Gelieve onderstaande gegevens te verstrekken

Transcriptie

1 gentschap Telecom Cijfer: Examen : EPERKT CERTIFICT MRITIEME RDIOCOMMUNICTIE Onderdeel : asiscertificaat marifonie en module GMDSS- Datum Tijd Exameninstelling Examen Gelieve onderstaande gegevens te verstrekken chternaam 1e Voornaam + letters dres + woonplaats Geboortedatum Geboorteplaats Telefoon Handtekening Informatie betreffende het examen Het examen bestaat uit twee gedeelten; het examen asiscertificaat marifonie en het examen Module GMDSS-. De beschikbare tijd voor het examen asiscertificaat marifonie bedraagt 60 minuten en de beschikbare tijd voor het examen Module GMDSS- bedraagt 30 minuten. U bent geslaagd voor het examen asiscertificaat marifonie indien 42 van de 60 worden behaald. U bent geslaagd voor het examen Module GMDSS- indien u bent geslaagd voor het asiscertificaat marifonie en ten minste 28 van de 40 voor het examen Module GMDSS en de operationele vaardigheden heeft behaald. Het aantal te behalen per vraagstuk is in de rechterkantlijn vermeld. De vragen zijn van het meerkeuze type (multiple choice). U maakt een keuze uit de drie gegeven antwoorden, waarvan er slechts één goed is. De keuze a, b of c vult u in op de puntjes aan de rechterkant van de bladzijde. Wilt u een antwoord bij een vraagstuk veranderen, zet een kruis door het antwoord en zet het nieuwe, goede antwoord ernaast. Wij wensen u veel succes!

2 Proefexamen Marcom- (C) lad 1 De netheid van het werk kan in vloed hebben op de beoordeling Examen asiscertificaat Voorschriften, procedures en techniek 1. Het voordeel van een marifoon ten opzichte van een mobiele telefoon is dat men: a. te allen tijde direct contact heeft met alle schepen, uitgerust met marifoon, waar men zich ook bevindt. b. via marifoonkanaal 16 altijd rechtstreeks contact heeft met een kustwachtstation, waar men zich ook bevindt. c. direct contact kan krijgen met alle schepen, uitgerust met marifoon, die zich in de directe omgeving bevinden. 2. Op de wachtplaats van een sluis en in een sluis: a. moet men zich op het marifoonkanaal van de sluis melden. b. is men niet verplicht op het marifoonkanaal van de sluis uit te luisteren. c. is men verplicht uit te luisteren op het marifoonkanaal van de sluis. 3. Onder niet gereduceerd zendvermogen wordt in de marifonie verstaan een vermogen tussen: a. 6-25watt. b. 1-6watt. c. 5-lOwatt. 4. Het doel van een marifoon aan boord van een schip is in de eerste plaats: a. het verhogen van de veiligheid in het algemeen. b. het voeren van radiotelefoongesprekken met belanghebbenden aan de wal. c. het kunnen onderhouden van onderling radiocontact. 5. Een belangrijk onderdeel van een zuurweger is het drijvertje. In plaats van getallen op dit drijvertje treft men ook wel een rood (accu ontladen) en een groen (accu geladen) gebied aan. Wat is juist? a. Het rode bevindt zich boven het groene gebied. b. Het maakt niet uit welke kleur boven staat. c. Het groene bevindt zich boven het rode gebied. Proefexamen Marcom- (C) Min- blad 1

3 Proefexamen Marcom- (C) lad 2 6. Wanneer geeft men reçu op een noodoproep? a. altijd, zonder toestemming van de schipper. b. slechts na toestemming van de schipper. c. nooit. (3) 7. VHF-kanaal 06 is bestemd voor: a. openbaar verkeer. b. intership verkeer. c. intraship verkeer. 8. Varende op de Rijn wil men hulp inroepen van andere schepen. De oproep dient plaats te vinden op marifoonkanaal: a. 31. b. 10. c VHF-kanaal 16 wordt 24 uur per dag bewaakt door: a. het gentschap Telecom. b. het Korps Landelijke Politiediensten. c. het Nederlandse Kustwachtcentrum. 10. an boord heeft een ongeval plaatsgevonden. Er is dringend radio-medisch advies.,,.,4;,.. IilI.i mr+ kil ø4 irri rthriillt micn un hf a. noodsein. b. veiligheidssein. c. spoedsein. 11. De centrale meldpost IJsselmeer luistert op VHF-kanaal 1. Men dient tijdens slecht zicht op het Ijsselmeer, indien niet anders bepaald, uit te luisteren op: a. VHF-kanaal 16. b. VHF-kanaal 10. c. VHF-kanaal Voor het per marifoon aanroepen van een kuststation dient men bij voorkeur gebruik te maken van: a. een speciaal aanroepkanaal van dat kuststation. b. VHF-kanaal 16. c. een werkkanaal van het dichtstbijzijnde walstation van dat kuststation. Proefexamen Marcom- (C) Min- blad 2

4 Proefexamen Marcom- (C) lad Via VHF-kanaal 16 hoort men: (3) MYDY RELY MYDY RELY MYDY RELY LL STTIONS LL STTIONS LL STTIONS THIS IS LIERTÉ LIERTÉ LIERTÉ DELT OSCR FOXTROT LF Dit betekent dat een schip met de roepnaam DOF: a. de noodoproep ten behoeve van een ander mobiel station uitzendt. b. om herhaling van de noodoproep vraagt. c. in nood verkeert. 14. De impedantie van een antennekabel voor de VHF-installatie is afhankelijk van: a. de manier waarop de antennekabel wordt aangestuurd. b. de toegepaste lengte van de antennekabel. c. de opbouw en de materiaalkeuze van de antennekabel. 15. Het Nederlandse Kustwachtcentrum luistert continu uit op: a. marifoonkanaal 16 (voor de kustwateren) en op marifoonkanaal 10 (voor de Waddenzee, het IJsselmeer en de ruime binnenwateren). b. marifoonkanaal 16. c. marifoonkanaal 16, 67, 23 en Het radioverkeer tussen chepeii en vikeeisbegee ngsstatons noemt men: a. veiligheidsverkeer. b. openbaar verkeer c. nautisch verkeer. 17. De propagatie van de radiosignalen in de VHF-band is: a. sterk afhankelijk van het tijdstip van uitzending (dag of nacht). b. vrijwel rechtlijnig. c. afhankelijk van het uitgestraalde vermogen. 18. Na ontvangst van een noodoproep, via VHF-kanaal 16, moet men: a. de noodoproep heruitzenden. b. blijven uitluisteren. c. onmiddellijk de goede ontvangst bevestigen. Proefexamen Marcom- (C). Min- blad 3

5 Proefexamen Marcom- (C) 19. De juiste volgorde van de inhoud van het noodbericht is: a. noodsein, naam schip, roepnaam, aard ongeval, aard verlangde hulp, eventueel aanvullende informatie, positie. b. noodsein, naam schip, roepnaam, positie, aard ongeval, aard verlangde hulp, eventueel aanvullende informatie. c. noodsein, naam schip, roepnaam, positie, eventueel aanvullende informatie, aard ongeval, aard verlangde hulp. lad 4 (3) 20. De aanbevolen verbinding tussen marifoon en antenne is een: a. coaxiale kabel. b. drie-aderige kabel. c. lint kabel. 21. Om de ontvangst van eventueel noodverkeer te bevorderen mag een uitzending op VHF-kanaal 16 nooit langer duren dan: a. 10 seconden. b. 1 minuut. c. 30 seconden. 22. Men vaart bij slecht zicht met behulp van de radar. Indien niet anders bepaald, dient er continu uitgeluisterd te worden op marifoonkanaal: a. 13. b. 10. c De heruitzending van een noodoproep door een RCC of kuststation begint met: (3) a. MYDY RELY (3x) b. PN PN (3x) c. MYDY (3x) 24. De leiding van het radioverkeer tussen schepen en kuststations berust: a. altijd bij het kuststation. b. bij het opgeroepen station. c. bij het station dat oproept. Proefexamen Marcom- (C) [Min- blad 4[ 1

6 Proefexamen Marcom- (C) lad Verantwoordelijk voor de controle op het correct functioneren van de VHF-installatie aan boord van Nederlandse schepen is: a. gentschap Telecom. b. de leverancier van de apparatuur. c. de International Telecommunication Union. 26. Op een, via een RCC, ontvangen noodbericht mag aan boord reçu gegeven worden (3) als de: a. stuurman dit noodzakelijk vindt. b. schipper hiertoe opdracht geeft. c. OSC van het betrokken RCC de schepen hiertoe uitnodigt. 27. Sulfateren ontstaat onder andere door: a. een te grote ontiaadstroom. b. te diep ontladen. c. een te grote laadstroom. 28. De verantwoording voor het marifoongebruik aan boord berust bij de: a. eigenaar. b. schipper. c. gebruiker van de installatie. 29. De noodoproep moet volgt worden uitgesproken: a. MYDY (3x); this is; scheepsnaam (3x); roepnaam; MYDY. b. MYDY (3x); this is; scheepsnaam (3x); roepnaam. c. MYDY (lx); LL SHIPS (3x); this is; scheepsnaam (3x); roepnaam; MYDY. 30. Het vragen van dringend radio medisch advies aan een kuststation valt onder: a. nood-, spoed- en veiligheidsverkeer. b. openbaar verkeer. c. medisch radioverkeer. 31. Het zenden met de VHF-radiozendinstallatie op de binnenwateren is in het algemeen: a. toegestaan, na toestemming van de betreffende autoriteit aan de wal. b. verboden. c. toegestaan. Proefexamen Marcom- (C) Min- blad 5

7 Proefexamen Marcom- (C) lad De antenne van de marifoon dient van een: a. circulair polariserend type te zijn. b. horizontaal polariserend type te zijn. c. verticaal polariserend type te zijn. 33. Het einde van het noodverkeer behoort te worden aangekondigd met de uitdrukking: a. SILENCE FINI. b. DISTRESS FINI. c. MYDYFINI. 34. Varende op de Maas vindt aan boord een explosie plaats en er breekt brand uit. Voor de alarmering dient men gebruik te maken van het: a. noodsein. b. spoedsein. c. alarmsein. 35. Onder gereduceerd zendvermogen in de marifonie wordt verstaan een vermogen tussen: a. 0,5-1 watt. b. 6-25watt. c. 5-l0watt. Heeft u alle vragen op het voorblad ingevuld? Totaal aantal min- Proefexamen Marcom- (C) Min- blad 61 L

8 Proefexamen Marcom- (mod) lad 1 De netheid van het werk kan invloed hebben op de beoordeling Examen Module Voorschriften, procedures en techniek Welk apparaat maakt gebruik van satellieten? a. NVTEX. b. INMRST-C. c. SRT. 2. In de maritieme radiocommunicatie heeft men in hoofdzaak te maken met twee internationale afspraken. Dit zijn: a. SOLS en Radio Reglement. b. IMO en ITU. c. SOLS en MRPOL. 3. Ten gevolge van een defect kan de radiocommunicatie-apparatuur aan boord niet gebruikt worden. Om in geval van een calamiteit toch een distress alert te kunnen uitzenden kan men gebruik maken van een: a. NVTEX. b. EPIR. c. SRT. Proefexamen Marcom- (mod) Min- blad 1

9 Proefexamen Marcom- (mcd) lad 2 4. Het display van een DSC-controller aan boord geeft het volgende weer (zie afbeelding). Door middel van dit DSC-bericht: DSC :04 CLLEDVHF CH7O F0 R MT CTEGORY ROUTINE PRTY ld TELECOMI TELECOM2 WORKT/R EOS INDIV1DUL G3E SIMP TEL NO INFORMTION 06 CK RQ a. wordt aangegeven dat een telefonieverbinding niet mogelijk is. b. wordt bevestiging gegeven voor de aanvraag van een telefonieverbinding. c. wordt om bevestiging gevraagd voor de aanvraag van een telefonieverbinding. 5. Het display van een DSC-controller aan boord geeft het volgende weer (zie afbeelding). Men wordt verzocht uit te luisteren op: a. kanaal Delta van het kuststation. b. radiotelefonie-kanaal 16. c. VHF-kanaal 86. Proefexamen Marcom- (mod) Min- blad 2

10 Proefexamen Marcom- (mod) lad 3 6. De ononderbroken luisterwacht op het VHF-kanaal 16 aan boord van een Nederlands schip, dat onder de Schepenwet (SW) valt: a. kan vervallen zodra het schip is uitgerust met een integraal in de VHF-installatie aanwezige DSC-wachtontvanger. b. is sinds 1 februari 1999 niet meer verplicht vanwege de invoering van het GMDSS. c. dient voorlopig te worden gehandhaafd. 7. Het display van een DSC-controller geeft het volgende weer (zie afbeelding). De naam van dit station dient te worden opgezocht in de: a. List of Coast Stations. b. List of Cail Signs and Numerical Identities. c. List of Ship Stations. Proefexamen Marcom- (mod) Min- blad 3

11 Proefexamen Marcom- (mod) lad 4 8. Het volgende DSC-bericht wordt ontvangen (zie afbeelding). Men dient te gaan luisteren op VHF-kanaal: (3) 1 1 DSC RX: 22 feb :58:49 type of cail : distress relayall priority : distress from : ship in distr : nat distr : undesignated posilion+time : 25:31N 058:12E 00:14 type of corn : simplex a. b. c Het volgende DSC-bericht wordt ontvangen (zie afbeelding). TELECOM: G3E SIMP TEL wil zeggen: ) DSC :23 CLLED VHF CH7O FORMT : DISTRESS DIST-ID : N OF D : UNDESG DISTRESS POSITION : N52.43E 4.05 DIST-UTC : 23:00 TELECOM : G3E SIMP TEL EOS : EOS a. De te gebruiken printer is een simplex teleprinter. b. Ga naar VHF-kanaal 16 (simplextelephony). c. Spreek de Engelse taal zo eenvoudig mogelijk (simplified telephony). Proefexamen Marcom- (mod) Min- blad 4

12 Proefexamen Marcom- (mod) lad Een schip in nood verstuurt een DSC distress alert. Men kan in dit bericht de aard van de calamiteit: a. zelf omschrijven en handmatig invoeren. b. alleen kiezen uit de mogelijkheden die het DSC-menu aangeeft. c. alleen in een distress alert relay aangeven. 11. De identificatie van een kuststation wordt als volgt samengesteld: a. 00 gevolgd door een MMSI. b. 00 gevolgd door een MID en een stations. c. 00 gevolgd door een MID. 12. Ongeacht de programmering, drukt de NVTEX-printer altijd het volgende af: a. berichten met 00. b. weerberichten. c. berichten over de loodsdiensten. 13. Uit welke vier delen bestaat de feitelijke boodschap van een DSC distress alert? a. ard ongeval, positie, tijd en de aard van de communicatie. b. Naam, positie, aard ongeval en aard gevraagde hulp. c. Positie, aard ongeval, aard gevraagde hulp en eventuele inlichtingen die de hulpverlening zouden kunnen bespoedigen. 14. an boord heeft men via de lnmarsat-c installatie per onqeluk een distress alert verstuurd. Men dient nu: a. te wachten tot het gealarmeerde RCC zich meldt. b. contact te zoeken met het gealarmeerde RCC. c. de zender uit te zetten om te voorkomen dat de distress alert wordt herhaald. 15. Wat is de functie van het NOC (Network Operatings Centre) in het Inmarsat systeem? a. Het NOC coördineert en controleert de verbindingen van het Inmarsat netwerk. b. Het NOC monitoort en controleert de werking van het Inmarsat netwerk. c. Het NOC coördineert de verbindingen van het Inmarsat netwerk. Proefexamen Marcom- (mod) Min- blad 5 L

13 Proefexamen Marcom- (mod) lad In welk boekwerk kan men alle aan de maritieme dienst toegewezen frequenties, de kanaals en voor welke doeleinden zij gebruikt moeten worden, vinden? a. In het Manual for Use by the Maritime Mobile and Maritime Mobile-Satellite Services. b. In de International Procedures for Radiocommunications. c. In het International eronautical and Maritime Search and Rescue Manual. 17. De noodbatterij van een GMDSS portofoon wordt gecontroleerd (zie afbeelding). Deze noodbatterij is:. f.. Ll1um attery Not Rach2rnbte ;4\ - 1 EptyDat..En4t 1RY 2003 Do not :itort circuit Dc not Incin*rata t.pasmattr,ancurtcercult NepuJIt.rauf.u Kurzscnusa virmaldan NIcI* In: f:uarww.n 1 [ 3 1 a. goed. b. niet goed, want de batterij is van een oplaadbaar type, dit is voor een noodbatterij niet toegestaan. c. niet goed, want de verloopdatum is verstreken. Proefexamen Marcom- (mod) Min- blad 6

14 Pagina: 7 Vraag ENGELS 18. ZCZCP65 NETHERLNDS COSTGURD NVIGTIONL WRNING NO UTC JN SLVGE OPERTIONS IN PROGRESS IN POSITION NORTH EST SHIP IS REQUESTED TO GIVE WIDE ERTH NNNN Welke bewering is waar? a. Er zijn reddingsoperaties aan de gang. b. Het bericht betreft bergingsoperaties. c. Er worden reddingsoperaties verwacht. -o-o-o-o-o-o-o-o 19. Which message marker indicates that the following message implies the intention of the sender to influence other by regulatiori? a. Intention. b. lnstruction. c. dvice. -o-o-o-o-o-o-o-o - Vertaal de volgende woorden enlof uitdrukkingen vanuit de IMO Standard Marine Communication Phrases in het Nederlands: 20. What was your last port of cali? a. Wat was uw laatste aan loophaven? b. Wat was uw laatste oproephaven? c. Wat was uw laatste thuishaven? Examen Module GMDSS- Proefexamen [npu nten

15 Pagina: 8 Vraag am keeping present speed. a Ik loop de juiste vaart door het water. b. Ik blijf mijn voorliggende koers sturen. c. Ik houd mijn huidige vaart aan. 22. The wind is backing and increasing. a. De wind krimpt en neemt af. b. De wind krimpt en neemt toe. c. De wind ruimt en neemt toe. -o-o-o-o-o-o-o-o - Vertaal de volgende woorden en/of uitdrukkingen vanuit de IMO Standard Marine Communication Phrases in het Engels: 23. Mijn anker is onklaar. a. My anchor is slipped. b. My anchor is heaving up. c. My anchor is foul. 24. Ik heb een loods nodig. a. 1 require a pilot. b. 1 need pilot service. c. Pilotage is requested. 25. ent u varende? a. re you proceeding? b. re you underway? c. re you sailing? Totaal aantal min- EINDE EXMEN Examen Module GMDSS- Proefexamen iï blad 8

16 Proefexamen Marcom- (C) Correctieblad Correctieblad 1 c c c 15 c c 16 c

17 Proefexamen Marcom- (mcd) Correctiebla d Correctieblad C 13 c c H c 9