zen ^P / van Jansie Bourn

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "zen ^P / van Jansie Bourn"

Transcriptie

1 zen ^P / r; van Jansie Bourn r

2 Liedjes bij Veilig leren lezen Leesboekje 1 Leerstofkern Duimeliesie 1. De boom heeft zeven takken 2. In het midden van het bos 3. Er brandt een vuur Leerstofkern De school 4. De weg naar school 5. Op school 6. De school gaat aan Leerstofkern De dierentuin I. Naar de dierentuin 8. Wat gek Leerstofkern Spel en speelgoed 9. In de speeltuin 10. Ik vlieg als een vlinder II. Overal zit iets 12. Hallo, meneer de oppasser Leesboekje 3 Een dag bij Kees en Miep 21. Nog in bed 22. Ontbijt 23. Nou moet je toch eens horen 24. Koek 25. Zuurkool met worst 26. Dag Kees, dag Miep, dag mama Leesboekje 4 Wat gaan we doen? 27. In de bieb 28. In de leeshoek 29. Knutsellied 30. Naar de supermarkt 31. Het autootje 32. Een kijkdoos 33. Mijn papa heeft een strop 34. Ganzenbord Leesboekje 2 Leerstofkern Sneeuwwitje 13. Sneeuwwitje Leerstofkern Naar het bos 14. In het bos is een weg 15. Pfff 16. Door het niemandsdal Leerstofkern In de keuken 17. In de keuken 18. In de keuken is het leuk, he 19. Afwassen Leerstofkern Klein Duimpje 20. Klein Duimpje Leesboekje 5 Wat een pret 35. Ik wil een beest 36. Je bent jarig 37. Poesje 38. Wat eng 39. Op de ijsbaan 40. Jan, de sneeuwman 41. Het lelijke jonge eendje Leesboekje 6 Een mooie boel 42. Bij de bakker 43. De dokter 44. Alles op z'n kop 45. In de tent

3 Leesboekje 7 Circus O-ki-do 46. Ik verhuis 47. Vroeg op de dag 48. In het circus 49. Otto, mijn vriend 50. Lariekoek 51. Leida, de grapheks Leesboekje 10 Het droevige huis 63. Arme vogel Job 64. Wil je wel eens weten 65. De dierenshop 66. Verkleedpartij 67. Bejaardenhuis 68. Jong en oud 69. Smartlap Leesboekje 3 Wat een poppenkast 52. Bah, wat een weer 53. Woensdagmiddag in de regen 54. Kijk daar, de poppen van de poppenkast 55. Jan Klaassen en Katrijn 56. Rommellied 57. In de poppenkast 58. Kikkerlied Leesboekje 9 Doornroosje 59. Wie kent het sprookje? 60. Het kasteel 61. Doornroosje 62. Altijd wat Leesboekje 11 De gelaarsde kat 70. Hoei, wat een woei 71. De molen 72. De markies van Karabas 73. De sprookjes verkeerd Leesboekje 12 Daan en Marieke 74. De lift 75. Mevrouw De Vries 76. Rommelruimrocker

4 Voorwoord Het is niet verstandig het onderwijs aan jonge kinderen sterk te verbrokkelen. Bijna iedereen is er momenteel van overtuigd dat een strenge vakkensplitsing bij jonge kinderen vervreemdend werkt. De integratie van kleuteronderwijs en lager onderwijs heeft het d66rbreken van dit inzicht alleen maar bevorderd en versneld. Ook organisatorisch zijn er ontwikkelingen te zien die duidelijk maken dat er wel degelijk een belangrijke invloed uitgaat van het kleuteronderwijs op het lager onderwijs. Steeds meer lagere scholen gaan in de onderbouw het werken in hoeken invoeren. Deze werkwijze is in de kleuterscholen al jaren gangbaar. Verder is in het lager onderwijs ook een herwaardering van het spel waar te nemen. Het spel gaat met name in de onderbouw van de lagere school een belangrijkere plaats innemen dan tot nu toe het geval was. De breuk tussen kleuteronderwijs en lager onder wijs wordt daardoor minder nadrukkelijk. Caesar schrijft in de handleiding bij de leesmethode Veilig leren lezen over dit onderwerp ondermeer het volgende:,,het mag als bekend worden verondersteld, dat uit didactisch oogpunt beschouvvd het niet gewenst is in het onderwijs aan jonge kinderen een strenge vakkenscheiding door te voeren. Het werken met leerstofkernen is dan ook vrij algemeen. Rondom een centrale leerstof worden de verschillende activiteiten geconcentreerd. Wereldorientatie, lezen, taal, schrijven, tekenen, zang en eventueel ook rekenen en lichamelijke oefening kunnen worden opgenomen in een groot geheel. Het werken met leerstofkernen is niet zo eenvoudig als misschien op het eerste gezicht lijkt, omdat de aard van elk vak bepaalde eisen stelt aan de volgorde van de leerstof. Als de betreffende leerkracht er niets voor,,voelt", zal het werken met leerstofker nen op een mislukking uitlopen. Het vereist nogal wat initiatief van de leerkracht, maar als dat aanwezig is, wordt een klaslokaal een,,levend stukje wereld" waar het kind zich thuis voelt en waar het zich naar hartelust kan ontvvikkelen. Of een leerstofkern werkelijk de aandacht van de leerlingen gaande weet te houden, hangt voor een groot gedeelte af van de leer kracht. Bij de opzet van de methode Veilig le ren lezen is de stof zo gekozen, dat zij er zich in het algemeen toe leent te worden verwerkt in leerstofkernen..." (Handl. 1, p. 59). De mogelijkheid om zang op te nemen in het geheel van leerstofkernen is door de uitgave van liedjes bij Veilig leren lezen duidelijk vergroot. Wim Schelling, werkzaam als muziekconsulent, heeft liedjes geschreven die aansluiten bij de onderwerpen die in de twaalf leesboekjes van de methode aan de orde zijn. Zo is er bijvoorbeeld een liedje voor het prille be gin van het leren lezen waarin het woord,,boom" centraal staat. Voor iedere fase van het leren lezen is er nu een aantal liedjes, speciaal geschreven voor gebruik bij de methode Veilig leren lezen. Het is niet de bedoeling geweest van de auteur om hiermee een muziekmethode te maken voor de onderbouw. De liedjes zijn geschreven om het onderwijs te verlevendigen met liedjes die aansluiten bij de onderwerpen die op een bepaald moment centraal staan. De kinderen moeten het zingen van de liedjes ervaren als een prettige, vrolijke activiteit, als een plezierige afwisseling van de vaak inspannende leesactiviteiten. Deze bundel kan echter niet vervangend zijn voor een muziekmethode. De au teur benadrukt dat de muzikale vorming van kinderen niet voldoende wordt gewaarborgd, louter en alleen door het zingen van de liedjes uit deze bundel. Wel kan deze uitgave ertoe bijdragen het muziekonderwijs inhoudelijk geslalte te geven. Daartoe geeft de auteur bij ieder lied allerlei suggesties voor aansluitende expressie-aktiviteiten.

5 Het pakket,,liedjes bij Veilig leren lezen" bestaat uit drie onderdelen: een liedbundel en twee muziekcassettes. De totale speelduur van de muziekcassettes is een uur en vijftien minuten. Op de eerste muziekcassette staan de lied jes bij de leesboekjes 1 tot en met 5 (de liedjes 1-41), op de tweede cassette staan de liedjes bij de leesboekjes 6-12 (de liedjes 42-76). De plaats van de liedjes op de muziekcassette is niet aangegeven door middel van de teller op de cassetterecorder. Deze tellers zijn namelijk niet gestandaardiseerd; ze verschillen tussen de merken onderling. Een dergelijke aanduiding zou alleen maar verwarrend werken. Op de muziekcassette wordt wel voor elk liedje de titel en het nummer van het liedje gezegd. De nummering van de liedjes op de cassettebandjes correspondeert met de nummering in deze liedbundel. Hierdoor zijn de liedjes toch eenvoudig op de cassette op te zoeken. Wat is nu de functie van de cassettebandjes? De voornaamste functie is de kennismakingsfunctie. Door het beluisteren van het lied op het cassettebandje kan de leerkracht, ook de minder muzikale leerkracht, snel de melodie leren kennen. Ditzelfde geldt uiteraard voor de kinderen. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling van de auteur cassettes aan te bieden om kinderen bij het afspelen mee te laten zingen. Vanuit muziekdidactisch oogpunt bezien is dit niet gewenst. Met opzet is de begeleiding van de liedjes eenvoudig gehouden. Het is na melijk mogelijk om met eenvoudige instrumentjes de liedjes te begeleiden, ook in de klas. Tenslotte is een woord van dank op z'n plaats. Allereerst aan het Amersfoorts Jeugdkoor o.l.v. Wim Sweers. De leden van dit koor hebben veel vrije tijd gei'nvesteerd om de opnames van de liedjes te doen slagen. Verder aan Wim Sweers voor de coordinate van werkzaamheden en de medewerking aan deze liedbundel, en aan Karin van Tongeren en Marijke Sweers die samen met Wim Schelling als solisten de zang verzorgden. Zonder het aanstekelijke enthousiasme van Wim Schelling zou deze uitgave er echter niet gekomen zijn. De uitgever hoopt dat de kinderen en hun leerkrachten er veel plezier aan zullen beleven. Huub Lucas didactisch medewerker bij Uitgeverij Zwijsen.

6 1. De boom heeft zeven takken <++ Een boom uitbeelden. Naar aanleiding van het liedje kan men enkele kinderen een boom laten uitbeelden. De andere kinderen zingen eerst het lied. Als het lied is afgelopen, imiteren ze de wind door heel hard te blazen. Als de wind opsteekt, gaan de bomen bewegen en beginnen ze te kraken. ^<^^p:--.:-r^m Het eerste vvooid dat de kinderen leren in de methode Veilig leren lezen is: boom. Het kunnen lezen van dat woordje is voor de kinderen een hele ervaring. Om die reden is er in deze bundel een liedje opgenomen over een boom. Een eenvoudige bordtekening kan het lied illustreren. Op het bord wordt een boom met zeven takken getekend. Door in de tekening ook andere dingen op te nemen kan het lied verder worden uitgebreid. Ook kan men de kinderen zelf nieuwe koepletten laten bedenken. Zo zouden bijvoorbeeld de volgende koepletten kunnen Geluiden nadocn. In de boom kun je verschillende geluiden horen: takken kraken, vogeltjes fluiten, blaadjes ritselen door de wind, rupsen eten van de blaadjes. Op een afgesproken teken imiteren de kin deren of een van hen een bepaald geluid. Op een ander teken is iedereen meteen weer stil. Bij geluidsspelletjes is het van belang dat ieder zich aan de afspraken houdt. Dus: bij het afgesproken teken stoppen de kinde ren meteen met het maken van het geluid. ontstaan: De boom heeft zeven De boom heeft zeven De boom heeft zeven De boom heeft zeven De boom heeft zeven De boom heeft zeven Enzovoort takken. blaadjes wortels. rupsen. nestjes. vogels.

7 Liedje 1 i de boom heeffc ze -ven tak-ken fe4 S tel E ze eens

8 2. In het midden van het bos Het liedje,,in het midden van het bos" is geschreven naar aanleiding van de tekening op de bladzijden 4 en 5 van leesboekje 1 van Veilig leren lezen. De woorden van de eerste leerstofkern - boom, roos, vis, vuur, mus, pirn - komen alle zes in de tekst voor. Bij de introductie kan de leerkracht een lied zingen en kijken de kinderen in nun lees boekje of ze op de tekening alles zien wat er gezongen wordt. Spel met woordstroken. Als de kinderen het lied goed kennen, kan het volgende spel worden gespeeld. Voor de klas komen zes kinderen. Ieder kind krijgt een klassikale woordstrook. De andere kinderen zingen het lied. Als de kinderen het woord 'boom' zin gen, steekt het kind met de woordstrook 'boom' deze in de hoogte. Wat hoor je in het bos? In het bos, waarover ons liedje gaat, kun je allerlei geluiden horen. Op een afgesproken teken imiteren de kinderen of een van hen een bepaald geluid. Op een ander teken is iedereen meteen weer stil. Bij geluidsspelletjes is het belangrijk dat iedereen zich aan de afspraken houdt. Dus: bij een afgesproken teken stoppen alle kinderen meteen met het maken van het geluid. Dit geconcentreerd luisteren en op een afgesproken teken stil zijn, is ook van wezenlijk belang bij auditieve analyse-, synthese- en discriminatie-oefeningen zoals die bij het leesonderwijs gegeven worden. Klankspel. Hiervoor gebruiken we de woordstroken. De leerkracht of een van de kinderen steekt een woordstrook omhoog, bijvoorbeeld: vuur. De kinderen maken dan het geluid van het knetteren van het vuur (bijvoorbeeld door een stukje papier in elkaar te frommelen). Wie kan een bepaald geluid het best imite ren? Laat de kinderen goed naar elkaar luisteren. Ook andere geluiden die je in het bos hoort, kunnen geimiteerd worden. De kinderen mogen raden waar dit geluid bij hoort. Ademoefening. Bij een zingen van een lied is een goede ademhaling, op de juiste plaatsen binnen het lied, nodig. We oefenen de ademhaling spelenderwijs.,,in het bos ruik je een lekkere dennegeur. Ruik allemaal maar eens. Adem die geur langzaam door je neus in (op een teken van de leerkracht) en (op een ander teken) adem je door de mond weer uit... heee" (zuchtend). Dit wordt enige keren herhaald. Ruikend inademen (alsof je de geur van een heerlijke roos opsnuift) heeft een goede middenrifademhaling tot gevolg. Het lied zingen. De leerkracht geeft de goe de begintoon van het lied aan. Op een teken ademt ieder diep de bosgeur in en op het punt waar de inademing stopt, begint men te zingen. Probeer de kinderen op die ene adem te laten doorzingen tot en met het woordje 'vis' aan het eind van de eerste notenbalk. Daar ademt iedereen opnieuw in en zingt door tot en met het woordje 'is' aan het eind van de tweede notenbalk. Liedbegeleiding. De kinderen kunnen bij het zingen van de woorden boom, roos, vis, vuur, mus, pirn in de handen klappen. De leerkracht kan op de blokfluit de melodie meespelen bij het aanleren van het lied en zodra de klas het lied goed kent, hierbij een eenvoudige tweede stem meespelen. Zie onderaan de pagina hiernaast. 10

9 Liedje 2 in de boom zie ik een mus in de plas een vis bii het vuur is vrouw-tje muis weet je wie dat is y C7 r- dui - me -lies - je Bes I ' het mid-den van het bos zie je nog zcns wat in de boom zie ik een mus in de pan een vis tjiep, tjiep, tjiep en spetter spet weet jij wie dat is? duimeliesje en de roos pirn is op het pad in het midden van het bos hoor je nog eens wat. 11

10 3. Er brandt een vuur In het lied,,er brandt een vuur" komen vijf van de zes woorden uit de leerstofkern,,duimeliesje" voor. Alleen het vvoord 'pirn' ontbreekt. Men kan de kinderen dit zelf laten ontdekken. Voor de klas staan zes kinderen. Ieder kind heeft een wandplaat. De leerkracht zingt het lied. Als een kind het vvoord hoort waarvan het de wandplaat heeft, draait het zich om, zodat de klas die wandplaat niet meer ziet. Tenslotte ziet de klas alleen maar nog de wandplaat van pim. Dat woord komt dus niet in de tekst voor. Om alle woorden in het lied te laten voorkomen, kan men de laatste regel veranderen in:,,pim brengt een rode roos voor Duimeliesje mee". Of:,,Een rode roos brengt Duimeliesje voor Pim mee". Lied aanleren. De suggestie aan de kinderen voor een goede inademing voorafgaand aan de inzet van het lied is:,,we ruiken allemaal de geur van het brandende houtvuur". Probeer steeds op een adem door te zingen tot aan bos, mos, zee, en mee. De ademhalingsplaatsen zijn in dit lied niet door komma's aangegeven, maar door een rustteken in de notenbalk: 7 Maat en ritme. Als de kinderen het liedje goed kennen, kan men aan het eind van elke regel het tegenritme of contrastritme laten klappen. er brandt een vuur x x * (als ritmesteun) brandt een vuur in het bos (als ritmesteun) n in het bos De plaatsen waar dat ritme geklapt kan worden, zijn boven de notenbalken aangegeven. Het lied lijkt wat op een cowboylied.,,stel je voor, dat je als cowboy op een galopperend paard zit en je wipt in het zadel terwijl je het lied zingt." Het lied wordt gezongen en de kinderen maken er de beweging bij van het rijden op een paard. Het paard kan sneller of langzamer galopperen (we zingen dan ook iets vlugger, langzamer) en de be weging 'in het zadel' past zich hierbij aan. Bewegings-ritmespel. Maak een namaakkampvuur en laat de kinderen er omheen lopen op de maat van het liedje: We zingen de woorden vuur, bos, enz. niet extra lang, maar zoals je ze normaal uitspreekt. De muzikale notatie zou de indruk kunnen wekken, dat de woorden lang aangehouden moeten worden. De notatie met open noten is echter gekozen om het notenbeeld niet moeilijker te maken dan strikt noodzakelijk. Variaties op het lied. We laten de regels 'in het bos', 'op het mos', 'in de zee' als een echo herhalen. Hiertoe wordt de klas in twee groepen verdeeld: de ene groep zingt het lied, de andere is 'echo'. er brandt een vuur in het * 23 A, bos er wipt een mus Een trom of schellenstokje kan de maat ondersteunen. Deze maat is dezelfde als die van het wippen in het zadel. Als iemand op een ander instrument, zoals bijv. een tarn- - boerijn het contrastritme speelt, dan wordt dit samen met het zingen van het lied een leuke indianendans. 12 ^am^«kadbw^

11 Liedje 3 i i i 1 n i -arr er brandteen vuur \n het bos n er wipt een mvs op het mos er zwzmkeen vis F in de zee een ro-de roos bren^tdi/i-me-lies-je voor ons mee. 13

12 4. De weg naar school De tweede leerstofkern in de methode Veilig leren lezen heet: de school. In deze leerstof kern worden de volgende woorden als totaliteit aangeleerd: kees, miep, school, bel, boek, raam. Een van de liedjes, die voor deze leerstof kern geschreven zijn, gaat over de weg naar school. De weg naar school is voor de kinderen een speciale weg. Ze lopen die weg bijna dagelijks enkele keren. Ze kennen de huizen en de winkels langs die weg, de au to's die er geparkeerd staan, de trottoirtegels die los liggen, de honden die 's morgens worden uitgelaten. Uitbeelden. In de klas kan de straat uit het liedje worden uitgebeeld. Sommige kinderen zijn de bomen die langs de weg staan, andere kinderen de auto's en weer andere kinde ren zijn de huizen. De overblijvende kinde ren lopen langs de huizen en tussen de au to's en de bomen door naar school. Terwijl ze naar school toe lopen zingen ze het liedje. Geluiden. De leerkracht vertelt een verhaaltje over Kees en Miep die naar school gaan. Ze lopen door een drukke straat... (hier kan een bandje met opgenomen straatgeluiden afgespeeld worden). De kinderen raden welke geluiden ze horen. Of de kinderen gaan naar buiten en luisteren naar de straatgeluiden vlakbij school. Ze kunnen ook een tekening maken van hun eigen weg naar school. Daarop moeten dingen voorkomen die geluid maken. Een paar kinderen mogen vertellen welke 'geluiden' er op hun teke ning voorkomen. (Mensen praten, een kind huilt, auto's of brommers rijden voorbij, de wind waait door de boomtakken...) Ritme. Je kunt op verschillende manieren lopen: slenteren, rennen, huppelen, hinkelen, springen. Elke manier van lopen heeft zijn eigen ritme. Een kind loopt op een bepaalde manier door de klas, de leerkracht begeleidt het loopritme met de trom. De leerkracht speelt een ritme en vraagt de kinderen hoe die daarop zouden lopen. A. M I A. Jt> A slen-te-ren slen-te-ren enz. m i rn hup-pe-len hup-pe-len enz. ren-nen spri-ngen ren-nen spri-ngen Liedbegeleiding. Als de kinderen het lied kennen, kan de leerkracht het lied op de blokfluit begeleiden met een tweede stem Zie onderaan de pagina hiernaast. 14

13 Liedje 4 de weg naar school staan ze-ven ou-de bo-men, ze D E7 A en ze kreunen wat, de een zegt dit de an-der dat D A? D weg naar school, zo maar op het pad. A D e-ven mee; zo dot was dan dat. bij de weg naar school staan zeven oude auto's ze starten en ze steunen wat de een zegt dit de ander dat bij de weg naar school zo maar op het pad bij de weg naar school staan zeven oude huizen ze staan van steen en steunen wat de een zegt dit de ander dat bij de weg naar school zo maar op het pad. tel je even mee: jjr

14 5. Op school Liedbegeleiding. Bij de liedjes zijn de akkoorden voor begeleiding aangegeven. Dit is gemakkelijk voor wie gitaar speelt en zo de liedjes kan meespelen. Ook voor begeleiding door een klokkenspel of xylofoon kunnen deze akkoorden hun nut hebben. We spelen dan een basmelodie door de bastonen van het akkoord te spelen. Dat zijn de tonen die in letters boven de melodie zijn aangegeven. Bij C7 spelen we een C. Bij a min spelen we een A. Zo kan de leerkracht bij het lied 'Op school' een basmelodie spelen over drie to nen (overbodige klankstaven er eventueel tevoren afhalen). De basmelodie treft u aan onderaan de pagina hiernaast. In de tekst van dit liedje komen enkele woorden voor die in de leerstofkern 'De school' geleerd zijn, namelijk: school, raam, boek, bel, kees, miep. Schrijf de woorden in deze volgorde op het bord. Als de kinderen een woord horen, geven ze een klap in de handen. De woorden kunnen ook op kaartjes geschreven worden. Enkele kinderen krijgen elk een kaartje en een slaginstrument. Het lied wordt gezongen. Wie een instrument heeft, speelt daarop zodra 'zijn' woord gezongen wordt. c F G Ik zit op dichtbij het instr. 1 instr. 2 Het wordt moeilijker als de klas die woordjes in het lied moet overslaan en alleen de instrumenten op dat moment mogen spelen, Melodie. Dit liedje kan op twee melodieen gezongen worden: op de melodie van 'Op school' en op het eerste deel van het liedje 'De school gaat aan' (liedje 6). 16

15 Liedje 5 \k zit op school dicht by het raam \k F lees c een boek F en G7 myn naam C en de bel dan loop ik vlug met kees en rrnep nciar huis te - rug. i j2 C F C F G7 C F C F U 17

16 6. De school gaat aan moet daarom langzamer gezongen worden dan het eerste. De opbouw van het lied is: deel A (snel); daarna deel B (iets langza mer), deel A (weer wat sneller gezongen). Ritme. In deel A kan het contrastritme meegeklapt of gespeeld worden: n i steunwoorden: kees en miep De tekst van het liedje 'Op school' past ook op de melodie van het eerste deel (A) van dit lied. De woordjes kees, miep, school, bel, boek en raam komen zowel in het eerste als in het tweede deel voor. In het eerste deel staan ze door elkaar, in het tweede deel in de volgorde van het leesboekje (zie leesboekje 1, biz. 6). De woordjes worden op het bord geschreven en bij het zingen van het tweede deel: 'Hier lees ik...' wijst iemand de woordjes aan. Dit tweede deel Liedbegeleiding. Het contrastritme kan als 'bourdon' (d.w.z. ritme en melodiepatroon gaan het hele lied op dezelfde manier constant door) meegespeeld worden op klokkenspel, xylofoon of klankstaven (met de tonen D en A). Als voorspel kan met de ritme-instrumenten het ritme van het lied gespeeld worden en met de klankstaven het contrastritme. Zie onderaan deze pagina. In deel B geven de kinderen een klap in de handen bij de woordjes kees, miep, school, bel, boek, raam. de school gaat aan en by heb raam 18 SIIBSxir-'^-i.'^a II.

17 Liedje 6 D n de school gaat aan en by het raam n zien kces en (lan^zamer) G miep D de juf-frouw sbaan. fine- A n hier lees ik kees,hier lees ikmfcp,hier lees ik school en denk ik diep, ja G D Ej A D.C hier staat bel en hier staat boek en raam in de - ze hoek. D.C.= hicrna@herhalen. de school gaat aan en bij het raam zien kees en miep de juffrouw staan. hoor je de bel stop dan het spel en lees een boek je kan het well hier lees ik kees hier lees ik miep hier lees ik school en denk ik diep ja hier staat bel en hier staat boek en raam in deze hoek. 19

18 "t. 7. Naar de dierentuin De derde leerstofkern van Veilig leren lezen heeft de dierentuin als onderwerp. Op de pagina's 12 en 13 van leesboekje 1 staat een dierentuin getekend. Sommige kinderen hebben nog nooit een bezoek aan een dieren tuin gebtacht. Zij kennen misschien wel een kinderboerderij. Daarom is aan dit lied een koeplet over een bezoek aan een kinderboer derij toegevoegd. Lied aanleren. Bij het aanleren van het lied kunnen de kinderen het contrastritme klappen. Ze klappen dan op de steunwoorden 'ga mee\ ga je mee (ga mee) met de bus (ga mee) Het liedje moet enthousiast gezongen wor den:,,net alsof we op schoolreisje gaan". Liedbegeleiding. Als gezongen wordt: 'Ik zie een aap, een olifant, een papegaai, een krokodif, dan kijken de kinderen bij het noemen van elk dier steeds een andere kant uit. Dit kan begeleid worden met een slag op de trom: ik zie een aap, een o-li-fant, a i. een pa-pe-gaai, een kro-ko-dil. Met geluiden kunnen we een dier typeren: met het slaan op de trom beelden we het zware langzame lopen van de olifant uit; met het over de toetsen van de xylofoon of het klokkenspel heenroetsjen de aap die de boom inklimt en er weer uit. Ook bij dit lied kunnen we de bastonen op een klokkenspei spelen. Bij het refrein 'ga je mee' kunnen we met bastonen het con trastritme meespelen. Zie onderaan deze pagina. Luisteren naar muziek. Als we over de grammofoonplaat 'Carnaval der dieren' van Saint Saens beschikken, kunnen we daarvan een stukje laten horen, bijvoorbeeld hoe een bepaald dier door een instrument wordt uitgebeeld. Tijdens het luisteren kunnen de kinderen dat dier dan tekenen. Als we het fragment herhalen, kunnen enkele kinderen het dier uitbeelden. Echt luisteren naar mu ziek moet geleerd worden. Op school luisteren naar muziek kan het best vergezeld gaan van een opdracht: Wat hoor je? Kun je je er iets bij voorstellen? Probeer eens te teke nen wat je je erbij voorstelt. Laat aanvankelijk de luisteropdrachten kort duren. Op geluidsplaten voor smalfilmers staan ook vaak dierengeluiden. De kinderen raden welk dier een bepaald geluid maakt. re frein ga je mee enz. fine ± koeplet G 20

19 Liedje 7 fyn om eens een keer - tje in de die -ren-tuin te C 4 A Q? c fine Ik zie een aap, een o - li-fant,ecn pa- pe C Gj C gaai, een kro-ko-dil, de dle-ren - tuin is toch hetcin-de je kan D? G 1 1 i zeg - gen wat je wil ga je mee? op de fiets naar de boerderij ga je mee? want het is fijn om eens een keertje op de boerderij te zijn ik zie een big, een wilde gans een bonte koe, een kleine geit de boerderij is toch het einde daarom blijven we een tijd

20 8. Wat gek Op pagina 13 van leesboekje 1 staat een olifant met een pet. Die gekke situatie was de aanleiding om een liedje te maken over dolle, dwaze, vreemde situaties. Wat gek: een mus met een peer in zijn bek, een aap met een das om zijn nek, een muis met een kat in zijn bek. Ongetwijfeld zijn de kinderen in staat nog meer komische situaties te bedenken. Maat en ritme. De kinderen kunnen het contrastritme na 'wat gek' meeklappen, of daarbij zeggen: te gek Bij dit liedje kan gemakkelijk de maat worden geklapt of meegespeeld op een slaginstrument: De leerkracht kan kaartjes maken met daarop getekend een peer, een bek, een mug, enz. Afmetingen van een kaart ongeveer 20 cmx30 cm. Enkele kinderen krijgen zo'n kaartje en een slaginstrument. Zij spelen zodra 'hun woordje' gezongen wordt. Een leuk ritmespel is het noemen van dierenamen en deze dan klappen. De leerkracht kiest drie dieren, tekent die op het bord en vraagt de kinderen te raden welk dier ge klapt wordt., j j j n j aap e-zel kro-ko-dil Liedbegeleiding. Op een klokkenspel kan de leerkracht een basmelodie meespelen. Zie onderaan deze pagina. A A A A A - r* i w^ r* r^ f> een ten mus mett een peer in zijn bek een enz. koeplet: in ±7 22

21 Liedje 8 i B? 0 0 een mus met cen peer m zn bck. een 4 V? G G mier em en een mug in., A ge - sprek. een aap met cen das om 2V1 D een koe met een hoed by het hek. i wat gek, wat gek > een slurf met een pefc, kyk hy it, is hy (ek? wat gek wat een muis met een kat in zn bek. 23

22 9. In de speeltuin De vierde leerstofkern in leesboekje 1 van Veilig leren lezen heeft als onderwerp,,spel en speelgoed". In deze leerstofkern komt onder andere het vvoord wip aan de orde en wordt het verhaal verteld van een bezoek aan een speeltuin. Het lied,,in de speeltuin" is daarom bij uitstek geschikt om tijdens deze leerstofkern aan te leren. Lied aanleren. In de melodie zit het idee 'omhoog - omlaag' verweven. Het liedje wordt eerst aangeleerd zonder het glijeffect na 'glijden' en zonder de octaafsprong om hoog bij 'sip'. Daarna leren we achtereenvolgens: het afglijden omlaag, na het afglijden, 'als je op de grond terechtkomt', een stamp met de voeten k een hoi-roep, een octaaf hoger dan 'sip' (een D). Grafische partituur. De leerkracht tekent op het bord een schematische glijbaan. Eerst lopen we de metalen traptreden op: geluid tink-tonk (met de mond). Met de aanwijsstok laten we zien waar we zijn. Bovenaan de glijbaan glijden we omlaag. We maken het geluid van het afglijden uit het liedje. Als we beneden zijn, stampen we allemaal tegelijk op de grond. De leerkracht tekent nog twee glijbanen. Welk geluid zou hierbij horen? We kunnen dit ook met instrumenten uitbeelden. De trap van de glijbaan op: een steeds hogere toon met het klokkenspel. Het afglijden: langs de toetsen omlaag roetsjen. Het neerkomen: een slag op trom of tamboerijn. Kees en Miep gaan vlak na elkaar de glijbaan af! Laat dit met instrumenten horen. Een raadspelletje: Een kind wordt de klas uitgestuurd. De leerkracht tekent een paar glijbanen op het bord: een hoge, korte; een lage, lange; een die recht omlaag gaat; een met hobbels (zoiets hoor je aan het sireneachtige geluid). De klas maakt het geluid dat hoort bij een van de glijbanen. Het kind dat mag raden, wijst een glijbaan aan. Liedbegeleiding. De leerkracht kan, zodra de kinderen het lied goed kennen, hierbij een tweede stem op de blokfluit meespelen. Zie onderaan de pagina hiernaast. Laat die melodie ook eens apart horen en' vraag de kinderen, aan welk ander liedje de ze melodie hen doet denken (aan het liedje 'de dierentuin'). 24

23 Liedje 9 stdfc A * * ik zib op de schorti-mel en ik schotn-mel D f zib op de wip-plank en ik wip ik zifc op de gly-baan en ik gly dan A D in de speel - fcuin kykt er nie-mand sip, hoy! ik zit op de schommel en ik schommel ik zit op de wipplank en ik wip ik zit op de glijbaan en ik glij dan 'k heb een buil en m'n tanden door m'n lip au 25

24 10. Ik vlieg als een vlinder Dit liedje kan gebruikt worden als muzikale omlijsting bij een uitbeeldingsspel. Het lied je wordt eerst goed aangeleerd, zodat de kinderen het probleemloos kunnen zingen. Als de kinderen het lied kennen, worden de gebaren erbij geleerd: de vlinder vliegt, de vis zwemt, ik vaar in een bootje (roeibeweging), ik zit op het hek. Het uitbeeldingsspel kan als volgt verlopen: De kinderen zitten in een kring en zingen het lied. In het midden van de kring staat een kind dat na afloop van het lied iets gaat uitbeelden. Als de kinderen de regel,,en nu mag je even raden wat dit is" gezongen hebben, begint het kind in de kring met uit beelden. De andere kinderen proberen te ra den wat er wordt uitgebeeld. Klankspel. Er zwemt een vis in het water. Het nu eens sneller, dan weer langzamer heen en weer zwemmen, omhoog, omlaag, hoor je op een xylofoon of klokkenspel (met het stokje heen en weer over de toetsen). Er dartelt een vlinder rondom de bloemen langs de waterkant: trrrr met een triangel en de vlinder vliegt verder. Daar kom ik aan met een roeibootje: de roeiriemen plonzen steeds in het water: plons... plons... plons. De vis en de vlinder vluchten snel naar een rustiger plekje. De leerkracht spreekt tevoren met de kinderen af, hoe het klankspel zal eindigen. Liedbegeleiding. Bij dit liedje kan op de blokfluit een tweede stem worden meegespeeld of met de basmelodie kan men het lied op een klokkenspel begeleiden. Zie onderaan de pagina hiernaast. 26

Fruit eten: Appel, kiwi en banaan Fruit, dat moet je eten. Brood eten:

Fruit eten: Appel, kiwi en banaan Fruit, dat moet je eten. Brood eten: Liedjes Zingen Fruit eten: Appel, kiwi en banaan Fruit, dat moet je eten. Stop het nu maar in je mond Fruit, dat is gezond! En jullie krijgen een bakje fruit Dan worden jullie sterk en stoer Bewegingen

Nadere informatie

Zing Een beestenboel op school - beweeg als een beest (lesformat) Een les in aansluiting op het dag project Een beestenboel op school.

Zing Een beestenboel op school - beweeg als een beest (lesformat) Een les in aansluiting op het dag project Een beestenboel op school. TITEL Leerjaar Groep 1 en 2. Type les Lesduur Omschrijving van de les Zing Een beestenboel op school - beweeg als een beest (lesformat) Een les in aansluiting op het dag project Een beestenboel op school.

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

Regen. ( 20 oktober 14 november)

Regen. ( 20 oktober 14 november) Regen ( 20 oktober 14 november) In Nederland regent het vaak. Kinderen komen dus van jongs af aan in aanraking met regen. In het thema leren de kinderen allerlei begrippen die met regen te maken hebben.

Nadere informatie

Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas. Groep: 4/5/6 Thema: Sprookjes Inhoud: Een up-tempo lied met 3 coupletten. Ritmes op woorden en ritmes op grafische notatie. Analyseren van beeld met geluid speel;t een belangrijke rol. Warming-up Doel:

Nadere informatie

- Een voorwerp waarmee een tempo aangegeven kan worden. B.v. een stokje en een woodblock of blikje.

- Een voorwerp waarmee een tempo aangegeven kan worden. B.v. een stokje en een woodblock of blikje. Muziekles klappen Groep: Groep 5-6 Groep 7-8 Werkvorm: Kleine groepjes Klassikaal Benodigdheden: - Een voorwerp waarmee een tempo aangegeven kan worden. B.v. een stokje en een woodblock of blikje. Korte

Nadere informatie

Terwijl uw kind niet kijkt, pakt u één van deze dingen op en maakt u er geluid mee. Uw kind zegt wat het hoort.

Terwijl uw kind niet kijkt, pakt u één van deze dingen op en maakt u er geluid mee. Uw kind zegt wat het hoort. Luisterspelletjes Welk geluid hoor je? Uw kind doet de ogen dicht of krijgt een blinddoek voor. U laat allerlei geluiden horen die het moet raden. Bijvoorbeeld: in de handen klappen, op de deur kloppen,

Nadere informatie

DADA EN POMPIDOM GROEP 1-2

DADA EN POMPIDOM GROEP 1-2 DADA EN POMPIDOM GROEP 1-2 Klankhoogte Een eigen liedje Bron: Alma ten Bruin Opstelling: De kinderen zitten in een kring in het speellokaal Benodigdheden: CD: Klankhoogte Bijlage 1 2 3 4 Melodie instrumenten

Nadere informatie

Spel 0 Adam woont in het paradijs. God praat elke dag met Adam. Hij mag alle dieren een naam geven. Wij gaan Adam helpen.

Spel 0 Adam woont in het paradijs. God praat elke dag met Adam. Hij mag alle dieren een naam geven. Wij gaan Adam helpen. Genesis 2:18-20 0 Leeftijd: 4-8 jaar Wat heb je nodig? 0 Lied: Adam geeft de dieren namen 0 Estafette: touw en attributen, bijvoorbeeld: pionnen, emmers, tafel 0 Speel het spel in 2 groepen Spel 0 Adam

Nadere informatie

Inhoud Thema Lente... 3 Goedemorgen... 3 Hallo... 3 De wielen van de bus... 3 Op een houten bruggetje... 4 Heb je al gezien het is lente...

Inhoud Thema Lente... 3 Goedemorgen... 3 Hallo... 3 De wielen van de bus... 3 Op een houten bruggetje... 4 Heb je al gezien het is lente... 1 Inhoud Thema Lente... 3 Goedemorgen...... 3 Hallo... 3 De wielen van de bus... 3 Op een houten bruggetje... 4 Heb je al gezien het is lente... 4 Liedje over twee hazen:... 4 Bolletjes:... 4 Een koetje

Nadere informatie

STEENSOEP OMA VERTELT EEN VERHAAL

STEENSOEP OMA VERTELT EEN VERHAAL Hotel Hallo - Thema 6 Hallo opdrachten STEENSOEP 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en leg

Nadere informatie

Welkom op de eigen pagina van speelzaal Kleine Columbus. Seizoen 2013 / 2014. Thema "water" In dit thema staat water centraal.

Welkom op de eigen pagina van speelzaal Kleine Columbus. Seizoen 2013 / 2014. Thema water In dit thema staat water centraal. Welkom op de eigen pagina van speelzaal Kleine Columbus Seizoen 2013 / 2014 Thema "water" In dit thema staat water centraal. Water komt uit de kraan maar zit ook in een fles, je kunt het drinken maar je

Nadere informatie

Inhoud Thema Lente... 3 Goedemorgen... 3 Hallo... 3 De wielen van de bus... 3 Op een houten bruggetje... 4 Heb je al gezien het is lente...

Inhoud Thema Lente... 3 Goedemorgen... 3 Hallo... 3 De wielen van de bus... 3 Op een houten bruggetje... 4 Heb je al gezien het is lente... 1 Inhoud Thema Lente... 3 Goedemorgen...... 3 Hallo... 3 De wielen van de bus... 3 Op een houten bruggetje... 4 Heb je al gezien het is lente... 4 Liedje over twee hazen:... 4 Bolletjes:... 4 Een koetje

Nadere informatie

Help, mijn papa en mama gaan scheiden!

Help, mijn papa en mama gaan scheiden! Help, mijn papa en mama gaan scheiden! Joep ligt in bed. Hij houdt zijn handen tegen zijn oren. Beneden hoort hij harde boze stemmen. Papa en mama hebben ruzie. Papa en mama hebben vaak ruzie. Ze denken

Nadere informatie

Liedjes Kerstmusical: Volg die ster

Liedjes Kerstmusical: Volg die ster 14-1: Waar ben je geboren Waar ben je geboren, waar kom je vandaan Waar is het begonnen, waar is het ontstaan Waar ken jij de weg zelfs met je ogen dicht Waar ben je geboren, waar zag jij het licht Iedereen

Nadere informatie

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht. 1. Joris Hé Roos, fiets eens niet zo hard. Roos schrikt op en kijkt naast zich. Recht in het vrolijke gezicht van Joris. Joris zit in haar klas. Ben je voor mij op de vlucht?, vraagt hij. Wat een onzin.

Nadere informatie

Een kronkelige slang

Een kronkelige slang les 4 kronkelige slang 55 les 4 zingen luisteren spelen vastleggen bewegen kronkelige slang Via de sissende klanken van een slang (stemvorming) luisteren de kinderen naar het lied Handensamba. Met allerlei

Nadere informatie

Auditieve oefeningen bij het thema de dierentuin

Auditieve oefeningen bij het thema de dierentuin Auditieve oefeningen bij het thema de dierentuin Boek van de week: 1; Nijntje in de dierentuin 2; De dierentuin 3; 4; Verhaalbegrip: Bij elk boek stel ik de volgende vragen: Wat staat er op de voorkant

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij?

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij? Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij? Wat een mooie luchtballonnen! Geel, oranje, groen en blauw. Kies maar uit Daan,

Nadere informatie

Noach. moest een ark gaan bouwen. 2009 Ans Heij - de Boer / www.bijbelidee.nl

Noach. moest een ark gaan bouwen. 2009 Ans Heij - de Boer / www.bijbelidee.nl Noach moest een ark gaan bouwen 2009 Ans Heij - de Boer / www.bijbelidee.nl 1 2 De ark van Noach Vouw een ( bruin) vel karton dubbel. Vouw de beide zijkanten 3 cm om. Plak deze plakstroken (A) tegen de

Nadere informatie

Lesbrief les 3 groep 1 en 2 Energie voor drie

Lesbrief les 3 groep 1 en 2 Energie voor drie Lesbrief les 3 groep 1 en 2 Energie voor drie Lesdoelen De kinderen weten dat eten en drinken je verse energie geven om te bewegen. De kinderen weten dat eten en drinken ook zorgen dat je kunt groeien.

Nadere informatie

Van ik tot allemaal. Muziek. Mu1/2b. Mu1/2b.1. Algemene doelstellingen voor lessenreeks Van ik tot allemaal

Van ik tot allemaal. Muziek. Mu1/2b. Mu1/2b.1. Algemene doelstellingen voor lessenreeks Van ik tot allemaal Van ik tot allemaal Mu1/2b Algemene doelstellingen voor lessenreeks Van ik tot allemaal - Leerlingen leren bewegen op muziek - Leerlingen leren beter zingen - Leerlingen leren zingen en bewegen combineren

Nadere informatie

Lesideeën claves: onderbouw

Lesideeën claves: onderbouw Lesideeën claves Lesideeën claves: onderbouw Lesideeën middenbouw: pagina 4 Lesideeën bovenbouw: pagina 6 Getal onder de 10 Doel: de leerlingen oefenen met tellen en klappen/spelen op een vooraf bepaald

Nadere informatie

Raar, maar waar! deel 1. groep 3 en 4

Raar, maar waar! deel 1. groep 3 en 4 Raar, maar waar! deel 1 Natuur groep 3 en 4 Inhoud 1 Raar, maar waar! 3 2 Een vreemd ei 4 3 Spring er maar uit 5 4 Verstopt 6 5 Slim 7 6 Vlieg er niet in 8 7 Een kever met een luchtje 9 8 Een zware hap

Nadere informatie

De bijen. De bijen prikken de leeuwen. De leeuwen gaan in een rondje rondom Izzi zitten. Bzzz Bzzz Bzzz BZZZ

De bijen. De bijen prikken de leeuwen. De leeuwen gaan in een rondje rondom Izzi zitten. Bzzz Bzzz Bzzz BZZZ De bijen Bzzz Bzzz Bzzz BZZZ En kom je redden Vertrouw op ons We gaan je beschermen Van dit bos Bzzz Bzzz Bzzz BZZZ Bijen marcheren Bijen springen Bijen dansen Bijen zoemen Bzzz Bzzz Bzzz BZZZ We gaan

Nadere informatie

Muziekmethode voor basisonderwijs Docentenhandleiding voor groep 3. Jennemieke Snijders. Uitgeverij Lambo telefoon: 026-3515613

Muziekmethode voor basisonderwijs Docentenhandleiding voor groep 3. Jennemieke Snijders. Uitgeverij Lambo telefoon: 026-3515613 Muziek en Meer Muziekmethode voor basisonderwijs Docentenhandleiding voor groep 3 Jennemieke Snijders Uitgeverij Lambo telefoon: 026-3515613 Parkstraat 30 internet: www.lambo.nl 6828 JJ Arnhem e-mail:

Nadere informatie

GAVE Kerk: werkblad Bijbelklassen en Spoorzoekers

GAVE Kerk: werkblad Bijbelklassen en Spoorzoekers Onze gemeentevisie GAVE Kerk: werkblad Bijbelklassen en Spoorzoekers Wij zijn gemeente van Jezus Christus die hem leren kennen, volgen en verkondigen. G K V - V Thematekst met gebaren: Sleutelvers: God

Nadere informatie

Spillebeen. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

Spillebeen. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas. Groep: 1/2/3/4 Thema: Sprookjes Inhoud: Een variatie op het welbekende liedje. Drie nieuwe coupletten, ritme en instrumenten spelen, tekst- en ritmeimprovisatie. Reageren op kleuren. Warming-up Doel: Losmaken

Nadere informatie

De wakkere wekker. Benodigdheden: - Een luid tikkende wekker

De wakkere wekker. Benodigdheden: - Een luid tikkende wekker Activiteiten voor drie- tot vierjarigen De dag wordt wakker! De wakkere wekker - Een luid tikkende wekker We luisteren naar het getik en het gerinkel van een oude wekker. De kinderen spelen een levensgrote

Nadere informatie

Adam geeft de dieren namen

Adam geeft de dieren namen 1 Adam geeft de dieren namen Adam geeft de dieren namen, alle dieren groot en klein. Help je mee, heb jij een idee wat al die namen zijn? Spelidee: Zing de raadsels. De kinderen noemen de namen van de

Nadere informatie

DieDrie. Lesbrief bij de voorstelling Zeg het met muziek

DieDrie. Lesbrief bij de voorstelling Zeg het met muziek DieDrie Lesbrief bij de voorstelling Muziekles (deel1) ±35 minuten (incl. filmpjes) (uitleg en filmpjes) Groep 3 t/m 8 Hoe? In groepjes op 1 of meer computers (met internet), of klassikaal met beamer of

Nadere informatie

Handleiding bij Monkie groep 0 t/m 2 (Peuters & kleuters)

Handleiding bij Monkie groep 0 t/m 2 (Peuters & kleuters) Handleiding bij Monkie groep 0 t/m 2 (Peuters & kleuters) Domeinen: Zingen, Luisteren & Bewegen Doel: De kinderen leren liedjes aan die ze met ondersteuning van gebaren kunnen zingen. De leerlingen kunnen

Nadere informatie

Stil blijft Lisa bij de deur staan. Ook de man staat stil. Ze kijken elkaar aan.

Stil blijft Lisa bij de deur staan. Ook de man staat stil. Ze kijken elkaar aan. Wild Op het laatste moment ziet Lisa de man pas. Ze hangt de was op in de tuin. En ineens komt hij achter de lakens vandaan. Lisa laat het mandje met was in het gras vallen. Ze gilt. De man ziet er slecht

Nadere informatie

De olifant die woord hield

De olifant die woord hield De olifant die woord hield Een voorstelling van verhalenverteller Peter Faber www.peterfaber.eu Inleiding Aan het eind van haar leven las Annie MG Schmidt al haar sprookjes nog eens door. Genadeloos streepte

Nadere informatie

Op zoek naar mooie geluiden. Lerarenhandleiding Basisonderwijs groep 1, 2, 3 en 4

Op zoek naar mooie geluiden. Lerarenhandleiding Basisonderwijs groep 1, 2, 3 en 4 Op zoek naar mooie geluiden Lerarenhandleiding Basisonderwijs groep 1, 2, 3 en 4 Geachte leerkracht, Binnenkort gaan uw leerlingen met onze slagwerker Joep Everts Op zoek naar mooie geluiden tijdens een

Nadere informatie

Moshi gaat met het vliegtuig naar Malawi

Moshi gaat met het vliegtuig naar Malawi Malawi Auditieve analyse: 1.2 Eén en twee lettergrepen 1.3 Drie of meer lettergrepen Auditieve synthese 4.1 Lettergrepen samenvoegen tot een woord 4.2 Letters samenvoegen tot een woord Zon varken Malawi

Nadere informatie

Tik-tak Tik-tak tik-tak. Ik tik de tijd op mijn gemak. Ik haast me niet zoals je ziet. Tik-tak tik-tak, ik denk dat ik een slaapje pak.

Tik-tak Tik-tak tik-tak. Ik tik de tijd op mijn gemak. Ik haast me niet zoals je ziet. Tik-tak tik-tak, ik denk dat ik een slaapje pak. Tik-tak - Lees het gedicht tik-tak voor. Doe dit in het strakke ritme van een langzaam tikkende klok: Tik - tak - tik - tak Ik tik - de tijd - op mijn - gemak. Enzovoort. - Laat de kinderen vrij op het

Nadere informatie

Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5

Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5 Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5 5 Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 6 Zacheüs (1) Het is erg druk in de stad vandaag. Iedereen loopt op straat. Zacheüs wurmt zich

Nadere informatie

Hotel Hallo - Thema 1 Hallo

Hotel Hallo - Thema 1 Hallo Hotel Hallo - Thema 1 Hallo opdrachten VISITE 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en leg

Nadere informatie

Inhoud Thema Lente... 4 Goedemorgen... 4 Hallo... 4 De wielen van de bus... 4 Op een houten bruggetje... 5 Heb je al gezien het is lente...

Inhoud Thema Lente... 4 Goedemorgen... 4 Hallo... 4 De wielen van de bus... 4 Op een houten bruggetje... 5 Heb je al gezien het is lente... 1 Inhoud Thema Lente... 4 Goedemorgen...... 4 Hallo... 4 De wielen van de bus... 4 Op een houten bruggetje... 5 Heb je al gezien het is lente... 5 Liedje over twee hazen:... 5 Bolletjes:... 5 Een koetje

Nadere informatie

basisoefeningen workshops Alphons Laudyschool, fase 1

basisoefeningen workshops Alphons Laudyschool, fase 1 basisoefeningen workshops Alphons Laudyschool, fase INTRODUCTIE OEFENINGEN stoelendans (alle leeeijden) *zet deelnemer in het midden en verwijder zijn stoel (of begin zelf) *deze deelnemer stelt een vraag

Nadere informatie

Een muziekles in aansluiting op het dagproject Een beestenboel op school.

Een muziekles in aansluiting op het dagproject Een beestenboel op school. TITEL: Leerjaar Groep 3 en 4. Type les Lesduur Omschrijving van de les Zing Een beestenboel op school - blinde rups (lesformat) Een muziekles in aansluiting op het dagproject Een beestenboel op school.

Nadere informatie

VISSEN 1 GROEP 1-2. Kort en lang. Visje. Bron: Alma ten Bruin. Benodigdheden: CD: Water Liedbladen Bijlage 1 Vis Bubbelis

VISSEN 1 GROEP 1-2. Kort en lang. Visje. Bron: Alma ten Bruin. Benodigdheden: CD: Water Liedbladen Bijlage 1 Vis Bubbelis VISSEN 1 GROEP 1-2 Kort en lang Visje Bron: Alma ten Bruin Benodigdheden: CD: Water Liedbladen Bijlage 1 Vis Bubbelis Voorbereiding: CD Water maken en klaarleggen. Cd speler klaarzetten. Het instuderen

Nadere informatie

Adam geeft de dieren namen

Adam geeft de dieren namen Adam geeft de dieren namen Adam geeft de dieren namen, alle dieren die er zijn. Help je mee, heb jij een idee hoe al die namen zijn? Spelvorm: Zing de raadsels, de laatste zin is een spreektekst. De kinderen

Nadere informatie

mei 2014 vanaf 4 jaar tekst: Judith Nieken muziek: Ton Kerkhof Vogeltje, vogeltje - BVP Hint Music 2014

mei 2014 vanaf 4 jaar tekst: Judith Nieken muziek: Ton Kerkhof Vogeltje, vogeltje  - BVP Hint Music 2014 mei 2014 vanaf 4 jaar Vogeltje, vogeltje tekst: Judith Nieken muziek: Ton Kerkhof - Vogeltje, vogeltje 1 ben je gevallen? Boem, op je snavel, doet t ook pijn? waar is je mama? Waar is je mama? Waar zou

Nadere informatie

MUZIEK Groep 3 en 4. Korte omschrijving lessenserie:

MUZIEK Groep 3 en 4. Korte omschrijving lessenserie: MUZIEK Groep 3 en 4 Korte omschrijving lessenserie: In deze 4 lessen gaan de kinderen verschillende aspecten van muziek verkennen a.d.h. van een thema. Het thema is afhankelijk van de periode ( bv. jaargetijde)waarin

Nadere informatie

Het houden van een spreekbeurt

Het houden van een spreekbeurt Het houden van een spreekbeurt In deze handleiding staan tips over hoe je een spreekbeurt kunt houden. Waar moet je op letten? Wat moet je wel doen? En wat moet je juist niet doen? We hopen dat je wat

Nadere informatie

onderwerp: Ik ruik mensenvlees ( drama- beweging)

onderwerp: Ik ruik mensenvlees ( drama- beweging) onderwerp: Ik ruik mensenvlees ( drama- beweging) -lln. kn. zich soepel bewegen op de muziek; -lln. kn. sprookjesfiguren uitbeelden met de nadruk op één zintuig; -plezierbeleving; -lln. durven expressief

Nadere informatie

Ons eerste boek. plaatjes en bijschriften voor 't jonge volkje dat lezen leert. W.F. Oostveen

Ons eerste boek. plaatjes en bijschriften voor 't jonge volkje dat lezen leert. W.F. Oostveen Ons eerste boek plaatjes en bijschriften voor 't jonge volkje dat lezen leert W.F. Oostveen bron. A.W. Sijthoff, Leiden 1880-1890 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/oost080onse01_01/colofon.php

Nadere informatie

KUNSTLES. 2014 Suzan Overmeer Jazz4kids

KUNSTLES. 2014 Suzan Overmeer Jazz4kids KUNSTLES 2014 Suzan Overmeer Jazz4kids ELLA, EEN SWINGEND SPROOKJE Binnenkort gaat jullie klas naar Ella, een swingend sprookje, van Jazz4kids. Het verhaal van Ella lijkt op het sprookje van het lelijke

Nadere informatie

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij. Lied: Ik ben ik (bij thema 1: ik ben mezelf) (nr. 1 en 2 op de CD) : Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Ik heb een mooie naam, van achter en vooraan.

Nadere informatie

Tussendoortjes boerderijklas

Tussendoortjes boerderijklas Tussendoortjes boerderijklas Beginsituatie 65 leerlingen: mogelijkheid tot verdelen in 2 e (34 lln) en 3 e leerjaar (31 lln) Grasveld/pleintje ter beschikking 1) Muziek: zoek het dierengeluid (10min) Elke

Nadere informatie

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg Pasen met peuters en kleuters Beertje Jojo is weg Thema Maria is verdrietig, haar beste Vriend is er niet meer. Wat is Maria blij als ze Jezus weer ziet. Hij is opgestaan uit de dood! Wat heb je nodig?

Nadere informatie

In de rij. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

In de rij. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas. Groep: 1/2 en 3/4 Thema: Boerderijdieren/Supermarkt Inhoud: Een liedje in twee heel verschillende versies: Pop- en klassiek, twee verschillende teksten. Ritme en maat, spelen op instrumenten, (her)kennen

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

Klap, stamp en sla. Opmerking. Tijd: 1-5 min. Deelnemers: minimaal 2 Materiaal: niets Opstelling: kinderen vormen tweetallen. Verloop van het spel:

Klap, stamp en sla. Opmerking. Tijd: 1-5 min. Deelnemers: minimaal 2 Materiaal: niets Opstelling: kinderen vormen tweetallen. Verloop van het spel: Klap, stamp en sla Deelnemers: minimaal 2 Opstelling: kinderen vormen tweetallen : De tweetallen tellen om de beurt tot 3. Eerst zegt de één 1, daarna de ander 2 en tot slot nummer één weer 3. Hierna begin

Nadere informatie

Ga je mee om de wonderlijke wereld van de zintuigen te ontdekken? Linda van de Weerd

Ga je mee om de wonderlijke wereld van de zintuigen te ontdekken? Linda van de Weerd Ga je mee om de wonderlijke wereld van de zintuigen te ontdekken? 1 Linda van de Weerd Inhoud Moet je horen! 3 Trillingen 4 Luister! 5 Hard en zacht 6 Dichtbij en ver weg 7 Hoog en laag 8 Doof zijn 9 Moeilijke

Nadere informatie

Kern 3: doos-poes-koek-ijs

Kern 3: doos-poes-koek-ijs Kern 3: doos-poes-koek-ijs In deze kern leert uw kind: Letters: d - oe - k - ij z Woorden: doos, poes, koek, ijs, zeep Herhaling van de letters van kern 1 en 2 Deze nieuwe woorden en letters worden aangeboden

Nadere informatie

Dino en het ei. Duur activiteit: 30 minuten Lesdoelen: De kleuters: kunnen een prent linken aan een tekst; kunnen het verhaal navertellen.

Dino en het ei. Duur activiteit: 30 minuten Lesdoelen: De kleuters: kunnen een prent linken aan een tekst; kunnen het verhaal navertellen. Dino en het ei Bibliografie: Demyttenaere, B. (2004). Dino en het ei. Antwerpen: Standaard. Thema: niet alles is steeds wat het lijkt, illusies Korte inhoud: Elke nacht staat er een groot wit ei tussen

Nadere informatie

ZINGEN BRAINSTORM MET DE KLAS BELANGRIJK BIJ DE KEUZE VAN EEN LIED

ZINGEN BRAINSTORM MET DE KLAS BELANGRIJK BIJ DE KEUZE VAN EEN LIED ZINGEN Zang mag niet ontbreken in de BZTband XXL! Daarom zijn we op zoek naar een klas die graag samen zingt. Zing je al vaak met je klas, dan kun je meteen aan de slag. Zo niet, dan heb je hopelijk iets

Nadere informatie

Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas. Groep: ⅞ Thema: Canonzingen Inhoud: Het welbekende Engelstalig liedje, bedoeld als 4-stemmige canon. Daarnaast 4 eenvoudige ritmes om te spelen op instrumenten. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem;

Nadere informatie

LILLIE LOLLIE IN DE SNOEPJES TOVERTUIN Geschreven en geïllustreerd door PetraLouise Muris.

LILLIE LOLLIE IN DE SNOEPJES TOVERTUIN Geschreven en geïllustreerd door PetraLouise Muris. LILLIE LOLLIE IN DE SNOEPJES TOVERTUIN Geschreven en geïllustreerd door PetraLouise Muris. Leesboek voor kinderen 6+ Voorlezen vanaf 4 jaar Kleine zinnen, grote letters met lettergrepen. Alle werken van

Nadere informatie

Het kikkerpad. veldwerk - onderbouw

Het kikkerpad. veldwerk - onderbouw Het kikkerpad veldwerk - onderbouw Inhoud: korte omschrijving opbouw en organisatie kikkertjeslied lessuggesties kopieerbladen: kleurplaat met versje handleiding begeleiding/ouders Milieu Educatie Centrum

Nadere informatie

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 12/11/14 1 LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 1. (lezen) Ik.... een lange tekst. 2 Hij.... een moeilijk boek. 3. Zij.... een gemakkelijk tekstje. 4..... jullie veel? Ja, wij.... graag kinderboeken.

Nadere informatie

Er vaart een boot op het grote meer

Er vaart een boot op het grote meer Er vaart een boot op het grote meer Er vaart een boot op het grote meer, met discipelen en de Heer. Maar bij storm en lelijk weer, roepen de vrienden: Help ons Heer! De Here zegt dan: Zwijg,wees stil.

Nadere informatie

Tips spelend leren kern 3

Tips spelend leren kern 3 Tips spelend leren kern In de serie Tips spelend leren voor kern start t/m kern afsluiting worden opdrachten beschreven die leerkrachten in het keuzewerk voor hun klas kunnen opnemen op het gebied van

Nadere informatie

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n HANDIG ALS EEN HOND DREIGT OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN HIER LEES JE HANDIGE INFORMATIE OVER HONDEN DIE DREIGEN. JE KUNT

Nadere informatie

wwww.wijzeroverdebasisschool.nl

wwww.wijzeroverdebasisschool.nl 31 spelletjes voor in de auto 1. Bingo met nummerborden Voor dit spelletje heb je een speciale bingokaart nodig. Op de bingokaart staan de getallen t/m 100. voor de getallen t/m 9 staat een 0. Nu kan het

Nadere informatie

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram, Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram, mijn kleine broer Dat is niet van mij mama Dan zegt ze

Nadere informatie

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com Samenvatting: Bij dit boek zijn een aantal downloads beschikbaar. Liesbet Slegers heeft deze speciaal getekend als aanvullend educatief materiaal. Het doel van de download ballon is verhaalbegrip en woordenschat

Nadere informatie

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com Samenvatting: Bij dit boek zijn een aantal downloads beschikbaar. Liesbet Slegers heeft deze speciaal getekend als aanvullend educatief materiaal. Het doel van de download ballon is verhaalbegrip en woordenschat

Nadere informatie

ze terug in de la. Dan haalt ze de pannen van het fornuis en zet ze op de onderzetters. Thomas vouwt zijn handen en doet zijn ogen dicht.

ze terug in de la. Dan haalt ze de pannen van het fornuis en zet ze op de onderzetters. Thomas vouwt zijn handen en doet zijn ogen dicht. 1. Te laat thuis Wanneer gaan we eten, mam? Thomas loopt de keuken in en tilt de deksel van een pan. Mmm! Macaroni! Daar heb ik wel zin in. Mama pakt de deksel uit Thomas hand en doet hem weer op de pan.

Nadere informatie

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design Woord voor Woord is een programma mondelinge vaardigheden NT2 voor analfabete beginners. Het omvat 12 lessen. De ontwikkeling van het programma en de daarbij behorende video s is mogelijk gemaakt door

Nadere informatie

Weekprogramma: 1 jaar Zichzelf in de spiegel bekijken en gezichtsuitdrukkingen nadoen

Weekprogramma: 1 jaar Zichzelf in de spiegel bekijken en gezichtsuitdrukkingen nadoen Dit ben ik! Weekprogramma: Week 1; 0 jaar Zichzelf in de spiegel bekijken. 1 jaar Zichzelf in de spiegel bekijken en gezichtsuitdrukkingen nadoen 2 jaar Aanwijzen en benoemen delen van het gezicht. 3 jaar

Nadere informatie

Spekkoek. Op de terugweg praat zijn oma de hele tijd. Ze is blij omdat Igor maandag mag komen werken.

Spekkoek. Op de terugweg praat zijn oma de hele tijd. Ze is blij omdat Igor maandag mag komen werken. Spekkoek Oma heeft de post gehaald. Er is een brief van de Sociale Werkplaats. Snel scheurt ze hem open. Haar ogen gaan over de regels. Ze kan het niet geloven, maar het staat er echt. Igor mag naar de

Nadere informatie

vastleggen: van grafisch naar traditioneel

vastleggen: van grafisch naar traditioneel 1 Hoe werk je met grafische notatie in de onderbouw en hoe kom je tot traditionele notatie? Een uitleg met praktijkvoorbeelden van eenvoudig naar complex. Vastleggen: van grafisch naar traditioneel Hans

Nadere informatie

Hiervoor zet ik me in! in klas

Hiervoor zet ik me in! in klas Hiervoor zet ik me in! in klas Ik ben voorzichtig met de spullen van een ander. Ik kom altijd op tijd op school. In de klas praat ik zachtjes met andere leerlingen. Ik behandel anderen zoals ik zelf behandeld

Nadere informatie

1 In het begin. In het begin leefde alleen God. De Heere God is er altijd geweest. En Hij maakte de hemel en de aarde.

1 In het begin. In het begin leefde alleen God. De Heere God is er altijd geweest. En Hij maakte de hemel en de aarde. 1 In het begin GENESIS 1:1-25 In het begin leefde alleen God. De Heere God is er altijd geweest. En Hij maakte de hemel en de aarde. De aarde is nat en donker. God wil van de aarde iets heel moois maken.

Nadere informatie

De leessleutel Begrijpend luisteren-lezen thema 5 verhaal 1 groep 3. Thema 5 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek

De leessleutel Begrijpend luisteren-lezen thema 5 verhaal 1 groep 3. Thema 5 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek De leessleutel Begrijpend luisteren-lezen thema 5 verhaal 1 groep 3 Thema 5 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek Het wiel doet raar! 1 Naar wie gaat Daan? a Naar school b Naar Loes c Naar Rik 2

Nadere informatie

Weer n liedje. Muzido ANNIE LANGELAAR FONDS

Weer n liedje. Muzido ANNIE LANGELAAR FONDS Weer n liedje Muzido ANNIE LANGELAAR FONDS Weer n liedje: het lied... 3 De muziekopname... 4 Activiteiten per leeftijd: Baby s... 4 Massage... 4 Dansen in de ruimte... 4 Dreumesen... 4 Massage... 4 Dansen...

Nadere informatie

OOSTENRIJK 1 GROEP 7. Muzikale elementen. Volksmuziek. Bron: Alma ten Bruin

OOSTENRIJK 1 GROEP 7. Muzikale elementen. Volksmuziek. Bron: Alma ten Bruin OOSTENRIJK 1 GROEP 7 Muzikale elementen Volksmuziek Bron: Alma ten Bruin Benodigdheden: CD: Landen Digibord Liedblad Bijlage 1 2 en 3 Werkblad 1 Bord Voorbereiding: CD maken en CD speler klaarzetten. Kaart

Nadere informatie

De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan gebeuren vooraan in de klas. Iedereen moet dat goed kunnen zien.

De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan gebeuren vooraan in de klas. Iedereen moet dat goed kunnen zien. Foto s uitbeelden 1 Doel: de leerlingen kunnen een eenvoudige handeling uitbeelden in houding en mimiek Benodigdheden: een fototoestel De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan

Nadere informatie

Johanna Kruit. Gedichten, geïnspireerd door bomen. Geheimen

Johanna Kruit. Gedichten, geïnspireerd door bomen. Geheimen 1 Gedichten, geïnspireerd door bomen Geheimen In het donker huizen bomen die overdag gewoner zijn. Wij slaan de bochten van een pad mee om en gaan, ontkomen aan het licht af op geheimen.kleine geluiden

Nadere informatie

Het geluidenvierkant. De menselijke xylofoon

Het geluidenvierkant. De menselijke xylofoon Het geluidenvierkant De leerkracht tekent op het bord een groot vierkant. Dit wordt vervolgens in een aantal hokjes verdeeld. In samenspraak met de kinderen verschijnt in ieder hokje een tekening van iets

Nadere informatie

Veilig leren lezen Kern 1: ik - maan - roos vis

Veilig leren lezen Kern 1: ik - maan - roos vis Kern 1: ik - maan - roos vis Letters: m - r - v - i - s - aa - p - e Woorden: ik - maan - roos - vis - sok aan pen en Aan de hand van deze woorden leert uw kind de letters. Deze letters spreekt uw kind

Nadere informatie

Hoe gaat het in groep 1/2 b

Hoe gaat het in groep 1/2 b Hoe gaat het in groep 1/2 b Binnenkomst: - Als je op school komt hang je je jas op je eigen haakje onder je tent. Je tas zet je op de plank. - In de klas geef je de juf een hand en je pakt een spelletje

Nadere informatie

1. Nooit in orde! Wat moeten wij met u nu aanvangen? Wat moeten wij met u nu doen? Gade gij nu nooit eens luisteren? Ge zijt echt niet te doen!

1. Nooit in orde! Wat moeten wij met u nu aanvangen? Wat moeten wij met u nu doen? Gade gij nu nooit eens luisteren? Ge zijt echt niet te doen! 1. Nooit in orde! Wat moeten wij met u nu aanvangen? Wat moeten wij met u nu doen? Gade gij nu nooit eens luisteren? Ge zijt echt niet te doen! Ge zijt nooit in orde! Ge zijt altijd te laat! Ge zijt nooit

Nadere informatie

KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN

KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN Vul de benamingen van onderstaande dieren in rooster 1 in. 10 3 6 18 16 12 8 23 21 22 19 5 9 17 4 15 14 20 27 1 7 2 13 26 24 25 11 KRUISWOORDRAADSEL

Nadere informatie

Dierentuin. Inleiding. Warming-up klassikaal. Warming-up groepjes. Introductie Dierentuin. Brullen als een leeuw

Dierentuin. Inleiding. Warming-up klassikaal. Warming-up groepjes. Introductie Dierentuin. Brullen als een leeuw Dierentuin Inleiding Introductie Dierentuin De kleuters maken in deze dramales een reisje naar de dierentuin. Ze beginnen met het nabootsen van dierengeluiden, waarbij ze goed naar elkaar luisteren. Hierna

Nadere informatie

Ik heb geen zin om op te staan

Ik heb geen zin om op te staan Liedteksten De avonturen van mijnheer Kommer en mijnheer Kwel Voorbereiding in de klas: meezingen refrein Het Dorp Het is weer tijd om op te staan Maar ik heb geen zin Hij heeft geen zin Om naar m n school

Nadere informatie

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. Woordenlijst bij hoofdstuk 4 de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen zonder andere mensen Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie.

Nadere informatie

Hoor de trommel en de fluiten

Hoor de trommel en de fluiten Hoor de trommel en de fluiten Muzido ANNIE LANGELAAR FONDS Hoor de trommel en de fluiten: het lied... 3 De muziekopname... 3 Activiteiten per leeftijd: Baby s... 4 Hoe klap je samen met je baby... 4 Door

Nadere informatie

Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51

Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51 Inhoud Een nacht 7 Voetstappen 27 Strijder in de schaduw 51 5 Een nacht 6 Een plek om te slapen Ik ben gevlucht uit mijn land. Daardoor heb ik geen thuis meer. De wind neemt me mee. Soms hierheen, soms

Nadere informatie

workshop bij Rodica en Dodica

workshop bij Rodica en Dodica workshop bij Rodica en Dodica vier gedichten van Paul van Ostaijen met tekeningen van Paul Verrept taijen, met bij elk zins morgens de dingen, de que nègre, en Rodica en r al met groot succes ansee. Nu

Nadere informatie

Dat kreeg ik van mijn opa. Ik werd toen negen jaar. Hij gaf het op mijn verjaardag. Ik lees in een sprookjesboek.

Dat kreeg ik van mijn opa. Ik werd toen negen jaar. Hij gaf het op mijn verjaardag. Ik lees in een sprookjesboek. Naam: 1 Zoek de eerste zin. at kreeg ik van mijn opa. Ik werd toen negen jaar. Hij gaf het op mijn verjaardag. Ik lees in een sprookjesboek. 2 Zoek de eerste zin. E Nou, mijn broertje kan er wat van. En

Nadere informatie

De allerliefste oppas

De allerliefste oppas De allerliefste oppas Met de ene oppas ga ik buiten spelen door de andere wordt altijd thee gezet bij de derde zal ik mij echt nooit vervelen en van de vierde mag ik lekker laat naar bed Met de ene oppas

Nadere informatie

MARIAN HOEFNAGEL. De nieuwe buurt. Uitgeverij Eenvoudig Communiceren

MARIAN HOEFNAGEL. De nieuwe buurt. Uitgeverij Eenvoudig Communiceren MARIAN HOEFNAGEL De nieuwe buurt Uitgeverij Eenvoudig Communiceren 1 4 Een nieuw huis Dit is nu ons nieuwe huis. De auto stopt en Kika s vader wijst trots naar het huis rechts. Kika kijkt. Het is een rijtjeshuis

Nadere informatie