Een onderzoek naar effectiviteit van convenanten in veiligheidsregio s

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Een onderzoek naar effectiviteit van convenanten in veiligheidsregio s"

Transcriptie

1 Een onderzoek naar effectiviteit van convenanten in veiligheidsregio s Masterthesis Bestuurskunde (Besturen van Veiligheid) Vrije Universiteit Amsterdam Rozemarijn Hartkamp ( ) 1 e begeleider Dr. A.J.G.M. van Montfort 2 e begeleider Prof. Dr. I. Helsloot

2

3 Voorwoord En kunnen we dan nu op vakantie? Nou nee, ik vrees dat de meerderheid van mijn vakantiedagen opgegaan is aan het schrijven van deze scriptie. Dat is één van de nadelen van deeltijd studeren naast een bijna voltijd baan. Ik heb in het begin vrij rustig aan gedaan, maar toen zowel de Eerste als Tweede Kamer had ingestemd met de langstudeerboete begon ik hem ineens te knijpen. Mijn werkgever betaalt weliswaar mijn studie, maar ik heb nooit verwacht en zelfs niet durven vragen of ze misschien ook een lanterfantboete van 3000 euro willen betalen. De boete is volgens de rechter "proportioneel om het gewenste doel (studenten sneller later afstuderen, red.) te bereiken". Dat geloof ik wel, kijk naar mij, maar om die boete op te leggen bij reeds studerende studenten riekt naar rechtsonzekerheid. Enfin, ik heb nu wel 3000 euro uitgespaard, maar kan er niet van op vakantie. Overigens heb ik ondanks de scriptiestress aan het eind en de statistiekperikelen in het begin geen spijt van Besturen van Veiligheid. Als deeltijdstudent had ik een groot voordeel en dat is werkervaring. Het is ontzettend leuk en verfrissend om op een andere manier met je vak bezig te zijn. Deeltijdstudenten schijnen trouwens ook leuk en verfrissend te zijn voor de docenten. Door onze relevante werkervaring kunnen zij namelijk de theorie in de praktijk brengen. Dat heet toegepaste wetenschap. Ik heb gemerkt dat ik dat ook al een beetje doe, gewoon op mijn werk, een Inspectierapport onderuit halen omdat de validiteit niet klopt of een evaluatieonderzoek met hulp van Babbie. Ik heb er gelukkig ook echt wat aan in mijn vak. In een voorwoord is het gebruikelijk een dankwoord te richten aan hen die dat verdienen. Voor mij is dat onder andere mijn eerste begeleider André van Montfort. Hij heeft een gave om op een dusdanig sympathieke manier feedback te geven dat je het, in eerste instantie, helemaal niet erg vindt dat je er nog veel werk aan hebt. Mijn tweede begeleider Ira Helsloot wil ik danken voor het feit dat hij ondanks de overstap naar een vreemde Universiteit richting het Zuiden mij toch nog wilde begeleiden. Ook wil ik bedanken mijn directeur, Winrie de Boer, die mij ondanks al mijn niet haalbare planningen en opgeschoven deadlines is blijven steunen. En mij bovendien de ruimte heeft gegeven om op bepaalde momenten mijn studie te laten voorgaan. Natuurlijk wil ik mijn zusje, mijn moeder en vrienden danken voor het meeleven en het begrip voor als ik wat minder tijd had. Speciale dank aan Michel en Martijn die met mij daadwerkelijk over convenanten hebben gepraat. Juist op die momenten dat ik eigenlijk convenantmoe was. Dank ook aan alle respondenten, zonder hen had ik het niet gered. Rozemarijn Hartkamp Utrecht, augustus

4

5 Inhoudsopgave Voorwoord... 2 Managementsamenvatting Achtergrond en opzet van het onderzoek Inleiding Geschiedenis der convenanten Populariteit van convenanten Convenanten in het veiligheidsdomein Onderzoek naar convenanten Vraagstelling Dataverzameling Relevantie van het onderzoek Leeswijzer Theoretisch kader Inleiding Het convenant Wat is een convenant? Status van een convenant Één der beleidsinstrumenten Effectiviteit van convenanten Factoren volgens de literatuur Actoren- en factoren- model van Coolsma Factoren uit de convenanttheorie Samenspel van factoren Hypothesen Conceptueel model Onderzoeksdesign Design Methoden Interviews Betrouwbaarheid Validiteit Onderzoeksresultaten Inleiding Convenant met het oog op de samenwerking bij branden, rampen en crises voor de veiligheidsregio Utrecht en de politieregio Utrecht

6 4.2.1 Beschrijving Effectiviteit Kenmerken van het convenant Kenmerken veiligheidsregio en convenantpartijen (gezamenlijk belang en gelijkwaardigheid) Vrijwilligheid Draagvlak voor beleidstheorie Willen en effectiviteit Omgevingsfactoren Convenant voor regionale samenwerkingsafspraken tussen de Drinkwatersector, Veiligheidsregio Gelderland-Zuid en Politieregio Gelderland Zuid Beschrijving Effectiviteit Kenmerken van het convenant Kenmerken veiligheidsregio en convenantpartijen (gezamenlijk belang en gelijkwaardigheid) Vrijwilligheid Draagvlak voor beleidstheorie Willen en effectiviteit Omgevingsfactoren Convenant tussen Ziekenhuizen en Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen in Hollands Midden Omschrijving Effectiviteit Kenmerken van het convenant Kenmerken veiligheidsregio en convenantpartijen (gezamenlijk belang en gelijkwaardigheid) Vrijwilligheid Draagvlak voor beleidstheorie Willen en effectiviteit Omgevingsfactoren Convenant voor samenwerking tussen Veiligheidsregio Kennemerland, Kustwacht en Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij Search-And-Rescue (SAR) en Maritieme Hulpverlening Omschrijving Effectiviteit Kenmerken van het convenant

7 4.6.4 Kenmerken veiligheidsregio en convenantpartijen (gezamenlijk belang en gelijkwaardigheid) Vrijwilligheid Draagvlak voor beleidstheorie Willen en effectiviteit Omgevingsfactoren Analyse Leeswijzer Welke convenanten worden afgesloten door de veiligheidsregio? In hoeverre zijn convenanten afgesloten door de veiligheidsregio effectief? Inleiding Samenwerkingsconvenanten Bijstandconvenanten Ruilconvenanten Algemeen beeld van de effectiviteit van convenanten afgesloten door veiligheidsregio s In hoeverre zijn de factoren, aangetroffen in de literatuur, in de praktijk daadwerkelijk van invloed op de effectiviteit van een convenant? Analyse convenanten per hypothese Hypothese Hypothese Hypothese Hypothese Hypothese Hypothese Hypothese Hypothese Hypothese Resumé Conclusie en reflectie Leeswijzer Beknopte beantwoording van de deelvragen Wat wordt in de literatuur verstaan onder een convenant? Welke factoren zijn volgens de literatuur van invloed op de effectiviteit? Welke convenanten worden afgesloten door veiligheidsregio s? In hoeverre zijn convenanten afgesloten door de veiligheidsregio, effectief?

8 6.2.4 In hoeverre zijn de factoren, aangetroffen in de literatuur, in de praktijk daadwerkelijk van invloed op de effectiviteit van een convenant? Beantwoording hoofdvraag Reflectie Vervolgonderzoek Literatuur

9 Managementsamenvatting Convenanten zijn een gebruikelijk instrument om bepaalde doelen te behalen en samenwerking te bevorderen. Lokale en centrale overheden beschouwen convenanten als een waardevol beleidsinstrument. In dit casestudie onderzoek wordt gekeken naar convenantgebruik door veiligheidsregio s. Veiligheidsregio s zijn een relatief nieuwe speler in het beleidsveld en er is daarom nog nauwelijks onderzoek gedaan naar de implementatie van convenanten binnen dit specifieke domein. De hoofdvraag van dit onderzoek is: In hoeverre zijn convenanten afgesloten door een veiligheidsregio effectief en welke factoren zijn daar van invloed op? Om antwoord te vinden op deze vraag is eerst gekeken naar bestaande beleids- en convenanttheorie. Daaruit is een operationalisering van effectiviteit gehaald. Vervolgens is een samenspel van factoren verwerkt in een conceptueel model van waaruit ook negen hypothesen zijn geformuleerd. De hypothesen zijn kwalitatief getoetst in de praktijk met behulp van 20 interviews over 10 convenanten en documentonderzoek. Uit het empirisch onderzoek komt naar voren dat de convenanten die veiligheidsregio s afsluiten gaan over crisisbeheersing. Het zijn als het ware voorzorgsconvenanten bedoeld voor als het mis gaat. Onderscheid kan gemaakt worden tussen samenwerkingsconvenanten, bijstandconvenanten, ruilconvenanten en nepconvenanten. Die laatste categorie komt voort uit de oprichtingsconvenanten van veiligheidsregio s en de overeenkomst met het Nederlandse Rode Kruis en de Veiligheidsregio Zeeland waarbij een economische transactie het hoofdbestanddeel was. Als dat het geval is wordt in de literatuur verwezen naar een contract. De convenanten uit de casestudie blijken in het algemeen niet zo erg effectief. Doelstellingen zijn al eerder bereikt dan dat het convenant is afgesloten, doelstellingen worden via een andere weg bereikt of beoogde doelstellingen worden niet gehaald. Factoren die daar van invloed op zijn lijken grotendeels overeen te komen met die uit de theorie en verwoord in de hypothesen. Uitzonderingen zijn de factor gelijkwaardigheid van de partijen en het kenmerk tijdsplanning. Deze hebben vanwege de speciale omstandigheden en karakteristieken van convenantpartijen geen invloed op de effectiviteit van het convenant. Door de afwijkende resultaten, de falsificatie van een aantal hypothesen blijkt dat apart onderzoek naar convenanten, afgesloten door veiligheidsregio s geen overbodige exercitie is. 7

10 1 Achtergrond en opzet van het onderzoek 1.1 Inleiding Ziekenhuizen hebben na de schietpartij in Alphen aan den Rijn te weinig informatie gedeeld met de politie. Daardoor werden de burgemeester en het OM gehinderd in hun taken. Dat is de conclusie van een onderzoek dat werd ingesteld door de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (NOS.nl, maart 2012) De Inspectie doet daarbij de aanbeveling aan de veiligheidsregio Hollands Midden om van tevoren goede afspraken te maken met de ziekenhuizen over het delen van slachtofferinformatie. Wat veel mensen niet weten, en de Inspectie wellicht ook niet, is dat de veiligheidsregio Hollands Midden in 2009 al een convenant afsloot met de plaatselijke ziekenhuizen waarin onder meer werd afgesproken om de benodigde slachtoffergegevens met de bevoegde instanties te delen. De vraag is waarom de afspraken op het moment suprême niet zijn nagekomen en hoe dit in de toekomst voorkomen kan worden. Dit onderzoek richt zich op convenantgebruik door veiligheidsregio s en hun convenantpartners. De centrale vraag is in hoeverre die convenanten effectief zijn en welke factoren daar van invloed op zijn. Als eerste wordt in dit hoofdstuk het verhaal achter convenanten geschetst. Daarvoor wordt gekeken naar de vroegste convenanten die in Nederland zijn afgesloten en hoe het vanaf toen verder ging. Het blijkt dat het aantal convenanten de laatste decennia explosief is toegenomen en dat ze zich verbreiden naar meerdere (beleids)terreinen. Uitgelegd wordt waarom convenanten zo populair zijn geworden en hoe dit past binnen het bestuurlijke stelsel van Nederland. Binnen dit bestuurlijke stelsel wordt de veiligheidsregio nader beschouwd en het convenantgebruik van deze veiligheidsregio s geschetst. Tenslotte wordt duidelijk dat convenanten afgesloten door veiligheidsregio s nog maar weinig zijn onderzocht terwijl hierover wel vragen zijn te stellen. Een aantal van deze vragen wordt gesteld in paragraaf 1.6 en vormt de probleemstelling van dit onderzoek. Tenslotte wordt in de voorlaatste paragraaf geschetst waarom het beantwoorden van deze vragen van betekenis is. 1.2 Geschiedenis der convenanten De eerste convenanten in Nederland werden vanaf 1965 gesloten door de overheid met industrie in het Noordzeekanaalgebied, het Sloegebied en het Moerdijkgebied (Van Dunné, 1993) met als doel milieuvervuiling te beperken. Daarna nam het gebruik van convenanten binnen het milieubeleid snel toe. Het Europees Milieubureau telde in 1999 ruim 300 overeenkomsten op nationaal niveau (..) Nederland was koploper met meer dan 1000 overeenkomsten (De Bruijn, 2008 p. 313). Nederlandse bodem, oppervlaktewater en grondwater waren in sommige delen ernstig vervuild. Destijds liet 8

11 wetgeving om vervuiling aan banden te leggen nog op zich wachten. Geen wonder dat de overheid blijft uitzien naar andere middelen om op milieugebied wat te bereiken, zoals het convenant (..) (Van Dunné, 1993 p.481). Doordat convenanten binnen milieubeleid gemeengoed werden sijpelde het gebruik ervan door naar andere beleidsterreinen. Eind jaren 80 werden ook steeds vaker en meer convenanten afgesloten op het gebied van stadsontwikkeling. Het ging dan om bijvoorbeeld een gemeente die een convenant sloot met een vastgoedbedrijf of een projectontwikkelaar. Het gebruik van een convenant in een dergelijke publiekprivate constructie bracht wel risico s met zich mee. De overheden leggen zich vast op beleidsdoelen die zonder participatie van particuliere instellingen wegens gebrek aan geld, knowhow of geloofwaardigheid tot mislukken zijn gedoemd (Herweijer en Fleurke, 1992 p ). Toch bleven convenanten terrein winnen. Na stadontwikkeling volgde ook convenanten tussen gemeenten en lokale woningbouwcorporaties (De Vries en Van der Valk, 1991). En in het jaar 1997 werden voor het eerst, door het Ministerie van VWS, 24 convenanten afgesloten met voornamelijk bloedbanken 1. Daarmee was het gebruik van het convenant ook in de gezondheidszorg doorgedrongen. Tegenwoordig vinden we convenanten over uiteenlopende onderwerpen. Een greep uit een digitale zoekactie levert de volgende resultaten op: echtscheidingsconvenant, convenant gezond gewicht, convenant ritueel slachten, convenant bijvriendelijk handelen, convenant aanpak criminaliteit transportsector en nog altijd convenant milieuzorg (zoekactie Google, januari 2012). 1.3 Populariteit van convenanten Convenanten zijn blijkbaar populairder dan ooit. Maar waarom? Ten eerste moet gezegd worden dat de inrichting van het Nederlands bestuur er de ruimte voor biedt. Het convenant is een voorziening ingegeven door de manier waarop Thorbecke het bestuurlijk stelsel in Nederland heeft vormgegeven. Er is een globaal kader geschapen waarbinnen verschillende overheden, organisaties en groepen (partijen) hun eigen onderlinge betrekkingen kunnen vormgeven. Overheden hebben het recht hun eigen huishouding te regelen (autonomiebeginsel) (De Bruijn en Ten Heuvelhof, 1999). Het gebruik van convenanten past daarom binnen het Nederlandse- rechtssysteem en de bestuurscultuur. Daarnaast is zichtbaar dat de laatste jaren: (d)e verhouding tussen overheid en samenleving is gelijkwaardiger geworden (Stout, 1994 p.46). Dat is niet overal zo. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld zijn convenanten niet zo populair. Een verklaring is dat vrijwillige onderhandeling met de overheid niet in het Amerikaanse rechtssysteem past (De Bruijn, 2008 p.313). In het algemeen wordt aangegeven dat de bereidheid tot overleg en onderhandelen, waar een convenant een prima voorbeeld van is, mede afhankelijk is van de wederzijdse afhankelijkheid tussen partijen (Stout, 1994). Vanuit het perspectief van de overheid betekent dit: Overheden sluiten convenanten wanneer zij middelen tekort komen om hun doeleinden zelfstandig te verwezenlijken (Herweijer en Fleurke, 1992 p.103). Dat sluit aan bij het 1 Tweede Kamer, vergaderjaar , hoofdstuk XVI, nr. 3 Lijst der convenanten afgesloten door het Ministerie van VWS. 9

12 eerste gebruik van convenanten in het milieubeleid. De convenanten uit die tijd werden gezien als een tijdelijke oplossing voor het traag op gang komen van milieuwetgeving. De bescherming van het milieu kwam hoog op de politieke agenda. Het toverwoord om economie en ecologie met elkaar te verzoenen is duurzame ontwikkeling. Tegen deze achtergrond mag het convenant zich in een zeer grote populariteit verheugen (Herweijer en Fleurke, 1992 p.95). Maar het toenmalig tekort aan milieuwetgeving verklaart niet de toename van convenanten op andere terreinen. Een meer algemene verklaring is dat een convenant een vriendelijke en sympathieke manier is om afspraken te maken waarvan bovendien de juridische betekenis nog altijd niet helder is. Dat maakt dat het in de mode is (Stout, 1994). Diverse beleidsterreinen lijken hun eigen favoriete typen beleidsinstrumenten te kennen, waarnaar telkens wordt gegrepen, zonder dat dat gerechtvaardigd lijkt door de bijdrage die deze instrumenten leveren aan de vermindering van de problemen op het beleidsterrein (Bressers, 1993 p.310). Van Dunné concludeerde in 1993 al dat vanwege het open karakter van de overeenkomst en het niet altijd hoeven gaan over de letter van de wet, maar juist om de goede wil van de partijen, er weinig weerstand is om een convenant aan te gaan. Daarbij is een convenant aantrekkelijk om een doel te bereiken dat de kracht van de partijen afzonderlijk te boven gaat (de Vries, 1992). Maar de meest aangetroffen verklaring is toch wel tijd. Het grote voordeel van het convenant (..) is duidelijk: het convenant schept de mogelijkheid even snel afspraken op papier te zetten. Ten opzichte van meer uitgewerkte regelingen kost dat beduidend minder tijd (van der Burgh, 1993 p.113). Een convenant is snel voor elkaar. Er is geen juridische rompslomp. 1.4 Convenanten in het veiligheidsdomein Tot in de jaren 80 van de vorige eeuw lag binnen de sociale veiligheid de nadruk nog sterk op de repressieve rol van politie en justitie. De opkomst van de integrale aanpak van onveiligheid in de jaren 90 zorgde ervoor dat partners zoals politie, gemeente, brandweer, woningcorporaties en jeugdzorg met elkaar om de tafel zaten. De schuivende verhouding tussen overheid en andere partijen in het veiligheidsbeleid past in de meer algemene, breder zichtbare trend van verschuiving van government naar governance (Terpstra en van der Vijver, 2005 p.337). In België deed Wayenberg onderzoek naar het convenant als good governance instrument (Wayenberg, 2002). Het convenant is een instrument dat althans in theorie toelaat om een beleid te voeren dat inspeelt op een aantal belangrijke uitdagingen die typisch zijn voor onze huidige bestuurscontext een context waaraan overigens veelal met de term governance wordt gerefereerd (Wayenberg, 2002 p. 1). Zowel in Nederland als in België ontstaat een bestuurlijke trend om complexe veiligheidsvraagstukken aan te pakken door integrale samenwerkingsverbanden te organiseren. Een bijzonder voorbeeld van een dergelijk samenwerkingsverband in Nederland is de veiligheidsregio. 10

13 Veiligheidsregio s werden in 2005 naar aanleiding van de evaluaties van de vuurwerkramp Enschede en de Nieuwjaarsbrand Volendam opgericht. Al bij de oprichting had het convenant een prominente plek. De toenmalige Minister van BZK had zich ten doel gesteld voor eind 2009 de rampenbestrijding op orde te brengen (beleidsprogramma ). Ze besloot vooruitlopend op de Wet Veiligheidsregio s alvast de vorming van veiligheidsregio s te stimuleren met behulp van convenanten: Het convenant is bedoeld als aanvulling op de Wet veiligheidsregio s en het Besluit veiligheidsregio s en wil de regio s de mogelijkheid bieden zich voor te bereiden op de wettelijke eisen die straks van kracht worden (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 2007 p. 3). Het Convenant Veiligheidsregio omvatte niet alleen de vorming van de veiligheidsregio, maar ook een intentieverklaring voor het regionaliseren van de brandweer. De brandweer die tot dan toe gemeentelijk georganiseerd was, zou hiermee een efficiency- en effectiviteitslag maken passend bij de beleidsintentie van de minister. Hier tegenover werd een eenmalige extra financiële bijdrage tussen de 1,1 en 1,9 miljoen euro per regio gesteld. De meerderheid van de regiogemeenten is ingegaan op het aanbod van de minister. Er waren er echter ook een aantal die principieel en democratisch besloten het bij een gemeentelijke bandweer te houden. Die functioneerde immers prima. Anno 2012 wordt de regionalisering van de brandweer waarschijnlijk alsnog een wettelijke verplichting. In de jaren 90 werd hier door auteurs al voor gewaarschuwd. Het convenant is weliswaar een vorm waarin overleg en onderhandeling tot uitdrukking kunnen worden gebracht, echter, het is geen panacee voor allerhande sturingsproblemen van de overheid (Stout, 1994 p.69). Het idee achter veiligheidsregio s is dat de hulpdiensten (brandweer, geneeskundige hulp en gemeenten) beter samenwerken dan voorheen omdat ze in één organisatie werken. De eerste veiligheidsregio werd opgericht in De veiligheidsregio is ingesteld om burgers in ons land beter te beschermen tegen de risico s van brand, rampen en crises (..) Met de vorming van de veiligheidsregio s wordt uitvoering gegeven aan de in de afgelopen jaren gebleken noodzaak om de bestuurlijke en operationele slagkracht te vergroten (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 2009 p. 12). Een veiligheidsregio is een openbaar lichaam dat is ingesteld via een gemeenschappelijke regeling door gemeenten in een regio. Met de politie, een onmisbare partij wanneer het gaat om crisisbeheersing, sluit de veiligheidsregio één keer per jaar een (samenwerkings)convenant. Voor 19 van de 25 veiligheidsregio s vormde het Convenant Veiligheidsregio de basis voor de oprichting. Inmiddels worden veel meer convenanten door veiligheidsregio s afgesloten. 2 De eerste gemeenschappelijke regeling was de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond. 11

14 1.5 Onderzoek naar convenanten Onderzoek naar convenanten is beschikbaar met name in de domeinen waar al een langere periode gewerkt wordt met convenanten zoals milieu en gezondheidszorg. De resultaten zijn sterk gerelateerd aan de omstandigheden die gelden voor de betreffende case. Conclusies en aanbevelingen hebben grotendeels te maken met de betreffende partijen, onderwerpen en omstandigheden. Het effect van een convenant kan verschillen al naar gelang de context waarin het convenant wordt gesloten (de Vries, 1992 p. 207). De lage effectiviteit van een convenant met de Aardewerkindustrie werd bijvoorbeeld onder meer toegeschreven aan een ongunstige ontwikkeling van de markt (..) waardoor de mogelijkheden om de energie-efficiency te vergoten afnamen (van de Peppel en Woltjer, 2000 p. 6). De lage effectiviteit van convenanten in de ontwikkelingssamenwerking werd impliciet toegeschreven aan (..) problemen op het niveau van uitvoering (..) meestal in de ontwikkelingslanden (Cranenburgh, 1992 p.282). En tenslotte werd de trage uitvoering van het convenant Glastuinbouw en Milieu, uit 1997, grotendeels gewijd aan de verschillende belangen van de overheid versus de markt (van de peppel en Woltjer, 2000). Studies zeggen dus weinig over de effectiviteit van het convenant in het algemeen, maar meer over de effectiviteit van een convenant in een specifieke situatie. Hoe langer convenanten gebruikt worden in een bepaald domein, hoe vaker er onderzoek is gedaan naar de werking en de effectiviteit er van. Binnen het veiligheidsdomein wordt nog niet zo lang gebruik gemaakt van convenanten als bijvoorbeeld binnen milieu- en energiebeleid en de gezondheidszorg. Dat geldt zeker voor veiligheidsregio s die pas vanaf 2005 bestaan en pas sinds oktober 2010 een wettelijke verankering kennen. Concluderend kan gesteld worden dat er wel degelijk enig onderzoek naar convenanten is verricht maar, dat onderzoeksresultaten niet zonder meer overdraagbaar zijn naar convenanten afgesloten door veiligheidsregio s. Het effect hangt immers af van de omstandigheden (de Vries, 1992 p.214). Dat geldt ook voor factoren die van invloed kunnen zijn op de effectiviteit van convenanten. Het is onbekend of de factoren uit de convenanttheorie ook van invloed zijn op de effectiviteit van convenanten afgesloten door veiligheidsregio s. 1.6 Vraagstelling De vraag is of convenanten datgene opleveren wat ze beogen. Dit onderzoek richt zich op de effectiviteit van convenanten, afgesloten door veiligheidsregio s. Daarbij is het ook van belang te achterhalen hoe de effectiviteit van convenanten beïnvloed kan worden. Weten in hoeverre een beleidsmaatregel heeft bijgedragen aan het bereiken van doeleinden is één ding, maar weten hoe men deze bijdrage zou kunnen vergroten is iets heel anders (Bressers, 2008 p. 170). Om de effectiviteit van convenanten te kunnen duiden moeten verklarende factoren worden gevonden. Om de effectiviteit van een convenant, afgesloten door een veiligheidsregio, te weten biedt de theorie niet voldoende zekerheid. Het is immers nog maar de vraag of de aangetroffen theorie over andere 12

15 convenanten en verklarende factoren ook gelden voor de convenanten afgesloten door een veiligheidsregio. Dit leidt tot de volgende hoofdvraag: In hoeverre zijn convenanten afgesloten door een veiligheidsregio effectief en welke factoren zijn daar van invloed op? Alvorens de hoofdvraag te kunnen beantwoorden is het noodzakelijk om de volgende deelvragen te beantwoorden. 1. Wat wordt in de literatuur verstaan onder een convenant? 2. Wat wordt in de literatuur verstaan onder effectiviteit van een convenant? 3. Welke factoren zijn volgens de literatuur van invloed op de effectiviteit? 4. Welke convenanten worden afgesloten door veiligheidsregio s? 5. In hoeverre zijn convenanten afgesloten door de veiligheidsregio, effectief? 6. In hoeverre zijn de factoren, aangetroffen in de literatuur, in de praktijk daadwerkelijk van invloed op de effectiviteit van een convenant? 1.7 Dataverzameling Voor het beantwoorden van de eerste drie onderzoeksvragen is gebruik gemaakt van literatuur gericht op convenanten de zogenaamde convenanttheorie. Aanvullend is gezocht naar theorie over de conformiteit van beleid, waarbij convenanten gezien worden als een beleidsvorm of beleidsinstrument. Uit de theorie zijn negen hypothesen geformuleerd die in de praktijk getest zijn. Het betreft dus een hypothesetoetsend onderzoek. Voor de laatste drie vragen is, naast documentonderzoek, een empirisch onderzoek uitgevoerd. Daarvoor is gekozen voor een case studie en zijn de meest strategische convenanten geselecteerd met behulp van een verkenning op de verschillende websites van veiligheidsregio s en gesprekken met respondenten. Er zijn vertegenwoordigers van zes veiligheidsregio s benaderd voor een persoonlijk interview. In drie gevallen is één medewerker van de veiligheidsregio geïnterviewd over twee verschillende convenanten. Bij de overige cases zijn twee medewerkers geïnterviewd, ieder over een ander convenant. Documentonderzoek is gedaan door de 10 convenanten te bestuderen Meer informatie over de methodologie en analyse staat in hoofdstuk 3 Onderzoeksdesign. 1.9 Relevantie van het onderzoek Dat er nog weinig bekend is over de effectiviteit van deze convenanten is teleurstellend omdat convenanten vrijblijvend noch kosteloos zijn. In een convenant worden afspraken gemaakt die beide (of meerdere) partijen verplichten tot bepaalde werkzaamheden, samenwerking of procedures. In 13

16 sommige gevallen zijn aan de afspraken financiële consequenties verbonden. Convenanten leiden tot verlies aan flexibiliteit, besluitvormingskosten en het offer van de ruil (Herweijer en Fleurke, 1992 p. 102). De Bruijn en Ten Heuvelhof (1999) stellen dat het convenant ten dienste staat van het covenanting proces. Dit proces houdt in dat voorafgaand aan de ondertekening van het convenant overleg en onderhandeling plaats vindt. Partijen kunnen zich terugtrekken of nieuwe partijen kunnen zich aanmelden. Op een geschikt moment besluiten de partijen om de gemaakte afspraken in een convenant neer te leggen. Een dergelijk proces vraagt mensuren en aanvullende middelen en dat kost geld. Voor de publieke sector is het van belang zorgvuldig af te wegen of beleid (in dit geval het afsluiten van een convenant) doelmatig en doeltreffend is. Anders dan de private sector betreft het hier immers gemeenschapsgeld. Burgers hebben recht op waar voor hun geld en daarom is het van belang zoveel mogelijk tot stand te brengen met inzet van de beschikbare middelen (Helsloot e.a., 2010 p. 25). Dit alles beschrijft de maatschappelijke relevantie van onderzoek naar convenantgebruik door overheden. Naast deze maatschappelijke relevantie is dit onderzoek ook vanuit wetenschappelijke oogpunt relevant. Zoals eerder beschreven is er op het gebied van convenanten niet heel veel onderzoek verricht. Het onderzoek dat er is, heeft betrekking op convenanten in andere beleidsterreinen. De uitkomsten van die onderzoeken doen vermoeden dat deze in eerste instantie meer met de spelers te maken hebben dan met de bal. Dat wil zeggen dat uitkomsten weliswaar iets vertellen over het convenantgebruik, maar gerelateerd aan de gebruikers, de betreffende doelstelling en het beleidsterrein. Die onderzoeksresultaten en conclusies zijn niet vanzelfsprekend van toepassing op de convenanten, afgesloten door veiligheidsregio s. Voor een aanvulling op de convenanttheorie is het dus interessant om die bij de veiligheidsregio s te onderzoeken. Het kan namelijk zijn dat de bestaande convenanttheorie integraal kan worden toegepast op convenanten in de veiligheidsregio, maar voor hetzelfde geldt kan dit juist niet of maar gedeeltelijk. Daarbij is er kans dat bevindingen over convenantgebruik in dit specifieke domein nieuwe wetenschappelijke inzichten geven en wellicht reden tot vervolgonderzoek Leeswijzer In de eerste hoofdstukken is een achtergrond geschetst van convenanten en veiligheidsregio s. Tekstueel wordt naar de vraagstelling toegewerkt die staat in paragraaf 1.6. In hoofdstuk 2 wordt het theoretisch kader gegeven waarin ook de theoretische deelvragen worden beantwoord. Dit hoofdstuk eindigt in een conceptueel model waarin factoren die van invloed zouden moeten zijn op de effectiviteit van convenanten verwerkt zijn. Aan de hand van dit model zijn negen hypothesen opgesteld. Deze zijn verwoord in paragraaf Om de hypothesen te toetsen zijn interviews gehouden over 10 convenanten. De cases worden beschreven in het hoofdstuk Onderzoeksdesign. In dat hoofdstuk wordt duidelijk hoe het onderzoek is opgebouwd en op welke wetenschappelijke principes het is gebaseerd. Aandacht wordt onder andere besteed aan validiteit en betrouwbaarheid. In 14

17 hoofdstuk 4 worden de onderzoeksresultaten gepresenteerd. Daarvoor wordt ook verwezen naar bijlage 1. Vanwege de hoeveelheid cases (n=10) is voor de leesbaarheid gekozen. Daar worden ze empirische deelvragen beantwoord. Deze worden vervolgens in hoofdstuk 5 uitgewerkt en geanalyseerd. In het laatste hoofdstuk wordt antwoord gegeven op de onderzoeksvragen en vervolgens een kritische beschouwing gedaan op het gehele onderzoek. Tenslotte worden enkele aanbevelingen gedaan voor vervolgonderzoek. 15

18 2 Theoretisch kader 2.1 Inleiding In het nu volgende theoretisch kader worden de eerste drie deelvragen beantwoord. Eerst wordt ingegaan op het construct convenant. Daarbij wordt gekeken naar de status van het convenant en wordt het convenant gerelateerd aan het begrip beleidsinstrument. Hiermee wordt de eerste deelvraag van het onderzoek beantwoord. Vervolgens wordt het begrip effectiviteit nader beschouwd. Effectiviteit speelt een sleutelrol in de vraagstelling en vormt het hoofdbestanddeel van de tweede deelvraag. Daarom wordt de betekenis van effectiviteit in relatie tot convenanten onderzocht ofwel het begrip effectiviteit wordt geoperationaliseerd. Uit de theorie worden factoren die van invloed kunnen zijn op de effectiviteit beschreven. Deze factoren zijn deels uit de bestaande convenanttheorie gehaald en voor een deel uit beleidstheorie. Uit de beleidstheorie wordt het Actoren- en factorenmodel voor de conformiteit van beleidsuitvoering van J.C. Coolsma (2008) gebruikt. Voor dit onderzoek is een nieuw conceptueel model ontworpen dat voortborduurt op dat van Coolsma, maar gewijzigd en aangevuld is met de factoren uit de beleidstheorie. Daarmee wordt de laatste theoretische deelvraag: welke factoren zijn volgens de literatuur van invloed op de effectiviteit? beantwoord. 2.2 Het convenant Wat is een convenant? De algemene maatschappelijke betekenis van convenant zoals ook in de Van Dale beschreven is een overeenkomst. De vroegste omschrijvingen van convenanten relateren sterk aan het milieudomein waar convenanten in Nederland voor het eerst gebruikt werden. Bijvoorbeeld: schriftelijke afspraken tussen enerzijds de (rijks)overheid en anderzijds groepen of organisaties van ondernemingen, gericht op het bereiken van milieudoeleinden (Van Acht en Damen, 1991 p.73). Wat opvalt is dat het hier blijkbaar per se moet gaan over een min of meer private partner. In ieder geval was het in de jaren 90 nog niet gebruikelijk dat ook convenanten tussen verschillende overheden of publieke partijen werden gesloten. Toch sprak men toen ook al over verticale convenanten enerzijds, bijvoorbeeld tussen Rijk en bedrijven, en over horizontale convenanten anderzijds, bijvoorbeeld tussen gemeente en beleidspartners op lokaal niveau (van der Burgh, 1993). De verscheidenheid aan onderwerpen, variatie in gedetailleerdheid en de verschillende partijen zijn kenmerkend voor convenanten. In de landelijke handreiking voor het opstellen van convenanten 3 wordt verscheidenheid als één van de sterke punten van convenanten gezien (BANS-werkgroep convenanten, 2001). 3 Voornemen voor deze handreiking is vastgelegd in het Bestuursakkoord-nieuwe-stijl (BANS), dat op 4 maart 1999 door het kabinet, IPO en VNG ondertekend is. 16

19 Een iets verdergaande definitie geven De Bruijn en Ten Heuvelhof: Een convenant is een document met afspraken dat door twee of meer partijen is ondertekend (1999 p.181). Stout voegt daaraan toe dat consensus en het autonomiebeginsel bij het afsluiten van een convenant cruciaal zijn (1994). Het autonomiebeginsel houdt in dat partijen ten aanzien van hun eigen huishouding zelfstandig bevoegdheden uitoefenen (Goorden, 1996). In de theorie wordt ook gesproken over ruilconvenanten. Het meest frequente motief voor een convenant is dat overheden en bedrijven ondanks kruisende doelen mogelijkheden zien voor een tot wederzijds voordeel strekkende ruil (van de Peppel en Herweijer, 1993 p.490). De betekenissen en karakteristieken die volgens de literatuur zijn weggelegd voor convenanten zijn ook van toepassing op andere instrumenten. Denk aan een contract of een dienstverleningsovereenkomst. Wat alle definities, oud en nieuw, gemeen hebben is dat het gaat om een schriftelijke afspraak waarbij minimaal twee partijen participeren. Daarbovenop stellen enkele auteurs dat één van de partijen bij het afsluiten van convenanten altijd de overheid is (Bovens, t Hart e.a. 2007, Stout 1994) Status van een convenant In het themanummer De staat van convenanten van het Nederland Juristen Blad (NJB) uit 1993 worden convenanten respectievelijk: bastaard (Van Dunné), juridisch wangedrocht (Bloembergen), fluiten in het schemerduister (Konijnenbelt) en fata morgana s (Bastmeijer) genoemd. Deze juristen waren er niet erg enthousiast over. Oorzaak is de geringe en onduidelijke juridische status van convenanten. Juridisch gezien is het convenant niet meer dan een schriftelijke overeenkomst. Ooit is wel het construct convenant opgenomen geweest in het Burgerlijk Wetboek: Een convenant is een overeenkomst tussen partijen; wie geen partij is, kan er ook niet door gebonden zijn (art oud BW). Maar nu dus niet meer. Dat convenanten een juridische associatie oproepen is niet zo vreemd. De opzet van een convenant met verschillende artikelen en taalgebruik als: Verklaren het volgende te zijn overeengekomen (convenant veiligheidsregio Midden en West Brabant ), (..) voorts zo dikwijls als de voorzitter dat nodig oordeelt, dan wel ten minste één vijfde van het aantal leden van één van de dagelijkse besturen, onder opgaaf van redenen, schriftelijk daarom verzoekt (convenant veiligheidsregio Hollands Midden, 2006) en (d)e in artikel 4 genoemde verplichtingen van de minister laten onverlet het budgetrecht van de Staten-Generaal (convenant veiligheidsregio Amsterdam Amstelland ), suggereren juridische betekenis. Tegenwoordig wordt het convenant wel genoemd in verschillende wetten, waaronder de Wet Veiligheidsregio s, maar wordt niet langer een juridische betekenis gegeven. In een actuele handreiking voor de Rijksoverheid is zelfs opgenomen: Elk bindend karakter wordt buitengesloten, wel wordt navolging geadviseerd (BANSwerkgroep convenanten, 2001 p.10). 17

20 Toch betekent de geringe en twijfelachtige juridische betekenis niet dat een convenant geen status heeft. Partijen zetten met het ondertekenen van een convenant hun reputatie op het spel. De ondertekening van een convenant is vaak een publieke vertoning en kan leiden, afhankelijk van het onderwerp, tot media-aandacht. De ondertekende partijen zijn (..) moreel gebonden (Herweijer en Fleurke 1992, p. 97). De Vries (1992) specificeert dit door te stellen dat de overheid de partij is die de wederpartij een morele verplichting oplegt tot gedragsverandering. Het komt qua gebondenheid vooral neer op het volgende: Naleving van de afspraken zal vooral een kwestie van de goede wil van partijen zijn (Goorden, 1996 p. 145). Bestuurskundigen zijn in tegenstelling tot juristen wel enthousiast over convenanten. De Vries stelt zelfs: Er zijn (..) hele goede redenen waarom convenanten zich kenmerken door vaagheid en onduidelijkheid (1992 p. 218). Hij doelt daarmee op de sympathieke stijl van het convenant die niet strookt met het willen binden van de partijen in alle mogelijke omstandigheden. Overigens staan juristen en bestuurskundigen wel vaker tegenover elkaar. Een niet ongebruikelijke rolverdeling tussen beleidsmakers en juristen is dat de eersten met leuke ideeën voor de mensen komen, en dat juristen dan roet in het eten gooien door te zeggen dat die ideeën juridisch niet door de beugel kunnen (Damen, 1993 p. 93). Dit blijkt ook aan de orde bij het convenant. Bestuurskundig gezien is het een populair instrument omdat het bouwt op vertrouwen, gelijkwaardigheid en partnerschap. Daarom is het van belang dat de samenwerking tussen de partijen de tijd krijgt om te ontwikkelen en niet in een vroeg stadium wordt geformaliseerd (van der Burgh, 1993). De essentie van een (..) convenant is niet gelegen in de juridische, maar in de bestuurlijke binding (van der Heijden en van der Vlies, 1993 p. 478). Later wordt in hetzelfde artikel opgemerkt: met de afdwingbaarheid van convenanten is het droevig gesteld, maar de naleving ervan is redelijk (Van der Heijden en Van der Vlies, 1993 p. 475). En zo lijkt het, bijna 20 jaar later, nog steeds Één der beleidsinstrumenten Een convenant wordt in de literatuur meestal in verband gebracht met beleidsinstrumenten. De overheid heeft een gereedschapskist (Van der Doelen, 1993) en een convenant is één van de gereedschappen. De inzet van een convenant kan duiden op ontoereikendheid van andere instrumenten als het als een alternatief wordt gezien voor traditionele instrumenten (Van de Peppel en Herweijer, 2000). De Bruijn en ten Heuvelhof (1999) zetten het convenant bijvoorbeeld af tegen de privaatrechterlijke overeenkomst en de formele regel. Wat gezien het grootverbruik door de overheid geen verrassing hoeft te zijn, is dat de term beleidsinstrument voor het eerst gebruikt werd in het openbaar bestuur, in ambtelijke nota s en stukken (Baakman, 1993). De meest aangetroffen definities voor beleidsinstrument komen min of meer neer op het volgende: alle zaken die door of namens de overheid worden gebruikt of kunnen worden gebruikt om het bereiken van één of meer beleidsdoelen te bevorderen (Hoogerwerf, 1998 p.22). Dat is dus veelomvattend. Er is veel onderzoek verricht naar beleidsinstrumenten in soorten en maten. Hieruit blijkt dat er sprake is van verschillende typen 18

WAAROM DOEN WE ONDERZOEK?

WAAROM DOEN WE ONDERZOEK? 02 WIE ZIJN WE? De Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (Inspectie OOV) is onafhankelijk toezichthouder op het terrein van politie, brandweer, Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR),

Nadere informatie

Bowling alone without public trust

Bowling alone without public trust Bowling alone without public trust Een bestuurskundig onderzoek naar de relatie tussen een ervaren sociaal isolement van Amsterdamse burgers en de mate van publiek vertrouwen dat deze burgers hebben in

Nadere informatie

Hervormingen in het lokaal re-integratiebeleid. Plan van aanpak quick scan

Hervormingen in het lokaal re-integratiebeleid. Plan van aanpak quick scan Hervormingen in het lokaal re-integratiebeleid Plan van aanpak quick scan Juni 2014 Colofon Rekenkamer Súdwest-Fryslân dr. M.S. (Marsha) de Vries (hoofdonderzoeker, secretaris) dr. R.J. (Rick) Anderson

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting Een brede kijk op onderwijskwaliteit E e n o n d e r z o e k n a a r p e r c e p t i e s o p o n d e r w i j s k w a l i t e i t b i n n e n S t i c h t i n g U N 1 E K Samenvatting Hester Hill-Veen, Erasmus

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties prof dr wim derksen Aan de directeur Bouwen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de heer drs J.M.C. Smallenbroek zondag 23 november 2014 Geachte heer Smallenbroek, Op uw verzoek

Nadere informatie

: Instellen van gemeenschappelijke regeling 'Veiligheidsregio Brabant-Noord"

: Instellen van gemeenschappelijke regeling 'Veiligheidsregio Brabant-Noord RAADSVOORSTEL Onderwerp : Instellen van gemeenschappelijke regeling 'Veiligheidsregio Brabant-Noord" Inleiding Momenteel kent de hulpverleningsdienst Brabant-Noord twee gemeenschappelijke regelingen, namelijk

Nadere informatie

Risico s in grondexploitatie. Gemeente Súdwest-Fryslân. Rekenkamer Súdwest-Fryslân. Maart 2012

Risico s in grondexploitatie. Gemeente Súdwest-Fryslân. Rekenkamer Súdwest-Fryslân. Maart 2012 Risico s in grondexploitatie Gemeente Súdwest-Fryslân Rekenkamer Súdwest-Fryslân Maart 2012 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Opzet van onderzoek 2 Hoofdstuk 1: Opzet van onderzoek 1.1 Inleiding en aanleiding

Nadere informatie

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen 3 Voorwoord Goed onderwijs is een belangrijke voorwaarde voor jonge mensen om uiteindelijk een betekenisvolle en passende plek in de maatschappij te krijgen. Voor studenten met een autismespectrumstoornis

Nadere informatie

Samenvatting. Het behandelbaarheidscriterium in de WBO

Samenvatting. Het behandelbaarheidscriterium in de WBO Samenvatting De Staatssecretaris van VWS heeft de Gezondheidsraad gevraagd om een verkenning van mogelijke problemen bij de interpretatie van het begrip (niet-)- behandelbaar in een tweetal wetten op het

Nadere informatie

De algemene probleemstelling van dit afstudeeronderzoek heb ik als volgt geformuleerd:

De algemene probleemstelling van dit afstudeeronderzoek heb ik als volgt geformuleerd: Inleiding Mijn afstudeeronderzoek richt zich op het bepalen van de juiste sourcingadvies per IT-proces van een organisatie. Voorlopig hanteer ik de definitie van Yang en Huang (2000) met betrekking tot

Nadere informatie

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Monitor Mediation

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Monitor Mediation Samenvatting Aanleiding Mediation is een vorm van geschilbeslechting waarbij een onafhankelijke neutrale derde, de mediator, partijen begeleidt om tot een oplossing te komen van hun onderlinge conflict.

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 2030 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Directie Weerbaarheidsverhoging Afdeling veiligheidsregio's Schedeldoekshaven

Nadere informatie

Notitie functioneringsgesprekken

Notitie functioneringsgesprekken Notitie functioneringsgesprekken In de handreiking voor functioneringsgesprekken met burgemeesters, enkele jaren terug opgesteld door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, wordt

Nadere informatie

Experience-Based Authority Argumentation in Direct-to-Consumer Medical Advertisements R.M. Wierda

Experience-Based Authority Argumentation in Direct-to-Consumer Medical Advertisements R.M. Wierda Experience-Based Authority Argumentation in Direct-to-Consumer Medical Advertisements R.M. Wierda Samenvatting In medische advertenties proberen adverteerders consumenten ervan te overtuigen een bepaald

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

Evaluatie Wet veiligheidsregio's (2135): projectbeschrijving

Evaluatie Wet veiligheidsregio's (2135): projectbeschrijving 1 Betrekkingen (EWB) 070 370 7051 Evaluatie Wet veiligheidsregio's (2135): projectbeschrijving Projectnaam Evaluatie Wet veiligheidsregio's (2135) 1. Evaluatie Wet veiligheidsregio's (Wvr) Bij de behandeling

Nadere informatie

Rechtsvorm en gebruik van LLP s en LLC s

Rechtsvorm en gebruik van LLP s en LLC s Rechtsvorm en gebruik van LLP s en LLC s Onderzoek door mr. J.M. Blanco Fernández en prof. mr. M. van Olffen (Van der Heijden Instituut, Radboud Universiteit Nijmegen) in opdracht van het Wetenschappelijk

Nadere informatie

opvolgingsonderzoek re-integratie en voortijdig schoolverlaten

opvolgingsonderzoek re-integratie en voortijdig schoolverlaten opvolgingsonderzoek re-integratie en voortijdig schoolverlaten juli 2012 1 inleiding 1-1 aanleiding De rekenkamer voert onderzoeken uit naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het

Nadere informatie

Examenbespreking havo maatschappijwetenschappen Donderdag 23 mei 2019

Examenbespreking havo maatschappijwetenschappen Donderdag 23 mei 2019 Examenbespreking havo maatschappijwetenschappen Donderdag 23 mei 2019 Het correctievoorschrift van het CvTE is bindend. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Dit verslag

Nadere informatie

PVA Jaar 2. Stefan Timmer S1001410 Klas: CE 2b

PVA Jaar 2. Stefan Timmer S1001410 Klas: CE 2b PVA Jaar 2 Stefan Timmer S1001410 Klas: CE 2b Inhoudsopgave blz. Voorblad - Inhoudsopgave 2 Plan van aanpak tweede jaar 3-4 Bijlage 1: Algemene domeincompetenties 5-6 (wat heb ik geleerd) Bijlage 2: Belangrijkste

Nadere informatie

12/2012. Rob. Loslaten in vertrouwen. Loslaten in vertrouwen. Naar een nieuwe verhouding tussen overheid, markt én samenleving.

12/2012. Rob. Loslaten in vertrouwen. Loslaten in vertrouwen. Naar een nieuwe verhouding tussen overheid, markt én samenleving. 12/2012 Loslaten in vertrouwen Rob Raad Ropenbaar voor het bestuur Loslaten in vertrouwen Naar een nieuwe verhouding tussen overheid, markt én samenleving December 2012 Rob Inhoud Voorwoord 3 Samenvatting

Nadere informatie

Deze centrale vraag leidt tot de volgende deelvragen, die in het onderzoek beantwoord zullen worden.

Deze centrale vraag leidt tot de volgende deelvragen, die in het onderzoek beantwoord zullen worden. Aan: Gemeenteraad van Druten Druten, 27 juli 2015 Geachte voorzitter en leden van de gemeenteraad, In de eerste rekenkamerbrief van 2015 komt inkoop en aanbesteding aan bod. Dit onderwerp heeft grote relevantie,

Nadere informatie

Rekenkamercommissie. Onderzoekprogramma vanaf 2012

Rekenkamercommissie. Onderzoekprogramma vanaf 2012 Rekenkamercommissie Onderzoekprogramma vanaf 2012 1. Inleiding De gemeenteraad van Brummen heeft een Rekenkamercommissie. De Rekenkamercommissie voert onderzoeken uit betrekking hebbende op de doelmatigheid,

Nadere informatie

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom Den Haag Ons kenmerk 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Onderwerp Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon Bijlage(n) geen Geachte heer Van

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Wat houdt het begrip internationale samenwerking in?

Samenvatting. 1. Wat houdt het begrip internationale samenwerking in? Aanleiding voor het onderzoek Samenvatting In de 21 ste eeuw is de invloed van ruimtevaartactiviteiten op de wereldgemeenschap, economie, cultuur, milieu, etcetera steeds groter geworden. Ieder land dient

Nadere informatie

Utrecht, september 2010 Gerjoke Wilmink directeur Nibud

Utrecht, september 2010 Gerjoke Wilmink directeur Nibud Voorwoord Ongeveer twee jaar geleden publiceerde het Nibud Geld en Gedrag, Budgetbegeleiding voor de beroepspraktijk. Het boek werd enthousiast ontvangen door het werkveld, vooral vanwege de competenties

Nadere informatie

Deel ; Conclusie. Handleiding scripties

Deel ; Conclusie. Handleiding scripties Deel ; Conclusie Als je klaar bent met het analyseren van de onderzoeksresultaten, kun je beginnen met het opstellen van de conclusie(s), de eventuele discussie en het eventuele advies. In dit deel ga

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2010 - II

Eindexamen filosofie vwo 2010 - II Opgave 2 Religie in een wetenschappelijk universum 6 maximumscore 4 twee redenen om gevoel niet te volgen met betrekking tot ethiek voor Kant: a) rationaliteit van de categorische imperatief en b) afzien

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Faculteit Geesteswetenschappen BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Onderstaand formulier betreft de beoordeling van het stageverslag en het onderzoeksverslag. Deze wordt door de begeleidende

Nadere informatie

Tijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79

Tijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79 Tijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79 Boekbespreking Techniek in het natuurkunde-onderwijs M.J. de Vries, Uitg.: Technische Universiteit Eindhoven, 1988 Dissertatie, 278 p. De

Nadere informatie

Scriptie over Personal Branding en Netwerking

Scriptie over Personal Branding en Netwerking Scriptie over Personal Branding en Netwerking 1e versie - 16 november 2012 Jana Vandromme Promotor: Hannelore Van Den Abeele 1. Inhoudstafel 1. Inhoudstafel 2. Onderzoeksvragen 2.1 Onderzoeksvraag 1 2.2

Nadere informatie

Het middenbestuur in relatie tot de lokale overheid. Meneer de Voorzitter,

Het middenbestuur in relatie tot de lokale overheid. Meneer de Voorzitter, Het middenbestuur in relatie tot de lokale overheid Meneer de Voorzitter, Graag lever ik een bijdrage aan de discussie over het middenbestuur. Ik zal daarbij ook in gaan op de gevolgen die dat heeft voor

Nadere informatie

Plan van aanpak. nulmeting brandweerzorg Caribisch Nederland

Plan van aanpak. nulmeting brandweerzorg Caribisch Nederland nulmeting brandweerzorg Caribisch Nederland 1 Aanleiding 3 2 Onderzoeksopzet 4 3 Communicatie 8 Bijlage I Afkortingen 9 2 1 Caribisch Nederland kent één brandweerkorps, het brandweerkorps Caribisch Nederland

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten Bijlage 1: Methode In deze bijlage doen wij verslag van het tot stand komen van onze onderzoeksinstrumenten: de enquête en de interviews. Daarnaast beschrijven wij op welke manier wij de enquête hebben

Nadere informatie

Datum 13 oktober 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'Aantal vechtscheidingen groeit explosief'

Datum 13 oktober 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'Aantal vechtscheidingen groeit explosief' 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen? Samenvatting Aanleiding en onderzoeksvragen ICT en elektriciteit spelen een steeds grotere rol bij het dagelijks functioneren van de maatschappij. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: Ministerie

Nadere informatie

Inclusief IEDEREEN! Hoe het vertrouwen van de burger in de overheid te herstellen.

Inclusief IEDEREEN! Hoe het vertrouwen van de burger in de overheid te herstellen. Inclusief IEDEREEN! Hoe het vertrouwen van de burger in de overheid te herstellen. Anita Hütten / T ik BV, Veghel 2012 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen

Nadere informatie

Inzicht in presterend vermogen van veiligheidsregio s

Inzicht in presterend vermogen van veiligheidsregio s Inzicht in presterend vermogen van veiligheidsregio s Onderzoek naar de mogelijkheid en wenselijkheid van een stelsel van indicatoren voor het presterend vermogen van veiligheidsregio s Samenvatting Achtergrond

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo het beeld van het hbo als werkgever onder hoogopgeleide professionals Samenvatting imago-onderzoek

arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo het beeld van het hbo als werkgever onder hoogopgeleide professionals Samenvatting imago-onderzoek arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo het beeld van het hbo als werkgever onder hoogopgeleide professionals Samenvatting imago-onderzoek Zestor is opgericht door sociale partners in het hbo: onderzoeksvraag

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 februari 2015 Autoriteit woningcorporaties

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 februari 2015 Autoriteit woningcorporaties De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van BZK www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Uw kenmerk Betreft Autoriteit woningcorporaties Inleiding

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Sociale en Institutionele Ontwikkeling Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Datum 24 november 2008 Auteur DSI/MY

Nadere informatie

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten Beoordeling Te behalen Behaald 1. Past het onderwerp/ontwerp bij het vak/de vakken? 1 Herkenbaarheid van het vak of de vakken. Past het onderwerp

Nadere informatie

De discrepantie tussen woonwetgeving en de werking ervan

De discrepantie tussen woonwetgeving en de werking ervan De discrepantie tussen woonwetgeving en de werking ervan Bernard Hubeau & Diederik Vermeir Universiteit Antwerpen 1. Onderzoek private en sociale huur 2. Kwaliteitsvolle regelgeving 3. Wetsevaluerend onderzoek

Nadere informatie

Beleidsdoorlichting Luchtvaart. Verslag onafhankelijke deskundige

Beleidsdoorlichting Luchtvaart. Verslag onafhankelijke deskundige Beleidsdoorlichting Luchtvaart Verslag onafhankelijke deskundige In opdracht van: Decisio BV 17 augustus 2017 Aanleiding In de offerte-uitvraag voor het uitvoeren van de Beleidsdoorlichting Luchtvaart

Nadere informatie

Second opinion op de beleidsdoorlichting van het begrotingsartikel 18. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid. Maarten Kansen

Second opinion op de beleidsdoorlichting van het begrotingsartikel 18. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid. Maarten Kansen Second opinion op de beleidsdoorlichting van het begrotingsartikel 18 Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Maarten Kansen Oktober 2016 Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) maakt analyses

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Inleiding Overgewicht en obesitas bij kinderen is een serieus volksgezondheidsprobleem. Het wordt veroorzaakt door een complex geheel van onderling samenhangende persoonlijke, sociale en omgevingsfactoren.

Nadere informatie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Nr. WJZ/2005/30013 (3764) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet

Nadere informatie

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier 2015-5 5

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier 2015-5 5 Samenvatting De Algemene Rekenkamer (AR) heeft aanbevolen dat de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie beter inzicht verschaft in niet-gebruik van gesubsidieerde rechtsbijstand. Onder niet-gebruikers

Nadere informatie

Convenant Eenvormige Toetsing Gezondheidsonderzoek vanuit het Parelsnoer Instituut

Convenant Eenvormige Toetsing Gezondheidsonderzoek vanuit het Parelsnoer Instituut Convenant Eenvormige Toetsing Gezondheidsonderzoek De ondergetekenden: 1. Academisch Medisch Centrum Amsterdam... gevestigd aan... te..., vertegenwoordigd door... (hierna te noemen...) en 2...., gevestigd

Nadere informatie

Onderzoeksopzet Communicatie

Onderzoeksopzet Communicatie Onderzoeksopzet Communicatie Rekenkamercommissie Heerenveen Februari 2009 Rekenkamercommissie Heerenveen: onderzoeksopzet communicatie 1 Inhoudsopgave A. Wat willen we bereiken 1. Aanleiding en achtergronden

Nadere informatie

Vragen pas gepromoveerde

Vragen pas gepromoveerde Vragen pas gepromoveerde dr. Maaike Vervoort Titel proefschrift: Kijk op de praktijk: rich media-cases in de lerarenopleiding Datum verdediging: 6 september 2013 Universiteit: Universiteit Twente * Kun

Nadere informatie

Docent Kunsteducatie in de schijnwerpers

Docent Kunsteducatie in de schijnwerpers Docent Kunsteducatie in de schijnwerpers Master-thesis over de werkwijze van de docent kunsteducatie in het VMBO en VWO Tirza Sibelo Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen Richting: Sociologie

Nadere informatie

Er staat veel op het spel bij selectie voor de geneeskundeopleiding. Slechts 6-30% van de kandidaten kan toegelaten worden tot de opleiding en selecti

Er staat veel op het spel bij selectie voor de geneeskundeopleiding. Slechts 6-30% van de kandidaten kan toegelaten worden tot de opleiding en selecti Samenvatting Er staat veel op het spel bij selectie voor de geneeskundeopleiding. Slechts 6-30% van de kandidaten kan toegelaten worden tot de opleiding en selectieprocedures zijn over het algemeen prijzig.

Nadere informatie

onderzoeksopzet handhaving

onderzoeksopzet handhaving onderzoeksopzet handhaving Rekenkamercommissie Onderzoeksopzet Handhaving rekenkamercommissie Oss 29 april 2009 1 Inhoudsopgave 1. AANLEIDING EN ACHTERGROND... 3 2. AFBAKENING... 4 3. DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN...

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU?

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU? E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU? Thuis en op school heb je allerlei waarden meegekregen. Sommigen passen bij je, anderen misschien helemaal niet. Iedereen heeft waarden. Ken

Nadere informatie

RKC Opsterland. Onderzoeksplan Integratie Statushouders in de gemeente Opsterland

RKC Opsterland. Onderzoeksplan Integratie Statushouders in de gemeente Opsterland RKC Opsterland Onderzoeksplan Integratie Statushouders in de gemeente Opsterland Beetsterzwaag, 12 oktober 2016 2 Inhoudsopgave Inleiding 3 Motivatie onderzoek 3 Doelstelling 4 Vraagstelling 4 Normenkader

Nadere informatie

Samen aan de IJssel Inleiding

Samen aan de IJssel Inleiding Samen aan de IJssel Samenwerking tussen de gemeenten Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel, kaders voor een intentieverklaring en voor een onderzoek. Inleiding De Nederlandse gemeenten bevinden

Nadere informatie

onderzoeksopzet verbonden partijen

onderzoeksopzet verbonden partijen onderzoeksopzet verbonden partijen Rekenkamercommissie Onderzoeksopzet Verbonden Partijen rekenkamercommissie Oss 1 Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding... 3 2. Wat is een DoeMee-onderzoek?... 3

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/33081 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/33081 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33081 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Stettina, Christoph Johann Title: Governance of innovation project management

Nadere informatie

Aan de raad van de gemeente Wormerland

Aan de raad van de gemeente Wormerland RAADSVOORSTEL Aan de raad van de gemeente Wormerland Datum aanmaak 11-12-2013 Onderwerp Programma en portefeuillehouder Inkoopsamenwerking decentralisaties Zaanstreek-Waterland, Regeling Zonder Meer Anna

Nadere informatie

Growth & Reflection. Opleverdatum: 18 juni 2014

Growth & Reflection. Opleverdatum: 18 juni 2014 Growth & Reflection Growth & Reflection Opleverdatum: 18 juni 2014 Multimediaal Reclamebureau 2013/2014 Inleiding Er zit alweer een half jaar bij MMR op en ik heb weer veel nieuwe dingen geleerd en nieuwe

Nadere informatie

DENKEN OVER TECHNOLOGIE, GEZONDHEID EN ZORG

DENKEN OVER TECHNOLOGIE, GEZONDHEID EN ZORG DENKEN OVER TECHNOLOGIE, GEZONDHEID EN ZORG Colofon Dorien Voskuil en Deirdre Beneken genaamd Kolmer Denken over technologie, gezondheid en zorg In opdracht van: De Haagse Hogeschool Johanna Westerdijkplein

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013

SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013 SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013 In het Slotdocument van het VGS-congres 2013 Gemeentesecretaris in Veiligheid staat een leidraad voor

Nadere informatie

Datum 5 september 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de afname van het aantal duikteams bij de brandweer

Datum 5 september 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de afname van het aantal duikteams bij de brandweer 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Review op uitgevoerde risico-inventarisatie implementatie resultaatgerichte bekostiging

Review op uitgevoerde risico-inventarisatie implementatie resultaatgerichte bekostiging Review op uitgevoerde risico-inventarisatie implementatie resultaatgerichte bekostiging mr. drs. E.P.J. de Boer Rotterdam, Aanleiding en opzet van de review In opdracht van de GR Jeugdhulp Rijnmond is

Nadere informatie

Bewonerswelstand Twee modellen voor zelforganisatie in de ruimtelijke kwaliteitszorg A f s t u d e e r s c r i p t i e d o o r : R o m y B e r n t s e

Bewonerswelstand Twee modellen voor zelforganisatie in de ruimtelijke kwaliteitszorg A f s t u d e e r s c r i p t i e d o o r : R o m y B e r n t s e Bewonerswelstand Twee modellen voor zelforganisatie in de ruimtelijke kwaliteitszorg A f s t u d e e r s c r i p t i e d o o r : R o m y B e r n t s e n Begeleid door: Mr. F.A.M. Hobma & Dr. J.L. Heintz

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 31 015 Kindermishandeling Nr. 82 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

RESEARCH CONTENT. Loïs Vehof GAR1D

RESEARCH CONTENT. Loïs Vehof GAR1D RESEARCH CONTENT Loïs Vehof GAR1D INHOUD Inleiding ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ blz. 2 Methode -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Uitkomsten evaluatiegesprekken

Uitkomsten evaluatiegesprekken Uitkomsten evaluatiegesprekken Doel en aanpak evaluatie De evaluatie kende twee invalshoeken: 1.Evaluatie van het proces 2.Opbrengst van het proces: het contract Of ook het beoogde resultaat behaald wordt

Nadere informatie

sturen om tot te komen Rijnconsult Business Review

sturen om tot te komen Rijnconsult Business Review Je moet behoorlijk sturen om tot zelfsturing te komen 56 Rijnconsult Business Review Het creëren van effectieve autonome teams is geen nieuw onderwerp voor veel organisaties. Maar de dynamiek waarin veel

Nadere informatie

Duiden, verbinden en vakmanschap

Duiden, verbinden en vakmanschap Effectieve managementstrategieën: Duiden, verbinden en vakmanschap www.divosa.nl Effectieve managementstrategieën: Duiden, verbinden en vakmanschap dr. Duco Bannink, Chris Goosen Het management van sociale

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG DGBK Burgerschap en Informatiebeleid www.rijksoverheid.nl Uw kenmerk

Nadere informatie

ONDERZOEKSOPZET VERVOLGONDERZOEK OP EIGEN KRACHT

ONDERZOEKSOPZET VERVOLGONDERZOEK OP EIGEN KRACHT Vervolgonderzoek Op eigen kracht over de voorwaarden voor een doeltreffend en doelmatig functioneren van Sociale Wijkzorgteams Januari 2016 1 AANLEIDING Op 16 oktober 2015 publiceerde de Rekenkamer Den

Nadere informatie

Handreiking 1 Leren van klachten en praktijk

Handreiking 1 Leren van klachten en praktijk Handreiking 1 Leren van klachten en praktijk Onnodige en dysfunctionele bureaucratie voorkomen in passend onderwijs Handreiking 1: Leren van klachten en praktijk z n minst een verschil van mening. Dat

Nadere informatie

1.Inleiding. 2.Profielen per 1 augustus 2007

1.Inleiding. 2.Profielen per 1 augustus 2007 logoocw De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk VO/OK/2003/53723 Uw kenmerk Onderwerp tweede fase havo/vwo 1.Inleiding In het algemeen

Nadere informatie

6.5. Boekverslag door T woorden 2 juni keer beoordeeld

6.5. Boekverslag door T woorden 2 juni keer beoordeeld Boekverslag door T. 1787 woorden 2 juni 2002 6.5 58 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Ik doe mijn praktische opdracht over Flexwerk. Ik heb dit onderwerp gekozen, omdat je er veel mensen over hoort

Nadere informatie

LOKALE KIEZERS: LOKALE KEUZES. Onderzoek stemgedrag Gemeenteraadsverkiezingen 2010

LOKALE KIEZERS: LOKALE KEUZES. Onderzoek stemgedrag Gemeenteraadsverkiezingen 2010 LOKALE KIEZERS: LOKALE KEUZES Onderzoek stemgedrag Gemeenteraadsverkiezingen 2010 Wie en waarom? Universiteit van Tilburg / Dec. 2010 Dr. Marcel Boogers Dr. Julien van Ostaaijen Laura Slagter Opdracht:

Nadere informatie

BESTURINGSAUDIT OVERHEIDSORGANISATIES

BESTURINGSAUDIT OVERHEIDSORGANISATIES BESTURINGSAUDIT OVERHEIDSORGANISATIES Met deze besturingsaudit beschikt u over een instrument waarmee de eventuele zwakke plekken in de besturing van een overheidsorganisatie kunnen worden opgespoord.

Nadere informatie

Samenvatting afstudeeronderzoek

Samenvatting afstudeeronderzoek Samenvatting afstudeeronderzoek Succesfactoren volgens bedrijfsleven in publiek private samenwerkingen mbo IRENE VAN RIJSEWIJK- MSC STUDENT BEDRIJFSWETENSCHAPPEN (WAGENINGEN UNIVERSITY) IN SAMENWERKING

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Wolbert (PvdA) over kinderen van allochtone afkomst die overgewicht hebben (2014Z07817).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Wolbert (PvdA) over kinderen van allochtone afkomst die overgewicht hebben (2014Z07817). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken Aanbieding rapport "Klagen bij de politie"

Ministerie van Binnenlandse Zaken Aanbieding rapport Klagen bij de politie Ministerie van Binnenlandse Zaken ++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++ Aanbieding rapport "Klagen bij de politie" Datum Aan 6 maart l998 De korpsbeheerders De korpschefs : Directie Politie : EA98/U600

Nadere informatie

De invloed van inductie programma's op beginnende leraren

De invloed van inductie programma's op beginnende leraren De invloed van inductie programma's op beginnende leraren Op basis van door NWO gefinancierd wetenschappelijk onderzoek heeft Chantal Kessels, Universiteit Leiden in 2010 het proefschrift 'The influence

Nadere informatie

Modulewijzer Media en Onderzoek CDM jaar 4 CDMMEO Herfst / winter 2010 / 2011. Media en onderzoek

Modulewijzer Media en Onderzoek CDM jaar 4 CDMMEO Herfst / winter 2010 / 2011. Media en onderzoek Modulewijzer Media en Onderzoek CDM jaar 4 CDMMEO Herfst / winter 2010 / 2011 Media en onderzoek Module beschrijving Moduelecode MEDMEO01-2 CP 2 Belasting 56 klokuren Looptijd 20 weken, twee kwartalen

Nadere informatie

Toespraak commissaris van de Koning Max van den Berg, seminar 'Wetenschap middenin de samenleving', Groningen, 30 mei 2013

Toespraak commissaris van de Koning Max van den Berg, seminar 'Wetenschap middenin de samenleving', Groningen, 30 mei 2013 Toespraak commissaris van de Koning Max van den Berg, seminar 'Wetenschap middenin de samenleving', Groningen, 30 mei 2013 Dames en heren, Wetenschap is ontstaan uit verwondering en nieuwsgierigheid. Al

Nadere informatie

Samenvatting. Incidentie en frequentie van problemen

Samenvatting. Incidentie en frequentie van problemen Samenvatting Dit rapport gaat over de Nederlandse ondernemingen uit het midden- en kleinbedrijf (MKB), de bedrijven met maximaal 99 werknemers die gezamenlijk iets meer dan 99% van de bedrijven in Nederland

Nadere informatie

2.2 Argumenten voor het instellen van overheden 2.3 Verklaringen voor ondoelmatig overheidsbeleid 2.4 Samenvatting

2.2 Argumenten voor het instellen van overheden 2.3 Verklaringen voor ondoelmatig overheidsbeleid 2.4 Samenvatting Inhoud Woord vooraf Deel I Inleiding 1. Beleid, processen en effecten 1.1 Beleid en beleidswetenschap 1.2 De beleidsinhoud 1.3 Het beleidsproces 1.4 De beleidseffecten 1.5 Het beheer van de beleidsorganisatie

Nadere informatie

Functieprofiel lid Raad van Toezicht

Functieprofiel lid Raad van Toezicht Functieprofiel lid Raad van Toezicht Bestuursbureau Postbus 245, 6710 BE Ede Bovenbuurtweg 27, 6717 XA Ede 088 020 70 00 aeres.nl info@aeres.nl Doel van de functie De Raad van Toezicht staat het College

Nadere informatie

Uitspraaknr. 03.027. Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en het algemeen toegankelijk onderwijs. De klacht. Visie van partijen

Uitspraaknr. 03.027. Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en het algemeen toegankelijk onderwijs. De klacht. Visie van partijen Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en het algemeen toegankelijk onderwijs (mr. J.P.L.C. Dijkgraaf, mr. N. Gunes, J. Toes) Uitspraaknr. 03.027 Datum: 23 juni 2003 Onvoldoende structurele zorg

Nadere informatie

gegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden

gegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden een handreiking 71 hoofdstuk 8 gegevens analyseren Door middel van analyse vat je de verzamelde gegevens samen, zodat een overzichtelijk beeld van het geheel ontstaat. Richt de analyse in de eerste plaats

Nadere informatie