentie 2187,5 khz, uitzending op telefoniefrequentie 2182 khz* Aankondiging op DSC-VHF-kanaal 70, uitzending op telefonie-vhf-kanaal 16* *) Lange berichten worden bij voorkeur op een werkfrequentie uitgesproken. Berichten afkomstig van de wal kunnen voorts worden uitgezonden via het NAVTEX-systeem (518 khz) en via het INMARSAT SAFETYNET per EGC (Enhanced Group Call). Het spoedsein bestaat uit de woordengroep: PAN PAN De radiotelexverbindingen moeten in de FECmode aan alle radiostations tot stand worden gebracht. Daarna is, indien dit voordeel heeft, het gebruik van de ARQ-mode toegestaan. De aankondiging van het spoedbericht met DSC gebeurt als volgt: a Stem de zender af op 2187,5 khz (MF) of kanaal 70 (VHF). b Selecteer op de DSC-controller: All ships-call of het 9-cijferig identificatienummer (MMSI) van een specifiek station Oproepcategorie urgency Mode en frequentie waarop het spoedverkeer moet worden afgewikkeld Verzend het DSC-bericht. Bij gebruik van radiotelefonie moet het spoedbericht voorafgaan door het spoedsein (driemaal uitgesproken) en de identificatie van het zendende station (driemaal). Vindt de afwikkeling van het spoedverkeer per radiotelex plaats, dan moet ieder spoedbericht voorafgaan door: a Een teken voor de wagenterugloop b Een teken voor de regelafstand c Een teken voor de letteromschakeling* d Het spoedsein PAN PAN e DE f Identificatie van het zendende station *) Bij moderne apparatuur kan dit automatisch De uitzending van het spoedbericht met radiotelefonie gebeurt als volgt: a Stem af op de frequentie als aangegeven in de aankondiging van het spoedbericht. b Zend het bericht als volgt uit: PAN PAN (driemaal) All stations (of opgeroepen station) (driemaal) THIS IS De radioroepnaam of andere aanduiding (bijvoorbeeld het MMSI-nummer) van het station dat het bericht uitzendt (driemaal) Tekst van het spoedbericht. geschieden, zie handboek fabrikant. 22

21 Voorbeeld voor uitzending van een spoedbericht per telefonie (bijvoorbeeld op VHF-kanaal 16): PAN PAN PAN PAN PAN PAN ALL STATIONS ALL STATIONS ALL STATIONS THIS IS HELGA/PGHI HELGA/PGHI HELGA/PGHI PAN PAN HELGA/PGHI IS AGROUND NEAR TEXEL AND NEEDS A TUG STOP UTC MASTER 4.2 Ontvangst van een spoedbericht Schepen die een DSC-alarmering voor alle schepen ontvangen moeten de ontvangst hiervan niet bevestigen maar afstemmen op de frequentie en mode aangegeven in de oproep en uitluisteren naar het spoedbericht. 4.3 Annulering van een spoedbericht Het radiostation dat het spoedbericht aan allen uitzond, moet het bericht annuleren zodra er geen hulp meer nodig is. 5 Procedures Veiligheidsverkeer De DSC aanduiding Safety of het veiligheidssein geeft aan dat het roepende station een belangrijke nautische waarschuwing of een belangrijke meteorologische waarschuwing uit te zenden heeft. De uitzending van veiligheidsberichten gebeurt in twee stappen: a Aankondiging b Uitzending De aankondiging gebeurt door een DSC oproep op 2187,5 khz (MF) of op kanaal 70 (VHF). Het verdient de voorkeur het veiligheidsbericht zelf op een werkfrequentie uit te zenden. Het veiligheidssein bestaat uit het woord: SÉCURITÉ Bij radiotelefonie gaat het bericht veiligheidssein vooraf door het veiligheidssein (driemaal uitgesproken) en de identificatie van het zendende station (driemaal). Wanneer de afwikkeling van het veiligheidsverkeer per radiotelex gebeurt (FEC mode) dan moeten aan de veiligheidsberichten minstens voorafgaan: a Een teken voor de wagenterugloop b Een teken voor de regelafstand c Een teken voor de letteromschakeling* d Het veiligheidssein SÉCURITÉ e Het woord DE *) Bij moderne apparatuur kan dit automatisch geschieden ; zie handboek fabrikant Daarna volgen de gegevens voor de identificering van het zendende station. 23

22 Veiligheidsberichten worden in het algemeen aan alle stations gericht. Ook is het mogelijk ze aan een bepaald station te richten. Schepen zijn verplicht belangrijke berichten over veiligheid van de scheepvaart naar het dichtstbijzijnde kuststation/rcc door te sturen. De aankondiging en uitzending van een veiligheidsbericht gebeuren als volgt: De aankondiging van het veiligheidsbericht met DSC a Stem de zender af op 2187,5 khz (MF) of kanaal 70 (VHF). b Selecteer op de DSC-controller: All ships-call of het 9-cijferig identificatienummer (MMSI) van een specifiek station Oproepcategorie safety Mode en frequentie waarop het veiligheidsverkeer moet worden afgewikkeld Verzend het DSC-bericht. De uitzending van het veiligheidsbericht met radiotelefonie: a Stem af op de frequentie als aangegeven in de aankondiging van het veiligheidsbericht. b Zend het bericht als volgt uit: SÉCURITÉ (driemaal) All stations (of opgeroepen station) (driemaal) THIS IS De radioroepnaam of een andere aanduiding (bijvoorbeeld MMSI nummer) van het station dat het bericht uitzendt (driemaal). Tekst van het veiligheidsbericht Voorbeeld uitzending van een veiligheidsbericht per radiotelefonie SÉCURITÉ SÉCURITÉ SÉCURITÉ ALL STATIONS ALL STATIONS ALL STATIONS THIS IS KARIN/PGHR KARIN/PGHR KARIN/PHGR SÉCURITÉ KARIN/PGHR UTC TRAFFIC SEPARATION SCHEME GERMAN BIGHT LIGHT BUOY DELTA BRAVO 6 EXTINGUISHED MASTER Voorbeeld uitzending aan een bepaald radiostation (bijvoorbeeld Nederlandse Kustwacht) SÉCURITÉ SÉCURITÉ SÉCURITÉ KUSTWACHT DEN HELDER KUSTWACHT DEN HELDER KUSTWACHT DEN HELDER HIER IS LISA/PGHR LISA/PGHR LISA/PGHR OVER De Nederlandse Kustwacht antwoordt en Lisa/PGHR geeft het bericht door aan de kustwacht. De kustwacht zorgt dan voor de heruitzending, bijvoorbeeld in de nautische waarschuwingen. Schepen die een DSC-oproep ontvangen ter aankondiging van een veiligheidsbericht aan alle schepen moeten de ontvangst hiervan niet bevestigen maar afstemmen op de frequentie en mode, aangegeven in de oproep en uitluisteren naar het veiligheidsbericht. 24

23 6 Signalen voor plaatsbepaling en homing Signalen voor plaatsbepaling zijn radio-uitzendingen die de plaatsbepaling van een vaartuig in nood of de plaatsbepaling van de overlevenden moeten vergemakkelijken. Om zoekende eenheden te assisteren kunnen deze signalen worden uitgezonden door: Vaartuigen in nood Reddingsboten of vlotten Vrij-opdrijvende (satelliet)noodradiobakens Radartransponders voor opsporing en redding (SART s) Signalen voor homing zijn signalen die door vaartuigen in nood of door reddingsboten of vlotten worden uitgezonden zodat de opsporingseenheden de richting van het zendende radiostation kunnen bepalen. Het uitzenden van signalen kan op de volgende manier gebeuren: 121,5 MHz homing -bakenzender, ingebouwd in 406 MHz EPIRB s SART s 9 GHz 6.1 Satellietnoodradiobakens In het GMDSS maakt men gebruik van Emergency Position Indicating Radio Beacons (EPIRB s) die deel uitmaken van speciale satellietsystemen. De bakens zenden alarmeringssignalen uit die na relayering door een daarvoor geschikte satelliet via een grondstation worden doorgezonden naar het RCC. De EPIRB moet zowel met de hand als automatisch na het te water raken geactiveerd kunnen worden. Om na ondergang van het schip automatisch te kunnen opdrijven, moet het baken in een op waterdruk werkend automatic release system zijn opgehangen. Het verdient aanbeveling een EPIRB pas in het uiterste geval van nood te gebruiken en wel wanneer alle andere alarmeringspogingen zijn mislukt of de apparatuur onbruikbaar is. Het GMDSS kent na 1 december 2006 nog maar één type satelliet-epirb, namelijk de 406 MHz-EPIRB. Deze kan zijn voorzien van GPS en een 121,5 MHz homing bakenzender. 406 MHz-EPIRB Dit baken maakt gebruik van het wereldomvattende COSPAS-SARSAT-systeem. Het baken is geprogrammeerd met het MMSI-nummer en kan afhankelijk van het type van nadere gegevens worden voorzien (zie handboek fabrikant). Een overkomende satelliet verricht op het ontvangen signaal een doppler-meting waaruit het grondstation de positie berekent. Tezamen met de geprogrammeerde gegevens wordt de positie aan een geschikt RCC doorgegeven. De positiebepaling heeft een nauwkeurigheid van ongeveer 3 nautische mijlen. 25

24 Gezien het grote aantal valse alarmeringen moet het installeren en beproeven van een EPIRB op zorgvuldige wijze en volgens de instructies van de fabrikant gebeuren. Deze werkwijze kan er toe bijdragen dat het baken niet ongewild geactiveerd wordt. Indien dit toch gebeurt, moet er onmiddellijk contact gezocht worden met het dichtstbijzijnde RCC zodat een onnodige en dure SAR-actie voorkomen kan worden. Hetzelfde geldt ook voor valse alarmeringen via DSC of INMARSAT-terminals. De afstand en peiling tot de SART wordt op de gebruikelijke wijze van het radarscherm afgelezen. Wanneer tijdens het homen de afstand tot de SART afneemt, zullen de strepen op de kortere bereiken zich gaan verbreden en verschijnt er voor iedere streep een punt. De SART zal zich ongeveer 100 meter voor de eerste punt bevinden. Door een tijdige koerswijziging moet het overvaren van de SART-positie worden vermeden. 6.2 Search And Rescue Radar Transponder (SART) Tijdens SAR-operaties fungeert de SART als radarpeilbaken. Dit baken kan zowel aan boord van het in nood verkerende schip als in de groepsreddingsmiddelen gebruikt worden. Nadat de transponder is ingeschakeld, zal het binnen het bereik van een 9 GHz-radar van een SAR-eenheid worden geactiveerd. Afhankelijk van de omstandigheden, geldt voor vliegtuigen een bereik van ca. 20 zeemijlen en schepen ca. 6 zeemijlen. (1 zeemijl is 1,8532 km). Schepen zullen hun radarbereik aan het begin van een zoekactie op 8 of 12 zeemijlen instellen om het volledige aantal van twaalf strepen van de SART op het scherm te krijgen. Na een goede herkenning van het SART-signaal kunnen voor het homen naar behoefte kortere bereiken worden ingesteld. 26

25 IV Maritieme veiligheidsberichtgeving De berichtgeving in het GMDSS voor de veiligheid van personen, schepen en lading, Maritime Safety Information (MSI), geschiedt via NAVTEX, HF-TELEX en het INMARSAT- SAFETYNET. Het gaat om de volgende berichten: Weerberichten, navigatorische en meteorologische waarschuwingen Relayering van noodalarmeringen enz. 1 NAVTEX Binnen het werkingsgebied van het NAVTEXsysteem zenden bepaalde kuststations voor de veiligheid op zee eenzijdig berichten op 518 khz uit. Het systeem is zodanig te programmeren dat van de geselecteerde kuststations bepaalde berichten wel of niet worden uitgeprint. Het uitprinten van foutloos ontvangen berichten gebeurt slechts éénmaal. Het systeem kan berichten van vitaal belang niet onderdrukken; deze komen dus altijd op papier. 2 HF-telex De MMSI-uitzendingen via HF-telex zijn vooral belangrijk voor gebieden waar geen NAVTEXof INMARSAT SAFETYNET-dekking is. GMDSS en geldt als een aanvulling op het werkingsgebied van het NAVTEX-systeem. De MMSI-berichtgeving vindt plaats via Enhanced Group Call (EGC) uitzendingen. De instanties die hun EGC-berichten over het SAFETYNET aanbieden, kunnen deze berichten zowel wereldwijd of per Ocean Region als voor bepaalde gebieden (16 navigatiegebieden - NAVAREA s) laten verzenden; waarbij tevens de mogelijkheid bestaat dit aan alle schepen of een bepaalde groep schepen te doen. Er moet op worden gelet dat de EGC-ontvanger telkens op de juiste Ocean Region staat ingesteld waarvoor de daarbijbehorende INMARSAT-satelliet dekking biedt (raadpleeg handboek fabrikant). De meeste INMARSAT-C-terminals zijn uitgerust met een EGC-ontvangstmogelijkheid en een voorziening automatisch positiegegevens in te voeren, bijvoorbeeld uit een GPS-ontvanger. Waar deze mogelijkheid niet aanwezig is, moet de actuele positie op regelmatig (minimaal eens per 4 uur) met de hand worden ingegeven. Het beschikbaar hebben van de positie stelt het apparaat in staat alleen die berichten uit te printen die voor een bepaald geografisch gebied van belang zijn. 3 Safetynet Het SAFETYNET is een eenzijdige uitzenddienst via INMARSAT dat deel uitmaakt van het Het merendeel van de thans in gebruik zijnde INMARSAT C-terminals kan geen EGC-berichten ontvangen zolang het apparaat voor ander verkeer in gebruik is. 27

26 Frequentiegebruik 1 Frequenties nood-, spoed- en veiligheidsverkeer in het GMDSS en internationale (DSC) aanroepfrequenties Frequentie Frequentie Frequentie band schip kuststation Opmerkingen VHF kanaal 70 kanaal 70 Internationaal Noodkanaal DSC kanaal 16 kanaal 16 Radiotelefonie Noodkanaal kanaal 67 kanaal 67 SAR kanaal (on-scene) MF 2182,0 2182,0 Radiotelefonie Noodfrequentie 2174,5 2174,5 Radiotelex Noodfrequentie 2187,5 2187,5 DSC Nood- aanroepfrequentie 2177,0 DSC Aanroepfrequentie (internationaal schip/schip) 2189,5 2177,0 DSC Aanroepfrequentie (internationaal) HF 4 MHz 4125,0 4125,0 Radiotelefonie Noodfrequentie 4177,5 4177,5 Radiotelex Noodfrequentie 4207,5 4207,5 DSC Noodfrequentie 4208,0 4219,5 DSC Aanroepfrequentie (internationaal) 4208,5 4220,0 DSC Aanroepfrequentie (internationaal) 4209,0 4220,5 DSC Aanroepfrequentie (internationaal) HF 6 MHz 6215,0 6215,0 Radiotelefonie Noodfrequentie 6268,0 6268,0 Radiotelex Noodfrequentie 6312,0 6312,0 DSC Noodfrequentie 6312,5 6331,0 DSC Aanroepfrequentie (internationaal) 6313,0 6331,5 DSC Aanroepfrequentie (internationaal) 6313,5 6332,0 DSC Aanroepfrequentie (internationaal) HF 8 MHz 8291,0 8291,0 Radiotelefonie Noodfrequentie 8376,5 8376,5 Radiotelex Noodfrequentie 8414,5 8414,5 DSC Noodfrequentie 8415,0 8436,5 DSC Aanroepfrequentie (internationaal) 8415,5 8437,0 DSC Aanroepfrequentie (internationaal) 8416,0 8437,5 DSC Aanroepfrequentie (internationaal) HF 12 MHz 12290, ,0 Radiotelefonie Noodfrequentie 12520, ,0 Radiotelex Noodfrequentie 12577, ,0 DSC Noodfrequentie (radiotelefonie) 12577, ,0 DSC Aanroepfrequentie (internationaal) 12578, ,5 DSC Aanroepfrequentie (internationaal) 12578, ,0 DSC Aanroepfrequentie (internationaal) 28

27 Frequentie Frequentie Frequentie band schip kuststation Opmerkingen HF 16 MHz 16420, ,0 Radiotelefonie Noodfrequentie 16695, ,0 Radiotelex Noodfrequentie 16804, ,5 DSC Noodfrequentie 16805, ,0 DSC Aanroepfrequentie (internationaal) 16805, ,5 DSC Aanroepfrequentie (internationaal) 16806, ,0 DSC Aanroepfrequentie (internationaal) HF 18/ , ,5 DSC Aanroepfrequentie (internationaal) 18899, ,0 DSC Aanroepfrequentie (internationaal) 18899, ,5 DSC Aanroepfrequentie (internationaal) HF 22 MHz 22374, ,0 DSC Aanroepfrequentie (internationaal) 22375, ,5 DSC Aanroepfrequentie (internationaal) 22375, ,0 DSC Aanroepfrequentie (internationaal) HF 25/26 MHz 25208, ,0 DSC Aanroepfrequentie (internationaal) 25209, ,5 DSC Aanroepfrequentie (internationaal) 25209, ,0 DSC Aanroepfrequentie (internationaal) 2 Internationale telefoniefrequenties Voor het internationale verkeer bestaan de volgende mogelijkheden. Frequentie- ITU-regio Klasse van Stations waarmee kan band(khz) uitzending worden gewerkt (J3E) Buitenlandse kuststations (J3E) Buitenlandse schepen en buitenlandse kuststations (J3E) Buitenlandse kuststations (J3E) Buitenlandse kuststations (J3E) Buitenlandse kuststations en 3 (J3E) Schepen onderling en 3 (J3E) Schepen onderling Opmerkingen Regio 1 omvat Europa, Afrika en de voormalige U.S.S.R. met aangrenzende zeegebieden Regio 2 omvat Noord- en Zuid-Amerika met aangrenzende zeegebieden Regio 3 omvat de overige gebieden 29

Gebruikersbepalingen en procedures Maritiem mobiele radiocommunicatie

Gebruikersbepalingen en procedures Maritiem mobiele radiocommunicatie Gebruikersbepalingen en procedures Maritiem mobiele radiocommunicatie Om in te vullen: Scheepsnaam Radioroepnaam ATIS-code MMSI-nummer Nummer Gebruikersbepalingen_frequenties Maritiem_01.00 Uitgave : Versie:

Nadere informatie

Examenvragen Basis Certificaat Marifonie 3

Examenvragen Basis Certificaat Marifonie 3 Examenvragen Basis Certificaat Marifonie 3 1. VHF kanaal 15 is op de Nederlandse binnenwateren bestemd voor: (1) A. intership verkeer. B. openbaar verkeer. C. intraship verkeer. 2. VHF kanaal 67 wordt

Nadere informatie

Gebruikersbepalingen en procedures Maritiemmobiele radiocommunicatie

Gebruikersbepalingen en procedures Maritiemmobiele radiocommunicatie Gebruikersbepalingen en procedures Maritiemmobiele radiocommunicatie Om in te vullen: Scheepsnaam Radioroepnaam ATIS-code MMSI-nummer Versienummer Gebruikersbepalingen_frequenties Maritiem_01.00 Uitgave

Nadere informatie

Examenvragen Basis Certificaat Marifonie 1

Examenvragen Basis Certificaat Marifonie 1 Examenvragen Basis Certificaat Marifonie 1 Veel succes bij het maken van de vragen. 1. De juiste volgorde van de inhoud van het noodbericht is: (3) A. noodsein, naam schip, roepnaam, positie, aard verlangde

Nadere informatie

Proefexamen Short Range Certificate (SRC)

Proefexamen Short Range Certificate (SRC) Proefexamen Short Range Certificate (SRC) Het examen bestaat uit 28 meerkeuzevragen, 23 over GMDSS en 5 over marifonie. Het maximale aantal te behalen punten is 28. Het minimale aantal punten dat nodig

Nadere informatie

3. Welk kanaal in de VHF-band wordt gebruikt voor schip-schip alarmering? 2 a. 70. b. 67. c. 13.

3. Welk kanaal in de VHF-band wordt gebruikt voor schip-schip alarmering? 2 a. 70. b. 67. c. 13. Proefexamen Marcom-B module GMDSS U bent geslaagd voor het examen Module GMDSS als u tenminste 28 van de 40 punten heeft behaald. Het aantal te behalen punten is in de rechter kantlijn vermeld. Naast deze

Nadere informatie

1. VHF-kanaal 15 is op de Nederlandse binnenwateren bestemd voor: 1 a. intership verkeer. b. openbaar verkeer. c. intraship verkeer.

1. VHF-kanaal 15 is op de Nederlandse binnenwateren bestemd voor: 1 a. intership verkeer. b. openbaar verkeer. c. intraship verkeer. Proefexamen Basis Certificaat Marifonie Het examen bestaat uit 30 meerkeuze vragen. Het maximale aantal te behalen punten is 50. Het minimale aantal punten om te slagen is 35. U krijgt 60 minuten de tijd.

Nadere informatie

Proefexamen beperkt certificaat radiotelefonist voor scheepsstations

Proefexamen beperkt certificaat radiotelefonist voor scheepsstations Proefexamen beperkt certificaat radiotelefonist voor scheepsstations Het examen bestaat uit 20 vragen en om te slagen moet u tenminste 12 vragen goed beantwoord hebben. 1. Het hoofddoel van een zendinstallatie

Nadere informatie

Examenvragen Marifoonbrevet:

Examenvragen Marifoonbrevet: Examenvragen Marifoonbrevet: Verwijzend naar het clubblad van april 2017 en het artikel over een opfrissing bij het gebruik van de marifoon brengen we onderstaand een reeks examenvragen met bijhorende

Nadere informatie

Examenvragen Basis Certificaat Marifonie 2

Examenvragen Basis Certificaat Marifonie 2 Examenvragen Basis Certificaat Marifonie 2 1. Aan boord moet men overschakelen van zenden op ontvangen en andersom. Het kuststation kan gelijktijdig zenden en ontvangen. Er wordt gewerkt op 2 verschillende

Nadere informatie

Basiscertificaat Marifonie

Basiscertificaat Marifonie Basiscertificaat Marifonie Vaarschool Albatros Westerdijk 5c 1621 LC Hoorn www.vaarschoolalbatros.nl Coen Cromjongh, 0229 268990 Deze map is samengesteld door het team van Vaarschool Albatros 1 2 VHF Max

Nadere informatie

2 Nautisch verkeer. 4 Techniek. Deel 2 GMDSS Module B 6 GMDSS. Bijlagen

2 Nautisch verkeer. 4 Techniek. Deel 2 GMDSS Module B 6 GMDSS. Bijlagen inhoud Deel 1 Basiscertificaat 1 Voorschriften voor radiocommunicatie Inleiding 4 De certificaten 4 Identificatie van het vaartuig 8 Keuring van de apparatuur 9 Administratieve afhandeling 10 ATIS 12 Automatisch

Nadere informatie

Examen Basiscertificaat Marifonie

Examen Basiscertificaat Marifonie Agentschap Telecom Examen Basiscertificaat Marifonie paraaf 1e controle: Max,te behalen : 50 aantal min-: paraaf 2e controle: aantal behaalde : Min.benodigd aantal : 35 Achternaam Voorna(a)m(en) Straat

Nadere informatie

Communicatie op het water

Communicatie op het water Communicatie op het water Een marifoon is een zend- en ontvangapparaat voor maritieme communicatie. Via de marifoon legt u contact met andere schepen en met walstations, zoals sluizen, verkeersposten of

Nadere informatie

Communicatie op het water in Frankrijk

Communicatie op het water in Frankrijk Communicatie op het water in Frankrijk Een marifoon is een zend- en ontvangapparaat voor maritieme communicatie. Via de marifoon legt u contact met andere schepen en met walstations, zoals sluizen, verkeersposten

Nadere informatie

Punten: Examen. : Basiscertificaat Marifonie Onderdeel. Datum. Tijd. Exameninstelling : Vaarschool Albatros

Punten: Examen. : Basiscertificaat Marifonie Onderdeel. Datum. Tijd. Exameninstelling : Vaarschool Albatros Punten Examen Basiscertificaat Marifonie Onderdeel Voorschriften, procedures en techniek Datum 11-08-2018 Paraaf 1e controle Tijd 1100-1200 uur Plaats Hoorn Nh Exameninstelling Vaarschool Albatros Paraaf

Nadere informatie

Gratis Module-B (GMDSS) Examen

Gratis Module-B (GMDSS) Examen Gratis Module-B (GMDSS) Examen Wil je meer examens oefenen kijk dan op http://www.watersportexamentrainer.nl. Voor een gedegen cursus bij jou in de buurt kijk op: http://www.watersportcursussen.nl. Het

Nadere informatie

Goed marifoongebruik? Begrepen, over!

Goed marifoongebruik? Begrepen, over! Goed marifoongebruik? Begrepen, over! Goed marifoongebruik is essentieel voor een vlotte en veilige vaart. Niet onbelangrijk als u weet dat de Nederlandse vaarwegen tot de drukste ter wereld behoren. In

Nadere informatie

1.1 Algemeen. LES 01: Algemeen en apparatuur

1.1 Algemeen. LES 01: Algemeen en apparatuur pagina 5 LES 01: Algemeen en apparatuur 1.1 Algemeen Binnenvaart of zeevaart? Vroeger hadden we binnenvaart- en zeevaartmarifoons. Dat waren twee verschillende apparaten. De huidige generatie marifoons

Nadere informatie

CURSUSBOEK MARIFONIE/VHF

CURSUSBOEK MARIFONIE/VHF CURSUSBOEK MARIFONIE/VHF BEPERKT CERTIFICAAT RADIOTELEFONIST VOOR SCHEEPSSTATIONS Vaarbewijsopleidingen Postbus 11 5109 ZG s Gravenmoer Tel. 0479 793146 www.stuurbrevetonline.be info@stuurbrevetonline.be

Nadere informatie

KONINKRIJK BELGIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

KONINKRIJK BELGIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE KONINKRIJK BELGIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE EXAMENREGLEMENT VOOR HET VERKRIJGEN VAN CERTIFICATEN VOOR OPERATOREN VAN SCHEEPSSTATIONS KONINKRIJK BELGIE 2 BELGISCH INSTITUUT

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 14864 1 oktober 2010 Beschikking van de Minister van Economische Zaken van 9 september 2010, nr. WJZ / 10134521, tot plaatsing

Nadere informatie

AIS Netwerk van de Nederlandse Kustwacht

AIS Netwerk van de Nederlandse Kustwacht AIS Netwerk van de Nederlandse Kustwacht AIS (Automatisch( Identificatie Systeem) is oorspronkelijk ontworpen als hulpmiddel bij de navigatie voor de scheepvaart. AIS is een VHF transpondersysteem dat

Nadere informatie

Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie. Nieuws en algemene informatie van het BIPT. Een woordje van de voorzitter

Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie. Nieuws en algemene informatie van het BIPT. Een woordje van de voorzitter Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie Infobrief Nieuws en algemene informatie van het BIPT Een woordje van de voorzitter Traditiegetrouw houdt het BIPT een stand op deze Belgian Boat

Nadere informatie

Programma. Verwachtingen? Waarom communicatie? Waar communicatie? Lezing. Workshop. Lezing/vragen

Programma. Verwachtingen? Waarom communicatie? Waar communicatie? Lezing. Workshop. Lezing/vragen Programma Lezing Communicatie opties en bereik Workshop ontvangst bereik eigen boot omvang van weer bestanden Lezing/vragen SSB & pactor aanleg installatie Winlink / Sailmail Verwachtingen? Waarom communicatie?

Nadere informatie

Verslag test zwemvesten met MOB op zee aan boord van de O.29 Broodwinner dd. 02 februari 2017.

Verslag test zwemvesten met MOB op zee aan boord van de O.29 Broodwinner dd. 02 februari 2017. Verslag test zwemvesten met MOB op zee aan boord van de O.29 Broodwinner dd. 02 februari 2017. De PLB s (Personal Locator Beacon) die in de Belgische visserij gebruikt worden zijn van het type smrt AU10

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3772 4 maart 2015 Regeling van de Minister van Economische Zaken van 26 februari 2015, nr. WJZ/15030714, houdende regels

Nadere informatie

Tekst van de regeling

Tekst van de regeling MINISTERIËLE REGELING ter uitvoering van de artikelen 30 en 31 van het Landsbesluit telecommunicatie scheepvaart Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling

Nadere informatie

AIS nader verklaard. Wat zijn de functies van AIS?

AIS nader verklaard. Wat zijn de functies van AIS? AIS nader verklaard AIS (Automatic Identification System) is de naam van een systeem waarmee het voor schepen mogelijk is om andere schepen te identificeren, en om de voortbeweging van deze schepen te

Nadere informatie

Een woordje van de voorzitter

Een woordje van de voorzitter BIPT Infobrief Nieuws en algemene informatie van het BIPT www.bipt.be Een woordje van de voorzitter De maritieme sector, zowel wat betreft de binnenwateren als de zee, wint meer en meer aan belang. Dit

Nadere informatie

BIPT Infobrief. Wijziging marifoonverplichting op de. binnenwateren sedert 20/09/2009! Nieuws en algemene informatie van het BIPT

BIPT Infobrief. Wijziging marifoonverplichting op de. binnenwateren sedert 20/09/2009! Nieuws en algemene informatie van het BIPT BIPT Infobrief Nieuws en algemene informatie van het BIPT Nieuws en algemene informatie van het BIPT NIEUWS Wijziging marifoonverplichting op de binnenwateren sedert 20/09/2009 Wat is het nut om te beschikken

Nadere informatie

Radiocommunicatie voor de pleziervaart op zee

Radiocommunicatie voor de pleziervaart op zee Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie Radiocommunicatie voor de pleziervaart op zee ANTWERPEN 9 APRIL 2017 FRANS VINDEVOGHEL WAARNEMEND ADVISEUR Radio Ik gebruik mijn GSM op zee Dekking

Nadere informatie

Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum

Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum Hoe werkt het Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum in Oostende? Een zee van activiteiten Het Belgische gedeelte van de Noordzee is een gebied van 3600 vierkante kilometer, dit is vergelijkbaar met

Nadere informatie

Regeling Communicatie HCC Eemsmonding

Regeling Communicatie HCC Eemsmonding 2017 Regeling Communicatie HCC Eemsmonding Groningen Seaports 1 Inhoud Communicatieregeling HCC Eemsmonding... 2 1. Inleiding... 2 2. Toepassingsgebied... 2 3. Vessel Traffic Services... 2 3.1. Informatie

Nadere informatie

Besluit telecommunicatie scheepvaart BES

Besluit telecommunicatie scheepvaart BES (Tekst geldend op: 28-01-2011) Besluit telecommunicatie scheepvaart BES 1. Definities Artikel 1 In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. wet: Wet telecommunicatievoorzieningen

Nadere informatie

Vertrekkersdag NvvT. 10 november Verwachtingen? Programma. Kennismaking. Waarom apparatuur? Communicatie. Communicatie apparatuur

Vertrekkersdag NvvT. 10 november Verwachtingen? Programma. Kennismaking. Waarom apparatuur? Communicatie. Communicatie apparatuur Erik Slim nut en noodzaak van draadloze communicatie aan boord van pleziervaartuigen Verwachtingen? Wil communicatie apparatuur kopen Is het nodig? Waar kan/ga je het gebruiken? Overzicht mogelijkheden

Nadere informatie

Vermist op zee? Vergroot je kans om weer gevonden te worden.

Vermist op zee? Vergroot je kans om weer gevonden te worden. Vermist op zee? Vergroot je kans om weer gevonden te worden. Als je te ver weg bent van de duikboot/kust kunnen een DSMB en fluitje helpen om de aandacht te trekken, maar deze twee hulpmiddelen hebben

Nadere informatie

Datum ondertekening Bron bekendmaking AB 2013, GT no. 458

Datum ondertekening Bron bekendmaking AB 2013, GT no. 458 LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van de artikelen 13 tot en met 16, 19, 31 en 33 van de Landsverordening op de telecommunicatievoorzieningen (Landsbesluit telecommunicatie scheepvaart)

Nadere informatie

Nieuwsbrief BIPT

Nieuwsbrief BIPT Februari 2007 Nieuwsbrief 2007- BIPT BIPT - Astrotoren - Sterrenkundelaan 14, bus 21 - B-1210 Brussel - België Inhoud Geldigheidsduur van de certificaten SRC - recente uitvoering Examenmodaliteiten 2 Is

Nadere informatie

Gelieve onderstaande gegevens te verstrekken

Gelieve onderstaande gegevens te verstrekken gentschap Telecom Cijfer: Examen : EPERKT CERTIFICT MRITIEME RDIOCOMMUNICTIE Onderdeel : asiscertificaat marifonie en module GMDSS- Datum Tijd Exameninstelling Examen Gelieve onderstaande gegevens te verstrekken

Nadere informatie

Rapport. Datum: 29 december 2005 Rapportnummer: 2005/414

Rapport. Datum: 29 december 2005 Rapportnummer: 2005/414 Rapport Datum: 29 december 2005 Rapportnummer: 2005/414 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het hoofdkantoor van het Agentschap Telecom van het Ministerie van Economische Zaken te Groningen hem tijdens

Nadere informatie

Datum 27 juni 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht honderden zeeschepen van de radar

Datum 27 juni 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht honderden zeeschepen van de radar 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Inleiding...1. Algemeen...16 Technische specificaties...17 Omzetting van de roepnaam in maritieme identificatiecijfers (MID)...17

Inleiding...1. Algemeen...16 Technische specificaties...17 Omzetting van de roepnaam in maritieme identificatiecijfers (MID)...17 Inhoudsopgave Inleiding...1 Algemeen...2 Internationale verdragen...2 Nationaal...3 Gezag en verantwoordelijkheid - certificaat...3 Organisatie van het Beheer van Maritieme Radiocommunicaties...4 De dienst

Nadere informatie

PLB s, de bomen en het bos.

PLB s, de bomen en het bos. PLB s, de bomen en het bos. Egenolf v S.C. en Jugo Baya (Shiptron) Er komen in hoog tempo kleine felgekleurde apparaatjes op de markt, die precies in een zakje van je zeilpak passen, en die beloven dat

Nadere informatie

Opvallend genoeg? AIS!

Opvallend genoeg? AIS! NAV Recreatievaart 2008 Veiligheid door Communicatie Nederlands Instituut voor Navigatie HISWA te Water IJmuiden 5 september 2008 Wim van der Heijden Ship Monitoring Consultancy Radar reflectors Gezien

Nadere informatie

HANDLEIDING TER VOORBEREIDING OP HET EXAMEN OM HET BEPERKT CERTIFICAAT VAN RADIOTELEFONIST VOOR SCHEEPSSTATIONS TE BEHALEN

HANDLEIDING TER VOORBEREIDING OP HET EXAMEN OM HET BEPERKT CERTIFICAAT VAN RADIOTELEFONIST VOOR SCHEEPSSTATIONS TE BEHALEN HANDLEIDING TER VOORBEREIDING OP HET EXAMEN OM HET BEPERKT CERTIFICAAT VAN RADIOTELEFONIST VOOR SCHEEPSSTATIONS TE BEHALEN Versie 01/2004 1 1 INLEIDING Deze brochure bevat de examenstof om het beperkte

Nadere informatie

BIPT Infobrief Marifoonverplichting op de binnenwateren

BIPT Infobrief Marifoonverplichting op de binnenwateren BIPT Infobrief 2008 NIEUWS Nieuws Nieuws en algemene en algemene informatie informatie van van het het BIPT BIPT Marifoonverplichting op de binnenwateren Verplichte uitluistering op 2 kanalen - hoe realiseren?

Nadere informatie

Programma Opleidingen en Cursussen 2009-2010

Programma Opleidingen en Cursussen 2009-2010 Programma Opleidingen en Cursussen 2009-2010 Opleiding/Cursus Aantal dagen Kosten Klein vaarbewijs 1 (Start 09-02-10) 8 90 euro * Klein vaarbewijs 2 (Start 11-03-10) 8 90 euro * Marifoon Basis ** 4 50

Nadere informatie

PORTOFOONGEBRUIK VOOR ZEEKAJAKVAARDERS

PORTOFOONGEBRUIK VOOR ZEEKAJAKVAARDERS PORTOFOONGEBRUIK VOOR ZEEKAJAKVAARDERS Samengesteld door: Gerard Tel Editie 2009 0 INHOUDSOPGAVE PAGINA ALGEMEEN 2-3 PROCEDURES 4-5 NOOD SPOED EN VEILIGHEIDS VERKEER 6-7 TECHNIEK 8-10 SAMENWERKINGSORGANISATIE

Nadere informatie

Gezamenlijke Bekendmaking

Gezamenlijke Bekendmaking Gezamenlijke Bekendmaking nr. 04-2015 Gebruik van AlS De Nederlandse Rijkshavenmeester Westerschelde en de Vlaamse Administrateur-generaal van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust maken

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 24 MEI 2018 BETREFFENDE HET TOEKOMSTIGE GEBRUIK VAN ANALOGE/DIGITALE KANALEN ZOALS VOORZIEN IN RR APPENDIX 18

MEDEDELING VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 24 MEI 2018 BETREFFENDE HET TOEKOMSTIGE GEBRUIK VAN ANALOGE/DIGITALE KANALEN ZOALS VOORZIEN IN RR APPENDIX 18 BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE MEDEDELING VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 24 MEI 2018 BETREFFENDE HET TOEKOMSTIGE GEBRUIK VAN ANALOGE/DIGITALE KANALEN ZOALS VOORZIEN IN RR APPENDIX

Nadere informatie

BIPT Infobrief. Epirbs en 243 MHz. Opgepast! Binnenwateren: marifoonverplichting. sedert 01/01/2009

BIPT Infobrief. Epirbs en 243 MHz. Opgepast! Binnenwateren: marifoonverplichting. sedert 01/01/2009 NIEUWS BIPT Infobrief Nieuws en algemene informatie van het BIPT Nieuws en algemene informatie van het BIPT Epirbs 121.5 en 243 MHz: Opgepast! Marifoonverplichting op de binnenwateren sedert 01/01/2009

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17307 5 november 2010 Regeling van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 27 oktober 2010, nr. WJZ/10150589,

Nadere informatie

Regionaal Akkoord met betrekking tot de radiocommunicatiedienst voor de binnenvaart 13

Regionaal Akkoord met betrekking tot de radiocommunicatiedienst voor de binnenvaart 13 Inhoud Deel A Regionaal Akkoord met betrekking tot de radiocommunicatiedienst voor de binnenvaart 13 Voorwoord 15 Inhoud HOOFDSTUK I Terminologie 17 Artikel 1 Definities 17 HOOFDSTUK II Algemene bepalingen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 14031 15 maart 2019 Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 4 maart 2019, nr. BI/19053190,

Nadere informatie

1. Landsbesluit (ham) telecommunicatierechten

1. Landsbesluit (ham) telecommunicatierechten 2003 no. 83 1. Landsbesluit (ham) telecommunicatierechten AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, van 29 oktober 2003 ter uitvoering van artikel 2a, van de Telegraaf- en

Nadere informatie

Wat is AIS? Een samenwerking van Nederland, Duitsland en de Europese Unie

Wat is AIS? Een samenwerking van Nederland, Duitsland en de Europese Unie E e n i n t ro d u c t i e va n A I S vo o r d e b i n n e nva a r t Een samenwerking van Nederland, Duitsland en de Europese Unie Een introductie van AIS voor de binnenvaart Europese overheden overwegen

Nadere informatie

MARIFOONGEBRUIK VOOR DE PLEZIERVAART

MARIFOONGEBRUIK VOOR DE PLEZIERVAART MARIFOONGEBRUIK VOOR DE PLEZIERVAART Met gespreksprocedures volgens IMO-guidelines Jean Paul Nols Herwerkte voorlopige versie: 6 februari 2001, Alle rechten voorbehouden Marifoongebruik pleziervaart administratie

Nadere informatie

Afschrift voor radiotelegrafisten

Afschrift voor radiotelegrafisten Afschrift voor radiotelegrafisten + 2009 AFDELING KUST 2 1/3 OFFICIELE RADIOBERICHTEN BESTEMD VOOR DE BELGISCHE KOOPVAARDIJSCHEPEN HET BELMAR-SYSTEEM BaZ 1/3-2008 vervalt BELANGRIJK: De gezagvoerders van

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE MEDEDELING VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 13 NOVEMBER 2018 MET BETREKKING TOT DE COMMUNI- CATIE AAN BOORD VAN ZEESCHEPEN IN DE FREQUENTIEBANDEN 457,5125-457,5875

Nadere informatie

Agentschap Telecom. ALGEMEEN CERTIFICAAT MARITIEME RADIOCOMMUNICATIE Voorschriften, Procedures en Techniek

Agentschap Telecom. ALGEMEEN CERTIFICAAT MARITIEME RADIOCOMMUNICATIE Voorschriften, Procedures en Techniek gentschap Telecom Cijfer: Examen Onderdeel LGEMEEN CERTIFICT MRITIEME RDIOCOMMUNICTIE Voorschriften, Procedures en Techniek Datum Tijd School Klas Examennummer Gelieve onderstaande gegevens te verstrekken

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 352 Besluit van 17 juli 2012 tot vaststelling van de procedure voor verlenging van vergunningen als bedoeld in artikel 20.2 van de Telecommunicatiewet

Nadere informatie

HANDBOEK VOOR DE RADIOCOMMUNICATIE IN DE BINNENVAART - ALGEMEEN DEEL

HANDBOEK VOOR DE RADIOCOMMUNICATIE IN DE BINNENVAART - ALGEMEEN DEEL HANDBOEK VOOR DE RADIOCOMMUNICATIE IN DE BINNENVAART - ALGEMEEN DEEL EDITIE 2017 DONAUCOMMISSIE MOEZELCOMMISSIE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART HANDBOEK VOOR DE RADIOCOMMUNICATIE IN DE BINNENVAART

Nadere informatie

Meteo&Tochtplanning SSB SSB. Dag-3-Theorie-1. SSB introductie

Meteo&Tochtplanning SSB SSB. Dag-3-Theorie-1. SSB introductie Communicatieapparatuur introductie Wifi: Mobiele telefoon: VHF: : Erik Slim nut en noodzaak van draadloze communicatie aan boord van pleziervaartuigen 250 m open netwerk 10 Nm uit bewoonde kust 30 Nm uit

Nadere informatie

************************* AB 2003 no. 83 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 11 november 2013 *************************

************************* AB 2003 no. 83 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 11 november 2013 ************************* AB 00 no. *CENTRAAL WETTENREGISTER* november 0 Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel a, van de Telegraaf- en telefoonverordening (AB no. GT ) Citeertitel: Landsbesluit

Nadere informatie

STANDAARDBIJLAGE MARCOM-A

STANDAARDBIJLAGE MARCOM-A STANDAARDBIJLAGE MARCOM-A Deze standaardbijlage kan tijdens de MARCOM-A-examens worden geraadpleegd. Inhoud Pagina EGC Safetynet-system 2 Actions by ships upon reception of VHF/MF DSC distress alert 3

Nadere informatie

AIS in de praktijk. Agenda. PZV Wintercommissie 2008

AIS in de praktijk. Agenda. PZV Wintercommissie 2008 AIS in de praktijk PZV Wintercommissie 2008 Agenda AIS introductie AIS producten AIS apparatuur Software Installatie Antenne Interface en Bekabeling Software en USB poorten 1 AIS in het kort Bedoeld als

Nadere informatie

Regeling vergoedingen telecommunicatievoorzieningen BES

Regeling vergoedingen telecommunicatievoorzieningen BES (Tekst geldend op: 28-01-2011) Regeling vergoedingen telecommunicatievoorzieningen BES Artikel 1 1. Tot de voorschriften bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Wet telecommunicatievoorzieningen BES, behoren

Nadere informatie

Gratis als u nu donateur wordt!

Gratis als u nu donateur wordt! 267.0211 InNood 30-06-2004 09:51 Pagina 12 Zonder u redden wij het niet! De KNRM garandeert de inzet van reddingboten voor noodsituaties op zee. 24 Uur per dag, ongeacht de weersomstandigheden. 1500 keer

Nadere informatie

1. AM/FM-radio gebruiken

1. AM/FM-radio gebruiken De tuner gebruiken 1. AM/FM-radio gebruiken Toets SOURCE MENU RECALL (BRONMENU OPHALEN) Stationsvoorkeuzetoetsen FUNCTION-toets BAND AUTO.P POWER-toets VOL-knop TUNE TRACKtoetsen Luisteren naar de AM/FM-radio

Nadere informatie

Regeling zendvoorwaarden radioamateurs

Regeling zendvoorwaarden radioamateurs 1. Regeling zendvoorwaarden radioamateurs MINISTERIELE BESCHIKKING van 3 november 1989, bepalende de opneming in de afzonderlijke afdeling van het Afkondigingsblad van Aruba van de geldende tekst van de

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1994 Nr. 19

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1994 Nr. 19 50 (1974) Nr. 12 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1994 Nr. 19 A. TITEL Intemationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee, 1974, met Bijìage; Londen, 1 november

Nadere informatie

PROCEDURESTICKERS MET. Doktersadvies op de wereldzeeën. Procedures. Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij

PROCEDURESTICKERS MET. Doktersadvies op de wereldzeeën. Procedures. Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij MET PROCEDURESTICKERS Doktersadvies op de wereldzeeën Procedures Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij Radio Medische Dienst Stichting Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij Secretariaat Radio

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE MEDEDELING VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 24 JANUARI 2017 MET BETREKKING TOT DE COMMUNICATIE AAN BOORD VAN ZEESCHEPEN IN DE FREQUENTIEBANDEN 457,5125-457,5875

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds ARTIKEL I VERLENGING FM-VERGUNNINGEN STICHTING NEDERLANDSE PUBLIEKE OMROEP

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds ARTIKEL I VERLENGING FM-VERGUNNINGEN STICHTING NEDERLANDSE PUBLIEKE OMROEP STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22495 30 juli 2015 Beschikking Verlenging FM-vergunningen voor gebruik van frequentieruimte voor Stichting Nederlandse

Nadere informatie

Telecommunicatie Autoriteit Suriname Nationaal Frequentie Plan Suriname NFPS

Telecommunicatie Autoriteit Suriname Nationaal Frequentie Plan Suriname NFPS Telecommunicatie Autoriteit Suriname Nationaal Frequentie Plan Suriname NFPS Referentie nr. 20090220-TAS/IDB Uitgave: Publicatie Versie: 1.0 Datum: 01-04-2009 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... ii 1 Inleiding...

Nadere informatie

Regels en veiligheidstips Gedragscode voor veilig varen door windparken

Regels en veiligheidstips Gedragscode voor veilig varen door windparken Regels en veiligheidstips Gedragscode voor veilig varen door windparken De Noordzee is één van de drukst bevaren zeeën van de wereld. De Nederlandse overheid streeft naar een efficiënt en meervoudig gebruik

Nadere informatie

Zeerecht GZV (4) Werk- en rusttijden. 4 op 4 af? 5 op 7 af 8 op 4 af? 4 op 8 af 4 op 8 af? 14 op 14 af? gzv-4. gzv-4. gzv-2 kzv-3

Zeerecht GZV (4) Werk- en rusttijden. 4 op 4 af? 5 op 7 af 8 op 4 af? 4 op 8 af 4 op 8 af? 14 op 14 af? gzv-4. gzv-4. gzv-2 kzv-3 Zeerecht GZV (4) Werk- en rusttijden 4 op 4 af? 5 op 7 af 8 op 4 af? 4 op 8 af 4 op 8 af? 14 op 14 af? gzv-2 kzv-3 1 Oefeningen gzv-3 Oefeningen Verplichte oefeningen: Brand Schip verlaten (evacuatie)

Nadere informatie

Traffic Message Channel (TMC)

Traffic Message Channel (TMC) WERKINGSPRINCIPE Radio Data System Traffic Message Channel (RDS-TMC) (verkeersinformatiekanaal RDS-TMC ) is een functie waarmee verkeersopstoppingen in uw regio worden gemeld. De functie gebruikt radioprogramma

Nadere informatie

De Regeling gebruik van frequentieruimte met meldingsplicht 2015 wordt als volgt gewijzigd:

De Regeling gebruik van frequentieruimte met meldingsplicht 2015 wordt als volgt gewijzigd: Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van [datum], [nummer], tot wijziging van de Regeling gebruik van frequentieruimte met meldingsplicht 2015 in verband met het vereiste van

Nadere informatie

Gebruiksvoorwaarden DigiD

Gebruiksvoorwaarden DigiD Gebruiksvoorwaarden DigiD 15 mei 2012, versie 6.0 Artikel 1 Begrippen en afkortingen De hierna met een hoofdletter aangeduide begrippen hebben in deze Gebruiksvoorwaarden de volgende betekenis: 1.1 Afnemer:

Nadere informatie

Vul tabel 2c verder in

Vul tabel 2c verder in Informatie over de aanvrager: 1. Aanvrager (aankruisen wat van toepassing is) Vul tabel 2a verder in Natuurlijke persoon Rechtspersoon Vul tabel 2b verder in Publiekrechtelijk lichaam 2a. Eigenaar Naam:

Nadere informatie

GSM- repeaters: vragen en antwoorden

GSM- repeaters: vragen en antwoorden GSM- repeaters: vragen en antwoorden V: Mag ik zelf een repeater aanschaffen en installeren bij slechte GSM-ontvangst? Ik ondervind op bepaalde plaatsen bij mij thuis of in mijn firma slechte ontvangst

Nadere informatie

WIJZIGING van het geldige RIJNVAARTPOLITIEREGLEMENT vanaf

WIJZIGING van het geldige RIJNVAARTPOLITIEREGLEMENT vanaf RP (19) 22 29 mei 2019 WIJZIGING van het geldige RIJNVAARTPOLITIEREGLEMENT vanaf 1.7.2019 Wijzigingen van het Rijnvaartpolitiereglement (Besluit 2018-II-17) Het secretariaat verzoekt de versie (verzameling

Nadere informatie

Installatie op CI+ gecertificeerde toestellen 2011

Installatie op CI+ gecertificeerde toestellen 2011 Installatie op CI+ gecertificeerde toestellen 2011 Onderwerp Pagina Belangrijke punten 2 3 Installatie ZIGGO Digitale TV op SAMSUNG CI+ TV 4 9 Frequenties en netwerknummers Ziggo 10-12 Problemen oplossen

Nadere informatie

Ontruimingsplan Friendship

Ontruimingsplan Friendship Ontruimingsplan Friendship Inhoudsopgave pagina 1. Inleiding... 2 2. Overzichtstekening... 2 3. Gebouw (schip), brandmeldinstallatie en hulpverlening organisatie... 3 4. Alarmeringsprocedure intern en

Nadere informatie

NAV-RECREATIEVAART 2008

NAV-RECREATIEVAART 2008 NAV-RECREATIEVAART 2008 Veiligheid door communicatie Radar-AIS-VHF Hiswa te Water Holiday Inn Seaport Beach IJmuiden vrijdag 5 september Georganiserd door Nederlands Instituut voor Navigatie In samenwerking

Nadere informatie

1. Deze handleiding gebruiken

1. Deze handleiding gebruiken 1. Deze handleiding gebruiken Onderwerp Aan elk onderwerp zijn een nummer en titel toegewezen. Onderdeel Aan elk onderdeel is een titel toegewezen. Bedieningshandeling Aan elke bedieningshandeling is een

Nadere informatie

Afstandsbediening Telis 16 RTS

Afstandsbediening Telis 16 RTS Afstandsbediening Telis 16 RTS Bedieningshandleiding Telis 16 RTS Pure Art.nr. 1811020 Telis 16 RTS Silver Art.nr. 1811021 Afstandsbediening Telis 16 RTS 16 Kanaals zender met display Telis 16 RTS Pure

Nadere informatie

BEST PRACTICE NAUTISCHE COMMUNICATIE 1 e Versie

BEST PRACTICE NAUTISCHE COMMUNICATIE 1 e Versie BEST PRACTICE NAUTISCHE COMMUNICATIE 1 e Versie DISCLAIMER De informatie in dit document is met de hoogst mogelijke nauwkeurigheid opgesteld. Echter, het Platform Zero Incidents en haar deelnemers kunnen

Nadere informatie

gelezen het advies van de ondernemingsraad d.d.; 15 juni 2016, vast te stellen de navolgende Interne Klachtenregeling 2015;

gelezen het advies van de ondernemingsraad d.d.; 15 juni 2016, vast te stellen de navolgende Interne Klachtenregeling 2015; 111111111111111111111111111111111111111111111111111111111II1 2016.28159 23/06/2016 Interne Klachtenregeling 2015 Het college van de gemeente Woensdrecht gelezen het advies van de ondernemingsraad d.d.;

Nadere informatie

Programma. Verwachtingen? Airmail-Sailmail-Winlink?? Winlink - Sailmail. Lezing. Vragen

Programma. Verwachtingen? Airmail-Sailmail-Winlink?? Winlink - Sailmail. Lezing. Vragen Verwachtingen? Ik ben Sailmail of Winlink gebruiker Ik gebruik slechts voor email inleiding instellingen onderhoud Ik heb een pactor modem Ik wil kunnen emailen op zee Misschien koop ik een pactor modem

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 424 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000, houdende regels ter bevordering van de kwaliteit in het taxivervoer A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Vergunning voor digitale radio-omroep voor kavel 11C onder dossiernummer <dossiernummer> Groningen Verleend op <datum verlening> AT-EZ/<nummer>

Vergunning voor digitale radio-omroep voor kavel 11C onder dossiernummer <dossiernummer> Groningen Verleend op <datum verlening> AT-EZ/<nummer> beschikking Emmasingel 1 9726 AH Groningen Postbus 450 9700 AL Groningen T (050) 587 74 44 F (050) 587 74 00 www.agentschaptelecom.nl info@agentschaptelecom.nl Onderwerp Plaats Vergunning voor digitale

Nadere informatie

3 december 1992, houdende plaatsing in het

3 december 1992, houdende plaatsing in het Beschikking van de Minister van Justitie van 3 december 1992, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Wet verontreiniging zeewater (Stb. 1981,695), zoals deze luidt na wijziging krachtens

Nadere informatie

A.I.S. RADAR ONTVANGER GEBRUIKERS HANDLEIDING

A.I.S. RADAR ONTVANGER GEBRUIKERS HANDLEIDING A.I.S. RADAR ONTVANGER GEBRUIKERS HANDLEIDING NASA NAUTISCHE INSTRUMENTEN NASA MARINE LTD BOULTON ROAD STEVENAGE HERTS. SG1 4QG 00 44 (0) 1438 354033 Introductie De AIS radar bestaat uit een dubbele frequentie

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20742 23 december 2010 Bekendmaking normen Radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur 15 december 2010 Nr. 19995EG2

Nadere informatie

1 De seiner. 1.1 Doel verbindingsdienst. 1.2 Geheimhouding

1 De seiner. 1.1 Doel verbindingsdienst. 1.2 Geheimhouding 1 De seiner 1.1 Doel verbindingsdienst De verbindingsdienst aan boord van schepen moet in de eerste plaats worden gezien als een maatregel om de veiligheid van mensenlevens te verhogen. De nevenbestemming

Nadere informatie

GPS repeater. Inleiding

GPS repeater. Inleiding NASA GPS repeater Inleiding De Clipper GPS repeater wordt geleverd met 10 meter kabel, een 9 pins RS 232 connector en een 12 Volt voedingkabel. Het apparaat neemt gegevens over zoals verzonden door een

Nadere informatie

Aanvraag / wijziging vergunning frequentieruimte. 1 U wilt met dit formulier. 2 Gegevens van de aanvrager. GPS-repeater

Aanvraag / wijziging vergunning frequentieruimte. 1 U wilt met dit formulier. 2 Gegevens van de aanvrager. GPS-repeater Aanvraag / wijziging vergunning frequentieruimte GPS-repeater Afzender Emmasingel 1 Postbus 450 9700 AL Groningen Meer informatie T 050 587 74 44 www.agentschaptelecom.nl info@agentschaptelecom.nl 1 U

Nadere informatie