Gezinsbegeleiding voor allochtone ouders van kinderen met een cochleair implantaat; een eerste verkenning ten behoeve van het optimaliseren van zorg

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gezinsbegeleiding voor allochtone ouders van kinderen met een cochleair implantaat; een eerste verkenning ten behoeve van het optimaliseren van zorg"

Transcriptie

1 Gezinsbegeleiding voor allochtone ouders van kinderen met een cochleair implantaat; een eerste verkenning ten behoeve van het optimaliseren van zorg Karin Wiefferink, Bernadette Vermeij, Heleen van der Stege, Gerard Spaai, Noëlle Uilenburg e Stichting voor het Dove en Slechthorende Kind

2 C O L O F O N Uitgave: NSDSK, Onderzoek & Ontwikkeling nsdsk@nsdsk.nl Website: Datum: juni 28 Het onderzoek werd mogelijk gemaakt door steun van de Stichting Van der Lem Fonds en de Stichting Kinderpostzegels Nederland Gezinsbegeleiding voor allochtone ouders van kinderen met een CI, NSDSK, 28 1

3 Gezinsbegeleiding voor allochtone ouders van kinderen met een CI, NSDSK, 28 2

4 Dankwoord Dit project is mogelijk gemaakt door de inspanning en de belangeloze bijdragen van velen. Namens de onderzoeksgroep van de NSDSK willen wij de kinderen en hun ouders bedanken die hebben deelgenomen aan dit onderzoek; de betrokken scholen en CI teams; de leden van de begeleidingscommissie die hebben toegezien op de zorgvuldige uitvoering van het onderzoek, Dolph (G.A.) Kohnstamm (oud-hoogleraar ontwikkelingspsychologie), Anneli (A.J.) Schaufeli (Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN); Expertisecentrum, Radboud Universiteit), Hans (J.E.) van Dijk (Audiologisch Centrum Amersfoort), Harrie Tibosch (Viataal) en Mirjam (M) Blumenthal (projectleider diversiteit, Koninklijke Effatha Guyot Groep, Zoetermeer); Beppie van den Bogaerde (Hogeschool Utrecht) en Elke Huysmans voor advisering met betrekking tot de taalanalyses; Leo de Raeve (KIDS, Hasselt) voor het uitvoeren van de Tait analyses; Nazife Cavus voor de interviews met de ouders en e taalopnames; Vanessa Wenners-Lo-A-Njoe voor haar bijdrage aan de dataverzameling; de gezinsbegeleidsters van de volgende organisaties: NSDSK, Gezinsbegeleidingsdienst Midden Oost Nederland, Audiologisch Centrum Eindhoven, Koninklijke Auris Groep/Audiologisch Centrum Rotterdam en Audiologisch Centrum Twente; de Landelijke Beleidscommissie Gezinsbegeleiding; Margreet Langereis (spraaktaalpatholoog Viataal St Michielsgestel). Ten slotte bedanken wij de Stichting Van der Lem Fonds en de Stichting Kinderpostzegels Nederland voor hun financiële steun. Gezinsbegeleiding voor allochtone ouders van kinderen met een CI, NSDSK, 28 3

5 Gezinsbegeleiding voor allochtone ouders van kinderen met een CI, NSDSK, 28 4

6 INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING 6 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding tot het onderzoek Zorg aan allochtone dove kinderen Vraagstellingen METHODE 2.1 Onderzoeksmethode Meetinstrumenten Analyses Onderzoeksgroep RESULTATEN 3.1 Wat vinden ouders en professionals het 18 belangrijkste in het zorgaanbod Interviews ouders Interviews gezinsbegeleidsters Q-sort Taalontwikkeling Auditieve perceptie Preverbale communicatie Spraakverstaanbaarheid Gesproken Gebarentaal Gesproken Drie modaliteiten per kind vergeleken CONCLUSIE 4.1 Onderzoeksvragen Factoren die van invloed zijn op de taalontwikkeling 5 van e kinderen 4.3 Kanttekeningen bij het onderzoek Implicaties voor de praktijk LITERATUUR BIJLAGEN Bijlage 1. Meetinstrumenten 6 Bijlage 2. Testprotocol 66 Bijlage 3. Onderwerpen Q-sort 68 Bijlage 4. Informatie over de kinderen 7 Gezinsbegeleiding voor allochtone ouders van kinderen met een CI, NSDSK, 28 5

7 Samenvatting Door de invoering van de neonatale gehoorscreening in 26 hebben gezinsbegeleidingsdiensten voor dove en slechthorende kinderen, anders dan voorheen, te maken met ouders van zeer jonge kinderen met een ernstig gehoorverlies. Doordat het gehoorverlies eerder wordt ontdekt, zullen diagnostiek, behandeling en begeleiding eerder worden ingezet en zullen nieuwe begeleidingsvormen moeten worden ontwikkeld die beter aansluiten bij de behoeften en vragen van de ouders van deze zeer jonge kinderen. Een goede ouder-kind interactie is een van de beste voorspellers van een goede taalontwikkeling in de eerste levensjaren en een daarmee samenhangende algemene ontwikkeling. Daarom wordt zo snel mogelijk na het ontdekken van het gehoorverlies doorverwezen naar de gezinsbegeleidingsdienst om de begeleiding van ouders en kind zo vroeg mogelijk te starten. Van belang is dat het nieuwe aanbod goed past bij ouders van baby s en dat het aanbod op-maat is en flexibel kan worden ingezet al naar gelang de wensen en vragen van de ouder betreffende het jonge kind. Van begeleiders van gezinnen met kinderen met auditieve beperkingen wordt, net als van andere werkers in de zorg, gevraagd in te kunnen spelen op een diversiteit aan hulpvragen, dit mede in het licht van een verscheidenheid aan culturen in combinatie met al of niet adequaat sprekende ouders. Omdat er nog weinig bekend is over de ervaringen van e ouders en kinderen met een cochleair implantaat (CI) is een verkennend onderzoek uitgevoerd. Doelstelling van dit onderzoek is nagaan hoe de begeleiding van allochtone gezinnen met een kind met ernstige auditieve beperkingen met een CI geoptimaliseerd kan worden. Daarnaast wordt de taalontwikkeling van e kinderen met een CI in kaart gebracht. Methode Om de wensen en verwachten van ouders en professionals in kaart te brengen zijn ouders en gezinsbegeleidsters geïnterviewd. Daarnaast is gebruik gemaakt van de Q- sort methode. De Q-sort is een manier om uitspraken of kenmerken door één of meerdere personen te laten rangordenen naar belangrijkheid. In totaal deden elf ouderparen en tien gezinsbegeleidsters mee aan het onderzoek. De ouders zijn allen afkomstig uit Turkije en hebben een doof kind met een CI. Van zeven van de elf ouderparen werd ook de communicatieve ontwikkeling van de kinderen gevolgd in dit onderzoek. Resultaten Uit dit onderzoek blijkt dat e ouders het erg moeilijk vinden om een doof kind te hebben. Zij kunnen de diagnose maar moeilijk accepteren en geloven vaak niet dat hun kind echt doof is. Bovendien gaat het hebben van een gehandicapt kind vaak samen met gevoelens van schaamte, vooral tegenover familieleden en de eigen gemeenschap. e ouders hebben behoefte aan hulp bij praktische zaken (hulp bij financiële zaken en bij aanvragen van hulpmiddelen), terwijl gezinsbegeleidsters dit soort zaken minder belangrijk vinden. Dit kwam ook uit eerder onderzoek onder e ouders over gezinsbegeleiding na neonatale gehoorscreening (NSDSK, 26). e ouders vinden Gezinsbegeleiding voor allochtone ouders van kinderen met een CI, NSDSK, 28 6

8 het minder belangrijk om hun familie bij de begeleiding te betrekken, terwijl gezinsbegeleidsters dit wel belangrijk vinden. Ouders vinden het CI erg belangrijk, belangrijker dan gezinsbegeleidsters. Opvallend is dat ouders dit aangeven na de CI-operatie: als het kind eenmaal een CI heeft zijn ouders erg enthousiast. Vóór de operatie hebben ouders veel moeite met het feit dat dit moet gaan gebeuren, wellicht voortkomend uit het feit dat ze de diagnose doofheid maar moeilijk kunnen accepteren en in het begin vaak ook niet geloven dat hun kind echt doof is. De meeste ouders raadplegen eerst nog een e arts voor een second opinion voordat zij besluiten tot een CI. Allochtone kinderen krijgen dan ook op latere leeftijd een CI dan e kinderen die in dezelfde periode of eerder een CI hebben gekregen: gemiddeld tien maanden later. Hoewel ouders praten over problemen en verdriet wel belangrijk vinden, hechten zij er minder belang aan dan gezinsbegeleidsters. Een mogelijke reden hiervoor is dat gezinsbegeleidsters te maken hebben met verschillende reacties van ouders die het nieuws van het ernstige gehoorverlies kort geleden te horen hebben gekregen, zoals teruggetrokken gedrag, apathisch gedrag of boos en geïrriteerd gedrag. Dergelijke reacties zijn moeilijk om mee om te gaan voor de begeleidsters en zijn van invloed op de kwaliteit van de begeleidingsgesprekken en ook op de mate waarin ouders open staan voor het ontvangen van informatie. Voor gezinsbegeleidsters is het van belang om inzicht te hebben in de reacties van ouders op deze gebeurtenis en de factoren die het verwerkingsproces beïnvloeden. Keuzevrijheid voor ouders wordt door e gezinsbegeleidsters heel belangrijk gevonden. Zij verstrekken informatie en de ouders zouden vervolgens zelf een keuze moeten maken op basis van deze informatie. Ook vanuit het CI-team wordt veelal adviserend gesproken over een CI. De keus wordt aan ouders gelaten. e ouders willen echter van artsen horen wat er gedaan moet worden. Het feit dat e hulpverleners dit niet doen, is een mogelijke reden voor het verminderde vertrouwen in het e gezondheidszorgsysteem. Bovendien kan het de ouders sterken in hun geloof dat het wellicht nog wel meevalt met de doofheid van hun kind, want de hulpverleners lijken zelf ook niet zo goed te weten wat het beste is en lijken ook geen haast te hebben. e ouders lijken minder betrokken bij de geboden zorg dan e ouders. De lagere betrokkenheid van e ouders bij de zorg wil overigens niet zeggen dat ze niet betrokken zijn bij hun kind en niet het beste voor hun kind willen. Allochtone ouders voelen zich wel betrokken bij de zorg aan hun kind, maar in de praktijk doen zij weinig om die betrokkenheid te laten zien. Ze zijn vaak niet op de hoogte van manieren om hun kind te ondersteunen of actief bij de zorg betrokken te zijn. De informatie die ze krijgen, begrijpen zij vaak niet. Ook zijn er veel praktische problemen. Voor e ouders in dit onderzoek is het moeilijk om bijvoorbeeld de gebarentaal cursussen te bezoeken, omdat het niet gebruikelijk of niet mogelijk is om een oppas te regelen. Bij alle e kinderen zijn de auditief-perceptieve vaardigheden toegenomen: hadden de meeste kinderen voorafgaand aan CI implantatie nauwelijks auditief-perceptieve vaardigheden, 24 maanden na implantatie reageerden deze kinderen in ieder geval op omgevingsgeluiden en op spraakklanken. Sommige e kinderen konden deze geluiden ook herkennen. Goede auditief-perceptieve vaardigheden zijn een belangrijke Gezinsbegeleiding voor allochtone ouders van kinderen met een CI, NSDSK, 28 7

9 voorwaarde voor het ontwikkelen van gesproken taal. De auditief-perceptieve vaardigheden van e kinderen lijken iets slechter te zijn dan van e kinderen. e kinderen herkennen in het algemeen wel omgevingsgeluiden, maar geen spraakklanken, terwijl de meeste e kinderen wel spraakklanken herkennen. Over het geheel genomen lijken de e kinderen in het onderzoek een iets betere taalontwikkeling door te maken dan de e kinderen. Implicaties voor de praktijk Een opvallende bevinding van dit onderzoek was dat sommige e ouders spijt hadden dat hun kind niet op jongere leeftijd een CI had gekregen. Zij zien dat andere kinderen die op jongere leeftijd een CI hebben gekregen zich beter ontwikkelen dan hun kind. In de begeleiding van ouders zouden gezinsbegeleidsters het belang van snelle interventie moeten benadrukken. Ouders moeten zich realiseren dat een snelle start van gehoorrevalidatie en begeleiding een positief effect heeft op de ontwikkeling van hun kind. Als ouders de e taal onvoldoende beheersen om het gesprek goed te begrijpen, zou een onafhankelijke tolk ingeschakeld kunnen worden. Ook als de ouders het voldoende beheersen en het niet nodig is een tolk in te schakelen is het van belang dat de gezinsbegeleidster regelmatig nagaat of de ouders goed begrepen hebben wat de gezinsbegeleidster heeft gezegd en om de reactie van de ouders samen te vatten om na te gaan of de gezinsbegeleidster goed heeft begrepen wat de ouders bedoelen. Als het gaat om beslissingen nemen met betrekking tot de behandeling en de zorg voor het kind lijken e ouders en gezinsbegeleidsters diametraal tegenover elkaar te staan. Ouders willen graag dat artsen en andere hulpverleners snel handelen en zeggen wat ze het beste kunnen doen. Gezinsbegeleidster willen juist de ouders objectieve informatie geven met voor- en nadelen van de verschillende opties, zodat de ouders zelf kunnen kiezen. Gezinsbegeleidsters staan voor een lastig dilemma: zij zullen niet zomaar een cliënt voorschrijven wat ze moeten doen. Dat past niet bij de e cultuur. Een uitweg zou kunnen zijn dat de hulpverlener een goed beeld probeert te krijgen van wat ouders belangrijk vinden voor hun kind, en dan aangeven wat in die situatie de beste keuze zou zijn. Ouders vinden het vaak moeilijk om allerlei praktische zaken te regelen, zoals het regelen van een oppas of hulp bij financiële zaken. Gezinsbegeleidsters moeten zich realiseren dat een deel van de verminderde betrokkenheid bij de zorg kan ontstaan uit het feit dat ouders deze praktische problemen niet kunnen oplossen. Vervolgens kunnen initiatieven ontwikkeld worden om aan deze problemen tegemoet te komen, zoals het organiseren van gebarentaalcursussen dichterbij huis. Ook zouden gezinsbegeleidsters ouders op zo n manier moeten ondersteunen in het uitvoeren van educatieve spelletjes met hun kind, dat ouders het belang hiervan in gaan zien en uit zichzelf deze spelletjes met hun kind gaan doen. De gesproken taalontwikkeling van de e kinderen met een CI is niet optimaal, zowel in het als in het niet. Het is wenselijk dat deze kinderen zo vroeg mogelijk en ook zoveel mogelijk met taal in aanraking komen. Daarvoor is het Gezinsbegeleiding voor allochtone ouders van kinderen met een CI, NSDSK, 28 8

10 van belang dat al op heel jonge leeftijd communicatie plaatsvindt en gekeken wordt naar wat het juiste taalaanbod is, zodat het kind een moedertaal kan verwerven. Zowel ouders als gezinsbegeleidsters moeten doordrongen raken van het feit dat voor een goede communicatie een fundament in de moedertaal nodig is. De vraag is echter wat de moedertaal voor de e kinderen in dit onderzoek is. Is het de gebarentaal? Of het? En voor sommige kinderen is het wellicht de moedertaal. Gezinsbegeleidsters zouden ouders moeten steunen bij de keuze voor de taal die zij met hun kind willen spreken. Uitgangspunt daarbij moet zijn dat ouders het beste kunnen communiceren met hun kind in de taal die zijzelf het beste beheersen. Daarnaast blijft het van belang om gebarentaal aan te bieden omdat dit de meest toegankelijke taal is voor het kind. De ouders in dit onderzoek gaven aan dat ze hulp bij het leren van de e taal en de e taal even belangrijk vinden. Het huidige zorgaanbod voorziet in hulp bij het leren van de e taal en het aanbieden van NGT, maar niet in hulp bij het leren van de e taal. Omdat het voor een deel van de kinderen de moedertaal is, zou het zorgaanbod moeten voorzien in deze ondersteuning. Dit zou kunnen door de kinderen te laten begeleiden door een e logopediste. Er zijn echter nauwelijks e logopedisten in Nederland. Daarom zou de taalontwikkeling ook gestimuleerd kunnen worden met hulp van een tolk en/of e ouderbegeleider. De HANEN-principes bijvoorbeeld zijn goed uit te leggen en toe te passen in het. Bovendien zijn er ook talige kinderboeken beschikbaar. Gezinsbegeleiding voor allochtone ouders van kinderen met een CI, NSDSK, 28 9

11 1. Inleiding 1.1 Aanleiding tot het onderzoek Door de invoering van de neonatale gehoorscreening in 26 hebben gezinsbegeleidingsdiensten voor dove en slechthorende kinderen, anders dan voorheen, te maken met ouders van zeer jonge kinderen met een ernstig gehoorverlies. Bij baby s van enkele dagen oud kan al worden vastgesteld of zij een gehoorverlies hebben. Doordat het gehoorverlies eerder wordt ontdekt, zullen diagnostiek, behandeling en begeleiding eerder worden ingezet en zullen nieuwe begeleidingsvormen moeten worden ontwikkeld die beter aansluiten bij de behoeften en vragen van de ouders en deze zeer jonge kinderen. Dat een goede begeleiding en interventie in de eerste maanden van het kind belangrijk is blijkt uit het onderzoek van Yoshinaga-Itano (1998). Interventie gestart vóór de leeftijd van 6 maanden bleek betere resultaten op te leveren voor de taalontwikkeling van het kind dan interventie die later gestart werd. Voor ouders met een baby van enkele dagen oud is het nieuws dat hun baby een gehoorverlies heeft al zeer verontrustend. Als na een bezoek aan het Audiologisch Centrum blijkt dat het gehoorverlies ernstig of zeer ernstig is, is dit voor de ouders en andere familieleden een behoorlijke schok die grote invloed heeft op het gezinsleven. Ouders worstelen plotseling met het beeld van hun kind, met toekomstbeelden, met de angst en onzekerheid hoe zij met hun kind moeten omgaan als hun kind hen niet hoort. Daarnaast worden zij plotseling geconfronteerd met allerlei afspraken met medici en hulpverleners en met reacties uit de omgeving. Dit alles vindt plaats in de eerste maanden na de geboorte van het kind. Gezinsbegeleidsters moeten dan ook rekening houden met diverse stadia van verliesverwerking en mogelijke veranderingen in hechtingsgedrag en ouder-kind interactie. Een goede ouder-kind interactie is een van de beste voorspellers van een goede taalontwikkeling in de eerste levensjaren en een daarmee samenhangende algemene ontwikkeling (Calderon et al., 1997). Daarom wordt zo snel mogelijk na het ontdekken van het gehoorverlies doorverwezen naar de gezinsbegeleidingsdienst om de begeleiding van ouders en kind zo vroeg mogelijk te starten. Uit recent onderzoek blijkt dat niet alleen een vroegtijdige diagnose van de auditieve beperking een gunstig effect heeft op de latere taalontwikkeling van deze kinderen, maar ook dat de actieve betrokkenheid van de ouders in het begeleidingsprogramma, van essentieel belang is om optimale resultaten te bereiken (Moeller, 2; Spencer, 24). De kinderen die zich het beste ontwikkelden in haar studie kregen vroeg begeleiding en hadden ouders met een hoge betrokkenheid. In an ideal situation the family have made a good adjustment to the child s deafness and the family is able to put the child s disability in perspective within the family. They attend sessions and meeting regularly and pursue information on their own. Family members become effective users of the child s mode of communication. Van belang is dan ook dat het nieuwe aanbod goed past bij ouders van baby s en dat het aanbod opmaat is en flexibel kan worden ingezet al naar gelang de wensen en vragen van de ouder betreffende het jonge kind. Voor gezinsbegeleidsters die ouders met een baby met een ernstig gehoorverlies begeleiden is een belangrijke taak weggelegd om bij dit moeilijke proces de ouders te ondersteunen. De gezinsbegeleidsters krijgen te maken met ongeloof, verdriet, woede en sombere gevoelens van ouders. Zij moeten ouders begeleiden die direct op alle Gezinsbegeleiding voor allochtone ouders van kinderen met een CI, NSDSK, 28 1

12 fronten van start willen gaan en met hun kind willen gaan oefenen, maar ook met ouders die liever helemaal geen hulpverlening willen. De reacties van ouders kunnen voortkomen uit het verdriet en de teleurstelling die horende ouders voelen als zij beseffen dat zij niet gewoon met hun kind zullen kunnen praten. Communicatie met hun dove kind is niet vanzelfsprekend maar moet worden aangeleerd. Taal is een belangrijke identiteit en geen contact kunnen maken met je eigen kind in je eigen, vertrouwde taal kan een machteloos gevoel geven. Gezinsbegeleidingsdiensten krijgen, ten gevolge van demografische veranderingen in de samenleving (Valk et al., 21), in toenemende mate te maken met ouders met een andere culturele achtergrond en andere opvattingen over ziekte en handicap. Bovendien wordt van ouders verwacht dat zij zelf hun hulpvraag kunnen formuleren en kiezen ( kopen ). In een zorgcontract wordt vastgelegd hoe de zorg en begeleiding vorm gegeven gaat worden. Dit betekent dat de begeleiding moet kunnen inspelen op de vraag van de ouders en hun kind. Dit impliceert dat de zorg flexibel, individueel en op maat moet zijn. 1.2 Zorg aan allochtone dove kinderen Van begeleiders van gezinnen met kinderen met auditieve beperkingen wordt, net als van andere werkers in de zorg, gevraagd in te kunnen spelen op een diversiteit aan hulpvragen, dit mede in het licht van een verscheidenheid aan culturen in combinatie met al of niet adequaat sprekende ouders (M charek, 2). In Nederland is weinig bekend hoe ouders met een andere culturele achtergrond een kind met een handicap beleven. Wel wordt veelal aangenomen dat migrantenouders minder betrokken zijn bij de zorg aan hun kind. Echter, onderzoek van de Ammanstichting (inmiddels onderdeel van de Koninklijke Auris Groep) onder allochtone ouders met een kind dat een school van de Ammanstichting bezoekt, laat zien dat ouders zich wel betrokken voelen bij het onderwijs aan hun kind, maar in de praktijk weinig doen om die betrokkenheid te laten zien (Nortier, 1996). Ze zijn vaak niet op de hoogte van manieren om hun kind te ondersteunen of actief bij de school betrokken te zijn. De informatie die ze krijgen, begrijpen zij vaak niet. Daarnaast is er weinig bekend over de verwachtingen die deze ouders hebben omtrent zorg. De bestaande zorg is veelal afgestemd op behoeften van autochtone Nederlanders. Sommige allochtone ouders kijken anders tegen zorg aan en hebben andere verwachtingen dan het beschikbare zorgaanbod kan bieden. Bovendien weet een deel van de allochtone ouders niet goed hoe het zorgsysteem in Nederland werkt. Uit onderzoek van Yumusak (1999) bleek dat allochtone ouders nauwelijks inzicht hebben in wat het audiologisch centrum voor hun kind kan betekenen. Met name e en Marokkaanse ouders wisten soms na jaren patiënt te zijn bij het audiologisch centrum nog steeds niet dat ze met een advies- en onderzoeksinstelling te maken hadden. Ze verwachtten van een audiologisch centrum kant en klare oplossingen voor hun problemen. Dit is echter iets wat het audiologisch centrum niet altijd kan geven. Kortom, het is veel allochtonen niet duidelijk wat men van een bepaalde hulpverlener kan en mag verwachten. Dit kan wellicht ook toegeschreven worden aan het feit dat sommige in Nederland gangbare hulpverleningsfuncties onbekend zijn in het land van herkomst (Zevenbergen, 1996). De taalbarrière en verschillende visies op (auditieve) handicaps spelen daarnaast in veel gevallen wellicht een belangrijke rol in het wederzijds onbegrip dat zodoende kan ontstaan. Ook zijn er uit internationaal onderzoek aanwijzingen dat toegankelijkheid Gezinsbegeleiding voor allochtone ouders van kinderen met een CI, NSDSK, 28 11

13 van zorg minder goed is voor etnische minderheden. Onderzoek van Stern (25) laat zien dat in Amerika blanke en Aziatische kinderen vaker een cochleair implantaat (CI) krijgen dan Latino s en Afro-amerikanen. In Nederland is weinig onderzoek gedaan naar de toegankelijkheid van zorg. In een overzicht van de literatuur van Van Laar, Stronks en Klazings (24) wordt de toegankelijkheid en kwaliteit van zorg voor kinderen uit verschillende etnische groepen onder de loep genomen. In Nederland is alleen onderzoek gedaan naar verschillen in toegankelijkheid van zorg in de openbare gezondheidszorg. Naar verschillen in toegankelijkheid tot specialistische zorg tussen etnische groepen in Nederland, zoals een CI is, voorzover ons bekend, geen onderzoek gedaan. Van Laar et al. (24) beschrijven dat buitenlandse studies laten zien dat allochtone kinderen minder vaak diagnostische testen en medicijnen krijgen dan autochtone kinderen. Of dit ook voor de e situatie geldt, is niet bekend omdat er tot op heden weinig onderzoek gedaan is naar deze problematiek. Volgens de auteurs is de verwachting gerechtvaardigd dat ook in de e situatie etnische verschillen bestaan in de toegankelijkheid en kwaliteit van zorg. Ouders met een doof of slechthorend kind staan voor een verzwaarde opvoedingstaak. Zowel voor autochtone als allochtone ouders geldt dat zij na de ontdekking van het gehoorverlies veel op hen af komt. Zij zullen besluiten moeten nemen over gehoorrevalidatie en wijze van communicatie met het kind. Vanuit de gezinsbegeleiding is bekend dat ouders na de diagnose doofheid of ernstige slechthorendheid veel behoefte hebben aan informatie en ook aan praktische steun. De vraagstukken rond besluitvorming in de diagnostiek, behandeling en begeleiding zijn complex. In Nederland is er onderzoek verricht naar de besluitvorming van ouders rond CI (Wever, 22). Wever concludeert dat ouders, na de diagnose dat hun kind doof is, vrijwel unaniem kiezen voor gebarentaal, omdat zij hiermee een relatie met hun kind kunnen opbouwen. Ook concludeert hij dat als ouders kiezen voor een CI zij verwachten dat hun kind beter hoort, beter gaat praten en meer toekomstmogelijkheden heeft. Over de besluitvorming van tweetalige ouders met een doof kind is weinig bekend. In de Verenigde Staten is onderzoek verricht naar de besluiten die Spaanstalige ouders nemen nadat doofheid bij hun kind is gediagnosticeerd (Steinberg, 23). Deze ouders ondervinden belemmeringen bij het nemen van beslissingen vanwege taalproblemen en culturele verschillen, maar ook vanwege onvoldoende toegang tot informatie en hulpmiddelen. Bovendien werden speciale problemen die te maken hebben met tweetaligheid nauwelijks ter sprake gebracht door hulpverleners. Zo gaven ouders aan dat de verschillende communicatie methoden nauwelijks besproken werden als een mogelijke optie. Hulpverleners gaven meestal aan wat de ouders in hun ogen het beste konden doen. Vaak adviseerden de hulpverleners Gebarentaal of Totale communicatie, terwijl de ouders graag wilden dat hun kinderen Engels en Spaans zouden leren. Een extra complicerende factor is dat allochtone gezinnen met een kind met een ernstige auditieve beperking te maken kunnen krijgen met een drietalig taalaanbod: de moedertaal, het en de e Gebarentaal (NGT). Onbekend is hoe allochtone gezinnen met deze complexe taalsituatie omgaan en hoe dit drietalige taalaanbod de taalontwikkeling van allochtone kinderen met een CI beïnvloedt. Ook uit de literatuur is niets bekend over de taalontwikkeling van kinderen met een CI die met twee gesproken talen en een gebarentaal in aanmerking komen. Wel zijn er enkele onderzoeken gedaan naar de mogelijkheid van kinderen met een CI om een tweede gesproken taal te verwerven (Waltzman, 23; McConkey Robbins, 24; Thomas, Gezinsbegeleiding voor allochtone ouders van kinderen met een CI, NSDSK, 28 12

14 28). Deze onderzoeken laten zien dat dit mogelijk is. De tweetalige kinderen in het onderzoek van Waltzman (23) en McConkey Robbins (24) laten zien dat kinderen met een CI een tweede gesproken taal kunnen leren naast hun moedertaal. De beheersing van de moedertaal was leeftijdsadequaat, de taalontwikkeling van de tweede taal bleef achter maar ging wel steeds vooruit. Dit is echter een verschijnsel dat ook optreedt bij horende kinderen. De kinderen in dit onderzoek kwamen uit de hogere sociaal-economische klasse en hadden intensieve begeleiding gehad bij de gesproken taal ontwikkeling, terwijl ze geen gebarentaal leerden. Thomas (28) onderzocht of het gebruik van een andere gesproken taal invloed had op de ontwikkeling van gesproken Engels. Engels was de dominante taal voor de kinderen in het onderzoek, terwijl de meeste ouders de Engelse taal niet vloeiend spraken. Het feit dat kinderen thuis een andere taal spraken had geen negatief effect op de ontwikkeling van gesproken Engels. In het huidige onderzoek werd nagegaan hoe het e kinderen met een CI en hun ouders vergaat. De situatie van e kinderen in Nederland lijkt anders te zijn. Is in bovenstaande onderzoeken de taal van het land waar de kinderen wonen de dominante taal en de taal van het land van herkomst de tweede taal, voor jonge e kinderen in Nederland lijkt het omgekeerde te gelden: de e taal is de dominante taal en het de tweede taal (Verhoeven, 27). 1.3 Vraagstellingen Omdat er nog weinig bekend is over de ervaringen van e ouders en kinderen met een CI is een verkennend onderzoek uitgevoerd. Doelstelling van dit onderzoek is nagaan hoe de begeleiding van allochtone gezinnen met een kind met ernstige auditieve beperkingen met een CI geoptimaliseerd kan worden. Hierbij staat de vraag centraal hoe te komen tot gezinsbegeleiding waarmee flexibele, individuele zorg op maat gerealiseerd kan worden, waarvan allochtone ouders optimaal kunnen profiteren en die ten goede komt aan het kind met een ernstige auditieve beperking met een CI. Daarnaast wordt de taalontwikkeling van e kinderen met een CI in kaart gebracht en vergeleken met de taalontwikkeling van e kinderen met een CI waarover elders is gerapporteerd (Wiefferink, 27). In dit rapport worden de volgende vragen beantwoord: 1. Hoe ervaren e ouders de opvoeding van een kind met een auditieve beperking bij wie een CI is geplaatst en wat zijn de (toekomst)verwachtingen rondom de ontwikkeling van hun kind? 2. Wat zijn de verwachtingspatronen van deze ouders rondom de geboden zorg? 3. Hoe gaan deze ouders om met het zorgaanbod en hoe wordt dat in het gezin in praktijk gebracht? 4. Hoe verloopt de ontwikkeling van e kinderen met een auditieve beperking met een CI met betrekking tot communicatieve en auditief-perceptieve vaardigheden? 5. Hoe is de relatie tussen enerzijds de aan de e ouders aangeboden zorg en de participatie daarbinnen en anderzijds de auditief-perceptieve en communicatieve ontwikkeling van hun kind waarbij speciaal gelet wordt op de twee-/drietalige ontwikkeling? 6. Hoe kan de begeleiding van e ouders naar de mening van de professionals geoptimaliseerd worden met aandacht voor participatie in oudercursussen en begeleiding van gezinsbegeleidsters en daadwerkelijke toepassing van in zorg verworven vaardigheden in de dagelijkse thuissituatie? Gezinsbegeleiding voor allochtone ouders van kinderen met een CI, NSDSK, 28 13

15 2. Methode 2.1 Onderzoeksopzet Het onderzoek is opgezet als een observationeel onderzoek waarbij longitudinaal gegevens werden verzameld, waarbij gebruik werd gemaakt van het testprotocol dat ook in eerder onderzoek is gebruikt (Wiefferink, 27). De communicatieve ontwikkeling van de kinderen werd gevolgd over een periode van twee jaar. In totaal vonden er vier metingen plaats: een voormeting voordat het CI werd ingebracht en drie nametingen, respectievelijk 6, 12 en 24 maanden na implantatie. Om de diversiteit in de onderzoeksgroep enigszins te beperken participeerden alleen e gezinnen met een kind met een CI. Er is voor e gezinnen gekozen omdat het merendeel van de allochtone ouders in zorg bij de gezinsbegeleidingsdienst een e achtergrond heeft. Daarnaast werd bij ouders en tien professionals (gezinsbegeleidsters betrokken bij de zorg) nagegaan wat hun verwachtingen, wensen, ervaringen en knelpunten zijn met betrekking tot de zorg en de begeleiding. Verwachtingen en wensen zijn geïnventariseerd rondom het tijdstip van implantatie, terwijl ervaringen en knelpunten met betrekking tot de zorg en begeleiding twee jaar later zijn geïnventariseerd. 2.2 Meetinstrumenten Communicatieve ontwikkeling Voor het volgen van de auditief-perceptieve vaardigheden, de preverbale communicatie, het, de ontwikkeling van de e Gebarentaal en kwaliteit van leven, werden zoveel mogelijk gestandaardiseerde meetinstrumenten gebruikt. Auditieve perceptie werd gemeten met de Meaningful Auditory Integration Scale (MAIS), de Listening progress Profile (LiP) en de Categories Auditory Performance (CAP). De preverbale communicatie werd gemeten met behulp van Tait Video Analyse. Spraakverstaanbaarheid werd gemeten met de Speech Intelligibility Rating Scale (SIR). Gesproken werd gemeten met verschillende testen: de Reynell Test voor Taalbegrip, de Schlichting Test voor Taalproductie, spontane taalanalyse van gesproken met Child Language Data Exchange System (CHILDES), spontane taalanalyse van gesproken met Child Language Data Exchange System (CHILDES) en de oudervragenlijsten Meaningful Use of Speech Scale (MUSS) en de lexilijst -. e Gebarentaal (NGT) werd gemeten door Spontane taalanalyse van NGT met Child Language Data Exchange System (CHILDES) en de oudervragenlijst N-CDI screeningslijst voor gebarentaal. Behalve bovengenoemde meetinstrumenten werden de volgende achtergrondvariabelen gemeten: leeftijd CI implantatie, gehoordrempel voor CI implantatie, het gebruik van het CI, het taalaanbod in de dagelijkse omgeving van het kind, de betrokkenheid van het gezin bij de zorg voor het kind en ontwikkelingsonderzoek. Een uitgebreide beschrijving van de meetinstrumenten is te vinden in bijlage 1. Voor een overzicht van de gebruikte meetinstrumenten en het tijdstip van afname, zie bijlage 2. Wensen en verwachtingen Om de ouders en professionals te bevragen is gebruik gemaakt van de Q-sort methode. De Q-sort is een oude techniek ontwikkeld door Stephenson (1936) en daarna veel toegepast op gebieden in de communicatie, marketing, politiek en gezondheidszorg (Brown, 2). De Q-sort is een manier om uitspraken of kenmerken door één of meerdere personen te laten rangordenen naar belangrijkheid. Om een lijst van Gezinsbegeleiding voor allochtone ouders van kinderen met een CI, NSDSK, 28 14

16 onderwerpen geschikt voor de Q-sort te kunnen samenstellen is in de werkgroep een inventarisatie gemaakt van bestaand aanbod rond de zorg van het kind met een gehoorverlies en hun ouders. Deze productenlijst is bewerkt tot een Q-sort, waarbij het zorgaanbod in 76 topics is beschreven (zie bijlage 3). Deze kaartjes worden aan ouders en gezinsbegeleidsters voorgelegd om te rangordenen naar belangrijkheid. Op elk kaartje staat een onderdeel van het zorgaanbod zoals bijvoorbeeld: gebarentaalcursus of leren communiceren met mijn kind. Ouders wordt gevraagd zich voor te houden wat zij belangrijk vinden in het eerste jaar na de diagnose van het gehoorverlies. Ouders van wie hun kind inmiddels ouder was dan een jaar is gevraagd terug te kijken op deze periode van één jaar na de diagnose van het gehoorverlies. Naast het rangordenen kunnen ouders en professionals ook hun wensen kenbaar maken op blanco kaartjes. Ouders en professionals wordt gevraagd hun keuzes toe te lichten. De kaartjes worden geordend op een vier-puntsschaal. Aan de proefpersonen wordt allereerst gevraagd om de stapel met kaartjes in te delen in minder belangrijk en belangrijk. Beide stapels moeten vervolgens nogmaals worden ingedeeld: de minder belangrijke stapel in onbelangrijk en minder belangrijk, en de belangrijke stapel in belangrijk en heel belangrijk. 1 Aan het einde van de sessie zijn er vier stapels met kaarten. De kaarten in de stapels krijgen een score: onbelangrijk (score 1), minder belangrijk (score 2), belangrijk (score 3), zeer belangrijk (score 4). Zowel aan ouders als aan professionals werd in interviews in het tweede jaar na implantatie gevraagd welke knelpunten zij hadden ervaren in de zorg, of de zorg voldoende was en of zij ook iets gemist hadden in het zorgaanbod. De interviews werden afgenomen door een e onderzoekster. Een interviewster met een e achtergrond kan de e gezinnen vanuit de eigen taal en vanuit het eigen culturele perspectief benaderen. 2.3 Analyses Bij de analyse van de Q-sort resultaten is gekeken naar hoe de ouders een onderwerp waardeerden. Als meer dan de helft van de ouders een onderwerp belangrijk vond, dan werd dat onderwerp als belangrijk gecategoriseerd; als meer dan de helft van de ouders een onderwerp minder belangrijk vond, dan werd dat onderwerp als minder belangrijk gecategoriseerd. Hetzelfde is gedaan bij de gezinsbegeleidsters. Ten behoeve van de analyses is de taalontwikkeling van de zeven e kinderen in dit onderzoek vergeleken met zeven e kinderen met een CI waarvoor in een eerder onderzoek gegevens zijn verzameld (Wiefferink, 27). In een tabel worden steeds de gemiddelden van de twee groepen kinderen gepresenteerd, waarna met de Mann-Whitney U test werd nagegaan of de verschillen tussen de twee groepen significant waren. Bij de interpretatie moet rekening gehouden worden met het feit dat deze test gebaseerd is op het bepalen van rangsommen van de twee groepen kinderen en niet op het bepalen van gemiddelden. Daardoor kan het voorkomen dat grote verschillen toch niet significant zijn. Kinderen werden met elkaar vergeleken met betrekking tot auditieve perceptie, de preverbale communicatie, de spraakverstaanbaarheid, de e taal en e Gebarentaal. Bij de interpretatie van de resultaten 1 Uit de heel belangrijke stapel had vervolgens een selectie van drie gemaakt moeten worden van de onderwerpen die het meest belangrijk zijn. Ongeveer de helft van de ouders en hulpverleners heeft dit niet gedaan en degene die het wel gedaan hebben, selecteerden minder dan drie of meer dan drie items. Dit is de reden dat deze resultaten hier niet gepresenteerd zullen worden. Gezinsbegeleiding voor allochtone ouders van kinderen met een CI, NSDSK, 28 15

17 moet rekening gehouden worden met het feit dat de natuurlijke taalontwikkeling van de groep e kinderen in een vroegere fase zit dan van de groep e kinderen: de e kinderen waren gemiddeld tien maanden ouder ten tijde van implantatie. Tait Video Analysis zijn uitgevoerd door één, zeer ervaren psycholoog. Spontane taalanalyses voor gesproken taal zijn uitgevoerd door één linguist en spontane taalanalyses voor gebarentaal door één andere linguist. Voor de analyses werd gebruik gemaakt van een protocol, het Child Language Data Exchange System (CHILDES). 2.4 Onderzoeksgroep In totaal deden elf ouderparen en tien professionals (gezinsbegeleidsters van vijf verschillende organisaties die betrokken waren bij de zorg) mee aan het onderzoek. De ouders zijn allen afkomstig uit Turkije en hebben een doof kind met een CI. Van zeven van de elf ouderparen wordt ook de communicatieve ontwikkeling van de kinderen gevolgd in dit onderzoek. De kinderen waren bij vijf verschillende gezinsbegeleidingsdiensten in zorg (NSDSK (1), Gezinsbegeleidingsdienst Midden Oost Nederland (3), Audiologisch Centrum Eindhoven (1), Koninklijke Auris Groep/Audiologisch Centrum Rotterdam (1) en Audiologisch Centrum Twente (1)). Bij de overige vier ouderparen werd de communicatieve ontwikkeling van de kinderen niet gevolgd, omdat zij of niet voldeden aan de inclusie criteria van het onderzoek (aangeboren ernstig perceptief gehoorverlies en geen ernstige nevenproblemen) of de termijn inmiddels was verstreken om geïncludeerd te kunnen worden. Van één kind (Rüya) konden geen Tait-analyses en spontane taalanalyses gedaan worden omdat de ouders daarvoor geen toestemming gaven. Aan de ouders is gevraagd in welke taal/talen zij met hun kind communiceren. Voor vier van de zeven kinderen was het aanbod van gesproken groter dan het aanbod van gesproken en één van deze kinderen kreeg helemaal geen aangeboden. Eén kind kreeg thuis meer dan aangeboden, en bij twee kinderen werd thuis helemaal geen gebruikt maar alleen (zie tabel 1). Vier van de zeven ouders gebruiken ook regelmatig gebaren in de communicatie met hun kind, van de overige drie (Renan, Galip, Orhan) is dit niet bekend. Drie kinderen droegen het CI vanaf het begin graag (Sjekure, Orhan, Renan), terwijl drie andere kinderen eerst moesten wennen en pas na ongeveer een half jaar het CI veel gingen dragen (Rüya, Galip, Izzet). Celal gebruikt het CI wel op school, maar thuis en tijdens vakanties niet graag. Gezinsbegeleiding voor allochtone ouders van kinderen met een CI, NSDSK, 28 16

18 Tabel 1. Kenmerken van kinderen (namen zijn fictief) Izzet Renan Galip Orhan Celal Sjekure Rüya Leeftijd bij impl (mnd) Start hoortoestel (mnd) ? 2 Start begeleiding (mnd) ? 21 Ontwikkelingsscore (SON-R, BOS, WPPSI of BSIP) Gemiddelde gehoordrempel bij 5, 1, 2 en 4 Hz in db* Voertaal thuis / / / / ** *** Geslacht J J J J J M M Max Tim Thomas Sanne Lars Fleur Lisa J J J M J M M * de gemiddelde gehoordrempel werd gemeten met hoortoestellen vlak voor de CI-operatie ** ouders praten onderling *** soms ook, maar beheersen ouders niet goed De taalontwikkeling van de e kinderen is vergeleken met de taalontwikkeling van e kinderen waarover elders is gerapporteerd (Wiefferink, 27). Bij vergelijking van de e en e kinderen blijkt dat e kinderen op latere leeftijd een CI krijgen dan e kinderen, respectievelijk op de gemiddelde leeftijd van 33 maanden en 23 maanden (Mann-Whitney (N=14)=7 p=,2). Er is geen verschil tussen e en e kinderen met betrekking tot de gehoordrempel met hoortoestel voorafgaand aan implantatie. Gezinsbegeleiding voor allochtone ouders van kinderen met een CI, NSDSK, 28 17

19 3. Resultaten 3.1 Wat vinden ouders en professionals het belangrijkst in het zorgaanbod? Interviews ouders Veel e ouders hebben problemen met de acceptatie van de doofheid van hun kind. Een vader gaf aan drie maanden helemaal van de kaart te zijn en zich depressief te voelen. Het merendeel van de ouders gaf aan dat het moeilijk was om te horen dat hun kind doof was en dat ze het eerst niet geloofden. Ze hoopten dat het beter zou gaan en wilden eerst afwachten. Het feit dat e ouders problemen hebben met acceptatie leidt in sommige gevallen tot vertraging in de start van gezinsbegeleiding en gebruik van hoortoestellen. De meeste ouders hebben een second opinion gevraagd van een e arts, in Turkije, Nederland of Duitsland. Eén ouder gaf expliciet aan dat ze geen vertrouwen had in e artsen. Sommige ouders konden de doofheid van hun kind pas accepteren na bevestiging van de diagnose door een e arts. Slechts één ouder gaf aan wel vertrouwen te hebben in e artsen en meer problemen te ondervinden van de e gemeenschap in Nederland. In deze gemeenschap werd heel negatief gepraat over een CI operatie (risico op verlamming, dan gaat zijn mond zo scheef hangen etc), waardoor de ouders heel onzeker werden en lang hebben gewacht. De ouder gaf aan dat de e artsen alles zo goed mogelijk hebben uitgelegd, maar dat zij het nog niet wilde horen, ze was er nog niet klaar voor. De doorslag gaf wel een e krant met een artikel over een kindje in Turkije dat CI had gekregen. Daardoor kregen de ouders moed om te beslissen voor een CI. Enkele ouders gaven aan dat de zorg in Nederland omtrent dove kinderen veel te afwachtend is en dat er geen eenduidig advies gegeven wordt. De ouders moeten op basis van de informatie die ze krijgen zelf een beslissing nemen. Dat zijn ze vanuit de e cultuur niet gewend en een ouder was dan ook van mening dat de artsen in Nederland veel te afwachtend zijn, eerst hoortoestellen uitproberen en kijken hoe dat gaat, terwijl een e arts had gezegd dat het kind snel een CI moest krijgen. Een andere ouder merkte op dat e artsen teveel de keus laten aan ouders inclusief bedenktijd, terwijl e artsen veel directiever zijn en zeggen wat er moet gebeuren. Die duidelijkheid wordt gemist. Sommige ouders gaven aan dat ze achteraf spijt hebben dat ze niet eerder zijn begonnen met hoortoestellen en CI. Eén moeder vond achteraf dat ze te lang na heeft moeten denken en heeft er spijt van dat haar kind daardoor vrij laat een CI heeft gekregen. Ze ziet dat kinderen die eerder een CI hebben gekregen meer praten. Enkele ouders vonden het ook heel belangrijk om de oorzaak van de doofheid te achterhalen. Eén moeder vraagt zich nog steeds af of allerlei onderzoeken rondom de bevalling en medicijnen die ze toen slikte de oorzaak zijn van de doofheid van haar kind. In het interview met de e logopediste gaven sommige ouders aan dat zij het gevoel hadden niet serieus genomen te worden door b.v. de hulpverleners van het audiologisch centrum: hun vragen werden vaak afgewimpeld of er werd niet uitgebreid op ingegaan (Celal, Rüya). Andere ouders waren juist wel heel tevreden over de begeleiding (Galip, Renan, Orhan, Izzet). Gezinsbegeleiding voor allochtone ouders van kinderen met een CI, NSDSK, 28 18

20 3.1.2 Interviews gezinsbegeleidsters De meeste gezinsbegeleidsters waren van mening dat de betrokkenheid bij de zorg van e ouders minder is dan van e ouders. Er zou bijvoorbeeld sprake zijn van meer onderstimulering bij deze kinderen. Spelen met kinderen wordt in Nederland als een educatief middel gezien, maar door e ouders niet. e ouders waren weinig bezig met het stimuleren van de hoor- en taalontwikkeling. Ook gingen e ouders minder vaak naar gezinsdagen of cursussen en lazen ze schriftelijke informatie niet of begrepen ze deze informatie slecht. Eén gezinsbegeleidster gaf aan dat toen zij dit merkte zij de bijeenkomsten zoveel mogelijk bij mensen thuis was gaan organiseren en dit werkte beter. Zij signaleerde ook dat de gezinnen hun uiterste best doen, maar dat er diverse beperkingen zijn gelegen in materiële omstandigheden, taalverschillen en cultuurverschillen. Zij waren met andere woorden wel betrokken bij hun kind maar minder bij het zorgaanbod. De meeste gezinsbegeleidsters signaleerden ook dat de acceptatie van de handicap bij e ouders lang duurde. Ouders vertelden de diagnose van de ernstig slechthorendheid vaak niet direct aan familieleden en zeker niet als deze nog in Turkije wonen. Als ouders het heel laat vertelden aan familieleden en deze mochten wel meebeslissen over de operatie dan vertraagde dat het besluitvormingsproces. Gezinsbegeleidsters noemden de volgende redenen om de handicap niet direct te vertellen: ouders geloven het zelf nog niet, ze schamen zich voor de handicap, ze zijn teleurgesteld, of ze willen familieleden niet met meer zorgen belasten. De meeste gezinsbegeleidsters zagen de taalproblemen en de culturele verschillen als een barrière in de begeleiding. Eén gezinsbegeleidster gaf aan een knelpunt te zien in de zorg omtrent hoortoestellen. Het aanmeten van oorstukjes moet om de 6 weken gebeuren en dat gaat vaak fout. Hierdoor kunnen ouders de indruk krijgen dat hoortoestellen niet nuttig zijn. Bovendien verliepen gesprekken over CI in het begin vaak moeizaam. e ouders waren hierin terughoudend. Toen de CI operatie eenmaal achter de rug was, waren ouders vaak beter te benaderen Q-sort Bij de analyse van de Q-sort resultaten is gekeken naar hoe meer dan de helft van de ouders een onderwerp waardeerden. Hieruit blijkt dat zowel ouders als gezinsbegeleidsters bijna alle onderwerpen belangrijk of heel belangrijk vinden (zie figuur 3.1.1). Bij de eerste schifting (belangrijk versus minder belangrijk) vinden ouders 1 onderwerpen minder belangrijk en gezinsbegeleidsters slechts 7 onderwerpen. Een verdere onderverdeling in minder belangrijk en onbelangrijk is vanwege deze kleine aantallen dan ook achterwege gelaten. Zowel ouders als gezinsbegeleidsters vinden dus het overgrote deel van het zorgaanbod belangrijk. Ouders vinden bovendien meer onderwerpen heel belangrijk dan gezinsbegeleidsters. Gezinsbegeleiding voor allochtone ouders van kinderen met een CI, NSDSK, 28 19

21 ouders gezinsbeg heel belangrijk belangrijk minder belangrijk Figuur Aantal belangrijke onderwerpen volgens ouders en gezinsbegeleidsters Van de 76 onderwerpen vindt meer dan de helft van de e ouders de volgende items heel belangrijk: Tabel 2.1 Heel belangrijke onderwerpen volgens meerderheid e ouders Item in de Q-sort Aantal ouders (n=11) Informatie over schoolkeuze 9 Een second opinion over de diagnose 8 Gesprekken met de arts of audioloog 8 Cochleair implantaat (CI) 8 Duidelijke rapportage over de ontwikkeling van het kind 8 Serieus genomen worden door artsen 8 Uitleg over CI en de operatie 8 Uitgebreide uitleg over de uitslag van audiologische onderzoeken 7 Gezinsbegeleider komt regelmatig op bezoek om uitleg te geven over 7 gehoorverlies Praten over toekomst van mijn kind 7 Hulp bij het nemen van beslissingen rondom mijn kind 7 Spelmaterialen die geschikt zijn voor mijn kind 7 Praten met de hulpverlener direct na de mededeling dat mijn kind waarschijnlijk 7 een gehoorverlies heeft Snel een hoortoestel voor mijn kind 6 Gezinsbegeleider doet voor hoe ik met mijn kind kan praten/communiceren 6 Overzicht houden over wat er met mijn kind gebeurt 6 Leren goed contact krijgen met mijn kind 6 Advies rond boekjes lezen 6 Mijn kind moet als normaal kind worden beschouwd en niet als een probleem 6 Hulpverleners die ik kan bellen voor vragen 6 Uitleg over medische en audiologische achtergronden 6 Gebarenlessen 6 Informatie op papier over hoortoestellen en hoe te gebruiken 6 Informatie op papier over cochleaire implant (CI) en de operatie 6 Artsen en hulpverleners zijn goed op de hoogte van elkaars werk en informeren 6 elkaar Uitleg over de oorzaak van doofheid 6 Gezinsbegeleiding voor allochtone ouders van kinderen met een CI, NSDSK, 28 2

22 Van de 76 onderwerpen vindt meer dan de helft van de e ouders de volgende items minder belangrijk: Tabel 2.2 Minder belangrijke onderwerpen volgens meerderheid e ouders Item in de Q-sort Aantal (n=11) Contact met ouders van dove/sh kinderen via het internet 1 Een jaaroverzicht met alle cursusdata 8 Hulpverlener praat met mijn familieleden 7 Informatie over ouderverenigingen 7 Een e gezinsbegeleider 7 Hulp bij spanningen tussen mij en mijn partner rond de zorg voor ons kind 7 Cursus over hoe peuters en kleuters leren en leren praten 6 Gesprekken met gezinsbegeleidster met een e tolk erbij 6 Informatie over doofheid en slechthorendheid voor andere familieleden en 6 vrienden Leren aandacht geven aan de andere kinderen in het gezin 6 Van de 76 onderwerpen vindt meer dan de helft van de gezinsbegeleidsters de volgende items heel belangrijk: Tabel 2.3 Heel belangrijke onderwerpen volgens meerderheid gezinsbegeleidsters Item in de Q-sort Aantal gezinsbegeleiders (n=1) Ouders bepalen wat er met het kind gebeurt 1 Leren goed contact te krijgen met het kind 9 Gebarenlessen 9 Tijd krijgen om dingen te verwerken 8 Serieus genomen worden door artsen en hulpverleners 8 Praten met een hulpverleners direct na de mededeling dat het kind waarschijnlijk 7 een gehoorverlies heeft Gezinsbegeleider doet voor hoe ouder met het kind kan praten/communiceren 7 Gesprekken met een gezinsbegeleider met een e Tolk erbij 7 Een e gezinsbegeleidster 7 Overzicht houden over wat er met mijn gebeurt 7 Cursus omgaanmet mijn dove/sh baby 6 Leren genieten van het kind 6 Uitgebreide uitleg over de uitslag van audiologische onderzoeken 6 Hulp bij het dagelijkse gebruik van het hoortoestel 6 Hulp bij het nemen van beslissingen rondom mijn kind 6 Hulpverleners die ik kan bellen voor vragen 6 Artsen en hulpverleners zijn goed op de hoogte van elkaars werk en informeren 6 elkaar Andere ouders met een doof/sh kind ontmoeten 6 Van de 76 onderwerpen vinden gezinsbegeleidsters de volgende onderwerpen minder belangrijk: Gezinsbegeleiding voor allochtone ouders van kinderen met een CI, NSDSK, 28 21

Gezinsbegeleiding voor Turkse ouders

Gezinsbegeleiding voor Turkse ouders ARTIKELEN Gezinsbegeleiding voor Turkse ouders van kinderen met een cochleair implantaat Er is nog weinig bekend over de ervaringen en wensen van allochtone ouders als zij gezinsbegeleiding krijgen. De

Nadere informatie

Gezinsbegeleiding voor allochtone ouders van kinderen met een cochleair implantaat; een eerste verkenning voor het optimaliseren van zorg

Gezinsbegeleiding voor allochtone ouders van kinderen met een cochleair implantaat; een eerste verkenning voor het optimaliseren van zorg Gezinsbegeleiding voor allochtone ouders van kinderen met een cochleair implantaat; een eerste verkenning voor het optimaliseren van zorg Karin Wiefferink Bernadette Vermeij Heleen van der Stege Gerard

Nadere informatie

EXPERTS IN HOREN, SPREKEN EN VERSTAAN. Groepsactiviteiten. Voor gezinnen met een slechthorend of doof kind tot de leeftijd van vijf jaar

EXPERTS IN HOREN, SPREKEN EN VERSTAAN. Groepsactiviteiten. Voor gezinnen met een slechthorend of doof kind tot de leeftijd van vijf jaar EXPERTS IN HOREN, SPREKEN EN VERSTAAN Groepsactiviteiten Voor gezinnen met een slechthorend of doof kind tot de leeftijd van vijf jaar Pento Vroegbehandeling biedt behandeling en begeleiding aan kinderen

Nadere informatie

We geven informatie en advies aan je werkgever en collega s. Samen zoeken we naar oplossingen. We geven je informatie over verenigingen en diensten.

We geven informatie en advies aan je werkgever en collega s. Samen zoeken we naar oplossingen. We geven je informatie over verenigingen en diensten. We geven informatie en advies aan je werkgever en collega s. Samen zoeken we naar oplossingen. We geven je informatie over verenigingen en diensten. We helpen je bij het verbeteren van je contacten met

Nadere informatie

Horen, Verstaan en Begrijpen met een CI

Horen, Verstaan en Begrijpen met een CI Horen, Verstaan en Begrijpen met een CI Guido Cattani (Bsc. Audioloog, M. SEN, UMC Utrecht, afdeling KNO) gcattani@umcutrecht.nl Trudi de Koning (Klinisch linguïst UMC Utrecht) Opbouw presentatie Inleiding

Nadere informatie

SAMENVATTING VOOR DE NIET MEDISCH ONDERLEGDE LEZER

SAMENVATTING VOOR DE NIET MEDISCH ONDERLEGDE LEZER 9 SAMENVATTING VOOR DE NIET MEDISCH ONDERLEGDE LEZER In dit proefschrift zijn de eerste resultaten van de DECIBEL-study besproken. DECIBEL is het acroniem voor DEVELOPMENTAL EVALUATION OF CHILDREN: IMPACT

Nadere informatie

Zo hoor ik. Een kijkje in het leven van jonge kinderen met gehoorverlies. www.nsdsk.nl

Zo hoor ik. Een kijkje in het leven van jonge kinderen met gehoorverlies. www.nsdsk.nl Zo Zo hoor ik Als een kind doof of slechthorend is, heeft dat vaak hoor grote impact op het gezin. Achter elk kind met gaat een verhaal schuil. Over de oorzaak, de onzekerheid, de zorgen, het onbegrip,

Nadere informatie

Cover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date:

Cover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/47848 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning

Nadere informatie

Gehoorverlies bij kinderen

Gehoorverlies bij kinderen Libra Audiologie Gehoorverlies bij kinderen Onlangs heeft u de mededeling gekregen dat uw kind slechthorend is. Er komt dan ineens veel op u af, er zijn zoveel vragen te stellen en beslissingen te nemen.

Nadere informatie

Pento Vroegbehandeling Auditief

Pento Vroegbehandeling Auditief Pento Vroegbehandeling Auditief Doelen Een beeld geven van onze doelgroep Onze visie op de behandeling van kinderen met een auditieve beperking toelichten Een beeld geven van ons team en het behandelaanbod

Nadere informatie

Project. Resultaten (1) Huidige studie. Resultaten (3) Resultaten (2) Begeleiding en zorg ten behoeve van matig slechthorende baby s en peuters

Project. Resultaten (1) Huidige studie. Resultaten (3) Resultaten (2) Begeleiding en zorg ten behoeve van matig slechthorende baby s en peuters Project Begeleiding en zorg ten behoeve van matig slechthorende baby s en peuters Evelien Dirks en Joke Hoek Onderzoek naar behoeften ouders/professionals Literatuur Instrumenten Producten 2 Huidige studie

Nadere informatie

Zorgtraject na de neonatale gehoorscreening

Zorgtraject na de neonatale gehoorscreening Zorgtraject na de neonatale gehoorscreening Dr.L.Ruytjens klinisch fysicus-audioloog Sophia Kinderziekenhuis Rotterdam mede namens L.Heijkoop en A.Verbaan logopedisten Inhoud Neonatale gehoorscreening

Nadere informatie

Meertalige ontwikkeling Adviezen voor ouders van kinderen met een auditieve / communicatieve beperking die in een meertalige omgeving wonen

Meertalige ontwikkeling Adviezen voor ouders van kinderen met een auditieve / communicatieve beperking die in een meertalige omgeving wonen Meertalige ontwikkeling Adviezen voor ouders van kinderen met een auditieve / communicatieve beperking die in een meertalige omgeving wonen Door: Mirjam Blumenthal Projectleider CLD M.Blumenthal@effathaguyot.nl

Nadere informatie

Kan een kind meer talen

Kan een kind meer talen Kan een kind meer talen...ook als het een auditieve of co Meertaligheid is geen oorzaak van taalstoornissen de één is er beter in dan de ander dat geldt ook voor kinderen met een zintuiglijke, communicatieve,

Nadere informatie

Samenvatting. 11 Samenvatting

Samenvatting. 11 Samenvatting Samenvatting Cochleaire implantatie (CI) is een ingreep die tot doel heeft de gehoorstoornis van mensen met aangeboren of verworven doofheid te verminderen. Het implantaat stimuleert via elektroden die

Nadere informatie

Gastcollege Grenzen van taal Vroegbehandeling Doof/Slechthorend - Kentalis Haren Juni 2018 Nina Osterloh

Gastcollege Grenzen van taal Vroegbehandeling Doof/Slechthorend - Kentalis Haren Juni 2018 Nina Osterloh Gastcollege Grenzen van taal Vroegbehandeling Doof/Slechthorend - Kentalis Haren Juni 2018 Nina Osterloh Even voorstellen o Nina Osterloh o logopedist en neurolinguïst o Vroegbehandeling Doof/Slechthorend

Nadere informatie

Cliëntprofielen auditief en/of communicatief. Beknopte beschrijvingen. Cliëntprofiel 1 Cliënt met een gehoorstoornis in de leeftijd van 0 tot 1 jaar

Cliëntprofielen auditief en/of communicatief. Beknopte beschrijvingen. Cliëntprofiel 1 Cliënt met een gehoorstoornis in de leeftijd van 0 tot 1 jaar Cliëntprofielen auditief en/of communicatief Beknopte beschrijvingen 7 januari 2015 Cliëntprofiel 1 Cliënt met een gehoorstoornis in de leeftijd van 0 tot 1 jaar Door neonatale gehoorscreening kan bij

Nadere informatie

Audiologische zorg na prenatale CMV infectie Yvonne Simis, Cas Smits, Theo Goverts

Audiologische zorg na prenatale CMV infectie Yvonne Simis, Cas Smits, Theo Goverts udiologische zorg na prenatale CMV infectie Yvonne Simis, Cas Smits, Theo Goverts 22 maart 2013 Zorg bij CMV in het C Eén virus Zeven kinderen Zeven routes van/naar het C Zeven trajecten binnen het C Prenataal

Nadere informatie

gebaren bij jonge kinderen met TOS

gebaren bij jonge kinderen met TOS Het gebruik van gebaren bij jonge kinderen met TOS Karin Wiefferink, Maaike Diender, Marthe Wijs, Bernadette Vermeij Vaak wordt in interactie met jonge kinderen met TOS de gesproken taal ondersteund met

Nadere informatie

Gezinsbegeleiding voor Turkse ouders van CI-kinderen Interview Evelien Ribbens over Werkpad Auris-hyves voor doven en slechthorenden.

Gezinsbegeleiding voor Turkse ouders van CI-kinderen Interview Evelien Ribbens over Werkpad Auris-hyves voor doven en slechthorenden. 50 jaargang Gezinsbegeleiding voor Turkse ouders van CI-kinderen Interview Evelien Ribbens over Werkpad Auris-hyves voor doven en slechthorenden 4 jaargang 50 augustus 2009 inhoud 4 nieuws 6 reportage

Nadere informatie

Wendy vd Bosch en Tanja v Hoef SIMEA 10-04-2014

Wendy vd Bosch en Tanja v Hoef SIMEA 10-04-2014 Wendy vd Bosch en Tanja v Hoef SIMEA 10-04-2014 Doel van vanmiddag presenteren van de huidige situatie stellingen en discussie uitwisselen van ideeën t.b.v. het vormen van een beleid passend bij de huidige

Nadere informatie

Libra Audiologie. De Koala s. Behandelgroep

Libra Audiologie. De Koala s. Behandelgroep Libra Audiologie De Koala s Behandelgroep Deze folder is bedoeld voor ouders/verzorgers van kinderen die geïnteresseerd zijn in de behandelgroep de Koala s. Deze groep is een onderdeel van de Zintuigelijk

Nadere informatie

cochleaire implantatie bij kinderen

cochleaire implantatie bij kinderen cochleaire implantatie bij kinderen inleiding Een cochleair implantaat (CI) is een hulpmiddel dat ernstig slechthorende of dove kinderen en volwassenen de mogelijkheid biedt om geluid en spraak te kunnen

Nadere informatie

Gevolgen van slechthorendheid voor de ontwikkeling, gezinsbegeleiding en samenwerking met het CB

Gevolgen van slechthorendheid voor de ontwikkeling, gezinsbegeleiding en samenwerking met het CB Gevolgen van slechthorendheid voor de ontwikkeling, gezinsbegeleiding en samenwerking met het CB Bettie Carmiggelt Arts M&G - Adviseur NCJ Noëlle Uilenburg Manager Onderzoek en Ontwikkeling & Vroegtijdige

Nadere informatie

Kenmerken van peuters met een taalontwikkelingsstoornis

Kenmerken van peuters met een taalontwikkelingsstoornis Kenmerken van peuters met een taalontwikkelingsstoornis Maartje Kouwenberg (Auris) & Bernadette Vermeij (NSDSK) Anne Spliet (Pento) en Karin Wiefferink (NSDSK) Inhoud Doel van het onderzoek Achtergrond

Nadere informatie

Culturele interview. Introductie

Culturele interview. Introductie Culturele interview De volgende thema s worden besproken tijdens het culturele interview: 1. Biografie (persoonlijke en sociale gegevens) 2. Geschiedenis van de huidige klachten 3. Eerdere trajecten 4.

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Anamnese Meertalige Kinderen

Anamnese Meertalige Kinderen Anamnese Meertalige Kinderen Intervisiewerkgroep Meertalige kinderen Deze anamneselijst staat gratis ter beschikking op www.sig-net.be in PDF-formaat en is ook beschikbaar in het Frans, Engels, Spaans,

Nadere informatie

Invloed van het taalaanbod op de ontwikkeling van jonge dove kinderen met een cochleair implantaat 2

Invloed van het taalaanbod op de ontwikkeling van jonge dove kinderen met een cochleair implantaat 2 Leo De Raeve, Gerard Spaai, Noëlle Uilenburg, Karin Wiefferink, Bernadette Vermeij, Marleen Bammens, Ria Pans, Edith Koppers, Josepha Jans en Karien Vangeel 1 Invloed van het taalaanbod op de ontwikkeling

Nadere informatie

Doofblinde cliënten in een Audiologisch Centrum. Steffie Hendriks-Buurman, 2014

Doofblinde cliënten in een Audiologisch Centrum. Steffie Hendriks-Buurman, 2014 Doofblinde cliënten in een Audiologisch Centrum Doofblind? Combinatie van visuele en auditieve beperking Doof-/slechthorendheid en blind,-/slechtziendheid Doofblind? Belemmert mensen in communicatie, verwerven

Nadere informatie

Schizofrenie. Leven in een andere wereld. Deze folder is voor doven en slechthorenden die meer willen weten over schizofrenie

Schizofrenie. Leven in een andere wereld. Deze folder is voor doven en slechthorenden die meer willen weten over schizofrenie ggz voor doven & slechthorenden Schizofrenie Leven in een andere wereld Deze folder is voor doven en slechthorenden die meer willen weten over schizofrenie Herkent u dit? Denkt u wel eens dingen te zien

Nadere informatie

Opvoeden in andere culturen

Opvoeden in andere culturen Opvoeden in andere culturen Bevorderen en versterken: competenties vergroten Een betere leven DVD 1 Bevolkingsgroepen aantal Allochtoon3.287.706 Autochtoon13.198.081 Europese Unie (exclusief autochtoon)877.552

Nadere informatie

Echtscheiding en kinderen www.cjggooienvechtstreek.nl

Echtscheiding en kinderen www.cjggooienvechtstreek.nl regio Gooi en Vechtstreek Echtscheiding en kinderen www.cjggooienvechtstreek.nl n Echtscheiding en kinderen Kinderen zien het gezin waarin zij zijn grootgebracht vaak als een eenheid die er altijd was

Nadere informatie

lichaam is gestopt met groeien? De groei zou gemiddeld 0,2 millimeter per jaar bedragen. Dit komt neer

lichaam is gestopt met groeien? De groei zou gemiddeld 0,2 millimeter per jaar bedragen. Dit komt neer Wist je dat... onze oren blijven groeien, ook nadat de rest van ons lichaam is gestopt met groeien? De groei zou gemiddeld 0,2 millimeter per jaar bedragen. Dit komt neer op een centimeter in vijftig jaar.

Nadere informatie

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind MEE Nederland Raad en daad voor iedereen met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Inhoudsopgave

Nadere informatie

Gehoorrevalidatie bij jonge kinderen. Alex Hoetink klinisch fysicus - audioloog

Gehoorrevalidatie bij jonge kinderen. Alex Hoetink klinisch fysicus - audioloog Gehoorrevalidatie bij jonge kinderen Alex Hoetink klinisch fysicus - audioloog Onderwerpen Werking van het gehoor Gehoorverlies Gehoordiagnostiek op het Audiologisch Centrum (AC) Gehoorrevalidatie op het

Nadere informatie

Over de grenzen van de Audiologie. NGT of CI? Stijn Tilanus Ad Snik

Over de grenzen van de Audiologie. NGT of CI? Stijn Tilanus Ad Snik Over de grenzen van de Audiologie NGT of CI? Stijn Tilanus Ad Snik Twintig jaren CI bij kinderen; a moving target NGT technologie Ook effektief? Relatie gehoorverlies en optimale score met AHO (65 db SPL)

Nadere informatie

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. ADHD Wachtkamerspecial Onderbehandeling van ADHD bij allochtonen: kinderen en volwassenen N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. Inleiding

Nadere informatie

Libra R&A locatie AC Eindhoven. Klein Duimpje. Therapeutische speelleergroep

Libra R&A locatie AC Eindhoven. Klein Duimpje. Therapeutische speelleergroep Libra R&A locatie AC Eindhoven Klein Duimpje Therapeutische speelleergroep Klein Duimpje is een speelleergroep voor jonge dove en slechthorende kinderen van 1½ tot 4 jaar. In deze folder leest u voor wie

Nadere informatie

Waarom interculturalisatie moeilijker is dan het lijkt

Waarom interculturalisatie moeilijker is dan het lijkt Getuigenissen uit de praktijk Waarom interculturalisatie moeilijker is dan het lijkt Allochtone kinderen in de therapeutische praktijk, dat is niet nieuw. Al een aantal decennia is er aandacht voor dit

Nadere informatie

Indicatie cluster 2 bij kinderen met een CI. Rens Leeuw CI-team Nijmegen Sint-Michielsgestel Viataal

Indicatie cluster 2 bij kinderen met een CI. Rens Leeuw CI-team Nijmegen Sint-Michielsgestel Viataal Indicatie cluster 2 bij kinderen met een CI Rens Leeuw CI-team Nijmegen Sint-Michielsgestel Viataal Inhoud - Historie van regelgeving en huidige regelgeving - Enige resultaten van kinderen met CI - Overeenkomsten

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Inleiding In mijn praktijk als orthopedagoog/gz-psycholoog komen natuurlijk ook ouders met een enig kind. Eerlijk gezegd zag ik hen tot nu toe niet als een aparte categorie. Voor mij is ieder mens uniek,

Nadere informatie

Audiologische diagnostiek en revalidatie. Cas Smits, klinisch fysicus-audioloog

Audiologische diagnostiek en revalidatie. Cas Smits, klinisch fysicus-audioloog Audiologische diagnostiek en revalidatie Cas Smits, klinisch fysicus-audioloog Inhoud Werking van het gehoor Traject in het eerste jaar Aanmeldingen Diagnostiek Revalidatie Na het eerste jaar gehoorbeenketen

Nadere informatie

Kinderen met gehoor-, spraak- en/of taalproblemen

Kinderen met gehoor-, spraak- en/of taalproblemen Kinderen met gehoor-, spraak- en/of taalproblemen Afdeling Keel-, Neus- en Oorheelkunde Informatie voor verwijzers Kinderen met gehoor-, spraak- en/of taalproblemen Kinderen met problemen of vragen op

Nadere informatie

7-10-2013. Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM

7-10-2013. Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM 7--3 Sociaal-emotioneel functioneren van kinderen met een auditieve/ communicatieve beperking Emotieherkenning bij kinderen en kinderen met Rosanne van der Zee Meinou de Vries Lizet Ketelaar Rosanne van

Nadere informatie

Dubbelzijdige cochleaire implantatie bij kinderen: de primaire voordelen

Dubbelzijdige cochleaire implantatie bij kinderen: de primaire voordelen Dubbelzijdige cochleaire implantatie bij kinderen: de primaire voordelen M. Sparreboom (onderzoeker), A.F.M. Snik (audioloog) & E.A.M. Mylanus (KNO - arts) Het eenzijdig implanteren van een cochleair implantaat

Nadere informatie

Het culturele interview Nederlandse versie Hans Rohlof, Noa Loevy, Lineke Sassen & Stephanie Helmich

Het culturele interview Nederlandse versie Hans Rohlof, Noa Loevy, Lineke Sassen & Stephanie Helmich Het culturele interview Nederlandse versie Hans Rohlof, Noa Loevy, Lineke Sassen & Stephanie Helmich Samenvatting anamnese en ziekte geschiedenis Wordt uit het dossier ingevuld voorafgaand aan het gesprek.

Nadere informatie

Een crisiskaart omdat je het voor jezelf het beste weet

Een crisiskaart omdat je het voor jezelf het beste weet Crisiskaart Een crisiskaart omdat je het voor jezelf het beste weet Consulent Crisiskaart Nel van kempen Diane Hek Crisiskaart Wat is een crisiskaart: Een uitvouwbaar kaartje van bankpasformaat. Samenvatting

Nadere informatie

Niet culturen maar mensen ontmoeten elkaar: Culturele diversiteit in het justitiële werkveld

Niet culturen maar mensen ontmoeten elkaar: Culturele diversiteit in het justitiële werkveld Niet culturen maar mensen ontmoeten elkaar: Culturele diversiteit in het justitiële werkveld 1 Stichting Pharos Expertisecentrum gezondheidsverschillen Gezondheid en kwaliteit van zorg voor iedereen Kaveh

Nadere informatie

CI De rol van de maatschappelijk werker. Agaath Dondorp Voorheen: Audiologisch Centrum / CI-team VUMC Dag der akoepedie 23 april 2009

CI De rol van de maatschappelijk werker. Agaath Dondorp Voorheen: Audiologisch Centrum / CI-team VUMC Dag der akoepedie 23 april 2009 CI De rol van de maatschappelijk werker Agaath Dondorp Voorheen: Audiologisch Centrum / CI-team VUMC Dag der akoepedie 23 april 2009 Rol maatschappelijk werker CI-team Selectiecriteria voor de maatschappelijk

Nadere informatie

Cochleaire implantatie en logopedie

Cochleaire implantatie en logopedie Cochleaire implantatie en logopedie Nancy de Ruiter- Flokstra Logopediste NSDSK nderuiter@nsdsk.nl Het cochleaire implantaat Het CI-team Revalidatie en logopedie Het Cochleaire Implantaat Het oor Hoe een

Nadere informatie

Neonatale gehoordiagnostiek

Neonatale gehoordiagnostiek Neonatale gehoordiagnostiek Hoe je met klikken verder komt Terugkomdag ALGO-screeners 17 januari 2018 Samuel Hoekman klinisch fysicus - audioloog Wat ga ik vertellen Outline Gehoor Gehooronderzoek Screening

Nadere informatie

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Leercentrum Nijmegen Oberon, november 2012 1 Inleiding Playing for Success heeft, naast het verhogen van de taal- en rekenprestaties van de

Nadere informatie

Producten. Onderwijs. Zorg. Audiologisch Centrum - Multidisciplinaire diagnostiek. - Basis- en voortgezet onderwijs Cluster 2 - Ambulante begeleiding

Producten. Onderwijs. Zorg. Audiologisch Centrum - Multidisciplinaire diagnostiek. - Basis- en voortgezet onderwijs Cluster 2 - Ambulante begeleiding Doelgroep Kinderen en volwassen van alle leeftijden waarbij een vermoeden van of sprake is van problemen op het gebied van: - Gehoor - Spraak en taal - Communicatie Producten Onderwijs - Basis- en voortgezet

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 207 208 Deel I Het wordt steeds belangrijker gevonden om kinderen een stem te geven. Hierdoor kunnen kinderen beter begrepen worden en kan hun ontwikkeling worden geoptimaliseerd.

Nadere informatie

Communicatie, taalbeleid en schoolkeuze.

Communicatie, taalbeleid en schoolkeuze. Communicatie, taalbeleid en schoolkeuze. De mening van ouders van dove en slechthorende leerlingen. Tilburg, januari 2008 Dr. Linda Sontag Dr. Roel van Steensel Dr. Tamara van Schilt-Mol Drs. Irma van

Nadere informatie

Wat betekent de diagnose van PKU voor mijn kind en het gezin?

Wat betekent de diagnose van PKU voor mijn kind en het gezin? Wat betekent de diagnose van PKU voor mijn kind en het gezin? Uw gevoelens Stap voor stap Ervaringen delen Teamwerk PKU uitleggen aan anderen Kan ik nog meer kinderen krijgen? PKU behandelen: de rol van

Nadere informatie

De wens een goede moeder te zijn

De wens een goede moeder te zijn De wens een goede moeder te zijn welke impact hebben de ethische bedenkingen van vrouwen op hun keuzes voor prenatale testen? Dr. E. Garcia 12-12-2013 In search of good motherhood How prenatal screening

Nadere informatie

Interventies bij slechthorende kinderen

Interventies bij slechthorende kinderen Interventies bij slechthorende kinderen samenwerking met de JGZ Noëlle Uilenburg Onderzoek en Ontwikkeling Vroegtijdige Onderkenning Gehoorstoornissen 6 november 2014 Disclosure belangen spreker Noëlle

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving De relatie tussen leesvaardigheid en de ervaringen die een kind thuis opdoet is in eerder wetenschappelijk onderzoek aangetoond: ouders hebben een grote invloed

Nadere informatie

Eerste nummer. Op kamers Eerst durfde ik de woonkamer niet naar binnen. Eetfobie. Het was moeilijk om te zien dat mijn nichtje van 5 meer at dan ik.

Eerste nummer. Op kamers Eerst durfde ik de woonkamer niet naar binnen. Eetfobie. Het was moeilijk om te zien dat mijn nichtje van 5 meer at dan ik. juni 2014 Op kamers Eerst durfde ik de woonkamer niet naar binnen. Eetfobie Eerste nummer Het was moeilijk om te zien dat mijn nichtje van 5 meer at dan ik. INHOUD juni 2014 Eten als een kind Op kamers

Nadere informatie

Met welke vragen. 2 Diagnostisch Centrum

Met welke vragen. 2 Diagnostisch Centrum REINAERDE Diagnostisch Centrum Onderzoek, advies en behandeling Iedereen wordt in het dagelijks leven wel eens geconfronteerd met zijn eigen mogelijkheden én onmogelijkheden. Als die onmogelijkheden uw

Nadere informatie

Verslag onderzoek Wat Werkt - deel 3

Verslag onderzoek Wat Werkt - deel 3 Verslag onderzoek Wat Werkt - deel 3 ideeën van familie en bekenden bij het geven van steun Ervaringen en ideeën van familie en bekenden bij het geven van steun Jos de Kimpe Carlijn Nieuwenhuis FEBRUARI

Nadere informatie

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg Informatie voor cliënten Cliënten en geestelijke gezondheidszorg Slachtoffers van mensenhandel hebben vaak nare dingen meegemaakt. Ze zijn geschokt

Nadere informatie

Cochleaire implantatie bij volwassenen informatie voor werkgevers

Cochleaire implantatie bij volwassenen informatie voor werkgevers Cochleaire implantatie bij volwassenen informatie voor werkgevers Eén van uw werknemers/collega s is ernstig slechthorend. Op dit moment wordt door het CI-team VUmc beoordeeld of hij/zij baat zou kunnen

Nadere informatie

Afasie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Afasie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Afasie Afasie is een taalstoornis ontstaan door hersenletsel. Iemand met afasie heeft moeite met het uiten en het begrijpen van de taal. In deze brochure leest u wat afasie inhoudt en vindt u een aantal

Nadere informatie

Inge Test 07.05.2014

Inge Test 07.05.2014 Inge Test 07.05.2014 Inge Test / 07.05.2014 / Bemiddelbaarheid 2 Bemiddelbaarheidsscan Je hebt een scan gemaakt die in kaart brengt wat je kans op werk vergroot of verkleint. Verbeter je startpositie bij

Nadere informatie

Ondersteunende zorg voor mensen met kanker

Ondersteunende zorg voor mensen met kanker Ondersteunende zorg voor mensen met kanker Máxima Oncologisch Centrum (MOC) Inleiding Als u van uw behandelend arts te horen krijgt dat u kanker heeft, krijgen u en uw naasten veel informatie en emoties

Nadere informatie

Objectieve Diagnostiek. Tympanometrie Oto-Akoestische Emissies BERA Rechts 70 db, Links 90 db

Objectieve Diagnostiek. Tympanometrie Oto-Akoestische Emissies BERA Rechts 70 db, Links 90 db Objectieve Diagnostiek - casuïstiek - Arjan J Bosman en Henriëtte Koch Audiologisch Centrum UMC St Radboud Nijmegen Objectieve Diagnostiek Tympanometrie, stapedius reflexen functionaliteit middenoor Oto-Akoestische

Nadere informatie

We merken dat migrantencliënten anders aankijken tegen een beperking. Hoe kunnen we daarmee omgaan?

We merken dat migrantencliënten anders aankijken tegen een beperking. Hoe kunnen we daarmee omgaan? We merken dat migrantencliënten anders aankijken tegen een beperking. Hoe kunnen we daarmee omgaan? Migranten kunnen anders tegen een beperking aankijken. Zij zien de beperking vaak als ziekte en houden

Nadere informatie

Dr. M. Rodenburg (coördinator) Geen goed gehoor; wat nu?

Dr. M. Rodenburg (coördinator) Geen goed gehoor; wat nu? Dr. M. Rodenburg (coördinator) Geen goed gehoor; wat nu? Dr. M. Rodenburg (coördinator) Geen goed gehoor; wat nu? Houten, 2017 Eerste druk, Uitgeverij De Tijdstroom BV, Utrecht 1984 Tweede druk, Uitgeverij

Nadere informatie

Onderzoek Communicatie: Assessment en interventie van perceptieve en productieve functiestoornissen bij volwassenen met een verstandelijke beperking

Onderzoek Communicatie: Assessment en interventie van perceptieve en productieve functiestoornissen bij volwassenen met een verstandelijke beperking Onderzoek Communicatie: Assessment en interventie van perceptieve en productieve functiestoornissen bij volwassenen met een verstandelijke beperking Prof. Dr. Ir. Ad Snik, Klinisch Fysicus en Audioloog,

Nadere informatie

Cochleaire implantatie bij volwassenen

Cochleaire implantatie bij volwassenen Cochleaire implantatie bij volwassenen Sommige zeer ernstig slechthorende of dove mensen kunnen zelfs met krachtige hoortoestellen niet of nauwelijks spraakverstaan. Een cochleair implantaat (CI) kan ervoor

Nadere informatie

. In een notendop. . Over de auteur

. In een notendop. . Over de auteur Boek : De Dag dat ik hoorde dat Auteur : Henriëtte Hubers-Kromhof, 2008, Pica ISBN: 9789077671184 Bespreker : Vanherpe Katrien Datum : Juni 2010. In een notendop In dit boek komen acht Nederlandse en Vlaamse

Nadere informatie

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen +

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen + > vooruitkomen + Hulp na seksueel misbruik JEUGDIGEN Heb jij seksueel misbruik meegemaakt of iemand in jouw gezin, dan kan daarover praten helpen. Het kan voor jou erg verwarrend zijn hierover te praten,

Nadere informatie

De pedagogisch medewerker

De pedagogisch medewerker De pedagogisch medewerker 1 Inleiding Het kind dat in het ziekenhuis wordt opgenomen, komt in een voor hem vreemde omgeving terecht. Voor kinderen is het ziekenhuis een onnatuurlijke situatie. Ziek zijn

Nadere informatie

Bruggenbouwers Linko ping, Zweden

Bruggenbouwers Linko ping, Zweden Bruggenbouwers Linko ping, Zweden Het Bruggenbouwers project wordt in de Zweedse stad Linköping aangeboden en is één van de succesvolle onderdelen van een groter project in die regio. Dit project is opgezet

Nadere informatie

Programma Tienerclub. Tienerclub Blok 1 & 5: Adventure 4 Kids Op avontuur met jezelf

Programma Tienerclub. Tienerclub Blok 1 & 5: Adventure 4 Kids Op avontuur met jezelf Programma Tienerclub. Tienerclub Blok 1 & 5: Adventure 4 Kids Op avontuur met jezelf Vijf woensdagmiddagen kunnen jongens en meiden tussen de 10 en 14 jaar op avontuur naar zichzelf. Het kind leert zichzelf

Nadere informatie

Emotionele ontwikkeling van jonge dove kinderen met een Cochleair Implantaat (CI)

Emotionele ontwikkeling van jonge dove kinderen met een Cochleair Implantaat (CI) Emotionele ontwikkeling van jonge dove kinderen met een Cochleair Implantaat (CI) Drs. Lizet Ketelaar Leiden Universiteit Ontwikkelingspsychologie www.emoties1tot5.nl Deze presentatie Kinderen met een

Nadere informatie

Maarten heeft een fors perceptief gehoorverlies. Sanne heeft auditieve verwerkingsproblemen.

Maarten heeft een fors perceptief gehoorverlies. Sanne heeft auditieve verwerkingsproblemen. Les 1 Wat heb ik eigenlijk? Maarten heeft een fors perceptief gehoorverlies. Sanne heeft auditieve verwerkingsproblemen. Weet jij wat dat betekent? Zodra je begint met een nieuwe opleiding in het mbo zul

Nadere informatie

Gespreksrichtlijnen tussen goeden slechthorenden

Gespreksrichtlijnen tussen goeden slechthorenden Gespreksrichtlijnen tussen goeden slechthorenden Communiceren doe je met zijn tweeën Deze folder is bedoeld voor de goedhorenden die in hun omgeving iemand kennen die slechthorend is, en voor slechthorenden

Nadere informatie

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar DOELSTELLINGEN Ouders zijn zich ervan bewust dat je altijd en overal communiceert Ouders wisselen ervaringen met elkaar uit over hoe de communicatie met hun pubers verloopt Ouders verwerven meer inzicht

Nadere informatie

Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie Zaken voor mannen Verhalen van mannen met epilepsie Introductie Niet alle mannen vinden het prettig om over hun gezondheid te praten. Ieder mens is anders. Elke man met epilepsie ervaart zijn epilepsie

Nadere informatie

Eindverslag Voucheronderzoek Weerbaarheid kinderen met een auditieve beperking

Eindverslag Voucheronderzoek Weerbaarheid kinderen met een auditieve beperking Eindverslag Voucheronderzoek Weerbaarheid kinderen met een auditieve beperking Auteurs: Daan Hermans, Jeanne Berkelmans, Eline Rikken en Freke Bonder 1 1. Achtergrond Communicatieve en sociale vaardigheden

Nadere informatie

Kinderen met slaapproblemen

Kinderen met slaapproblemen Kinderen met slaapproblemen Een werkboek voor ouders Ruttien Schregardus BOOM Inhoud Voorwoord 7 1 Inleiding 11 Hoe kan dit werkboek gebruikt worden? 12 Tellen 1 14 2 Adviezen voor de eerste week overdag

Nadere informatie

Seksuele vorming: gave (op-)gave

Seksuele vorming: gave (op-)gave Seksuele vorming: gave (op-)gave De Wegwijzer Oosterwolde, 28 januari 2016 Mieneke Aalberts-Vergunst Programma Introductie Stellingen De wereld om ons heen Onze opvoeding Seksualiteit Het Bijbelse beeld

Nadere informatie

Tweetaligheid in een multidisciplinair jasje. ADC Kentalis St. Michielsgestel

Tweetaligheid in een multidisciplinair jasje. ADC Kentalis St. Michielsgestel Tweetaligheid in een multidisciplinair jasje. ADC Kentalis St. Michielsgestel Mariëtte Veldman, logopedist ADC Mart Emmen, logopedist ADC inhoud Samenstelling en werkwijze team DSH op ADC Kentalis locatie

Nadere informatie

KLANKONTWIKKELING BIJ BABY S MET GEHOORVERLIES

KLANKONTWIKKELING BIJ BABY S MET GEHOORVERLIES KLANKONTWIKKELING BIJ BABY S MET GEHOORVERLIES Van der Lem symposium, 21 september 2018 Lizet Ketelaar 1 ACHTERGROND Klankontwikkeling vormt de basis voor gesproken taal Klankontwikkeling verloopt anders

Nadere informatie

Aangeboren doofblindheid

Aangeboren doofblindheid Aangeboren doofblindheid Het ondersteunen van kinderen en volwassenen met beperkingen in zien en horen sinds de geboorte of vlak daarna Saskia Damen Mijkje Worm Bartiméus wil kennis en ervaring over de

Nadere informatie

CI-ON en bilaterale CI in Nederland: de stand van zaken

CI-ON en bilaterale CI in Nederland: de stand van zaken CI-ON en bilaterale CI in Nederland: de stand van zaken Dr.ir. C. Smits, klinisch fysicus-audioloog KNO-Audiologie VU medisch centrum Amsterdam Inhoud CION Doelstellingen CION Bilaterale CI bij kinderen

Nadere informatie

Een land waar. mensen goed geïnformeerd zijn over handicaps

Een land waar. mensen goed geïnformeerd zijn over handicaps Een land waar mensen goed geïnformeerd zijn over handicaps Lilian (48) vraagt haar zoontje om even een handje te komen geven. Dat doet hij en dan gaat hij weer lekker verder spelen. Wij nemen plaats aan

Nadere informatie

Enquête stichting Parentes Zoetermeer

Enquête stichting Parentes Zoetermeer Enquête stichting Parentes Zoetermeer In de afgelopen weken hebt u de mogelijkheid gehad om d.m.v. onze enquête uw stem te laten horen over diverse punten die spelen binnen onze stichting Parentes. In

Nadere informatie

Hoe verwerk je een. schokkende gebeurtenis? Informatie voor ouders

Hoe verwerk je een. schokkende gebeurtenis? Informatie voor ouders Hoe verwerk je een schokkende gebeurtenis? Informatie voor ouders Niemand is echt voorbereid op een schokkende gebeurtenis en als het gebeurt heeft dat voor iedereen ingrijpende gevolgen. Als kinderen

Nadere informatie

De effectiviteit van preventieve. voorlichting aan migrantenouders in. Rotterdam over ggz problematiek en. licht verstandelijke beperking

De effectiviteit van preventieve. voorlichting aan migrantenouders in. Rotterdam over ggz problematiek en. licht verstandelijke beperking Nuray Dogan Nadia el Gharnati Erasmus Universiteit 19-11-2015 De effectiviteit van preventieve voorlichting aan migrantenouders in Rotterdam over ggz problematiek en licht verstandelijke beperking De Rotterdamse

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Kanker en erfelijkheid Hoe vertel ik het mijn familie?

Kanker en erfelijkheid Hoe vertel ik het mijn familie? Kanker en erfelijkheid Hoe vertel ik het mijn familie? Verzekeren en erfelijkheid 1 Heb je een aanleg voor kanker? Dan kunnen sommige familieleden de aanleg voor de ziekte ook hebben. Het is belangrijk

Nadere informatie