Kies het goede verkeersbord

Transcriptie

1 Kies het goede verkeersbord Opgaven Aangeboden door: Oefeningen voor het schoolverkeersexamen

2 Kies het goede verkeersbord Toelichting In dit document treft u elf printbare pagina s aan, elk met 6 verkeersborden en teksten die bij de borden horen. De teksten staan onder de borden, maar niet op de juiste plaats. U kunt de leerlingen lijntjes laten trekken tussen de borden en de teksten. U kunt de borden en teksten uit laten knippen en bij elkaar laten plakkken tot een werkstuk dat bijvoorbeeld kan worden opgehangen. Wellicht zijn er nog meer mogelijkheden. Wij wensen u en uw leerlingen veel plezier met Kies het goed bord.

3 De borden en hun kleuren Verplichtingen Je moet hier -borden Deze borden zijn rond en blauw van kleur. De tekens op de borden vertellen wat je moet doen. Waarschuwingen Pas op! -borden Deze borden zijn driehoekig en hebben een rode rand. De punt wijst altijd naar boven. Waarvoor ze waarschuwen Informatie Kijk, hier is -borden Deze borden zijn vierkant of rechthoekig en bijna altijd blauw. De tekens op de borden geven je extra informatie. Verboden Je mag hier niet -borden Deze borden zijn rond en hebben een rode rand. Wat je niet mag of voor wie het bord bestemd is zie je aan het teken op het bord. zie je aan het teken op het bord.

4 Dit bord staat Je mag hier Geen enkele Hier mag je Je komt Hier houdt vaak op of je fiets of bestuurder niet lopen. straks bij een het ruiterpad voor bromfiets mag een Ook niet met kruispunt op. gevaarlijke niet straat waar de fiets aan waar je kruispunten. neerzetten. dit bord staat de hand. voorrang Het zegt dat inrijden, ook hebt. je niet mag niet vanaf de keren. andere kant.

5 Een overweg Je rijdt op Zie je dit Na dit bord Zie je dit Verplicht met slag- een bord, dan ben je in een bord, dan fietspad. bomen. Kom voorrangs- mag je deze erf. Je rijdt er geldt de rode Fietsers en nooit op de weg. Andere straat niet in stapvoets. pijl voor jou snorfietsers overweg als weg- rijden. Van de Alle weg- en moet je moeten op dit de bomen andere kant gebruikers gebruikers tegemoet- pad rijden. naar boven of moeten je mag het wel. hebben hier komend naar beneden voorrang dezelfde verkeer voor gaan of geven, maar rechten. laten gaan. gesloten zijn. blijf wel Bestuurders opletten. van rechts hebben hier voorrang.

6 Als voetganger loop je op dit pad. Let op: met een fiets aan de hand (dan ben je voetganger) mag je geen Op wegen waar dit bord staat mag je niet fietsen. Wil je toch de straat in, dan moet je lopen. Stop! Je ziet dit bord bij heel gevaarlijke kruispunten. Stop altijd voor de stopstreep. Geef voorrang aan alle bestuurders Aan een Andreaskruis kun je zien of de overweg één of twee sporen heeft. Deze overweg Hier ligt een zebrapad waar je de weg kunt oversteken. Altijd goed opletten of de bestuurders wel voor jou Alle bestuurders moeten dit bord voorbijrijden aan de kant die de pijl aangeeft. andere van links en heeft één stoppen. voetgangers rechts. spoor. hinderen.

7 Je ziet de Er komt een Dit bord Het fietspad Ruiters, vee, naam van een weg en je zijweg van vertelt dat je houdt hier tractors, een een moet al het rechts, maar een op. Je mag wagens, plaats of rijverkeer het rijverkeer autosnelweg op de rijweg fietsers, stad. Ben je voorrang moet jou nadert. Op fietsen. bromfietsers het bord geven. voorrang zulke wegen en voorbij, dan geven. is lopen en snorfietsers gelden de fietsen mogen deze regels voor natuurlijk weg niet de bebouwde streng inrijden. kom. verboden.

8 Kijk heel Einde erf. Als Hier mag je Hier is een Bromfietsers, Gevaarlijk goed uit er je uit het erf niet fietsen. eenrichtings- fietsers en kruispunt. kan een tram gaat, dan Ook weg. snorfietsers Wees aan komen. moet je alle bestuurders Na dit bord moeten op dit voorzichtig. weggebrui- van mag je niet pad rijden. Het is hier kers (ook bromfietsen keren en druk. voetgangers) en terugrijden. voorrang snorfietsen geven. mogen hier niet rijden.

9 Je hoeft niet Eenrichtings- Na dit bord Stopverbod. verplicht op een zebra- een overweg weg naar rijd je niet Voertuigen dit fietspad te pad. Je moet zonder rechts. meer op een mogen hier rijden, maar stoppen voor slagbomen. Linksaf slaan voorrangs-. niet stilstaan. het is daar voetgangers Uitkijken is verboden. Nu gelden de wel veiliger die willen geblazen! gewone dan op de oversteken of verkeers- rijweg. al bezig zijn regels. met oversteken.

10 Waar dit bord Dit bord staat Let op. Wees Je moet een kruispunt staat kun je bij een Gevaar! voorzichtig. kiezen tussen met tegenliggers verkeersplein Op het Op deze linksaf of voorsorteer- verwachten, of rotonde. onderbord plaats steken rechtsaf. vakken. Kijk dus verkeer Rij nooit zie je wat het vaak Rechtdoor goed uit want van de tegen de gevaar is. kinderen rijden mag je rijdt tussen andere kant. richting van over. niet. auto s en de pijlen in. andere motorvoertuigen.

11 Zie je dit bord Er komt een Als je dit Je gaat uit Op dit pad Wees dan weet je zijweg van bord ziet mag een plaats of mogen alleen voorzichtig dat er een links, maar je de een stad. maar ruiters en rijdt verkeersplein het rijverkeer verkeers- Nu gelden de komen. langzamer. of rotonde moet jou heuvel links verkeers- aan komt. voorrang en rechts regels voor een plek waar geven. voorbij buiten de voetgangers rijden. bebouwde vaak kom. oversteken.

12 Je komt Hier houdt Je moet Hier stopt het Een snelweg Hier zijn straks bij het fietspad rechtdoor voetpad. Je voor auto s. mensen aan verkeerslicht op. Soms rijden. Links mag nu Hier is lopen het werk. en. Rijd niet moet je of rechts verder over of fietsen Vaak moet je te hard zodat verder op de afslaan is het fietspad. streng eromheen. je op tijd kunt rijweg. verboden. Is er geen verboden. Oppassen stoppen als Oppassen Als je loopt fietspad, loop dus! dat moet. dus! telt het niet. dan in de berm of helemaal links of rechts op de rijweg.

13 Zie je dit bord Aan een De weg wordt Een weg dan kun je op Andreaskruis smaller. Let een kruispunt waar dit bord een zebrapad het kruispunt kun je zien goed op met staat loopt waar rechtdoor of de tegenliggers, voorsorteer- dood. verkeers- rijden of overweg één dus op vakken. Kijk Meestal kun brigadiers rechtsaf of twee verkeer dat goed uit want je wel lopend voetgangers slaan. sporen heeft. van de je rijdt tussen verder. helpen Linksaf slaan Deze andere kant auto s en oversteken. mag niet. overweg naar je toe andere Doe altijd wat heeft twee komt. motorvoer- de brigadiers sporen. tuigen zeggen.