BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST NR TOEKENNING VAN EEN TIJDELIJKE MILIEUVERGUNNING. Inhoud van het document:

Transcriptie

1 BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST NR TOEKENNING VAN EEN TIJDELIJKE MILIEUVERGUNNING Inhoud van het document: Pagina: ARTIKEL 1. BESLISSING... 2 ARTIKEL 2. DUUR VAN DE VERGUNNING... 2 ARTIKEL 3. AANVANG OF INDIENSTSTELLING VAN DE WERF... 2 ARTIKEL 4. UITBATINGSVOORWAARDEN... 3 A. TOEPASSINGSTERMIJNEN VAN DE UITBATINGSVOORWAARDEN EN TE BEZORGEN DOCUMENTEN... 3 A.1. TOEPASSINGSTERMIJN VAN DE UITBATINGSVOORWAARDEN... 3 A.2. AAN DE ADMINISTRATIES TE BEZORGEN DOCUMENTEN... 3 B. BIJZONDERE TECHNISCHE VOORWAARDEN... 5 B.1. WERKEN VOOR DE VERWIJDERING EN/OF INKAPSELING VAN ASBEST... 5 B.2. VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT DE ORGANISATIE VAN DE WERF B.3. VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT HET AFVAL B.4. VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT LAWAAI EN TRILLINGEN ARTIKEL 5. ADMINISTRATIEVE VERPLICHTINGEN ARTIKEL 6. ANTECEDENTEN EN DOCUMENTEN MET BETREKKING TOT DE PROCEDURE.. 20 ARTIKEL 7. RECHTVAARDIGING VAN DE BESLISSING (GRONDEN) ARTIKEL 8. ORDONNANTIES, WETTEN, BESLUITEN WAAROP DE BESLISSING IS GEGROND Beslissing nr Pagina 1 van 27

2 Artikel 1. Beslissing De milieuvergunning wordt toegekend, mits voldaan is aan de voorwaarden vermeld in artikelen 4 en 5, aan: Houder: MINISTERIE VAN OPENBARE WERKEN BHG O.B. Rue du Progrès 80 bus BRUXELLES Voor: een werf, voor het saneren van een te slopen asbesthoudend viaduct, die zich op de volgende plaats bevindt: Plaats van de uitbating: Reyers Viaduct Auguste Reyerslaan, 1030 Schaarbeek en die de hieronder vermelde inrichtingen omvat: Rubriek nr. Inrichting Geschatte hoeveelheid Klasse 27 1 b Werven voor het verwijderen van asbest uit gebouwen of kunstwerken en werven voor de inkapseling van asbest 4200 m² asbesthoudende structuurpleister/verflaag 450 lm asbestcementen buizen 450 m³ beton met asbestcementen buizen en afgoten 1B Elke wijziging van één van de in artikel 1 vermelde gegevens moet onmiddellijk gemeld worden aan het BIM (Vergunningen). Artikel 2. Duur van de vergunning 1. De milieuvergunning wordt toegekend voor een periode van één jaar vanaf de aanvang van de asbestverwijderings- en/of inkapselingswerken. 2. De duur van de milieuvergunning kan niet verlengd worden. Artikel 3. Aanvang of indienststelling van de werf 1. De milieuvergunning moet in werking gesteld worden binnen een termijn van twee jaar vanaf de ondertekening van dit document. Indien de houder van de vergunning niet binnen de toegekende termijn op significante manier met de werken gestart is, vervalt de vergunning. Deze termijn kan met een jaar verlengd worden op voorwaarde dat die verlenging wordt aangevraagd bij het BIM (Vergunningen). Die aanvraag moet ten minste drie maanden vóór het verstrijken van de in de vorige paragraaf vermelde termijn worden ingediend. Beslissing nr Pagina 2 van 27

3 2. De houder van de milieuvergunning moet, ten minste twee weken vóór het begin van de werken, de begindatum van de asbestverwijderings- en/of inkapselingswerken meedelen aan het BIM (Inspectie), het bestuur van de gemeente waar de werf zich bevindt en aan de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp. Artikel 4. Uitbatingsvoorwaarden De uitbater moet de voorschriften naleven van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 10 april 2008 betreffende de voorwaarden die van toepassing zijn op de werven voor de verwijdering en de inkapseling van asbest (Belgisch Staatsblad van 18 juni 2008), hierna het asbestbesluit genoemd. De onderstaande voorwaarden herhalen die voorschriften of betreffen afwijkingen of aanvullende voorwaarden bij die voorschriften. A. Toepassingstermijnen van de uitbatingsvoorwaarden en te bezorgen documenten A.1. TOEPASSINGSTERMIJN VAN DE UITBATINGSVOORWAARDEN De uitbatingsvoorwaarden die zijn vastgelegd in dit artikel en in artikel 5 zijn van toepassing van zodra de inrichtingen in gebruik worden genomen. A.2. TE BEZORGEN DOCUMENTEN De houder van de vergunning of, bij ontstentenis, de uitbater bezorgt de bestemmelingen binnen de hieronder vermelde termijnen de volgende documenten: Termijn Minimum 15 dagen vóór het begin van elke werkfase voor de verwijdering van asbest Minimum 15 dagen voor de aanvang van de uiteindelijke verwijdering (werken na de testfase) Minimum 15 dagen voor het begin van de werken voor verwijdering van asbest Indien rechtstreekse afvoer van het Te bezorgen informatie en documenten Kennisgeving van het begin een werkfase (zie bijlage 2 van het asbestbesluit ) Kopie van de informatie die bezorgd werd aan de omwonenden (cf. B.2.2.2) Resultaten van de test: Samenvatting van de metingen voor de controle van de luchtkwaliteit Definitief werkplan (dat slechts mag worden uitgevoerd na schriftelijke toestemming van het BIM) - Informatiesessie voor omwonenden (cf. B.2.2.2) - Strooibiljet/persbericht, voor de omwonenden (cf. B.2.2.2) Schriftelijk akkoord van de stortplaats om deze afvalstoffen Bestemmelingen* - BIM (Inspectie) - Bestuur van de gemeente waar de werf zich bevindt - Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (DBDMH) - BIM (Vergunningen) - Omwonenden - BIM (Inspectie) Beslissing nr Pagina 3 van 27

4 asbesthoudend afval van de pleister/verf naar stort zonder voorbehandeling: Minimum 15 dagen vóór de afvoer van het afval van posten 1 en 2 naar een daartoe vergunde stortplaats Voor de verwijdering van de in gebetonneerde asbestcementen materialen: zo snel mogelijk na de eerste dag van de werken Voor de hermetisch afgesloten zones: Zo snel mogelijk Uiterlijk één werkdag na het verkrijgen van de meetresultaten Van bij het ontdekken Binnen drie maanden na het einde van de werken Vóór elke wijziging aan het werkplan In geval van verwijdering of inkapseling van asbest waar deze vergunning geen toestemming voor geeft Vanaf het einde van elke werkfase te aanvaarden, met het resultaat van de vezelvrijstellingstest Fotoverslag Rapport van de uitvoering van elke rooktest Overschrijding van kritieke waarden, onleesbare filters Incident en ongeval dat een risico inhoudt voor de gezondheid of de veiligheid van de bevolking - Ontvangstbewijzen van het asbestafval - Samenvatting van het asbestafval (zie bijlage 5 van het asbestbesluit ) - Kopie van de rapporten van visuele inspectie (zie bijlage 6 van het asbestbesluit ) - Lijst van de onvolledig of niet uitgevoerde werkposten - Samenvatting van de metingen voor de controle van de luchtkwaliteit - Samenvatting van de metingen van de concentratie van totale stoffen in suspensie in het water Gewijzigd werkplan (dat slechts mag worden uitgevoerd na schriftelijke toestemming van het BIM) Aanvraag tot uitbreiding van of tot een nieuwe milieuvergunning (let op: de werken mogen pas beginnen na de officiële beslissing van het BIM) Effectieve datum van het einde van elke werkfase - BIM (Inspectie) - BIM (Inspectie) - BIM (Inspectie) - Bestuur van de gemeente waar de werf zich bevindt - BIM (Inspectie) - Bestuur van de gemeente waar de werf zich bevindt - BIM (Inspectie) - BIM (Vergunningen) - BIM (Vergunningen) - BIM (Inspectie) * Een lijst van de adressen is als bijlage 1 bij dit document gevoegd. Beslissing nr Pagina 4 van 27

5 B. Bijzondere technische voorwaarden B.1. WERKEN VOOR DE VERWIJDERING VAN ASBEST 1. Samenvattende tabel van de bij de werf betrokken asbesthoudende materialen De asbesthoudende materialen worden verwijderd volgens de hierna vermelde methodes. Post Fiche inv. Niveau Lokalisatie 1A 7 0 Onder brugdek en thv steunkolommen 1B Thv ingang tunnels 3 6 0/-1 Onder viaduct (binnenkant): technische ruimte 4 6 0/+1 In viaduct (constructief): wegdek en kolommen Type asbesthoudend materiaal Structuurpleister/ verflaag Structuurpleister/ verflaag (zwart) Asbestcementen buizen (bereikbare regenafvoerbuizen onder de brug) Ingebetonneerde asbestcement afgoten op de brug en asbestcementbuizen in kolommen Geschatte Methode van hoeveelheid verwijdering 4000 m² Testfase in een hermetisch afgesloten zone zonder luchtverversing Hermetisch afgesloten zones of semi-hermetisch afgesloten zones *: fase 1, fase 2, fase 3, fase 6, fase m² (4 x Hermetisch 50 m²) afgesloten zones of semi-hermetisch afgesloten zones *: fase 4, fase 5, fase 8, fase lm Afgebakende zone: zuivere demontage: fase 4, fase 5, fase 8, fase m³ Afgebakende zone: fase 10 (*) afhankelijk van de resultaten van de testfase (luchtmetingen en gedane vaststellingen) 2. Type van bedrijf dat de werken mag uitvoeren De door deze vergunning beoogde werken voor de verwijdering van asbest (posten 1, 2 en 4) mogen uitsluitend worden uitgevoerd door bedrijven die erkend zijn door de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Uitgezonderd de werken voor de verwijdering van niet-broos asbest via zuivere demontage in een afgebakende zone (post 3), deze mogen uitgevoerd worden door een bedrijf dat niet erkend is door de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg. Het niet-erkende bedrijf beschikt op de werf, tijdens de volledige duur van de werken, over een stofzuiger met absoluutfilter en over een fixeermiddelverstuiver. 3. Methodes Hermetisch afgesloten zone zonder luchtverversing: testfase De bepalingen met betrekking tot de uitvoering, controle en afsluiting van de werken die worden uitgevoerd in een hermetisch afgesloten zone zijn conform de voorschriften in artikelen 5, 26, 27, 28, 32 en 39 van het asbestbesluit, behalve eventuele afwijkingen die vermeld zijn in punt a. Beslissing nr Pagina 5 van 27

6 De bepalingen omvatten onder meer de bijzondere voorwaarden uit punt b en de voorwaarden inzake luchtmetingen uit punt c. a. Afwijkingen De test wordt uitgevoerd in een hermetisch afgesloten zone met volgende afwijkingen: Tijdens de test wordt er geen onderdruk gecreëerd en zijn de extractoren uitgeschakeld. Een luchtmeting wordt tijdens de test uitgevoerd in de zone om de effectieve risico s op vezelverspreiding te kunnen analyseren. b. Bijzondere voorwaarden De betrokken ruimten worden in een hermetisch afgesloten zone gebracht. Waar nodig worden plastic wanden opgesteld. Alle openingen worden afgedicht. De binnenoppervlakken die niet voorzien zijn van de te verwijderen asbesthoudende pleister/verf zijn bedekt met een hermetisch afgesloten bedekking. De afscherming met krimpfolie moet voldoende bestand zijn tegen de weersomstandigheden. Alle mogelijke maatregelen (afsluiten afvoerputjes, ) worden genomen om te voorkomen dat met asbestvezels gecontamineerd water via spatten, lekken, buiten de zone kan terechtkomen. De sassen voor personeel (3 compartimenten) en voor materiaal (2 compartimenten) en de extractor worden opgesteld, zoals weergegeven op de plannen bij deze vergunning. Deze sassen hebben telkens een douchecompartiment. Het gebruikte water met de verwijderde structuurpleister/verf moet opgevangen worden in een bezinkbak en mag in geen geval rechtstreeks in de riolering of in de bodem terechtkomen. Het afvalwater wordt behandeld zoals bepaald in punt B.5 van dit artikel. Het overblijvende slib moet afgevoerd worden als asbesthoudend afval. Opdat de test kan gevalideerd worden moet aan volgende voorwaarden voldaan zijn: De werken moeten lang genoeg duren opdat de luchtmetingen representatief zouden zijn (ongeveer 4u). Elk type toestel dat de asbestverwijderaar wenst te gebruiken om de laag structuurpleister/verf te verwijderen moet getest worden. De weersomstandigheden moeten normaal zijn: wind, regen, Ze mogen geen invloed hebben op de analyseresultaten van de luchtmetingen. De nodige maatregelen worden genomen om te vermijden dat de wind een luchtstroom zou veroorzaken van in de zone naar buiten de zone. Een inspecteur van het BIM moet uitgenodigd worden om aanwezig te zijn bij de testfase. Er moet een agent van het BIM aanwezig zijn tijdens een representatief deel van de werken. De lucht wordt op geen enkel moment ververst tijdens het nemen van de luchtstalen. Na beeïndiging van de testfase (en de luchtmetingen) wordt de omtenting in onderdruk geplaatst zodat de zone kan gefijrinigd worden. Beslissing nr Pagina 6 van 27

7 c. Metingen van de luchtkwaliteit Voor de testfase wordt tijdens de uitvoering van de werken, de concentratie van vezels in de lucht gemeten, in overeenstemming met deze voorwaarden: Methode Optisch Elektronisch kwantitatief Duur van de 4 uur 4 uur monsterneming Frequentie 1 x per dag 1 x per dag Plaatsen waar in de hermetisch afgesloten zone in de hermetisch afgesloten zone in stalen worden in de nabijheid van de werken de nabijheid van de werken genomen in de hermetisch afgesloten zone: persoonlijke meting in de hermetisch afgesloten zone: persoonlijke meting in het groene compartiment van het personeelssas in de omgeving van het personeelssas in de omgeving van het Grenswaarde* materiaalsas 0,010 asbestvormige vezels per kubieke centimeter 0,005 asbestvormige vezels per kubieke centimeter (*) Er wordt voor de aanvang van de test een achtergrondmeting gedaan (optisch en elektronisch kwantitatief. De gemeten waarde mag de voor de aanvang van de werken gemeten waarde niet met meer dan respectievelijk 0,010 en 0,005 asbestvormige vezels per kubieke centimeter overschrijden. De elektronische kwantitatieve analyses van de luchtmetingen voldoen aan volgende voorwaarden (deze informatie is noodzakelijk voor het erkende laboratorium dat instaat voor de luchtmetingen, de informatie moet dus aan hun bezorgd worden voordat ze ter plaatse komen zodat ze over het juiste materiaal beschikken): - er wordt gebruik gemaakt van een pomp en filter die geschikt is voor de opgelegde elektronische methode;! het gaat niet om de elektronische analyse op halve-filters voor optische metingen (die normaal gedaan wordt indien de vezelconcentratie hoger dan 0,010 v/ml is). - er wordt voldoende lucht aangezogen en er worden voldoende velden geteld om een zeer lage detectielimiet te verkrijgen (rond 0,001 v/ml). - analysemethode: TEM-directe transfermethode volgens NIOSH 7402-norm: methode EM21 (bepaling van de concentratie aan asbestvezels in lucht met analytische elektronenmicroscopie met de direct transfermethode) gebaseerd op NIOSH 7402 (door een laboratorium dat voor deze methode erkend werd door de FOD WASO). OF SEM-directe analyse volgens Nederlandse norm NEN-ISO (door een laboratorium dat hiertoe in Nederland geaccrediteerd werd). - de analyseverslagen moeten vermelden welk type asbestvezels werd gedetecteerd. De analyseresultaten moeten onmiddellijk overgemaakt worden aan het BIM (afdeling inspectie) van zodra de aanwezigheid van asbestvezels wordt vastgesteld. De validatie van de test gebeurt op basis van de resultaten van de opgelegde luchtmetingen en de vaststellingen die gedaan werden, door de agenten van het BIM, tijdens de uitvoering van de test. Beslissing nr Pagina 7 van 27

8 Pas wanneer de resultaten van de optische en de elektronische analyses onder de vastgelegde grenswaarde vallen en wanneer het definitieve werkplan werd gevalideerd door het BIM, kan de werkmethode als gevalideerd beschouwd worden en kan ze worden toegepast in een semihermetisch afgesloten zone. Hermetisch afgesloten zone De bepalingen met betrekking tot de uitvoering, controle en afsluiting van de werken die worden uitgevoerd in een hermetisch afgesloten zone zijn conform de voorschriften in artikelen 5, 26, 27, 28, 32 en 39 van het asbestbesluit, behalve eventuele afwijkingen die vermeld zijn in punt a. De bepalingen omvatten onder meer de bijzondere voorwaarden uit punt b en de voorwaarden inzake luchtmetingen uit punt c. a. Afwijkingen Geen. b. Bijzondere voorwaarden Indien naar aanleiding van de testfase de voorgestelde methode niet gevalideerd werd door het BIM, moeten de toepassingen van posten 1 en 2 (asbesthoudende structuurpleister/verf) verwijderd worden in een hermetisch afgesloten zone. De betrokken ruimten worden in een hermetisch afgesloten zone gebracht. Waar nodig worden plastic wanden opgesteld. Alle openingen worden afgedicht. De binnenoppervlakken die niet voorzien zijn van de te verwijderen asbesthoudende pleister/verf zijn bedekt met een hermetisch afgesloten bedekking. De afscherming met krimpfolie moet voldoende bestand zijn tegen de weersomstandigheden. De hermetische afscherming (krimpfolie) wordt dagelijks visueel gecontroleerd op aanwezigheid van mogelijke beschadigingen. Onregelmatigheden worden opgetekend in het werfregister, samen met de maatregelen die werden getroffen om ze te verhelpen. Alle mogelijke maatregelen (afsluiten afvoerputjes, ) worden genomen om te voorkomen dat met asbestvezels gecontamineerd water via spatten, lekken, buiten de zone kan terechtkomen. De sassen voor personeel (3 compartimenten) en voor materiaal (2 compartimenten) en de extractor worden opgesteld, zoals weergegeven op de plannen bij deze vergunning. Deze sassen hebben telkens een douchecompartiment. De extractoren staan zodanig opgesteld dat de geluidslast voor de omwonenden zoveel mogelijk beperkt wordt. De nodige maatregelen worden genomen om te vermijden dat de wind een invloed kan uitoefenen op de onderdruk in de hermetisch afgesloten zone en zodat ze geen invloed heeft op de luchtstroom in de zone. Bijvoorbeeld door het gebruik van antiterugslagkleppen om te voorkomen dat asbestvezels buiten de zone kunnen terechtkomen. Alle nodige maatregelen worden getroffen worden om een continue en voldoende extractie (luchtstroom en onderdruk) te garanderen, volgende elementen moeten onder meer gerespecteerd worden: Via een alarmsysteem (verbonden aan een modem,...) wordt de werfverantwoordelijke automatisch gewaarschuwd, indien er door een daling van de onderdruk deze lager is dan 10 Pascal is. Indien de onderdruk onvoldoende is, wordt automatisch en onmiddellijk een reserveextractor opgestart. Beslissing nr Pagina 8 van 27

9 Er is een noodgroep aanwezig die bij een stroompanne automatisch en onmiddellijk in werking treedt zodat de nodige onderdruk behouden blijft. De gefilterde lucht wordt uitgeblazen binnen de werfomheining. Het gebruikte water met de verwijderde structuurpleister/verf moet opgevangen worden in een bezinkbak en mag in geen geval rechtstreeks in de riolering of in de bodem terechtkomen. Het afvalwater wordt behandeld zoals bepaald in punt B.5 van dit artikel. Het overblijvende slib moet afgevoerd worden als asbesthoudend afval. c. Metingen van de luchtkwaliteit Voor alle hermetisch afgesloten zones wordt, tijdens de uitvoering van de werken, de concentratie van vezels in de lucht gemeten, in overeenstemming met deze voorwaarden: Methode Optisch Elektronisch kwantitatief Duur van de 4 uur 4 uur monsterneming Frequentie 1 x per dag 1 x per dag, de eerste dag van elke werkweek Plaatsen waar bij de uitgang van elke werkende een zo representatief mogelijk stalen worden extractor meetpunt in de dominante genomen in het groene compartiment van het windrichting personeelssas in de omgeving van het personeelssas in de omgeving van materiaalsas een zo representatief mogelijk meetpunt in de dominante windrichting Grenswaarde* 0,010 asbestvormige vezels per kubieke centimeter 0,005 asbestvormige vezels per kubieke centimeter (*) Er wordt voor de aanvang van de werken een achtergrondmeting gedaan (optisch en elektronisch kwantitatief. De gemeten waarde mag de voor de aanvang van de werken gemeten waarde niet met meer dan respectievelijk 0,010 en 0,005 asbestvormige vezels per kubieke centimeter overschrijden. Dit geldt niet voor de meting aan de extractor. De elektronische kwantitatieve analyses van de luchtmetingen voldoen aan volgende voorwaarden (deze informatie is noodzakelijk voor het erkende laboratorium dat instaat voor de luchtmetingen, de informatie moet dus aan hun bezorgd worden voordat ze ter plaatse komen zodat ze over het juiste materiaal beschikken): - er wordt gebruik gemaakt van een pomp en filter die geschikt is voor de opgelegde elektronische methode;! het gaat niet om de elektronische analyse op halve-filters voor optische metingen (die normaal gedaan wordt indien de vezelconcentratie hoger dan 0,010 v/ml is). - er wordt voldoende lucht aangezogen en er worden voldoende velden geteld om een zeer lage detectielimiet te verkrijgen (rond 0,001 v/ml). - analysemethode: TEM-directe transfermethode volgens NIOSH 7402-norm: methode EM21 (bepaling van de concentratie aan asbestvezels in lucht met analytische elektronenmicroscopie met de direct transfermethode) gebaseerd op NIOSH 7402 (door een laboratorium dat voor deze methode erkend werd door de FOD WASO). OF SEM-directe analyse volgens Nederlandse norm NEN-ISO (door een laboratorium dat hiertoe in Nederland geaccrediteerd werd). Beslissing nr Pagina 9 van 27

10 - de analyseverslagen moeten vermelden welk type asbestvezels werd gedetecteerd. De analyseresultaten moeten onmiddellijk overgemaakt worden aan het BIM (afdeling inspectie) van zodra de aanwezigheid van asbestvezels wordt vastgesteld. Semi-hermetisch afgesloten zone De bepalingen met betrekking tot de uitvoering, controle en afsluiting van de werken die worden uitgevoerd in een semi-hermetisch afgesloten zone zijn conform de voorschriften in artikelen 6, 29 en 32 en 39 van het asbestbesluit, behalve eventuele afwijkingen die vermeld zijn in punt a. De bepalingen omvatten onder meer de bijzondere voorwaarden uit punt b en de voorwaarden inzake luchtmetingen uit punt c. a. Afwijkingen Geen. b. Bijzondere voorwaarden Indien naar aanleiding van de testfase de voorgestelde methode gevalideerd werd door het BIM, mogen de toepassingen van posten 1 en 2 (asbesthoudende structuurpleister/verf) verwijderd worden in een semi-hermetisch afgesloten zone. De betrokken ruimten worden in een semi-hermetisch afgesloten zone gebracht. Waar nodig worden plastic wanden opgesteld. Alle openingen worden afgedicht. De binnenoppervlakken die niet voorzien zijn van de te verwijderen asbesthoudende pleister/verf zijn bedekt met een hermetisch afgesloten bedekking. De afscherming met krimpfolie moet voldoende bestand zijn tegen de weersomstandigheden. De afscherming (krimpfolie) wordt dagelijks visueel gecontroleerd op aanwezigheid van mogelijke beschadigingen. Onregelmatigheden worden opgetekend in het werfregister, samen met de maatregelen die werden getroffen om ze te verhelpen. Alle mogelijke maatregelen (afsluiten afvoerputjes, ) worden genomen om te voorkomen dat met asbestvezels gecontamineerd water via spatten, lekken, buiten de zone kan terechtkomen. De luchtverversing in de zone gebeurt gedurende de volledige duur van de werken met behulp van één of meer extractoren die zijn uitgerust met absoluutfilters. De sassen voor personeel (3 compartimenten) en voor materiaal (2 compartimenten) en de extractor worden opgesteld, zoals weergegeven op de plannen bij deze vergunning. Deze sassen hebben telkens een douchecompartiment. De extractoren zorgen permanent voor een luchtverversing van de zone en staan zodanig opgesteld dat de geluidslast voor de omwonenden zoveel mogelijk beperkt wordt. De nodige maatregelen worden genomen om te vermijden dat de wind een invloed kan uitoefenen op de luctstroom in de semi-hermetisch afgesloten zone. Bijvoorbeeld door het gebruik van antiterugslagkleppen om te voorkomen dat asbestvezels buiten de zone kunnen terechtkomen. Alle nodige maatregelen worden getroffen worden om een continue en voldoende extractie (luchtstroom) te garanderen. Er is een noodgroep aanwezig die bij een stroompanne automatisch en onmiddellijk in werking treedt zodat een minimum luchtstroom behouden blijft. Het gebruikte water met de verwijderde structuurpleister/verf moet opgevangen worden in een bezinkbak en mag in geen geval rechtstreeks in de riolering of in de bodem terechtkomen. Het afvalwater wordt behandeld zoals bepaald in punt B.5 van dit artikel. Beslissing nr Pagina 10 van 27

11 Het overblijvende slib moet afgevoerd worden als asbesthoudend afval. Indien tijdens de uitvoering van de werken zou blijken dat de opgelegde grenswaarden voor de luchtmetingen regelmatig of in belangrijke mate overschreden worden of dat de voorgestelde methode risico s inhoudt die niet voorzien werden bij de testfase, dan kan alsnog opgelegd worden dat de werken moeten uitgevoerd worden in een hermetisch afgesloten zone. c. Metingen van de luchtkwaliteit Voor alle semi-hermetisch afgesloten zones wordt, tijdens de uitvoering van de werken, de concentratie van vezels in de lucht gemeten, in overeenstemming met deze voorwaarden: Methode Optisch Elektronisch kwantitatief Duur van de 4 uur 4 uur monsterneming Frequentie 1 x per dag 1 x per dag, de eerste dag van elke werkweek Plaatsen waar bij de uitgang van elke werkende een zo representatief mogelijk stalen worden extractor meetpunt in de dominante genomen in het groene compartiment van het windrichting personeelssas in de omgeving van het personeelssas in de omgeving van materiaalsas een zo representatief mogelijk meetpunt in de dominante windrichting Grenswaarde* 0,010 asbestvormige vezels per kubieke centimeter 0,005 asbestvormige vezels per kubieke centimeter (*) Er wordt voor de aanvang van de werken een achtergrondmeting gedaan (optisch en elektronisch kwantitatief. De gemeten waarde mag de voor de aanvang van de werken gemeten waarde niet met meer dan respectievelijk 0,010 en 0,005 asbestvormige vezels per kubieke centimeter overschrijden. Dit geldt niet voor de meting aan de extractor. De elektronische kwantitatieve analyses van de luchtmetingen voldoen aan volgende voorwaarden (deze informatie is noodzakelijk voor het erkende laboratorium dat instaat voor de luchtmetingen, de informatie moet dus aan hun bezorgd worden voordat ze ter plaatse komen zodat ze over het juiste materiaal beschikken): - er wordt gebruik gemaakt van een pomp en filter die geschikt is voor de opgelegde elektronische methode;! het gaat niet om de elektronische analyse op halve-filters voor optische metingen (die normaal gedaan wordt indien de vezelconcentratie hoger dan 0,010 v/ml is). - er wordt voldoende lucht aangezogen en er worden voldoende velden geteld om een zeer lage detectielimiet te verkrijgen (rond 0,001 v/ml). - analysemethode: TEM-directe transfermethode volgens NIOSH 7402-norm: methode EM21 (bepaling van de concentratie aan asbestvezels in lucht met analytische elektronenmicroscopie met de direct transfermethode) gebaseerd op NIOSH 7402 (door een laboratorium dat voor deze methode erkend werd door de FOD WASO). OF SEM-directe analyse volgens Nederlandse norm NEN-ISO (door een laboratorium dat hiertoe in Nederland geaccrediteerd werd). - de analyseverslagen moeten vermelden welk type asbestvezels werd gedetecteerd. Beslissing nr Pagina 11 van 27

12 De analyseresultaten moeten onmiddellijk overgemaakt worden aan het BIM (afdeling inspectie) van zodra de aanwezigheid van asbestvezels wordt vastgesteld. Indien overschrijdingen werden vastgesteld wordt er ten minste één vrijgavemeting van de omgevingslucht uitgevoerd, door een volgens de toepasselijke federale reglementering erkend laboratorium. De waarde van de vrijgavemeting, die bepaalt of de afsluiting kan worden opgeheven, is dezelfde waarde als deze die wordt aanbevolen door de federale reglementering over de bescherming van de werknemers tegen de gevaren bij blootstelling aan asbest. Tijdens de metingen wordt de lucht binnenin de semi-hermetisch afgesloten zone verstoord; de eventuele extractoren worden vooraf stilgelegd. Afgebakende zone De bepalingen met betrekking tot de uitvoering, controle en afsluiting van de werken die worden uitgevoerd in een afgebakende zone zijn conform de voorschriften in artikelen 8, 31 en 32 van het asbestbesluit en leven ook de bijzondere voorwaarden en voorschriften van punt a na en de eventuele voorwaarden betreffende luchtmetingen van punt b. a. Bijzondere voorwaarden Algemeen Alle mogelijke voorzorgsmaatregelen worden getroffen om verspreiding van asbestvezels in de omgeving te vermijden. Alle materialen worden met een fixerend middel (vb. water) behandeld alvorens ze worden gemanipuleerd om vezelverspreiding te voorkomen. Eventuele breukvlakken worden behandeld met een gekleurd en blijvend vezelfixerend middel (verschillend van water) alvorens de materialen verder te manipuleren. Na de werken wordt de werkzone gecontroleerd op de aanwezigheid van brokstukken,... Alle aanwezige resten en brokstukken die asbest kunnen bevatten worden verwijderd. Asbestcementen buizen - post 3 De afvoerbuizen in materialen van het type eternit worden in één stuk verwijderd door waar nodig hun metalen ophanging door te snijden en de omliggende bakstenen en andere bouwelementen rondom de asbesthoudende toepassing weg te kappen. Ingebetonneerde asbestcementen toepassingen post 4 De in gebetonneerde asbestcement afgoten op de brug en asbestcementbuizen in kolommen worden verwijderd tijdens de sloop van het viaduct. De bedoeling is machinaal de verschillende stukken uit te zagen en zo goed als mogelijk in hun geheel te verwijderen. De werken gebeuren onder constante verneveling met water. Deze verneveling moet voldoende efficiënt zijn om alle vrijgekomen stof op te vangen. Het aflopende water moet opgevangen worden en mag in geen geval rechtstreeks in de riolering of in de bodem terechtkomen. Het afvalwater wordt behandeld zoals bepaald in punt B.5 van dit artikel. Het slib afkomstig geproduceerd bij het doorzagen van de asbestcementen toepassingen moet als broos asbestafval afgevoerd worden. Een inspecteur van het BIM moet uitgenodigd worden om aanwezig te zijn bij de verwijdering van de eerste in gebetonneerde asbestcementen toepassingen. Tijdens de eerste werkdag wordt een fotoverslag opgesteld van alle fasen van de verwijdering. Dit wordt zo spoedig mogelijk opgestuurd naar de afdeling Inspectie van het BIM. Beslissing nr Pagina 12 van 27

13 Indien tijdens de uitvoering van de werken zou blijken dat de opgelegde grenswaarden voor de luchtmetingen regelmatig of in belangrijke mate overschreden worden of dat de voorgestelde methode risico s inhoudt die niet voorzien werden bij de toekenning van de vergunning, dan kan alsnog opgelegd worden dat de werken moeten uitgevoerd worden volgens een meer aangepaste methode. b. Metingen van de luchtkwaliteit Tijdens de uitvoering van de werken van post 3 wordt de concentratie van vezels in de lucht gemeten, in overeenstemming met deze voorwaarden: Methode Optisch Duur van de monsterneming 4 uur Frequentie 1 x per dag, bij de aanvang van iedere werkweek Plaatsen waar stalen worden genomen vlak bij de werken binnenin de afgebakende zone persoonsgebonden meting op arbeider Tijdens de uitvoering van de werken van post 4 wordt de concentratie van vezels in de lucht gemeten, in overeenstemming met deze voorwaarden: Methode Optisch Elektronisch kwantitatief Duur van de 4 uur 4 uur monsterneming Frequentie 1 x per dag De eerste werkdag Plaatsen waar vlak bij de werken binnenin de een zo representatief mogelijk stalen worden afgebakende zone meetpunt in de dominante genomen persoonsgebonden meting op arbeider windrichting een zo representatief mogelijk meetpunt in de dominante windrichting Grenswaarde* 0,010 asbestvormige vezels per kubieke centimeter 0,005 asbestvormige vezels per kubieke centimeter (*) Er wordt voor de aanvang van de werken een achtergrondmeting gedaan (optisch en elektronisch kwantitatief. De gemeten waarde mag de voor de aanvang van de werken gemeten waarde niet met meer dan respectievelijk 0,010 en 0,005 asbestvormige vezels per kubieke centimeter overschrijden. De elektronische kwantitatieve analyses van de luchtmetingen voldoen aan volgende voorwaarden (deze informatie is noodzakelijk voor het erkende laboratorium dat instaat voor de luchtmetingen, de informatie moet dus aan hun bezorgd worden voordat ze ter plaatse komen zodat ze over het juiste materiaal beschikken): - er wordt gebruik gemaakt van een pomp en filter die geschikt is voor de opgelegde elektronische methode;! het gaat niet om de elektronische analyse op halve-filters voor optische metingen (die normaal gedaan wordt indien de vezelconcentratie hoger dan 0,010 v/ml is). - er wordt voldoende lucht aangezogen en er worden voldoende velden geteld om een zeer lage detectielimiet te verkrijgen (rond 0,001 v/ml). - analysemethode: TEM-directe transfermethode volgens NIOSH 7402-norm: methode EM21 (bepaling van de concentratie aan asbestvezels in lucht met analytische elektronenmicroscopie met de direct transfermethode) gebaseerd op NIOSH 7402 (door een laboratorium dat voor deze methode erkend werd door de FOD WASO). OF SEM-directe analyse volgens Nederlandse norm NEN-ISO (door een laboratorium Beslissing nr Pagina 13 van 27

14 dat hiertoe in Nederland geaccrediteerd werd). - de analyseverslagen moeten vermelden welk type asbestvezels werd gedetecteerd. De analyseresultaten moeten onmiddellijk overgemaakt worden aan het BIM (afdeling inspectie) van zodra de aanwezigheid van asbestvezels wordt vastgesteld. 4. Controle De beambten die belast zijn met de inspectie van de werven, kunnen naarmate de werken vorderen alle maatregelen opleggen die zij nuttig achten. Ze kunnen onder meer de methode van de luchtkwaliteitmeting, de duur en frequentie van de monsterneming en de plaatsen waar de stalen worden genomen opnieuw evalueren, bijvoorbeeld bij overschrijding van de grenswaarden. B.2. VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT DE ORGANISATIE VAN DE WERF De uitbater moet de voorschriften naleven van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening (besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2006) en meer bepaald van hoofdstuk III betreffende de werven. De aandacht van de uitbater wordt heel bijzonder gevestigd op hoofdstuk IV van het asbestbesluit : algemene bepalingen. 1. Voorafgaande kennisgeving van de werf De houder van de milieuvergunning of, bij ontstentenis, de uitbater meldt ten minste twee weken op voorhand de aanvang van asbestverwijderings- of inkapselingswerken en van elke volgende fase overeenkomstig bijlage 2 van het asbestbesluit : - aan het BIM (Inspectie); - aan het bestuur van de gemeente waar de werf zich bevindt; - aan de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (DBDMH). Indien de werken van fase 10 worden uitgevoerd in niet-aaneensluitende periodes, dan moet elke periode als een afzonderlijke fase beschouwd worden (afzonderlijke melding van begin en einde van de werken). 2. Voorafgaande vergadering en informatie aan de bevolking 2.1 Er hoeft geen voorafgaande vergadering belegd te worden met een vertegenwoordiger van de gemeente waar de werf zich bevindt en een beambte van de afdeling Inspectie van het BIM. 2.2 Er wordt minimaal 15 dagen voor het begin van de werkzaamheden, een informatiecampagne (strooibiljet en informatievergadering) georganiseerd voor de omwonenden betreffende de asbestverwijderingswerken. Deze campagne is in de eerste plaats gericht aan bewoners van de gebouwen die zich bevinden langs het viaduct en in de aanpalende straten (tot op 50 m). Een strooibiljet met volgende informatie wordt bezorgd aan de omwonenden: de aard van de werkzaamheden en genomen veiligheidsmaatregelen die moeten voorkomen dat asbestvezels verspreid worden; de geplande duur van de werkzaamheden; de periode gedurende dewelke de werkzones (parking, straten, ) ontoegankelijk zullen zijn voor derden; de naam, het adres, adres en het telefoonnummer van de persoon die verantwoordelijk is voor de werf; Beslissing nr Pagina 14 van 27

15 informatie betreffende de geplande informatievergadering. De persoon die verantwoordelijk is voor de werf, moet tijdens de werkuren beschikbaar zijn op de site, meer in het bijzonder als de werkzaamheden uitzonderlijk 's nachts of op een zon- of feestdag plaatshebben. Een informatievergadering wordt georganiseerd voor de omwonenden waarbij de hierboven opgesomde elementen worden voorgesteld. Deze informatie wordt ook consulteerbaar gemaakt op een vaste plaats (een lokaaltje/tentoonstellingsruimte open voor derden, internetsite, ). De informatie wordt indien nodig geactualiseerd, bijvoorbeeld in geval van aanpassing van de planning. 3. Werkingsuren en afwijkingen 3.1 De effectieve asbestverwijderingswerken en het transport van afval is enkel toegestaan tijdens werkdagen van maandag tot vrijdag van 7 tot 19 uur. 3.2 Bij wijze van afwijking mogen de werken die niet onderbroken kunnen worden (extractoren die de onderdruk en luchtcirculatie van de (semi-)hermetische zone garanderen) ook uitgevoerd worden tussen 19 uur en 7 uur, en op zater-, zon- en feestdagen. Bij wijze van afwijking mogen de werken die geen geluidshinder voortbrengen (plaatsen signalisatie, opbouw stellingen en aanbrengen krimpfolie, afwerken omtenting en plaatsen technische installaties, uitvoeren rooktest of vrijgavemetingen, fijnreiniging, opkuis en afbraak stelling), uitgevoerd worden van 6 tot 22 uur van maandag tot vrijdag en op zater-, zon- en feestdagen. De voorwaarden betreffende het lawaai en trillingen zoals bepaald in punt B.4 van dit artikel moeten hierbij wel gerespecteerd worden. 3.2 Andere afwijkingen aan deze uurregeling (voor werken die niet onderbroken kunnen worden en de werken die geen geluidshinder voortbrengen) betreffen een wijziging van de milieuvergunning zoals beschreven in artikel 5 punt 4.3 van deze beslissing. Het BIM zal die afwijking in voorkomend geval alleen maar toestaan op basis van een schriftelijke en gemotiveerde aanvraag die ten minste tien dagen voor de aanvang van de werken in kwestie ingediend wordt bij het BIM (Vergunningen). 4. Verantwoordelijkheid De houder van de vergunning wijst een verantwoordelijke en diens plaatsvervanger aan. Die verantwoordelijke zal rechtstreeks belast zijn met de uitvoering van de voorwaarden van deze vergunning. Hij wordt de bevoorrechte gesprekspartner die door de inspecteurs van het BIM wordt gehoord. De namen en volledige contactgegevens van de aangewezen personen worden meegedeeld in de kennisgeving van het begin van de werken. 5. Werfregister De houder van de vergunning moet een werfregister opstellen en bijhouden, zoals beschreven staat in artikel 14 van het asbestbesluit. 6. Veiligheid Tijdens de asbestverwijderingswerken is de werkzone niet toegankelijk voor personen niet betrokken bij de asbestsanering. Rondom de werkzones wordt een afscherming geplaatst die voldoende stevig is om te voorkomen dat: derden zich toegang verschaffen tot de werkzone Beslissing nr Pagina 15 van 27

16 de werfinstallatie accidenteel kan beschadigd worden door voertuigen die in de omgeving circuleren. 7. Werfverkeer Het aan- en afrijdende werfverkeer komt in de mate van het mogelijk langs de E40. B.3. VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT HET AFVAL De aandacht van de uitbater wordt bijzonder gevestigd op hoofdstuk VII van het asbestbesluit : afval. 1. Beheer van het afval Het verdichten of vermalen van afval of elke andere bewerking waarbij asbestvezels kunnen vrijkomen, is verboden. Alle vereiste maatregelen worden getroffen om te vermijden dat er asbestvezels vrijkomen in het milieu, zowel tijdens de hantering van het asbestafval als tijdens het transport van het asbestafval naar de opslagruimte of de container. Het asbesthoudend slib afkomstig van posten 1, 2 en 4 moet beschouwd worden als broos asbest en wordt als dusdanig behandeld en verpakt (conform artikel 33 van het asbestbesluit ). 2. Opslagplaats De bezinkbak met het slib afkomstig van posten 1 en 2 en het verpakte asbestafval wordt, met het oog op de ophaling ervan, opgeslagen in een afgesloten scheepscontainer (in het containerpark van de werf, zoals aangegeven op het plan dat werd bijgevoegd bij deze vergunning). Het niet-broze asbestafval mag met het oog op zijn transport buiten de werf opgeslagen worden in een open container met containerbag (in het containerpark van de werf, zoals aangegeven op het plan dat werd bijgevoegd bij deze vergunning). Die containerbags zijn gesloten buiten de uren waarop ze geladen worden. 3. Opslag in de zone De tijdelijke opslag van het afval in de werkzone wordt tot een strikt minimum beperkt. 4. Container Er mag geen enkele container op de openbare weg geplaatst worden, behalve wanneer het de bedoeling is dat die onmiddellijk beladen en afgevoerd wordt. 5. Transport naar het verwerkingscentrum Het asbestafval wordt opgehaald door een in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest erkende ophaler van gevaarlijke afvalstoffen, die alle verantwoordelijkheid op zich neemt voor de correcte verwerking ervan. Het broos asbestafval van posten 1 en 2 mag enkel afgevoerd worden naar een daartoe vergunde stortplaats indien onderstaande documenten, minstens 15 dagen voor de afvoer van dit afval, worden bezorgd aan het BIM (Inspectie): - een verklaring van de stortplaats dat zij deze afvalstoffen mogen aanvaarden (met volledige en ondubbelzinnige omschrijving van het type afvalstof) Beslissing nr Pagina 16 van 27

17 - de vezelvrijstellingstest uitgevoerd conform de bepalingen van de OVAM op een representatief staal (homogeen, geen verontreiniging met andere materialen zoals beton, ). 6. Afwijkingen betreffende de afvalstoffen Niet van toepassing. B.4. VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT LAWAAI EN TRILLINGEN 1. Definities en opmerkingen 1.1 Definities Bouwplaats: alle handelingen en werken die noodzakelijk zijn voor het bouwen, verbouwen of afbreken van gebouwen, kunstwerken, wegen of infrastructuur en voor de asbestverwijdering ervan. Bouwplaatsvoorzieningen: alle bouwplaatsmateriaal, -toestellen of accessoires die, door hun aard, een hoog geluidsniveau voortbrengen en die met minder geluidshinder zouden kunnen werken, door gebruik te maken van de beste beschikbare technologieën. De voorzieningen die in de volgende lijst zijn opgenomen, worden beoogd: - radio; - compressor; - pomp; - stroomopwekkend aggregaat; - extractor; - ventilator; - vast materiaal uitgerust met een thermische of elektrische motor. Onvermijdelijk luidruchtige activiteit: elke activiteit die, door haar aard, een hoog geluidsniveau voortbrengt en die niet minder luidruchtig zou kunnen worden uitgevoerd, zelfs als een beroep wordt gedaan op de best beschikbare technologieën. Worden inzonderheid beoogd: - heiwerk; - damplankwerken; - steenbreekwerken; - zaagwerken; - drilboorwerken. Hieronder vallen voor deze werf de eigenlijke asbestverwijderingswerken en het afvaltransport. Bouwplaatsgeluid: het totaal specifiek niveau uitgedrukt in gewogen decibels A (Lsp, bouwplaats) van het gecumuleerd geheel van de bouwplaatsvoorzieningen, gemeten in de onmiddellijke nabijheid van de betrokken gebouwen, wanneer alle onvermijdelijk luidruchtige activiteiten zijn stopgezet. De akoestische termen die in dit besluit worden gebruikt, worden omschreven in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 tot vaststelling van de controlemethode en omstandigheden voor geluidsmetingen. De geluidsdrempels worden bepaald in functie van het volgende criterium het globale specifieke geluidsniveau (L sp ). De periodes A, B en C worden als volgt vastgelegd: Ma Di W Do Vr Za Zo/ feestdag o 7u tot 19u A A A A A B C 19u tot 22u B B B B B C C 22u tot 7u C C C C C C C Beslissing nr Pagina 17 van 27

18 1.2 Onder uitbating wordt bovendien begrepen: het gebruik van één of meerdere ingedeelde inrichtingen of een uitrusting die er deel van uitmaakt, evenals alle hiermee verband houdende en hieruit voortvloeiende activiteiten, bv.: - de hantering van voorwerpen, goederen, ; - het laden/lossen, op de werf of op de weg, door klanten, leveranciers, ; - het ter plaatse voortgebrachte verkeer; - de werking van neveninstallaties (ventilatie, airconditioning, ) die verband houden met de exploitatie; Voorkomen van geluidshinder 2.1 Boven de in punt 3 gepreciseerde geluidsdrempels dient de uitbater erop toe te zien dat de werking van de installaties en het verloop van de activiteiten de goede praktijken respecteren die gelden met betrekking tot het tot een absoluut minimum herleiden van de geluidshinder ten opzichte van kwetsbare functies (woningen, scholen, ziekenhuizen, parken, ) in de omgeving, met name door de volgende aspecten aan de situatie aan te passen: Beheer van de installaties - De uitbater dient over het goede onderhoud van zijn installaties te waken en, in voorkomend geval, de aan slijtage onderhevige of beschadigde installatie die voor extra geluidshinder zorgt, te vervangen of te repareren. - De buitendeuren en -vensters van de ruimten die voor een isolatie van de geluidsbronnen ten opzichte van de buitenomgeving zorgen, worden gesloten gehouden. - Het materiaal en de voorzieningen die op de bouwplaats worden gebruikt moeten in goede staat van werking zijn, onderhouden zijn en uitgerust zijn met de oorspronkelijke geluids- en trillingsbeschermingen die het mogelijk maken het voortbrengen en het verspreiden van het geluid en van de trillingen te beperken. - De bouwplaats wordt zowel op technisch, organisatorisch als gedragsmatig gebied zodanig beheerd dat de geluids- en trillingshinder zo veel mogelijk wordt verminderd. - De bouwplaatsuitbater moet elke maatregel toepassen die overeenstemt met de best beschikbare technologieën die economisch aanvaardbaar is. - De onvermijdelijk luidruchtige activiteiten worden verricht tijdens de uren van de in punt 1.1 bepaalde periode A. Ontwerp van de installaties De uitbater treft de nodige maatregelen om de door de uitbating van zijn inrichting geproduceerde geluidshinder te beperken. In de ontwerpfase voor elke nieuwe installatie handhaaft hij daarnaast ook specifieke selectiecriteria en inrichtingsopties die met name verband houden met: De lokalisatie van installaties en luidruchtige activiteiten; De keuze van technieken en technologieën; De geluidsprestaties van de installaties; De aanvullende maatregelen die op het vlak van geluidsisolatie getroffen worden en die de weerkaatsing en voortplanting van het geluid beperken; Extractoren: De elektrische motoren en de bewegende onderdelen zijn zodanig vastgemaakt dat ze stil kunnen werken. Ze kunnen eventueel uitgerust worden met geluidsisolatie; Beslissing nr Pagina 18 van 27

19 3. Ter hoogte van de immissie gemeten geluidswaarden Het geluid van het geheel van de bouwplaatsvoorzieningen mag de grenswaarden uit de volgende tabel niet overschrijden: 4. Trillingen Lsp, bouwplaats in db(a) Tijdsperiode van maandag tot vrijdag zaterdag, zondag en feestdag 07 :00 19 : :00 07 : De nodige maatregelen worden getroffen, opdat de trillingen die inherent zijn aan de uitbating van de werf, de stabiliteit van de constructies niet in het gedrang brengen en geen bron van hinder vormen voor de buren. De trillingsniveaus in de bewoonde gebouwen in de buurt moeten in overeenstemming zijn met het niveau dat wordt vastgelegd door norm DIN 4150 (deel 2: hinder aan personen en deel 3: stabiliteit van het gebouw). In het bijzonder beschikt iedere machine die bevestigd is aan een structuur van het gebouw over een degelijke voorziening om de trillingen te dempen. Er wordt voor gezorgd dat de trillingen afkomstig van de extractoren zich niet kunnen voortplanten door de muren en vloeren van het gebouw of aangrenzende gebouwen; meer bepaald de motor, de steunpunten, de verbindingslagers, enz., mogen niet in contact komen met de gemeenschappelijke muren. 5. Meetmethode De metingen van geluidsbronnen worden verricht met de apparatuur, volgens de methode en onder de voorwaarden zoals bepaald door het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 tot vaststelling van de controlemethode en omstandigheden voor geluidsmetingen. B.5. VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT DE LOZING VAN AFVALWATER IN DE OPENBARE RIOLEN De aandacht van de exploitant wordt in het bijzonder gevestigd op hoofdstuk VIII van het asbestbesluit: lozing van afvalwater in de openbare riolen. De na te leven voorwaarden zijn degene die in hoofdstuk VIII van het asbestbesluit zijn opgenomen. Het opgevangen en gefilterde water wordt rechtstreeks of via het systeem voor de afvoer van sanitair afvalwater of regenwater in de riool geloosd. Naargelang de oorsprong ervan wordt het afvalwater in twee categorieën ingedeeld: 1 afvalwater afkomstig van de hermetisch afgesloten zones en de natte sassen; 2 al het andere afvalwater afkomstig van de werf. Het opgevangen water afkomstig van posten 1, 2 en 4 wordt beschouwd als water van eerste categorie. Beslissing nr Pagina 19 van 27

20 Artikel 5. Administratieve verplichtingen 1. De inrichtingen zijn conform het werkplan uit het dossier van de milieuvergunningsaanvraag, met inbegrip van de aanvullingen die de aanvrager of de uitbater in de loop van de procedure heeft overgemaakt. 2. De inrichtingen zijn conform het hierbij gevoegde plan (bijlage 3) dat het BIM op 29/06/2015 afstempelde: faseringsplan uitvoering van verwijdering asbest. 3. De opgelopen kosten voor de werken die nodig zijn voor de opbouw van de inrichtingen met het oog op hun toezicht en op de controle van de uitbatingsvoorwaarden zijn voor rekening van de uitbater. De overheid kan voor rekening van de uitbater de monsternemingen en analyses eisen die nodig zijn om de naleving van de uitbatingsvoorwaarden te controleren. 4. Bovendien moet de uitbater, onverminderd de verplichtingen die andere bepalingen hem opleggen: 1/ alle voorzorgen nemen om de risico s, hinder of ongemakken van de inrichtingen te vermijden, te beperken of op te lossen; 2/ elk ongeval of incident dat schade kan berokkenen aan het milieu of aan de gezondheid of de veiligheid van personen onmiddellijk melden aan het BIM (Inspectie) en aan de gemeente van de exploitatie; 3/ alle wijzigingen aan één van de gegevens of voorwaarden uit het aanvraagdossier of uit de milieuvergunning sinds de aflevering van de milieuvergunning onmiddellijk melden aan het BIM (Vergunningen). In overeenstemming met artikel 7 2 van de ordonnantie betreffende de milieuvergunningen moet elke wijziging aan het werkplan of elke asbestverwijdering of - inkapseling die niet door deze vergunning toegestaan is, worden meegedeeld aan het BIM (Vergunningen) door de toestemming voor die wijziging te vragen. De werken mogen pas van start gaan nadat het BIM daar de officiële toestemming voor gegeven heeft; 4/ het BIM (Vergunningen) onmiddellijk inlichten in geval van verandering van houder van de vergunning of stopzetting van een activiteit. 5. De uitbater blijft aansprakelijk ten opzichte van derden voor het verlies of de schade veroorzaakt door de inrichtingen. 6. Iedere persoon die houder is of was van een milieuvergunning moet bovendien de plaats van een inrichting waarvan de uitbating is beëindigd of niet meer is toegestaan zodanig herstellen dat er geen enkel gevaar, hinder of ongemak meer aanwezig is. Artikel 6. Antecedenten en documenten met betrekking tot de procedure De inrichtingen zijn niet in werking, het is een nieuw project. Ontvangst van het dossier voor de vergunningsaanvraag op 13/01/2015 Advies gevraagd aan het college van Schepenen en de Burgemeester op 14/01/2015 Beslissing nr Pagina 20 van 27