Het einde van een huurovereenkomst voor bepaalde tijd

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het einde van een huurovereenkomst voor bepaalde tijd"

Transcriptie

1 Het einde van een huurovereenkomst voor bepaalde tijd C.M. Büscher Januari 2015

2 Het einde van een huurovereenkomst voor bepaalde tijd C.M. Büscher Januari 2015 Adres: - Telefoonnummer: - Studentnummer: sjeela_buscher@hotmail.com Begeleider: mr. dr. G.J.P. De Vries Meelezer: mr. dr. R.F. Groos

3 Voorwoord Deze scriptie schrijf ik ter afsluiting van mijn Master Privaatrechtelijke Rechtspraktijk aan de Universiteit van Amsterdam. Graag wil ik mijn scriptiebegeleider de heer mr. dr. G.J.P. de Vries bedanken voor zijn begeleiding bij het schrijven van deze scriptie. Tijdens mijn werk als juridisch adviseur bij de Rechtswinkel Amsterdam kwam ik op het idee om deze scriptie te schrijven. Op een dag kwam daar een vrouw met een vraag over haar woning die zij verhuurde voor bepaalde tijd. Deze tijd was nu verstreken maar de huurder wilde de woning niet ontruimen. Alle afspraken waren netjes vastgelegd in een huurovereenkomst dus dit leek mij een gemakkelijke zaak. De verhuurder diende slechts een vordering tot nakoming in te dienen bij de rechter conform art. 3:296 lid 1 BW zodat de huurder alsnog zou worden veroordeeld om de woning te ontruimen. Na echter wat onderzoek gedaan hebbende bleek niets minder waar. Vanwege de goede huurbescherming in Nederland is de huurder in beginsel niet verplicht om de woning te ontruimen nadat een bepaalde tijd is verstreken. Dit verraste mij en resulteerde in mijn scriptieonderwerp. Nu het enkele verstrijken van de tijd niet steeds een voldoende grond voor het eindigen van een huurovereenkomst voor bepaalde tijd blijkt, rijst de vraag hoe het mogelijk is dat een huurovereenkomst dan wél tot een einde komt. Indien naast het verstrijken van de tijd nog aan meer voorwaarden moet zijn voldaan, is deze huurovereenkomst voor bepaalde tijd dan nog wel van enige betekenis? C.M. Büscher Januari

4 Lijst met afkortingen BW GW HR Ktr. Lw MvA MvT NJ NJKort NEV NV Pres. Rb. Rv UVRM Vzr. WR Burgelijk Wetboek Grondwet Hoge Raad Kantonrechter Leegstandwet Memorie van Antwoord Memorie van Toelichting Nederlandse Jurisprudentie Onderdeel van het tijdschrift NJ Feitenrechtspraak Nota naar aanleiding van het eindverslag Nota naar aanleiding van het verslag President Rechtbank Wetboek van Burgelijke Rechtsvordering Universele Verklaring van de Rechten van de Mens Voorzieningenrechter Tijdschrift voor huurrecht 2

5 Inhoudsopgave Voorwoord... 1 Lijst met afkortingen.. 2 Inhoudsopgave Inleiding Het einde van een overeenkomst voor bepaalde tijd in het algemeen Het einde van een huurovereenkomst voor bepaalde tijd in het algemeen Het einde van een huurovereenkomst van woonruimte voor bepaalde tijd De vereiste opzegging Geen toestemming van de huurder De beëindigingsgronden voor de verhuur van woonruimte Beëindiging wegens het verstrijken van een bepaalde tijd De eis dat de rechterlijke beslissing tot beëindiging onherroepelijk is Bijzondere bepalingen om een woonruimte tijdelijk beschikbaar te stellen Verhuur naar zijn aard slechts voor korte duur Hospitaverhuur Verhuur van een gemeentelijk afbraakpand Verhuur op grond van de Leegstandwet Anti-kraak Het einde van een huurovereenkomst van 290-bedrijfsruimte voor bepaalde tijd bedrijfsruimte Bepaalde tijd huurovereenkomsten bij 290-bedrijfsruimte Verlenging van overeenkomsten voor bepaalde tijd De vereiste opzegging Geen toestemming van de huurder De beëindigingsgronden bij 290-bedrijfsruimte De eis dat de rechterlijke beslissing onherroepelijk is Bijzondere bepalingen voor de verhuur van 290-bedrijfsruimte

6 5. Het einde van een huurovereenkomst van 230a-ruimte voor bepaalde tijd Bepaalde tijd huurovereenkomsten bij een 230a-ruimte Ontruimingsbescherming Een verkapte opzegging Het ontbreken van ontruimingsbescherming Verlenging van de ontruimingsbescherming De beoordeling van het verzoek tot verlenging Verplichte afwijzingsgronden bij een verzoek tot verlenging De Feitelijke ontruiming De huurregimes vergeleken Verhuur van woonruimte Verhuur van 290-bedrijfsruimte De opzegging bij 290-bedrijfsruimte De beëindigingsmogelijkheden bij 290-bedrijfsruimte Verhuur van 230a-ruimte De mate van bescherming van de huurder in de verschillende huurregimes Een casus ter illustratie.. 37 Conclusie Aanbevelingen. 41 Literatuurlijst.. 42 Jurisprudentielijst 44 Parlementaire stukken Elektronische bronnen

7 Inleiding Wanneer een verhuurder een overeenkomst voor bepaalde tijd sluit zal hij in beginsel verwachten dat de overeenkomst na deze tijd zal eindigen. Mijns inziens dien je als verhuurder op de hoogte te zijn van het feit dat de huurbescherming in Nederland erg goed is. Toch zal een gemiddelde redelijk denkende verhuurder geen kennis hebben van de regels omtrent het huurrecht. Wanneer de verhuurder en de huurder een overeenkomst hebben ondertekend waarin is bepaald dat de huur na een bepaalde tijd zal eindigen, zullen ze er beide op vertrouwen dat dit ook het geval is. Ondanks deze tijdsbepalingen zal de overeenkomst in veel gevallen toch niet eindigen nadat de bepaalde tijd is verstreken. Verschillende bepalingen van het huurrecht zullen in de weg staan aan de afspraken die in de overeenkomst zijn vastgelegd. Mijn onderzoek zal bestaan uit het bestuderen van literatuur, verschillende wetgeving, die voornamelijk afkomstig is uit titel 4 van Boek 7, en uitspraken van verschillende rechterlijke instanties. Met dit onderzoek zal ik duidelijkheid verschaffen omtrent de mogelijkheden die de verhuurder heeft om een huurovereenkomst voor bepaalde tijd te beëindigen. De hoofdvraag die ik voor mijn onderzoek heb opgesteld betreft: Hoe komt een huurovereenkomst voor bepaalde tijd tot haar einde? Met mijn scriptie zal ik me slechts richten op overeenkomsten voor bepaalde tijd. Verder zal slechts de positie van de verhuurder ter sprake komen. Ik zal ingaan op alle vier de huurregimes die in het Burgerlijk Wetboek worden onderscheiden. Eerst zal ik in hoofdstuk 1 de overeenkomst voor bepaalde tijd in het algemeen bespreken, dus buiten het huurrecht. Vervolgens zal ik alle huurregimes in afzonderlijke hoofdstukken behandelen. De huurregimes betreffen: huur in het algemeen (hoofdstuk 2), huur van woonruimte (hoofdstuk 3), huur van 290-bedrijfsruimte (hoofdstuk 4) en de huur van 230a-ruimte (hoofdstuk 5). Vervolgens zal ik in hoofdstuk 6 het einde van een huurovereenkomst voor bepaalde tijd voor deze verschillende regimes vergelijken. In de conclusie geef ik antwoord op de hoofdvraag en zal ik weergeven wat de meerwaarde is van een huurovereenkomst voor bepaalde tijd. Ten slotte zal ik nog afsluiten met eventuele aanbevelingen omtrent de regels voor huurovereenkomsten voor bepaalde tijd. 5

8 1. Het einde van een overeenkomst voor bepaalde tijd in het algemeen In het Burgerlijk Wetboek staat geen algemene bepaling waarin wordt beschreven dat een overeenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt indien deze periode is verstreken. Een wettelijke bepaling waaruit dat volgt zou mijns inziens ook overbodig zijn, nu al duidelijk uit de overeenkomst blijkt dat zij slechts voor een bepaalde periode is aangegaan. Partijen mogen er daarom op vertrouwen dat de overeenkomst eindigt na het verstrijken van deze periode. Deze gedachte sluit aan bij de wilsvertrouwensleer en is neergelegd in art. 3:33 en 3:35 BW. De wilsvertrouwensleer wordt beslissend geacht bij de uitleg van een overeenkomst naar Nederlands recht. 1 In het Haviltex-arrest kwam de Hoge Raad met een formulering voor de beoordeling van een overeenkomst op grond van deze leer. Zo besliste hij dat het bij de uitleg van een overeenkomst aankomt op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de bepalingen van de overeenkomst mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. 2 Indien contractspartijen samen door middel van hun wil en verklaring hebben bedongen dat de overeenkomst een bepaalde tijd duurt, kunnen zij beiden gerechtvaardigd vertrouwen dat de overeenkomst slechts deze periode zal bestaan en daarna zal eindigen. Naast de wilsvertrouwensleer duidt ook art. 3:38 BW erop dat een overeenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt door het verstrijken van de tijd. Uit dit artikel volgt dat een rechtshandeling onder een tijdsbepaling kan worden verricht. De ontbindende tijdsbepaling wordt hier dus mee erkend wat erop duidt dat de overeenkomst na de bepaalde tijd eindigt. 1 Hijma 2013, p HR 13 maart 1981, ECLI:NL:HR:1981:AG4158, r.o. 6.2, m.nt. C.J.H. Brunner (Haviltex). 6

9 Naast de bepalingen in art. 3:33, 3:35 en 3:38 BW bestaan er ook bepalingen waarin voor bepaalde gevallen wel expliciet staat geregeld dat de overeenkomst voor bepaalde tijd eindigt na het verstrijken van de tijd. Zo luidt art. 1:448 onderdeel b BW: De taak van de bewindvoerder eindigt door tijdsverloop, indien hij voor een bepaalde tijd was benoemd. Een ander voorbeeld is art. 7:667 BW, afkomstig uit het arbeidsrecht. Art. 7:667 BW: Een arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege, wanneer de tijd is verstreken bij overeenkomst, bij de wet of door het gebruik aangegeven. Ook de algemene bepaling van het huurrecht sluit aan bij een uitleg conform de wilsvertrouwensleer voor de beëindiging van een overeenkomst voor bepaalde tijd. Art. 7:228 lid 1 BW: Een huur voor bepaalde tijd aangegaan, eindigt, zonder dat daartoe een opzegging vereist is, wanneer die tijd is verstreken. 7

10 2. Het einde van een huurovereenkomst voor bepaalde tijd in het algemeen Uit art. 7:228 lid 1 BW volgt duidelijk dat een huurovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt door het enkele verstrijken van de tijd. Het artikel is regelend van aard en daarom is het voor partijen mogelijk om van het bepaalde in 7:228 lid 1 BW af te wijken. 3 Partijen kunnen bijvoorbeeld bedingen dat de huur die voor een bepaalde tijd is aangegaan niet zonder meer zal eindigen door het verstrijken van de tijd maar tevens dat een opzegging is vereist. De regel van art. 7:228 lid 1 BW is algemeen van aard en daarom slechts toepasbaar indien geen bijzondere wetgeving van toepassing is. 4 Ten aanzien van verschillende soorten huurovereenkomsten bestaat echter wel bijzondere wetgeving die voorrang heeft op de algemene bepaling van art. 7:228 BW. Zo is de verhuur van woonruimte geregeld in art. 7:232 BW e.v., de verhuur van middenstandsbedrijfsruimte in art. 7:290 BW e.v. en de verhuur van overige gebouwde onroerende zaken in art. 7:230a BW. Nu de bijzondere bepalingen voor de beëindiging van huurovereenkomsten van gebouwde onroerende zaken aan art. 7:228 BW derogeren, heeft dit artikel slechts geringe betekenis. Het bepaalde in dit artikel is daarom voornamelijk relevant voor de verhuur van roerende zaken en ongebouwde onroerende zaken. 5 Bij de beëindiging op grond van art. 7:228 lid 1 BW, verdient art. 7:230 BW opmerking nu het mogelijk is dat de huurovereenkomst toch voortduurt ondanks de verstreken termijn. Soms blijven partijen zich na het verstrijken van de termijn nog steeds gedragen als daarvóór. Op grond van art. 7:230 BW is het dan mogelijk dat de overeenkomst voor onbepaalde tijd wordt verlengd. Art. 7:230 BW: Indien na afloop van een huurovereenkomst de huurder met goedvinden van de verhuurder het gebruik van het gehuurde behoudt, wordt daardoor, tenzij van een andere bedoeling blijkt, de overeenkomst, ongeacht de tijd waarvoor zij was aangegaan, voor onbepaalde tijd verlengd. 3 Dozy & van der Hoek 2014, art. 7:228 BW, aant. 1 onder a. 4 Boon, Brouwer & Schilder 2005, p Groene Serie Huurrecht, art. 7:228 BW, aant. 5. 8

11 Wanneer partijen zich na het verstrijken van de termijn blijven gedragen als daarvóór, kunnen deze gedragingen worden gezien als een stilzwijgende voortzetting van de huurovereenkomst. Zoals uit art. 7:230 BW volgt kan het vermoeden van een stilzwijgende voortzetting slechts ontstaan indien de verhuurder deze voortzetting goed vindt. Indien de verhuurder slechts niet protesteert of geen verdere maatregelen neemt nadat hij geprotesteerd heeft, betekent dit nog niet dat een voortzetting met goedvinden van de verhuurder heeft plaatsgevonden. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval moet beoordeeld worden of hieruit een goedvinden van de huurder kan worden afgeleid. 6 Slechts indien niet van andere bedoelingen blijkt, veronderstelt de wet dat partijen een verlenging voor onbepaalde tijd hebben beoogd. Op deze voet zullen partijen dan ook worden gebonden. 7 In geval van verlenging van de huurovereenkomst voor onbepaalde tijd dient de verhuurder de huur alsnog te beëindigen door opzegging. Er dient dan minimaal een opzegtermijn van een maand in acht te worden genomen (art 7:228 lid 2 BW). 6 Meijers 1972, p Dozy & van der Hoek 2014, art. 7:230 BW, aant. 1, onder a. 9

12 3. Het einde van een huurovereenkomst van woonruimte voor bepaalde tijd In afwijking van de algemene bepaling voor de beëindiging van een huurovereenkomst voor bepaalde tijd, bestaat voor de verhuur van woonruimte een specifieke wettelijke bepaling die daarom derogeert aan de algemene bepaling in art. 7:228 BW. De afwijkende regel voor het beëindigen van dit soort huurovereenkomsten, staat beschreven in art. 7:271 BW. Ook hier is het mogelijk dat de huurovereenkomst op grond van 7:230 BW voor onbepaalde tijd wordt verlengd wanneer partijen zich na het einde van de overeenkomst blijven gedragen als daarvoor. Uit art. 7:242 lid 2 BW volgt dat deze bepaling ten aanzien van woonruimte semidwingend van aard is: hiervan kan niet worden afgeweken ten nadele van de huurder dan wel onderhuurder. 3.1 De vereiste opzegging Een huurovereenkomst van woonruimte voor bepaalde tijd eindigt niet van rechtswege door het verstrijken van de tijd. Zij moet bij exploot of aangetekende brief geschieden onder vermelding van de gronden (art. 7:271 lid 3 jo lid 4 BW). Tevens dient de wettelijke opzegtermijn in acht te worden genomen (art. 7:271 lid 5 jo. lid 7 BW). Nu een opzegging is vereist kan een huurder niet reeds bij het aangaan van de huur of tijdens de looptijd ervan rechtsgeldig, voordat de verhuurder heeft opgezegd, instemmen met de beëindiging van de huurovereenkomst. 8 Art. 7:271 lid 1 BW: In afwijking van artikel 228 lid 1 eindigt een voor bepaalde tijd aangegane huur niet door het enkele verloop van de huurtijd; zij kan door elk van beide partijen worden opgezegd tegen een voor de betaling van de huurprijs overeengekomen dag, niet vallend voor het verstrijken van de bepaalde tijd. 8 HR 19 april 1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2043, r.o. 3.3 (IJsselmuiden/Brouwers). 10

13 Opzegging kan alleen tegen een datum die valt nadat de bepaalde tijd is verstreken, tussentijdse opzegging is in beginsel dus uitgesloten. 9 Nu naast het verstrijken van de bepaalde tijd een opzegging vereist is, heeft de bepaalde termijn slechts tot strekking dat de overeenkomst op zijn vroegst tegen het einde van de termijn kan worden opgezegd. 10 Art.7:271 lid 7 BW voegt hier nog aan toe dat indien een overeenkomst zonder opzegging wordt beëindigd, deze beëindiging nietig is. Slechts indien wordt beëindigd op grond van een beëindigingsovereenkomst of ontbinding op grond van een tekortkoming (art. 6:265 BW), zal deze bepaling niet vereist zijn Geen toestemming van de huurder Ook na de opzegging door de verhuurder is de huurovereenkomst nog niet beëindigd. Art.7:272 lid 1 BW eist dat de huurder schriftelijk instemt met de opzegging van de verhuurder. Ook hier is afwijken van de bepaling ten nadele van de huurder dan wel onderhuurder niet toegestaan (art. 7:282 BW). Wanneer de huurder niet instemt met de opzegging, blijft de huurovereenkomst van rechtswege van kracht (art. 7:272 lid 1 BW). Om de overeenkomst te beëindigen zal de verhuurder beëindiging bij de rechter moeten vorderen (art. 7:272 lid 2 BW). Ook van het tweede lid kan niet worden afgeweken ten nadele van de huurder dan wel onderhuurder (art. 7:282 BW). Art. 7:272 lid 2 BW: De verhuurder kan, indien hij zes weken na de opzegging niet van de huurder een schriftelijke mededeling heeft ontvangen dat hij in de beëindiging van de huurovereenkomst toestemt, op de gronden vermeld in de opzegging vorderen dat de rechter het tijdstip zal vaststellen waarop de huurovereenkomst zal eindigen. Zoals volgt uit art. 7:272 lid 2 BW moet de verhuurder de opzeggingsgrond vermelden in de opzegging en bij de rechter op genoemde grond beëindiging van de huurovereenkomst vorderen. De rechter kan een dergelijke vordering toewijzen wegens een van de zes limitatieve gronden die staan beschreven in art. 7:274 lid 1 BW. 12 Naast het instellen van een vordering tot beëindiging kan ook de beperkende werking van redelijkheid en billijkheid er in 9 Aldus ook: Hof Leeuwarden 11 januari 2011, ECLI:NL:GHLEE:2011:BP1166, r.o HR 10 augustus 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1428 (Aerts/ Kneepkens). 11 De Jonge 2013, p Groene Serie Huurrecht, art. 7:274 BW, aant. 11.1; Dozy & van der Hoek 2014, art. 7:274 BW aant

14 uitzonderlijke gevallen voor zorgen dat de huurder geen recht heeft op huurbescherming. 13 Het is dan aan de verhuurder om de feiten en omstandigheden aan te dragen die een dergelijke uitzondering rechtvaardigen en de rechter dient terughoudend te zijn met aanvaarding van het beroep De beëindigingsgronden voor de verhuur van woonruimte De beëindigingsgronden in art. 7:274 lid 1 BW hebben een imperatief karakter: indien aan een van deze gronden is voldaan zal de vordering van de verhuurder toegewezen moeten worden. 15 Dit helpt de verhuurder voor bepaalde tijd echter niet veel verder: het enkele verstrijken van een bepaalde tijd is namelijk geen geldige opzeggingsgrond. Ingevolge art. 7:274 BW kan de huurovereenkomst worden beëindigd: 1. indien de huurder zich niet als een goed huurder heeft gedragen; 2. indien bedongen is dat de woonruimte na afloop van een bepaalde termijn moet worden ontruimd; 3. indien de verhuurder aannemelijk maakt dat hij het verhuurde dringend nodig heeft voor eigen gebruik; indien de huurder niet instemt met een redelijk aanbod van de verhuurder tot het aangaan van een nieuwe huurovereenkomst; 5. indien de verhuurder een geldig bestemmingsplan wil verwezenlijken dat op het verhuurde ligt; 6. indien, bij inwoning bij de verhuurder, de belangen van de verhuurder zwaarder wegen dan die van de huurder bij het beëindigen van de huur. Pas nadat het termijn van een overeenkomst voor bepaalde tijd is verstreken, is het mogelijk om de overeenkomst op grond van een van deze opzeggingsgronden te beëindigen. 17 Echter slechts de tweede opzeggingsgrond, onder b, biedt onder bepaalde nadere voorwaarden de mogelijkheid om een overeenkomst op te zeggen wegens het verstrijken van een bepaalde tijd. 13 Kloosterman, Rossel & Rozeboom 2014, p. 14; Zie bijvoorbeeld: HR 1 juli 1983, ECLI:NL:HR:1983:AB7666 (Herzfeld/ Groen); HR 19 april 1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2043 (IJsselmuiden/Brouwers). 14 HR 1 juli 1983, ECLI:NL:HR:1983:AB7666 (Herzfeld/ Groen). 15 HR 24 januari 1986, ECLI:NL:HR:1986:AG5179, r.o. 2.8, m.nt. P.A. Stein (Gem. Helmond/Van Tilburg). 16 Als eigen gebruik kan ook worden aangemerkt: renovatie van woonruimte (art. 7:274 lid 3 onder a), het verstrekken van een zelfstandige woning aan gehandicapte (art. 7:274 lid 3 onder b), het verstrekken van woonruimte aan een oudere (art. 7:274 lid 3 onder c) en het vertrekken van woonruimte aan een student (art. 7:274 lid 4). 17 HR 10 augustus 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1428 (Aerts/ Kneepkens). 12

15 3.2.2 Beëindiging wegens het verstrijken van een bepaalde tijd De opzeggingsgrond van art. 7:274 lid 1 onderdeel b BW stelt naast het verstrijken van de tijd een aantal aanvullende voorwaarden om de huurovereenkomst voor bepaalde tijd te beëindigen: deze bepaling moet namelijk worden gelezen in samenhang met de bepaling in het tweede lid van dit artikel dat de bedoelde voorwaarden stelt. Om je op deze bepalingen te kunnen beroepen moet ten eerste uitdrukkelijk zijn bedongen dat de woonruimte na afloop van de termijn moet worden ontruimd. (art. 7:274 lid 2 BW). De verhuurder heeft hier een zware stelplicht en bewijslast. Indien een ontruimingsbeding niet schriftelijk is bedongen zal het voor de verhuurder heel moeilijk zijn om hier aan te voldoen. 18 Ondanks deze strenge maatstaf brengt art. 3:35 BW met zich mee dat aan deze wettelijke maatstaf is voldaan indien de huurder bij het aangaan van de huur onmiskenbaar wist en heeft moeten begrijpen dat hij de woning zou moeten ontruimen na afloop van de termijn. 19 Ten tweede moet de verhuurder belang hebben bij de ontruiming. 20 Een voorbeeld waarbij dit belang ontbrak betreft het arrest Mijderwijk/ Meijaard. 21 De verhuurder wilde zelf gaan wonen in het onzelfstandige gedeelte van de woning dat door de ontruiming vrij zou komen. De andere huurder, wiens huurovereenkomst nog niet kon worden beëindigd, diende niet te accepteren dat zijn verhuurder zijn medebewoner zou worden. Nu het voor de verhuurder niet mogelijk was om de woonruimte te bewonen, had hij geen belang bij de ontruiming. Naast de hiervoor gestelde eisen moet tevens aan een van de drie, in art. 7:274 lid 2 BW genoemde limitatieve gronden, zijn voldaan. Art. 7:274 lid 2 BW bevat te volgende beëindigingsgronden: 1. de verhuurder wil zelf de woonruimte gaan betrekken en heeft de woonruimte niet zelf bewoond of verhuurd; 2. de verhuurder wil zelf de woonruimte gaan betrekken en was zelf de vorige bewoner van de woonruimte; 3. de verhuurder wil een vorige huurder die het recht heeft verkregen om na afloop van die termijn de woning opnieuw te betrekken daartoe de gelegenheid geven. 18 Groene Serie Huurrecht, art. 7:274 BW, aant Groene Serie Huurrecht, art. 7:274 BW, aant Groene Serie Huurrecht, art. 7:274 BW, aant HR 19 april 1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC0219 (Mijderwijk/Meijaard). 13

16 Een overeenkomst voor bepaalde tijd met een ontruimingsbeding kan slechts in voornoemde bijzondere gevallen een beëindigingsgrond opleveren. De beëindigingsgronden zal ik achtereenvolgens nader toelichten. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de eerste grond bedoeld is voor eigenaren die de woning zelf hebben doen bouwen maar deze nog tijdelijk willen verhuren voordat ze zelf de woonruimte willen betrekken. 22 Aangenomen kan worden dat deze eerste grond meer gevallen omvat dan de oorspronkelijke in de wetsgeschiedenis vermelde casus. Zo kan bijvoorbeeld ook gedacht worden aan het geval waarbij de eigenaar de woning leeg heeft gekocht. 23 Een ander voorbeeld betreft de tijdelijke verhuur van de ouderlijke woning in verband met het definitief opnemen van de ouders in een verzorgingstehuis. 24 De tweede grond ziet op situaties waarbij de verhuurder zelf de woning wil gaan betrekken en zelf de vorige bewoner van de woning was. Belangrijk is hier dat de verhuurder zelf de vorige bewoner was. Een geval waarin de verhuurder tijdelijk wil verhuren nadat een andere huurder de woonruimte voor korte dan wel lange tijd heeft gehuurd valt daarom niet onder deze bepaling. De derde grond ziet op de gevallen waarbij een huurder tijdelijk de woning verlaat maar na een periode de woning weer wil betrekken. Gedurende deze periode is het dan mogelijk om de woning voor bepaalde tijd aan een andere huurder te verhuren, zodat de oorspronkelijke huurder zekerheid heeft dat hij na deze periode de woonruimte weer kan betrekken. De beëindigingsgronden in art. 7:274 lid 2 BW zijn limitatief. 25 Nu veel overeenkomsten voor bepaalde tijd niet onder de reikwijdte van een van deze bepalingen vallen zal het in veel gevallen niet mogelijk zijn om de huurovereenkomst te beëindigen wegens het verstrijken van de bepaalde tijd. Zo zijn de bepalingen in dit artikel slechts van toepassing op gevallen waarin iemand de woonruimte zal betrekken. Tot nu toe wordt het betrekken in de jurisprudentie letterlijk genomen. 26 Indien de woning bijvoorbeeld wordt verkocht, gerenoveerd of gesloopt zal het daarom niet mogelijk zijn om op grond van art. 7:274 lid 2 BW een rechtsgeldig ontruimingsbeding op te nemen in de huurovereenkomst. 27 Ondanks het feit dat het betrekken tot nu toe letterlijk is genomen in de jurisprudentie, is het mogelijk dat dit begrip 22 Kamerstukken II 1978/79, , nr. 10, p Bockwinkel 1991, p. 83 waarnaar wordt verwezen in Groene Serie Huurrecht, art. 7:274 BW, aant Groene Serie Huurrecht, art. 7:274 BW, aant De Jonge 2013, p.308; Groene Serie Huurrecht, art. 7:274 BW, aant Groene Serie Huurrecht, art 7:274 BW, aant Groene Serie Huurrecht, art. 7:274 BW, aant

17 in de toekomst soepeler zal worden uitgelegd. 28 Een ander voorbeeld dat niet onder de reikwijdte van een van deze bepalingen valt betreft de verhuur aan twee of meer huurders om een bepaalde periode te overbruggen voordat de verhuurder zelf de woning zal betrekken. Ook hier is een ruimere wetsuitleg in de toekomst denkbaar De eis dat de rechterlijke beslissing tot beëindiging onherroepelijk is Zoals volgt uit art. 7:272 lid 1 BW blijft een huurovereenkomst van woonruimte voor bepaalde tijd in beginsel ook van rechtswege van kracht nadat de rechter de vordering tot beëindiging heeft toegewezen. Indien de overeenkomst voor bepaalde tijd onder de reikwijdte van een van de beëindigingsgronden valt, en de rechter de vordering daarom heeft toegewezen, zal de huurovereenkomst pas eindigen indien de rechter onherroepelijk heeft beslist. Art. 7:272 lid 1 BW: Een opgezegde huurovereenkomst blijft, tenzij de huurder de overeenkomst heeft opgezegd of na opzegging door de verhuurder schriftelijk in de beëindiging ervan heeft toegestemd, na de dag waartegen rechtsgeldig is opgezegd van rechtswege van kracht, tot de rechter onherroepelijk heeft beslist op een vordering van de verhuurder als in lid 2 bedoeld. Wanneer de huurder niet instemt met de opzegging door de verhuurder, zal de huurovereenkomst in beginsel pas eindigen indien een rechter onherroepelijk heeft beslist op een vordering van de verhuurder. Ook wanneer de huurder beluit om niet in hoger beroep te gaan kan hij dus nog drie maanden van het gehuurde gebruik blijven maken omdat de termijn voor het instellen van hoger beroep drie maanden bedraagt (art. 339 lid 1 Rv). Dat de huurovereenkomst ook blijft voortduren nadat een rechter een vordering tot beëindiging heeft toegewezen wordt als aanvaardbaar aangemerkt omdat een zware maatregel als ontruiming slechts mogelijk behoord te zijn indien op de vordering onherroepelijk is beslist. 30 Slechts in uitzonderlijke gevallen zal deze onherroepelijkheid niet vereist zijn Groene Serie Huurrecht, art. 7:274 BW, aant Groene Serie Huurrecht, art. 7:274 BW, aant NEV, Kamerstukken II 1999/00, , nr. 6, p. 51 waarnaar wordt verwezen in De Jonge, de Wijkslooth- Vinke & Gelink p Dozy & van der Hoek 2014, art. 7:272, aant

18 Ten eerste is het mogelijk dat een ontruimingsvonnis door de bodemrechter bij voorraad uitvoerbaar 32 wordt verklaard. 33 Dit zal slechts mogelijk zijn om misbruik van een processuele bevoegdheid, aan de kant van de huurder, tegen te gaan. 34 In drie gevallen kan dit misbruik zich voor doen. 35 Ten eerste wanneer een processuele bevoegdheid wordt gebruikt voor een ander doel dan waarvoor zij is verleend. 36 Ten tweede wanneer het oogmerk schadetoebrenging is. 37 Ten slotte wanneer de belangen van de huurder en de verhuurder onevenredig zijn. 38 Om te oordelen of een van deze gevallen zich voordoet, wordt gebruik gemaakt van de niet, tenzij -regel: een vonnis zal niet uitvoerbaar bij voorraad zijn tenzij niet in redelijkheid van de verhuurder kan worden gevergd dat wordt gewacht op het onherroepelijk worden van het vonnis voordat wordt overgegaan tot ontruiming. 39 Hierbij moet gekeken worden naar de aard van het geschil en de daarmee samenhangende aannemelijk gemaakte belangen. 40 Naast het uitvoerbaar bij voorraad verklaren is het ook mogelijk om in een voorlopige voorziening, op grond van art. 223 Rv en 254 Rv, ontruiming van de woonruimte te vorderen. 41 Hierbij moet echter grote terughoudendheid worden betracht. 42 Ten slotte verdient nog opmerking dat de onherroepelijkheid slechts ziet op een beëindigingsvordering van art. 7:272 lid 2 BW. Onherroepelijkheid is dus ook niet vereist bij een gewone ontbinding wegens wanprestatie (6:265 BW) Uitvoerbaar bij voorraad: onmiddellijk executabel, niet tegenstaande de mogelijkheid van verzet; instelling van rechtsmiddelen heeft dan geen schorsende werking. Definitie afkomstig uit: R.D.J. van Caspel, C.A.W. Klijn, Fockema Andreae s Juridisch woordenboek, Groningen: Noordhoff Uitgevers Dozy & van der Hoek 2014, art. 7:272 BW aant Groene Serie Huurrecht, art. 7:272, aant Groene Serie Huurrecht, art. 7:272, aant Zie in deze lijn: HR 8 januari 1982, ECLI:NL:HR:1982:AG4313 (Lenderink/Woningstichting). 37 Groene Serie Huurrecht, art. 7:272, aant Zie in deze lijn: HR 3 mei 1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2065 (Renovatie Bijlmermeer). 39 Groene Serie Huurrecht, art. 7:272, aant Groene Serie Huurrecht, art. 7:272, aant De Jonge 2013, p Asser/Abas 2007 (5-IIA*), p. 179, De Jonge 2013, p Dozy & van der Hoek 2014, art. 7:272, aant

19 3.4 Bijzondere bepalingen om een woonruimte tijdelijk beschikbaar te stellen Naast de mogelijkheden die art. 7:274 BW biedt om een woning tijdelijk te verhuren zijn er nog vijf bijzondere gevallen waarbij het mogelijk is om een woonruimte tijdelijk beschikbaar te stellen Verhuur naar zijn aard slechts voor korte duur De eerste bepaling betreft de overeenkomst naar zijn aard slechts voor korte duur (art. 7:232 lid 2 BW). Om te beoordelen of een woonruimte naar zijn aard voor korte duur is, wordt gekeken naar drie eigenschappen: 1. de aard van de woonruimte (bijvoorbeeld een wisselwoning); 2. de aard van het gebruik (bijvoorbeeld tijdelijke opvang); 3. de bedoeling van partijen (bijvoorbeeld verhuur vanuit een christelijke doelstelling aan mensen met alcoholproblemen). 44 Het moet bij een huurovereenkomst naar zijn aard voor korte duur voor iedereen duidelijk zijn dat geen sprake kan en mag zijn van huurbescherming. 45 De korte-duur-uitzondering moet restrictief worden toegepast. 46 Zo kan de duur van de overeenkomst een aanwijzing zijn voor een kwalificatie van een woonruimte naar zijn aard voor korte duur, maar is dit niet bepalend. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat een huurovereenkomst van meerdere jaren wordt gekwalificeerd als een overeenkomst naar zijn aard voor korte duur. Dit betrof het geval in een uitspraak van de Rechtbank s-hertogenbosch. 47 Daar was het de bedoeling van partijen dat de huurder de woning slechts tijdens haar stage zou huren. Ondanks het feit dat de huurovereenkomst vier jaar duurde was hier sprake van verhuur naar zijn aard slechts voor korte duur. Een voorbeeld van een huurovereenkomst die aangemerkt zou kunnen worden als een overeenkomst naar zijn aard slechts voor korte duur, betreft de verhuur van een vakantiehuisje. Ook bij vakantiehuisjes is het echter mogelijk dat de overeenkomst niet wordt aangemerkt als naar zijn aard slechts voor korte duur. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn 44 HR 8 januari 1999, ECLI:NL:HR:1999:AC0182, r.o. 3.4, m.nt. P.A. Stein (Abbo/Stichting Renesse); De Jonge 2013, p Dozy & van der Hoek 2014, art 7:232 BW, aant HR 8 januari 1999, ECLI:NL:HR:1999:AC0182, r.o. 3.4, m.nt. P.A. Stein (Abbo/Stichting Renesse). 47 Rb. s-hertogenbosch 17 februari 2011, ECLI:NL:RBSHE:2011:BX

20 wanneer de oorspronkelijke overeenkomst jaar op jaar wordt verlengd. 48 Wanneer artikel 7:232 lid 2 BW zou ontbreken dan zou de huurder van een vakantiehuisje een beroep kunnen doen op huurbescherming en zou hij de woning na het verstrijken van de bepaalde tijd in beginsel niet te hoeven ontruimen. Aangezien vakantiehuisjes slechts bedoeld zijn voor de verhuur voor een korte periode is dit onwenselijk en daarom is de uitzondering in art. 7:232 lid 2 BW gemaakt. Uit dit artikel volgt dat bij overeenkomsten naar zijn aard slechts voor korte duur de gehele afdeling 5 van titel 4 van Boek 7 niet van toepassing is. De overeenkomst zal daarom op grond van 7:228 lid 1 BW van rechtswege eindigen nadat de bepaalde tijd is verstreken, een opzegging is dan niet nodig Hospitaverhuur De tweede bepaling betreft de zogenaamde hospitaverhuur (art. 7:232 lid 3 BW). Deze bepaling ziet op een proefperiode voor gevallen waarbij de huurder bij de verhuurder inwoont. Uit dit artikel volgt dat verschillende bepalingen van de verhuur van woonruimte gedurende deze negen maanden niet van toepassing zijn. In tegenstelling tot bij de verhuur van gewone woonruimte is de opzegging niet gebonden aan de limitatieve beëindigingsgronden van art. 7:274 BW en zal deze huurovereenkomst eindigen wanneer de verhuurder de huur gedurende deze maanden opzegt Verhuur van een gemeentelijk afbraakpand De derde bepaling ziet op een gemeentelijk afbraakpand (art. 7:232 lid 4 BW). Gemeentelijke afbraakpanden zijn panden die toebehoren aan de gemeente. Wanneer de gebouwen reeds bij het aangaan van de huurovereenkomst voor afbraak zijn bestemd, zijn ook hier verschillende bepalingen voor de verhuur van woonruimte niet van toepassing. Zo is na het verstrijken van de bepaalde tijd geen opzegging vereist en zal de overeenkomst conform art. 7:228 BW van rechtswege eindigen door het verstrijken van de tijd Verhuur op grond van de Leegstandwet De vierde bepaling betreft art. 16 jo. 15 van de Leegstandwet. Bepaalde artikelen uit het huurrecht zijn niet toepasbaar wanneer een vergunning is verleend om de woning te verhuren op grond van de Leegstandwet. Een vergunning zal verleend worden wanneer sprake is van een huurovereenkomst zoals omschreven in lid 1 van art. 15 Lw. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de woonruimte blijkens zijn constructie dan wel inrichting bestemd is voor 48 Vgl. in dit verband: Rb. Zutphen 6 oktober 2010, ECLI:NL:RBZUT:2010:BO

21 groepsgewijze huisvesting (onderdeel a). Ook wanneer een woonruimte nimmer bewoond is geweest (onderdeel b onder 1 ), of in de twaalf maanden voordat het leeg kwam te staan door de eigenaar geheel of grotendeels bewoond is geweest (onderdeel b onder 2 ), kan een vergunning verleend worden. Een ander voorbeeld betreft een huurwoning die bestemd is voor afbraak of ingrijpende renovatie (onderdeel c). Een huurovereenkomst die op grond van de Leegstandwet voor bepaalde tijd is verhuurd, moet om de huurovereenkomst te beëindigen worden opgezegd (art. 16 lid 7 Lw). Deze huurovereenkomst zal na de opzegging niet in stand blijven in tegenstelling tot hetgeen voor woonruimte is bepaald in art. 7:272 lid 1 BW. 49 Een opzegging zal echter niet vereist zijn wanneer de huurovereenkomst is geëindigd omdat de vergunning haar geldigheid heeft verloren (art. 16 lid 8 Lw) Anti-kraak Het laatste geval betreft anti-kraak: wanneer woonruimte ter beschikking wordt gesteld als anti-kraakwoning is het mogelijk om een overeenkomst voor bepaalde tijd te sluiten. Na het verstrijken van de bepaalde tijd kan een huurder zich meestal niet beroepen op de huurbeschermingsbepalingen en zal hij de woonruimte moeten ontruimen. Volgens art. 7:201 lid 1 BW moet de huurder een tegenprestatie verrichten alvorens er sprake kan zijn van een huurovereenkomst. Bij anti-kraak zal door de huurder vaak geen huur worden betaald maar worden slechts de gebruikerskosten vergoed zodat niet gesproken kan worden van een tegenprestatie. In dat geval is een bruikleenovereenkomst ontstaan in plaats van een huurovereenkomst. Een voorbeeld waarbij de overeenkomst werd aangemerkt als bruikleenovereenkomst betreft een arrest van het Hof Amsterdam. 50 Daar werd door de verhuurder maandelijkse bemiddelingskosten betaald aan een tussenpersoon. Omdat dit bedrag niet bij de verhuurder terecht kwam kon niet gesproken worden van een tegenprestatie zodat geen huurovereenkomst was ontstaan. In een ander arrest, tevens afkomstig van het Hof Amsterdam, werd de vergoeding die de huurder betaalde echter wel als tegenprestatie aangemerkt. 51 In dit arrest had de verhuurder onvoldoende toegelicht waarvoor de kosten die de huurder betaalde bedoeld waren zodat dit wel als een tegenprestatie werd aangemerkt. In dit laatste geval was dus wel aan de vereisten van art 7:201 lid 1 BW voldaan zodat de 49 Groene Serie, art. 16 Lw, aant Hof Amsterdam 11 juni 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013: Hof Amsterdam 19 november 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:

22 huurder zich kon beroepen op huurbescherming. In dit laatste geval, dus indien wel sprake is van een huurovereenkomst (art. 7:201 lid 1 BW), zou slechts het verstrijken van de bepaalde tijd voor de verhuurder niet voldoende zijn om over het verhuurde te kunnen beschikken. Ook in dit geval zal hij de overeenkomst moeten opzeggen en indien de huurder hier niet mee akkoord gaat zal hij slechts bij de rechter ontruiming kunnen vorderen wanneer aan een van de beëindigingsgronden van art. 7:274 BW is voldaan. 20

23 4. Het einde van een huurovereenkomst van 290-bedrijfsruimte voor bepaalde tijd Evenals bij de verhuur van woonruimte bestaan voor de verhuur van bedrijfsruimte bijzondere wettelijke bepalingen die daarom derogeren aan de algemene regels van het huurrecht. De specifieke bepalingen die ik in dit hoofdstuk zal bespreken zien niet op alle typen bedrijfsruimte. Slechts een specifiek afgebakende groep bedrijfsruimten valt onder de reikwijdte van deze bepalingen. Alle bepalingen ten aanzien van 290-bedrijfsruimte zijn semidwingend van aard: afwijken van de bepalingen ten nadele van de huurder dan wel onderhuurder is zonder toestemming van de rechter niet toegestaan (art. 7:291 BW) bedrijfsruimte De soorten bedrijfsruimten waarop de bepalingen in art. 7:290 e.v. BW van toepassing zijn, zijn te onderscheiden in drie hoofdgroepen die staan beschreven in het tweede lid van artikel 7:290 BW. De eerste groep betreft een gebouwde onroerende zaak of gedeelte daarvan waarin een voor publiek toegankelijk lokaal aanwezig is voor de rechtstreekse levering van roerende zaken of voor dienstverlening. Deze zaak moet dan krachtens huur bestemd zijn voor de uitoefening van een kleinhandelsbedrijf, 52 van een restaurant of cafébedrijf, van een afhaal- of besteldienst of van een ambachtsbedrijf (onderdeel a). Ten tweede wordt een gebouwde onroerende zaak of gedeelte daarvan die bestemd is voor de uitoefening van een hotelbedrijf aangemerkt als bedrijfsruimte (onderdeel b). Ten derde een onroerende zaak die is bestemd voor de uitoefening van een kampeerbedrijf (onderdeel c). 4.2 Bepaalde tijd huurovereenkomsten bij 290- bedrijfsruimte Zoals volgt uit art. 7:292 lid 1 BW duurt een huurovereenkomst bij een 290-bedrijfsruimte vijf jaar of een langere bepaalde tijd indien partijen dat zijn overeengekomen. Nu lid 1 spreekt van bepaalde duur kunnen partijen slechts voor een bepaalde duur een overeenkomst aangaan. Een overeenkomst voor onbepaalde tijd zal aangemerkt worden als een overeenkomst van vijf 52 Met kleinhandelsbedrijf wordt detailhandel bedoeld zie: Kloosterman, Rossel & Rozeboom 2014, p Om te beoordelen of sprake is van een kleinhandelsbedrijf mag mede betekenis worden toegekend aan wat daaronder is het spraakgebruik wordt verstaan: HR 1 juni 1984, ECLI:NL:HR:AG4842 (Loketruimte Staatsloterij); HR 19 maart 1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC0901 (Oriënt Travel). 21

24 jaar. 53 Indien partijen een huurovereenkomst zijn aangegaan voor minder dan vijf jaar, geldt van rechtswege een overeenkomst voor vijf jaar (art. 7:301 lid 2). Slechts indien de rechter dit op grond van art 7:291 lid 2 BW goedkeurt, is afwijken ten nadele van de huurder van de bepaalde tijd van vijf jaar wel toegestaan. Tevens kan van deze regel worden afgeweken indien een overeenkomst is aangegaan voor de duur van twee jaar of korter, dit zal ik in hoofdstuk 4.6 nader toelichten. Wanneer partijen een overeenkomst bedingen voor bepaalde tijd die langer duurt dan vijf jaar, zal de overeenkomst voor de bedongen tijd gelden (art. 7:293 lid 1 jo. 7:300 lid 2 BW) Verlenging van overeenkomsten voor bepaalde tijd De bedongen overeenkomsten van een 290-bedrijfsruimte zullen na het verstrijken van de bepaalde termijn van rechtswege worden verlengd. Uit art. 7:292 lid 2 BW volgt dat een overeenkomst die vijf jaar of langer maar korter dan tien jaar duurt, zal worden verlengd tot de duur van tien jaar. Een overeenkomst voor bepaalde tijd die langer duurt dan tien jaar zal van rechtswege worden verlengd voor onbepaalde tijd. 54 Ook een overeenkomst die al een keer van rechtswege verlengd is tot tien jaar wordt na die tien jaar van rechtswege verlengd voor onbepaalde tijd, tenzij uit de overeenkomst een bepaalde tijd voortvloeit of partijen een bepaalde tijd hebben bedongen (art. 7:300 lid 1 Bw). 4.3 De vereiste opzegging In tegenstelling tot de algemene regel van art. 7:228 BW eindigt ook een 290- bedrijfsruimteovereenkomt niet slechts door het verstrijken van de tijd. Net als bij het beëindigen van een huurovereenkomst van woonruimte is ook bij het beëindigen van een huurovereenkomst bij 290-bedrijfsruimte een opzegging vereist. 55 Ook deze opzegging dient te geschieden bij exploot of aangetekende brief onder vermelding van de gronden (art. 7:293 lid 2 jo. art. 7:294 BW). Tevens dient de opzegtermijn van een jaar in acht te worden genomen (art. 7:293 lid 3 BW). Ook hier zal een opzegging echter niet nodig zijn wanneer wordt beëindigd door middel van ontbinding op grond van een tekortkoming (art. 6: NV, Kamerstukken II 2000/01, , nr.5, p Ondanks het feit dat dit niet letterlijk in de wettekst staat is aannemelijk dat deze regel onder het huidig recht bestaat nu de regel wel onder het oude recht gold (art. 7A:1631d lid 2-3 jo.art. 7A:1631c lid 1 BW (oud)) en nergens blijkt dat de wetgever verandering heeft beoogd. 55 Dozy & van der Hoek 2014, art. 7:293, aant

25 BW). 56 Dit is tevens het geval wanneer wordt beëindigd door middel van een beëindigingsovereenkomst (7:293 lid 3 BW). In tegenstelling tot bij de opzegging van een woonruimte bedraagt de opzegtermijn van een 290-bedrijfsruimte minimaal een jaar (art. 7:293 lid 2 BW). Verder kan slechts worden opgezegd aan het einde van de duur waarvoor de overeenkomst geldt. En wel tegen de overeengekomen dan wel, tegen de verlengde termijn (art. 7:293 lid 1 BW). 57 Wanneer een verhuurder bijvoorbeeld te laat opzegt bij een eerste periode voor vijf jaar, zal hij wederom gebonden zijn aan een overeenkomst voor vijf jaar. 58 Slechts in uitzonderlijke gevallen kan hiervan worden afgeweken. 59 Zo bepaalde het Hof s-gravenhage bijvoorbeeld dat de huurovereenkomst wegens onvoorziene omstandigheden (art. 6:258 BW) op een andere datum kon worden ontbonden dan de bepalingen in het huurrecht toestaan Geen toestemming van de huurder Uit art. 7:295 lid 1 BW volgt dat de huurder moet instemmen met de opzegging voordat de huurovereenkomst daadwerkelijk eindigt. Deze regel is vergelijkbaar met art. 7:272 lid 1 BW voor woonruimte. Indien de huurder niet instemt met de opzegging zal de verhuurder ook hier moeten vorderen dat de rechter het tijdstip bepaalt waarop de huurovereenkomst zal eindigen De beëindigingsgronden bij 290-bedrijfsruimte Een huurovereenkomst met een looptijd van langer dan twee jaar kan de verhuurder opzeggen op een van de limitatieve gronden die staan omschreven in art. 7:296 lid 1 BW. 61 Ondanks het woord kan, zal de rechter de vordering moeten toewijzen indien een van de twee gronden zich voordoet. 62 Dit zal het geval zijn: - indien de verhuurder zich, wegens zijn bedrijfsvoering, niet heeft gedragen als een goed huurder, of - indien de verhuurder aannemelijk maakt dat hij het verhuurde persoonlijk in duurzaam gebruik wil nemen. 56 Groene Serie, 7:293, aant Kloosterman, Rossel & Rozeboom 2014, p Evers 2011, p Groene Serie art. 7:293, aant Hof 's-hertogenbosch 18 augustus 2011, ECLI:NL:HR:2013:BY8286, r.o De Jonge 2013, p MvA, Kamerstukken II 1970/71, 8875, nr. 6, p. 8; HR 27 april 1979, ECLI:NL:HR:1979:AC6569, m.nt. P.A. Stein (De Zilvermeeuw/ Victoria Hotel). 23

26 Bij de verhuur van bedrijfsruimte voor tien jaar of langer bestaan nog een aantal aanvullende beëindigingsgronden. De rechter zal op grond van het vierde lid van artikel 7:296 BW tevens een vordering moeten toewijzen: - indien de huurder niet instemt met een redelijk aanbod van de verhuurder tot het aangaan van een nieuwe huurovereenkomst, of - indien de verhuurder een geldig bestemmingsplan wil verwezenlijken dat op het verhuurde ligt. De bepalingen in art. 7:296 lid 4 onder c en d BW zijn slechts toepasbaar voor huurovereenkomsten met een duur van meer dan tien jaar. 63 De bevoegdheid om een overeenkomst te beëindigen omdat de huurder niet instemt met een redelijk aanbod (onder c) of door middel van het uitvoeren van een bestemmingsplan (onder d) zal voor het verstrijken van de tien jaar dus niet bestaan. Een 290-bedrijfsruimteovereenkomst is daarom slechts in twee gevallen te beëindigen indien de overeenkomst langer dan twee jaar maar korter dan tien jaar duurt. Deze bevoegdheid zal bestaan wanneer de bedrijfsvoering van de huurder niet is geweest zoals een goed huurder betaamt (lid 1 onderdeel a) en wanneer de verhuurder aannemelijk maakt dat het verhuurde in duurzaam gebruik zal worden genomen (lid 1 onderdeel b). Ten slotte biedt art. 7:296 lid 3 BW de mogelijkheid om een overeenkomst voor tien jaar of langer te beëindigen door middel van een belangenafweging. De belangen van de huurder en verhuurder zullen ten aanzien van de beëindiging tegen elkaar worden afgewogen. De bepalingen in lid 3 en 4 van art. 7:296 BW zijn niet slechts van toepassing op overeenkomsten die krachtens 7:292 lid 2 BW zijn verlengd. Ondanks het feit dat dit zo staat beschreven in de bepalingen, zijn zij ook toepasbaar op overeenkomsten die zijn gesloten voor tien jaar of langer en dus niet zijn verlengd op grond van 7:292 lid 2 BW. Dan verdient nog opmerking dat, naast het instellen van een vordering tot beëindiging op een van deze gronden, het soms tevens mogelijk is dat de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid ervoor zorgt dat de huurder geen recht heeft op huurbescherming Hoofdstuk Kloosterman, Rossel & Rozeboom 2014, p

27 4.5 De eis dat de rechterlijke beslissing tot beëindiging onherroepelijk is Zoals volgt uit art. 7:295 lid 1 BW zal een toegewezen ontruimingsvonnis pas uitvoerbaar zijn wanneer het vonnis onherroepelijk is geworden. Deze bepaling is vergelijkbaar met art. 7:272 lid 1 BW voor woonruimte en conform art. 7:291 BW mag ook hier kan niet ten nadele van de huurder worden afgeweken. Wanneer deze twee artikelen worden vergeleken valt echter op dat art. 7:295 lid 1 BW nog een tweede zin bevat. Zo luidt de tweede zin van art. 7:295 lid 1 BW: De rechter kan evenwel, indien het verweer van de huurder hem kennelijk ongegrond voorkomt, zijn toewijzend vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaren. Slechts wanneer het verweer van de huurder kennelijk ongegrond voorkomt, zal de rechter het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaren. 65 De rechter zal hier terughoudend moeten optreden. 66 Zoals de wetgever schetst zal een verweer kennelijk ongegrond zijn wanneer sprake is van misbruik van recht. 67 De gevallen wanneer sprake is van misbruik van recht zijn hetzelfde als bij woonruimte (hoofdstuk 3.3). 68 Misbruik doet zich namelijk voor wanneer het oogmerk schadetoebrenging is, 69 de processuele bevoegdheid gebruikt wordt voor een ander doel dan waarvoor zij is verleend, of wanneer de belangen van de huurder en de verhuurder onevenredig zijn. 70 Ondanks de tweede zin bij artikel 7:295 lid 1 BW is het artikel vergelijkbaar met art. 7:272 lid 1 BW en biedt het dezelfde mogelijkheden om een woning te ontruimen alvorens het vonnis onherroepelijk is geworden. Verder is het bij een 290-bedrijfsruimte nog mogelijk dat de verhuurder door middel van voorlopige voorzieningen verplicht wordt om de woning te ontruimen. Dit zal het geval zijn wanneer niet van de verhuurder verwacht kan worden dat hij de beëindigingsprocedure afwacht Kloosterman, Rossel & Rozeboom 2014, p De Jonge 2013, p NV, Kamerstukken II 2000/01, , nr.5, p De Jonge 2013, p. 458: Groene Serie, art. 7:295 BW, aant Groene Serie, art. 7:272, aant Zie in deze lijn: HR 8 januari 1982, ECLI:NL:HR:1982:AG4313 (Lenderink/Woningstichting); HR 3 mei 1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2065 (Renovatie Bijlmermeer). 71 De Jonge 2013, p

28 4.6 Bijzondere bepalingen voor de verhuur van 290- bedrijfsruimte In beginsel is het niet mogelijk om van de huurbepalingen van 290-bedrijfsruimte af te wijken ten nadele van de huurder (art. 7:291 lid 1 BW). In hoofdstuk 4.2 vermelde ik dat afwijken echter wel mogelijk is indien toestemming van de rechter is verkregen. Echter ook zonder deze toestemming is afwijken ten nadele van de huurder mogelijk. Voor huurovereenkomsten met een duur van twee jaar of korter kan namelijk van de regel in art. 7:292 lid 1 BW worden afgeweken zodat een overeenkomst niet verplicht vijf jaar of een langere bepaalde tijd dient te duren (7:301 lid 1 BW). In veel gevallen is het wenselijk dat de huurovereenkomst slechts een korte periode duurt, denk bijvoorbeeld aan het geval waarbij de huurder eerst wil zien of zijn bedrijf loopt. Niet slechts in dit geval zal de bepaling van art. 7:301 lid 1 BW van toepassing zijn maar ook in andere gevallen kan een beroep op deze bepaling worden gedaan. 72 Indien partijen slechts een korte huurperiode willen bedingen, is het onwenselijk indien zij hiervoor toestemming van de rechter moeten vragen. Voor deze gevallen biedt art. 7:301 lid 1 BW uitkomst: partijen kunnen zonder rechterlijke tussenkomst een geldige huurovereenkomst bedingen van twee jaar of korter. Uit het bepaalde in art. 7:301 lid 1 BW volgt dat de artikelen 7:291 BW tot en met 7:300 BW niet van toepassing zijn op overeenkomsten van twee jaar of korter. Ook de bepalingen die verplichten tot een opzegging alvorens de huurovereenkomst kan eindigen zijn op deze overeenkomsten dus niet van toepassing. Een opzegging is niet vereist om de huurovereenkomst te eindigen. Tevens zijn de limitatieve beëindigingsgronden hier niet toepasselijk en zal aan de hand van het algemene huurrecht worden bepaald wanneer de overeenkomst eindigt. Zo zal een huurovereenkomst van een 290-bedrijfsruimte met een duur van twee jaar of korter op de voet van art. 7:228 BW eindigen door het enkele verstrijken van de bepaalde tijd. Nu art. 7:228 BW regelend van aard is, zal het enkel toepasselijk zijn indien partijen zelf niets afwijkends hebben bedongen MvT, Kamerstukken II 1966/67, 8875, nr. 3 p Kloosterman, Rossel & Rozeboom 2014, p

Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 290-310 BW (huur van bedrijfsruimte)

Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 290-310 BW (huur van bedrijfsruimte) Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 290-310 BW (huur van bedrijfsruimte) Boek 7 BW, titel 4: Bedrijfsruimte Afdeling 6. Huur van bedrijfsruimte Artikel 290 1. De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing

Nadere informatie

- 290-bedrijfsruimte: openbare, toegankelijke ruimtes zoals winkels en horecabedrijven;

- 290-bedrijfsruimte: openbare, toegankelijke ruimtes zoals winkels en horecabedrijven; Huurrecht 290-bedrijfsruimte (winkelruimte) Bij huurrecht en een huurovereenkomst denkt men al snel aan het (ver)huren van een onroerende zaak, meestal een gebouw. De meeste huurvragen hebben hier dan

Nadere informatie

Tijdelijke verhuur woonruimte

Tijdelijke verhuur woonruimte Momenteel staan er veel woningen te koop. Veel mensen hebben zelfs in deze tijd al een nieuwe woning gekocht, terwijl de oude woning nog niet verkocht is. Eigenaren zijn veelal op zoek naar middelen om

Nadere informatie

Huurrecht - woonruimte

Huurrecht - woonruimte Huurrecht - woonruimte Bij huurrecht en huurovereenkomst denkt men al snel aan het (ver)huren van een onroerende zaak, meestal een gebouw, en de meeste huurvragen hebben hier ook betrekking op. De wet

Nadere informatie

Wet doorstroming huurmarkt 2015

Wet doorstroming huurmarkt 2015 Wet doorstroming huurmarkt 2015 Door: Susanne van de Pest Lezing Jonge Balie 2 maart 2017 Wet doorstroming huurmarkt 2015 Voorgeschiedenis Wetsvoorstel doorstroming huurmarkt 2015-21 december 2014 ingediend

Nadere informatie

Boek 7A Burgerlijk Wetboek: 1624-1636o BW (bedrijfsruimte)

Boek 7A Burgerlijk Wetboek: 1624-1636o BW (bedrijfsruimte) Boek 7A Burgerlijk Wetboek: 1624-1636o BW (bedrijfsruimte) BUREAU BREIJ B.V. Postbus 15858 1001 NJ AMSTERDAM Kamer van Koophandel, nr. 17082168, ter inzage gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.

Nadere informatie

Boek 7A Burgerlijk Wetboek: 1623a-1623o BW (woonruimte)

Boek 7A Burgerlijk Wetboek: 1623a-1623o BW (woonruimte) Boek 7A Burgerlijk Wetboek: 1623a-1623o BW (woonruimte) BUREAU BREIJ B.V. Postbus 15858 1001 NJ AMSTERDAM Kamer van Koophandel, nr. 17082168, ter inzage gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.

Nadere informatie

Uitvoeringsinstructie 12

Uitvoeringsinstructie 12 Uitvoeringsinstructie 12 Tijdelijke Verhuur Datum van ingang: Relatie met Leegstandwet Artikel 1 Algemene bepalingen Artikel 15 Bepalingen m.b.t. vergunningverlening Artikel 16 Bepalingen m.b.t. huur en

Nadere informatie

ARTIKEL I. Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd: Artikel 232, vierde lid, vervalt.

ARTIKEL I. Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd: Artikel 232, vierde lid, vervalt. Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Leegstandwet (uitbreiding van de opzeggingsgrond dringend eigen gebruik en uitbreiding van de mogelijkheden tot tijdelijke verhuur) Alzo Wij in overweging

Nadere informatie

Het beginpunt van elke huurovereenkomst is de wet. In artikel 7:201 BW staat de definitie van een huurovereenkomst. Die luidt als volgt:

Het beginpunt van elke huurovereenkomst is de wet. In artikel 7:201 BW staat de definitie van een huurovereenkomst. Die luidt als volgt: 1.1 Wat is huur? Alles is te koop is een veelgehoorde uitdrukking. Je zou ook kunnen zeggen alles is te huur. Dit boek gaat over huurrecht. Huur is een bijzondere overeenkomst. Dat wil zeggen dat er een

Nadere informatie

Huurrecht bedrijfsruimte

Huurrecht bedrijfsruimte Huurrecht bedrijfsruimte Welkom Programma: - Welkomstwoord Robert Ruiter - Voorstelrondje - Ontbijt - Over RRA - Huurrecht bedrijfsruimte Ontbijtsessie RRA 12 maart 2010 Huurrecht bedrijfsruimte Welkom

Nadere informatie

Wijziging Uitvoeringsinstructie 12 Tijdelijke Verhuur naar aanleiding van de wijzigingen in de Leegstandwet d.d. 1 juli 2013(3B, 2014, 179)

Wijziging Uitvoeringsinstructie 12 Tijdelijke Verhuur naar aanleiding van de wijzigingen in de Leegstandwet d.d. 1 juli 2013(3B, 2014, 179) GEMEENTEBLAD Nr. 65220 17 november Officiële uitgave van gemeente Amsterdam. 2014 Wijziging Uitvoeringsinstructie 12 Tijdelijke Verhuur naar aanleiding van de wijzigingen in de Leegstandwet d.d. 1 juli

Nadere informatie

Vastgoed-nieuws. 21 november 2013. Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur

Vastgoed-nieuws. 21 november 2013. Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur Vastgoed-nieuws 21 november 2013 Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur Essentie Verhuurders proberen vaak op creatieve manier onder dwingendrechtelijke huur(prijs)beschermingsbepalingen uit te

Nadere informatie

Het huurrecht van een winkelruimte of andere bedrijfsruimte in de zin van art. 7:290 BW nader bekeken

Het huurrecht van een winkelruimte of andere bedrijfsruimte in de zin van art. 7:290 BW nader bekeken Het huurrecht van een winkelruimte of andere bedrijfsruimte in de zin van art. 7:290 BW nader bekeken In de dagelijkse praktijk komen wij van Stad&Co ondernemers tegen die vragen hebben over hun juridische

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1978-1979 14249 Bepalingen met betrekking tot huur en verhuur van woonruimte Nr.9 VERGELIJKENDE TEKST Tekst van de artikelen 1623a-1623g van het Burgerlijk Wetboek,

Nadere informatie

MVA HUUROVEREENKOMST VOOR ZELFSTANDIGE GELIBERALISEERDE WOONRUIMTE GERICHT OP DE HUURMARKT TEN BEHOEVE VAN EXPATS (Model april 2015)

MVA HUUROVEREENKOMST VOOR ZELFSTANDIGE GELIBERALISEERDE WOONRUIMTE GERICHT OP DE HUURMARKT TEN BEHOEVE VAN EXPATS (Model april 2015) A.175188.01/3402342/2 MVA HUUROVEREENKOMST VOOR ZELFSTANDIGE GELIBERALISEERDE WOONRUIMTE GERICHT OP DE HUURMARKT TEN BEHOEVE VAN EXPATS (Model april 2015) Toelichting ten behoeve van een verhuurder Iemand

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 588 Wet van 21 november 2002 tot vaststelling van afdeling 7.4.6 van het Burgerlijk Wetboek (huur van bedrijfsruimte) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Huurovereenkomst. Vraag en antwoord. Huurovereenkomst. Geliberaliseerde huurovereenkomsten. Huurbescherming

Huurovereenkomst. Vraag en antwoord. Huurovereenkomst. Geliberaliseerde huurovereenkomsten. Huurbescherming pagina 1 van 12 Huurovereenkomst Vraag en antwoord Huurovereenkomst 1. 2. 3. 4. 5. 6. Wat staat er in een standaard huurovereenkomst? Welke regels zijn verder van toepassing? Wat gebeurt er als de afgesproken

Nadere informatie

Huurrecht en gebiedsontwikkeling. 5 oktober 2017 Daniëlle de Vos Job Velthuizen

Huurrecht en gebiedsontwikkeling. 5 oktober 2017 Daniëlle de Vos Job Velthuizen Huurrecht en gebiedsontwikkeling 5 oktober 2017 Daniëlle de Vos Job Velthuizen Waar raken huurrecht en gebiedsontwikkeling elkaar? Onderwerpen Voorbereidingsfase 1. Communicatie met bewoners 2. Renovatie

Nadere informatie

Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 201-231 BW (algemene bepalingen)

Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 201-231 BW (algemene bepalingen) Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 201-231 BW (algemene bepalingen) Boek 7 BW, titel 4: Algemeen e.v. Afdeling 1. Algemene bepalingen Artikel 201 1. Huur is de overeenkomst waarbij de ene partij, de verhuurder,

Nadere informatie

HUUROVEREENKOMST LEEGSTANDWET

HUUROVEREENKOMST LEEGSTANDWET HUUROVEREENKOMST LEEGSTANDWET juli 2014 De ondergetekenden: 1., wonende te., hierna te noemen: verhuurder ; en 2., wonende te., hierna te noemen: huurder ; De ondergetekenden 1 en 2 hierna gezamenlijk

Nadere informatie

Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 232-282 BW (huur van woonruimte)

Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 232-282 BW (huur van woonruimte) Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 232-282 BW (huur van woonruimte) Boek 7 BW, titel 4: Woonruimte Afdeling 5. Huur van woonruimte Onderafdeling 1. Algemeen Artikel 232 1.Deze afdeling is uitsluitend van toepassing

Nadere informatie

Huurrecht en faillissement

Huurrecht en faillissement Presentatie Vogon 1 april 2015 Jurjan Adriaansens Advocaat vastgoed sinds 2002-2007 303-taxateur + bedrijfsjurist bij DTZ 2007-2008 Sinds 2008 terug als vastgoedadvocaat Oprichter/partner M2 Advocaten

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136

ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136 ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136 Instantie Datum uitspraak 15-02-2011 Datum publicatie 18-03-2011 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 385723 / KG ZA 11-78 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Model tijdelijke huurovereenkomst ex artikel 15 Leegstandwet 1

Model tijdelijke huurovereenkomst ex artikel 15 Leegstandwet 1 Model tijdelijke huurovereenkomst ex artikel 15 Leegstandwet 1 Ondergetekenden, De... gevestigd en kantoorhoudend te... hierna te noemen: verhuurder en...... (elk van hen) hierna te noemen: huurder In

Nadere informatie

Beleidsregels Leegstandwet

Beleidsregels Leegstandwet Beleidsregels Leegstandwet Datum: 28 april 2009 Burgemeester en wethouders van Soest; Gelet op artikel 1.3, vierde lid Algemene Wet Bestuursrecht en artikel 15, eerste lid van de Leegstandwet; Overwegende

Nadere informatie

Vastgoed Fiscaal & Civiel 2016(5) Hoe tijdelijk is de tijdelijke huurovereenkomst?

Vastgoed Fiscaal & Civiel 2016(5) Hoe tijdelijk is de tijdelijke huurovereenkomst? VGFC 2016/5 Hoe tijdelijk is de tijdelijke huurovereenkomst? Vastgoed Fiscaal & Civiel 2016(5) Hoe tijdelijk is de tijdelijke huurovereenkomst? Hoe tijdelijk is de tijdelijke huurovereenkomst? BW Op 1

Nadere informatie

Grofweg is een overige bedrijfsruimte alles wat geen 290-bedrijfsruimte of woonruimte is.

Grofweg is een overige bedrijfsruimte alles wat geen 290-bedrijfsruimte of woonruimte is. Huurrecht - kantoorruimte en overige bedrijfsruimte De meeste huurvragen hebben betrekking op het huurrecht en een huurovereenkomst betreffende het (ver)huren van een onroerende zaak. De wet maakt onderscheid

Nadere informatie

Actualiteiten huurrecht

Actualiteiten huurrecht Actualiteiten huurrecht mr. M.-L.W.J.S. Knook (Marlies), advocaat mr. M.E.G.W. Beker (Mirte), advocaat Onderwerpen Algemeen 1. Opzegging 2. Head of Terms Woonruimte 3. Servicekosten 4. Tijdelijke verhuur

Nadere informatie

Aanvraag vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte

Aanvraag vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte Aanvraag vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte Lees eerst de toelichting. 1. Betreft: Woning Gebouw Te verhuren adres: 2. De ondergetekende Naam en voorletters: Straat en huisnummer:

Nadere informatie

Inleiding. Algemene bepalingen van het huurrecht Verplichtingen huurder

Inleiding. Algemene bepalingen van het huurrecht Verplichtingen huurder 1 1.1 1.2 1.3 1.4 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 Inleiding 13 Wat is huur? 13 Wat kun je huren? Schema overzicht huurobjecten 14 (Semi)dwingend recht 17 1.3.1 Regelend recht (of aanvullend recht) 17 1.3.2 Semidwingend

Nadere informatie

Cursus huurrecht. Indeling in modules. Systematiek van de wet

Cursus huurrecht. Indeling in modules. Systematiek van de wet Cursus huurrecht Indeling in modules Systematiek van de wet Gelaagde structuur van de wetboeken; Algemene bepalingen huurrecht (artikel 7:201 BW artikel 7:231 BW); o Huur van roerende zaken; o Huur van

Nadere informatie

Belangenbehartiging opdrachtgever. Tijdelijke verhuur. Problemen bij oplevering vrij van huur.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Tijdelijke verhuur. Problemen bij oplevering vrij van huur. Belangenbehartiging opdrachtgever. Tijdelijke verhuur. Problemen bij oplevering vrij van huur. Klager heeft zijn makelaar (beklaagde) een opdracht tot dienstverlening bij verkoop van zijn woonboerderij

Nadere informatie

1.1 Huurbescherming. Er zijn ook bepalingen van dwingend recht. Daarvan mag sowieso niet worden afgeweken, ook niet ten voordele van de huurder.

1.1 Huurbescherming. Er zijn ook bepalingen van dwingend recht. Daarvan mag sowieso niet worden afgeweken, ook niet ten voordele van de huurder. 1 Huurbescherming Het huurrecht kenmerkt zich door regels die bescherming aan de huurder bieden. Dit geldt vooral voor huur van woonruimte en detailhandelsbedrijfsruimte. Tot aan de middeleeuwen bestond

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2015:5675

ECLI:NL:RBMNE:2015:5675 ECLI:NL:RBMNE:2015:5675 Instantie Datum uitspraak 29-07-2015 Datum publicatie 03-08-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 3947956 MC EXPL 15-2480

Nadere informatie

2. Wat is de duur van een handelshuurovereenkomst?

2. Wat is de duur van een handelshuurovereenkomst? A C C O U N T A N T S B E L A S T I N G C O N S U L E N T E N De handelshuurovereenkomst Wie een pand huurt om er handel te drijven, heeft behoefte aan een zekere duurzaamheid, zekerheid, stabiliteit.

Nadere informatie

1. Alle door Leeghuis uitgebrachte offertes zijn vrijblijvend, tenzij in de offerte uitdrukkelijk anders staat vermeldt.

1. Alle door Leeghuis uitgebrachte offertes zijn vrijblijvend, tenzij in de offerte uitdrukkelijk anders staat vermeldt. Algemene voorwaarden Leeghuis Begripsbepalingen opdrachtgever De partij aan wie door Leeghuis een offerte is uitgebracht, respectievelijk de partij die aan Leeghuis de opdracht heeft verleend tot uitvoering

Nadere informatie

8875 (Tweede Kamer, Zitting ). EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Zitting Nr. 14

8875 (Tweede Kamer, Zitting ). EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Zitting Nr. 14 8875 (Tweede Kamer, Zitting 1966-1967). EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL Zitting 1970-1971 Nr. 14 NADER GEWIJZIGD ONTWERP VAN WET houdende bepalingen met betrekking tot huur en verhuur van bedrijfsruimte

Nadere informatie

meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam &

meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam & meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam & De 10 meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam & Colofon De Gier Stam & Advocaten Lucasbolwerk 6 Postbus 815 3500 AV UTRECHT t: (030)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:14105

ECLI:NL:RBDHA:2016:14105 ECLI:NL:RBDHA:2016:14105 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 16-11-2016 Datum publicatie 22-11-2016 Zaaknummer 5139036 RL EXPL 16-16773 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

De toelaatbaarheid van onderhuur en de consequenties daarvan. Scriptie voor de master privaatrechtelijke rechtspraktijk.

De toelaatbaarheid van onderhuur en de consequenties daarvan. Scriptie voor de master privaatrechtelijke rechtspraktijk. De toelaatbaarheid van onderhuur en de consequenties daarvan Scriptie voor de master privaatrechtelijke rechtspraktijk. Begeleider: mr. G.J.P. de Vries Judith Steltenpool Studentnummer: 6006175 Voorwoord

Nadere informatie

1 Huurrecht is burgerlijk recht

1 Huurrecht is burgerlijk recht 1 Huurrecht is burgerlijk recht 1.1 Personen Om het huurrecht goed te kunnen positioneren, is het van belang vast te stellen dat huurrecht onderdeel uitmaakt van het burgerlijk recht. Grof gezegd bestaat

Nadere informatie

verbintenissenrecht Huisbewaring zet huur- bescherming

verbintenissenrecht Huisbewaring zet huur- bescherming verbintenissenrecht S.I. ELSINGA* Huisbewaring zet huur- bescherming onder druk Tijdelijke verhuur van woonruimte is in. De bewoner van een zogenaamde distributiewoning 1 stuit echter op zowel civielrechtelijke

Nadere informatie

Inleiding. Algemene bepalingen van het huurrecht Verplichtingen huurder

Inleiding. Algemene bepalingen van het huurrecht Verplichtingen huurder Inhoud 1 1.1 1.2 1.3 1.4 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 Inleiding 13 Wat is huur? 13 Wat kun je huren? Schema overzicht huurobjecten 14 (Semi)dwingend recht 17 1.3.1 Regelend recht (of aanvullend recht) 17

Nadere informatie

Beëindigen van de huurovereenkomst in verband met renovatie. Violet Acar en Thérèse Fraai 4 april 2019

Beëindigen van de huurovereenkomst in verband met renovatie. Violet Acar en Thérèse Fraai 4 april 2019 Beëindigen van de huurovereenkomst in verband met renovatie Violet Acar en Thérèse Fraai 4 april 2019 Wat gaan we dit uur doen? Keuzevrijheid voor de verhuurder; Dringend eigen gebruik, wanneer is daar

Nadere informatie

Daarnaast brengt de makelaar/bemiddelaar ook courtage/kosten in rekening bij de verhuurder.

Daarnaast brengt de makelaar/bemiddelaar ook courtage/kosten in rekening bij de verhuurder. Variant 2: Bemiddelingsovereenkomst met makelaar/bemiddelaar voor een zelfstandige woning. Bemiddelaar brengt courtage/kosten in rekening bij verhuurder en bij huurder. De kandidaat-huurder heeft op een

Nadere informatie

Transformatie van leegstaande kantoren in tijdelijke woonruimte

Transformatie van leegstaande kantoren in tijdelijke woonruimte Transformatie van leegstaande kantoren in tijdelijke woonruimte De mogelijkheden op grond van de Leegstandwet en het Bor mr. W. Lever 1 Leegstaande kantoren: het is een omvangrijk probleem in Nederland.

Nadere informatie

Tijdelijke verhuur via de Leegstandwet

Tijdelijke verhuur via de Leegstandwet Tijdelijke verhuur via de Leegstandwet In Nederland is de bescherming van huurders goed geregeld. De huurder ontleent zijn of haar rechten aan het Burgerlijk Wetboek. Dat houdt in dat het voor de verhuurder

Nadere informatie

Wet doorstroming huurmarkt Anne Maren Langeloo 22 juni 2016

Wet doorstroming huurmarkt Anne Maren Langeloo 22 juni 2016 Anne Maren Langeloo 22 juni 2016 Voorgeschiedenis Beleidsbrief van 17 januari 2012 aan Tweede Kamer Gesprekken najaar 2013 Brief van 11 april 2014 aan Tweede Kamer Concept Wetsvoorstel tijdelijke huur

Nadere informatie

1 Stichting DUWO, gevestigd te Delft, verder: DUWO en verhuurder ;

1 Stichting DUWO, gevestigd te Delft, verder: DUWO en verhuurder ; Partijen: 1 Stichting DUWO, gevestigd te Delft, verder: DUWO en verhuurder ; 2 Contactnummer: Naam: Geboortedatum: Nationaliteit: Onderwijsinstelling: verder: huurder, die bij aanvang van de huur de hoedanigheid

Nadere informatie

Huurovereenkomst vakantiehuis Casa Mama, Petöfi Sándor Utca 24, 7751 Monyoród, Hongarije.

Huurovereenkomst vakantiehuis Casa Mama, Petöfi Sándor Utca 24, 7751 Monyoród, Hongarije. Huurovereenkomst vakantiehuis Casa Mama, Petöfi Sándor Utca 24, 7751 Monyoród, Hongarije. De ondergetekenden: a. verhuurder, b. huurder ; Verklaren te zijn overeengekomen als volgt: 1. VERHUUR EN HUUR

Nadere informatie

Modelcontract tijdelijke verhuur zelfstandige DAEB-woonruimte aan bijzondere doelgroepen (juli 2016)

Modelcontract tijdelijke verhuur zelfstandige DAEB-woonruimte aan bijzondere doelgroepen (juli 2016) Modelcontract tijdelijke verhuur zelfstandige DAEB-woonruimte aan bijzondere doelgroepen (juli 2016) Aedes en Platform31 bieden de corporaties een modelcontract aan voor de tijdelijke verhuur van zelfstandige

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Zitting 1978-1979 14 249 Bepalingen met betrekking tot huur en verhuur van woonruimte Nr. 8 GEWIJZIGD ONTWERP VAN WET Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Noot onder HR 24 september 2010, LJN BM9758 (Toko Mitra/PMT)

Noot onder HR 24 september 2010, LJN BM9758 (Toko Mitra/PMT) Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Noot onder HR 24 september 2010, LJN BM9758 (Toko Mitra/PMT) Z.H. Duijnstee-van Imhoff Published in WR 2011/1, p. 14-17. 1 In dit opmerkelijke arrest

Nadere informatie

Tijdelijke verhuur via de Leegstandwet

Tijdelijke verhuur via de Leegstandwet Tijdelijke verhuur via de Leegstandwet In Nederland is de bescherming van huurders goed geregeld. De huurder ontleent zijn of haar rechten aan het Burgerlijk Wetboek. Dat houdt in dat het voor de verhuurder

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 0 08 Voorstel van wet van de leden Gesthuizen, Smeets, Blanksma-Van den Heuvel en Van Gent tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek houdende verbetering

Nadere informatie

Actualiteiten huurrecht woonruimte

Actualiteiten huurrecht woonruimte Actualiteiten huurrecht woonruimte Cornélie Arnouts MRE MRICS 16 juni 2016 2 Donderdag 9 juni jl.: Rechtbank & Airbnb Relevant factoren ontbinding / ontruiming: Wat voor woning (sociaal / geliberaliseerd)

Nadere informatie

Adres, Postcode, Plaats

Adres, Postcode, Plaats HUUROVEREENKOMST VOOR BEPAALDE TIJD ONDERGETEKENDEN: Naam : Adres : Postcode / plaats : Telefoon : Mobiele nummer : E-mail adres : IBAN rekeningnummer : Hierna te noemen verhuurder en beheerder. Naam :

Nadere informatie

De Opdrachtgever: de (rechts)persoon die de opdracht aan RandstadMakelaars verstrekt.

De Opdrachtgever: de (rechts)persoon die de opdracht aan RandstadMakelaars verstrekt. Artikel 1 - Toepasselijkheid Deze algemene bepalingen zijn van toepassing op iedere overeenkomst van opdracht tot dienstverlening en/of bemiddeling, alsmede de daaruit voortvloeiende aanvullende en/of

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbams:2013:bz6442&keyword=bz6442 1

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbams:2013:bz6442&keyword=bz6442 1 Modeldagvaarding: Bemiddelingsovereenkomst met makelaar/bemiddelaar voor een zelfstandige woning waarbij de makelaar/bemiddelaar zowel voor de particuliere huurder als de verhuurder heeft bemiddeld. Een

Nadere informatie

De (on)zin van artikel 7:306 BW voor de onderhuurder van een bedrijfsruimte?

De (on)zin van artikel 7:306 BW voor de onderhuurder van een bedrijfsruimte? De (on)zin van artikel 7:306 BW voor de onderhuurder van een bedrijfsruimte? mw. mr. I.C.K. Mol * Inleiding Toen de wetgever in 1999 het wetsvoorstel tot vaststelling van titel 7.4.6 van het Burgerlijk

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 587 Wet van 21 november 2002 tot vaststelling van titel 7.4 (Huur) van het Burgerlijk Wetboek Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

De opdrachtgever: Iedere natuurlijke of rechtspersoon die de opdracht aan Homelyrentals verstrekt.

De opdrachtgever: Iedere natuurlijke of rechtspersoon die de opdracht aan Homelyrentals verstrekt. Artikel 1: Toepasselijkheid Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op iedere overeenkomst van opdracht tot dienstverlening en/of bemiddeling, alsmede de daaruit voortvloeiende aanvullende en/of

Nadere informatie

Noot bij ktr. Utrecht 16 september 2008, BF0857

Noot bij ktr. Utrecht 16 september 2008, BF0857 Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Noot bij ktr. Utrecht 16 september 2008, BF0857 Z.H. Duijnstee-van Imhoff Published in WR 2009/109, p. 388-390. 1 Noot bij ktr. Utrecht 16 september

Nadere informatie

Huurovereenkomst voor zelfstandige woonruimte voor studenten nummer OGEH/KLNT

Huurovereenkomst voor zelfstandige woonruimte voor studenten nummer OGEH/KLNT Huurovereenkomst voor zelfstandige woonruimte voor studenten nummer OGEH/KLNT Ondergetekenden, De stichting Stichting Staedion, statutair gevestigd te Den Haag en kantoorhoudende aan het Koningin Julianaplein

Nadere informatie

Supermarktvastgoed & Huurrecht

Supermarktvastgoed & Huurrecht Supermarktvastgoed & Huurrecht Vrijdag 8 maart 2013 Jodit M. de Bruin Programma Inleiding huurrecht Asbest Exploitatieplicht Afwijkende bedingen Huurprijzen Renovatie 2 Inleiding (1) Soorten huur Gebouwde

Nadere informatie

wetten.nl - Regeling - Regeling formulieren Leegstandwet - BWBR

wetten.nl - Regeling - Regeling formulieren Leegstandwet - BWBR pagina 1 van 6 De wegwijzer naar informatie en diensten van alle overheden Regeling formulieren Leegstandwet Geldend van 01-01-2017 t/m heden Bijlage I Aanvraag vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande

Nadere informatie

Modelcontract tijdelijke verhuur onzelfstandige woonruimte (juli 2016)

Modelcontract tijdelijke verhuur onzelfstandige woonruimte (juli 2016) Modelcontract tijdelijke verhuur onzelfstandige woonruimte (juli 2016) Aedes en Platform31 bieden de corporaties een modelcontract aan voor de tijdelijke verhuur van onzelfstandige woonruimte. 1 Bij enkele

Nadere informatie

2 Huur / Algemeen: ruim begrip / Definitie / Andere vormen van ingebruikgeving / 12

2 Huur / Algemeen: ruim begrip / Definitie / Andere vormen van ingebruikgeving / 12 INHOUDSOPGAVE Afkortingen /XV Algemeen /1 1 Inleiding /3 1.1 Achtergronden van titel 7.4 BW / 3 1.2 De aard van de wijzigingen / 3 1.3 Overgangsrecht / 3 1.4 Samenhang met algemeen privaatrecht / 4 1.4.1

Nadere informatie

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter. Zaaknummer: S21-40 Datum uitspraak: 24 september 2015 Plaats uitspraak: Zeist DE RIJDENDE RECHTER Bindend Advies in het geschil tussen: H.G. Warmer en S.H.M. Warmer-Bleij te Neede, verder te noemen: Warmer,

Nadere informatie

HUURDER FAILLIET; VOOR WIE ZIJN DE KOSTEN?

HUURDER FAILLIET; VOOR WIE ZIJN DE KOSTEN? HUURDER FAILLIET; VOOR WIE ZIJN DE KOSTEN? HOGE RAAD 19 APRIL 2013 LJN: BY6108 PROGRAMMA: Verplichtingen van de huurder (artikel 7:218 en 7:224 BW) Faillissement en beëindiging van de huurovereenkomst

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733 ECLI:NL:RBLIM:2014:7733 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 03-09-2014 Datum publicatie 20-11-2014 Zaaknummer 2502483 CV EXPL 13-4461 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Wanneer het woonruimte betreft voor een in de verkoop staande woning

Wanneer het woonruimte betreft voor een in de verkoop staande woning Aanvraag tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte Als uw woning te koop staat en uw wilt uw woning tijdelijk verhuren heeft u hiervoor een vergunning nodig. Aanvrager Naam Voorna(a)m(en) Straat en

Nadere informatie

Artikel 7:220 BW regelt de medewerkingplicht van een huurder bij een voorgenomen renovatie.

Artikel 7:220 BW regelt de medewerkingplicht van een huurder bij een voorgenomen renovatie. Dit artikel is als volgt onderverdeeld: I. de medewerkingplicht van de huurder; II. huurbeëindiging wegens renovatie: de mogelijkheden; III. vergoedingsrechten. I. DE MEDEWERKINGPLICHT VAN DE HUURDER Artikel

Nadere informatie

Tijdelijke verhuur via de Leegstandwet

Tijdelijke verhuur via de Leegstandwet Tijdelijke verhuur via de Leegstandwet In Nederland is de bescherming van huurders goed geregeld. De huurder ontleent zijn of haar rechten aan het Burgerlijk Wetboek. Dat houdt in dat het voor de verhuurder

Nadere informatie

De Wet doorstroming huurmarkt 2015 en haar consequenties voor het eindigen van de huur

De Wet doorstroming huurmarkt 2015 en haar consequenties voor het eindigen van de huur Masterscriptie Privaatrecht: Commerciële rechtspraktijk De Wet doorstroming huurmarkt 2015 en haar consequenties voor het eindigen van de huur Inleverdatum : ** Scriptiebegeleider : Dhr. dr. drs. G.J.P.

Nadere informatie

MODEL HUUROVEREENKOMST TIJDELIJKE VERHUUR

MODEL HUUROVEREENKOMST TIJDELIJKE VERHUUR MODEL HUUROVEREENKOMST TIJDELIJKE VERHUUR Ondergetekenden: Naam: Adres: Woonplaats: hierna te noemen verhuurder, en Naam: Huidig adres: Woonplaats: Geboortedatum: Paspoort of identiteitsbewijsnummer: (indien

Nadere informatie

De renovatiebepalingen, een inbreuk op de huurbescherming?

De renovatiebepalingen, een inbreuk op de huurbescherming? De renovatiebepalingen, een inbreuk op de huurbescherming? Doctoraal scriptie Open Universiteit 9 augustus 2006 V.M.T van Loon-Majoor De Beuk 83, 6941 ZC Didam 0316-229009 Studentnr. 837279631 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Hoorcollege 6, 17 oktober 2016: Ontslagrecht II

Hoorcollege 6, 17 oktober 2016: Ontslagrecht II Hoorcollege 6, 17 oktober 2016: Ontslagrecht II Prof. Mr. I. van der Helm Deze week gaan we verder met het ontslagrecht, waarmee we vorige week zijn begonnen. Deze week zal het eind van de arbeidsovereenkomst

Nadere informatie

Het ontslagrecht per 1 juli 2015

Het ontslagrecht per 1 juli 2015 Het ontslagrecht per 1 juli 2015 Noordam Advocatuur mr. dr. A.J. Noordam Het Europese en Nederlandse arbeidsrecht biedt in grote mate bescherming aan de werknemer. Met name het ontslag van werknemers is

Nadere informatie

Leegstand, transformatie en tijdelijke verhuur. mr. Saskia Frijling mr. Robert van der Velde PlasBossinade Legal Updates 8 oktober 2015

Leegstand, transformatie en tijdelijke verhuur. mr. Saskia Frijling mr. Robert van der Velde PlasBossinade Legal Updates 8 oktober 2015 Leegstand, transformatie en tijdelijke verhuur mr. Saskia Frijling mr. Robert van der Velde PlasBossinade Legal Updates 8 oktober 2015 Groningen - kantoren Groningen bedrijfsruimte Groningen winkelruimte

Nadere informatie

PC Advocaten Nieuwsbrief. Hoofdhuurovereenkomsten. Contact. ZZInleiding. ZZToepassingsgebied

PC Advocaten Nieuwsbrief. Hoofdhuurovereenkomsten. Contact. ZZInleiding. ZZToepassingsgebied ZZInleiding Hoofdhuurovereenkomsten Regelmatig stellen verhuurders en huurders vragen i.v.m. hun huurovereenkomst, waarbij ze dan totaal verrast worden door het antwoord. De regels betreffende de huurovereenkomsten

Nadere informatie

Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen

Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen aan LOVCK&T van Expertgroep Burgerlijk procesrecht datum 29 mei 2019 onderwerp Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen / reële

Nadere informatie

Model huurcontract inzake tijdelijke verhuur op grond van de artikelen 15 en 16 van de Leegstandwet

Model huurcontract inzake tijdelijke verhuur op grond van de artikelen 15 en 16 van de Leegstandwet Model huurcontract inzake tijdelijke verhuur op grond van de artikelen 15 en 16 van de Leegstandwet --------------------------------------------------------------------------------------------------- Ondergetekenden:

Nadere informatie

Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen

Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen Artikel 750 1. Aanneming van werk is de overeenkomst waarbij de ene partij, de aannemer, zich jegens

Nadere informatie

B&W-Aanbiedingsformulier

B&W-Aanbiedingsformulier B&W.nr. 10.0646, d.d. 15-6-2010 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Mandaatverlening bij tijdelijke verhuur eigen woning Leegstandswet. Minder&Beter. BESLUITEN Behoudens advies van de commissie 1.mandaat

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure 1 Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 162, d.d. 6 juli 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, prof. mr. drs. M.L. Hendrikse en mr. B.F. Keulen) Samenvatting Betalingsbeschermingsverzekering.

Nadere informatie

1. Housing ter Veer gevestigd te Eindhoven, KvK-nummer , wordt in deze algemene voorwaarden aangeduid als Housing ter Veer.

1. Housing ter Veer gevestigd te Eindhoven, KvK-nummer , wordt in deze algemene voorwaarden aangeduid als Housing ter Veer. ALGEMENE VOORWAARDEN Housing ter Veer Artikel 1 Definities 1. Housing ter Veer gevestigd te Eindhoven, KvK-nummer 70416206, wordt in deze algemene voorwaarden aangeduid als Housing ter Veer. 2. De wederpartij

Nadere informatie

Tijdelijke huurovereenkomst Jongerenhuisvesting

Tijdelijke huurovereenkomst Jongerenhuisvesting Tijdelijke huurovereenkomst Jongerenhuisvesting Contract nummer Perceelnummer : INVULVELD : INVULVELD Ondergetekenden, Woningstichting Eigen Haard gevestigd en kantoor houdend aan Arlandaweg 88 te Amsterdam,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306

ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306 ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 15-06-2006 Datum publicatie 26-06-2006 Zaaknummer 709062 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

Aanvraag vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte. (Lees voor u dit formulier invult eerst de toelichting)

Aanvraag vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte. (Lees voor u dit formulier invult eerst de toelichting) Aanvraag vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte (Lees voor u dit formulier invult eerst de toelichting) Toelichting op het formulier aanvraag vergunning tot tijdelijke verhuur

Nadere informatie

Modelcontract tijdelijke verhuur op basis van artikel 15 Leegstandwet (juli 2016)

Modelcontract tijdelijke verhuur op basis van artikel 15 Leegstandwet (juli 2016) Modelcontract tijdelijke verhuur op basis van artikel 15 Leegstandwet (juli 2016) Aedes en Platform31 bieden de corporaties een model contract aan voor de tijdelijke verhuur op basis van de Leegstandwet.

Nadere informatie

Tijdelijke huurovereenkomst in de zin van artikel 15 van de Leegstandwet

Tijdelijke huurovereenkomst in de zin van artikel 15 van de Leegstandwet Tijdelijke huurovereenkomst in de zin van artikel 15 van de Leegstandwet Ondergetekenden: Volledige naam Gevestigd / wonende aan en, hierna te noemen "verhuurder" Volledige naam Geboren op.. Beroep. Paspoortnummer

Nadere informatie

AANVRAAG VERGUNNING TOT TIJDELIJKE VERHUUR VAN LEEGSTAANDE WOONRUIMTE AMERSFOORT. 1 Betreft Woning Gebouw. Burger service nummer:

AANVRAAG VERGUNNING TOT TIJDELIJKE VERHUUR VAN LEEGSTAANDE WOONRUIMTE AMERSFOORT. 1 Betreft Woning Gebouw. Burger service nummer: AANVRAAG VERGUNNING TOT TIJDELIJKE VERHUUR VAN LEEGSTAANDE WOONRUIMTE AMERSFOORT (Lees voor u dit formulier invult eerst de toelichting) Aan Burgemeester en Wethouders van T.a.v. de afdeling Amersfoort

Nadere informatie

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter. Zaaknummer: S21-29 Datum uitspraak: 29 januari 2015 Plaats uitspraak: Zeist DE RIJDENDE RECHTER Bindend Advies in het geschil tussen: S. van der Veen en T. van der Veen--Koster te Ferwert, verder te noemen:

Nadere informatie

Opdracht tot dienstverlening en de Algemene Consumentenvoorwaarden

Opdracht tot dienstverlening en de Algemene Consumentenvoorwaarden 1. Kan de makelaar de opdracht teruggeven? Op basis van artikel 6 lid 4 van de Algemene NVM 2010 is het voor een NVM-makelaar mogelijk om op basis van gewichtige redenen de opdracht terug te geven. Als

Nadere informatie

Postbus 1501 3100 EA Schiedam. 1. Betreft Woning Gebouw Adres: Postcode en plaats:

Postbus 1501 3100 EA Schiedam. 1. Betreft Woning Gebouw Adres: Postcode en plaats: Aan Burgemeester en Wethouders van Schiedam t.a.v. Domein Stadsontwikkeling Team Ruimtelijke Ontwikkeling en Beleid Postbus 1501 3100 EA Schiedam Aanvraag vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande

Nadere informatie

Modelcontract jongeren zelfstandige woonruimte 1 (juli 2016)

Modelcontract jongeren zelfstandige woonruimte 1 (juli 2016) Modelcontract jongeren zelfstandige woonruimte 1 (juli 2016) Aedes en Platform31 bieden de corporaties een modelcontract aan voor de verhuur aan jongeren. Dit model is gebaseerd op het Aedes model-huurcontract

Nadere informatie