Weetboek Versie: HIC 2006

Transcriptie

1 Weetboek Versie: HIC 2006

2 Weetboek der Algemene Amsterdamse Studenten Roeivereniging Skøll A.A.S.R. Skøll Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaargemaakt, in enigerlei vorm of op enige wijze, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de A.A.S.R. Skøll. Eerste editie, 1974; tweede editie, 1980; derde editie, 1991; vierde editie, 1999; Vierde herziene druk, september 2003; vernieuwde editie: 2005; herzien 2006 Herzien en vernieuwd door Toon Michel en Patrick Mast Algemene Amsterdamse Studenten Roeivereniging Skøll Jan Vroegopsingel CN AMSTERDAM telefoon: (020) fax: (020) bestuur@skoll.nl website: -2-

3 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 4 2 Roeien (geen examenstof) 5 3 De boot en de riemen Boten Riemen Bootonderdelen Omgang met het materiaal Materiaalschades 11 4 Sturen Voorbereiding Commando s Stuurtechniek Vaarregels Aanleggen Wedstrijden Vaarwater 16 5 Roeien op Skøll De vereniging Roeiperspectief op Skøll Stippen Regels (geen examenstof) 23-3-

4 1 Voorwoord Roeien is behalve de leukste ook een van de veiligste sporten. Waar voetballers de helft van het seizoen geblesseerd zijn en boksers na verloop van tijd 50% van hun hersencapaciteit zijn verloren, worden de meeste roeiers hoogstens een beetje nat. Het roeimateriaal is eigenlijk kwetsbaarder dan de mensen die er in roeien en reparaties kosten behalve veel geld ook veel tijd. Na het halen van de b1-stip vertrouwen wij er op dat je veilig en gezond kan roeien, waarbij ook het materiaal heel blijft. Dat het er cool uitziet als je superstrak roeit, is mooi meegenomen. Dit uitstekende boekje kan je helpen om zo snel mogelijk de benodigde kennis voor het halen van de b1-stip te vergaren. Veel succes! Namens de afroeicommissie, Toon -4-

5 2 Roeien (geen examenstof) Er bestaan allerlei typen boten die kunnen varen zonder dat er een zeil of motor in zit. Een niet volledige opsomming: galeien, gondels, kajaks, kano s, roeiboten en sloepen. Waar ligt de grens tussen die verschillende boottypen en wat wordt verstaan onder roeien? Het verschil tussen roeien en kanoën is dat een roeier de boot meestal in achterwaartse richting beweegt, terwijl kanoërs en kajakkers voornamelijk vooruit varen. Daarnaast wordt bij het roeien de riem afgezet tegen de boot op een vast punt (meestal een dol). Roeibootjes met vaste bank zijn er voor de recreatieve (eenmalige) verhuur, maar het type met rolbankje is moeilijker te leren. Op Skøll wordt geroeid in boten met rolbankje, bovendien is er sprake van vrijwillig roeien. Vrijwillig roeien en niet roeien omdat er iemand met een zweep rondloopt of omdat je ervoor betaald wordt om passagiers te vervoeren is geleidelijk ontstaan toen er prijzen werden uitgeloofd voor de snelste roeiende veermensen in onder andere Venetië, Engeland en de VS. Ook roeiboten die werden gebruikt om passagiers van grote schepen naar de wal te brengen, werden wel eens ingezet om een wedstrijdje te doen. Sinds de galeien van de Vikingen (een verbeterde versie van de Perzische en Atheense galeien, met zeil en tot 170 roeiers) werden ingehaald door de stoomschepen, is de beroepsgroep van roeiers beginnen te slinken. Tegenwoordig is roeien vooral recreatief en/of competitief. Het ontstaan van boten met een rolbankje heeft een breuk veroorzaakt in de roeiwereld. In het sloeproeien en bij de scouts wordt nog steeds geen gebruik gemaakt van boten met rolbankje, terwijl in het roeien zoals dat op de Olympische Spelen wordt gedaan gebruik wordt gemaakt van de allermodernste boten en riemen van kunststof of andere bijzondere materialen. Eén innovatie is door de wereldroeibond (de FISA) tegengehouden: de rolrigger. Die zou te duur zijn in constructie, zodat arme landen in het nadeel zouden zijn. Bij de rolrigger beweegt niet het bankje, maar de rigger. Bij het eerste wereldkampioenschap in 1982 waar dit concept werd gebruikt, wonnen de boten met rolriggers glansrijk van de boten met rolbankje. De manier waarop de roeibeweging wordt uitgevoerd verschilt per land en soms zelfs binnen verenigingen. Voorbeelden van stijlen zijn de Orthodoxe Engelse stijl met een extreem rechte rug, de Oost-Duitse Rückenschwung waarbij de rug meteen bij de inzet wordt opgezwaaid, en de Nederlandse eenheidsstijl waarin diverse roeistijlen samenkomen. Bron: o.a

6 3 De boot en de riemen 3.1 Boten Boten worden volgens verschillende criteria onderscheiden: Materiaal Vroeger was het alleen mogelijk om boten van hout te maken. Hout is zwaar, zeer kwetsbaar en vergt veel onderhoud. Tegenwoordig worden boten bijna alleen nog van kunststof gemaakt. Boottypes Op Skøll wordt er tussen drie verschillende types boten onderscheid gemaakt: C-boten, B-Boten en gladde (of A-)boten. C-boten zijn zwaar en traag, maar liggen stabiel in het water. Ze worden daarom vooral als instructieen competitieboten gebruikt. C-boten hebben een dragende kiel. B-boten hebben net zoals C-boten een kiel. Deze is echter niet dragend. Ze zijn iets lichter dan C-boten en liggen minder stabiel in het water. Ze worden vooral gebruikt door ouderejaars competitieroeiers. Gladde boten zijn gebouwd volgens de reglementaire minimumafmetingen. Deze boten zijn vooral met het oog op snelheid gebouwd. Ze hebben geen uitwendige kiel. Om goed in deze boten te roeien is ervaring en training nodig. Wedstrijdroeiers en clubroeiers roeien alleen in glad materiaal. Aantal roeiers Er zijn boten met 8, 4, 2 of 1 roeierplaatsen. Scullen of Boordroeien Scullen betekent roeien met twee riemen. Boordroeien is roeien met één riem. De meeste boten kunnen of voor scullen of voor boordroeien worden opgeriggerd worden. Scullboten worden aangeduid met een x. -6-

7 Macon Bigblade Gestuurd of ongestuurd Er bestaan boottypes met en zonder stuurman. Deze worden kortweg gestuurd of ongestuurd genoemd. Ongestuurde boten worden gestuurd door de roeiers zelf. Ongestuurde boten worden aangeduid met een -. Gestuurde boten worden aangeduid met een +. Op de Amstel worden de grotere boten meestal gestuurd. Kleinere nummers zijn vaak ongestuurd. Afkortingen Voor het gemak bestaat er een verkorte notatie voor de boottypen: 1x gladde boot, één roeier, scullend, ongestuurd: skiff 2- gladde boot, twee roeiers, boordroeiend, ongestuurd: twee-zonder C4+ C-boot, vier roeiers, boordroeiend, gestuurd: C-vier B4+ B-boot, vier roeiers, boordroeiend, gestuurd: B-vier 4x- gladde boot, vier roeiers, scullend, ongestuurd: dubbel-vier 4x+/4* gladde boot, vier roeiers, scullend, gestuurd: quadrupple ( x+ wordt ook als * geschreven) 8+ gladde boot, acht roeiers, boordroeiend, gestuurd: acht 3.2 Riemen Riem: een lange hefboom met aan het ene uiteinde een handvat en aan het andere uiteinde een blad, bestemd om een roeiboot voort te bewegen. Riemen zijn onder te verdelen in: boord- en dubbelriemen (dubbelriemen of sculls zijn korter en hebben een kleiner blad), houten en koolstof riemen (koolstof is lichter en breekt minder snel), macons en bigblades (bigblades bestaan sinds 1991). Het is niet verboden om in plaats van over riemen te praten over palen, maar peddels gebruik je in een kano en roeispanen in een sloep of jol. -7-

8 3.3 Bootonderdelen Opstapplankje: Hier zet je je voet op bij het instappen en uitstappen 2. Rolbankje of bankje 3. Voetenbord Sliding: hier rijdt het bankje overheen 5. Huid: uiterst kwetsbaar, je mag er nooit op staan Diagonaal- of kruislat: bij sommige roeiboten zit hier een kunststof plaat, het emplacement 7. Grundellat 8. Topboord of boord (Til-)bint: hieraan mag je de boot vastpakken als je hem met de kiel omlaaghoudt 10. Spoorstok: verplaatsbare dwarslat tussen voetenbord en grundellat 11. Kiel: alleen C- en B-boten hebben een kiel 12. Spant 13. Boegbal: witte rubberen bal op de punt, stootdop en meetpunt bij wedstrijden -8-

9 14. Roer 15. Roerpen 16. Stuurstoel Stuurvoetenbankje 18. Stuurtouw 19. Rigger 16 Een rigger bestaat uit: Drukstang (aan boegzijde) 21. Hoofdstang 22. Trekstang 23. Dol Dolpen 25. Overslag 26. Blad 27. Steel Kraag 29. Manchet 30. Handle Handvat Niet afgebeeld: 22 Punt Taft: het gesloten gedeelte van een gladde boot tussen boegroeier en boegbal Waterkering: achter de boegroeier; houdt golven tegen Luchtkast: luchtdichte ruimte onder de taft; als de boot vol loopt blijft hij hierop drijven

10 3.4 Omgang met het materiaal Roeimateriaal is gebouwd om daarmee op het water te varen. Op het land is de boot veel kwetsbaarder, dus voorzichtigheid is geboden. C4-en en C2-en naar buiten brengen Om een C4+ te tillen zijn vijf mensen nodig, voor een C2+ zijn het er drie of vier. Eén persoon heeft het commando. Breng altijd eerst je riemen, het roer en rugsteun naar buiten. Riemen til je met het blad naar voren en onderhands. In je eentje draag je één riem tegelijk, met zijn tweeën kan je vier riemen tillen. Als je de riemen neerlegt, leg dan de bladen met de bolle kant naar beneden. Op het commando uitschuiven gelijk... nu! wordt de boot met de liggers uitgeschoven. Ga zo staan dat je de boot van de liggers kan tillen. Voor de beste gewichtsverdeling til je een C4+ op de plekken 1, 2, 3, en 4. Een C2+ til je op de plekken 5, 6 en 7 (zie fi guren in rechterkolom). Op het commando: tillen gelijk...nu! til je de boot op en draagt hem naar buiten. Pas goed op dat je geen andere boten raakt. De persoon die de commando s geeft, kijkt goed mee dat de boot nergens tegen aankomt. Met het commando zwenken voor of zwenken achter kun je de boot naar het vlot manoeuvreren. Op het vlot draai je de boot met de kiel naar beneden. Hiervoor gebruik je op Skøll het commando draaien met de kiel over Ouderkerk/Amsterdam. Draai hem, als het hard waait, met de kiel door de wind. Anders kan de boot wind vangen. Je kunt bij het tillen het onderste boord met je bovenbeen ondersteunen. Zorg in elk geval dat de boot de grond niet raakt. Als je de boot met kiel naar beneden tilt, pak hem dan alleen aan spanten of binten. Zet de boot schuin over de rand van het vlot neer. Daarna kan de boot in het water worden geschoven. De boot mag alleen met de kiel het vlot raken. Doe nu -10- C4+ naar buiten brengen

11 de overslagen open. Op het commando inschuiven gelijk... nu! schuif je met zijn allen de boot met de roerpen vooraan in het water. Let hierbij op dat de boot de hele tijd goed op de kiel staat en niet met de huid het vlot raakt. Zodra het achterschip drijft, tilt degene aan de punt het laatste stuk van de boot in het water. De kiel is daarbij vrij van het vlot.... en naar binnen brengen De boot naar binnen tillen doe je in omgekeerde volgorde. Zorg ervoor dat de bankjes vastzitten (elastiek) en dat alle losse onderdelen op tijd uit de boot zijn (roertje, rugsteun van de stuurplaats). Let erop dat alle overslagen dicht zijn voordat de boot naar binnen wordt gebracht. Als je de boot uit het water getild hebt, leg je hem voor de loods op de singles of schragen en gebruik de tuinslang om de boot af te spoelen. Dan droog je de boot goed af. Zorg dat doeken en dweilen schoon zijn. Betongruis en zand veroorzaken lakschades. De boeg van de boot gaat als eerste de loods in. Elke boot heeft zijn eigen plaats die met een naambordje staat aangegeven. Leg losse bankjes nooit met de wieltjes op de grond: zand maakt putten en krassen in de slidings. 3.5 Materiaalschades C2+ naar buiten brengen Controleer de boot voor en na het roeien op schade. Als een boot beschadigd is, mag je er niet in roeien! Je mag geen bankjes, roertjes of andere onderdelen uit andere boten lenen : dat lost niets op en veroorzaakt veel ergernis. Je kan kleine schades soms zelf repareren, bij het afschrijfboek hangt het belangrijkste gereedschap. Noteer schades altijd in het schadeboek. Meld grote schades direct aan het bestuur. -11-

12 4 Sturen Voor het halen van je b1-stip moet je de boten waarin je vaart ook kunnen sturen. Dit betekent dat je ervaring moet opdoen met aanleggen en het manoeuvreren in het verkeer op de Amstel en de commando s en vaarregels goed moet kennen. Stuur ben je vanaf het moment dat de roeiers bij de stelling staan tot de boot weer in de stelling ligt. 4.1 Voorbereiding Controleer van tevoren of de boot is afgeschreven. Bij het tillen geef je de commando s zoals beschreven in het hoofdstuk Omgang met het materiaal. Ga hierbij op een plek staan waar je goed overzicht hebt. Als je zelf meehelpt met tillen (C2+), pak dan de punt van de boot. Houd bij het instappen van de roeiers de boot in het midden vast en zorg daarbij dat de boot niet tegen het vlot komt. Zelf stap je als laatste in, waarna je laat overhellen naar waterzijde en doortrekken langs het vlot. Strijk dan verder naar een plek waar je veilig kan ronden. TIP: Als de stuur een beetje op de volgende dingen let, kan dat veel tijd schelen en ongelukken voorkomen. Zorg ervoor dat: - de overslagen aan waterzijde open zijn voordat de boot het water in gaat (scheelt tijd) - er bakboordriemen in bakboorddollen zitten, en stuurboordriemen in stuurboorddollen (scheelt tijd en grappen vanaf de kant) - de roeiers op de juiste manier instappen (scheelt schade) - de overslagen dicht zijn voordat je zelf instapt 4.2 Commando s De stuurman is de enige die de ploeg commando s geeft. Eis van je ploeg dat ze alleen naar jou luisteren en alert reageren. Ook als de coach roept dat je moet laten lopen, moet doorgeroeid worden totdat jij het commando tot laten lopen geeft. Zo kan je eerst om je heen kijken en een veilige plek uitzoeken. Geef altijd verstaanbare, korte en eenduidige commando s, vermijd lange verhalen en uitleg. Zorg dat de roeiers steeds weten waar ze mee bezig zijn: hoe hard ze moeten roeien en of er een oefening gedaan wordt. Na elke oefening geef je het einde aan met normale haal. Kies voor je commando s steeds zo n moment dat er geen onduidelijkheid kan zijn over het moment dat het van kracht wordt. Bijvoorbeeld bij de commando s opgelet... laat lopen! en normale haal na... nu! zorg je dat het laatste woord gelijk valt met de uitpik. Instappen gelijk Dit commando wordt gebruikt om de roeiers te laten instappen. Instappen gebeurt klokgelijk. Op 1 watervoet op opstapplankje; op 2 vlotvoet op voetenbord en langzaam gaan zitten; op 3 watervoet op voetenbord. -12-

13 Slagklaar maken... slagklaar...go Dit commando wordt gebruikt om de roeiers te laten beginnen met roeien. Bij Slagklaar maken gaan de roeiers in de eerste-stop-houding zitten, de bladen plat op het water, de boot ligt nu recht; bij Slagklaar worden de bladen verticaal gedraaid; bij Go beginnen de roeiers met roeien. Beginners leren slagklaar te maken in de inpik. Laat...lopen...los Dit commando wordt gebruikt om de roeiers te laten stoppen met roeien. Laat valt op de inpik; lopen valt op de uitpik; daarna blijven de roeiers met de armen gestrekt zitten met de bladen los van het water, de boot vaart met de restsnelheid door. Bij los leggen de roeiers de bladen op het water. Klapjes op hele boot/stuurboord/bakboord...nu! Dit commando wordt gebruikt om te manoeuvreren. Klapjes worden alleen met de armen uitgevoerd. De roeiers zitten in de tweede-stop-houding en maken alleen met de armen kleine halen. Strijken gelijk/stuurboord/ bakboord... nu! Dit commando wordt gebruikt om met de boot achteruit te manoeuvreren. De roeiers duwen het blad vanuit de uitpikpositie in het water van zich af. De stuur houdt het roer in 0º, zodat het niet omklapt. Houden...gelijk, Stuurboord/ Dit commando wordt gebruikt om de boot tot stilstand Bakboord...houden te brengen. De roeiers houden hun blad recht in het water met de armen gestrekt en remmen zo de boot af. Ronden over bakboord/stuurboord Dit commando wordt gebruikt om de boot te draaien of om rond te maken. Ronden gebeurt doord met twee boorden om en om te strijken of halen. Bij ronden over bakboord strijkt bakboord en haalt stuurboord, ronden over stuurboord geschiedt anders om. Lightpaddle na...nu! Dit commando wordt gebruikt om de boot langzamer te laten varen, de roeiers zetten nu bijna geen kracht meer. Stuurboord sterk/bakboord best Dit commando dient ter ondersteuning van het stuur als in scherpe bochten de stuurkracht van het roer niet genoeg is. Vaak wordt bij stuurboord sterk ook vermeld dat bakboord light mag roeien en andersom. Uitstappen gelijk Op 1 watervoet op opstapplankje en opstaan; op 2 vlotvoet naar de kant; op 3 watervoet op de kant. -13-

14 4.3 Stuurtechniek Sturen: Je zou het bijna vergeten, maar de stuurman bedient ook het roer. Het is het beste om te sturen met een kleine roeruitslag, om de boot niet af te remmen en de balans niet te verstoren. Als je een scherpe bocht moet nemen kan je de roeiers in de buitenbocht harder laten roeien met de commando s bakboord best en stuurboord sterk. Koers: Houd je aan de verkeersregels, houd stuurboordwal en kijk goed om je heen. Als je niet over de roeiers heen kunt kijken, kun je langs de roeiers kijken door opzij te leunen (maar dat verstoort de balans) of een lichte zigzag te varen. Kijk altijd achterom voordat je stil gaat liggen. Maak alleen rond op een overzichtelijke plek waar je geen ander verkeer hindert. Omgaan met andere roeiboten: Als een roeiboot op je af komt, kan het zijn dat ze je niet zien. Waarschuw een andere roeiboot door even het boottype of vereniging (te zien aan de bladen of kleding) te roepen. Omgaan met motorboten: Blijf uit de buurt van grote schepen, zij veroorzaken zuiging en dweilen uit in de bochten. Geef voor de zekerheid ook voorrang aan pleziervaart, zij kennen de regels meestal niet, letten niet op en zijn soms dronken. Een boeg- of hekgolf kun je haaks nemen (ga er recht doorheen) of evenwijdig (laat lopen en hel over om het water uit de boot te houden). Wees altijd beleefd! 4.4 Vaarregels Algemene vaarregels: altijd aan stuurboordwal blijven varen inhalen van roeiboten aan bakboord stilliggen aan de kant op het water geldt in principe de regel rechts voor links kleine schepen (<20m, roeiboten!) wijken voor grote schepen (sleepboten, binnenscheepvaart, rondvaartboten) -14- ponten hebben voorrang (ter hoogte van het Kalfje en in Ouderkerk) roeiboten hebben voorrang op motorpleziervaart (de bestuurders van deze schepen weten dit vaak zelf niet!) neem indien mogelijk het rechter bruggat Voorrangregels op het water Vaarverbod op Skøll Er geldt een vaarverbod als: - er sprake is van windkracht 7 of meer - bij mist de zicht minder dan 200 meter is (de overkant van de Amstel moet goed te zien zijn) - er sprake is van ijsgang - als het bestuur nog niet op Skøll is geweest om het vaarverbod af te kondigen en het weer is slecht (zie boven) geldt er toch een vaarverbod - tijdens algemene ledenvergaderingen Er geld een vaarverbod voor houten boten als: - de temperatuur voor 14:00 uur 0º of lager is - de temperatuur na 14:00 uur 2 graden of lager is Vaarverboden zijn aangegeven op de Skøll-site ( door affiches of in de actuele bestuursmededelingen. Temperatuur: Voor 14:00 0º Na 14:00 2º Windkracht: >7 Bft Zicht: < 200meter Vaarverbod

15 4.5 Aanleggen Goed aanleggen is niet makkelijk: je hebt zowel je verstand als je gevoel nodig. De meeste schades ontstaan tijdens mislukte aanlegpogingen. Het is dus belangrijk om in de eerste weken van je introductie dit deel goed onder de knie te krijgen. Principe: je vaart onder een hoek in een rechte lijn naar het vlot, en je mindert vaart door één boord te laten houden; de boot draait hierdoor evenwijdig aan het vlot. NB: de boegbal is geen stootkussen en dient dus ook niet als zodanig gebuikt te worden! Kies een hoek van ongeveer graden met het vlot. Met een paar halen in light-paddle laat je weer vaart in de boot brengen. Laat, een paar meter voor het vlot, lopen, geef de commando s overhellen naar stuurboord/ bakboord en de boot draait naar het vlot toe. worden gebruikt. Als het goed is, komt de boot parallel met het vlot tot stilstand, zonder het vlot te raken. Zorg dat de punt van de boot niet tussen twee vlotdelen komt! De roeiers pakken het vlot, de stuur kan uitstappen, houdt de boot vast, de roeiers maken de overslagen aan de waterzijde los en de stuurman laat de roeiers uitstappen. Je moet bij het aanleggen rekening houden met de wind die je uit koers kan blazen, ook bij het stilliggen. Tenslotte zorgt de stuurman ervoor dat de boot netjes uit het water wordt getild, wordt afgedroogd, in de stelling wordt gelegd en dat de riemen, het roertje en de bankjes mee naar binnen worden genomen. De stuurman schrijft ook eventuele schade aan het materiaal in het schadeboek. 4.6 Wedstrijden Als de boot niet genoeg draait kun je de roeiers aan waterzijde geleidelijk laten houden. Het is niet de bedoeling dat het roer nu wordt gebruikt, het draaien moet met de riemen gebeuren. Eventueel kan als de boot te ver doordraait tegenstuur worden gegeven. In nood kan het roer natuurlijk wel Bij de meeste wedstrijden is er geen ander verkeer, dus hoef je niet stuurboordwal te houden. Spreek voor de wedstrijd met je coaches en met je ploeg goed de wedstrijd door (inroeien, starten, wedstrijdopbouw). Tijdens de wedstrijd is het jouw taak om de roeiers aan te moedigen en te motiveren. Jij bent verantwoordelijk voor het uitvoeren van de wedstrijdtactiek. Je houdt de tegenstanders in de gaten en reageert op wat zij doen door bijvoorbeeld sprintjes aan te geven. Zie ook de website > Meer weten over... > Roeien > Roeiwedstrijd -15-

16 Vaarwater KARZV De Hoop 2. ASR Nereus 3. Roeicentrum Berlagebrug 4. AWV Ondine 5. RIC 6. RZV Poseidon 7. AASR Skøll 8. ARV Willem III 9. Amstelhotel 10. Torontobrug 11. Nieuwe Amstelbrug 12. Berlagebrug 13. Weespertrekvaart 14. Diemen 15. De omval 16. Duivendrechtsevaart 17. Utrechtsebrug 18. Rozenoordbrug (0,9 km) 19. Spookhuis 20. veerpont 21. Restaurant t Kalfje (2 km) Grote bocht/hoerenbocht (3 km) 23. De Naald (voormalige banpaal van Amsterdam; 4 km) 24. De molen in Ouderkerk (5 km) 25. Ouderkerk a/d Amstel (5,7 km) 26. Restaurant t Jagerhuis 27. Bullewijk 28. Betonbrug /Kruitmolen (de Kruitfabriek; 6,7 km) 29. De scheepswerf (Kikkereiland; 7,6 km) 30. Zwarte kat (8,9 km) 31. Nes a/d Amstel (11,2 km) 32. Uithoorn

17 5 Roeien op Skøll 5.1 De vereniging Geschiedenis Skøll werd op 3 november 1966 opgericht. De naam van de vereniging is ontleend aan de oud-noorse mythologie, net als de namen van veel boten. Volgens de overlevering is Skøll de wolf die dagelijks achter de zon aanjaagt. Komt hij dicht bij de zon dan is er sprake van een zonsverduistering. Bestuursfuncties: Voorzitter Secretaris Penningmeester Vice-voorzitter Commissaris Wedstrijd Commissaris Competitie Commissaris Materiaal Commissaris Sociëteit Commissaris Gebouw Financiële verplichtingen: Jaarlijkse contributie: 115 euro Verplichte roeibijdrage: 50 euro (eerstejaars competitieroeiers) 90 euro (clubroeiers) 120 euro (wedstrijdroeiers) Niet financiële verplichtingen: Eerstejaars leden moeten twee keer twee uur schoonmaken Tweedejaars leden moeten één keer per jaar twee uur schoonmaken. Als je niet komt schoonmaken, is de boete 30 euro. Organisatie Skøll is een studentenroeivereniging. Skøll is dus aan de ene kant een sportvereniging waar sport en roeien in het bijzonder helemaal voorop staat. Aan de andere kant is het een studentenvereniging. Dit houdt in dat het een vereniging is voor studenten, maar ook dat de vereniging door studenten aan het draaien wordt gehouden. Het dagelijkse werk wordt gecoördineerd door een jaarlijks gekozen bestuur. Ter ondersteuning van het bestuur bestaan er diverse advies-commissies waarin ervaren mensen met ervaring het bestuur terzijde staan. Uitgevoerd en georganiseerd wordt alles door de leden die in commissies georganiseerd zijn. Commissies Er bestaan open commissies waar iedereen mee kan doen en er zijn gesloten commissies waarvoor je gevraagd moet worden. Hier een aantal van de belangrijkste commissies op Skøll met hun taken: Materiaalcommissie: Voert het onderhoud aan de boten uit en repareert schades (open commissie) Gebouwcommissie: Voert onderhoud aan het gebouw uit (open commissie) Barcommissie: Staat achter de bar en regelt de verkoop van drank en snoep (gesloten commissie) Kookcommissie: zorgt op dinsdag en donderdag avond voor het eten op Skøll (open commissie) Wedstrijdcommissie: ondersteunt de wedstrijdroeiers -17-

18 door bijv. trainingsweekenden te organiseren of op wedstrijden te filmen (gesloten commissie) Competitiecommissie: ondersteunt de competitieroeiers op Skøll bijv. bij het vormen van ploegen, vinden van coaches en organiseert bovendien het competitie-trainingsweekend (gesloten commissie) Daarnaast zijn er een aantal commissies die gevormd worden om speciale evenementen te organiseren. De evenementen worden dan door de commissies in eigenregie georganiseerd. Deze commissies zijn gesloten: Lente- en herfstintroductiecommissies (LIC/HIC): organiseren de introductieperiodes in het voor- en najaar. Skøllcupcommissie: organiseert elk jaar de Skøllcup op de Bosbaan Head- en Heinekencommissie: verzorgt tijdens de Head en de Heineken alle gasten en roeiers die op Skøll zijn Voor een volledige overzicht van commissies kijk op (> commissies). Wil je in een commissie meewerken? Spreek de mensen aan die actief zijn in commissies! Weekagenda Elke dinsdag en donderdag wordt er door de kookcommissie gekookt (20:00 uur op Skøll, opgeven via Op dinsdagavond is tijdens de introductieperiode vanaf 21:30 de borrelavond in café Nota Bene Op donderdag vindt voor iedereen de Outdoor (conditie-/hardlooptraining) plaats (18:30 uur op Skøll). In de winter vindt voor competitieroeiers en wedstrijdroeiers wekelijks de Indoor (conditietraining) plaats. Elke woensdagavond is klusavond van de materiaalen de gebouwcommissie. Wie mee helpt mag ook mee-eten (vanaf 19:00 uur op Skøll, opgeven kan via of In het najaar is er op zaterdag en zondag weekend brunch (12:00 uur op Skøll). Het Skøll-lied Het Skøll-lied wordt gezamenlijk gezongen als er iets te vieren valt zoals een overwinning of een botendoop. Wie t roeiersbloed door d aad ren stroomt Het vikingschip op de borst Voor pijn en afzien nimmer schroomt Naar roem en blikken dorst Die zet met ons, vereend van zin, Met onbeklemde strot Dit luid gezongen feestlied in: Voor Skøll en t erevlot, Voor Skøll en t erevlot. Tekst: Tomas Jansma, Hubert de Jonge en Reinier de Koning Melodie: overgeleverd, naar Wien Neêrlands Bloed, melodie J.W. Wilms 5.2 Roeiperspectief op Skøll Na de introductieperiode zijn er verschillende mogelijkheden om de roeicarrière op Skøll voort te zetten. Je kan kiezen voor de wedstrijdselectie of voor competitieroeien. Als je uitgeselecteerd bent, kun je meedoen aan de competitieselectie. Competitieroeien Als eerstejaars competitieroeier roei je in de C4+. Je gaat na de introductieperiode gewoon door met trainen. Voor de roeiers die geen eigen competitieploeg hebben begint na de herfstintroductie de CATCH!- periode. CATCH! staat voor Commissie ter Assistentie bij Teamsamenstelling voor Competitieroeiers na de HIC. HIC-ers en LIC-ers zonder ploeg, die geen selectie doen, kunnen zich online inschrijven voor de trainingstijden in de CATCH!. De competitiecommissie helpt bij het vinden van een goed bij hen passende ploeg. Als je niet wil gaan wedstrijdroeien of als je uitgeselecteerd bent, kun je meedoen aan de competitie selectie. Deze selectie begint twee weken na aanvang van de CATCH! en is bedoeld om de beste

19 mannen en de beste vrouwen C4+en samen te stellen. Je blijft het hele jaar roeien in een C4+, je traint drie keer per week en natuurlijk start je met je ploeg alle wedstrijden. Alle overige competitieploegen bepalen zelf hoeveel keer per week ze willen roeien. Je kan samen met je coach bepalen hoe fanatiek je wilt roeien. De competitiecommissie helpt je om het roeiseizoen invulling te geven, met bijvoorbeeld elk jaar een trainingsweekend. Voor eerstejaars competitieroeiers is er jaarlijks een competitie, de OOCUZ, die bestaat uit zo n 220 studenten-c-viertjes uit heel Nederland. Je start eerst het openingstoernooi in Tilburg en daarna nog twee keer in andere studentensteden. Na drie weekenden blijven er nog ongeveer 140 ploegen over en begint een afvalrace over nog drie wedstrijen. De winnaar van de finale mag zich beste C4+-ploeg van heel Nederland noemen. Verder kun je starten op andere competitiewedstrijden. Kijk voor meer informatie, wedstrijd-data en wedstrijdinschrijving op de website van de competitiecomposite: Na je eerste jaar als competitieroeien kan je kiezen om selectie te lopen (je hebt al wat ervaring en je kansen zijn dus groter om geselecteerd te worden) of je kan met fanatieke mederoeiers kiezen voor clubroeien of je kan doorgaan met competitieroeien. Wedstrijdroeien Als je ervoor kiest om te gaan wedstrijdroeien kun je in de eerstejaars lichte (onder 72,5 kg) of zware herenacht of damesacht komen. Als wedstrijdroeier heb je de beste coaches, de beste boten en je komt in een team met een prestatiegerichte sfeer. 1e jaar Eind oktober begint de selectie. De eerste paar weken draai je met een grote groep circa zes trainingen per week: de indoor (een kracht- en conditietraining van ongeveer een uur), de outdoor, baktraining, training op de ergometer en 2 of 3 roeitrainingen. Medio december wordt de selectie voor de acht bekendgemaakt. Soms wordt er naast de acht ook een vier gevormd. Als wedstrijdroeier roei je in een 8+ of een 4+. Je traint het hele jaar zes keer per week. Naarmate het wedstrijdseizoen nadert, worden de indoor en de outdoor vervangen door roeitrainingen. Om maximaal te kunnen presteren mag je tijdens het wedstrijdseizoen niet roken of drinken. Het wedstrijdseizoen begint in maart met de lange-afstandswedstrijden (tot 8km). Na de langeafstandswedstrijden begint het baanseizoen. De wedstrijden zijn dan op een roeibaan over 2000 meter met zes boten boord-aan-boord. Je tegenstanders zijn roeiers van dezelfde gewichtsklasse en met een vergelijkbaar roeiverleden. Er is een indeling in divisies gebaseerd op het aantal behaalde overwinningen op 2000m-wedstrijden. Daar start je op zaterdag het eerstejaarsveld tegen alle andere eerstejaars achten van jouw jaar. Op zondag start je tegen de achten van jouw status. Na een jaar in een eerstejaarsacht heb je op Skøll uitstekende mogelijkheden om door te stoten naar de nationale top. De ouderejaars roeiers beginnen direct na de zomer met trainen. Roeien is een van de weinige sporten waarin je beginnende als student de top kunt bereiken. Regelmatig doen roeiers van Skøll mee op het WK en in het verleden waren er een aantal roeiers op de 2e jaar wedstrijdselectie wedstrijdroeien ouderejaars wedstrijdroeien Hic/Lic competitieselectie fanatiek competitieroeien clubroeien CATCH competitieroeien ouderejaars competitieroeien -19-

20 Olympische Spelen en hebben daar zelfs medailles gewonnen. Wil je meer weten? Aarzel dan niet om wedstrijdroeiers aan te spreken of kijk op Clubroeien Na je eerste jaar competitieroeien kan je kiezen om te gaan clubroeien. Hiervoor vindt de selectie na de zomervakantie plaats. De competitiecommissaris zoekt fanatieke coachteams. Het doel is om clubachten te vormen. Als er niet genoeg belangstelling is voor achten of als iets anders gewenst kan ook in andere Overzicht: boottypes geroeid worden. Als clubroeier moet je laten zien dat je serieus met je sport bezig bent en je moet minimaal 4 keer week trainen. Je hebt dan wel recht op een toegewezen boot. Je kan ook zelf het initiatief nemen en met mederoeiers en coach en in overleg met het bestuur een plan opstellen om te gaan clubroeien. Clubroeiers nemen deel aan competitiewedstrijden gedurende het jaar. Wedstrijdroeien Competitieroeien Clubroeien (vanaf het 2e jaar) Boot redelijk nieuwe C4+, (4+, B4+) afhankelijk van kunststof 8+ (evt. 4+) belangstelling Doel Prestatiegericht Sporten op een Fanatiek sporten, sporten, goed leren intensiteit die je goed leren roeien roeien, winnen zelf bepaalt Aantal trainingen 6-7 per week 2-5 keer per week Minimaal 4 keer per week Roken Niet toegestaan Mag Niet tijdens het seizoen Alcohol Niet in het seizoen Mag In overleg Sex Altijd toegestaan Dûh? Altijd toegestaan Te combineren Ja (geeft structuur Ja Ja met studie? in je leven) Hoe kom ik erin? Meedoen aan Zelf een team en coach Meedoen aan de de selectie vinden (CATCH!) selectie of op eigen initiatief Welke wedstrijden? NKIndoorroeien, OOCUZ-wedstrijden Heineken, Winterwedstrijden, Head, Club- en Heineken, Head, en competitiewedstrijden 2000m wedstrijden Coaches Ervaren coachteam Zelf coaches regelen Ervaren coaches Kans op blik? Vrij groot Afhankelijk van inzet Redelijk groot En daarna? Ouderejaars Eerstejaars Eerstejaars wedstrijdroeien, wedstrijdroeien, wedstrijdroeien, clubroeien, ouderejaars ouderejaars ouderejaars competitieroeien competitieroeien, competitieroeien, clubroeien clubroeien -20-

21 5.3 Stippen Voor je eigen en andermans veiligheid en om materiaalschades en blessures te voorkomen zijn er regels voor wie in welke boot mag. Dit wordt bepaald met behulp van de zogenaamde stippen. Er zijn twee verschillende categorieën stippen: de b-stippen voor boordroeien, de d-stippen voor scullen/dubbelen. Voor elke categorie bestaan er drie verschillende niveaus: 1 t/m 3. Voor elk boottype is een bepaalde stip nodig. Naast de b- en d-stippen bestaan de i-stippen, de instructiestippen. Deze zijn te krijgen door het volgen van coachcursussen. De Afroeicomissie (Afco) waakt over het stippen systeem. Zij is verantwoordelijk voor het uitreiken van stippen en de controle op het naleven van de regels. Overtreding van de regels kan resulteren in het intrekken van een stip. Bij ernstige overtredingen kan het bestuur boetes opleggen. Hieronder is de indeling van de stippen te zien: Boot Stip Opmerking Boord C4+/C2+ b1 of zonder stip met coach met i1 B4+ b1 eerste keer onder begeleiding van een coach met i1 afschrijf 8+ b2 of met b1-stip onder begeleiding van een coach die b2 en i1 of i2 heeft 4+ b2 of met b1-stip onder begeleiding van een coach die b2 en i1 of i2 heeft. 2- b3 of met b2 en met coach die b3 of i3 heeft Scull 1x d1, d2, d3 afhankelijk van het type skiff 2x d2 of d3 afhankelijk van het type 2x 4* d2 of d1 met coach met d2 of i2 voor een meer gedetailleerde overzicht kijk op Een uitzondering hierop vormen club- en wedstrijdroeiers. Voor hen zijn aangepaste regels geldig. Afwijken van de regels kan alleen in overleg met een lid van de Afco of het Bestuur. -21-

22 De b1-stip Voor het halen van een b1-stip dient de roei(st)er over onderstaande vaardigheden te beschikken: boot af kunnen schrijven de boot (C4+, C2+) en riemen op een juiste manier in- en uitbrengen voetenbord afstellen zelfstandig uit kunnen zetten goede basishaal kunnen maken waarbij gelet wordt op blessurevrij roeien (rug, polsen) en de bewegingsvolgorde watervrij roeien in de C4+ gelijk roeien (slag volgen) strijken, houden weten wat bakboord en stuurboord is belangrijkste stuurcommando s kennen en kunnen toepassen belangrijkste vaarregels kennen en kunnen toepassen zelfstandig aanleggen zonder het vlot te raken materiaalkennis op de hoogte zijn van de verenigingsregels Als je in een boot mag roeien, mag je hem ook sturen. Bovendien mag je met een b1-stip b2-boten sturen, echter zijn dan de coach, de slag en de boeg verantwoordelijk voor een veilige terugkeer. Voor het sturen in alle andere boten dan de C4+ en de C2+ geldt een maximumgewicht van 75 kg. Als je dus zwaarder bent dan 75 kg, mag je geen B4+, 4+ of 8+ sturen. Alleen leden van Skøll mogen in boten van Skøll sturen. Voor meer informatie over de verschillende stippen en het stippensysteem kijk op

23 5.4 Regels (geen examenstof) STATUTEN DER A.A.S.R. Skøll NAAM, OPRICHTING EN ZETEL Artikel 1 De vereniging draagt de naam: Algemene Amsterdamse Studenten Roeivereniging Skøll. Zij is op drie november negenti enhonderdzesenzestig opgericht en gevestigd te Amsterdam. DOEL Artikel 2 De vereniging stelt zich ten doel de roeisport onder de studenten van Amsterdam te doen beoefenen en te bevorderen. Zij tracht dit doel te bereiken door: a. het doen beoefenen van roeien; b. het mededingen op wedstrijden; c. het uitschrijven van wedstrijden; d. al wat verder met wettige middelen daartoe bevorderlijk is. VERENIGINGSJAAR Artikel 3 Het verenigingsjaar loopt van één oktober tot en met dertig september. LEDEN Artikel 4 1. De vereniging kent de volgende categorieën leden: a. ereleden b. avunculi c. gewone leden d. buitengewone leden 2. De vereniging kent begunstigers 3. De vereniging kent donateurs ERELEDEN Artikel 5 Ereleden zijn zij, die zich op buitengewone wijze verdienstelijk hebben gemaakt voor de vereniging, of personen van bijzondere rang of verdienste. De benoeming geschiedt door de Algemene Vergadering op voordracht van het bestuur en is geldig voor het leven. AVUNCULI Artikel 6 Avunculi zijn zij, die zich als lid bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt voor de vereniging. De benoeming geschiedt voor de duur van het lidmaatschap door de Algemene Vergadering op voordracht van de Vergadering of het bestuur. GEWONE LEDEN Artikel 7 Gewone leden zijn zij, die ingeschreven staan aan een Universiteit of Hogeschool en tot het lidmaatschap zijn toegelaten. Het bestuur beslist over toelating tot het lidmaatschap. Het bestuur deelt op de eerstvolgende Algemene Vergadering mee aan wie toelating is geweigerd. Bij niet-toelating kan de Algemene Vergadering alsnog tot toelating besluiten. BUITENGEWONE LEDEN Artikel 8 Buitengewone leden zijn zij, die niet ingeschreven staan aan een Universiteit of Hogeschool en tot het lidmaatschap zijn toegelaten. Het bestuur beslist over toelating tot het lidmaatschap. Het bestuur deelt op de eerstvolgende Algemene Vergadering mee aan wie toelating is geweigerd. Bij niettoelating kan de Algemene Vergadering alsnog tot toelating besluiten. BEGUNSTIGERS Artikel 9 Begunstigers zijn zij, die overeenkomstig het Huishoudelijk Reglement als zodanig zijn toegelaten. Zij zijn slechts na toestemming van het bestuur gerechtigd gebruik te maken van het de vereniging ter beschikking staande roeimateriaal. Het bestuur beslist over toelating tot de vereniging. Het bestuur deelt op de eerstvolgende Algemene Vergadering mee aan wie toelating is geweigerd. Bij niet-toelating kan de Algemene Vergadering alsnog tot toelating besluiten. DONATEURS Artikel 10 Donateurs zijn zij die door het bestuur als donateurs zijn toegelaten en die een geldelijke bijdrage leveren om het doel van de vereniging te steunen. EINDE LIDMAATSCHAP Artikel 11 Het lidmaatschap eindigt: a. door overlijden; b. door opzegging van het lid; c. door opzegging namens de vereniging; d. door ontzetting. OPZEGGING DOOR HET LID Artikel 12 De opzegging door het lid geschiedt schriftelijk voor één oktober bij het bestuur, gericht aan de secretaris per adres Botenhuis Skøll. Indien niet aan het bovenstaande is voldaan wordt het lidmaatschap stilzwijgend met één jaar verlengd. OPZEGGING NAMENS DE VERENIGING Artikel 13 Opzegging namens de vereniging kan geschieden wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten, door deze Statuten aan het lidmaatschap gesteld, te voldoen, alsook wanneer deze redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. Het bestuur deelt op de eerstvolgende Algemene Vergadering mede aan welke leden het lidmaatschap is opgezegd, onder vermelding van reden van opzegging. ONTZETTING Artikel Wanneer een lid in strijd met de Statuten, Reglementen besluiten der vereniging handelt, of verenigingsgeest handelt, kan dit lid door de Algemene Vergadering uit het lidmaatschap worden ontzet. Dit besluit moet door tenminste tweederde van de aanwezige stemmen worden genomen. 2. Het bestuur roept een Algemene Vergadering bijeen die over ontzetting beslist: a. Wanneer het bestuur dit nodig acht of b. Binnen vier weken nadat tenminste twintig leden hierom schriftelijk bij het bestuur hebben verzocht (roept het bestuur een Algemene Vergadering bijeen, die over ontzetting beslist) SCHORSING Artikel 15 Het bestuur heeft het recht een lid, dat door zijn handelingen daartoe aanleiding geeft, ten hoogste drie maanden te schorsen of indien noodzakelijk tot de volgende Algemene Vergadering. Het betreffende lid verliest gedurende de schorsingsperiode alle rechten, die verbonden zijn aan het lidmaatschap, maar blijft onderworpen aan alle verplichtingen, die krachtens het lidmaatschap op hem rusten. Schorsing heeft geldigheid als twee/derde van het aantal bestuursleden deze schorsing opleggen, totdat en tenzij het voltallige bestuur anders beslist. VERPLICHTINGEN VAN DE LEDEN Artikel 16 (algemeen) 1. De door de leden verschuldigde contributie en de overige bijdragen worden jaarlijks vastgesteld door de Algemene Vergadering. 2. Bij het Huishoudelijk Reglement wordt bepaald op welke wijze en op welke datum uiterlijk aan de hiervoor gemelde financiële verplichtingen moet zijn voldaan. 3. Personen, van wie het lidmaatschap een aanvang heeft genomen of is geëindigd, zijn over het jaar waarin de aanvang of het einde plaatsvindt, contributie verschuldigd, tenzij het bestuur anders besluit. 4. De leden zijn verplicht de statuten en reglementen van de vereniging na te leven en de belangen van de vereniging niet te schaden. 5. a. Het is de leden verboden individuele of andere sponsorovereenkomsten te sluiten indien deze overeenkomsten, naar het oordeel van het bestuur, strijdig zijn met of schadelijk zijn voor de door de vereniging gesloten of nog te sluiten sponsorovereenkomsten. b. Het bestuur is gerechtigd, na raadplegen van de Algemene Vergadering om een sponsorovereenkomst aan te gaan. De uit deze overeenkomst voortvloeiende kunnen de leden dwingend worden opgelegd. BESTUUR Artikel 17 (verkiezing) 1. De bestuurders worden op voorstel van het bestuur door de (jaarlijkse) Algemene Vergadering uit de leden der vereniging benoemd. 2. Het bestuur bestaat uit ten minste vijf en ten hoogste tien leden, waaronder een voorzitter, secretaris en penningmeester -23-

24 welke laatsten het dagelijks bestuur vormen. 3. Elk bestuurslid wordt voor een jaar benoemd. Zij zijn na hun aftreden terstond herkiesbaar 4. De wijze van verkiezing en aftreden, de taak en bevoegdheden van het bestuur worden zover de statuten hieromtrent niets bepalen, bij het Huishoudelijk Reglement geregeld. Artikel 18 (vertegenwoordiging) De vereniging wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door het bestuur. Artikel 19 (machtiging) Het bestuur behoeft machtiging van de Algemene Vergadering voor: a. het aangaan van geldleningen b. het verkrijgen, vervreemden, huren (als de huursom het bedrag van vijfhonderd euro te boven gaat) en verhuren van onroerende goederen Artikel 20 (ontslag of schorsing) Een bestuurslid kan te allen tijde door de Algemene Vergadering worden ontslagen of geschorst. Een daartoe strekkend besluit dient te worden genomen met een meerderheid van twee derde der aanwezige uitgebrachte stemmen. JAARSTUKKEN Artikel 21 (jaarvergadering, kascontrole) 1. Binnen drie maanden na afloop van elk boekjaar wordt een Algemene Vergadering (jaarlijkse Algemene Vergadering) gehouden. Het bestuur brengt in deze vergadering zijn jaarverslag uit en doet, onder overlegging van de nodige bescheiden, rekening en verantwoording van zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur. 2. a. De Algemene Vergadering kiest een commissie van tenminste drie leden tot het nazien van de rekening en verantwoording van de penningmeester, welke op de eerstvolgende jaarlijkse Algemene Vergadering ter zake verslag uitbrengt. b. Het bestuurslidmaatschap en het lidmaatschap van deze commissie zijn niet verenigbaar. 3. Het bestuur is verplicht aan deze commissie alle door haar gewenste toelichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden der vereniging te tonen en inzage van de boeken en bescheiden der vereniging te geven. 4. Pas nadat de jaarrekening van de penningmeester in de Algemene Vergadering als bedoeld in lid 1 is goedgekeurd, kan tot decharge van de penningmeester worden overgegaan. ALGEMENE VERGADERING Artikel Aan de Algemene Vergadering komen alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de Statuten aan het bestuur zijn opgedragen. Artikel 23 (bijeenroeping) 1. Het bestuur roept een Algemene Vergadering bijeen: a. wanneer zij daartoe door de wet of deze Statuten verplicht is en zo dikwijls zij dit wenselijk acht; b. binnen vier weken na ontvangst van een daartoe strekkend schriftelijk verzoek ondertekend door een zodanig aantal als bevoegd is tot het uitbrengen van een/tiende gedeelte der stemmen indien daar alle leden tegenwoordig of vertegenwoordigd zijn. Dit verzoek zal moeten inhouden het onderwerp dat ter vergadering zal moeten worden behandeld, alsmede een duidelijke toelichting. Indien het bestuur aan dit verzoek geen gevolg geeft, dan hebben de verzoekers het recht zelf tot het beleggen van die vergadering over te gaan. Wanneer het bestuur weigert deze vergadering te leiden, voorzien zij zelf in de leiding van de vergadering. 2. De Algemene Vergadering wordt onder zorg van het bestuur, of, in het geval als bedoeld in lid 2 sub b, van de verzoekers bijeengeroepen doormiddel van een schriftelijke kennisgeving, die aan alle leden wordt toegezonden tenminste acht dagen van tevoren, de dag van de oproeping en van de vergadering niet meegenomen. Artikel 24 (besluitvorming) 1. a. Alle leden, ongeacht tot welke categorie zij behoren hebben toegang tot de Algemene Vergadering. b. Leden die minder dan zes maanden lid zijn, hebben ieder een stem. De overige leden van de vereniging hebben ieder tien stemmen. c. Stemmen doormiddel van volmacht is niet mogelijk. 2. a. De Algemene Vergadering kan slechts rechtsgeldige besluiten nemen als ten minste één tiende van het totaal aantal in de vereniging aanwezige stemmen kan worden uitgebracht. b. Wanneer op een vergadering het aantal vereiste stemmen niet aanwezig is, roept het bestuur binnen vier weken opnieuw een Algemene Vergadering met dezelfde agenda bijeen. Deze Algemene Vergadering kan rechtsgeldige besluiten nemen, ongeacht het aantal aanwezige stemmen tenzij in deze statuten anders is bepaald. 3. Stemming over zaken geschiedt bij handopsteken, stemmen over personen geschiedt schriftelijk. Het aannemen van voorstellen bij acclamatie is mogelijk mits dit geschiedt op voorstel van de voorzitter en met instemming van de vergadering. 4. Over alle zaken wordt beslist bij volstrekte meerderheid van stemmen, voor zover de Statuten niet anders bepalen. Bij staken van stemmen over personen wordt binnen vierentwintig uur opnieuw gestemd; staken de stemmen opnieuw, dan beslist het lot. Bij staken van de stemmen over zaken beslist de voorzitter. 5. Onder stemmen wordt verstaan geldig uitgebrachte stemmen. Blanco stemmen zijn geen geldige stemmen. Degenen die blanco of ongeldig stemmen tellen slechts mee om het quorum vast te stellen. 6. Een ter vergadering door de voorzitter uitgesproken oordeel omtrent de uitslag der stemming is beslissend. Indien echter onmiddellijk na het uitspreken van dit oordeel de juistheid daarvan wordt betwist, vindt een nieuwe stemming plaats wanneer de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk is geschied, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming. Artikel 25 (leiding, notulen) 1. De voorzitter van het bestuur leidt de vergaderingen. Bij zijn afwezigheid of ontstentenis zal een der andere bestuursleden als voorzitter van de vergadering optreden. 2. Van het ter Algemene Vergadering verhandelde worden door de secretaris of door een door de voorzitter aangewezen lid der vereniging notulen opgemaakt die in de volgende Algemene Vergadering ter goedkeuring worden geagendeerd. HUISHOUDELIJK REGLEMENT Artikel Bij een Huishoudelijk Reglement, vast te stellen door de Algemene Vergadering, kunnen regels worden gesteld onder andere ten aanzien van: - de rechten en plichten van de gewone leden, avunculi, ereleden, buitengewone leden, begunstigers en donateurs. - de rechten en verplichtingen van het bestuur - de inning der contributie, het gebruik van het materiaal, de handhaving van de orde, maatregelen van beheer en verdere regelingen en bepalingen. 2. Het Huishoudelijk Reglement en de overige Reglementen mogen niet in strijd zijn met de Statuten. 3. In gevallen waarin de statuten, het Huishoudelijk Reglement of de overige Reglementen niet voorzien, beslist het bestuur. WIJZIGING VAN DE STATUTEN Artikel Tot wijziging van de Statuten en het Huishoudelijk Reglement kan door de Algemene Vergadering worden besloten met tenminste tweederde van het aantal uitgebrachte stemmen. ONTBINDING Artikel 28 De vereniging kan worden ontbonden, wanneer in een tot dat doel bijeengeroepen Algemene Vergadering een zodanig aantal leden als gerechtigd is tot het uitbrengen van tweederde deel van het totaal aantal in de vereniging aanwezige stemmen zich voor ontbinding verklaart. Het besluit tot ontbinding zal tevens de wijze van liquidatie bepalen en de bestemming van het eventuele saldo van de liquidatieregeling bepalen. HUISHOUDELIJK REGLEMENT DER A.A.S.R. Skøll HOOFDSTUK I: VERENIGING Artikel 1 De vereniging is lid van de Koninklijke Nederlandse Roeibond Artikel 2 De vlag van de vereniging is wit; van de linker bovenhoek naar de rechterbenedenhoek loopt een brede diagonale rode band, waarin zich op regelmatige afstanden drie afbeeldingen bevinden van het witte Skøll-logo. -24-