Psychosociale Gevolgen van Traumatisch Hersenletsel bij Kinderen en Gezinnen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Psychosociale Gevolgen van Traumatisch Hersenletsel bij Kinderen en Gezinnen"

Transcriptie

1 Psychosociale Gevolgen van Traumatisch Hersenletsel bij Kinderen en Gezinnen Als gevolg van traumatisch hersenletsel bij kinderen kunnen er problemen bestaan op het gebied van bijvoorbeeld aandacht, geheugen, concentratie en taal. Een ander domein waarin mogelijk problemen in kunnen bestaan is het gedragsmatige en sociale domein. Bovendien zijn kinderen erg afhankelijk van het gezin waarin zij leven, dus zou het letsel van het kind ook gevolgen voor het gezin kunnen hebben. De vraag of er sprake is van psychosociale problematiek bij zowel kinderen als de gezinnen en welke risicofactoren hieraan bijdragen zal in dit literatuuroverzicht beantwoord worden. Uit verschillende wetenschappelijke onderzoeken blijkt dat kinderen problemen hebben met betrekking tot adaptieve en sociale vaardigheden, waarbij er ook sprake is van een toename van gedragsproblemen. Het gezin ervaart een hoge mate van stress en functioneert minder effectief. De belangrijkste risicofactor voor de problematiek blijkt het premorbide functioneren van zowel het kind als het gezin te zijn. Naam student: Maaike Zant Studentnummer: Naam begeleider: Thelma Schilt Instelling: Universiteit van Amsterdam Aantal woorden: Juli 2009

2 Inhoudsopgave blz. 1. Inleiding 3 2. Psychosociale gevolgen van THL bij kinderen 4 A. Sociale/Gedragsmatige gevolgen 4 B. Gevolgen voor het gezin 9 3. Risicofactoren voor de gevolgen van THL bij kinderen 11 A. Risicofactoren voor de sociale/gedragsmatige gevolgen 11 B. Risicofactoren voor de gevolgen voor het gezin Discussie Literatuurlijst 17 2

3 1. Inleiding De drie meest voorkomende oorzaken van traumatisch hersenletsel (THL) zijn: verkeersongelukken, valongelukken en geweld. Elk jaar komen er in Nederland minstens kinderen en jongeren bij met niet THL. Dit is de voornaamste oorzaak van overlijden en blijvende beperkingen onder kinderen en adolescenten. Prevalentiegegevens over THL in Nederland zijn niet bekend (Hermans et al. 2006). De ernst van het THL wordt over het algemeen vastgesteld met behulp van de Glasgow Coma Scale (Teasdale & Jennet, 1979). Dit is een klinische schaal ontwikkeld om de mate en de duur van verminderd bewustzijn en coma vast te stellen. Onafhankelijk worden er drie aspecten van gedrag gemeten: motorische responsiviteit, verbale prestatie en opening van de ogen. Bovendien wordt er gekeken naar de Post-traumatic Amnesia (PTA). Dit betreft het interval van het oplopen van het trauma totdat het kind volledig georiënteerd is en zich alle gebeurtenissen herinnert. Bij een GCS score van en een PTA van een uur wordt er over het algemeen gesproken van een mild THL. Bij een GCS score van 9-12 waarbij er sprake is van een PTA van 30 minuten tot 24 uur wordt er gesproken van een gematigd THL. En van een ernstig THL wordt gesproken wanneer de GCS score 8 of minder bedraagt en een PTA van op zijn minstens 1 dag (Rao & Lyketsos, 2000). THL bij kinderen kan grote gevolgen hebben voor zowel het kind zelf als voor zijn directe omgeving. Er kunnen zich problemen voordoen op het gebied van bijvoorbeeld aandacht, geheugen, concentratie en taal. Mogelijk is het zo dat er naast deze problemen in het cognitief functioneren ook andere problemen aanwezig zijn of ontstaan, zoals gedragsproblematiek. Mocht dit het geval zijn dan is het van belang te bekijken wat de factoren zijn die aan deze gevolgen bijdragen. Zo kunnen kinderen en gezinnen met een verhoogd risico op problemen eerder gedetecteerd worden en kan preventief extra behandeling/ondersteuning worden geboden. De vraagstelling van dit literatuuroverzicht luidt: Is er sprake van sociale/ gedragsproblematiek bij het kind, wat zijn de gevolgen voor het gezin na THL en wat zijn de risicofactoren die hiermee geassocieerd zijn? Allereerst wordt er gekeken naar de psychosociale gevolgen van THL waarbij eerst de gedragsmatige gevolgen voor het kind en vervolgens de gevolgen voor het gezin besproken zal worden. Vervolgens worden de risicofactoren besproken die mogelijk bijdragen aan de problematiek voor zowel het kind als het gezin. 3

4 2. Psychosociale gevolgen van THL bij kinderen In deze paragraaf zal bekeken worden of er sprake is van sociale of gedragsproblematiek bij kinderen na het oplopen van THL. Zowel de gevolgen op korte termijn als op lange termijn (oplopend tot 9.5 jaar na het oplopen van het letsel) zullen worden besproken. Vervolgens zal bekeken worden of er ook sprake is van gezinsproblematiek na het trauma. A. Psychosociale/Gedragsmatige gevolgen Als er sprake is van gedragsmatige problemen na THL dan zou dit al direct na het letsel zichtbaar kunnen zijn. Dit blijkt het geval te zijn. Een deel van een groep kinderen met mild THL bleek 3 maanden na het trauma gedragsproblemen te ervaren. Ponsford et al. (1999) vond dit in zijn onderzoek en nam hierbij vragenlijsten af bij de ouders van kinderen met mild THL (N=130, 6-15 jaar). De Child Behavioral Checklist (CBCL, Achenbach & Edelbrook, 1983) meet verschillende gedrags en emotionele problemen, internaliserend en externaliserend, bij kinderen van 4-18 jaar. De Rowe Behavioral Rating Inventory (RBRI, Rowe & Rowe, 1992) geeft een beoordeling over het gedrag van het kind in de thuissituatie. De Vineland Adaptive Behavioral Scale (VABS, Sparrow, Balla & Cicchetti, 1984) is een vragenlijst over het persoonlijk en sociaal functioneren. Uit de studie bleek dat 17% van de kinderen met mild THL gedragsproblemen ervaren in deze acute fase na het trauma Het zou het geval kunnen zijn dat gedragsproblemen pas later in het herstelproces ontstaan en dat er hierdoor maar bij een klein deel van de kinderen gedragsproblematiek aanwezig is. Een andere mogelijkheid is dat de resultaten, gevonden in dit onderzoek, samenhangen met het feit dat er gekeken is naar kinderen met mild letsel. Aannemelijk is dat er bij ernstiger letsel er ook een grotere mate van gedragproblematiek aanwezig is. Dit wordt bevestigd met de studie van Fletcher et al. (1990). In dit onderzoek werden de kinderen (3-15 jaar) met THL onderverdeeld in groepen aan de hand van de ernst van het letsel: mild (N=19), gematigd (N=10) en ernstig (N=22). De CBCL en de VABS werden afgenomen. Eén jaar na het trauma bleken de kinderen met ernstig THL slechter adaptief te functioneren dan kinderen met mild of gematigd THL. Meer specifiek bleken de kinderen met ernstig THL grotere problemen te hebben in communicatieve vaardigheden, het dagelijks leven en sociale vaardigheden in vergelijking met kinderen met mild of gematigd THL. De grootte van de steekproef was kleiner voor de CBCL, omdat deze vragenlijst niet kan worden afgenomen bij ouders van kinderen jonger dan vier jaar. Uit de resultaten bleek dat de drie groepen geen gedrags of emotionele problematiek ondervonden. Wel bleken de kinderen met ernstig THL over het algemeen aan minder atletische en recreationele activiteiten deel te nemen dan de andere twee groepen. Ook werd er door de ouders van kinderen met ernstig THL een hogere mate van schoolproblemen gerapporteerd. Uit deze studie kan geconcludeerd worden dat er voornamelijk sprake is van problemen met betrekking tot de adaptieve vaardigheden van kinderen met ernstig THL. Bij deze groep is ook sprake van problemen op school en een 4

5 verminderde deelname aan activiteiten. In het vorige onderzoek werd gebruik gemaakt van een kleine steekproef, zelfs nog kleiner voor het gedragsdomein. De gevonden resultaten kunnen hierdoor beïnvloed zijn. Om meer zeker te zijn dat er gedragsproblematiek bestaat na THL is het van belang dat er gebruik wordt gemaakt van een grotere steekproef. Uit het onderzoek van Anderson et al. (2005) blijkt dat kinderen met THL gedragsproblemen vertonen waarbij gebruik werd gemaakt van een grotere steekproef. Anderson et al. onderzocht dit door de gedragsmatige gevolgen na 30 maanden te bekijken bij kinderen (4-12 jaar) met THL (mild, N=42; gematigd, N=70; ernstig, N=38). De volgende vragenlijsten werden afgenomen: VABS en de RBRI/ Personality Inventory for Children (PIC, Lachar, 1992). De PIC is een vragenlijst die wordt ingevuld door de ouders en betreft het gedrag en de persoonlijkheid van het kind jonger dan 4 jaar (Factoren: I; Ongedisciplineerd/ Slechte zelfbeheersing, II; Sociale Incompetentie, III; Internalisatie/ Somatische symptomen en IV; Cognitieve Ontwikkeling). Uit de resultaten bleek dat er bij alle drie de groepen sprake was van een verslechtering van de adaptieve vaardigheden, deze was het grootst bij kinderen met ernstig THL in de loop van 30 maanden. Specifiek waren problemen met betrekking tot het dagelijks leven en sociale vaardigheden voor alle groepen zichtbaar, waarbij deze het grootst waren voor kinderen met ernstig THL. Ook de communicatieve vaardigheden bleken, in tegenstelling tot het onderzoek van Fletcher et al. (1990), aangedaan in alle drie de groepen en bleek bovendien te verslechteren in de loop van 30 maanden. Een toename van gedragsproblematiek (RBRI/PIC) was zichtbaar bij alle groepen, waarbij de kinderen met ernstig THL de grootste toename van gedragsproblemen ondervonden. Eén jaar later werd opnieuw onderzoek uitgevoerd naar de gedragsmatige gevolgen van THL na 30 maanden. De steekproef in de studie van Anderson et al. (2006) bestond ditmaal uit jongere kinderen met THL (2-6 jaar) (mild, N=14; gematigd, N=46; ernstig, N=24). Bovendien werd hier ook een controlegroep toegevoegd bestaande uit kinderen zonder letsel (N=33). Ook hier werden de VABS en de PIC afgenomen. Uit de studie bleek dat alle groepen kinderen met THL een verslechtering in adaptieve vaardigheden lieten zien in de loop van 30 maanden. Deze was het grootst bij kinderen met ernstig THL. Bovendien werd gevonden dat kinderen met gematigd THL een grotere verslechtering in adaptieve vaardigheden te ondervinden dan de kinderen met mild THL. Problemen met betrekking tot sociale vaardigheden nam voor alle groepen kinderen met THL toe in de loop van 30 maanden. Alle drie de groepen bleken problemen te ondervinden met betrekking tot communicatie, het dagelijks leven en sociale vaardigheden. Deze problematiek was het grootst voor kinderen met ernstig THL. Met betrekking tot de gedragsproblematiek, gemeten middels de PIC, bleek dat alle drie de groepen kinderen met THL een slechtere discipline/ zelf- controle, meer internaliserende/ somatische symptomen en een slechtere cognitieve ontwikkeling blijken te ervaren in het verloop van 30 maanden na het trauma. Deze problematiek bleek opnieuw het grootst bij de kinderen met ernstig THL. In het tijdsbestek van vlak na tot 30 maanden na het trauma lijken de kinderen met THL een 5

6 toename van problemen te ondervinden. De grootste problemen lijken zich voor te doen bij kinderen met ernstig THL. De vraag is of de gedragsproblemen die de kinderen met THL ervaren ook langer blijven voortbestaan dan 30 maanden. Het blijkt dat kinderen met THL zelfs 5 jaar na het trauma gedragsproblemen vertonen (Catroppa et al. 2008). Catroppa et al. onderzocht dit door de VABS en de PIC af te nemen bij de ouders van kinderen met THL (2-6 jaar bij het oplopen van het trauma) (mild N=11, gematigd N=22, ernstig 15) 5 jaar na het trauma. Uit het onderzoek bleek dat de kinderen met THL een verslechtering in adaptieve vaardigheden en een toename van gedragsproblemen ondervonden na 5 jaar. Deze problematiek nam in de loop van 5 jaar na het trauma het meest toe bij de kinderen met ernstig THL. In de tot nu toe beschreven onderzoeken zijn de gedragsmatige gevolgen na THL met vergelijkbare vragenlijsten gemeten. Deze betroffen telkens de visie van de ouders op het gedrag van hun kind. De ouders kunnen mogelijk geen objectief beeld geven van de problemen die hun kinderen ervaren. Dit zou kunnen betekenen dat de gevonden resultaten hierdoor zijn beïnvloed. Enerzijds zou het kunnen dat ouders niet alle problemen zien die het kind ervaart, anderzijds kunnen ouders door de zorgen die zij ervaren een overrapportage geven van de problemen van hun kind. Het is dus van belang om de visie van het kind zelf te betrekken in de evaluatie van de gedragsproblematiek. Uit de studie van Andrews, Rose, en Johnson (1998) blijkt dat naast verslechterde adaptieve vaardigheden kinderen met THL(N=20) zelf ook andere psychosociale problemen rapporteren. 18 Maanden na het trauma werden de volgende vragenlijsten afgenomen: VABS, DAABS (agressief en antisociaal gedrag), CSEI (zelfwaardering) en de CLS (eenzaamheid). De kinderen met THL rapporteerden een significant lagere mate van zelfwaardering en adaptief gedrag, een hogere mate van eenzaamheid, onaangepast gedrag en agressief/antisociaal gedrag in vergelijking met de controlegroep. Uit het beschreven onderzoek blijkt dat kinderen met THL anderhalf jaar na het letsel psychosociale problemen ervaren. Er werd al eerder gevonden dat in de visie van de ouders de problemen van hun kinderen op lange termijn blijven bestaan (tot 5 jaar). De vraag is of de kinderen dit ook aangeven op lange termijn. Dit blijkt het geval te zijn. Uit de studie van Cattelani, Lombardi, Brianti en Mazzucchi (1998) kwam naar voren dat de psychosociale problematiek, gerapporteerd door het kind, tot in de jongvolwassenheid blijft bestaan. De steekproef in deze studie bestond uit jongvolwassenen (N=20) die 8-14 jaar oud waren toen zij het THL opliepen. Het onderzoek werd gemiddeld 9.5 jaar na het trauma uitgevoerd. In deze studie werden de volgende gedragsdomeinen bekeken: inertie, ongeremdheid, impulsiviteit, emotionele ongecontroleerdheid en agressie. Ook werd de sociale aanpassing gemeten middels de Social Adjustment Scale (SAS, Weissman, 1975). Hier wordt een evaluatie gegeven over het niveau van sociale aanpassing. Uit de resultaten bleek dat onaangepast gedrag al zichtbaar was bij bijna alle gevallen (90%) bij ontslag van het ziekenhuis. In tijd van het onderzoek waren verschillende gedragsproblemen nog steeds aanwezig bij 11 personen (55%). Een relatief hoge frequentie van 6

7 gerapporteerde problemen werd gevonden in de domeinen van communicatie en het persoonlijk welzijn met gevoelens van eenzaamheid. Meer uitgesproken problemen kwamen voor in de domeinen socialisatie/vrije tijd. Uit het onderzoek kan geconcludeerd worden dat er, zelfs na 9.5 jaar, sprake is van slechte sociale aanpassing en slechte kwaliteit van leven. Er is dus sprake van verminderde adaptieve vaardigheden en een toename van sociale en gedragsproblematiek bij kinderen met THL. Dit werd zowel gerapporteerd door de ouders als door het kind zelf en bleek voort te duren tot 9.5 jaar na het trauma. Deze psychosociale problemen zouden kunnen duiden op of zich kunnen ontwikkelen tot gedragsstoornissen. Er blijkt inderdaad sprake te zijn van psychische stoornissen bij een deel van de kinderen met THL (Bloom et al. 2001). In de studie van Bloom et al. werd het voorkomen van psychiatrische stoornissen bekeken bij kinderen met THL, 1 jaar na het trauma. 46 Kinderen met THL participeerden in dit onderzoek (mild N=15, gematigd N=12, ernstig N=19). De volgende interviews en vragenlijsten werden afgenomen. Het Diagnostic Interview for Children and Adolescents-Revised (DICA-R, Herjanic & Reich, 1982) is een semigestructureerd interview om de hoofd diagnoses van de DSM-IV vast te stellen waaronder stoornissen van gedrag, stemming, angst, aanpassing, eten en middelengebruik. De Children s Depression Inventory (CDI, Kovacs, 1992, voor kinderen) of de Inventory of Depressive Symptomatology-Self Report (Rush et al. 1986, 1996, voor adolescenten) werd afgenomen om het voorkomen van een depressie te bekijken. Er bleek een hoge mate van psychiatrische stoornissen aanwezig te zijn bij kinderen met THL 1 jaar na het oplopen van letsel. Bijna 60% van de steekproef ontwikkelde één of meer psychiatrische stoornissen na het trauma. Ongeveer 75% hiervan hield ten minste 1 jaar aan. Deze stoornissen kwamen in elke categorie van ernst van het letsel voor. De twee meest voorkomende diagnoses waren ADHD en depressie. De gebruikte meetinstrumenten in het hierboven beschreven onderzoek waren niet specifiek gericht op kinderen met traumatisch hersenletsel. Dit zou de gevonden resultaten hebben kunnen beïnvloed. Met het gebruik van meetinstrumenten die wel gericht zijn op kinderen met traumatisch letsel zou stelliger beweerd kunnen worden dat er daadwerkelijk sprake is van psychische stoornissen. In de studie van Max et al. (1998) participeerden kinderen met ernstig THL (N=24, 5-14 jaar) die werden vergeleken met zowel een mild THL groep en een groep met orthopedisch letsel. De Neuropsychiatric Rating Schedule (NPRS, Max et al. 1998) werd afgenomen om subtypen en symptomen van organische persoonlijkheidsstoornis te identificeren. Dit is een syndroom van gedragsverandering dat direct toegeschreven kan worden aan hersenbeschadiging. Deze gedragsveranderingen verschillen van stoornissen in stemming, angst, psychotische en disruptieve gedragsstoornissen die indirect het resultaat zijn van hersenletsel. Er zijn vijf typen: labiel, agressief, ontremd, apathisch en paranoïde. Bovendien werd ook de Schedule for Affective Disordes and Schizophrenia for School-Age Children- Epidemiologic Version (K-SADS-E, Orvaschel, 1982) afgenomen. Er was een significant grotere mate van psychiatrische stoornissen aanwezig bij de 7

8 kinderen met THL in vergelijking met kinderen met orthopedisch letsel. Bovendien bleek dat, vergeleken met kinderen met mild of gematigd THL, de kinderen met ernstig THL een significant hogere mate van psychiatrische stoornissen hadden. De meest voorkomende stoornis bij kinderen met ernstig THL was de organische persoonlijkheidsstoornis. Aan de hand van het onderzoek van Max et al. (1998) kan geconcludeerd worden dat de organische persoonlijkheidsstoornis het meest voor komt bij kinderen met ernstig THL. Deze onderzoekers suggereren dat dit een belangrijke stoornis is die in de meeste onderzoeken niet wordt meegnomen. Het is daarom van belang vast te stellen of deze persoonlijkheidsstoornis voortduurt of een meer kort durend karakter heeft. Zij bekeken daarom specifiek het voorkomen en het verloop van deze stoornis in een studie een aantal jaar later. De studie van Max et al.(2000) onderzocht dit bij kinderen met THL (mild/gematigd, N=57; ernstig, N=37). De NPRS en de K-SADS werden afgenomen. Uit de resultaten bleek dat bij bijna 40% van de kinderen met ernstig THL een aanhoudende organische persoonlijkheidsstoornis aanwezig was 2 jaar na het trauma. Ongeveer 20 % van de kinderen had een meer kortstondige organische persoonlijkheidsstoornis. Een aanhoudende organische persoonlijkheidsstoornis kwam niet voor bij kinderen met mild of gematigd THL, maar alleen bij kinderen met ernstig THL. Elk van de vijf subtypen waren aanwezig, vaak was er sprake van een overlap van deze subtypen in de proefpersonen. Een aanhoudende organische persoonlijkheidsstoornis werd geassocieerd met de gelijktijdige diagnose van secundaire ADHD. Bovendien bekeken de onderzoekers of er een relatie bestond tussen organische persoonlijkheidsstoornis en adaptief functioneren (middels de VABS).Uit de resultaten bleek dat de personen met ernstig THL en een aanhoudende organische persoonlijkheidsstoornis slechter adaptief functioneerden in vergelijking met personen met ernstig THL, maar zonder aanhoudende organische persoonlijkheidsstoornis. Aan de hand van de beschreven onderzoeken kan geconcludeerd worden dat kinderen met THL na het trauma gedragsproblemen vertonen en waarbij over tijd een verslechtering van adaptieve vaardigheden optreedt die zich kan voorzetten tot in de jongvolwassenheid. Dit lijkt vooral het geval te zijn bij kinderen met ernstig letsel. Bij een deel van de kinderen met THL blijken er psychiatrische stoornissen voor te komen. Er moet wel duidelijk gesteld worden dat het onderscheid tussen gedragsproblemen en psychiatrische stoornissen niet altijd even scherp is. De aanwezigheid van gedragsproblemen impliceert niet dat er in alle gevallen sprake is van een psychiatrische stoornis. In één van de onderzoeken werden ADHD en depressie aangedragen als het meest voorkomend bij ernstig THL. In andere onderzoeken werd juist een organische persoonlijkheidsstoornis opgemerkt als veel voorkomend bij ernstig THL, waarbij ADHD als secundaire diagnose werd gegeven. Het is de vraag of deze gedragsproblemen een direct gevolg zijn van het trauma of al voor het trauma aanwezig waren. In de volgende paragraaf zal gekeken worden naar de gevolgen van THL voor de directe omgeving van het kind, namelijk het gezin. 8

9 B. Gevolgen voor het gezin Kinderen zijn erg afhankelijk van het gezin waarin zij leven. Er bestaat een interactie tussen het kind en het gezin. Het kind heeft behoefte aan zorg en liefde en reageert sterk op de gemoedstoestand van zijn of haar ouders. Omgekeerd voelt het gezin zich erg betrokken bij het kind en reageert op de gemoedstoestand van het kind. Door deze interactie is het aannemelijk dat wanneer het kind THL oploopt met de daarbij voorkomende gedragsproblematiek, het gezin hier ook problemen van ondervindt. Dit blijkt het geval te zijn. Gezinnen van kinderen met THL geven aan een hoge mate van stress te ervaren 30 maanden na het trauma (Anderson et al. 2005). In deze studie werd dezelfde steekproef gebruikt als in hun eerder beschreven onderzoek naar de gedragsmatige gevolgen bij kinderen met THL. De gevolgen voor het gezin werden onderzocht met behulp van twee vragenlijsten: Family Functioning Questionnaire (FFQ, Noller, 1988, meet gezinsfunctioneren: Totaal, Conflict, Intimiteit en Ouderschapsstijl) en de Family Burden of Injury Interview (FBII, Taylor et al.,1995, meet de mate van familielast/stress: scores voor Totale last, last voor het Kind, Ouders, Zussen/Broers, Anderen, Gezinsroutines/Planning). Uit deze studie kwam naar voren dat het gezinsfunctioneren stabiel bleef, dat wil zeggen: niet verslechterde in de loop van 30 maanden na het trauma. Wel gaven de gezinnen aan een toenemende mate van last en stress te ervaren sinds het trauma, waarbij het meest voor gezinnen met kinderen met mild of gematigd THL. Deze gevolgen voor het gezin werden ondersteund door een tweede onderzoek een jaar later. Hierbij gebruikte Anderson et al. (2006) dezelfde steekproef als in zijn onderzoek naar de gedragsmatige gevolgen voor het kind. Evenals in het onderzoek van Anderson et al. (2005) werd middels de FFQ en de FBII gevonden dat het gezinsfunctioneren niet verslechterd, maar de gezinnen een toenemende mate van last en stress ervaren sinds het trauma. De vraag is in hoeverre de gevolgen voor het gezin voortduren en/of veranderen op langere termijn. Het zou het geval kunnen zijn dat naarmate kinderen met THL herstellen in de loop van de jaren de stress ook afneemt. Het gezin blijkt, ondanks de ervaren stress en de grote impact van het trauma op het kind, stabiel te functioneren. Aannemelijk is dat dit op langere termijn behouden blijft. Dit blijkt niet geheel het geval te zijn. Het gezinsfunctioneren (middels de FFQ) na 5 jaar werd onderzocht door Catroppa et al. (2008). De kinderen (2-6 jaar) met THL werden onderverdeeld in groepen (mild, N=11; gematigd, N=22; ernstig, N=15). Bovendien was er een controlegroep aanwezig zonder letsel (N=17). Een verslechterd gezinsfunctioneren was zichtbaar bij zowel de kinderen met gematigd als ernstig THL, waarbij de gezinnen van de laatste groep het meest achteruit waren gegaan in de 5 jaar na het trauma. Uit dit onderzoek blijkt dat het gezinsfunctioneren dus wel degelijk verslechterd. Dit suggereert dat er voor het gezin pas later (na 30 maanden na het trauma) problemen ontstaan met betrekking tot het functioneren. Mogelijk is het zo dat de ouders van kinderen met THL in het begin van de herstelfase nog hoop koesteren voor een volledig herstel. Bovendien kan het zo zijn dat ouders 9

10 zich in de eerste instantie geheel richten op de problemen en het herstel van het kind, waardoor pas op langere termijn problemen binnen het gezin ontstaan. Hier kan bijvoorbeeld gedacht worden aan relatieproblemen of conflicten tussen de ouders wat mogelijk leidt tot een scheiding. Met betrekking tot de hier boven gebruikte vragenlijsten is dit aannemelijk aangezien het gezinsfunctioneren bepaald wordt aan de hand van onder andere de mate van conflict en intimiteit binnen het gezin. Wat een belangrijke vraag is, is in hoeverre er nog andere domeinen zijn in het gezinsfunctioneren die worden beinvloed door het THL van het kind. Hiervoor zal een ander meetinstrument bekeken moeten worden die andere domeinen van het functioneren evalueert. Dit werd gedaan door Max et al. (1998). In deze studie werd het gezinsfunctioneren 2 jaar naar het trauma bekeken. Ze vergeleken hier kinderen (5-14 jaar) met ernstig THL (N=24) met mild THL (N=24) en orthopedisch letsel (N=24). De McMaster Structured Interview of Family Functioning (McSIFF, Miller 1994) werd gebruikt om scores te verkrijgen op de Clinical Rating Scale (CRS). Deze heeft 7 domeinen van gezinsfunctioneren: globaal functioneren, probleemoplossing, communicatie, rollen, affectieve reactiviteit, affectieve betrokkenheid en gedragscontrole. De CRS geeft dan een globale gemiddelde score. Hierbij rapporteert niet één of meer gezinsleden over het functioneren, maar er wordt ook gekeken naar de interactie tussen gezinsleden. Uit de resultaten bleek dat het functioneren van het gezin significant slechter was in de ernstig THL groep dan in de orthopedische groep. Bij de groep kinderen met milde THL blijkt het gezinsfunctioneren niet aangedaan. Uit deze onderzoeken kan geconcludeerd worden dat er een hoge mate van stress aanwezig is in de gezinnen van kinderen met ernstig THL. Het onderzoek van Catroppa et al. (2008) suggereert dat dit ook het geval is bij gezinnen met kinderen met gematigd THL. Na 30 maanden blijkt het gezinsfunctioneren stabiel te blijven, maar er blijkt 5 jaar na het trauma toch sprake te zijn van een verslechtering in het gezinsfunctioneren. Dit suggereert dat de problemen in het gezin pas op lange termijn ontstaan of zichtbaar worden. Bij het evalueren van andere domeinen van het gezinsfunctioneren, door middel van een ander meetinstrument, bleek dat er al na een periode van 2 jaar een verslechtering in het functioneren optrad (Max et al. 1998). Hoe het gezinsfunctioneren wordt bepaald hangt dus sterk af van het gebruikte meetinstrument. Over het geheel genomen blijken kinderen met THL problemen te ervaren op het gebied van adaptieve en sociale vaardigheden waarbij ook sprake is van een toename van gedragsproblemen. Bovendien blijkt ook het gezin een hoge mate van stress te ervaren waarbij er ook sprake is van een verslechterd functioneren. Nu duidelijk is dat deze problemen bestaan, is het van belang om de factoren te identificeren die aan deze problemen bijdragen. Dit wordt in de volgende paragraaf besproken. 10

11 3. Risicofactoren voor de gevolgen van THL bij kinderen Door de identificatie van de risicofactoren kan er meer inzicht worden verkregen in de problematiek van zowel het kind als het gezin. Vervolgens kunnen de gevolgen preventief aangepakt worden om zo deze te voorkomen en/of te verminderen. Allereerst zullen de risicofactoren met betrekking tot de gedragsmatige gevolgen voor het kind besproken worden. Vervolgens zal het onderzoek zich richten op de factoren voor de gezinsgevolgen. A. Risicofactoren voor de psychosociale gevolgen voor het kind De al eerder beschreven studie van Ponsford et al. (1999) onderzocht de risicofactoren van de gedragsmatige gevolgen voor het kind. Hiervoor werd dezelfde steekproef gebruikt. Al eerder werd gevonden dat een deel van de kinderen met mild THL gedragsproblemen ervaarden. Om de risicofactoren te identificeren werd een analyse uitgevoerd met de volgende variabelen: sekse, hoofdletsel eerder in het leven, premorbide leerproblemen, premorbide neurologische/psychiatrische problemen, premorbide stressoren en duur van de PTA. Twee van deze factoren; hoofdletsel eerder in het leven en premorbide stressoren werden aangewezen als voorspellers. Het lijkt erop of al eerder bestaande problemen het kind meer kwetsbaar maken voor het effect van mild THL of maken dat ouders meer problematiek rapporteren omdat hun aandacht gericht is op de problemen van hun kind. Het is van belang dat kinderen met een verhoogd risico vroeg geïdentificeerd worden. Ook de studie van Anderson et al. (2005) werd al eerder aangehaald en bekeek de gedragsgevolgen bij kinderen (4-12 jaar) met THL. Bij de kinderen met THL bleek er in de loop van 30 maanden na het trauma een afname te zijn in adaptieve vaardigheden en een toename van gedragssymptomen. De factoren in de analyse bestonden uit: ernst van het letsel, leeftijd waarop het letsel was opgelopen, premorbide VABS en RBRI/PIC scores en socio-economische status (SES). Uit de analyse kwam naar voren dat adaptief gedrag (VABS) verklaard werd door een combinatie van leeftijd waarop het letsel werd opgelopen en de ernst van het letsel, en in mindere mate door premorbide gedrag van het kind. Voor de gedragsproblemen (RBRI/PIC) waren de resultaten geassocieerd met de leeftijd waarop het letsel werd opgelopen, waarbij premorbide adaptief gedrag en de gezinslast vlak na het trauma (FBII) ook belangrijk waren. Een jaar later onderzocht Anderson et al. (2006) de gedragsmatige gevolgen bij kinderen met THL (2-6 jaar) 30 maanden na het trauma met de daarbij behorende risicofactoren. Kinderen met ernstig THL lieten na letsel zien over tijd. Voor de gematigd THL groep was er sprake van een kleine toename van gedragsproblemen. De variabelen die aan de analyse werden toegevoegd om de voorspellers te identificeren waren: letselvariabelen, SES, huidig functioneren van het kind (VABS Totaal en PIC Average) en de premorbide vaardigheden. Voor adaptieve vaardigheid na 30 maanden werden de volgende significante voorspellers gevonden: ernst van het letsel, mate van waargenomen gezinslast en premorbide adaptieve vaardigheden. Voor het gedrag na 30 maanden werd opnieuw de mate van gezinslast en premorbide vaardigheden als significante voorspellers aangewezen. 11

12 Volgens deze onderzoekers is de mate waarop het kind voor het trauma functioneerde een belangrijke risicofactor die zowel een invloed heeft op de adaptieve vaardigheden als op de gedragsproblematiek van het kind. Bovendien blijkt de mate van ervaren last en stress van het gezin ook geassocieerd te zijn aan de problematiek van het kind na het trauma. Ondersteuning voor het belang van premorbide vaardigheden van het kind werd gegeven door Catroppa et al.(2008). In de al eerder beschreven studie werden de psychosociale gevolgen tot 5 jaar na het trauma bekeken bij kinderen (2-6 jaar). Het gedrag en adaptatie zijn het meest aangedaan bij de ernstig THL groep na 5 jaar. Variabelen die in de analyse werden gebruikt waren: letselvariabelen, leeftijd van letsel, SES en FFQ en premorbide vaardigheden (VABS totaal en PIC Average). Voor de adaptieve vaardigheid werd gevonden middels een regressie analyse dat de premorbide vaardigheid een significante voorspeller was. Vergelijkbaar was het voor de gedragsuitkomst waarbij premorbide gedragskarakteristieken de uitkomst het best voorspelden, maar de ernst van het letsel was ook van belang. Het premorbide functioneren van het kind staat tot zover op de voorgrond als de belangrijkste risicofactor, waarbij ook de ervaren stress van het gezin een rol speelt. Als de mate van ervaren stress een rol speelt bij de gedragsproblematiek van het kind dan zou een verslechter gezinsfunctioneren ook van belang kunnen zijn. Voor het gezinsfunctioneren blijkt inderdaad een belangrijke rol te zijn weggelegd. Dit blijkt uit de studie van Yeates en Taylor (1997). De premorbide gezinsomgeving en de gedragsmatige gevolgen werden bij kinderen met THL (6-12 jaar) vastgesteld. De premorbide gezinsomgeving werd gemeten door: Socioeconomic Composite Index (SCI), Life Stressors and Social Resources Inventory (LSSRI) en de McMaster Family Assessment Device. Uit de resultaten bleek dat de premorbide gezinsomgeving een belangrijke voorspeller was, zelfs na controleren voor de ernst van het letsel. In sommige gevallen werd gevonden dat de gezinsomgeving de functie kon hebben van een buffer. Kinderen in goed functionerende gezinnen zouden als het ware beschermd worden tegen gedragsproblematiek. En omgekeerd zou een slecht functionerend gezin de problemen van het kind juist kunnen verergeren. Zowel de premorbide gedragsstatus van het kind als de gezinsomgeving blijken een invloed te hebben op de gedragsmatige gevolgen voor het kind. Al eerder in het literatuuroverzicht werd duidelijk dat er bij een deel van de kinderen met THL ook sprake is van een psychiatrische stoornis. Mogelijk is hier sprake van vergelijkbare risicofactoren. Max et al. (1997) voerde zijn onderzoek uit bij een steekproef van kinderen (6-14 jaar) met THL. Voor de data werden de volgende instrumenten afgenomen: NPRS, K-SADS-E, K-SADS-P, VABS en PBS (voor het gedragsdomein), de Family History Research Diagnistic Criteria, McMaster Structured Interview of Family Functioning. De variabelen die aan de analyse werden toegevoegd, waren: ernst van het letsel, geschiedenis van psychiatrische stoornissen, gedrag/adaptief functioneren, psychiatrisch verleden van het gezin, gezinsfunctioneren en SES. Uit de resultaten bleek dat het 12

13 globale gezinsfunctioneren, ernst van het letsel en een geschiedenis van psychiatrische stoornissen de nieuwe psychiatrische stoornissen voorspelden. Uit deze onderzoeken kan geconcludeerd worden dat het premorbide gedrag van het kind als een belangrijke voorspeller naar voren komt. Dat wil zeggen dat de gedragproblematiek na het THL geassocieerd is met problematiek voor het trauma. Bovendien blijkt ook de gezinsomgeving een belangrijke rol te spelen bij de gedragsmatige gevolgen van het kind, waarbij een slechter functionerend gezin dat een hogere mate van stress en last ervaart geassocieerd is met een hogere mate van gedragsproblemen bij het kind. Een goed functionerend gezin is mogelijk ook een beschermende factor voor het ontwikkelen van gedragsproblemen. B. Risicofactoren voor de gevolgen voor het gezin De risicofactoren voor de gevolgen voor het gezin, 6 maanden na het trauma, werden vastgesteld door Anderson et al. (2001). Voor gezinsfunctioneren (FFQ) en stress (FBII) werden de volgende voorspellers in de analyse opgenomen: ernst en leeftijd waarop het letsel werd opgelopen, RBRI/PIC na het letsel, Full-scale IQ, aandachts en geheugenscores en premorbide gezinsfunctioneren. Voor gezinsfunctioneren bleek premorbide functioneren en het gedrag van het kind na het trauma significant bij te dragen. Voor gezinslast bleek de ernst van het letsel het sterkst geassocieerd te zijn, waarbij de bijdrage van gedragsproblemen na het letsel bijna significant was. Problemen in cognitie bij kinderen met THL, zoals aandacht en geheugen of IQ score, blijkt niet van belang voor de gevolgen voor het gezin. Wel belangrijk is de mate waarin het kind gedragsproblemen ondervindt en de mate waarop het gezin functioneerde voor het trauma. Een aantal jaren later voerde Anderson et al. (2005) opnieuw een onderzoek uit en bekeek hierin de gevolgen voor het gezin na 30 maanden. Al eerder in het literatuuroverzicht werd door deze onderzoekers aangegeven dat gezinnen van kinderen met ernstig THL hogere niveaus van last en stress lijken te ervaren, zelfs na 30 maanden na het letsel. Om de voorspellers te bepalen werd een multiple regressieanalyse uitgevoerd. De voorspellers in de analyse bestonden uit: ernst van het letsel, leeftijd waarop het letsel was opgelopen en socio-economische status (SES). Bovendien werd ook het premorbide functioneren, gemeten middels de FFS, en de stress/last van het gezin vlak na het trauma (FBII) toegevoegd aan de analyses. Het gezinsfunctioneren werd voorspeld door het premorbide gedrag en adaptieve vaardigheden van het kind, wat suggereert dat dit domein minder kwetsbaar is voor letselfactoren. Echter werd gezinslast voorspeld door ernst van het letsel, fysieke degradatie, leeftijd waarop het letsel was opgelopen en premorbide gedrag, waarbij premorbide adaptief gedrag een kleinere proportie van de variantie verklaarde. Een derde studie van de onderzoeker Anderson et al. (2006) bekeek de gevolgen voor het gezin na 30 maanden bij kinderen met THL (2-6 jaar). De onderzoekers concludeerden dat gezinnen van kinderen met ernstig THL hogere niveaus van last en stress lijken te ervaren, zelfs na 30 maanden 13

14 na het letsel. De variabelen die aan de analyse werden toegevoegd om de voorspellers te identificeren waren: letselvariabelen, SES, premorbide en huidig functioneren van het gezin (FFQ Totaal en FBII Totaal) en de premorbide vaardigheden van het kind. Het gezinsfunctioneren na 30 maanden werd vooral verklaard door de adaptieve vaardigheden en het gedrag van het kind na 30 maanden, maar ook het premorbide gezinsfunctioneren. De waargenomen gezinslast was geassocieerd met het gedrag van het kind en het gezinsfunctioneren na 30 maanden. De onderzoeken geven niet geheel eenduidige resultaten. Een belangrijke bijdrage aan het functioneren van het gezin blijkt het gedragsmatig functioneren van het kind na het trauma, maar in het onderzoek van Anderson et al. (2005) blijkt de gedragsstatus van het kind voor het letsel ook van belang te zijn. Bovendien blijkt het premorbide functioneren van het gezin ook een bijdrage te leveren aan het functioneren na het trauma. Dit wordt echter niet gevonden in het onderzoek van Anderson et al. (2005). Met betrekking tot de mate van ervaren last en stress door het gezin blijkt vooral de ernst van het letsel van belang te zijn. 14

15 4. Discussie Dit literatuuroverzicht richtte zich op de psychosociale gevolgen van THL bij kinderen en de voorspellers ervan. Uit verschillende studies is gebleken dat kinderen met THL, en voornamelijk met ernstig THL, na het letsel gedragsproblemen blijken te ervaren en verslechterde adaptieve vaardigheden te hebben. Deze problemen houden bij een aantal van deze kinderen tot in de adolescentie aan. Ook is er bij een deel van deze kinderen sprake van stoornissen waarbij er vooral een syndroom van gedragsverandering (organische persoonlijkheidsstoornis) voorkwam die in de meeste gevallen aanhoudend was en waarbij er sprake was van een secundaire diagnose van ADHD. Kinderen met gedragsproblemen blijken in de meeste gevallen een voorgeschiedenis te hebben van gedragsproblematiek, wat suggereert dat het premorbide functioneren een belangrijke factor is die bijdraagt aan de problematiek na het trauma. Ook richtte dit literatuuroverzicht zich op de gevolgen voor het gezin van kinderen met THL en de voorspellers ervan. Uit verschillende studies kwam naar voren dat het gezin een hoge mate van last te ervaren na het trauma van hun kind, vooral naarmate het trauma ernstiger is. Dit gaat gepaard met een hoge mate van ervaren stress die in ieder geval aanhoudt tot tweeënhalf jaar na het trauma. Een verslechtering van het gezinsfunctioneren blijkt pas later na het trauma zichtbaar. Bovendien blijkt het gezinsfunctioneren voor het trauma een belangrijke bijdrage te leveren aan het functioneren na het trauma. Er is sprake van een wisselwerking tussen het gezin en het kind. Een slechter functionerend gezin dat een hogere mate van stress ervaart, is geassocieerd met slechtere gedragsmatige gevolgen voor het kind. Een goed functionerend gezin lijkt bovendien een beschermende functie te hebben voor het ontwikkelen van gedragsproblemen bij het kind. Omgekeerd blijkt het gedragsmatig functioneren van het kind invloed te hebben op het functioneren van het gezin, waarbij de gedragsproblematiek een bijdrage kan leveren aan het verslechterde functioneren van het gezin. Met betrekking tot de besproken onderzoeken, is er een aantal kritiekpunten te noemen. Allereerst wat betreft het onderzoek naar het premorbide functioneren van zowel het kind als het gezin. Dit blijken belangrijke factoren te zijn die bijdragen aan de problematiek na het THL. Dit premorbide functioneren is gemeten aan de hand van vragenlijsten afgenomen vlak na het oplopen van het letsel. De vraag is natuurlijk in hoeverre dit betrouwbare rapporten zijn van het premorbide functioneren. Zeker geldt het voor de staat waarin de ouders verkeren bij het invullen van een dergelijke lijst. Hun kind heeft net een traumatisch ongeval meegemaakt met als gevolg een bezoek aan het ziekenhuis. Het lijkt erg logisch als de ouders op dat moment in een onzekere staat verkeren en daarbij heftige emoties ervaren. Hierdoor kunnen hun evaluaties beïnvloed worden en uiteindelijk geen betrouwbare evaluatie geven voor het premorbide functioneren. Ten tweede: Over het algemeen is er in de onderzoeken telkens gebruikt gemaakt van kleine steekproeven. De vraag rijst hierbij hoe betrouwbaar en generaliseerbaar de resultaten dan zijn. Het lijkt er wel op dat de getrokken steekproeven aselect zijn in de zin dat het aantal weigeraars en 15

16 uitvallers steeds gespecificeerd is en klein blijkt te zijn. Niet alle onderzoeken hebben hierover echter duidelijke gegevens vermeld. Ten derde: In bijna alle onderzoeken zijn de kinderen met THL onderverdeeld naar de ernst van het letsel. Deze groepen werden dan met elkaar vergeleken. Al eerder is aangegeven dat de ernst van het letsel wordt vastgesteld door de GCS score en de duur van de PTA. Een verschil tussen groepen wordt dan ook in verband gebracht met de ernst van het letsel. Het zou echter kunnen zijn dat ook een andere factor bijdraagt aan deze gevonden verschillen. Over het algemeen kan aangenomen worden dat kinderen met ernstige THL langer verblijven in het ziekenhuis dan bijvoorbeeld kinderen met een mild THL. Dit zou op zich al een traumatische gebeurtenis kunnen zijn voor het kind en daarmee een belangrijke factor die van invloed kan zijn op de verschillen tussen de groepen. Bovendien bestaat de mogelijkheid dat kinderen met een ernstig THL anders behandeld worden door hun omgeving. Als de kinderen als een slachtoffer behandeld worden door doktoren en nog belangrijker door hun ouders dan kunnen kinderen zich ook daarnaar gaan gedragen met meer gedragsproblemen als gevolg. Een laatste punt van kritiek heeft betrekking op het gebruik van de CBCL als meetinstrument van het gedrag van het kind. Bij dit instrument is er sprake van en forced- choice antwoordmogelijkheid. De VABS heeft de vorm van een interview waarbij ouders vrijelijk kunnen praten over de problemen van hun kinderen. Bij de VABS blijkt een langere lijst van gedragsproblemen door ouders gerapporteerd te worden dan bij de CBCL (Fletcher et al. 1990). Het is mogelijk dat de forced- choice vorm van de CBCL de ouders meer in staat stelt om de gedragsproblemen van hun kinderen te minimaliseren of te ontkennen. Bovendien zijn de items van de CBCL niet specifiek voor hoofdletsel of neurologische populaties, zodat bepaalde aspecten van THL mogelijk onvoldoende gedekt worden. Zowel het kind als het gezin hebben te maken met problemen die op lange termijn blijven bestaan en mogelijk verergeren. Hoe deze problemen zich ontwikkelen en of deze problemen nog langer aanhouden moet verder onderzocht worden. Premorbide factoren blijken hier een belangrijke rol in te spelen. Deze bevindingen ondersteunen de behoefte en noodzaak van de identificatie van letselgerelateerde en (premorbide) psychosociale risicofactoren in kinderen en gezinnen na THL. Met meer onderzoek en kennis kunnen kinderen met een verhoogd risico op latere problemen eerder gedetecteerd worden. Aan zowel het kind als het gezin kan dan preventief extra behandeling/ondersteuning gegeven worden. 16

17 5. Literatuurlijst Anderson, V. A., Catroppa, C., Haritou, F., Morse, S., Pentland, L, Rosenfeld, J. And Stargatt, R. (2001). Predictors of acute child and family outcome following traumatic brain injury in children. Pediatric Neurosurgery, 34, Anderson, V., Catroppa, C., Haritou, F., Morse, S., and Rosenfeld, J. (2005). Identifying factors contributing to child and family outcome at 30 months following traumatic brain injury in children. Journal of Neurology, Neurosurgery and Psychiatry, 76, Anderson, V. A., Catroppa, C., Dudgeon, P., Morse, S. A., Haritou, F., and Rosenfeld, J. V. (2006). Understanding predictors of functional recovery and outcome 30 months following early childhood head injury. Neuropsychology, 20(1), Andrews, T. K., Rose, F. D., and Johnson, D. A. (1998). Social and behavioural effects of traumatic brain injury in children. Brain Injury, 12(2), Bloom, D. R., Levin, H. S., Ewing-Cobbs, L., Saunders, A. E., Song, J., Fletcher, J. M., and Kowatch, R. A. (2001). Lifetime and novel psychiatric disorders after pediatric traumatic brain injury. Journal of American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 40(5), Catroppa, C., Anderson, V. A., Morse, S. A., Haritou, F., and Rosenfeld, J. V. (2008). Outcome and predictors of functional recovery 5 years following pediatric traumatic brain injury (TBI). Journal of Pediatric Psychology, 33(7), Cattelani, R., Lombardi, F., Brianti, R., and Mazzucchi, A. (1998). Traumatic brain injury in childhood: intellectual, behavioural and social outcome into adulthood. Brain Injury, 12(4), Fletcher, J. M., Ewing-Cobbs, L., Miner, M. E., Levin, H. S., and Einsberg, H. M. (1990). Behavioral changes after closed head injury in children. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 58(1), Hermans, E., Hendriksen, J., Jacken, D., Kloet, A. de, en Tersteeg, A.M., (2006). Niet aangeboren hersenletsel bij kinderen en jongeren: een groeiende zorg. Revalidata, 133. Herjanic B., Reich W. (1982), Development of a structured psychiatric interview for children: Agreement between child and parent on individual symptoms. J Abnorm Child Psychol 10: Lachar D. (1992). Personality Inventory for Children (PIC) (Rev. Formal manual suppl.). Los Angeles: Western Psychological Services. Noller P. (1988). ICPS Family Functioning Questionnaire. Unpublished manuscript. University of Queensland. Max, J. E., Robin, D. A., Lindgren, S. D., Smith, W. L., Sato, Y., Mattheis, P. J., Stierwalt, J. A. G. and Castillo, C. S. (1997). Traumatic brain injury in children and adolescents: psychiatric disorders at two years. Journal of American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 36(9), Max, J. E., Koele, S. L., Smith, W.Jr L., Sato, Y., Lindgren, S. D., Robin, D. A. and Arndt, S. (1998). Psychiatric disorders in children and adolescents after severe traumatic brain injury: A controlled study. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 37(8), Max, J., Lindgren, S., Knutson, C., Pearson, S., Ihrig, D., and Welborn, A. (1998). Child and adolescent traumatic brain injury: Correlates of disruptive behavior disorders. Brain Injury, 12, Max, J. E., Koele, S. L., Lindgren, S. D., Robin, D. A., Smith, W. L., Sato, Y., and Arndt, S. (1998). Adaptive functioning following traumatic brain injury and orthopedic injury: a controlled study. Arch Phys Med Rehabil, 79,

18 Max, J., Koele, S., Castillo, C., Lindgren, S., Arndt, S., Bozura, H., et al. (2000). Personality change disorder in children and adolescents following traumatic brain injury. Journal of the International Neuropsychological Society, 6, Orvaschel, H., Puig-Antich, J., Chamber, W., Tabrizi, M.A., and Johnson, R., (1982). Retrospective assessment of prepubertal major depression with the Kiddle-SADS-E. Journal of the American Vhild Psychiatry, 21, Ponsford, J., Willmott, C., Rothwell, A., Cameron, P., Ayton, G., Nelms, R., et al. (1999). Cognitive and behavioural outcome following mild traumatic brain injury in children. Journal of Head Trauma Rehabilitation, 14, Rao, V., & Lyketsos, C. (2000). Neuropsychiatric Sequelae of Traumatic Brain Injury. Psychosomatics 41 (2), Rush A. J., Giles DE, Schlesser M. A., Fulton C. L., Weisenburger J. E., Burns C. T. (1986), The Inventory of Depressive Symptomatology (IDS): Preliminary findings. Psychopharmacol Bull 22: Rush A. J, Guillon C. M., Basco M. R., Jarrett R. B., Trivedi M. H. (1996), The Inventory of Depressive Symptomatology (IDS): Psychometric properties. Psychol Med 26: Taylor, H. G., Drotar, D., Wade, S., Yeates, K., Stancin, T., & Klein, S. (1995). Recovery from traumatic brain injury in children: The importance of the family. In S. Broman & M. E. Michel (Eds.), Traumatic head injury in children (pp ). New York: Oxford University Press. Taylor, H. G., Yeates, K., Wade, S., Drotar, D., Stancin, T., and Minich, N. (2002). A prospective study of shortand long-term outcomes after traumatic brain injury in children: Behavior and academic achievement. Neuropsychology, 16, Teasdale, G. And Jennet, B. (1979). Assessment of coma and impaired consciousness. Lancet; ii, Weissman, M. M.(1975): The assessment of social adjustmentð a review of techniques. Archives of General Psychiatry, 32: 357± 365. Willer, B., Rodethal, M.,Kreutzer, J. S. et a (1993).Assessment of community integration following rehabilitation for traumatic brain injury. Journal of Head Trauma Rehabilitation, 8, Wirt R. D., Lachar D, Klinedinst J. K., Seat P. D. (1990), Multidimensional Description of Child Personality: A Manual for the Personality Inventory for Children. Los Angeles: Western Psychological Service]\ Yeates, K.O. & Taylor, H.G. (1997). Predicting Premorbid Neuropsychological FunctioningFollowing Pediatric Traumatic Brain Injury. Journal of Clinical and Experimental Neuropsychology, 19(6),

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

NAH bij kinderen en jongeren: plasticiteit en herstel Caroline van Heugten

NAH bij kinderen en jongeren: plasticiteit en herstel Caroline van Heugten NAH bij kinderen en jongeren: plasticiteit en herstel Caroline van Heugten Universiteit Maastricht c.vanheugten@np.unimaas.nl Inhoud presentatie Plasticiteit van het brein Hersenletsel Schade en herstel

Nadere informatie

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven.

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven. * Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven In dit proefschrift worden de resultaten van de PERRIN CP 9-16 jaar studie (Longitudinale

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

NAH bij Kinderen en Jongeren. Dr. Eric Hermans

NAH bij Kinderen en Jongeren. Dr. Eric Hermans NAH bij Kinderen en Jongeren Dr. Eric Hermans Vilans Kennisinstituut voor de langdurende zorg (Vooral: gehandicaptenzorg, ouderenzorg, chronisch zieken) Ontwikkelen van vernieuwende, praktijkgerichte kennis

Nadere informatie

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD Samenvatting 10 tot 40% van de kinderen en adolescenten met ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) ontwikkelen symptomen van

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting Proefschrift Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems Merel Griffith - Lendering Samenvatting Het gebruik van cannabis is gerelateerd aan een breed scala van psychische problemen, waaronder

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

THUIS AAN DE SLAG DAISY TEEUWEN EN JOS BERENDS

THUIS AAN DE SLAG DAISY TEEUWEN EN JOS BERENDS THUIS AAN DE SLAG DAISY TEEUWEN EN JOS BERENDS NAH: IMPACT OP DE ONTWIKKELING BESCHADIGING HERSENEN EN INVLOED ONTWIKKELINGSPROCES GEVOLGEN HERSENLETSEL BIJ KINDEREN LICHAMELIJKE GEVOLGEN SPRAAKPROBLEMEN

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20683 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Griffith-Lendering, Merel Frederique Heleen Title: Cannabis use, cognitive functioning

Nadere informatie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie DIAGNOSTIC INVENTORY FOR DEPRESSION (DID) Zimmerman, M., Sheeran, T., & Young, D. (2004). The Diagnostic Inventory for Depression: A self-report scale to diagnose DSM-IV Major Depressive Disorder. Journal

Nadere informatie

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop SAMENVATTING Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop Inleiding Cognitief functioneren omvat verschillende processen zoals informatieverwerkingssnelheid, geheugen en executief functioneren,

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen?

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Lonneke I.M. Lenferink Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht Paul A. Boelen Universiteit Utrecht,

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Een goede hand functie is van belang voor interactie met onze omgeving. Vanaf het moment dat we opstaan, tot we s avonds weer naar bed gaan,

Nadere informatie

Our brains are not logical computers, but feeling machines that think.

Our brains are not logical computers, but feeling machines that think. Drs. Fernando Cunha (Child Support Europe) Ontwikkelingspsycholoog Gezondheidspsycholoog (BIG) Kinder- en Jeugdpsycholoog (NIP) Onderwijsspecialist http://www.child-support-europe.com In dienst van kinderen,

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Disclosure belangen Dyllis van Dijk

Disclosure belangen Dyllis van Dijk Disclosure belangen Dyllis van Dijk (Potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Geen Geen Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële)

Nadere informatie

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van 9 Samenvatting 173 174 9 Samenvatting Kanker is een veel voorkomende ziekte. In 2003 werd in Nederland bij meer dan 72.000 mensen kanker vastgesteld. Geschat wordt dat het hier in 9.000 gevallen om mensen

Nadere informatie

Schrik om het hart! CoRPS. Dr. Annelieke Roest. Promotoren: Peter de Jonge, PhD. Johan Denollet, PhD

Schrik om het hart! CoRPS. Dr. Annelieke Roest. Promotoren: Peter de Jonge, PhD. Johan Denollet, PhD Schrik om het hart! Center of Research on Psychology in Somatic diseases Promotoren: Peter de Jonge, PhD Johan Denollet, PhD Dr. Annelieke Roest Anxiety and Depression In Coronary Heart Disease: Annelieke

Nadere informatie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Stoornissen in het gebruik van middelen

Nadere informatie

Samenvatting. Beloop van dagelijkse activiteiten bij adolescenten met cerebrale parese. Een 3-jarige follow-up studie

Samenvatting. Beloop van dagelijkse activiteiten bij adolescenten met cerebrale parese. Een 3-jarige follow-up studie * Samenvatting Beloop van dagelijkse activiteiten bij adolescenten met cerebrale parese Een 3-jarige follow-up studie Samenvatting Tijdens de periode van groei en ontwikkeling tussen kindertijd en volwassenheid

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

18/03/2016. inhoud. Zorg voor jongeren met psychiatrische problemen. jongeren populatie. jongeren populatie. jongeren populatie. jongeren populatie

18/03/2016. inhoud. Zorg voor jongeren met psychiatrische problemen. jongeren populatie. jongeren populatie. jongeren populatie. jongeren populatie inhoud Zorg voor jongeren met psychiatrische problemen Jongeren als doelgroep Burden of disease in praktijk Slot: New horizont Marijana Cvitan Sutterland psychiater OPZ Geel, Maart, 2016 Juridische grens

Nadere informatie

Psychiatrie & Psychologie bij 22q11DS

Psychiatrie & Psychologie bij 22q11DS Studiedag Stichting 22Q11 19 november 2017 A.M. Fiksinski a.m.fiksinski@umcutrecht.nl Psycholoog & onderzoeker (PhD kandidaat) Department of Psychiatry, Rudolf Magnus Institute of Neuroscience, University

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Samenvatting. (Dutch Summary)

Samenvatting. (Dutch Summary) (Dutch Summary) In dit proefschrift is de ontwikkeling van gedrags- en emotionele problemen van tweelingen en eenlingen in de leeftijd van 3 tot 12 jaar onderzocht. In hoofdstuk 1 wordt een introductie

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

S Samenvatting Veldman, Karin.indd :25

S Samenvatting Veldman, Karin.indd :25 S Samenvatting Psychische problemen tijdens de kindertijd en adolescentie kunnen langdurige negatieve gevolgen hebben, bijvoorbeeld doordat ze de overgang van school naar werk negatief beïnvloeden. Jongeren

Nadere informatie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst

Nadere informatie

BrainSTARS: een verbindende schakel voor kinderen en jongeren met NAH. Rianne Gijzen Suzanne Lambregts 16 april 2015

BrainSTARS: een verbindende schakel voor kinderen en jongeren met NAH. Rianne Gijzen Suzanne Lambregts 16 april 2015 BrainSTARS: een verbindende schakel voor kinderen en jongeren met NAH Rianne Gijzen Suzanne Lambregts 16 april 2015 Inhoud Incidentie & Oorzaken Gevolgen & Prognose Film: gevolgen van NAH Signaleren van

Nadere informatie

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten In dit proefschrift werd de relatie tussen depressie en het risico voor hart- en vaatziekten onderzocht in een groep

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Op grond van klinische ervaring en wetenschappelijk onderzoek, is bekend dat het gezamenlijk voorkomen van een pervasieve ontwikkelingsstoornis en een verstandelijke beperking tot veel bijkomende

Nadere informatie

Handycard Zorgmonitor 1 SDQ en KIDSCREEN-27

Handycard Zorgmonitor 1 SDQ en KIDSCREEN-27 Handycard Zorgmonitor 1 SDQ en KIDSCREEN-27 SDQ (Strenghts and Difficulties Questionnaire) Meet de psychosociale aanpassing van de jeugdige. De SDQ wordt ingevuld door jeugdigen zelf (11-17 jaar) en ouders

Nadere informatie

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest. Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,

Nadere informatie

Angst in de zwangerschap: consequenties voor moeder en kind

Angst in de zwangerschap: consequenties voor moeder en kind Angst in de zwangerschap: consequenties voor moeder en kind Refereermiddag 13 september 2018 Just Wernand GENERATIES 2 Van verwachten tot ervaren: de transitie naar het ouderschap C Schuengel. A. Huizink,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Cannabisgebruik en stoornissen in het gebruik van cannabis in de adolescentie en jongvolwassenheid. Cannabis is wereldwijd een veel gebruikte drug. Het gebruik van cannabis is echter niet zonder consequenties:

Nadere informatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

6 Psychische problemen

6 Psychische problemen psychische problemen 6 Psychische problemen Gonneke Stevens In onderzoek naar de gezondheid en het welzijn van jongeren is het relevant aandacht te besteden aan psychische problematiek, waarbij vaak een

Nadere informatie

samenvatting Opzet van het onderzoek

samenvatting Opzet van het onderzoek 167 Angst en depressie komen vaak voor bij kinderen. Angst en depressie beïnvloeden niet alleen het huidige welbevinden van kinderen, maar kunnen ook een negatieve invloed hebben op hun verdere leven.

Nadere informatie

Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies. Walter Matthys

Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies. Walter Matthys Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies Walter Matthys Preventie en behandeling Wezenlijk verschillend? Voorbeeld: Coping Power (Minder boos en opstandig) bij

Nadere informatie

Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult

Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult Participatie in vrijetijdsactiviteiten van kinderen en adolescenten met een lichamelijke beperking

Nadere informatie

Triple P (Positive Parenting Program): effectief bij gedragsproblemen?

Triple P (Positive Parenting Program): effectief bij gedragsproblemen? 21/11/11 Triple P (Positive Parenting Program): effectief bij gedragsproblemen? Inge Glazemakers Dirk Deboutte Inhoud Het probleem Oplossingen: de theorie Triple P Het project De eerste evaluatie - - -

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid. S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid

S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid. S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid Drs. Maud De Venter Drs. Jela Illegems Prof. dr. Filip Van Den Eede S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid Chronische vermoeidheid:

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) SAMENVATTING Jaarlijks wordt 8% van alle kinderen in Nederland prematuur geboren. Ernstige prematuriteit heeft consequenties voor zowel het kind als de ouder. Premature

Nadere informatie

Begaafde jongeren, moeilijke gevallen? Het belang van systematisch onderzoek naar het functioneren van cognitief sterke jongeren

Begaafde jongeren, moeilijke gevallen? Het belang van systematisch onderzoek naar het functioneren van cognitief sterke jongeren Begaafde jongeren, moeilijke gevallen? Het belang van systematisch onderzoek naar het functioneren van cognitief sterke jongeren Dr. Jeroen Lavrijsen & Prof. Karine Verschueren (KU Leuven) Maart 2019 Meer

Nadere informatie

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology EDERLADSE SAMEVATTIG 157 Het komt regelmatig voor dat psychiatrische klachten clusteren in families. Met andere woorden, familieleden

Nadere informatie

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Online screening Online behandeling - Effectiviteit

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Een Kind met het Syndroom van Down: Gezondheid en Stress bij de Moeder Sophie Ummels Universiteit van Amsterdam

Een Kind met het Syndroom van Down: Gezondheid en Stress bij de Moeder Sophie Ummels Universiteit van Amsterdam Eindversie Bachelorthese, Sophie Ummels Een Kind met het Syndroom van Down: Gezondheid en Stress bij de Moeder Sophie Ummels Universiteit van Amsterdam Bachelorthese Eindversie Naam: Sophie Ummels Studentnummer:

Nadere informatie

Denkstijl, Responsstijl en Comorbiditeit bij. Jongeren met Externaliserende Problematiek in. Residentiële Behandelcentra

Denkstijl, Responsstijl en Comorbiditeit bij. Jongeren met Externaliserende Problematiek in. Residentiële Behandelcentra DENKSTIJL, RESPONSSTIJL EN COMORBIDITEIT BIJ JONGEREN 1 Denkstijl, Responsstijl en Comorbiditeit bij Jongeren met Externaliserende Problematiek in Residentiële Behandelcentra Thinking Style, Response Style

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

25 jaar whiplash in Nederland

25 jaar whiplash in Nederland 25 jaar whiplash in Nederland Vanuit een fysiotherapeutisch perspectief Maarten Schmitt M.Sc 1 2 Fysiotherapeut & manueeltherapeut Hoofd van de Divisie Onderwijs Stichting Opleidingen Musculoskeletale

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands

Samenvatting in het Nederlands * 137 Samenvatting Het doel van deze dissertatie was het beschrijven van lange termijn resultaten van ernstige tot zeer ernstige ongevalslachtoffers. Ernstig werd gedefinieerd als een letselernst van 16

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

GENERATIE 2020 E E N BLIK OP DE RESULTATEN

GENERATIE 2020 E E N BLIK OP DE RESULTATEN S TELLEN VOOR GENERATIE 2020 E E N BLIK OP DE RESULTATEN EVEN VOORSTELLEN.. M A RIE - L OTTE VA N BEVEREN K L I N I S C H P S YCHOLOOG, D OCTORAATSSTUDENT M A RIELOTTE.VA N B EVEREN@UGENT.BE DE ADOLESCENTIE

Nadere informatie

Activiteiten en participatie bij kinderen jongeren met Licht Traumatisch Hersenletsel & Een vroege interventie

Activiteiten en participatie bij kinderen jongeren met Licht Traumatisch Hersenletsel & Een vroege interventie Activiteiten en participatie bij kinderen jongeren met Licht Traumatisch Hersenletsel & Een vroege interventie Inhoud Theoretisch deel Achtergrond Opzet studie Eerste Resultaten Conclusies Take home messages

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Adolescenten met een Middelenmisbruikstoornis Een onderzoek naar kwetsbaarheden

Adolescenten met een Middelenmisbruikstoornis Een onderzoek naar kwetsbaarheden Adolescenten met een Middelenmisbruikstoornis Een onderzoek naar kwetsbaarheden Brenda Volkaert Doctoraatsbursaal Vakgroep Ontwikkelings-, Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie Overzicht Deel 2 Onderzoek

Nadere informatie

22/11/2011. Inhoud LITERATUUR BRUSSEN. Gezonde kinderen

22/11/2011. Inhoud LITERATUUR BRUSSEN. Gezonde kinderen Een chronisch ziek kind in het gezin: Kwaliteit van leven van gezonde broers en zussen Trui Vercruysse Psychosociale oncologie, 25 november 2011 Inhoud Literatuur siblings/brussen Gezonde kinderen Zieke

Nadere informatie

ROM in de ouderenpsychiatrie

ROM in de ouderenpsychiatrie Improving Mental Health by Sharing Knowledge ROM in de ouderenpsychiatrie Marjolein Veerbeek Richard Oude Voshaar, Anne Margriet Pot Financier: Ministerie van VWS 2 Routine Outcome Monitoring Definitie

Nadere informatie

CHAPTER 7. Samenvatting

CHAPTER 7. Samenvatting CHAPTER 7 Samenvatting Samenvatting (Summary in Dutch) De interacties die depressieve patiënten hebben met anderen, in het algemeen, en de interacties van depressieve patiënten met hun partner, in het

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en

Nederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en Nederlandse samenvatting 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen? Van de trauma- en stressorgerelateerde (kortweg trauma-gerelateerde) stoornissen

Nadere informatie

Tekst: Rianne Gijzen & Eric Hermans

Tekst: Rianne Gijzen & Eric Hermans Veel kinderen en jongeren met nietaangeboren hersenletsel (NAH) hebben begeleiding en aanpassingen nodig op school. Maar hoe doe je dat als docent of begeleider als je niet bent opgeleid in onderwijs aan

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen 141 Als kinderen psychische problemen ontwikkelen zoals gedragsproblemen

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING 143 Nederlandse samenvatting 144 NEDERLANDSE SAMENVATTING De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt dat psychische gezondheid een staat van welzijn is waarin een individu zich

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

NeDerLANDse samenvatting

NeDerLANDse samenvatting CHAPTER 10 259 NEDERLANDSE SAMENVATTING Benzodiazepines zijn psychotrope middelen met anxiolytische, sederende, spierverslappende en hypnotische effecten. In de praktijk worden zij voornamelijk ingezet

Nadere informatie

SUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch

SUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch SUMMARY IN DUTCH Summary in Dutch Summary in Dutch Introductie Dit proefschrift richt zich met name op het voorspellen van de behandeluitkomst bij kinderen met angststoornissen. Een selectie aan variabelen

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Chapter 9 Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Samenvatting Samenvatting Depressie en angst klachten bij Nederlandse patiënten met een chronische nierziekte Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve

Nadere informatie

faculteit gedrags- en maatschappijwetenschappen Vroege ontwikkeling Motorische ontwikkelingspatronen bij jonge kinderen met ZEVMB

faculteit gedrags- en maatschappijwetenschappen Vroege ontwikkeling Motorische ontwikkelingspatronen bij jonge kinderen met ZEVMB Datum 22-06-2015 1 Vroege ontwikkeling Motorische ontwikkelingspatronen bij jonge kinderen met ZEVMB Opzet en eerste resultaten Linda Visser Annette van der Putten Gertruud Schalen Bieuwe van der Meulen

Nadere informatie

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/29658 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Kloet, Arend Johannes de Title: Participation of children and youth with acquired

Nadere informatie

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant:

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant: TSCYC Ouderversie Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen ID 256-18 Datum 24.12.2014 Informant: Mieke de Groot-Aerts moeder TSCYC Inleiding 2 / 10 INLEIDING De TSCYC is een vragenlijst die

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

Begeleiding van psychische klachten bij revalidatie. dr. Bianca Buijck Coördinator Rotterdam Stroke Service 17 maart 2015

Begeleiding van psychische klachten bij revalidatie. dr. Bianca Buijck Coördinator Rotterdam Stroke Service 17 maart 2015 Begeleiding van psychische klachten bij revalidatie dr. Bianca Buijck Coördinator Rotterdam Stroke Service 17 maart 2015 Even voorstellen Psychische klachten: neuropsychiatrische symptomen (NPS) De laatste

Nadere informatie

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG Effectiviteit Geef me de 5-methodiek in zorginstelling JP van den Bent In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Chapter 9 CHAPTER 9. Samenvatting

Chapter 9 CHAPTER 9. Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting 115 Kanker en behandelingen voor kanker kunnen grote invloed hebben op de lichamelijke gezondheid en het psychisch functioneren van mensen. Er is veel onderzoek gedaan naar de effectiviteit

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 134 Nederlandse samenvatting De inleiding van dit proefschrift beschrijft de noodzaak onderzoek te verrichten naar interpersoonlijk trauma en de gevolgen daarvan bij jongeren in

Nadere informatie

Op naar DSM 5. Mariken van Onna Klinisch psycholoog-psychotherapeut Supervisor VGCt Karakter Nijmegen Universitair Centrum Kinder- en jeugdpsychiatrie

Op naar DSM 5. Mariken van Onna Klinisch psycholoog-psychotherapeut Supervisor VGCt Karakter Nijmegen Universitair Centrum Kinder- en jeugdpsychiatrie Op naar DSM 5 Mariken van Onna Klinisch psycholoog-psychotherapeut Supervisor VGCt Karakter Nijmegen Universitair Centrum Kinder- en jeugdpsychiatrie Nieuwe (wetenschappelijke) ontwikkelingen Meer kennis

Nadere informatie

A c. Dutch Summary 257

A c. Dutch Summary 257 Samenvatting 256 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van twee longitudinale en een cross-sectioneel onderzoek. Het eerste longitudinale onderzoek betrof de ontwikkeling van probleemgedrag

Nadere informatie

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI 10.1007/978-90-368-1003-6, 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media 50 neem de regie over je depressie Bijlage 1 Beloopstabel

Nadere informatie

op het latere leven Anja Huizink Vrij Universiteit Amsterdam Radboud Universiteit Nijmegen

op het latere leven Anja Huizink Vrij Universiteit Amsterdam Radboud Universiteit Nijmegen De gevolgen van prenatale stress op het latere leven Anja Huizink Vrij Universiteit Amsterdam Radboud Universiteit Nijmegen De ontwikkeling begint prenataal Dierstudies: prenatale stress Programmerend

Nadere informatie