van Vlaamse overheid

Transcriptie

1 DRAAIBOEK Opleidingscentra voor het uitreiken vann het certificaat van bekwaamheid en bijscholingg inzake: : - vloeibare brandstof - gasvormige brandstof - verwarmingsaudit - controle en het onderhoud van v stookolietanks versie: 27 maart 2015 Vlaamse overheid DEPARTEMENT LEEFMILIEU, NATUUR & ENERGIE Afdeling Milieuvergunningen Dienst Bestee Beschikbaree Technieken en Erkenningen T , F Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 Brussel

2 INHOUD 1 Inleiding Inschrijven van de cursisten De organisatie van de opleidingen en het examens Algemene richtlijnen 7 a. Het onderwijzend personeel en de examenjury... 7 b. Meedelen van opleidingen, bijscholingen en examens... 8 c. Vrijstellingen en richtwaarde van het totaal aantal te besteden lesuren... 8 d. Bewaren van nota s... 8 e. Meetapparatuur... 8 f. Verwittigen technici bijscholing... 9 g. Herkansing Volledige opleidingen Opleiding technicus vloeibare brandstof en technicus gasvormige brandstof 9 Inhoud opleidingen... 9 Examen Opleiding technicus verwarmingsaudit (>100 kw) Opleiding stookolietechnicus Bijscholingen Bijscholing gasvormige en vloeibare brandstof Bijscholing technicus verwarmingsaudit Bijscholing stookolietechnicus Aanvullende informatie 14 4 Gebruik van gestandaardiseerde documenten bij de proef Opmaak en uitreiken van het certificaat Algemeen Opleiding vloeibare en gasvormige brandstof: Opleiding verwarmingsaudit >100kW Opleiding stookolietechnicus Eigenlijke invulling van de documenten Modellen (GEWIJZIGDE MODELLEN PER 4 OKTOBER 2014) Invullen van de certificaten Toekennen erkenningsnummer In te vullen aanvangsdatum en bijscholingsdatum op het certificaat Uitreiken certificaat 26 6 DE VERPLICHTINGEN VAN DE OPLEIDINGSINSTELLING NAAR AMV INTERGEWESTELIJKE ERKENNING VAN TECHNICI: TOT SLOT: pagina 2 van 30 Draaiboek opleidingscentra erkende technici

3 1 INLEIDING Binnen het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) is het de afdeling Milieuvergunningen (AMV) die bevoegd is voor de erkenningen met betrekking tot het leefmilieu. In Vlaanderen geldt wat betreft centrale stookinstallaties het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006 betreffende het onderhoud en het nazicht van centrale stooktoestellen voor verwarming van gebouwen of voor de aanmaak van warm verbruikswater. Dit besluit (verder BVR genoemd) werd op 27 april 2007 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en trad in werking op 1 juni Het besluit verving het vroegere koninklijk besluit van 6 januari Het BVR kan u raadplegen op de website van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) via onderstaande link: Op 19 november 2010 gaf de Vlaamse Regering haar definitieve goedkeuring aan het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake erkenningen met betrekking tot het leefmilieu, kortweg VLAREL genoemd. Dit besluit werd op 1 februari 2011 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd en trad retroactief in werking op 1 januari Een gedeelte van het bovenvermeld BVR (o.a. de hoofdstukken V en VI) en bepaalde artikelen uit hoofdstuk 6.5 van titel II van het VLAREM (Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning), nl. deze m.b.t. respectievelijk de erkenning van de technicus vloeibare brandstof, gasvormige brandstof en verwarmingsaudit, en van de stookolietechnicus, naast deze m.b.t. de erkenning van hun bijhorende opleidingscentra, worden aldus per 1 januari 2011 geregeld door het VLAREL. Door de inwerkingtreding van VLAREL werden bijgevolg een aantal voorwaarden en procedures tot erkenning als technicus of opleidingsinstelling vanaf 1 januari 2011 gewijzigd. Later werden in het BVR en het VLAREL nog een aantal wijzigingen doorgevoerd m.n. op 3 mei 2013 via het VLAREL-bis en op 4 oktober 2014 via de VLAREM-trein U kan deze wijzigingen nalezen via onderstaande link : De erkenningsvoorwaarden staan vermeld in hoofdstuk 4 van VLAREL. Voor de technici zijn vooral de artikelen en 17 belangrijk, voor de opleidingscentra de artikelen en 24. De gebruikseisen staan uiteengezet in hoofdstuk 8. Hier zijn voor technici de artikelen en 40 belangrijk, voor de opleidingscentra de artikelen 33-34, 43, 43/1, 43/2 en 43/3. Om de regelgeving inzake de uitreiking van certificaten op een vlotte en reglementaire manier te laten verlopen, stelde de AMV een draaiboek samen. Dit draaiboek moet gezien worden als een stappenplan en een hulpmiddel voor de erkende opleidingsinstelling om te komen tot een uniforme en correcte uitreiking van het certificaat, beginnend bij de inschrijving van de kandidaat-technicus tot de uitreiking ervan aan de geslaagde cursist of leerling. AMV blijft de opleidingsinstellingen met raad en daad bijstaan mochten er vragen of onduidelijkheden zijn. U kan hiervoor terecht op de dienst Beste Beschikbare Technieken en Erkenningen (BBT + ERK) op het nummer (Wilfried Huybrechts) of (Patrick Plasqui) Draaiboek opleidingscentra erkende technici pagina 3 van 30

4 AMV staat verder open voor suggesties vanuit de centra die het goede verloop, de werking en de uitreiking bevorderen. AMV kan het draaiboek op basis hiervan zo nodig aanpassen. Zij zal steeds de meest geactualiseerde versie van het draaiboek verspreiden via e- mail en/of op haar website plaatsen, zodat deze voor iedereen raadpleegbaar is. Er wordt dan ook verwacht dat de opleidingscentra dit draaiboek lezen, kennen en toepassen. Artikel 34, 5, 2 de alinea van het VLAREL bepaalt immers dat de erkende persoon de bevoegde afdeling alle inlichtingen en documenten ter beschikking stelt waar ze om vraagt en zich richt naar de instructies die door de bevoegde afdeling en de toezichthouders worden gegeven. Het draaiboek is consulteerbaar via: Enkele voorbeelden van belangrijke doorgevoerde wijzigingen: De erkenning wordt sinds 1 januari 2011 verleend voor onbeperkte duur, maar de verplichte 5-jaarlijkse bijscholing voor de technicus, met het afleggen van de bijhorende proef, blijft behouden (het totale aantal te besteden lesuren uit de bijlage 1 bij het VLAREL en, in voorkomend geval, het aantal te besteden lesuren als programmaonderdeel, gelden als richtwaarden). Het vroegere attest van bekwaamheid inzake de controle en het onderhoud van stookolietanks heet voortaan certificaat van bekwaamheid inzake de controle en het onderhoud van stookolietanks. In tegenstelling tot vroeger (vóór 1 januari 2011) moet de stookolietechnicus niet langer beschikken over een geldige erkenning als technicus vloeibare brandstof om zijn erkenning als stookolietechnicus te verkrijgen (artikel van titel II van het VLAREM werd hiervoor door het VLAREL gewijzigd). Het programma van de technische opleiding stookolietechnicus werd wel aangevuld met 4 uur basiskennis brandertechniek (materie die door de stookolietechnicus moet gekend zijn bij het uitoefenen van zijn functie), maar hij hoeft niet meer de volledige leerstof van de technicus vloeibare brandstof (inclusief de verwarmingsaudit) te beheersen. Daarnaast is er het verplichte programma van minstens 3 uur m.b.t. de opleiding van de Vlaamse wetgeving en de daarin opgenomen terminologie inzake de controle en het onderhoud van stookolietanks. Voor alle cursussen welke gestart waren vóór 1 januari 2011 (bijvoorbeeld bij het begin van het schooljaar in de secundaire scholen) verloopt de procedure zoals vroeger, wat betekent dat AMV de erkenning nog zal verlenen, ongeacht de bijhorende proef al dan niet vóór 1 januari 2011 heeft plaats-gevonden. Ook voor alle nog achterstallige certificaten technicus vloeibare, brandstof, gasvormige brandstof en verwarmingsaudit, of attesten stookolie-technicus (behaald vóór 1 januari 2011) zal AMV de afwerking blijven verzorgen. De werkwijze die destijds geldig was, blijft hiervoor pagina 4 van 30 Draaiboek opleidingscentra erkende technici

5 gebruikelijk. De scholen maken het certificaat (of het attest voor de stookolietechnicus) op volgens het oude model. Zo zij dit niet meer in bezit hebben, kunnen zij dit aanvragen bij de heer Patrick Plasqui via of via het telefoonnummer Op 1 januari 2016 zullen certificaten/attesten opgemaakt vóór de inwerkingtreding van het VLAREL (01/0/1/2011) komen te vervallen (gezien hun 5-jarige looptijd) en bijgevolg ook bovenvermelde werkwijze. OPGELET: De opleidingsinstellingen die sinds 1 januari 2011 met toepassing van het VLAREL certificaten afleveren, zenden AMV nadien op elektronische wijze kopieën van alle wettelijk vereiste stukken: de certificaten, de puntenlijst, de cursistenlijst, de geldige betalingsbewijzen van de retributie. Hierbij worden de modellen gebruikt die op de LNE-website staan, terug te vinden via Deze stukken worden steeds gezonden naar volgend mailadres erkenningen@lne.vlaanderen.be, ook indien ze aan de behandelaars zouden worden verzonden. AMV zal op deze verplichtingen en het reglementaire verloop van het geheel toezien (zie ook punt 3.1.b.) Draaiboek opleidingscentra erkende technici pagina 5 van 30

6 2 INSCHRIJVEN VAN DE CURSISTEN De opleiding informeert kandidaten over de erkenningsvoorwaarden. De opleidingsinstelling vraagt de kandidaat-cursist of hij de opleiding voor de allereerste maal wil volgen (volledige cursus), dan wel of het gaat om het volgen van de bijscholing. In het laatste geval moet de kandidaat in het verleden reeds erkend geweest zijn en het bewijs hiervan voorleggen. De opleidingsinstelling schrijft de kandidaat nooit in voor de bijscholing zonder zekerheid omtrent de vroegere erkenning. Zij doet desnoods navraag bij AMV. De opleidingsinstelling registreert de volgende gegevens van de kandidaat op de cursistenlijst: - Naam en voorna(a)m(en) - Geboortedatum en plaats - Rijksregisternummer - Adres - Telefoonnummer, gsm-nummer, adres - Gegevens werkgever of zelfstandige: - naam - adres - ondernemingsnummer - telefoonnummer - adres Opgelet: De technicus is wettelijk wel verplicht om elke wijziging van zijn identificatie-gegevens onmiddellijk aan AMV door te geven, een algemene gebruikseis (artikel 34, 5 van VLAREL). Op deze manier kan AMV haar databank steeds actueel houden. Bij de eerstvolgende update van de databank door AMV komen de geactualiseerde gegevens dan online te staan, iets wat met de onlangs door AMV in gebruik genomen nieuwe databank bijna onmiddellijk zal gebeuren. pagina 6 van 30 Draaiboek opleidingscentra erkende technici

7 3 DE ORGANISATIE VAN DE OPLEIDINGEN EN HET EXAMENS 3.1 Algemene richtlijnen De erkende opleidingsinstelling organiseert de toepasselijke opleiding met opleidings-programma en tijdsduur zoals vastgelegd in de bijlage 1, hoofdstuk 3 bij het VLAREL. Het totaal aantal te besteden uren geldt bij de volledige opleiding als richtwaarde (technicus vloeibare en gasvormige brandstof) of als minimumwaarde (technicus verwarmingsaudit, stookolietechnicus en alle bijscholingen). De erkende instelling gebruikt bij de opleiding alleen de door AMV inhoudelijk goedgekeurde cursussen. De (kandidaat-)technicus richt zich naar de richtlijnen van de opleidingsinstelling en legt de bijhorende proef af in het opleidingscentrum waar hij zich inschreef. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan, mits schriftelijk akkoord van AMV, hierop een afwijking worden verleend. De opleidingsinstelling past naargelang de toepasselijke opleiding de artikelen 21 en 43 (vloeibare), 22 en 43/1 (gas), 23 en 43/2 (verwarmingsaudit >100kW) of 24 en 43/3 (stookolietanks) van VLAREL toe. a. Het onderwijzend personeel en de examenjury Elk lid van het onderwijzend personeel of van de examenjury is zelf erkend technicus, en heeft zijn erkenning behaald in een ander opleidingscentrum dan waar het lid onderricht geeft of jureert. De examenjury voldoet aan de wettelijke vereisten uit de artikelen 21, 3 (vloeibare), 22, 3 (gasvormige), 23, 4 (verwarmingsaudit > 100 kw) of 24, 3 (stookolietanks) van VLAREL: a) de jury bestaat uit minstens drie specialisten (uitzondering bij de opleiding verwarmingsaudit > 100 kw, minstens één specialist) in de onderwezen vakken en staat onder het voorzitterschap van een master of een bachelor uit een afstudeerrichting of opleiding als vermeld in bijlage 5 bij VLAREL, of een persoon met minstens tien jaar ervaring in de materie die erkend is als technicus in de materie waarvoor de jury zetelt en die actief is in het vak; b) minstens twee juryleden (uitzondering bij de opleiding verwarmingsaudit > 100 kw, minstens één jurylid) zijn zelf houder van een geldig en toepasselijk certificaat van bekwaamheid inzake de materie waarvoor de examenjury bijeenzit, behaald in een ander opleidingscentrum dan waar zij zetelen of onderricht geven; c) minstens één van de leden van de examenjury is een erkende technicus inzake de materie waarvoor de examenjury bijeenzit die extern is aan het opleidingscentrum en die actief is in de verwarmingswereld; Draaiboek opleidingscentra erkende technici pagina 7 van 30

8 De aanwezigheid van bovenvermelde personen tijdens het verloop van het examen en de deliberatie is een noodzaak om de proef reglementair te laten verlopen. De afdeling AMV kan ten allen tijde zetelen in de examenjury. b. Meedelen van opleidingen, bijscholingen en examens De opleidingsinstelling brengt de afdeling Milieuvergunningen minstens 1 maand vóór een opleiding, bijscholing of examenvan start gaat op de hoogte van de plaats en het tijdstip hiervan via het adres erkenningen@lne.vlaanderen.be. De adviesverleners kunnen ten allen tijde een opleiding, bijscholing of examen bijwonen (artikelen 43 7, 43/1 8, 43/2 7 en 43/3 7 van het VLAREL). OPGELET : Vanaf 1 januari 2015 zal de afdeling hierop nauwlettend toezien (zie ook verder). In het kader van het toezicht zullen vanuit AMV op geregelde basis opleidingen en/of examens bijgewoond worden. Indien later hieraan nog geen gevolg wordt gegeven kan dit leiden tot de gevolgen voor de erkenning van de instelling. c. Vrijstellingen en richtwaarde van het totaal aantal te besteden lesuren Bij de volledige opleiding geldt het totale aantal te besteden lesuren uit de bijlage 1 bij het VLAREL en, in voorkomend geval, het aantal te besteden lesuren als programmaonderdeel, voortaan als richtwaarde. De opleidingsinstelling draagt er zorg voor dat de (kandidaat-) cursist in de lessen voldoende aanwezig is. De opleidingsinstelling kan op basis van bijvoorbeeld ervaring en deskundigheid, vrijstelling te verlenen voor het bijwonen van bepaalde lessen of lesonderdelen, maar is hiertoe niet verplicht. Niet door het opleidingscentrum toegelaten geregelde of langere afwezigheden zullen door de technicus met grondige reden moeten worden gemotiveerd. Het is de examenjury (en dus niet de technicus) die oordeelt of een cursist, die deeltijds afwezig was, al dan niet tot de proef wordt toegelaten. Bij de bijscholing is het volgen van de lessen steeds een verplichting. d. Bewaren van nota s De schriftelijke nota s van de proef worden door de opleidingsinstelling gedurende 2 jaar bewaard. e. Meetapparatuur Bij de eerste opleiding mag de kandidaat-technicus de meetapparatuur apparatuur van de opleidingsinstelling gebruiken. Bij elke bijscholing (5-jaarlijks) moet de technicus zijn eigen meetapparatuur of deze van de werkgever meebrengen en daarmee de proef afleggen. Deze pagina 8 van 30 Draaiboek opleidingscentra erkende technici

9 meetappartuur dient in overeenstemming te zijn met de regelgeving (ondermeer met de tweejaarlijkse ijking). Kandidaten die zich aanbieden zonder apparatuur, met niet tijdig geijkte, of gebrekkig werkende apparatuur worden niet tot de praktische proef toegelaten. Indien meerdere kandidaten van eenzelfde werkgever op eenzelfde dag de praktische proef afleggen met gedeelde meetapparatuur, dan kan dit gerealiseerd worden door afwisselend de theoretische en praktische proeven af te leggen. Bij de proef als technicus vloeibare of gasvormige brandstof controleren de leden van de examenjury of de meegebrachte meetapparatuur voldoet aan de wettelijke vereisten van bijlage 6 bij het VLAREL: Elektronische meetapparatuur wordt minstens eenmaal om de twee jaar door de fabrikant (of invoerder ervan) nagekeken en geijkt. De fabrikant of invoerder bevestigt na controle van het apparaat een klever op de toegangswegen tot het toestel. Op die klever wordt de datum van de laatste controle en de uiterlijke datum van de eerstvolgende controle genoteerd. De fabrikant of invoerder maakt een attest van goede werking van het toestel op. Dat attest van goede werking bevindt zich steeds bij het toestel. De erkende technicus moet het attest tonen aan de toezichthouders of aan de afdeling als hem daarom gevraagd wordt. f. Verwittigen technici bijscholing Technici worden niet door AMV op de hoogte gebracht van de noodzakelijke bijscholing na het verlopen van de termijn van 5 jaar. Het is de verantwoordelijkheid van de technicus om tijdig de bijscholing te volgen. Opleidingsinstellingen mogen deze technici op de hoogte brengen, maar zijn hiertoe niet verplicht. g. Herkansing Bij de volledige opleiding en de bijscholing wordt 1 herkansing toegestaan in dezelfde opleidingsinstelling. Slaagt de technicus hierin nog niet, dan volgt hij opnieuw de volledige cursus en legt de bijhorende proef opnieuw af. 3.2 Volledige opleidingen Opleiding technicus vloeibare brandstof en technicus gasvormige brandstof Inhoud opleidingen De technische opleiding vloeibare brandstof omvat minstens 24 uur theorie en minstens 44 uur praktijk met betrekking tot de centrale stooktoestellen, gevoed met vloeibare brandstof. Het totaal aantal te besteden lesuren geldt als richtwaarde Draaiboek opleidingscentra erkende technici pagina 9 van 30

10 De technische opleiding gasvormige brandstof bestaat uit twee modules: een module GI (samenvoeging van de vroegere modules G1 (niet-premix toestellen) en G2 (premix toestellen) omvat minstens 96 uur (richtwaarde). een module GII (vroegere module G3, gasketels met ventilatorbrander) omvat minstens 28 uur (richtwaarde). Met module G II kan slechts gestart worden nadat men geslaagd is voor de module GI, én in een voorbereidende test over elektriciteit. Het programma van de opleiding van de Vlaamse wetgeving en de daarin opgenomen terminologie inzake vloeibare brandstof respectievelijk gasvormige brandstof omvat minstens 2 uur. Examen Het examen tot vaststelling van de bekwaamheid inzake vloeibare of gasvormige brandstof bestaan elk uit de volgende vier onderdelen: 1 een schriftelijk theoretisch deel 2 een praktische proef 3 een mondeling theoretisch deel 4 een onderdeel met betrekking tot de kennis van de Vlaamse wetgeving en de daarin opgenomen terminologie. 5 een proef over de verwarmingsaudit De onderdelen 1 tot en met 4 worden apart beoordeeld. Een cursist slaagt voor de proeven als hij op elk onderdeel minstens 50 % van de punten en in totaal minstens 60 % van de punten behaalt. Een cursist slaagt voor de proef van de verwarmingsaudit als hij minstens 60 % van de punten behaalt. Tijdens de praktische proef zal aan iedere kandidaat onder meer worden gevraagd om een toepasselijk centraal stooktoestel waaraan verschillende defecten werden aangebracht, te ontstoren en te regelen. De aanduiding van de installatie waarop de kandidaat-technicus de proef zal afleggen, gebeurt bij lottrekking. Alleen dan is de onafhankelijkheid t.o.v. bepaalde merken of types van toestellen, of de firma waarbij hij werkt en die deze toestellen verkoopt, gegarandeerd. De proef wordt afgesloten met de controleproeven omtrent de goede werking van de installatie en het invullen van het bijbehorende reinigings- en verbrandingsattest. De invulling van deze documenten gebeurt in het Nederlands. pagina 10 van 30 Draaiboek opleidingscentra erkende technici

11 De praktische proef bij gasvormige brandstof, module GI: wordt afgelegd op zowel op een gasketel met niet-premixbrander als op een toestel met premix-brander. De aanduiding van beide toestellen gebeurt bij lottrekking. De praktische proef bij gasvormige brandstof, module GII: wordt afgelegd op een gasketel met ventilatorbrander. De aanduiding van het toestel gebeurt bij lottrekking. Het onderdeel m.b.t. de verwarmingsaudit (toestellen met een totaal geïnstalleerd nominaal vermogen vanaf 20 kw tot en met 100 kw) bestaat uit een afzonderlijk examen met praktische proef die gericht is op het beoordelen van het rendement en de correcte dimensionering van centrale verwarmingsketels met het rekeninstrument, zoals dit wordt ter beschikking gesteld door het Vlaams Energieagentschap (VEA). Vandaag wordt in de lessen alleen nog de elektronische versie van het rekeninstrument aangeleerd. U kan deze versie vinden via volgende link: Zij die de verwarmingsaudit reeds hebben gevolgd en in de proef slaagden (bijvoorbeeld bij de opleiding van een andere brandstof) leggen hiervan het bewijs voor bij hun inschrijving voor de opleiding vloeibare brandstof. Het staat de opleidingsinstelling vrij om dan op basis van dit bewijs al dan niet vrijstelling te verlenen voor de verwarmingsaudit. Het is de opleidingsinstelling die hier beslist, niet de technicus. Het bewijs van slagen in de verwarmingsaudit blijkt uit het behaalde puntenaantal, bevestigd door de opleidingsinstelling, of een kopie van het certificaat gasvormige brandstof. Er zijn geen vrijstellingen mogelijk voor deze bijscholingen, en zijn dus door de technicus verplicht te volgen, waarna de proef volgt op een installatie aangeduid bij lottrekking. NOTA: Overgangsmaatregelen modules gasvormige brandstof (overgang G1/G2/G3 naar GI/GII): Alleen cursussen die werden gepland (via ingeschreven kandidaten en agendering) of welke zijn gestart vóór de wijzigende regelgeving van de VLAREM-trein 2013 (van kracht per 4 oktober 2014) kunnen nog worden afgewerkt op de vroegere werkwijze (oude modules G1, G2 en G3). Alle cursussen (vooraf niet gepland of geagendeerd), en gestart op 4 oktober 2014 of later, volgen de gewijzigde regelgeving van kracht via de VLAREM-trein 2013 (nieuwe modules GI en GII). Secundaire scholen die de cursus dus startten in september 2014 (schooljaar ) volgen dus nog een laatste maal de oude werkwijze, met aflevering van de certificaten G1 en G2. De geslaagden worden dan van rechtswege erkend voor module GI. Bij het schooljaar wordt de vroegere werkwijze verlaten en alleen nog de module GI (en voor zij die erkend zijn voor G3, de module GII aangevat) Opleiding technicus verwarmingsaudit (>100 kw) De erkenning als technicus verwarmingsaudit is vereist voor het uitvoeren van de verwarmingsaudit op installaties met een totaal geïnstalleerd nominaal vermogen groter dan 100 kw, op installaties gevoed met vaste brandstof en op installaties bestaande uit meerdere ketels Draaiboek opleidingscentra erkende technici pagina 11 van 30

12 De technische opleiding verwarmingsaudit (> 100 kw), omvat minstens 24 uur (theorielessen en praktijk). Het aantal te besteden lesuren geldt hier als minimumwaarde, dus NIET als richtwaarde. De proef tot vaststelling van de bekwaamheid inzake verwarmingsaudit bestaat uit een afzonderlijk examen met praktische proef die gericht is op het beoordelen van het rendement en de correcte dimensionering van centrale verwarmingsketels met de software zoals deze wordt ter beschikking gesteld door het Vlaams Energieagentschap (VEA) op De cursist volgt de cursus en bezoekt nadien twee verschillende stookplaatsen van eigen keuze. Op deze locaties voert hij een verwarmingsaudit uit en verzamelt elektronisch de gegevens en legt één en ander op beeld vast via foto s. Bij de proef kiest de examinator één van beide cases uit en deze wordt door de technicus bij de proef uiteengezet. De technicus heeft een twee tot drietal weken om deze cases voor te bereiden en zich nadien tot de proef te begeven. Hij schikt zich conform de afspraken met de opleidingsinstelling. Een cursist slaagt voor de praktische proef van de verwarmingsaudit als hij minstens 60 % van de punten behaalt Opleiding stookolietechnicus De technische opleiding stookolietechnicus omvat minstens 14 uur theorielessen en minstens 10 uur praktijk. Het aantal te besteden lesuren geldt hier als minimumwaarde, dus NIET als richtwaarde. Het programma van de opleiding van de Vlaamse wetgeving en de daarin opgenomen terminologie inzake stookolietanks omvat minstens 3 uur. De proeven tot vaststelling van de bekwaamheid inzake stookolietanks bestaan elk uit de volgende vier onderdelen: een schriftelijk theoretisch deel een mondeling theoretisch deel een praktische proef een onderdeel met betrekking tot de kennis van de Vlaamse wetgeving en de daarin opgenomen terminologie. Elk deel wordt apart beoordeeld. Een cursist slaagt voor de proeven als hij op elk onderdeel minstens 50 % van de punten en in totaal minstens 60 % van de punten behaalt. Tijdens de praktische proef zal aan iedere kandidaat onder meer worden gevraagd om aan te tonen hoe een periodieke controle op een opslaghouder voor stookolie wordt uitgevoerd, met toepassing van de artikelen , en , of en van titel II van het pagina 12 van 30 Draaiboek opleidingscentra erkende technici

13 VLAREM. De proef wordt afgesloten met het invullen van het bijbehorende attest. De invulling van deze documenten gebeurt in het Nederlands. 3.3 Bijscholingen Bijscholing gasvormige en vloeibare brandstof De bijscholing vloeibare brandstof bestaat uit 8 lesuren. De bijscholingsmodule GI bestaat uit minimaal 6 lesuren, gevolgd door de proef. De praktische proef gebeurt bij lottrekking (installatie) en op een premix OF niet-premix-toestel, voorafgaand dus niet door de technicus gekend. De bijscholingsmodule GI+GII bestaat deze uit minimaal 8 lesuren, gevolgd door de proef. De praktische proef gebeurt bij lottrekking (installatie) op een toestel met ventilatorbrander, voorafgaand dus niet door de technicus gekend. NOTA: Overgangsmaatregelen modules gasvormige brandstof (G1/G2/G3 naar GI/GII): Oude werkwijze bijscholing (alleen onder vermelde voorwaarden!): Wat de bijscholing gasvormige brandstof betreft, wordt in het vroegere systeem en met het oog op het herleiden van de (in het verleden verkregen) twee of drie verschillende einddata voor de looptijd van de erkenning (naargelang het tijdstip van de afgelegde vroegere modules G1, G1+G2, of G1+G2+G3) naar éénzelfde einddatum gestreefd en de opleidingsinstellingen gevraagd om inzake schriftelijke proef als volgt te werk te gaan: hetzij gebruik te maken van een meerkeuzenvragenlijst met vragen aangaande (G1+G2), gevolgd door het inrichten van de praktische proef (zie hoger), met proef op een G2-toestel,(via lottrekking), hetzij het gebruik van een meerkeuzevragenlijst (G1+G2+G3), gevolgd door het inrichten van de praktische proef (zie hoger), met proef op een G3-toestel(via lottrekking). Door deze werkwijze te hanteren verliest de technicus bij de bijscholing mogelijk wel een gedeelte van zijn nog lopende erkenningstijd voor de module G3, maar dit verlies is slechts éénmalig en compenseert ruimschoots de latere uitgespaarde verplaatsingen bij de vijfjaarlijkse hernieuwing (hij zal de modules dan op éénzelfde datum kunnen afleggen en dus maar één verplaatsing hoeven te doen). Voor de toekomst zal hij dan ook slechts één datum in het oog moeten houden tot hernieuwing. Ook de jury moet hierdoor slechts eenmalig worden samengeroepen Draaiboek opleidingscentra erkende technici pagina 13 van 30

14 3.3.2 Bijscholing technicus verwarmingsaudit De inhoud van de bijscholing is momenteel nog niet bekend Bijscholing stookolietechnicus Het programma van de bijscholing inzake de controle en het onderhoud van stookolietanks bestaat uit een herhaling van de belangrijkste aspecten met betrekking tot de controle en het onderhoud van stookolietanks, de vigerende wetgeving, naast de rol en verplichtingen van een erkende stookolietechnicus. Het programma omvat minstens 4 uur, gevolgd door de proeven. Het volgen van de uren is verplicht. 3.4 Aanvullende informatie Verval van rechtswege van de erkenning Volgens artikel 55, 2 van VLAREL vervalt de erkenning van rechtswege in volgende gevallen: 1 de erkende persoon slaagt niet tijdig voor de proef inzake de bijscholing, die in voorkomend geval als gebruikseis voor de erkenning is opgelegd 2 de bijscholing werd niet gevolgd. Uitzondering: Volgens artikel 55, 3 van VLAREL vervalt de erkenning niet van rechtswege als de afdeling beslist, op basis van de door de erkende persoon voor te leggen bewijzen (bv. bij hospitalisatie mits voorleggen van een medisch attest), dat hij om redenen van overmacht niet in staat was de bijscholing te volgen of de proef af te leggen. Als de afdeling tot die beslissing komt, zal ze de erkende persoon een nieuwe termijn opleggen waarbinnen die de bijscholing moet volgen of met gunstig gevolg de proef moet afleggen, opdat zijn erkenning niet van rechtswege zou vervallen. pagina 14 van 30 Draaiboek opleidingscentra erkende technici

15 4 GEBRUIK VAN GESTANDAARDISEERDE DOCUMENTEN BIJ DE PROEF Bij het organiseren van de proef gebruikt de examenjury uitsluitend de door AMV goedgekeurde modellen van certificaten, cursistenlijst en puntenlijst. AMV vraagt met aandrang alleen nog de op haar website gepubliceerde versie te gebruiken, dit om het zoekwerk bij de verwerking van de documenten en het hierbijhorend tijdverlies tot een minimum te beperken. Artikel 34, 5, 2 de alinea stelt immers dat de erkende persoon zich richt naar de instructies die door de afdeling en de toezichthouders worden gegeven. De modellen zijn elektronisch bewerkbaar zo er in bepaalde vakken te weinig ruimte is voorzien. ALLE toepasselijke gegevens zoals voorzien op het modelformulier worden duidelijk leesbaar (elektronisch) ingevuld en/of aangekruist. Het bestandstype (Excel) mag niet gewijzigd worden. Cursistenlijst (adressenlijst): Model op website: Nieuw hierbij zijn het rijksregisternummer van de erkende technicus, het ondernemingsnummer (van de zelfstandige of zijn werkgever, zo reeds gekend), en het adres van de technicus. Het erkenningsnummer van de technicus hoeft niet meer te worden ingevuld. De behandelaar kan dit immers lezen op het bijgevoegde ingescande certificaat. Bij de bijscholing worden ook de gegevens van de werkgever ingevuld, inclusief het ondernemingsnummer. Indien de technicus zelfstandige is, dan wordt het eigen ondernemingsnummer vermeld. Indien het ondernemingsnummer nog niet is gekend (bv. afgestudeerden van de secundaire scholen) dan wordt dit door de technicus zo spoedig mogelijk aan AMV meegedeeld, zodat deze haar databank van erkende technici zo spoedig mogelijk kan actualiseren. Contactadres hiervoor is: erkenningen@lne.vlaanderen.be Puntenlijst: Model op website: De namen en punten (theorie/mondeling/praktijk/totaal/verwarmingsaudit) worden duidelijk leesbaar (bij voorkeur elektronisch) ingevuld. De puntenlijst (proces-verbaal van het examen) moet ondertekend worden door de juryvoorzitter en ALLE leden met vermelding van hun naam en handtekening Draaiboek opleidingscentra erkende technici pagina 15 van 30

16 Ook van hen die niet in de proef slaagden worden de punten meegedeeld. Indien een bepaalde cursist niet of slechts gedeeltelijk aan het examen deelnam, wordt dit bijkomend kort vermeld. Ook als hij heeft moeten herkansen wordt dit apart gemeld. pagina 16 van 30 Draaiboek opleidingscentra erkende technici

17 5 OPMAAK EN UITREIKEN VAN HET CERTIFICAAT Bij de opmaak van de certificaten van bekwaamheid inzake vloeibare brandstof, gasvormige brandstof of verwarmingsaudit (> 100 kw) of het certificaat van bekwaamheid inzake de controle en het onderhoud van stookolietanks wordt steeds het meest actuele model, terug te vinden op de website, gebruikt. OPGELET: Er staat sinds 4 oktober 2014 een GEWIJZIGD MODEL van certificaat (vloeibare, gasvormige en verwarmingsaudit) online. Dit model wordt vanaf dat ogenblik ook gebruikt voor alle cursussen gestart per 4 oktober of later. Voor geslaagden in de proef van cursussen eerder gepland en geagendeerd of eerder gestart dan 4 oktober 2014 wordt het oude model van certificaat nog afgeleverd. Deze geslaagden worden dan van rechtswege erkend in de overeenkomstige toepasselijke module na 4 oktober Bij elke afgelegde bijscholingsproef wordt voor de geslaagde een NIEUW certificaat opgemaakt. Deze modellen zijn terug te vinden op de website via De oude modellen kunnen worden opgevraagd via patrick.plasqui@lne.vlaanderen.be De opleidingsinstellingen wordt uitdrukkelijk gevraagd er nauwlettend op toe te zien dat ze steeds het juiste model gebruiken toepasselijk op de datum van inrichten van de proef en in overeenstemming met de geldende regelgeving. 5.1 Algemeen Opleiding vloeibare en gasvormige brandstof: Alvorens het certificaat wordt opgemaakt gaat de opleidingsinstelling na of de geslaagde voldoet aan de volgende voorwaarden: 1 hij is een natuurlijke persoon 2 hij komt in aanmerking voor uitreiking van een certificaat van bekwaamheid inzake de door hem gevolgde opleiding, respectievelijk vloeibare of gasvormige brandstof met juiste module, nadat de persoon de opleiding heeft gevolgd en geslaagd is voor de bijhorende proef bij het erkende opleidingscentrum 3 hij heeft een geldig bewijs (**) van betaling van de retributie, vermeld in de bijlage 18 B bij het VLAREL voorgelegd. (**) Als bewijs van betaling van de retributie worden de volgende stukken aanvaard: - (een kopie van) een rekeninguittreksel - (een kopie van) een door de bank of de Post met een stempel en handtekening(en) van de bankbediende(n) geattesteerde betalingsopdracht. Andere documenten geven onvoldoende garanties dat de retributie daadwerkelijk werd betaald. Voor de betaling van de retributie kan door de Vlaamse overheid geen factuur worden afgeleverd Draaiboek opleidingscentra erkende technici pagina 17 van 30

18 Het bezit van de erkenning, zoals blijkt uit het certificaat met erkenningsnummer, moet het (geldige) bewijs van betaling van de retributie garanderen. Het betalen van de retributie is verplicht een eerste keer voor het verkrijgen van het certificaat en vervolgens vijfjaarlijks, te rekenen vanaf de datum, vermeld op dit certificaat, te verifiëren bij de bijscholing. De opleidingsinstellingen waken erover dat het certificaat ook alleen in die gevallen wordt afgeleverd. RETRIBUTIE : Elk jaar zullen op 1 januari de retributies worden geïndexeerd (artikel 54/2 van het VLAREL). De nieuwe bedragen zullen in de maand november worden gepubliceerd op deze pagina: Vanaf 1 januari 2014 worden volgende (geïndexeerde) retributiebedragen gehanteerd: Technicus vloeibare brandstof: 133 euro Technicus gasvormige brandstof, module G1: 133 euro Technicus gasvormige brandstof, module G2: 0 euro Technicus gasvormige brandstof, module G3: 0 euro Vanaf 1 januari 2015 worden volgende (geïndexeerde) retributiebedragen gehanteerd: Gezien de huidige lage inflatie blijven de bedragen voor 2015 onveranderd. Het bedrag van de retributie wordt gestort via het rekeningnummer op naam van LNE ONTVANGSTEN, adres: Boudewijnlaan Brussel, IBAN: BE , BIC code: BBRUBEBB. De vrije betalingsmededeling voor retributies op het nieuwe fonds wordt ingevuld volgens onderstaande tabel: Retributies voor de uitoefening van het toezicht op de erkenning: Categorie erkenning Betalingsmededeling bedrag Technicus vloeibare brandstof LNE-TV + (naam opleidingscentrum en naam technicus) per 1 januari euro per 1 januari euro Technicus gasvormige brandstof LNE-GV + (naam technicus) per 1 januari euro (betaling bij module GI) per 1 januari euro (betaling bij module GI) Het wordt de opleidingsinstellingen TOEGESTAAN de retributies van meerdere geslaagden samen (m.a.w. in één bedrag) te storten, mits steeds de toevoeging van (voor elke technicus) de in bovenstaande tabel vermelde betalingsmededeling. Het is evenwel VERBODEN de erkenning voor pagina 18 van 30 Draaiboek opleidingscentra erkende technici

19 verschillende categorieën (bijvoorbeeld vloeibare en gasvormige brandstof, gasvormige brandstof en verwarmingsaudit enz ) gezamenlijk te storten m.a.w. bedragen voor vloeibare brandstof, gasvormige brandstof, verwarmingsaudit en stookolietanks worden telkens in een apart bedrag gestort! Uit de betalingsmededeling moet immers eenvoudig kunnen worden afgeleid om welke retributie het gaat, zoniet worden de afdeling en de boekhouding in haar werk bemoeilijkt en dienen zij de opleidingsinstelling te contacteren, waardoor heel wat kostbare tijd verloren gaat. Gelieve er dus steeds op toe te zien dat de betalingen op correcte wijze verlopen en met de juiste betalingsmededeling. BELANGRIJK BERICHT: Tijdstip van de betaling : de betaling van de retributie gebeurt bij het afleggen van de proef en het bedrag van de retributie is dan ook datgene wat op datum van het afleggen van de proef gebruikelijk is (de referentie hiervoor is 1 januari van dat bepaalde jaar). Uitzondering voor de (technische en beroeps) secundaire onderwijsinstellingen (bij het voor het eerst bekomen van de erkenning): Zij die na het beëindigen van hun studies nog niet onmiddellijk de erkenning wensen aan te vragen (bijvoorbeeld omdat zij nog niet weten of zij inderdaad in de verwarmingssector gaan tewerkgesteld worden), betalen geen retributie tot op het ogenblik dat zij de erkenning ook effectief wensen. De in de proef geslaagde leerlingen mogen dus met het aanvragen van de erkenning wachten zolang hun looptijd geldt, maar betalen op het moment van de opvraging ervan dan ook het volledige bedrag geldig in het jaar van de opvraging, zelfs al werd de proef enkele jaren geleden afgelegd. Het certificaat blijft in elk geval bij de opleidingsinstelling zolang de retributie niet betaald is en wordt dus geenszins vooraf uitgereikt, m.a.w. het invullen van de gegevens op het certificaat van de geslaagde, om het om te vormen tot een erkend document (voorzien van stempel en erkenningsnummer), gebeurt pas na slagen en het voorleggen van het geldige bewijs van betaling van de retributie. Opgelet: De looptijd van betrokken leerling gaat wel in op het moment van het slagen in de proef. Dit betekent dan ook dat, stel een kandidaat-technicus wacht 3 jaar met zijn aanvraag, hij een volledige retributie zal betalen voor het nog resterende deel van de 5-jarige looptijd (of m.a.w. voor de nog 2 resterende jaren), waarna opnieuw de bijscholing dient te worden gevolgd en de bijhorende proef afgelegd. Indien opleidingsinstellingen voor één of meerdere geslaagde(n) slechts enige tijd na de proef de erkenning aanvragen, dienen zij alleen de gegevens van de betrokken persoon over te maken maar wel in totaliteit d.w.z naast zijn opgemaakt certificaat, zijn punten en cursistengegevens en zijn geldig betalingsbewijs van retributie. Andere geslaagden uit datzelfde examen die de erkenning nog niet wensen hoeft de afdeling op dat ogenblik niet te ontvangen Draaiboek opleidingscentra erkende technici pagina 19 van 30

20 5.1.2 Opleiding verwarmingsaudit >100kW. Alvorens het certificaat wordt opgemaakt gaat de opleidingsinstelling na of de geslaagde voldoet aan volgende voorwaarden: 1 hij is een natuurlijke persoon; 2 hij is erkend als technicus vloeibare brandstof of als technicus gasvormige brandstof 3 hij komt in aanmerking voor uitreiking van een certificaat van bekwaamheid inzake verwarmingsaudit, nadat de persoon de opleiding heeft gevolgd en geslaagd is voor de bijhorende proef bij het erkende opleidingscentrum. Retributies voor de uitoefening van het toezicht op de erkenning: Categorie erkenning betalingsmededeling bedrag Technicus verwarmingsaudit LNE-VA + (naam opleidingscentrum en naam technicus) per 1 januari euro per 1 januari euro De eerder aangehaalde manier waarop de uitreiking gebeurt en de voorwaarden van het voorleggen van een geldig verschuldigd retributiebewijs zijn ook hier van toepassing Opleiding stookolietechnicus Alvorens het certificaat wordt opgemaakt gaat de opleidingsinstelling na of de geslaagde voldoet aan volgende voorwaarden: 1 hij is een natuurlijke persoon 2 hij komt in aanmerking voor uitreiking van een certificaat van bekwaamheid inzake de controle en het onderhoud van stookolietanks, nadat de persoon de opleiding heeft gevolgd en geslaagd is voor de bijhorende proef bij het erkende opleidingscentrum Retributies voor de uitoefening van het toezicht op de erkenning: Categorie erkenning betalingsmededeling bedrag Stookolietechnicus (controle opslaghouder mazout) LNE-SV + (naam opleidingscentrum en naam technicus) per 1 januari euro per 1 januari euro De eerder aangehaalde manier waarop de uitreiking gebeurt en de voorwaarden van het voorleggen van een geldig verschuldigd retributiebewijs zijn ook hier van toepassing. pagina 20 van 30 Draaiboek opleidingscentra erkende technici

21 5.2 Eigenlijke invulling van de documenten Belangrijk: ALLEEN certificaten van GESLAAGDEN in de proef, die bijkomend voldaan hebben aan ALLE reglementaire verplichtingen, mogen worden uitgereikt. Certificaten die door de opleidingsinstelling onvolledig of onduidelijk zijn ingevuld, of voorzien van foutieve gegevens zijn ONGELDIG en worden opnieuw opgemaakt, zelfs al komt dit aan het licht na de uitreiking ervan. Foutieve afgeleverde certificaten worden bij de technici opnieuw opgevraagd en vernietigd, met nadien elektronische bevestiging hiervan aan AMV. Ook van de aangepaste certificaten wordt na volledigheid (handtekeningen) een kopie elektronisch aan AMV overgemaakt!!! Modellen (GEWIJZIGDE MODELLEN PER 4 OKTOBER 2014) certificaat van bekwaamheid (vloeibare brandstof, gasvormige brandstof of verwarmingsaudit) Met dit document reiken opleidingscentra een certificaat van bekwaamheid in [vloeibare brandstof/ gasvormige brandstof, module[s] [G I/G II] / de verwarmingsaudit] uit, en wordt de geslaagde technicus, die aan alle reglementaire verplichtingen voldaan heeft, erkend. De opleidingscentra vervangen de tekst die tussen vierkante haakjes staat door hun eigen informatie en schrappen elektronisch alle informatie die niet van toepassing is. Betaling van de retributie is voorafgaand vereist. De uiterlijke datum van de eerstvolgende bijscholing wordt vermeld. certificaat inzake de controle en het onderhoud van stookolietanks (ongewijzigd) Met dit document reiken opleidingscentra aan een technicus een certificaat uit voor de controle en het onderhoud van stookolietanks en wordt de geslaagde technicus, die aan alle reglementaire verplichtingen voldaan heeft, erkend. De opleidingscentra vervangen de tekst die tussen vierkante haakjes staat door hun eigen informatie en schrappen elektronisch alle informatie die niet van toepassing is. De uiterlijke datum van de eerstvolgende bijscholing wordt vermeld. Bovenvermelde certificaten worden door de opleidingsinstelling voorzien van het erkenningsnummer en geven (pas op dat ogenblik) de geslaagde technicus het recht hiermee de taken als erkend technicus (regelgeving BVR, VLAREL) uit te oefenen gedurende normaliter een periode van 5 jaar, met ingang van de aanvangsdatum op het certificaat, tenminste indien tijdig werd betaald. Bij laattijdige betaling wordt de reeds verstreken periode van de 5 jaar in mindering gebracht van de nog geldige looptijd van de erkenning. Om het certificaat te verlengen, volgt de technicus tijdig de bijscholing en slaagt hij tijdig voor de bijhorende proef Draaiboek opleidingscentra erkende technici pagina 21 van 30

22 5.2.2 Invullen van de certificaten De certificaten dienen behoorlijk ingevuld te zijn en voorzien van alle nodige aanvullingen en weglatingen. Aanvullingen: logo + alle gegevens van het opleidingscentrum (naam, straat + nummer, postnummer, gemeente, telefoonnummer, faxnummer, adres, erkenningsnummer van het opleidingscentrum, zoals vermeld in besluit tot erkenning van de inrichting), gegevens cursist (voornaam en naam, geboorteplaats en -datum, identiek aan deze zoals vermeld op de identiteitskaart), uitreikingsplaats en -datum, handtekeningen van alle juryleden de directeur van het opleidingscentrum, de houder en van Weglatingen: Al datgene wat zich in de titel bovenaan het certificaat en in het vak onderaan (in vette tekst + tussen vierkante haakjes) bevindt en wat niet tot de gegeven opleiding behoort dient elektronisch te worden verwijderd. Belangrijke opmerking: In de titel van het certificaat dienen bij de opleidingen vloeibare en gasvormige brandstof (met verwarmingsaudit bij installaties met een totaal geïnstalleerd nominaal vermogen > 20 kw en 100 kw) de woorden de verwarmingsaudit elektronisch verwijderd te worden! Bovenvermelde verwarmingsaudit zit immers begrepen in de opleiding vloeibare of gasvormige brandstof. Enkel bij de opleiding verwarmingsaudit voor centrale installaties met een totaal geïnstalleerd nominaal vermogen groter dan 100 kw, installaties gevoed met vaste brandstof of installaties bestaande uit meerdere ketels, wat een aparte erkenning betreft met een apart certificaat, dienen de woorden de verwarmingsaudit te blijven staan (dit is de opleiding technicus verwarmingsaudit)!! Voor opleidingen gasvormige brandstof blijven alleen die module(s) staan waarvan de proef ook effectief werd afgelegd. pagina 22 van 30 Draaiboek opleidingscentra erkende technici

23 5.2.3 Toekennen erkenningsnummer Finaal, wanneer het certificaat aan het bovenvermelde heeft voldaan, en dus voorzien werd van alle nodige aanvullingen en weglatingen, voegt de opleidingsinstelling het erkenningsnummer van de technicus toe, de stempel van de inrichting, alsook de aanvangsdatum van zijn erkenning en de uiterlijke datum van de eerstvolgende bijscholing (nieuw model certificaat cf. website). Deze gegevens zijn de basis voor het verdere verloop m.b.t. het later volgen van de bijscholing. Zij die in het verleden (vóór 1 januari 2011) reeds een erkenningsnummer hebben bekomen, behouden hun nummer. Voor alle nieuwe af te leveren erkenningen (waarvan de cursus start na 1 januari 2011 en aan personen die nooit erkend geweest zijn) werden vanuit de afdeling Milieuvergunningen aan de erkende opleidingsinstelling een reeks beschikbare nummers overgemaakt. De opleidingsinstelling put uit deze lijst, te beginnen met het laagst verkregen nummer en in opklimmende volgorde. Zij houdt zeer nauwkeurig bij welke nummers reeds werden uitgereikt en brengt de afdeling, bij het verplicht doorsturen van de nodige documenten, op de hoogte van deze verleende erkenningsnummers. In Vlaanderen bestaat het erkenningsnummer voor de technicus vloeibare brandstof uit de letters TV gevolgd door 5 cijfers (bv. TV 61183), voor de technicus gasvormige brandstof uit de letters GV gevolgd door 5 cijfers (bv. GV 15213) (Opgelet: er wordt slechts éénzelfde nummer gegeven voor de drie verschillende modules), voor de technicus verwarmingsaudit uit de letters VA gevolgd door 5 cijfers (bv. VA 00533). Voor de stookolietechnicus bestaat het erkenningsnummer uit de letters SV gevolgd door 5 cijfers (bv. SV 48076) In te vullen aanvangsdatum en bijscholingsdatum op het certificaat Algemeen wat betreft het examen vloeibare en gasvormige brandstof : Het bijhorende examen bestaat uit vijf onderdelen: 1 een schriftelijk theoretisch deel; 2 een praktische proef; 3 een mondeling theoretisch deel; 4 een onderdeel over de kennis van de Vlaamse wetgeving en de daarin opgenomen terminologie; 5 een proef over de verwarmingsaudit. BELANGRIJK: Het is de bedoeling dat het examen van de bovenvermelde punten 1 tot 4 (50 % op elk onderdeel en 60 % in totaliteit behalen) en het aparte examen inzake de verwarmingsaudit (60 % te behalen) vrij vlug op elkaar volgen Draaiboek opleidingscentra erkende technici pagina 23 van 30

24 De verwarmingsaudit (ook al heeft deze materie een aparte proef) vormt immers een onderdeel van de globale lesinhoud en behoort dus tot de proef. Pas als op alle vijf onderdelen de vereiste punten zijn behaald kan (na te voldoen aan de andere reglementaire verplichtingen) het certificaat worden opgemaakt en afgeleverd. Bij de eerste erkenning Principe : De technicus moet op datum van aanvang voldaan hebben aan alle reglementaire verplichtingen of dus de geldende erkenningsvoorwaarden uit het VLAREL d.w.z. een natuurlijk persoon zijn; beschikken over een certificaat van bekwaamheid na het gevolgd hebben van de opleiding en geslaagd zijn in de toepasselijke proef (inclusief het aparte examen van de verwarmingsaudit); een geldig bewijs van betaling kunnen voorleggen van de verschuldigde retributie. Pas als aan ALLE bovenvermelde drie VOORWAARDEN SAMEN is voldaan kan het erkenningsnummer worden toegekend en een erkenningsnummer met aanvangsdatum op het certificaat worden vermeld. De aanvangsdatum kan nooit eerder zijn dan de datum van slagen in de proef! Er wordt nooit een certificaat uitgereikt zonder vooraf geslaagd te zijn in de verwarmingsaudit (toestellen met vermogen > 20 kw en 100 kw). Bij het eerst bekomen van de erkenning als technicus (via de volledige opleidingscursus) wordt als aanvangsdatum en uiterlijke datum van de eerstvolgende bijscholing op het certificaat volgende werkwijze gehanteerd : Voorbeeld 1 : Stel het schriftelijke theoretische deel, de praktische proef, het mondelinge theoretische deel en het onderdeel over de kennis van de Vlaamse wetgeving en de daarin opgenomen terminologie werd afgelegd op 3 maart 2013 en de proef over de verwarmingsaudit pas op 15 maart De retributie werd betaald op 10 maart de aanvangsdatum van de erkenning op het certificaat wordt 15 maart 2013, - de uiterste datum van de volgende bijscholing wordt 15 maart Voorbeeld 2 : Stel het schriftelijke theoretische deel, de praktische proef, het mondelinge theoretische deel en het onderdeel over de kennis van de Vlaamse wetgeving en de daarin opgenomen terminologie werd afgelegd op 3 maart 2013 en de proef over de verwarmingsaudit pas op 15 maart De retributie werd betaald op 10 april de aanvangsdatum van de erkenning op het certificaat wordt 10 april 2013, - de uiterste datum van de volgende bijscholing wordt 15 maart Voorbeeld 3 : Stel het schriftelijke theoretische deel, de praktische proef, het mondelinge theoretische deel en het onderdeel over de kennis van de Vlaamse wetgeving en de daarin pagina 24 van 30 Draaiboek opleidingscentra erkende technici