Privé Geweld Publieke Zaak VOORTGANGSBERICHT OVER DE AANPAK VAN HUISELIJK GEWELD

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Privé Geweld Publieke Zaak VOORTGANGSBERICHT OVER DE AANPAK VAN HUISELIJK GEWELD"

Transcriptie

1 Privé Geweld Publieke Zaak VOORTGANGSBERICHT OVER DE AANPAK VAN HUISELIJK GEWELD Den Haag, oktober 2003

2 2 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. De hoofdlijnen van de nota Privé Geweld Publieke Zaak 5 2 Voortgang bij de realisatie van Privé Geweld Publieke Zaak Kaders, verantwoordelijkheden en organisatie Interventies gericht op hulp aan slachtoffers en aanpak van plegers Bewustwording en kennis Informatieverzameling, informatieverwerking en beheer Activiteiten in de komende jaren en financiën 25 Pagina

3 3 Inleiding Geweld heeft een grote invloed op de veiligheid en de veiligheidsgevoelens in de samenleving. Dat geldt voor het geweld in de publieke ruimte, het geldt evenzeer voor het geweld in het privé domein. Hoewel geweld achter de voordeur zich veelal aan het zicht onttrekt en slachtoffers zelden aangifte doen, wijzen verschillende onderzoeken uit binnen- en buitenland er op dat huiselijk geweld op grote schaal voorkomt, méér dan elke andere vorm van geweld. 1 Het kabinet staat een effectievere aanpak van huiselijk geweld voor. Dat streven is geformuleerd in het Hoofdlijnenakkoord Meedoen, meer werk, minder regels van 16 mei Huiselijk geweld is geweld dat gepleegd wordt door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer. Het kan de vorm aannemen van fysiek geweld, seksueel geweld en psychisch geweld zoals bedreiging en belaging. Het komt voor in alle lagen van de bevolking en in alle culturele groeperingen in de samenleving en doet zich niet alleen in de steden voor, maar ook op het platteland 2. Plegers kunnen familieleden zijn of directe naasten zoals huisvrienden en (ex)partners. Slachtoffers kunnen mannen en vrouwen, jongens en meisjes zijn. Het gaat dus bij huiselijk geweld niet alleen om geweld tegen vrouwen, maar vast staat wel dat 80% van het geweld gepleegd wordt door mannen. Huiselijk geweld heeft dan ook seksespecifieke kenmerken. Daarom moet een verband worden gelegd met activiteiten die ontwikkeld worden ter bestrijding van specifiek geweld tegen vrouwen. In 1997 verscheen het rapport Huiselijk geweld aard, omvang en hulpverlening (Intomart, Hilversum, 1997), waarmee duidelijk werd dat huiselijk geweld een maatschappelijk probleem van grote omvang is. Op 1 oktober 2000 gaf de toenmalige minister van Justitie het startsein tot het project Voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld dat tot doel had een extra inzet voor de aanpak van huiselijk geweld vanuit departementen en (landelijke) organisaties mogelijk te maken en een effectieve benadering van de problematiek te ontwikkelen. Aan het project namen diverse departementen deel en tientallen landelijke organisaties, waaronder de VNG, de politie, het Parket-Generaal, de reclassering, slachtofferhulp, de Federatie Opvang, GGZ-Nederland, GGD- Nederland en diverse (landelijke) ondersteuningsorganisaties. De nota Privé Geweld Publieke Zaak, die in april 2002 aan de Tweede Kamer is aangeboden (TK, , nr 2), is het eindproduct van het project Voorkomen en bestrijden huiselijk geweld. De nota beschrijft niet alleen het beleid dat op het moment waarop de nota verscheen reeds in uitvoering was, maar zet ook uiteen hoe de aanpak van huiselijk geweld in de komende jaren verbeterd zal worden. Daartoe worden meer dan vijftig nieuwe maatregelen aangekondigd die erop gericht zijn de samenwerking bij de aanpak van huiselijk geweld te verbeteren en een andere aanpak van huiselijk geweld te ontwikkelen, waarbij niet alleen aandacht is voor de bescherming van slachtoffers, maar tevens gestreefd wordt naar een zodanige aanpak onder meer van daders - dat het geweld feitelijk stopt. Het kabinet onderschrijft de intenties die in de nota Privé Geweld Publieke Zaak zijn verwoord. Als een mens zich ergens veilig moet kunnen voelen dan is het wel in zijn of haar eigen huis en juist daar vinden de meeste en vaak ook de meest grove geweldsdelicten plaats. Het kabinet heeft daarom in het Hoofdlijnenakkoord Meedoen, meer werk, minder regels aangegeven dat een effectieve aanpak van huiselijk geweld noodzakelijk is. Daarbij worden als voorbeelden daderbehandeling en uithuisplaatsing van plegers van huiselijk geweld genoemd. In brede zin acht het kabinet het van groot belang dat de maatregelen die in Privé Geweld Publieke Zaak zijn beschreven, worden gerealiseerd en dat daartoe financiële middelen worden vrijgemaakt. Voor de realisering van de voornemens uit Privé Geweld Publieke Zaak maakt het kabinet een bedrag vrij dat oploopt tot 3 mln in Daarnaast trekt het kabinet extra geld uit voor het uitwerken van de voorstellen uit het interdepartementaal beleidsonderzoek maatschappelijke opvang. Voor het versterken van de capaciteit in de vrouwenopvang zet het kabinet een bedrag in dat oploopt tot 4 mln in Voor het verbeteren van de maatschappelijke opvang, waaronder de melding van huiselijk geweld en de instroom in de vrouwenopvang, is 8 mln beschikbaar. Op de inzet van deze middelen wordt nader ingegaan in het kabinetsstandpunt IBO/MO dat in oktober naar de kamer wordt gestuurd. Er is in de afgelopen jaren bij de aanpak van huiselijk geweld veel in beweging gekomen. Politie, OM, reclassering, hulpverlening en maatschappelijk opvang, beleidsmakers en bestuurders worden zich niet alleen bewust van de aard en omvang van huiselijk geweld, maar ontwikkelen ook geleidelijk aan een andere visie op huiselijk geweld en een andere aanpak in de praktijk. Steeds meer gemeenten nemen hun verantwoordelijkheid 1 Zie Wife battering and violence outside the family. E. Kandel-Englander. In: Journal of interpersonal violence (1992); Partner abuse and general crime: how are they the same? How are they different? T.E. Moffitt e.a. In: Criminology (2000) 2 zie het onderzoeksrapport Als het naar buiten komt is het vaak te laat, van Equivalent, F. Attema, in opdracht van de provincie Overijssel, Almelo 2002

4 in dezen op. Er worden convenanten afgesloten en protocollen ontwikkeld. Deze notitie geeft niet alle ontwikkelingen weer die zich in het land voordoen, maar beschrijft hoe het staat met de uitvoering van de maatregelen uit de nota Privé Geweld Publieke Zaak ter verbetering van de aanpak van huiselijk geweld. 4

5 5 1. De hoofdlijnen van de nota Privé Geweld Publieke Zaak Huiselijk geweld is de meest voorkomende vorm van geweld in onze samenleving, met meer slachtoffers dan enige andere vorm van geweld. Meer dan 40% van de bevolking 3 mannen en vrouwen, jongens en meisjes - is er ooit in zijn of haar leven het slachtoffer van geweest; meer dan een kwart daarvan (dus ruim 10% van de bevolking, mannen en vrouwen, jongens en meisjes) is slachtoffer van huiselijk geweld dat wekelijks of dagelijks voorkomt; bij meer dan 20% duurt het huiselijk geweld langer dan vijf jaar; bijna eenderde ziet zijn of haar leven ingrijpend veranderen als gevolg van huiselijk geweld door bijvoorbeeld angstverschijnselen, depressiviteit of echtscheiding 4. De politie ziet slechts het topje van de ijsberg: in 12% van de gevallen leidt huiselijk geweld tot een melding bij de politie, in 6% tot aangifte. Hoewel huiselijk geweld slachtoffers maakt onder mannen en vrouwen, wordt het vooral gepleegd door mannen: 80% van de plegers zijn mannen. Voor een groot aantal vrouwen vormt het geweld aanleiding om hun huis te ontvluchten en zich aan te melden bij een Blijf van m n lijf-huis of vrouwenopvangcentrum. In 2000 verbleven vrouwen en kinderen in vrouwenopvangcentra en Blijf van m n Lijfhuizen. Jaarlijks melden zich veel meer vrouwen bij een Blijf van mijn lijf-huis of opvangcentrum. Uit een onderzoek van het Trimbos- Instituut 5 blijkt dat zich jaarlijks vrouwen bij vrouwenopvang melden, maar in dat cijfer zitten mogelijk dubbeltellingen. Tot voor kort werd huiselijk geweld gezien als een relatieprobleem. De overheid had vooral tot taak te zorgen voor opvang van slachtoffers, maar bemoeide zich bij voorkeur zo min mogelijk met privé-aangelegenheden. In de kabinetsnota Privé Geweld Publieke Zaak wordt de nadruk gelegd op het strafbare karakter van huiselijk geweld en wordt deze vorm van geweld aangemerkt als een veiligheidsprobleem en een gezondheidsprobleem. De effectievere aanpak die het kabinet nastreeft, houdt in dat niet alleen gezocht wordt naar mogelijkheden om slachtoffers op te vangen, maar ook en vooral naar mogelijkheden om geweld effectief te bestrijden, escalaties van geweld te voorkomen, daders aan te pakken, het veelplegen van deze geweldsdelicten terug te dringen en aan een ieder duidelijk te maken dat huiselijk geweld onder geen enkele omstandigheid kan worden geaccepteerd. De nota Privé Geweld Publieke Zaak schetst een aantal hoofdlijnen waarop de aanpak van huiselijk geweld in de komende jaren verbeterd kan worden en waarop inmiddels veel in beweging is gebracht: Samenwerking Gemeenten actief Geen enkele instantie kan alleen huiselijk geweld effectief bestrijden. Een sluitende aanpak van huiselijk geweld vereist samenwerking tussen politie, openbaar ministerie, vrouwenopvang, reclassering, forensische psychiatrie en andere hulpverlenende instanties. Het aantal samenwerkingsverbanden is in de afgelopen jaren toegenomen, mede dankzij subsidies van het Ministerie van Justitie voor een aantal lokale samenwerkingsprojecten. In de komende jaren zal dat aantal moeten blijven stijgen, want alleen met geformaliseerde afspraken is een sluitende aanpak te bereiken. Zie voor concrete maatregelen in Hoofdstuk 2 : maatregelen 1, 4, 5, 6, 13 en 49. Gemeenten spelen een cruciale rol bij het bevorderen van samenwerking op lokaal niveau. Zij kunnen bewerkstelligen dat de lokale partners sluitende afspraken maken. Vorig jaar bleek 6 dat slechts 11% van de middelgrote gemeenten een beleid heeft met betrekking tot huiselijk geweld. Inmiddels zijn meer gemeenten actief geworden op dit punt. Om te bereiken dat gemeenten hun verantwoordelijkheid bij de bestrijding van huiselijk geweld oppakken ontwikkelt de VNG een programma ter ondersteuning van gemeenten. Daarnaast zal aan gemeenten praktische ondersteuning worden geboden bij de aanpak van huiselijk geweld met handreikingen en een helpdesk. Daarnaast zal een module Vrouwen Veiligheids Index worden ontwikkeld en in enkele pilot- 3 Zie Huiselijk geweld: aard, omvang en hulpverlening door Intomart, Hilversum, 1997 in opdracht van het Ministerie van Justitie 4 Huiselijk geweld: aard, omvang en hulpverlening, door T. van Dijk, Intomart Hilversum 1997 (in opdracht van het Ministerie van Justitie) 5 Aan de voordeur van de vrouwenopvang, een onderzoek naar de instroom, door J. Wolf e.a. (Utrecht, 2003) 6 Zie Inventarisatie projecten huiselijk geweld en aanpak huiselijk geweld op instellingsniveau een verkennend onderzoek door dr. K.D.Lünnemann en mr. A. Overgaag, Verwey-Jonker Instituut, Utrecht, 2002

6 6 gemeenten uitgetest. De Vrouwen Veiligheids Index is bedoeld als aanvulling op bestaande vormen van monitoring van het gemeentelijke veiligheidsbeleid. Zie voor concrete maatregelen in Hoofdstuk 2: maatregelen 3, 4 en 44. Normstelling Huiselijk geweld ook in de vorm van bedreiging bestaat uit strafbare gedragingen. Van alle gevallen van huiselijk geweld wordt op dit moment echter slechts 12% bij de politie gemeld en slechts in 6% van de gevallen doen slachtoffers aangifte 7. De politie en het OM zullen derhalve anders te werk moeten gaan en hebben daartoe ook al belangrijke stappen genomen. Het College van Procureurs-Generaal heeft een aanwijzing Huiselijk Geweld voor alle arrondissementsparketten opgesteld die er onder meer op gericht is het aantal aangiften te doen stijgen. Overheden en beroepsgroepen gezamenlijk de boodschap uitdragen dat huiselijk geweld onder geen enkele omstandigheid kan worden geaccepteerd. Een landelijke publiekscampagne wordt op dit moment niet overwogen, omdat niet in het gehele land het hulpapparaat gereed is om de hulpvraag op te vangen die mogelijk op een publiekscampagne volgt. Wel zal worden nagegaan of en hoe de regionale aanpak op dit punt kan worden ondersteund. Zie voor concrete maatregelen in Hoofdstuk 2: maatregel 8, 34, 35 en 44. Efficiency door effectiviteit Huiselijk geweld is vaak een terugkerende zaak. Plegers van huiselijk geweld zijn vaak veelplegers. Uit het eerder genoemde Intomart-onderzoek (1997) blijkt dat bij een kwart van de ondervraagde slachtoffers het huiselijk geweld wekelijks of dagelijks voorkomt, bij een op de vijf slachtoffers duurt het geweld langer dan vijf jaar. Door effectiever optreden van politie en OM moet herhaling van geweld worden teruggebracht. Een mogelijkheid hiertoe kan uithuisplaatsing van plegers van huiselijk geweld zijn, wanneer dat instrument wordt ingezet ter doorbreking van de geweldsspiraal. Een kabinetsstandpunt over dit instrument wordt voorbereid. Zie voor concrete maatregelen in Hoofdstuk 2: maatregel 5, 6, 14, 22 en 24 Hulp en opvang Hulp en opvang moeten zo worden ingericht dat deze bijdragen aan feitelijke beëindiging van het geweld. Daarom wordt in toenemende mate aandacht besteed aan daderbehandeling en systeemgerichte vormen van hulpverlening. Uit onderzoek naar de instroom in de vrouwenopvang 8 blijkt dat er bij de vrouwenopvang vaak geen plaats is. De minister van VWS trekt structureel 4 mln extra uit voor uitbreiding van de capaciteit in de vrouwenopvang. Deze intensivering is opgenomen in het kabinetsstandpunt op het eindrapport van het interdepartementale beleidsonderzoek maatschappelijke opvang dat in oktober naar de kamer wordt gezonden. In het kabinetsstandpunt worden voorts maatregelen aangekondigd voor het verbeteren van de melding van huiselijk geweld en instroom in de vrouwenopvang. Zie voor concrete maatregelen in Hoofdstuk 2: maatregel 12, 17, 18, 19, 20, 21, 29, 30, 31, 32, en 33. Deskundigheid beroepsgroepen Van alle beroepsgroepen die direct of indirect bij de aanpak van huiselijk geweld betrokken zijn wordt deskundig handelen verwacht. Dat geldt voor leerkrachten in het onderwijs, voor de politie en het OM en voor medewerkers in de vrouwenopvang, slachtofferhulp en forensische psychiatrie. Zij moeten ook op de hoogte zijn van huiselijk geweld en risico s bij specifieke groepen, zoals minderheden. Er zijn in diverse sectoren programma s gestart ter bevordering van deskundigheid. In de komende jaren zal hiervoor aandacht nodig blijven. Te denken valt aan deskundigheid van de politie bij het taxeren van risicovolle situaties, met name bij een eventuele uithuisplaatsing van plegers. In maart 2003 is een onderzoek 9 verschenen naar de hulp aan slachtoffers van seksueel geweld, waaronder slachtoffers van geweld in partnerrelaties. Geconcludeerd wordt dat naar schatting 20 tot 30% van de cliënten in de eerste en tweedelijns hulpverlening (seksuele)geweldservaringen achter de rug heeft. Uit het onderzoek blijkt dat de deskundigheid van hulpverleners, de protocollering van de hulpverlening en de aandacht van het management voor deze problematiek, verbetering behoeven. 7 zie Huiselijk geweld aard, omvang en hulpverlening door T.van Dijk e.a., Intomart-Hilversum, Aan de voordeur van de vrouwenopvang, een onderzoek naar de instroom door het Trimbos-instituut, mei Hulp aan slachtoffers van seksueel geweld door de Rutgers Nisso groep, maart 2003

7 7 Zie voor concrete maatregelen in Hoofdstuk 2: maatregel 5, 6, 16, 23, 36, 37, 38, 39, 40, 41, 42 en 43. Specifieke risicogroepen Huiselijk geweld komt voor in autochtone en allochtone kring. De aanpak van het geweld bij minderheden vraagt op onderdelen specifieke kennis van politie en hulpverleners en om specifieke methoden en benaderingswijzen. Veel van de vrouwen in de vrouwenopvang zijn afkomstig uit minderheidsgroepen. Er worden activiteiten ontwikkeld die tot doel hebben huiselijk geweld bij minderheden bespreekbaar te maken en de risico s voor allochtone vrouwen te verkleinen. Kinderen die slachtoffer of getuige zijn van huiselijk geweld, behoeven in het bijzonder aandacht. Uit onderzoek blijkt dat er jaarlijks kinderen getuige zijn van relationeel geweld tussen hun ouders. Een groot aantal van deze kinderen loopt het risico op psychische problemen, zoals angsten en concentratiestoornissen op school, of ontwikkelen zelf een gewelddadig gedragspatroon. Er moeten methoden en instrumenten worden ontwikkeld om problemen bij deze kinderen tijdig te signaleren, zo mogelijk te voorkomen. Zie voor concrete maatregelen in Hoofdstuk 2: maatregel 9, 10, 11, 26, 27, 28. Registratie en monitoring De nota Privé Geweld Publieke Zaak gaat ervan uit dat de ernst en de omvang van huiselijk geweld zullen afnemen door een gezamenlijk optreden op centraal en decentraal niveau, door beleid en uitvoering. Of dat effect feitelijk gerealiseerd zal worden, kan nu nog niet worden bepaald. Door verbetering van de registratie bij politie en OM ontstaat op den duur een beter zicht op de aantallen incidenten en de ontwikkelingen in de ernst en omvang van huiselijk geweld. De politiemonitor zal hieraan ook een bijdrage leveren. In 2002 zijn in de Politiemonitor voor het eerst vragen opgenomen die zicht moeten geven op geweld dat gepleegd wordt door bekenden van het slachtoffer. Zie voor concrete maatregelen in Hoofdstuk 2: maatregel 5, 45, 46, 47 en 48. De hoofdlijnen die hierboven zijn geschetst zijn in de nota Privé Geweld Publieke Zaak uitgewerkt in een aantal concrete maatregelen en voornemens. De wijze waarop en de mate waarin die gerealiseerd worden, komen in het volgende hoofdstuk uitgebreid aan de orde.

8 8 2. Voortgang bij de realisering van Privé Geweld Publieke Zaak Deze notitie beschrijft de stand van zaken bij de realisering van het voorgenomen beleid. Daarbij wordt de opbouw van de nota Privé Geweld Publieke Zaak aangehouden; voorgenomen maatregelen worden kort - beschreven met verwijzing naar de betreffende paginanummers in de nota (waarbij de paginering in het Kamerstuk, dat een andere indeling heeft dan de breed verspreide publieksversie, afzonderlijk wordt vermeld). Met het oog op verwijzingen en refertes zijn de maatregelen in dit voortgangsbericht van een nummer voorzien Kaders, verantwoordelijkheden en organisatie Uitgangspunt in de kabinetsnota Privé Geweld Publieke Zaak is dat voor een effectieve aanpak van huiselijk geweld samenwerking nodig is. Bij de aanpak van huiselijk geweld zijn in de praktijk veel instanties en organisaties betrokken. Politie, openbaar ministerie, GGZ en andere hulporganisaties, GGDen, reclassering, forensische psychiatrie en vrouwenopvang zullen moeten samenwerken om tot een effectieve aanpak te komen. Daarbij is een krachtige regie vanuit het lokale bestuur een voorwaarde. De rijksoverheid zal de kaders mo eten aanreiken. De nota beschrijft een aantal maatregelen en initiatieven die moeten bevorderen dat overheden en betrokken instanties hun verantwoordelijkheid nemen. Interdepartementaal overleg Maatregel 1 Een interdepartementaal beleidsoverleg zal het voortgangsproces bewaken en zo nodig nieuwe initiatieven nemen. pagina 9 van de nota; TK-versie pagina 8 Op initiatief van het Ministerie van Justitie is in 2002 een interdepartementaal beleidsoverleg Huiselijk Geweld gevormd waaraan wordt deelgenomen door vertegenwoordigers van de ministeries van - Justitie - Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties - Volksgezondheid, Welzijn en Sport - Sociale Zaken en Werkgelegenheid - en Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Aan het overleg neemt ook de VNG deel, vanwege de belangrijke rol die de gemeenten bij de aanpak van huiselijk geweld te vervullen hebben. Het interdepartementaal beleidsoverleg fungeert voor de rijksoverheid als het coördinatiepunt voor het beleid met betrekking tot huiselijk geweld, bewaakt de voortgang bij de uitvoering van Privé Geweld Publieke Zaak, bespreekt de bestedingsruimte en de prioriteiten. Het interdepartementaal beleidsoverleg overlegt regelmatig met de (landelijke) organisaties die betrokken waren bij de totstandkoming van de nota Privé Geweld Publieke Zaak. Dergelijke netwerkbijeenkomsten waaraan ruim 30 landelijke organisaties deelnemen, vinden drie à viermaal per jaar plaats. De bedoeling is dat overheid en het veld elkaar informeren over belangrijke ontwikkelingen en gezamenlijk nieuwe initiatieven bespreken. Relatie met het Veiligheidsprogramma Maatregel 2: Aanpak van huiselijk geweld zal een onderdeel zijn van het Veiligheidsprogramma. pagina 13 van de nota; TK-versie: pagina 11 Bestrijding van huiselijk geweld maakt inmiddels deel uit van het veiligheidsprogramma dat is beschreven in de nota Naar een veiliger samenleving (TK , , nrs. 1 en 2). In deze nota is de aanpak van huiselijk geweld benoemd als één van de actiepunten ter bevordering van een klimaat van veiligheid (pagina 66-67). Daarbij is bevestigd dat in de periode uitvoering zal worden gegeven aan de voornemens die geformuleerd zijn in de nota Privé Geweld Publieke Zaak en wordt een verbinding gelegd met de voornemens van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met betrekking tot de aanpak van seksespecifiek geweld waarvan voornamelijk vrouwen en meisjes het slachtoffer zijn, zoals geformuleerd in de nota Een veilig land waar vrouwen willen wonen. Daarmee maakt het Kabinet duidelijk dat geweld achter de voordeur niet alleen te beschouwen is als een relationeel probleem in de privé sfeer, maar ook en misschien wel vooral als een veiligheidsprobleem dat

9 9 alleen effectief op te lossen is als alle betrokkenen burgers, overheden, betrokken overheidsdiensten en particulier initiatief hun verantwoordelijkheden kennen en nemen. Relatie met OGGZ Maatregel 3 : Huiselijk geweld zal worden opgenomen in een vervolg-convenant OGGZ. pagina 13 van de nota; TK-versie: pagina 11 Voortgang : Het gewijzigde Besluit collectieve preventie volksgezondheid is op 1 januari 2003 inwerking getreden. In de toelichting op dit besluit is opgenomen: ook kindermishandeling en huiselijk geweld zijn onderwerpen waarop de GGD-en en andere gemeentelijke diensten een taak hebben. In toenemende mate wordt huiselijk geweld opgenomen in lokale convenanten die in het kader van het het OGGZ-beleid totstandkomen. Ondersteuning gemeenten Maatregel 4: Er komt een meerjarenproject dat gemeenten stimuleert om hun regierol op te pakken. pagina 15 van de nota ; TK-versie pagina 13 Gemeenten vervullen een cruciale rol bij de aanpak van huiselijk geweld. Zij moeten de samenwerking tussen de lokale partners bevorderen, zij moeten ervoor zorgen dat er samenwerkingsconvenanten worden opgesteld en dat er gewerkt wordt met heldere, sluitende handelingsprotocollen. In een aantal gemeenten vindt een dergelijke gecoördineerde aanpak plaats. De goede voorbeelden krijgen in toenemende mate navolging. In de monitor van de aanpak van huiselijk geweld, die in het najaar 2003 verschijnt (zie maatregel 50), zal een beeld gegeven worden van de stand van zaken bij de gemeenten. Duidelijk is wel dat een aantal gemeenten behoefte heeft aan ondersteuning op dit punt, aan uitwisseling van goede voorbeelden en aan concrete voorbeelden van een sluitende aanpak van huiselijk geweld. De VNG ontvangt van het ministerie van Justitie in 2003 en 2004 subsidie voor de uitvoering van een ondersteuningsprogramma ten behoeve van gemeenten. De VNG heeft daartoe een programma uitgewerkt dat onder meer gericht is op bevordering van deskundigheid van lokale beleidsmakers en op het maken van een aantal ondersteunende producten, zoals handreikingen voor gemeenten. De VNG zal daarbij ondersteuningsorganisaties betrekken die op dit punt ook actief zijn. De uitvoering zal plaats vinden in nauwe samenwerking met TransAct en het op te richten Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid. Uiteindelijk, over enige jaren, moeten alle gemeenten een helder en samenhangend beleid hebben ontwikkeld voor de aanpak van huiselijk geweld, met name de grote en de middelgrote gemeenten (die als centrumgemeenten fungeren en een doeluitkering ontvangen voor de vrouwenopvang). In de eerste jaren ( ) zal een ondersteuningsaanbod worden ontwikkeld waaraan 60 gemeenten kunnen deelnemen. Daarnaast worden handreikingen voor gemeenten opgesteld en zal een helpdesk worden ingericht. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft opdracht gegeven voor de ontwikkeling van een module Vrouwen Veiligheids Index (VVI) en is voornemens deze module in 2003 samen met gemeenten in vier pilots uit te testen. De VVI is een instrument voor de monitoring door gemeenten van aard en omvang van geweld, met name geweld waar veel vrouwen en meisjes slachtoffer van zijn (seksespecifiek geweld). De module is bedoeld als aanvulling op bestaande vormen van monitoring in het kader van het gemeentelijke veiligheidsbeleid. Aanpak door politie Maatregel 5: Binnen de politieorganisatie komt een landelijk netwerk huiselijk geweld. pagina 11 en pagina 16 van de nota; TK-versie pagina 9 en 14. In alle politiedistricten zijn inmiddels portefeuillehouders huiselijk geweld aangewezen. Zij zijn er onder meer verantwoordelijk voor dat er een beleidsplan aanpak huiselijk geweld binnen de politie wordt opgesteld voor de driehoek en dat er afspraken worden gemaakt voor de samenwerking met het openbaar ministerie en de gemeenten. Hiervoor zijn in veel gevallen convenanten opgesteld. In 21 van de 25 politiedistricten is de bestrijding van huiselijk geweld als prioriteit aangewezen. De portefeuillehouders hebben ook taken op het gebied van

10 10 deskundigheidsbevordering ten behoeve van verschillende doelgroepen binnen het politieapparaat zoals meldkamerpersoneel en wijkteams. Activiteiten op dit gebied zijn voor een belangrijk deel nog in het voorbereidende stadium. Ook is er aandacht voor registratie van huiselijk geweld, waarvoor op dit moment nog geen eenduidige vorm bestaat. Inmiddels is per 1 januari 2003 op initiatief van de Raad van Hoofdcommissarissen een landelijk project gestart waarin landelijk de voortgang bij de politie-aanpak van huiselijk geweld wordt gemonitord, waarin een aanbod voor deskundigheidsbevordering wordt uitgewerkt en stappen worden gezet om binnen de politie-organisatie binnen enkele jaren te komen tot een eenduidig registratiesysteem voor huiselijk geweld-zaken. Aanpak door het openbaar ministerie Maatregel 6: Op ieder arrondissementsparket komt een aandachtsfunctionaris huiselijk geweld. pagina 16 van de nota; TK-versie pagina 14 Het college van Procureurs-Generaal heeft een werkgroep ingesteld die tot opdracht heeft gekregen een aanwijzing van het OM inzake de aanpak van huiselijk geweld-zaken op te stellen. De aanwijzing is op 1 april 2003 in werking getreden en heeft tot doel een bijdrage te leveren aan het stoppen van huiselijk geweld, onder meer door het vergroten van aangiftebereidheid van slachtoffers. De aanwijzing onderstreept het streven om bij elk arrondissement een officier van justitie als contactfunctionaris aan te wijzen die werkafspraken vastlegt met politie en reclassering, toeziet op voortvarende aanpak van huiselijk geweld-zaken door het parket en die samen met de reclassering de mogelijkheden voor daderbehandeling inventariseert. Binnen een jaar moet deze aandachtsfunctionaris schriftelijke werkafspraken hebben vastgelegd met instanties voor daderbehandeling, reclassering en politie. Ook draagt de contactfunctionaris zorg voor systematische registratie. De aanwijzing formuleert de stappen die gezet dienen te worden bij aanhouding, verhoor en inverzekeringstelling van verdachten van huiselijk geweld. Als voorwaarden voor ambtshalve vervolging noemt de aanwijzing de bedreiging van de geestelijke en/of lichamelijke integriteit van het slachtoffer in combinatie met de afhankelijkheidspositie waarin het slachtoffer zich bevindt. De werking van de aanwijzing zal gevolgd worden door het college van Procureurs-Generaal. In de monitor van de aanpak Huiselijk Geweld (zie maatregel 50) zal hierover gerapporteerd worden (zie ook maatregel 23). Landelijk ondersteuningspunt Maatregel 7: In het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid komt een ondersteuningspunt huiselijk geweld pagina 17 van de nota; TK-versie pagina 15 De ministers van Justitie en BZK treffen op dit moment voorbereidingen voor de oprichting van een Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid, waarvan de opening is voorzien in januari Het Centrum zal ook een nadrukkelijke ondersteuningstaak krijgen bij de voorkoming en bestrijding van geweld in het (semi)publieke domein en in het privé domein.

11 Interventies gericht op hulp aan slachtoffers en aanpak van plegers Inleiding De nota Privé Geweld Publieke Zaak benadrukt de noodzaak van een integrale benadering bij de bestrijding van huiselijk geweld, waarbij niet alleen aandacht is voor de opvang van slachtoffers (en hun kinderen), maar waarbij systematisch getracht wordt het geweld te voorkomen en te doen stoppen. Daartoe is, naast opvang van slachtoffers, onder meer behandeling van plegers noodzakelijk en is meer aandacht gewenst voor kinderen die getuige zijn geweest van huiselijk geweld. Specifieke aandacht gaat uit naar de aanpak van huiselijk geweld bij minderheden. In dit hoofdstuk wordt de voortgang beschreven bij de ontwikkeling van een integrale benadering. Advies- en meldpunten kindermishandeling Maatregel 8: De naamsbekendheid van de AMK s zal door middel van publiekscampagnes worden vergroot. pagina 20 van de nota; TK-versie pagina 16 Het NIZW heeft een landelijke campagne voorbereid. De voorbereiding is per 1 juni 2003 afgerond. In alle regio s zijn campagneleiders aangewezen. De bedoeling is dat elke regio campagne voert naar eigen inzicht en mogelijkheden. De campagne zal gedurende 6 weken gevoerd worden in de periode na 15 oktober Ter evaluatie van de campagne zal niet alleen worden nagegaan of mensen meer en eerder contact met het AMK opnemen dan vóór de campagne, maar wordt ook gemeten of de houding van volwassenen in de omgeving van kinderen verandert: zijn zij eerder bereid om ernstige zorgen over kinderen in hun omgeving te melden bij het AMK? Weerbaarheidstrainingen Maatregel 9: Er worden weerbaarheidstrainingen voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs ontwikkeld. pagina 20 van de nota; TK-versie pagina 16 De lesmodules ( Marietje Kesselstraining ) voor het voortgezet onderwijs zijn in analogie met de Marietje Kessels -trainingen voor het basisonderwijs ontwikkeld door het Algemeen Pedagogisch Studiecentrum en zijn sinds april 2003 gereed. Verspreiding verloopt in overleg met OCenW via de Stimuleringsmaatregel van het ministerie van Justitie (Stimuleringsmaatregel ter bevordering van succesvol gebleken methoden van criminaliteitspreventie). Vier scholen hebben via deze regeling subsidie gekregen om de cursus Werken aan wendbare weerbaarheid in de brugklas uit te voeren. Een evaluatiemodel wordt thans opgesteld. De effecten van de Marietje Kessels -projecten worden betrokken bij de evaluatie van de stimuleringsmaatregel die in het laatste kwartaal 2003 wordt uitgevoerd. Kinderen die getuige zijn gewe est van huiselijk geweld Maatregel 10: Er komen projecten ter voorkoming van problemen bij kinderen getuige zijn (geweest) van huiselijk geweld. pagina 21 van de nota; TK-versie pagina 17 Jaarlijks zijn, zo blijkt uit een verkennende studie ( Kinderen die getuige zijn van geweld tussen hun ouders, een basisverkenning van korte en lange termijn effecten door S. Dijkstra, Bilthoven, 2001, i.o.v. het ministerie van Justitie), ongeveer kinderen getuige van geweld tussen hun ouders. Een deel hiervan, ongeveer 40%, blijkt verhoogd risico te lopen op (gedrags)problemen; een aantal ontwikkelt zelf een gewelddadig gedragspatroon. Het ministerie van Justitie heeft het NIZW in de gelegenheid gesteld een brochure voor beroepsgroepen samen te stellen onder de titel In de schaduw van het geweld (Utrecht 2002) en heeft door middel van de Beleidsregels voor subsidiëring van projecten criminaliteitspreventie 2002 ruimte geboden voor projecten ten behoeve van kinderen die getuige zijn (geweest) van huiselijk geweld. Er worden nu 12 projecten gesubsidieerd waarin (groeps)methoden worden ontwikkeld om kinderen de gelegenheid te bieden over hun ervaringen als getuige van huiselijk geweld te praten en hen te leren zich weerbaarder op te stellen, waarin deskundigheidsbevordering wordt nagestreefd van professionals die in een vroeg stadium problemen bij kinderen kunnen signaleren en waarin specifieke producten worden ontwikkeld, zoals een videofilm voor moeders in de vrouwenopvang. De projecten worden gevolgd, ondersteund en, in de loop van 2003, beschreven door TransAct. Inmiddels hebben TransAct en het NIZW samen een groots opgezette conferentie over kinderen en

12 12 huiselijk geweld georganiseerd, waaraan meer dan 150 deelnemers uit verschillende beroepsgroepen hebben deelgenomen. Ook het LSOP organiseert een brede conferentie. Kinderbescherming Maatregel 11: De Raad voor de Kinderbescherming en voogdij-instellingen zullen in hun praktijk aandacht hebben voor huiselijk geweld. pagina 21 van de nota; TK-versie pagina 17 De Raad voor de Kinderbescherming heeft pilots opgezet in enkele ressorten, waarbij systematisch geregistreerd wordt op huiselijk geweld. Deze pilots worden in 2003 en 2004 afgerond. Daarnaast zijn er enkele projecten binnen de Raad die tot doel hebben de signaalgevoeligheid van raadsmedewerkers ten aanzien van huiselijk geweld te vergroten. Vanuit enkele vestigingen zijn tevens programma s opgezet ten behoeve van kinderen die getuige zijn (geweest) van huiselijk geweld. Het Ministerie van Justitie heeft in 2003 aan voogdij-instellingen gevraagd via jaarplannen en jaarverslagen aan te geven welke concrete acties zij ondernemen op het punt van huiselijk geweld. Uit diverse jaarplannen voor 2003 blijkt dat gezinsvoogdij-instellingen aandacht besteden aan het onderwerp. Zij nemen deel aan lokale en regionale werkgroepen en overlegvormen. Ook participeren instellingen in projecten rond dit thema. Het onderwerp komt in scholing en training aan de orde. De landelijke koepel van de instellingen Vedivo/MO-groep zal dit jaar een inventarisatie verrichten naar ontwikkeld beleid. In de jaarverslagen 2003 zullen de instellingen hun concrete activiteiten en resultaten uiteenzetten. Aware-projecten Maatregel 12: Er komt een draaiboek over de toepassing van Awaresystemen. pagina 21/22 van de nota; TK-versie pagina pagina 18 In het land zijn op dit moment in 5 gemeenten Awareprojecten gaande. Aware staat voor Abused Woman Active Response Emergency. Aware is een mobiel alarmsysteem waarmee belaagde vrouwen, al dan niet via een alarmcentrale, in verbinding staan met de politie. Enkele van deze projecten zijn (mede) door Justitie gesubsidieerd. Het Informatiepunt Lokale Veiligheid van de VNG zal een voorstel ontwikkelen voor de samenstelling van een Awaredraaiboek ten behoeve van gemeenten die een Awaresysteem willen opzetten. Het is de bedoeling dat dit draaiboek nog in 2003 verschijnt. Privacy en beroepsgeheim Maatregel 13: Er komt een brochure over gegevensuitwisseling tussen verschillende beroepsgroepen. pagina 22 van de nota; TK-versie pagina 18 De aanpak van huiselijk geweld vraagt om samenwerking tussen politie, OM, vrouwenopvang, reclassering, forensische psychiatrie en andere hulpverlenende organisaties. Bij die samenwerking is vaak uitwisseling van cliëntgerelateerde informatie noodzakelijk. Praktijkwerkers signaleren bij herhaling dat de huidige wetgeving rond privacy en beroepsgeheim bij uitwisseling belemmerend werkt. Het NIZW heeft, in opdracht van het ministerie van Justitie, een brochure samengesteld met als titel Samenwerking en beroepsgeheim juridische mogelijkheden voor het uitwisselen van gegevens bij de aanpak van huiselijk geweld. Deze brochure sloot aan bij de eerder opgestelde Handreiking voor gemeenten over privacyaspecten bij criminaliteitspreventie (van het ministerie van Justitie en het ministerie van BZK, i.s.m. het College Bescherming Persoonsgegevens en de VNG, mei 2002). In februari 2003 vond op initiatief van het ministerie van Justitie een expert-meeting plaats waarbij werkers uit de praktijk de door hen ervaren knelpunten bespraken met juridische experts. De bijeenkomst leidde tot een aantal concrete conclusies. Zo werd onder meer voorgesteld om de advies- en meldpunten huiselijk geweld te voorzien van een wettelijke basis waardoor er sprake is van meldrecht (vergelijkbaar met de situatie bij de AMK s). Ook werd erop aangedrongen om gerichte handreikingen op te stellen voor lokale samenwerkingsverbanden huiselijk geweld. Voor een wettelijke basis voor de Advies- en meldpunten huiselijk geweld lijkt op dit moment de tijd nog niet rijp: advies- en meldpunten huiselijk geweld vormen (nog) geen structurele voorziening in het gehele land. Wel zal door het NIZW, op uitnodiging van het ministerie van Justitie, een handreiking worden opgesteld

13 13 ten behoeve van samenwerkingsverbanden huiselijk geweld. Deze handreiking zal eind 2003 beschikbaar zijn. Uithuisplaatsing pleger Maatregel 14: Mogelijkheden voor uithuisplaatsing van plegers worden verkend. pagina 23 van de nota; TK-versie pagina 19 Uithuisplaatsing van plegers wordt door velen gezien als een welkome aanvulling op het instrumentarium van politie en justitie voor crisisinterventie bij huiselijk geweld: uithuisplaatsing kan helpen de geweldsspiraal te doorbreken en de veiligheid van het slachtoffer en eventueel betrokken kinderen te vergroten, er kan een duidelijk signaal van uit gaan naar de pleger en het slachtoffer, dat huiselijk geweld niet wordt geaccepteerd. Als de pleger voor enige weken uit huis is, kan het slachtoffer hulp krijgen bij het maken van een afweging over de toekomst; ook kan er eventueel een voorlopige voorziening worden getroffen indien het slachtoffer besluit tot een scheiding. Voor de pleger kan gezocht worden naar mogelijkheden om deel te nemen aan daderbehandeling. In opdracht van het Ministerie van Justitie heeft het Verwey-Jonker Instituut in 2002 in kaart gebracht hoe andere Europese landen, met name Oostenrijk en Duitsland, aan het instrument uithuisplaatsing vorm hebben gegeven en welke ervaringen daarbij zijn opgedaan. In vervolg daarop heeft het Verwey-Jonker Instituut verkend hoe politie en andere betrokkenen in Nederland denken over invoering van een wettelijke regeling voor uithuisplaatsing. Hoewel politie, justitie en hulpverlening - vooral in regio s die reeds een specifiek beleid kennen voor de gezamenlijke aanpak van huiselijk geweld ervan overtuigd zijn dat het met de thans beschikbare middelen al redelijk goed mogelijk is om te interveniëren bij huiselijk geweld, kiest men er in het onderzoek van Verwey-Jonker zonder uitzondering voor om ook uithuisplaatsing van plegers mogelijk te maken. De minister van Justitie heeft het onderzoek in maart 2003 aan de Tweede Kamer gestuurd en daarbij aangegeven in beginsel positief te staan tegenover de voorstellen met betrekking tot uithuisplaatsing ( /03/DJC). Een kabinetsstandpunt wordt momenteel voorbereid en zal, naar verwacht, eind 2003 aan de Kamer worden voorgelegd. TransAct en Fiom Maatregel 15: TransAct en de landelijke Ambulante Fiom zullen een belangrijke rol spelen bij de bestrijding van huiselijk geweld. pagina 24 van de nota; TK-versie pagina 20 In het activiteitenprogramma van TransAct voor 2003 zijn twee programma s opgenomen op het terrein van huiselijk en seksueel geweld. Het eerste programma is gericht op de ondersteuning van de regionale aanpak van huiselijk en seksueel geweld. Het tweede programma is gericht op de verbetering van de zorg na seksueel en huiselijk geweld. Elementen uit dit programma zijn de introductie van kwaliteitscriteria, aandacht voor seksueel en huiselijk geweld bij huisartsen, in opleidingen en de introductie van signaleringsen behandelmethodieken in de (G)GZ, de maatschappelijke dienstverlening en de opvang. De Fiom verleent onder meer hulp na geweld binnen de primaire relatiesfeer. De Fiom richt zich daarbij op slachtoffers, plegers, en op ouders of partners van slachtoffers. Voor 2003 zijn als nieuwe elementen toegevoegd: de preventie van seksueel geweld in partnerrelaties, de gezinsgerichte aanpak van de gevolgen van geweld en de ontwikkeling van methoden voor vrijwillige hulpverlening aan plegers van seksueel geweld in relaties. Ouderenmishandeling Maatregel 16: Er wordt een training ontwikkeld gericht op het systematisch signaleren van ouderenmishandeling. pagina 24 van de nota; TK-versie pagina 21 Voortgang Door het Landelijk Steunpunt Ouderenmishandeling bij het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW) zijn in 2002 voorlichtingsmateriaal en cursussen ontwikkeld en verspreid gericht op het signaleren van geweld tegen ouderen. Diagnostische centra Maatregel 17: Nagegaan wordt of er multidisciplinaire voorzieningen voor diagnostiek en behandeling van jonge slachtoffers van mishandeling, seksueel misbruik en/of verwaarlozing moeten komen.

14 14 pagina 25 van de nota; TK-versie pagina 22 Bij de begrotingsbehandeling van het Ministerie van VWS heeft de staatssecretaris van VWS in november 2002 (Kamerstuk , nr. 4) medegedeeld dat er voor de organisatie van de beschikbaarheid van specialistische diagnostiek, op voorhand niet vanuit wordt gegaan dat er op meerdere plaatsen in het land diagnostische centra moeten worden opgezet. Het wordt wel van belang geacht dat de Bureaus Jeugdzorg een beroep kunnen doen op gespecialiseerde diagnostiek. Deze diagnostiek zal waarschijnlijk bovenprovinciaal georganiseerd moeten worden om een optimaal aanbod te garanderen. Inmiddels is een werkgroep gevormd om te bezien hoe de (bovenregionale) organisatie het beste plaats kan vinden. Aan deze werkgroep wordt deelgenomen door het IPO, de MO-Groep, het ministerie van Justitie en het ministerie van VWS. Vanuit de werkgroep vindt via de provincies bij de Bureaus Jeugdzorg een inventarisatie plaats naar de behoefte aan specialistische diagnostiek en naar de beste wijze van organiseren. Deze inventarisatie wordt binnenkort afgerond waarna verdere besluitvorming over de wijze waarop de specialistische diagnostiek georganiseerd gaat worden, afgerond kan worden. Vrouwenopvang Maatregel 18: Maatregel 19: Het Trimbos-Instituut zal de aanmeldingen en instroom in de vrouwenopvang onderzoeken. pagina 26 van de nota; TK-versie pagina 22/23 Het onderzoek van het Trimbos-Instituut naar de instroom in de vrouwenopvang is uitgevoerd. Op 1 juli 2003 heeft de minister van VWS het onderzoeksrapport naar de Kamer gestuurd. Voor de vrouwenopvang concludeert het rapport dat een gebrek aan capaciteit of een slechte bereikbaarheid van de opvang, vrouwen kan verhinderen een situatie van ernstige crisis of bedreiging te ontvluchten. Het kabinetsstandpunt op het interdepartementaal beleidsonderzoek Maatschappelijke Opvang wordt in oktober naar de Kamer gestuurd. In dit standpunt wordt onder andere ingegaan op de bevindingen uit het onderzoek naar de instroom. De Federatie Opvang onderzoekt de preventieve, ambulante vormen van hulpverlening binnen de vrouwenopvang. pagina 26 van de nota; TK-versie pagina 23 In februari 2003 is een enquête onder instellingen voor vrouwenopvang afgerond naar preventieprojecten bij de vrouwenopvang. Deze enquête is een onderdeel van het project preventieprojecten in de vrouwenopvang dat wordt gesubsidieerd door het ministerie van VWS. Doel van dit project is het uitwisselen van ervaringen en nieuwe ontwikkelingen op het gebied van preventie tussen de instellingen voor vrouwenopvang. Uit deze inventarisatie blijkt dat preventieactiviteiten in de vrouwenopvang in opmars zijn. Het betreft zowel het voorkomen en in een vroeg stadium doen stoppen van huiselijk geweld, als het voorkomen van herhaling. Bijna 30 instellingen geven ruim 50 preventieprojecten aan. Zelden worden deze preventieactiviteiten door de vrouwenopvang alleen uitgevoerd. Veel genoemde samenwerkingspartners zijn: de Gemeentelijke Geneeskundige Dienst, de Geestelijke Gezondheidszorg, de politie, het openbaar ministerie, het Algemeen Maatschappelijk Werk en de Jeugdzorg. Deze inventarisatie en de uitwisseling van expertise die de Federatie Opvang bevordert door middel van het Platform Preventie Vrouwenmishandeling, geven een impuls aan de verdere ontwikkeling van preventieactiviteiten door de vrouwenopvang. Maatregel 20: Er komt een overleg met de VNG en de Federatie Opvang over de vrouwenopvang pagina 27 van de nota; TK-versie pagina 23 De uitkomsten van het onderzoek naar de instroom in de vrouwenopvang dat in mei 2003 beschikbaar kwam en het kabinetsstandpunt op het eindrapport van het Integraal beleidsonderzoek Maatschappelijke Opvang vormen de basis voor het overleg dat met de VNG en de Federatie Opvang zal worden gevoerd. Juridische ondersteuning Maatregel 21: Het onderzoeksproject Strafvordering 2001zal expliciet aandacht besteden aan de positie van slachtoffers/getuigen van huiselijk geweld. pagina 27 van de nota; TK-versie pagina 24

15 15 Het onderzoeksproject Strafvordering 2001 is inmiddels afgerond (mei 2003) en heeft twee deelonderzoeken over de positie van het slachtoffer en een over de positie van de getuige in het strafproces opgeleverd. Aan de positie van het slachtoffer of de getuige van huiselijk geweld is in die zin aandacht besteed, dat het belang van kwetsbare getuigen, waaronder kinderen en slachtoffers van zedenmisdrijven en seksueel geweld, is beschreven. De nadruk is gelegd op voorstellen die strekken tot versterking van de positie van het slachtoffer en de getuigen in het algemeen; uiteraard zullen deze voorzieningen ook ten goede komen aan slachtoffers en getuigen van huiselijk geweld. Hiermee is uitvoering gegeven aan genoemd voornemen. Op deze plaats zij verwezen naar de publicaties die het onderzoek inmiddels heeft opgeleverd: M.S. Groenhuijsen en G. Knigge (red.). Het onderzoek ter zitting: de positie van slachtoffer in het strafproces, p ; de getuige in het strafproces; voorstellen voor een nieuwe regeling, p , 1999; M.S. Groenhuijsen en G. Knigge (red.) Dwangmiddelen en rechtsmiddelen: het slachtoffer in het vooronderzoek, p , Juridische vroeghulp Maatregel 22: Er komen experimentele projecten juridische vroeghulp aan slachtoffers van huiselijk geweld. pagina 27 van de nota; TK-versie pagina 24 Vanwege het ontbreken van de benodigde financiële middelen hebben de twee beoogde experimenten geen doorgang kunnen vinden. Juridische ondersteuning van slachtoffers Maatregel 23: Het college van Procureurs-Generaal zal een aanwijzing voor het OM over de aanpak van huiselijk geweld-zaken uitbrengen. pagina 28 van de nota; TK-versie pagina 24 Maatregel 24 : Maatregel 25: Voortgang : Op 1 april 2003 is de Aanwijzing Huiselijk Geweld in werking getreden, die tot doel heeft een effectiever optreden in reactie op huiselijk geweld te bewerkstelligen. De aanwijzing stelt regels omtrent de opsporing en vervolging (waaronder voorgeleiding aan de RC) van huiselijk geweld en geeft de randvoorwaarden aan voor o.a. de invulling van de lokale samenwerking tussen politie, openbaar ministerie en reclassering. Daarnaast geeft de aanwijzing richtlijnen voor de slachtofferbejegening (met de mogelijkheid voor het slachtoffer tot een gesprek met de behandelend officier van justitie op basis van de Aanwijzing Slachtofferzorg), de strafvordering, en de executie (zie ook maatregel 6). De Raad voor de Rechtspraak zal de inconsistentie in de toepassing van artikel 187 c Sv (dat het voor getuigen mogelijk maakt om een vertrouwenspersoon mee te nemen naar het getuigenverhoor bij de RC) in het landelijk overleg van de voorzitters van de strafsectoren aan de orde stellen. pagina 28 van de nota; TK-versie pagina 25 Het onderwerp staat geagendeerd voor het landelijk overleg in één van de komende maanden. De minister van Justitie gaat na of het vergoedingenbesluit rechtsbijstand kan voorzien in een vergoeding ook als er geen sprake is van wettelijk recht op bijstand pagina 28 van de nota; TK-versie pagina 25 De Kamer had met de motie de Graaf ( nr 26) aan de minister van Justitie verzocht gratis rechtshulp voor slachtoffers mogelijk te maken. De minister van Justitie had in zijn brief van 6 november 2001 ( nr 26) aangegeven onder welke voorwaarden de motie de Graaf uitgevoerd zou kunnen worden. Het gebrek aan financiële ruimte op de Justitiebegroting heeft ertoe geleid dat aan de motie vooralsnog geen gevolg is gegeven. Huiselijk geweld bij minderheden Maatregel 26: Er wordt onderzoek gedaan naar huiselijk geweld bij minderheden. pagina 29 van de nota; TK-versie pagina 26 In opdracht van het ministerie van Justitie en het WODC heeft inmiddels Intomart het onderzoek Huiselijk geweld onder Surinamers, Antillianen en Arubanen, Marokkanen en

16 16 Turken in Nederland aard, omvang en hulpverlening (Hilversum, oktober 2002) afgerond. Het onderzoek is op 25 november 2002 aan de Kamer aangeboden ( /02/DJC). Het geeft een verontrustend beeld van huiselijk geweldbij minderheden: 24% van de ondervraagden zegt ooit in zijn/haar leven slachtoffer te zijn geweest van huiselijk geweld. Dit cijfer is beduidend lager dan het cijfer dat in 1997 uit eenzelfde onderzoek onder autochtonen naar voren was gekomen: dat onderzoek gaf aan dat ruim 40% van de autochtone Nederlanders ooit het slachtoffer is geweest van huiselijk geweld ( Huiselijk geweld aard, omvang en hulpverlening, Intomart, Hilversum 1997). De onderzoekers vermoeden dat er sprake is van onderrapportage die mede veroorzaakt wordt door het feit dat huiselijk geweld bij minderheden een moeilijk bespreekbaar onderwerp is. Inmiddels heeft het ministerie van Justitie enkele bijeenkomsten belegd met minderhedenorganisaties en -experts. Zij onderschrijven unaniem het vermoeden dat er sprake is van onderrapportage en bevestigen dat het onderwerp in allochtone kring moeilijk bespreekbaar is. Ook geven zij aan dat het verschil in percentages mogelijk andere oorzaken heeft: in diverse culturen worden vormen van geweld ervaren als verdiende straf. De minderhedenorganisaties en -experts hebben een aantal suggesties voorgelegd om het onderwerp beter bespreekbaar te maken. Die worden thans door TransAct en Forum uitgewerkt tot een plan van aanpak. Bij de bijeenkomsten bleek dat de minderheden-organisaties grote behoefte hebben aan onderlinge uitwisseling van ervaringen op dit punt. TransAct heeft aangeboden een uitwisseling tussen de instellingen te faciliteren. Een verband zal worden gelegd met plan van aanpak Emancipatie en integratie allochtone vrouwen in Nederland dat de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voorbereidt. In het kader van het ZON/MW programma seksualiteit voeren TransAct, NIGZ en Forum sinds september 2001 het project Allochtonen en seksueel geweld uit. Doel van dit project is het in kaart brengen en verspreiden van succesvolle methoden voor preventie van seksueel en huiselijk geweld bij minderheden en de opvang van allochtone slachtoffers. Daarnaast worden lacunes in kaart gebracht en randvoorwaarden voor het welslagen van initiatieven geïnventariseerd. Afhankelijke verblijfspositie Maatregel 27: De IND gaat na waarom veel aanvragen om een zelfstandige verblijfsvergunning van slachtoffers van huiselijk geweld niet meteen worden toegekend. pagina 30 van de nota; TK-versie pagina 26 Het IND-onderzoek is afgerond en de resultaten ervan zijn bij brief van 22 mei 2003 (met kenmerk: /03/DVB) aan de Tweede Kamer toegezonden. In deze brief zijn enkele resultaten van het onderzoek weergegeven. Door de Federatie Opvang zijn in totaal 76 dossiernummers aangeleverd aan de hand waarvan het onderzoek door de IND is verricht. In 26 van deze dossiers was sprake van een aanvraag om voortgezet verblijf, de overige waren voor het onderzoek minder relevant omdat het aanvragen om eerste toelating betrof en om zaken waarin geen aanvraag bekend was. In 14 van genoemde 26 gevallen was sprake van verbreking van de (huwelijks)relatie wegens huiselijk geweld. Daarnaast is gebleken dat huiselijk geweld niet in alle gevallen tot een zelfstandige verblijfsstatus leidt, veelal omdat het geweld niet kan worden aangetoond. Weinig vrouwen die zeggen slachtoffer te zijn van huiselijk geweld, doen daarvan aangifte. Ook doktersverklaringen worden zelden overgelegd. Ook indien wel aangifte is gedaan kan het nog voorkomen dat er geen zelfstandige verblijfsstatus kan worden verleend, als blijkt dat niet kan worden aangetoond dat er tevens sprake is van een van de andere in het beleid genoemde klemmende redenen van humanitaire aard. Bij de desbetreffende zaken is de beslistermijn, veelal in bezwaar, niet gehaald. Vaak worden de voor de beslissing relevante gegevens zoals een proces verbaal niet meteen bij de indiening van de aanvraag overgelegd. Betrokkene wordt dan in de gelegenheid gesteld om schriftelijk aanvullende gegevens te verstrekken. Vertraging in de behandeling kan ook ontstaan door het horen van de betrokkene.

17 17 De minister voor V&I heeft inmiddels de Kamer op 17 oktober jl per brief (kenmerk /03/DVB) meegedeeld dat indien er aantoonbaar sprake is van huiselijk geweld voortgezet verblijf mogelijk is, ook als er naast huiselijk geweld geen sprake is van andere klemmende redenen van humanitaire aard. De Vreemdelingencirculaire 2000 zal op dat punt worden aangepast. Maatregel 28: Vrouwen met een afhankelijke verblijfsvergunning, die in opvanghuizen zijn opgenomen vanwege mishandeling door hun partner, kunnen aanspraak maken op een huisvestingsvergunning. pagina 30 van de nota; TK-versie pagina 27 Eerder is ervoor gekozen om bedoelde groep vrouwen voor een huisvestingsvergunning in aanmerking te laten komen via een uitbreiding van de Huisvestingswet met de in de motie- Albayrak (TK , , nr 2) bedoelde categorie vreemdelingen. Deze wijziging is meegenomen in de tweede novelle Huisvestingswet, welke een doorwerking van het ruimtelijk beleid behelst. Daarnaast is het huisvestingsbesluit aangepast in die zin dat allochtone én autochtone vrouwen die vanwege mishandeling door hun partner in een opvanghuis verblijven, voorrang krijgen als woningzoekenden. De huisvestingswet en het huisvestingsbesluit worden in het kader van de herijking van de Vrom-regelgeving heroverwogen. Dit zou kunnen betekenen dat geen uitvoering wordt gegeven aan de motie Albayrak in de vorm zoals dat tot nog toe de bedoeling was. Behandeling van plegers Maatregel 29: Het aanbod op het terrein van daderbehandeling wordt in kaart gebracht. pagina 31 van de nota; TK-versie pagina 28 Maatregel 30: Door het Verwey-Jonker instituut en door TransAct zijn inventarisaties gemaakt van samenwerkingsverbanden huiselijk geweld en projecten vrijwillige plegerhulpverlening. Daarnaast heeft het Verwey-Jonker instituut met subsidie van VWS een studie Hulpverlenen aan het gezin, een literatuurstudie naar de systeemgerichte benadering in geval van huiselijk geweld, februari 2003, afgerond. Dit onderzoek behelst een studie naar good practices in Nederland en in het buitenland, waarvan evaluatie bestaat. Het gaat hierbij om de methodische elementen en randvoorwaarden die noodzakelijk zijn om te komen tot een effectieve systeemgerichte, dat wil zeggen gezinsgerichte, aanpak van huiselijk geweld. Onderdeel is een studie naar meetinstrumenten die zowel nationaal als internationaal gehanteerd worden om de effecten en resultaten van de behandeling bij huiselijk geweld te onderzoeken. Deze literatuurstudie is onder meer bedoeld als voorstudie voor het onderzoek naar en de evaluatie van de resultaten op korte en langere termijn van de methodiek De Aanpak. Deze methodiek is in de periode in de Zwolse-regio ontwikkeld door TransAct in samenwerking met de vrouwenopvang en is in 2003 overgenomen in drie andere pilots: Den Bosch, Amsterdam en Twente. In deze pilots participeren o.a. de vrouwenopvang, de GGZ, de Fiom en/of het Algemeen Maatschappelijk Werk. TransAct coördineert de pilots. Maatregel 30: Nagegaan wordt hoe de inzet van de GGZ bij huiselijk geweld kan worden vergroot pagina 32 van de nota; TK-versie pagina 29 Instellingen voor geestelijke gezondheidszorg participeren in lokale en regionale samenwerkingsverbanden huiselijk geweld. Daarnaast richt TransAct zich met de activiteiten gericht op de kwaliteitsverbetering van hulpverlening na seksueel en huiselijk geweld onder meer op instellingen voor GGZ. De uitkomsten van het door de Rutgers Nisso Groep gehouden onderzoek Hulp aan slachtoffers van seksueel geweld (maart 2003) worden met de sector besproken. De gebruikte methodieken voor plegertherapie in forensische poliklinieken worden geëvalueerd. pagina 32 van de nota; TK-versie pagina 29 In 2003 is de oprichting van een expertisecentrum forensische psychiatrie (EFP) in voorbereiding. De ministeries van Justitie, VWS en het veld zijn daarbij betrokken. VWS zal

18 18 het EFP verzoeken de evaluatie van plegertherapie in de forensische poliklinieken in de programmering voor het jaar 2004 op te nemen. Maatregel 31: De minister van VWS stelt extra middelen ter beschikking voor de daderbehandeling. pagina 32 van de nota; TK-versie pagina 29 Voor 2003 is voor de forensische psychiatrie in een extra structurele groei voorzien van 5,5 mln. Daarmee is het totale budget sinds 2000 structureel gestegen met 25,8 mln. Met deze extra middelen is de behandelcapaciteit toegenomen. Met deze algemene uitbreiding kan ook de behandeling van plegers van huiselijk geweld toenemen. Aan GGZ-instellingen is overigens per 1 januari 2003 de mogelijkheid geboden om alle verzekeringsaanspraken te honoreren.. Dit betekent dat de GGZ de benodigde extra zorg kan geven om wachttijden tot een aanvaardbaar niveau terug te dringen. Maatregel 32: Maatregel 33: Er wordt een methode ontwikkeld voor behandeling van agressieregulatiestoornissen bij gedetineerden. pagina 33 van de nota; TK-versie pagina 30 Om op termijn een op individuele gedragsverandering gericht aanbod te kunnen doen, verricht het ministerie van Justitie onderzoek naar de aard van de behoefte aan verandering bij gedetineerden (welk gedrag willen zij zelf veranderen), het aanbod (welke effectieve behandelingen zijn beschikbaar) en de witte vlekken (welke behandelmethoden moeten ontwikkeld worden). Als een behandeling nog niet beschikbaar is, zal de ontwikkeling ervan worden meegenomen in het traject behandeling in detentie Op diverse plaatsen in het Gevangeniswezen is een begin gemaakt met het aanbieden van (pre)behandeling van gedetineerden met agressieregulatiestoornissen. Ook plegers van huiselijk geweld kunnen van deze mogelijkheden gebruik maken. Deze (pre)behandeling wordt uitgevoerd door therapeuten van forensische poliklinieken. Ten behoeve van behandeling in detentie worden screenings- en indicatie-instrumenten ontwikkeld. pagina 33 van de nota; TK-versie pagina 30 De ontwikkeling van screenings- en indicatiestellingsinstrumenten (n.a.v. motie TK , VI, nr 38) vindt momenteel plaats in het kader van het programma Terugdringen recidive. Leidend bij de keuze van interventies (waaronder behandeling) is de onderliggende problematiek van gedetineerden. Daarbij is de term criminogene factor relevant. Het lijden aan een psychische stoornis kan zo n criminogene factor zijn. Strafrechtelijke aanpak Maatregel 34: Het strafmaximum voor eenvoudige mishandeling wordt verhoogd. pagina 33/34 van de nota; TK-versie pagina 30/31 Een wetsvoorstel waarin wordt voorgesteld het strafmaximum voor eenvoudige mishandeling (art. 300 lid 1 Sr) te verhogen van twee naar drie jaren, is op 22 juli 2002 ingediend bij de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2001/02, , nrs. 1-3). Met het voorstel wordt uitgedrukt dat in onze samenleving in het algemeen zwaarder aan geweld wordt getild, of het nu gaat om geweld in het publieke domein, geweld tegen werknemers in de (semi-)publieke ruimte, zoals treinconducteurs, of om huiselijk geweld. In de sfeer van het huiselijk geweld brengt de voorgestelde verhoging mee dat in combinatie met de strafverzwaringsgronden van artikel 304 Sr (mishandeling echtgenoot/echtgenote/partner/levensgezel (zie hierna), moeder, vader, kind ), aanhouding buiten heterdaad, inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis mogelijk worden. Op 23 december 2002 heeft de vaste commissie voor Justitie verslag over het wetsvoorstel uitgebracht en op 18 april 2003 heeft de Kamer de nota naar aanleiding van het verslag ontvangen. Op 14 mei 2003 heeft de vaste commissie voor Justitie besloten dat het wetsvoorstel gereed is voor mondelinge behandeling. Bij Nota van wijziging van 5 november 2002 is het hiervoor genoemde wetsvoorstel aangevuld met onder meer het voorstel om artikel 304 Sr, dat de strafverzwaringsgronden bij mishandeling bevat, aan te vullen met het begrip levensgezel. Deze aanpassing onderstreept ook voor andere samenlevingsvormen dan het huwelijk en het geregistreerde partnerschap dat

19 19 mishandeling tussen personen die een nauwe persoonlijke betrekking onderhouden, extra strafwaardig is (vgl. Kamerstukken II 2002/03, , nr. 5, p. 5). Maatregel 35: De verjaringstermijn voor geweldsdelicten tegen minderjarigen is betrekkelijk kort. De praktijkervaringen met de huidige verjaringstermijn worden in kaart gebracht. pagina 34 van de nota; TK-versie pagina 31 Aan TransAct en het Clara Wichmann Instituut is gevraagd of zij in het kader van hun reguliere werkzaamheden en netwerk voldoende informatie kunnen vergaren om op grond daarvan te kunnen bepalen of er in de praktijk daadwerkelijk behoefte bestaat aan wijziging van het verjaringsregime ten gunste van jeugdige slachtoffers van mishandeling. De reacties van beide instellingen worden thans bestudeerd. Overigens is momenteel wetgeving in voorbereiding waarbij de verjaringstermijn voor delicten waarop een gevangenisstraf van meer dan 10 jaar is gesteld (bijvoorbeeld zware mishandeling met voorbedachten rade of opzettelijke zware mishandeling van een kind door zijn ouder) wordt verhoogd van 15 jaar tot 20 jaar.

20 Bewustwording en kennis Inleiding Voor een effectieve aanpak van huiselijk geweld is het van belang dat iedereen zijn of haar verantwoordelijkheid neemt, niet alleen overheden en instellingen maar ook individuele beroepsbeoefenaren en individuele burgers, die bij huiselijk geweld betrokken kunnen zijn zoals slachtoffers en omstanders. De nota Privé Geweld Publieke Zaak bevat daarom een aantal maatregelen die gericht zijn op bevordering van deskundigheid in verschillende sectoren en op bewustwording van het brede publiek. Overheden en beroepsbeoefenaren zouden, aldus de nota, eensluidend de boodschap moeten uitdragen dat geweld ook in de privé sfeer onder geen enkele omstandigheid wordt geaccepteerd en dat voor huiselijk geweld geen enkel excuus kan worden aangehaald. Deskundigheidsbevordering politie Maatregel 36: Het thema huiselijk geweld zal deel uitmaken van opleidingen en bijscholingen van politiemedewerkers. pagina 38 van de nota; TK-versie pagina 34 Maatregel 37: Het thema huiselijk geweld maakt inmiddels deel uit van de opleidingen tot politiemedewerker en all-round politiemedewerker die door het opleidingsinstituut LSOP worden verzorgd. Het thema is als apart onderwerp opgenomen binnen de kernopgave geweld. Voor de politiefunctionarissen die reeds in functie zijn, heeft het LSOP inmiddels ten behoeve van het contractonderwijs een aparte cursus huiselijk geweld ontwikkeld. Deze wordt nu aan de verschillende politieregio s aangeboden. Zeven politieregio s zijn inmiddels gestart met het opleiden van het politiepersoneel. Naast 1-daagse opleidingstrajecten zijn inmiddels ook zgn cross-trainingen gegeven aan medewerkers die zijn belast met wijkveiligheid. Deze trainingen worden integraal gevolgd door politie en relevante externe partners (bijv. hulpverlening en openbaar ministerie) die samenwerken bij de aanpak van huiselijk geweld. De Raad van Hoofdcommissarissen brengt bij de politieregio s ingezette trainingen, protocollen en good practices voor de aanpak van huiselijk geweld in kaart pagina 38 van de nota; TK-versie pagina 34 In het kader van het landelijk project huiselijk geweld van de Raad van Hoofdcommissarissen (zie inleiding) is een quick scan uitgevoerd bij alle politieregio s. Hierbij zijn verschillende uitvoeringsaspecten bij de aanpak van huiselijk geweld in kaart gebracht. Momenteel wordt gewerkt aan de analyse van de verzamelde informatie. Daarnaast start dit najaar een projectgroep deskundigheidsbevordering en kennisontwikkeling onder de vlag van de stuurgroep van het landelijk project huiselijk geweld binnen de politie-organisatie. Het is de bedoeling te komen tot een gecertificeerd aanbod van trainingen op het gebied van huiselijk geweld. Ten aanzien van de kennisontwikkeling zullen er gedurende de projectperiode workshops en deskundigennetwerken worden opgezet. Daarbij zal het Politiekennisnet (PKN) een belangrijke rol spelen. Deskundigheidsbevordering zittende en staande magistratuur Maatregel 38: De Stichting Studiecentrum Rechtspleging (SSR) organiseert voor OM en ZM een conferentie huiselijk geweld. pagina 39 van de nota; TK-versie pagina 34 Op 22 mei 2002 vond in Ede de breed-opgezette SSR-conferentie plaats. Er namen ongeveer 150 rechters, officieren van justitie, advocaten, politiefunctionarissen en hulpverleners aan deel. Op 3 juni 2003 organiseerde de SSR een startconferentie in Zutphen met het doel medewerkers van justitie (officieren van Justitie portefeuillehouders huiselijk geweld, parketsecretarissen en sectorvoorzitters van strafkamers op rechtbanken), portefeuillehouders huiselijk geweld bij de politie en beleidsmedewerkers reclassering inzicht te geven in goed lopende projecten inzake huiselijk geweld, geldende protocollen en succes- en faalfactoren bij dergelijke projecten. Met dat inzicht kunnen cursisten beleidsontwikkeling binnen hun eigen werkgebied beter ter hand nemen.

Huiselijk geweld. Februari 2005 / F&A Deze factsheet geeft informatie over de aanpak van privé geweld.

Huiselijk geweld. Februari 2005 / F&A Deze factsheet geeft informatie over de aanpak van privé geweld. Huiselijk geweld Februari 2005 / F&A 5697 Deze factsheet geeft informatie over de aanpak van privé geweld. Definitie Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Schedeldoekshaven

Nadere informatie

Aanpak huiselijk geweld centrumgemeentegebied Amersfoort

Aanpak huiselijk geweld centrumgemeentegebied Amersfoort Aanpak huiselijk geweld centrumgemeentegebied Amersfoort De bestrijding van huiselijk geweld is een van de taken van gemeenten op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO, nu nog prestatieveld

Nadere informatie

Convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld Den Haag

Convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld Den Haag Convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld Den Haag Ondergetekenden - (naam + functie), namens Gemeente Den Haag -, namens Regiopolitie Haaglanden, -, namens Algemeen Maatschappelijk Werk Den Haag, bestaande

Nadere informatie

2010D02442. Lijst van vragen totaal

2010D02442. Lijst van vragen totaal 2010D02442 Lijst van vragen totaal 1 In hoeverre heeft de staatssecretaris jongerenorganisaties betrokken bij de totstandkoming en uitvoering van haar beleid? 2 Welke verband ligt er tussen de brief over

Nadere informatie

Resultaten van het IND-dossieronderzoek

Resultaten van het IND-dossieronderzoek Bijlage 1. Resultaten van het IND-dossieronderzoek 1. Inleiding In de kabinetsnota Privé geweld-publieke zaak, die de Minister van Justitie op 12 april 2002 naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, is aandacht

Nadere informatie

Sociale omgeving. 1. Kindermishandeling

Sociale omgeving. 1. Kindermishandeling 1. Kindermishandeling Kindermishandeling is 'elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte

Nadere informatie

Directe Hulp bij Huiselijk. U staat er niet alleen voor!

Directe Hulp bij Huiselijk. U staat er niet alleen voor! Directe Hulp bij Huiselijk Geweld U staat er niet alleen voor! U krijgt hulp Wat nu? U bent in contact geweest met de politie of u heeft zelf om hulp gevraagd. Daarom krijgt u nu Directe Hulp bij Huiselijk

Nadere informatie

VRAGEN NR Haarlem, 6 december Onderwerp: Vragen van P.J. Bruystens (ONH-VSP)

VRAGEN NR Haarlem, 6 december Onderwerp: Vragen van P.J. Bruystens (ONH-VSP) VRAGEN NR. 115 Haarlem, 6 december 2005 Onderwerp: Vragen van P.J. Bruystens (ONH-VSP) De voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland deelt u overeenkomstig het bepaalde in artikel 45 van het Reglement

Nadere informatie

SIGNS OF SAFETY EN DE MELDCODE KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD

SIGNS OF SAFETY EN DE MELDCODE KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD pagina 1 pagina 2 SIGNS OF SAFETY EN DE MELDCODE KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD pagina 3 Problematiek pagina 4 Omvang van de problematiek 45% van de Nederlandse bevolking ooit/vaker slachtoffer

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 22 juni 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 22 juni 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Informatie vooraf Als huisarts, leerkracht, verpleegkundige, kinderopvang begeleider, hulpverlener, zelfstandige beroepsbeoefenaar, kun je te maken krijgen

Nadere informatie

Datum 1 april 2019 Betreft Kamervragen over kindermishandeling (ingezonden 5 februari 2019)

Datum 1 april 2019 Betreft Kamervragen over kindermishandeling (ingezonden 5 februari 2019) >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 20018 2500 EA DEN HAAG Voortgezet Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 januari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 januari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling Geleding Besproken Besluitvorming Directeuren en GMR Jan-mrt 2011 April 2011 Directeuren en GMR Evaluatie mei 2012 Directeuren Evaluatie en update MO 5-3-2013 DB 26 maart 2013 Directeuren Evaluatie DB

Nadere informatie

Rotterdamse Meldcode. huiselijk geweld en kindermishandeling

Rotterdamse Meldcode. huiselijk geweld en kindermishandeling Rotterdamse Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 2 Waarom een meldcode? De Rotterdamse Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is een stappenplan voor professionals en instellingen bij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 28 684 Naar een veiliger samenleving Nr. 367 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Nadere informatie

> Retouradres Postbus EJ Den Haag. De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

> Retouradres Postbus EJ Den Haag. De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Feiten & Achtergronden. Huiselijk geweld. April 2007/F&A 7697

Feiten & Achtergronden. Huiselijk geweld. April 2007/F&A 7697 Huiselijk geweld April 2007/F&A 7697 Ministerie van Justitie Directie Voorlichting Schedeldoekshaven 100 Postbus 20301 2500 EH Den Haag T 070 370 68 50 F 070 370 75 94 E voorlichting@minjus.nl http://www.justitie.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 31 015 Kindermishandeling Nr. 82 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, Atlas College, versie maart 2014

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, Atlas College, versie maart 2014 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, Atlas College, versie maart 2014 Het College van Bestuur van het Atlas College Overwegende - dat het Atlas College verantwoordelijk is voor een goede kwaliteit

Nadere informatie

Meldcode bij signalen van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling SWOM

Meldcode bij signalen van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling SWOM Meldcode bij signalen van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling SWOM Inhoud Inleiding...2 Stappenplan bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling, toe te passen door de medewerkers van SWOM....4

Nadere informatie

Nieuwsbrief. Landelijk Implementatieteam Wet Tijdelijk Huisverbod. Inhoud

Nieuwsbrief. Landelijk Implementatieteam Wet Tijdelijk Huisverbod. Inhoud Nieuwsbrief Landelijk Implementatieteam Wet Tijdelijk Huisverbod Inhoud Waarom een landelijk implementatieteam 3 Samenstelling en rol implementatieteam 4 Voorlichting, opleiding en training 4 Instrumenten

Nadere informatie

Themaconferentie kwetsbare ouderen Richtlijn ouderenmishandeling

Themaconferentie kwetsbare ouderen Richtlijn ouderenmishandeling Themaconferentie kwetsbare ouderen Richtlijn ouderenmishandeling 23-06-2016 Topzorg voor ouderen Mw. M.E. van Houten, klinisch geriater Introductie Het begrip ouderenmishandeling is breed en kent vele

Nadere informatie

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling, naar voorbeeld van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling, naar voorbeeld van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling, naar voorbeeld van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Het bevoegd gezag van Van Vooren Coaching & Training Overwegende

Nadere informatie

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en Het bevoegd gezag van het OPDC Utrecht Overwegende dat het OPDC Utrechts verantwoordelijk is voor een goede kwaliteit van de dienstverlening aan zijn leerlingen

Nadere informatie

Basisschool de Bukehof, Oudenbosch

Basisschool de Bukehof, Oudenbosch Basisschool de Bukehof, Oudenbosch 2015-2016 0 Het bevoegd gezag van basisschool de Bukehof Overwegende dat de school verantwoordelijk is voor een goede kwaliteit van de dienstverlening aan haar leerlingen

Nadere informatie

Annet Kramer Inzet van het strafrecht bij kindermishandeling

Annet Kramer Inzet van het strafrecht bij kindermishandeling Annet Kramer Inzet van het strafrecht bij kindermishandeling Debat Kiezen voor kinderen 26 september 2013 De Balie wie ben ik en waarom sta ik hier? Annet Kramer Landelijk parket, cluster kinderporno en

Nadere informatie

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling Doel Alertheid bij alle medewerkers van de HOED op signalen van kindermishandeling en (huiselijk) geweld. Tevens mogelijkheid tot effectief reageren op deze

Nadere informatie

Datum 13 oktober 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'Aantal vechtscheidingen groeit explosief'

Datum 13 oktober 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'Aantal vechtscheidingen groeit explosief' 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Meldcode Intelecto huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode Intelecto huiselijk geweld en kindermishandeling Intelecto www.intelecto.nl contact@intelecto.nl +31 (0)6 55 06 51 04 KVK:65296664 Meldcode Intelecto huiselijk geweld en Stappenplan voor het handelen bij signalen van huiselijk geweld en Meldcode Intelecto

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Protocol Huiselijk geweld en Kindermishandeling

Protocol Huiselijk geweld en Kindermishandeling Protocol Huiselijk geweld en Kindermishandeling Onderstaand protocol is opgesteld in verband met de wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling die met ingang van 1 juli 2013 van kracht is geworden.

Nadere informatie

SOVOR. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

SOVOR. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling SOVOR Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Maart 2014 1 Inleiding Het bevoegd gezag van de Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Roosendaal (SOVOR) overwegende dat a. SOVOR verantwoordelijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 158 Vragen van het lid

Nadere informatie

dat MENS De Bilt in deze code ook vastlegt op welke wijze zij de beroepskrachten en vrijwilligers bij deze stappen ondersteunt;

dat MENS De Bilt in deze code ook vastlegt op welke wijze zij de beroepskrachten en vrijwilligers bij deze stappen ondersteunt; Inleiding Een Meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling helpt professionals goed te reageren bij signalen van dit soort geweld. Sinds 1 juli 2013 zijn beroepskrachten verplicht zo'n Meldcode

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Uw kenmerk 2019Z09989 Betreft Beantwoording Kamervragen

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling SNRC

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling SNRC Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling SNRC Het bevoegd gezag van de Stichting het Nationaal Register van Chiropractoren (SNRC) Overwegende dat Register Chiropractoren verantwoordelijk zijn voor

Nadere informatie

Meldcode Cibap vakschool & ontwerpfabriek

Meldcode Cibap vakschool & ontwerpfabriek Cibap vakschool & ontwerpfabriek dt-18-278 Stappenplan verbeterde meldcode 1 Voorwoord Voor u ligt de meldcode van Cibap vakschool voor verbeelding. Aanleiding is dat uit onderzoek is gebleken dat veel

Nadere informatie

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gastvrij. Het Stappenplan

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gastvrij. Het Stappenplan Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gastvrij. Het Stappenplan Dit document bevat samenvattende informatie over de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. De volledige Meldcode huiselijk

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld. en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld. en kindermishandeling Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Rotterdam-Rijnmond en kindermishandeling 2 Waarom een meldcode De Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Rotterdam- Rijnmond is een stappenplan

Nadere informatie

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling Opgesteld door Rhea Mommers en Marrig van de Velde, 10 maart 2016 Het bevoegd gezag van: Educonsult Zeeland Overwegende dat Educonsult Zeeland

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Meldcode huiselijk Datum: 14 april 2011 Status: Definitief Versie: 1.0 Meldcode huiselijk Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Meldcode... 4 2. Stappenplan bij signalen van huiselijk... 6 Stap 1: In kaart

Nadere informatie

Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Hoogeveen meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Hoogeveen meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Hoogeveen meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voorlopig vastgesteld door directeur-bestuurder 9 februari 2012 instemming PGMR 8 maart 2012 definitief

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Datum vaststelling : 12-11-2007 Eigenaar : Beleidsmedewerker Vastgesteld door : MT Datum aanpassingen aan : 20-01-2015 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Doel meldcode Begeleiders een stappenplan

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 604 Integraal Veiligheidsprogramma Nr. 8 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING Het bevoegd gezag van Logopedie en Stottertherapie praktijk Elst-Nijmegen Overwegende dat A van Eupen als praktijkhoudster verantwoordelijk is voor een goede

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2551 XP Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340 78

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Rechtshandhaving

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Het College van Bestuur van de Marnix Academie, Overwegende dat de Marnix Academie verantwoordelijk is voor een goede kwaliteit van de dienstverlening aan

Nadere informatie

Convenant ten behoeve van de werkafspraken Huiselijk Geweld Midden en West Brabant

Convenant ten behoeve van de werkafspraken Huiselijk Geweld Midden en West Brabant Convenant ten behoeve van de werkafspraken Huiselijk Geweld Midden en West Brabant Partijen: Politie Midden en West Brabant vertegenwoordigd door mevrouw W. Nijssen Instituut Maatschappelijk Werk Tilburg

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling HZ. Gelet op het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling HZ. Gelet op het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling; Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling HZ Het college van bestuur van de Stichting HZ University of Applied Sciences; Gelet op het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;

Nadere informatie

Ouderenmishandeling De rol van de gemeente

Ouderenmishandeling De rol van de gemeente Ouderenmishandeling De rol van de gemeente 11/21/2013 Congres huiselijk geweld 18 november 2013 Programma: Opening Inleiding landelijke aanpak ouderenmishandeling; de meldcode De rol van de gemeente: s-hertogenbosch

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 januari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 januari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

MELDCODE HUISELIJK GEWELD

MELDCODE HUISELIJK GEWELD MELDCODE HUISELIJK GEWELD status Definitief 11 februari 2014 pagina 1 van 7 Het bevoegd gezag van SPO de Liemers; overwegende dat SPO De Liemers verantwoordelijk is voor een goede kwaliteit van de dienstverlening

Nadere informatie

MELDCODE HUISHOUDELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

MELDCODE HUISHOUDELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING MELDCODE HUISHOUDELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING Inhoud Inhoud... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Voorwoord... 2 Enkele begrippen... 3 Stappenplan bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling...

Nadere informatie

Een Aanpak Seksueel Geweld voor elke regio!

Een Aanpak Seksueel Geweld voor elke regio! Een Aanpak Seksueel Geweld voor elke regio! Door Suzanne Kok (Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen), Amy Mante-Adu (Rutgers) en Maaike van de Graaf (Gemeente Rotterdam) Dag

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Advies 7 april 2010 1 2 Inhoudsopgave Samenvatting 5 Aanbevelingen 7 Aanleiding en context voor dit advies 9 Algemeen 11 Opmerkingen bij tekst en opzet van

Nadere informatie

Huiselijk geweld in Limburg

Huiselijk geweld in Limburg Huiselijk geweld in Limburg De Limburgse Gezondheidsenquête Inleiding In het kader van het landelijke pilot-project Vrouwenveiligheidsindex (VVI) hebben de gezamenlijke Limburgse GGD en een extra rapportage

Nadere informatie

Voorstel. Uitgangspunten regiovisie. De regiovisie gaat uit van de volgende uitgangspunten:

Voorstel. Uitgangspunten regiovisie. De regiovisie gaat uit van de volgende uitgangspunten: Voorstel Cluster : samenleving Nummer : 5 Portefeuillehouder : Linda van der Deen Datum vergadering : 20 april 2015 Onderwerp : Regiovisie huiselijk geweld en kindermishandeling Inleiding Als gevolg van

Nadere informatie

stelt de volgende Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, uitgewerkt in een stappenplan en geldend voor alle agogische medewerkers, vast:

stelt de volgende Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, uitgewerkt in een stappenplan en geldend voor alle agogische medewerkers, vast: Het bevoegd gezag van Stichting Welzijnswerk Hoogeveen, overwegende, - dat Stichting Welzijnswerk Hoogeveen verantwoordelijk is voor een goede kwaliteit van de dienstverlening aan zijn cliënten en dat

Nadere informatie

DIRECT, DICHTBIJ EN DOELTREFFEND

DIRECT, DICHTBIJ EN DOELTREFFEND DIRECT, DICHTBIJ EN DOELTREFFEND Een no-nonsense benadering vormgegeven door gedreven en erkende professionals DIRECT, DICHTBIJ EN DOELTREFFEND Hoofdlocatie: Oostwaarts 5 E,2711 BA Zoetermeer Telefoonnummer:

Nadere informatie

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling Het bevoegd gezag van Virenze 1 Overwegende dat de Virenze verantwoordelijk is voor een goede kwaliteit van de dienstverlening aan zijn

Nadere informatie

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis Informatie voor professionals die werken volgens de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 1. In welke stap van de meldcode neem ik contact op met Veilig

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 25 januari 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 25 januari 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling Zorg en Welzijn Nederland B.V. staat garant voor integer en respectvol handelen. Dit geld voor cliënten als mede ook voor onze begeleiders. Derhalve worden

Nadere informatie

Plan van aanpak naar aanleiding van het Rapport. De kwaliteit van Stichting Veilig Thuis Noord Oost Gelderland Stap 2

Plan van aanpak naar aanleiding van het Rapport. De kwaliteit van Stichting Veilig Thuis Noord Oost Gelderland Stap 2 Plan van aanpak naar aanleiding van het Rapport De kwaliteit van Stichting Veilig Thuis Noord Oost Gelderland Stap 2 Door de inspectie Jeugdzorg en de Gezondheidszorg. Apeldoorn 26 april 2017 1 Aanleiding

Nadere informatie

SAMENVATTING. Inleiding

SAMENVATTING. Inleiding SAMENVATTING Inleiding De Wet tijdelijk huisverbod (Wth) is op 1 januari 2009 in werking getreden. Met een huisverbod kan een (potentiële) pleger van huiselijk geweld tien dagen uit huis worden geplaatst.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 24 170 Gehandicaptenbeleid Nr. 128 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling Het bevoegd gezag van de Adriaan Roland Holstschool Overwegende dat de Adriaan Roland Holstschool verantwoordelijk is voor een goede kwaliteit

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 0900 1 26 26 26 5 cent per minuut

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 0900 1 26 26 26 5 cent per minuut Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Informatie voor professionals 0900 1 26 26 26 5 cent per minuut Signaleren en samen aanpakken Wat is huiselijk geweld en wat is kindermishandeling? Verplicht

Nadere informatie

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling 2014000336 Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling Het College van Bestuur van Saxion Hogeschool Overwegende: dat het College van Bestuur verantwoordelijk is voor een goede kwaliteit

Nadere informatie

Het College van Bestuur van Hogeschool ipabo,

Het College van Bestuur van Hogeschool ipabo, Het College van Bestuur van Hogeschool ipabo, Gelet op het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling; Gelet op het bepaalde in art. 1.21 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk

Nadere informatie

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar Hans Lomans Bestuurder BJzG 8 april 2011 2 U vindt ons Overal in Gelderland In alle regio s Zorg-en Adviesteams Centra voor Jeugd en Gezin Veiligheidshuizen

Nadere informatie

MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING Het bevoegd gezag van De Stichting Voortgezet Onderwijs Parkstad Limburg (SVO PL) en het Beroepscollege Parkstad Limburg (BcPL) Overwegende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 606 Emancipatiebeleid 1998 Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID EN VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Onderwerp: Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

Onderwerp: Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Onderwerp: Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Het bevoegd gezag van De, overwegende dat verantwoordelijk is voor een goede kwaliteit van onderwijsdienstverlening aan zijn leerlingen en dat

Nadere informatie

Convenant Huiselijk Geweld Integrale Aanpak Geweld in Huis Zuid-Holland Noord Leiden, 25 november 2004. Inleiding

Convenant Huiselijk Geweld Integrale Aanpak Geweld in Huis Zuid-Holland Noord Leiden, 25 november 2004. Inleiding Convenant Huiselijk Geweld Integrale Aanpak Geweld in Huis Zuid-Holland Noord Leiden, 25 november 2004 Versie 24 november 2005 Convenant Huiselijk Geweld Integrale Aanpak Geweld in Huis Zuid-Holland Noord

Nadere informatie

Datum 27 november 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht kansloze aangiftes bij mensenhandel

Datum 27 november 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht kansloze aangiftes bij mensenhandel 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling Reusel, 16 oktober 2018 Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling Het bevoegd gezag van basisschool de Leilinde overwegende dat basisschool de Leilinde verantwoordelijk is voor een

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag. 22 december 2017 Kamervragen 2017Z16598 en 2017Z16451

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag. 22 december 2017 Kamervragen 2017Z16598 en 2017Z16451 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500EA Den Haag www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Kenmerk Uw kenmerk Betreft 22 december 2017 Kamervragen

Nadere informatie

28638 Mensenhandel. Brief van de minister van Veiligheid en Justitie. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

28638 Mensenhandel. Brief van de minister van Veiligheid en Justitie. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 28638 Mensenhandel Nr. 143 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 25 april 2016 Op 14 april heeft de Nationaal Rapporteur Mensenhandel

Nadere informatie

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg Invoering van de meldcode in de jeugdzorg Inspectie Jeugdzorg Utrecht, april 2013 Samenvatting Eind december 2012 heeft de Inspectie Jeugdzorg via een digitale vragenlijst een inventariserend onderzoek

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Datum 27 november 2018 Betreft Reactie Slachtoffermonitor seksueel geweld tegen kinderen 2016

Datum 27 november 2018 Betreft Reactie Slachtoffermonitor seksueel geweld tegen kinderen 2016 > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 28 345 Aanpak huiselijk geweld Nr. 72 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, DE MINISTER VOOR JEUGD EN GEZIN, EN

Nadere informatie

Meldcode Huiselijk geweld en ouderenmishandeling

Meldcode Huiselijk geweld en ouderenmishandeling Het bevoegd gezag van TZM legt de volgende afspraken vast rondom signalering en eventuele rapportage bij huiselijk geweld en ouderenmishandeling: Overwegende - Dat TZM verantwoordelijk is voor een goede

Nadere informatie

IV.Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

IV.Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling IV.Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling Het bevoegd gezag van Stichting sociale teams Borger-Odoorn Overwegende dat Stichting sociale teams Borger-Odoorn verantwoordelijk is

Nadere informatie

MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING Het bevoegd gezag van Stichting Tangent Overwegende dat Stichting Tangent verantwoordelijk is voor een goede kwaliteit van de dienstverlening

Nadere informatie

privé geweld - publieke zaak Een nota over de gezamenlijke aanpak van huiselijk geweld

privé geweld - publieke zaak Een nota over de gezamenlijke aanpak van huiselijk geweld privé geweld - publieke zaak Een nota over de gezamenlijke aanpak van huiselijk geweld Inhoud 1. Privé geweld, publieke zaak 5 1.1. Aanleiding: praktijk en parlement 6 1.2. Huiselijk geweld: een maatschappelijk

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 10 maart 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 10 maart 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Veilig Thuis. 1Gelderland Noord & Midden

Veilig Thuis. 1Gelderland Noord & Midden Veilig Thuis advies en meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Werkconferenties in de zes regio s 1 Programma Werkconferentie Presentatie, wat brengt Veilig Thuis, Regionale werktafels met opdrachten

Nadere informatie

Het bevoegd gezag van de stichting Onderwijsgroep Amersfoort Overwegende

Het bevoegd gezag van de stichting Onderwijsgroep Amersfoort Overwegende MELDCODE STICHTING ONDERWIJ SGROEP AMERS FOORT HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING De Onderwijsgroep hanteert de basis meldcode die daar waar nodig en mogelijk is toegeschreven op (de scholen van) de

Nadere informatie

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling Het bevoegd gezag van Avila coaching Overwegende dat Avila coaching verantwoordelijk is voor een goede kwaliteit van de dienstverlening

Nadere informatie

Advie zen en Meldingen over Kindermishandeling in 2003

Advie zen en Meldingen over Kindermishandeling in 2003 Advie zen en Meldingen over Kindermishandeling in 23 Registratiegegevens van de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling Iedereen die zich zorgen maakt over een kind in zijn of haar omgeving kan contact

Nadere informatie

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en Kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en Kindermishandeling Egelantierstraat 117, 1214 EC Hilversum, tel. 035-6218791, www.mallemolen.nl Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en Kindermishandeling September 2013 Peuterspeelzaal de Mallemolen 1 Het bevoegd

Nadere informatie

MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING Stappenplan voor het handelen bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling Het bevoegd gezag van cbs Eben Haezer te Menaam, Overwegende

Nadere informatie

[MELDCODE HG/KM MINTERS] december 2016

[MELDCODE HG/KM MINTERS] december 2016 2016 december 2016 [MELDCODE HG/KM MINTERS] [Voor een zorgvuldige afhandeling van (signalen van) vermoedens van Huiselijk geweld en Kindermishandeling heeft Minters een interne Meldcode opgesteld ] 1.

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Aan de raad van de gemeente Lingewaard

Aan de raad van de gemeente Lingewaard 11 Aan de raad van de gemeente Lingewaard *14RDS00129* 14RDS00129 Onderwerp Regiovisie - aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling 2015-2019 regio Arnhem & Achterhoek 1 Samenvatting Met dit voorstel

Nadere informatie