De menselijke waardigheid is onschendbaar. Zij moet worden geëerbiedigd en beschermd.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De menselijke waardigheid is onschendbaar. Zij moet worden geëerbiedigd en beschermd."

Transcriptie

1 Kenmerk CM1016 Betreft Bijlage bij notitie immigratie en asiel in het Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010 Datum Utrecht, 8 november 2010 Bepalingen over gezinsleven in EU-Verdragen en Handvest EU-Verdrag Artikel 6 (oud artikel 6 VEU) 1. De Unie erkent de rechten, vrijheden en beginselen die zijn vastgesteld in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie van 7 december 2000, als aangepast op 12 december 2007 te Straatsburg, dat dezelfde juridische waarde als de Verdragen heeft. De bepalingen van het Handvest houden geenszins een verruiming in van de bevoegdheden van de Unie zoals bepaald bij de Verdragen. De rechten, vrijheden en beginselen van het Handvest worden uitgelegd overeenkomstig de algemene bepalingen van titel VII van het Handvest betreffende de uitlegging en toepassing ervan, waarbij de in het Handvest bedoelde toelichtingen, waarin de bronnen van deze bepalingen vermeld zijn, terdege in acht genomen worden. 2. De Unie treedt toe tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Die toetreding wijzigt de bevoegdheden van de Unie, zoals bepaald in de Verdragen, niet. 3. De grondrechten, zoals zij worden gewaarborgd door het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en zoals zij voortvloeien uit de constitutionele tradities die de lidstaten gemeen hebben, maken als algemene beginselen deel uit van het recht van de Unie. EU-Werkingsverdrag Artikel 79 (oud artikel 63, punten 3 en 4, VEG) 1. De Unie ontwikkelt een gemeenschappelijk immigratiebeleid, dat erop gericht is in alle stadia te zorgen voor een efficiënt beheer van de migratiestromen, een billijke behandeling van onderdanen van derde landen die legaal op het grondgebied van de lidstaten verblijven, en een preventie en intensievere bestrijding van illegale immigratie en mensenhandel. 2. Voor de toepassing van lid 1 stellen het Europees Parlement en de Raad volgens de gewone wetgevingsprocedure maatregelen vast op de volgende gebieden: a) de voorwaarden voor toegang en verblijf, en normen betreffende de afgifte door de lidstaten van langlopende visa en verblijfstitels, onder andere met het oog op gezinshereniging; b) de omschrijving van de rechten van onderdanen van derde landen die legaal in een lidstaat verblijven, alsook de voorwaarden ter regeling van het vrije verkeer en het vrije verblijf in andere lidstaten; c) illegale immigratie en illegaal verblijf, met inbegrip van verwijdering en repatriëring van illegaal verblijvende personen; d) bestrijding van mensenhandel, met name handel in vrouwen en kinderen. 3. De Unie kan overeenkomsten met derde landen sluiten waarmee de overname door hun land van oorsprong of herkomst wordt beoogd van onderdanen van derde landen die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van een van de lidstaten. NL Publicatieblad van de Europese Unie C 83/77 4. Het Europees Parlement en de Raad kunnen, volgens de gewone wetgevingsprocedure, maatregelen vaststellen om het optreden van de lidstaten ter bevordering van de integratie van onderdanen van derde landen die legaal op hun grondgebied verblijven, aan te moedigen en te ondersteunen, met uitsluiting van enige harmonisering van de wettelijke of bestuursrechtelijke regelingen van de lidstaten. 5. Dit artikel laat het recht van de lidstaten onverlet, zelf te bepalen hoeveel onderdanen van derde landen, afkomstig uit derde landen, tot hun grondgebied worden toegelaten teneinde daar al dan niet in loondienst arbeid te verrichten. Handvest Over gezinsleven in ruime zin: Artikel 1 Menselijke waardigheid 1

2 De menselijke waardigheid is onschendbaar. Zij moet worden geëerbiedigd en beschermd. Artikel 7 Eerbiediging van het privé-leven en het familie- en gezinsleven Eenieder heeft recht op eerbiediging van zijn privé-leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn communicatie. Artikel 9 Recht te huwen en recht een gezin te stichten Het recht te huwen en het recht een gezin te stichten worden gewaarborgd volgens de nationale wetten die de uitoefening van deze rechten beheersen. Artikel 24 Rechten van het kind 1. Kinderen hebben recht op de bescherming en de zorg die nodig zijn voor hun welzijn. Zij mogen vrijelijk hun mening uiten. Aan hun mening in aangelegenheden die hen betreffen wordt passend belang gehecht in overeenstemming met hun leeftijd en rijpheid. 2. Bij alle handelingen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden verricht door overheidsinstanties of particuliere instellingen, vormen de belangen van het kind de eerste overweging. 3. Ieder kind heeft er recht op regelmatig persoonlijke betrekkingen en rechtstreekse contacten met zijn beide ouders te onderhouden, tenzij dit tegen zijn belangen indruist. Artikel 33 Gezins- en beroepsleven 1. Het gezin geniet bescherming op juridisch, economisch en sociaal vlak. (2, etc) Over non-discriminatie : Artikel 20 Gelijkheid voor de wet Eenieder is gelijk voor de wet. Artikel 21 Non-discriminatie 1. Elke discriminatie, met name op grond van geslacht, ras, kleur, etnische of sociale afkomst, genetische kenmerken, taal, godsdienst of overtuigingen, politieke of andere denkbeelden, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte, een handicap, leeftijd of seksuele geaardheid, is verboden. 2. Binnen de werkingssfeer van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag betreffende de Europese Unie en onverminderd de bijzondere bepalingen van die Verdragen, is elke discriminatie op grond van nationaliteit verboden. Artikel 22 Culturele, godsdienstige en taalkundige verscheidenheid De Unie eerbiedigt de culturele, godsdienstige en taalkundige verscheidenheid. Artikel 23 Gelijkheid van mannen en vrouwen De gelijkheid van mannen en vrouwen moet worden gewaarborgd op alle gebieden, met inbegrip van werkgelegenheid, beroep en beloning. Het beginsel van gelijkheid belet niet dat maatregelen gehandhaafd of genomen worden waarbij specifieke voordelen worden ingesteld ten voordele van het ondervertegenwoordigde geslacht. 2

3 Bepalingen over gezinsleven in secundaire wetgeving (relevante bepalingen en preambules) Gezinsherenigingsrichtlijn 2003/86 volledige tekst Richtlijn tijdelijke bescherming 2001/55 Art. 2 sub f en sub h definitie niet-begeleide minderjarige en definitie gezinshereniger Art. 15 en 16 Opvangrichtlijn 2003/9 Art. 2 sub d definitie gezinsleden Art. 8 eenheid van het gezin Art. 14 lid 3 plaatsing kinderen bij ouders of volwassen familielid Art. 17 kwetsbare personen Art. 18 belangen van het kind Art. 19 niet-begeleide minderjarigen Dublin verordening 343/2003 Preambule 6., 7 eenheid van het gezin Art. 2 sub h en i definitie niet begeleide minderjarige en gezinsleden Art. 4 lid 3 vergezellende minderjarige Art. 6 niet-begeleide minderjarige en gezinslid in andere lidstaat Art. 7 gezinslid al als vluchteling in een lidstaat toegelaten Art. 8 gezinslid heeft in een lidstaat asiel gevraagd Art. 14 bevordering van gezinseenheid Art. 15 humanitaire clausule Uitvoeringsverordening Dublin 1560/2003 Art. 11 humanitaire clausule Art. 12 niet-begeleide minderjarigen Richtlijn langdurig ingezetenen 2003/109 Preambule 20 vestiging van gezinsleden in de tweede lidstaat Art. 2 sub e definitie Gezinsleden Art. 5lid 1 inkomen voor zichzelf en voor gezinsleden Art. 16 gezinsleden in tweede lidstaat Art. 17 openbare orde tegenwerpen aan langdurig ingezetenen en hun gezinsleden Richtlijn EU personenverkeer 2004/38 Titel: burgers van de Unie en hun gezinsleden (niet vermeld elke keer waar ivm rechten uit deze richtlijn gezamenlijk melding wordt gemaakt van burgers van de Unie en hun familieleden) Preambule 5: ook voor familieleden ongeacht nationaliteit Preambule 6: eenheid van gezin, personen die buiten definitie vallen Preambule 8: vergemakkelijking visa voor familieleden Preambule 15: bescherming familieleden in geval van overlijden en scheiding Unieburger Preambule 24, o.a. verwijdering igv minderjarigen, rechten kind en banden met familie Artikel 2 definitie familieleden Artikel 3 ruimere kring van familieleden Artikel 5 lid 2 visa voor familieleden, lid 3 stempels in paspoorten familieleden Artikel 6 lid 2, kort verblijf mede voor familieleden Art. 7 lid 1 sub d: gelijke rechten voor familieleden, lid 4 kleinere familiekring voor studenten Artt. 9 en 10 verblijfsdocumenten voor familieleden Artt. 12, 13, 17 lid 3, 4 positie achterblijvende familieleden na overlijden of separatie Verordening 1612/68 Art. 12 toegang kinderen tot onderwijs Kwalificatierichtlijn 2004/83 Preambule 27 kwetsbaarheid gezinsleden louter door verwantschap 3

4 Preambule 29 gezinsleden van subsidiair beschermde Art. 2 sub h definitie gezinsleden, sub i definitie niet-begeleide minderjarige Art. 23 Instandhouding van het gezin Zie ook art 24 over de duur van verblijfstitel gezinsleden Art. 29 niet begeleide minderjarigen Onderzoeksrichtlijn 2005/71 Preambule 16 geen nieuwe rechten sociale zekerheid voor familieleden Preambule 19: gezinsleden kunnen zich bij onderzoeker voegen onder toepasselijke voorwaarden Procedurerichtlijn 2005/85 Bepalingen over niet-begeleide minderjarigen hebben eerder betrekking op hun leeftijd en hun kwetsbaarheid dan op hun gezinsleven aspecten (zie bv art 17) Art. 12 Afzonderlijk horen meerderjarige en eventueel ook minderjarige gezinsleden Art. 13 In beginsel geen familieleden bij persoonlijk onderhoud Schengengrenscode 562/2006 Preambule 5: geen afbreuk aan recht van vrij verkeer (inclusief familieleden) VIS verordening 767/2998 Art.8 lid 4 koppeling dossiers gezin Blue card richtlijn 2009/50 Preambule 7 versoepeling toegang hoogopgeleide werknemers en hun gezinnen Preambule 23 gunstige voorwaarden voor gezinshereniging fundamenteel aspect vd richtlijn Preambule 26 inachtneming grondrechten en de beginselen Art. 1 het gaat zowel om toegang van derdelanders tot een hooggekwalificeerde baan als hun gezinsleden Art. 2 f gezinsleden als bedoeld in de Gezinsherenigingsrichtlijn Art. 3 niet van toepassing op rechten van Unieburgers (en door een verdrag daarmee voor vrij verkeer gelijk gestelden) en hun gezinsleden Art. 9 lid 3b Intrekking of niet verlenging indien onvoldoende inkomen voor de werknemer zelf en gezinsleden Art. 15 gunstige regeling voor gezinsleden Art. 18 verblijf in andere lidstaten voor de betrokkene en zijn gezinsleden Art. 19 verblijf in andere lidstaat van de gezinsleden Art. 20 lid 2 verzameling statistieken over toegelaten gezinsleden Visacode 810/2009 Preambule 29 inachtneming grondrechten en beginselen erkend in EVRM en Handvest Art. 1 lid 2 onverminderd rechten van Unieburgers (en door een verdrag daarmee voor vrij verkeer gelijk gestelden) en hun gezinsleden Art. 11 lid 1 formulier van minderjarigen wordt ondertekend door ouder of voogd Art. 24 lid 2 meervoudig visum mogelijk voor gezinsleden van Unieburgers en gezinsleden van derdelanders Terugkeerrichtlijn 2008/115 (niet steeds vermeld: bepalingen over kwetsbare personen) Preambule 22 belang van het kind en eerbiediging van het gezinsleven voorop Preambule 24 Grondrechten en beginselen die in Handvest worden erken in acht nemen Art. 1.. met inbegrip van de verplichting de mensenrechten te eerbiedigen Art. 5 rekening houden met belang van het kind, familie en gezinsleven Art. 10 verwijdering van minderjarigen Art. 14 1a eenheid van gezin handhaven Art. 17 bewaring van minderjarigen en gezinnen 4

5 Jurisprudentie Hof van Justitie EU inzake gezinsleven Uit de opinie van A-G Stix-Hackl bij de zaak MRAX (HvJEU 13 september 2001, C-459/99) (voetnootverwijzingen (..) zijn uit dit citaat weggelaten) Met het recht op eerbiediging van het gezinsleven voert de verzoekende rechter een grondrecht aan. Dienaangaande zij vastgesteld, dat het tot de taak van het Hof behoort de eerbiediging van de grondrechten te verzekeren.(..) Daarbij laat het Hof zich leiden door de constitutionele tradities welke de lidstaten gemeen hebben, alsmede door de aanwijzingen die te vinden zijn in de internationale rechtsinstrumenten inzake de bescherming van de rechten van de mens, waaraan de lidstaten hebben meegewerkt of waarbij zij zich hebben aangesloten. Aan het EVRM komt in dit opzicht bijzondere betekenis toe. (..) Deze beginselen zijn overigens vastgelegd in artikel 6, lid 2, EU. (..) In de onderhavige zaak speelt het EVRM dus in zoverre een rol dat het een referentiepunt vormt aan de hand waarvan de toepasselijke bepalingen van het afgeleide recht moeten worden uitgelegd.(..) De eerste prejudiciële vraag betreft het terugwijzen aan de grens en heeft in verschillende opzichten een raakpunt met het recht op eerbiediging van het gezinsleven. Enerzijds raakt dit aan de uit artikel 8 EVRM voortvloeiende negatieve verplichting voor de verdragsluitende partijen, respectievelijk de lidstaten, om zich niet te mengen in het recht van echtgenoten op samenwoning.(..) Anderzijds raakt dit aan de positieve verplichting van de landen(..) om bepaalde gezinsleden op het grondgebied toe te laten.(..) Hier gaat het dus om de kern van het door artikel 8 EVRM beschermde recht op eerbiediging van het gezinsleven(..), te weten de bescherming van de relatie tussen echtgenoten (..) Er dient dus te worden van uitgegaan, dat het terugwijzen van een echtgenoot aan de grens een inmenging in het recht op eerbiediging van het gezinsleven vormt. Een dergelijke inmenging is enkel toegestaan indien zij aan de door artikel 8, lid 2, EVRM gestelde eisen voldoet. Volgens deze bepaling is geen dergelijke inmenging toegestaan dan voorzover bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving nodig is in het belang van s lands veiligheid, de openbare veiligheid, of het economisch welzijn van het land, de bescherming van de openbare orde en het voorkomen van strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. De lidstaten beschikken daarbij over een bepaalde beoordelingsmarge.(..) Beperkingen van het recht op eerbiediging van het gezinsleven dienen evenwel strikt te worden uitgelegd. In de onderhavige zaak gaat het om het criterium van de noodzaak van de inmenging en dan in de eerste plaats om de evenredigheid van de inmenging: hiervoor is een afweging tussen het particuliere belang en het openbare belang vereist, waarbij alle relevante omstandigheden van de zaak in aanmerking moeten worden genomen. Uit het arrest Carpenter (HvJEU 11 juli 2002, C-60/00, JV 2002/290) 38. Dienaangaande zij eraan herinnerd dat de gemeenschapswetgever heeft erkend dat het belangrijk is, het gezinsleven van de onderdanen van de lidstaten te beschermen teneinde de belemmeringen van de door het Verdrag gewaarborgde fundamentele vrijheden op te heffen, zoals met name blijkt uit de bepalingen van de verordeningen en richtlijnen van de Raad betreffende het vrije verkeer van werknemers enzelfstandigen binnen de Gemeenschap [zie, bijvoorbeeld, artikel 10 van verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap (PB L 257, blz. 2); de artikelen 1 en 4 van richtlijn 68/360/EEG van de Raad van 15 oktober 1968 inzake de opheffing van de beperkingen van de verplaatsing en het verblijf van de werknemers der lidstaten en van hun familie binnen de Gemeenschap (PB L 257, blz. 13), en de artikelen 1, lid 1, sub c, en 4 van richtlijn 73/148]. 39. Vaststaat echter dat de scheiding van de echtelieden Carpenter schade zou berokkenen aan hun gezinsleven en, bijgevolg, aan de voorwaarden voor het gebruik van een fundamentele vrijheid door de heer Carpenter. Deze vrijheid zou immers haar volle werking niet kunnen ontplooien, indien de heer Carpenter door obstakels die in zijn land van herkomst aan de toegang en het verblijf van zijn echtgenoot in de weg worden gelegd, ervan zou worden weerhouden, van die vrijheid gebruik te maken (zie in die zin het arrest Singh, C-370/90, reeds aangehaald, punt 23). 40. Dienaangaande zij erop gewezen dat een lidstaat zich ter rechtvaardiging van een nationale maatregel die het vrij verrichten van diensten kan belemmeren, slechts op redenen van algemeen belang kan beroepen wanneer die maatregel in overeenstemming is met de fundamentele rechten waarvan het 5

6 Hof de eerbiediging verzekert (zie in die zin de arresten van 18 juni 1991, ERT, C-260/89, Jurispr. Blz. I- 2925, punt 43, en 26 juni 1997, Familiapress, C- 368/95, Jurispr. Blz. I-3689, punt 24). 41. Het besluit tot uitzetting van mevrouw Carpenter vormt een inmenging in de wijze waarop haar echtgenoot gebruik maakt van zijn recht op eerbiediging van zijn gezinsleven in de zin van artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, ondertekend te Rome op 4 november 1950 (hierna: EVRM), dat deel uitmaakt van de grondrechten die, volgens de overigens door de preambule van de Europese Akte en artikel 6, lid 2, EU bevestigde vaste rechtspraak van het Hof in de communautaire rechtsorde worden beschermd. 42. Ook al waarborgt het EVRM als zodanig een buitenlander geen enkel recht om een bepaald land binnen te komen of er te verblijven, het uitsluiten van een persoon uit een land waar zijn naaste verwanten wonen, kan een inmenging zijn in het recht op eerbiediging van het gezinsleven in de zin van artikel 8, lid 1, van het EVRM. Een dergelijke inmenging is in strijd met het EVRM indien zij niet voldoet aan de vereisten van artikel 8, lid 2 ervan, namelijk indien zij niet bij de wet is voorzien, is ingegeven door een of meer met betrekking tot dat lid legitieme doelstellingen, en in een democratische samenleving nodig is, dat wil zeggen gerechtvaardigd door een dwingende maatschappelijke behoefte en met name evenredig aan het nagestreefde legitieme doel (zie onder meer Eur. Hof R.M., arrest van 2 augustus 2001, Boultif/Zwitserland, Recueil des arrêts et décisions 2001 IX, 39, 41 en 46). 43. Een besluit tot uitzetting van mevrouw Carpenter, genomen in omstandigheden als die in het hoofdgeding, eerbiedigt niet het juiste evenwicht tussen de betrokken belangen, namelijk enerzijds het recht van haar echtgenoot op eerbiediging van zijn gezinsleven, en anderzijds de verdediging van de openbare orde en veiligheid. 44. Wat het hoofdgeding betreft, heeft de echtgenote van de heer Carpenter weliswaar de immigratiewetten van het Verenigd Koninkrijk overtreden door na het verstrijken van haar vergunning om er als bezoeker te verblijven, het nationale grondgebied niet te verlaten, maar op haar gedrag sedert haar aankomst in het Verenigd Koninkrijk in september 1994 zijn geen andere aanmerkingen gemaakt die doen vrezen dat zij in de toekomst een gevaar voor deopenbare orde en veiligheid oplevert. Bovendien staat vast dat het in 1996 in het Verenigd Koninkrijk voltrokken huwelijk van de echtelieden Carpenter een authentiek huwelijk is en dat mevrouw Carpenter er nog steeds een werkelijk gezinsleven leidt en er met name zorgt voor de kinderen uit een eerste huwelijk van haar echtgenoot. Uit het arrest Baumbast (HvJEU 17 september 2002, C-413/99, JV 2002/466) 72. Voorts moet verordening nr. 1612/68 volgens de rechtspraak van het Hof worden uitgelegd met inachtneming van het in artikel 8 EVRM genoemde recht op eerbiediging van het gezinsleven, aangezien dit recht een van de grondrechten is die volgens vaste rechtspraak door het gemeenschapsrecht worden erkend (zie arrest Commissie/Duitsland, reeds aangehaald, punt 10). 73. Het door artikel 12 van verordening nr. 1612/68 aan kinderen van migrerende werknemers toegekende recht om in zo gunstig mogelijke omstandigheden hun opleiding in het gastland voort te zetten, impliceert noodzakelijkerwijs dat die kinderen het recht hebben om te worden begeleid door de persoon die daadwerkelijk voor hun verzorging instaat, en dientengevolge dat deze persoon de mogelijkheid heeft om gedurende de studie van die kinderen bij hen in die lidstaat te wonen. Er zou inbreuk worden gemaakt op het recht van het kind om zijn opleiding in het gastland voort te zetten, indien de ouder die daadwerkelijk voor zijn verzorging instaat, geen verblijfsvergunning werd verleend. Uit de opinie van A-G Tizzano bij de zaak Zhu/Chen (HvJEU 18 mei 2004, C-200/02) 88. It remains to be considered whether Catherine s mother could invoke a right of residence deriving from that of her daughter. 89. Let me say straight away that in my opinion that question should be answered in the affirmative. 90. I consider that the opposite conclusion would be manifestly contrary to the interests of the minor and to the requirement of respecting the unity of family life. But above all, it would deprive of any useful effect the right of residence conferred by the Treaty upon Catherine because clearly, since she cannot remain alone in the United Kingdom, she would otherwise ultimately be unable to enjoy that right. 91. Those same considerations also appear to inspire the Community case-law. In Baumbast and R, the Court recognised that where children have the right to reside in a host Member State Community law entitl[es] the parent who is the primary carer of those children, irrespective of his nationality, to reside with them in order to facilitate the exercise of that right. (..) It is clear that if a similar conclusion was valid in a case like the one cited concerning children of school age, a fortiori it must be valid in the case of a very young child like Catherine. 6

7 92. The rationale of the abovementioned case-law lies, of course, above all in the requirement of protecting the interests of the minor, having regard to the fact that it is precisely that purpose which must be pursued when the power granted to the parents (or guardian) to choose the place of establishment of the minor on behalf of the latter is exercised. 93. If she were denied a right of residence in Great Britain, the mother would only be able to exercise the right of establishment in the territory of that State on Catherine s behalf in a manner manifestly contrary to the interests of her daughter, because in such a case the child would automatically have to be abandoned by her mother. 94. For the same reason, therefore, that denial would likewise contravene the principle of respect for the unity of family life, as laid down by Article 8 of the Rome Convention for the Protection of Human Rights and Fundamental Freedoms (..) to which the Court of Justice itself attributes fundamental importance. (..) Uit het arrest Zhu/Chen (HvJEU 19 oktober 2004, C-200/02, JV 2004/446) 45. Indien daarentegen de ouder, onderdaan van een lidstaat of een derde staat, die daadwerkelijk zorgt voor een kind waaraan artikel 18 EG en richtlijn 90/364 een verblijfsrecht toekennen, niet werd toegestaan met dit kind in de lidstaat van ontvangst te verblijven, zou zulks het verblijfsrecht van het kind ieder nuttig effect ontnemen. Het is immers duidelijk dat het genot van het verblijfsrecht door een kind van jonge leeftijd noodzakelijkerwijs impliceert dat dit kind het recht heeft om te worden begeleid door de persoon die er daadwerkelijk voor zorgt, en dientengevolge dat deze persoon gedurende dat verblijf bij het kind in de lidstaat van ontvangst kan wonen (zie mutatis mutandis met betrekking tot artikel 12 van verordening nr. 1612/68, arrest Baumbast en R, reeds aangehaald, punten 71-75). 46. Om deze enkele reden moet worden geantwoord dat wanneer, zoals in het hoofdgeding, artikel 18 EG en richtlijn 90/364 een recht om voor onbepaalde tijd op het grondgebied van de ontvangende lidstaat te verblijven verlenen aan de minderjarige van jonge leeftijd die onderdaan is van een andere lidstaat, deze zelfde bepalingen de ouder die daadwerkelijk voor deze onderdaan zorgt, toestaan om met deze laatste in de lidstaat van ontvangst te verblijven. Uit het arrest Parlement Raad (HvJEU 27 juni 2006, C-540/03, JV 2006/313) 35. De grondrechten maken integrerend deel uit van de algemene rechtsbeginselen waarvan het Hof de eerbiediging verzekert. Het Hof laat zich daarbij leiden door de gemeenschappelijke constitutionele tradities van de lidstaten alsmede door de aanwijzingen die te vinden zijn in de internationale rechtsinstrumenten inzake de bescherming van de rechten van de mens waaraan de lidstaten hebben meegewerkt of waarbij zij zich hebben aangesloten. Aan het EVRM komt in dit verband bijzondere betekenis toe (zie met name arrest van 18 juni 1991, ERT, C-260/89, Jurispr. Blz. I-2925, punt 41; advies 2/94 van 28 maart 1996, Jurispr. Blz. I-1759, punt 33; arresten van 6 maart 2001, Connolly/Commissie, C-274/99 P, Jurispr. Blz. I-1611, punt 37; 22 oktober 2002, Roquette Frères, C-94/00, Jurispr. Blz. I-9011, punt 25; 12 juni 2003, Schmidberger, C-112/00, Jurispr. Blz. I-5659, punt 71, en 14 oktober 2004, Omega, C-36/02, Jurispr. Blz. I-9609, punt 33). 36. Voorts bepaalt artikel 6, lid 2, EU dat [d]e Unie [ ] de grondrechten [eerbiedigt], zoals die worden gewaarborgd door het [EVRM] en zoals zij uit de gemeenschappelijke constitutionele tradities van de lidstaten voortvloeien, als algemene beginselen van het Gemeenschapsrecht. 37. Het Hof heeft reeds erop gewezen dat het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten behoort tot de internationale instrumenten ter bescherming van de rechten van de mens, waarmee het rekening houdt bij de toepassing van de algemene beginselen van gemeenschapsrecht (zie met name arresten van 18 oktober 1989, Orkem/Commissie, 374/87, Jurispr. Blz. 3283, punt 31; 18 oktober 1990, Dzodzi, C-297/88 en C-197/89, Jurispr. Blz. I-3763, punt 68, en 17 februari 1998, Grant, C- 249/96, Jurispr. Blz. I-621, punt 44). Dit is eveneens het geval met het voormelde Verdrag inzake de rechten van het kind, dat, zoals het net aangehaalde verdrag, elk der lidstaten bindt. 38. Het Handvest is op 7 december 2000 te Nice plechtig afgekondigd door het Parlement, de Raad en de Commissie. Hoewel dit Handvest geen bindend rechtsinstrument is, heeft de communautaire wetgever echter het belang hiervan willen erkennen door in overweging 2 van de richtlijn te verklaren dat deze niet alleen de beginselen in acht neemt die worden erkend in artikel 8 EVRM, maar ook in het Handvest. Overigens bestaat het hoofddoel van het Handvest, zoals blijkt uit de preambule ervan, in de bevestiging van de rechten die met name voortvloeien uit de gemeenschappelijke constitutionele tradities en internationale verplichtingen van de lidstaten, uit het Verdrag betreffende de Europese Unie en de communautaire verdragen, uit het [ ] [EVRM], uit de door de Gemeenschap en de Raad van Europa 7

8 aangenomen sociale handvesten, alsook uit de jurisprudentie van het Hof [ ] en van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. 39. De overige internationale instrumenten waarop het Parlement zich beroept, blijken, met uitzondering van het Europees Sociaal Handvest, dat in punt 107 van dit arrest ter sprake komt, in ieder geval geen bepalingen te bevatten die de rechten van het kind meer beschermen dan die welke in de reeds genoemde instrumenten zijn opgenomen. ( ) 52. Om te beginnen moet eraan worden herinnerd dat het recht op eerbiediging van het gezinsleven in de zin van artikel 8 EVRM deel uitmaakt van de grondrechten die volgens vaste rechtspraak van het Hof in de communautaire rechtsorde worden beschermd (reeds aangehaalde arresten Carpenter, punt 41, en Akrich, punten 58 en 59). Dit recht om samen te leven met zijn naaste verwanten brengt voor de lidstaten verplichtingen mee die negatief kunnen zijn, wanneer één van de lidstaten een persoon niet mag uitzetten, of positief wanneer hij verplicht is een persoon toe te laten op zijn grondgebied en er te laten verblijven. 53. Zo heeft het Hof geoordeeld dat ook al waarborgt het EVRM het recht van een buitenlander om een bepaald land binnen te komen of er te verblijven niet als een grondrecht, het uitsluiten van een persoon uit een land waar zijn naaste verwanten wonen, een inmenging kan zijn in het recht op eerbiediging van het gezinsleven zoals dit wordt beschermd door artikel 8, lid 1, EVRM (reeds aangehaalde arresten Carpenter, punt 42, en Akrich, punt 59) 54 Zoals het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft geoordeeld in 31 van zijn arrest Sen v. Nederland van 21 december 2001, kan voorts artikel 8 [EVRM] positieve verplichtingen meebrengen die inherent zijn aan een daadwerkelijke eerbiediging van het gezinsleven. De op dergelijke verplichtingen toepasselijke beginselen zijn vergelijkbaar met die welke gelden voor negatieve verplichtingen. In beide gevallen moet rekening worden gehouden met het juiste evenwicht dat tot stand moet worden gebracht tussen de concurrerende belangen van het individu en de samenleving in haar geheel; in beide gevallen beschikt de staat over een bepaalde beoordelingsmarge (arrest Gül [v. Zwitserland van 19 februari 1996, Recueil des arrêts et décisions, 1996-I], blz. 174, 38, en arrest Ahmut [v. Nederland van 28 november 1996, Recueil des arrêts et décisions, 1996-VI, blz. 2030], 63). 55. In 36 van het reeds aangehaalde arrest Sen v. Nederland heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens als volgt herinnerd aan de ter zake van gezinshereniging toepasselijke beginselen, zoals die in 38 van voormeld arrest Gül v. Zwitserland en in 67 van voormeld arrest Ahmut v. Nederland zijn geformuleerd: a) De omvang van de verplichting van een staat om verwanten van immigranten op zijn grondgebied toe te laten, is afhankelijk van de situatie van de belanghebbenden en het algemeen belang. b) Krachtens een vast volkenrechtelijk beginsel hebben de staten, onverminderd hun verdragsverplichtingen, het recht om de toegang van niet-onderdanen tot hun grondgebied te controleren. c) Wat immigratie betreft, kan artikel 8 niet aldus worden uitgelegd dat het voor een staat de algemene verplichting omvat om de keuze van getrouwde koppels met betrekking tot hun gemeenschappelijke woonplaats te eerbiedigen en de gezinshereniging op zijn grondgebied toe te staan. 56. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft verduidelijkt dat het bij zijn analyse rekening houdt met de leeftijd van de betrokken kinderen, hun situatie in het land van herkomst en de mate waarin zij van verwanten afhankelijk zijn (arrest Sen v. Nederland, reeds aangehaald, 37; zie ook arrest Rodrigues da Silva v. Nederland van 31 januari 2006, 39). 57. Het Verdrag inzake de rechten van het kind erkent eveneens het beginsel van de eerbiediging van het gezinsleven. Het verdrag is gebaseerd op de in de zesde overweging ervan tot uitdrukking gebrachte erkenning dat het kind voor de harmonische ontplooiing van zijn persoonlijkheid dient op te groeien in een gezinsomgeving. Artikel 9, lid 1, van dit verdrag bepaalt aldus dat de staten die partij zijn, waarborgen dat een kind niet wordt gescheiden van zijn ouders tegen hun wil, en overeenkomstig artikel 10, lid 1, volgt uit deze verplichting dat aanvragen van een kind of van zijn ouders om een staat die partij is, voor gezinshereniging binnen te gaan of te verlaten, door de staten die partij zijn met welwillendheid, menselijkheid en spoed worden behandeld. 58. Ook het Handvest erkent in artikel 7 het recht op eerbiediging van het privé-leven en het familie- en gezinsleven. Deze bepaling moet worden gelezen in samenhang met de verplichting van artikel 24, lid 2, van het Handvest om rekening te houden met de belangen van het kind, en met inachtneming van de in 8

9 artikel 24, lid 3, tot uitdrukking gebrachte noodzaak dat een kind regelmatig persoonlijke betrekkingen met zijn beide ouders onderhoudt. 59. Deze verschillende teksten leggen de nadruk op het belang van het gezinsleven voor het kind en bevelen de staten aan om rekening te houden met de belangen van het kind, maar scheppen geen subjectief recht voor de leden van een gezin om tot het grondgebied van een staat te worden toegelaten en mogen niet aldus worden uitgelegd dat zij de staten een zekere beoordelingsmarge zouden ontzeggen bij het onderzoek van verzoeken om gezinshereniging. 60. Bovenop deze bepalingen legt artikel 4, lid 1, van de richtlijn de lidstaten precieze positieve verplichtingen op, waaraan duidelijk omschreven subjectieve rechten beantwoorden, aangezien het de lidstaten verplicht om in de door de richtlijn vastgestelde gevallen de gezinshereniging van bepaalde leden van het gezin van de gezinshereniger toe te staan zonder hun beoordelingsmarge te kunnen uitoefenen. Uit het arrest Chakroun (HvJEU 4 maart 2010, C-578/08, JV 2010/177) 43. Aangezien gezinshereniging de algemene regel is, dient de bevoegdheid in artikel 7, lid 1, aanhef en sub c, van de richtlijn strikt te worden uitgelegd. Bovendien mogen de lidstaten hun handelingsvrijheid niet zo gebruiken dat afbreuk wordt gedaan aan het doel van de richtlijn, namelijk de bevordering van gezinshereniging, en aan het nuttig effect daarvan. 44. In dit verband moeten blijkens het tweede punt van de considerans van de richtlijn maatregelen op het gebied van gezinshereniging in overeenstemming zijn met de in talrijke internationale rechtsinstrumenten neergelegde verplichting om het gezin te beschermen en het gezinsleven te respecteren. Deze richtlijn eerbiedigt namelijk de grondrechten en de beginselen die met name zijn erkend in artikel 8 EVRM en in het Handvest. Bijgevolg moeten de bepalingen van de richtlijn en met name, artikel 7, lid 1, aanhef en sub c, daarvan, worden uitgelegd in het licht van de grondrechten, meer in het bijzonder van het in zowel het EVRM als het Handvest neergelegde recht op eerbiediging van het gezinsleven. Voorts erkent de Europese Unie volgens artikel 6, lid 1, eerste alinea, VEU, de rechten, vrijheden en beginselen die zijn vastgesteld in het Handvest, zoals op 12 december 2007 aangepast te Straatsburg (PB C 303, blz. 1), dat dezelfde juridische waarde als de Verdragen heeft. 9

Zaak C-540/03. Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie

Zaak C-540/03. Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie Zaak C-540/03 Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie Immigratiebeleid - Recht van minderjarige kinderen van onderdanen van derde landen op gezinshereniging - Richtlijn 2003/86/EG - Bescherming

Nadere informatie

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op: Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 11.3.2014 COM(2014) 158 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Een nieuw EU-kader voor het versterken van

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief

Nadere informatie

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 24 SEPTEMBER 1987. BESTUUR VAN DE SOCIALE VERZEKERINGSBANK TEGEN J. A. DE RIJKE. VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/07/2014

Datum van inontvangstneming : 25/07/2014 Datum van inontvangstneming : 25/07/2014 Vertaling C-304/14-1 Datum van indiening: 24 juni 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-304/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Upper Tribunal (Immigration and

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.3.2018 COM(2018) 168 final 2018/0078 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende machtiging van de Commissie om het mondiale pact voor veilige, ordelijke en reguliere

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 NOTA van: aan: Betreft: het Voorzitterschap het Strategisch Comité immigratie, grenzen en asiel initiatief

Nadere informatie

Status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen *

Status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen * P5_TA(2002)0030 Status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen * Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen (COM(2001)

Nadere informatie

EERBIEDIGING VAN DE GRONDRECHTEN IN DE UNIE

EERBIEDIGING VAN DE GRONDRECHTEN IN DE UNIE EERBIEDIGING VAN DE GRONDRECHTEN IN DE UNIE De rechtsgrondslag voor de grondrechten op EU-niveau is lange tijd voornamelijk gelegen geweest in de verwijzing in de Verdragen naar het Europees Verdrag tot

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235, C14-7 Richtlijn betreffende het recht van onderdanen van een Lid-Staat op het grondgebied van een andere Lid-Staat verblijf te houden na er een werkzaamheid anders dan in loondienst te hebben uitgeoefend

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 09/09/2013

Datum van inontvangstneming : 09/09/2013 Datum van inontvangstneming : 09/09/2013 Vertaling C-354/13-1 Zaak C-354/13 Samenvatting van een verzoek om een prejudiciële beslissing in zaak C-354/13 overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement

Nadere informatie

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag, P5_TA(2002)0591 Verblijfstitel met een korte geldigheidsduur * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de verblijfstitel met een korte

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, l EGIRichtiijn 681360 c1 4-3 C14-3 Richtlijn inzake de opheffing van de beperkingen van de verplaatsing en het verblijf van de werknemers der Lid-Staten en van hun familie binnen de Gemeenschap [68/360/EEG)

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.3.2018 COM(2018) 167 final 2018/0079 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende machtiging van de Commissie om het mondiale pact voor veilige, ordelijke en reguliere

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie 6.8.2004 L 261/19 RICHTLIJN 2004/81/EG VAN DE RAAD van 29 april 2004 betreffende de verblijfstitel die in ruil voor samenwerking met de bevoegde autoriteiten wordt afgegeven aan onderdanen van derde landen

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 1 november 2003 (05.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 14190/03 LIMITE MIGR 90. NOTA het voorzitterschap

PUBLIC. Brussel, 1 november 2003 (05.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 14190/03 LIMITE MIGR 90. NOTA het voorzitterschap Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, november 2003 (05.) (OR. en) 490/03 PUBLIC LIMITE MIGR 90 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc. 3875//03 MIGR 88 REV Betreft: Voorstel

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. Voorstel voor een richtlijn (COM(2002) 548 C5-2002/ /0242(CNS))

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. Voorstel voor een richtlijn (COM(2002) 548 C5-2002/ /0242(CNS)) EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie werkgelegenheid en sociale zaken 16 december 2002 PE 316.394/10-24 AMENDEMENTEN 10-24 Ontwerpadvies (PE 316.394) Luciana Sbarbati inzake het voorstel voor een richtlijn

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 11 juli 2002 *

ARREST VAN HET HOF 11 juli 2002 * ARREST VAN HET HOF 11 juli 2002 * In zaak C-60/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Immigration Appeal Tribunal (Verenigd Koninkrijk), in het aldaar aanhangige geding

Nadere informatie

Datum : 21/10/2002 BS : 29/10/2002

Datum : 21/10/2002 BS : 29/10/2002 Datum : 21/10/2002 BS : 29/10/2002 Omzendbrief betreffende de aanvraag tot verblijf of vestiging in het Koninkrijk, ingediend op basis van artikel 40 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang

Nadere informatie

GRONDWET EN GELIJKHEID

GRONDWET EN GELIJKHEID Factsheet Grondwet voor Europa GRONDWET EN GELIJKHEID April 2005 Platform Artikel 13 Factsheet Grondwet en Gelijkheid Deze factsheet bevat informatie over de gevolgen van de invoering van de Grondwet voor

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 4 april 209 (OR. en) 208/0390 (COD) PE-CONS 7/9 VISA 49 COMIX 36 PREP-BXT 77 CODEC 572 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING

Nadere informatie

Richtlijn van de Raad d.d. 21 mei 1973, nr. 73/148/EEG, Pb EG 1973, nr. L1 72.

Richtlijn van de Raad d.d. 21 mei 1973, nr. 73/148/EEG, Pb EG 1973, nr. L1 72. C14-6 Richtlijn inzake de opheffing van de beperkingen van de verplaatsing en het verblijf van onderdanen van de Lid-Staten binnen de Gemeenschap ter zake van vestiging en verrichten van diensten (73/148/EEG)

Nadere informatie

De toenemende invloed van het Handvest op het auteursrecht AIPPI. woensdag 11 maart 2015

De toenemende invloed van het Handvest op het auteursrecht AIPPI. woensdag 11 maart 2015 De toenemende invloed van het Handvest op het auteursrecht AIPPI woensdag 11 maart 2015 1 Quaedvlieg 2006 Het lijkt geen goed idee dat iedere individuele rechter in ieder individueel geval een eigen afweging

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 2011/0431(APP) 3.9.2012 *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad tot vaststelling van

Nadere informatie

Ontwerp-handvest van de grondrechten van de Europese Unie

Ontwerp-handvest van de grondrechten van de Europese Unie EUROPESE UNIE Ontwerp-handvest van de grondrechten van de Europese Unie Preambule De volkeren van Europa hebben door onderling een steeds hechter verbond tot stand te brengen besloten een op gemeenschappelijke

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 30/09/2014

Datum van inontvangstneming : 30/09/2014 Datum van inontvangstneming : 30/09/2014 Samenvatting C-408/14-1 Zaak C-408/14 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF VAN 12 DECEMBER 1974.

ARREST VAN HET HOF VAN 12 DECEMBER 1974. ARREST VAN HET HOF VAN 12 DECEMBER 1974. B. N. O. WALRAVE, L. J. N. KOCH TEGEN ASSOCIATION UNION CYCLISTE INTERNATIONALE, KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE WIELREN UNIE EN FEDERATION ESPANOLA CICLISMO. (VERZOEK

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Vertaling C-258/13-1 Zaak C-258/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 mei 2013 Verwijzende rechter: Varas Cíveis de Lisboa (Portugal)

Nadere informatie

B 19 Voortgezet verbliif 19

B 19 Voortgezet verbliif 19 B 19 Voortgezet verbliif 19 4 Voortgezet verblijf van vreemdelingen die voor verblijf bij (huwelijks-)partner of voor verruimde gezinshereniginp zijn toegelaten na verlies van de afhankeliike verblijfstitel

Nadere informatie

Amendement 3 Claude Moraes namens de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken AMENDMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT *

Amendement 3 Claude Moraes namens de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken AMENDMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT * 3.4.2019 A8-0047/3 Amendement 3 Claude Moraes namens de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken Verslag A8-0047/2019 Sergei Stanishev Vaststelling van de lijst van derde landen

Nadere informatie

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt. Discussienota van het Hof van Justitie van de Europese Unie over bepaalde aspecten van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Vertaling C-322/17-1 Zaak C-322/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 mei 2017 Verwijzende rechter: High Court (Ierland) Datum van de

Nadere informatie

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen Richtlijn 98/49/EG van de Raad van 29 juni 1998 betreffende de bescherming van de rechten op aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Grote kamer) 11 december 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Grote kamer) 11 december 2007 * EIND ARREST VAN HET HOF (Grote kamer) 11 december 2007 * In zaak C-291/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Raad van State (Nederland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47 BEGELEIDENDE NOTA van: het voorzitterschap aan: het Coreper (2e deel) nr. vorig doc.: 14497/04 JAI 441 ASIM

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 20 juni 2003 PE 329.885/6-24 AMENDEMENTEN 6-24

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 20 juni 2003 PE 329.885/6-24 AMENDEMENTEN 6-24 EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken 20 juni 2003 PE 329.885/6-24 AMENDEMENTEN 6-24 Ontwerpadvies (PE 329.885) Carmen Cerdeira Morterero

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie verzoekschriften 29.9.2014 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift nr. 1240/2013, ingediend door Rodica Ionela Bazgan (Roemeense nationaliteit), over vrijheid

Nadere informatie

Zaak C-415/93. VZW Koninklijke Belgische Voetbalbond e. a. tegen J.-M. Bosman e. a.

Zaak C-415/93. VZW Koninklijke Belgische Voetbalbond e. a. tegen J.-M. Bosman e. a. Zaak C-415/93 VZW Koninklijke Belgische Voetbalbond e. a. tegen J.-M. Bosman e. a. (verzoek van het Hof van beroep te Luik om een prejudiciële beslissing) Vrij verkeer van werknemers Mededingingsregels

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.5.2017 COM(2017) 218 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen te openen over een akkoord met het Verenigd Koninkrijk

Nadere informatie

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS ASIELZOEKERS Jaarlijkse statistieken 28-216 Dienst Vreemdelingenzaken : jaarlijkse statistieken asiel, 28-216 1. Inkomende aanvragen Tabel 1. Aantal asielzoekers 1 per type aanvraag, 28-216 Jaar Eerste

Nadere informatie

2003L0086 NL

2003L0086 NL 2003L0086 NL 03.10.2003 000.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B RICHTLIJN 2003/86/EG VAN DE RAAD van 22 september

Nadere informatie

Date de réception : 10/01/2012

Date de réception : 10/01/2012 Date de réception : 10/01/2012 Resumé C-619/11-1 Zaak C-619/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS ASIELZOEKERS Jaarlijkse statistieken 29-217 Dienst Vreemdelingenzaken : jaarlijkse statistieken asiel, 29-217 1. Inkomende aanvragen Tabel 1. Aantal asielzoekers 1 per type aanvraag, 29-217 Jaar Eerste

Nadere informatie

Op grond van artikel 17, tweede lid, Vreemdelingenwet 2000 voorgestelde wijzigingen van artikel 3.71 Vreemdelingenbesluit 2000:

Op grond van artikel 17, tweede lid, Vreemdelingenwet 2000 voorgestelde wijzigingen van artikel 3.71 Vreemdelingenbesluit 2000: Op grond van artikel 17, tweede lid, Vreemdelingenwet 2000 voorgestelde wijzigingen van artikel 3.71 Vreemdelingenbesluit 2000: Artikel 3.71 Vreemdelingenbesluit 2000 wordt gewijzigd als volgt: Artikel

Nadere informatie

Associatiebesluiten van de Associatieraad EEG- Turkije BETREFFENDE DE TENUITVOERLEGGING VAN ARTIKEL 12

Associatiebesluiten van de Associatieraad EEG- Turkije BETREFFENDE DE TENUITVOERLEGGING VAN ARTIKEL 12 EGIAssociatiebesluiten Turkije c14-l l C14-l l Associatiebesluiten van de Associatieraad EEG- Turkije BESLUIT NR. 2/76 VAN DE ASSOCIATIERAAD VAN DE OVEREENKOMST VAN ANKARA; AANGENOMEN TIJDENS DE 23~ ZITTING

Nadere informatie

LIFE.1.C EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0019 (COD) PE-CONS 62/19 SOC 114 EMPL 81 PREP-BXT 62 CODEC 500

LIFE.1.C EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0019 (COD) PE-CONS 62/19 SOC 114 EMPL 81 PREP-BXT 62 CODEC 500 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0019 (COD) PE-CONS 62/19 SOC 114 EMPL 81 PREP-BXT 62 CODEC 500 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 23 mei 2008 (OR. en) 2007/086 (COD) PE-CONS 3608/08 VISA 37 FRONT 8 COMIX 93 CODEC 30 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie verzoekschriften 2009 29.03.2011 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 1609/2008, ingediend door D. A. L. (Britse nationaliteit), over vermeende discriminatie

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/07/2012

Datum van inontvangstneming : 13/07/2012 Datum van inontvangstneming : 13/07/2012 Vertaling C-264/12-1 Zaak C-264/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 mei 2012 Verwijzende rechter: Tribunal do Trabalho do Porto (Portugal)

Nadere informatie

(" ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN "). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE COMMISSIONER TE LONDEN).

( ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN ). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE COMMISSIONER TE LONDEN). ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 24 APRIL 1980. UNA COONAN TEGEN INSURANCE OFFICER. (" ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN "). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE

Nadere informatie

Stellingname van het Hof

Stellingname van het Hof ADVIES UITGEBRACHT KRACHTENS ARTIKEL 228 EEG-VERDRAG Stellingname van het Hof De ontvankelijkheid van het verzoek om advies 1 De Ierse regering en de regering van het Verenigd Koninkrijk, maar ook de Deense

Nadere informatie

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE VICE-VOORZITTER VAN DE EUROPESE COMMISSIE

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE VICE-VOORZITTER VAN DE EUROPESE COMMISSIE Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2008 2009 H 31 544 Subsidiariteitstoets van het voorstel voor een Richtlijn van de Raad betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Brussel, SG-Greffe(2008)D/

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Brussel, SG-Greffe(2008)D/ COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN SECRETARIAAT-GENERAAL Brussel, SG-Greffe(2008)D/ Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de Europese Unie Herrmann-Debrouxlaan 48 1160 Brussel Betreft:

Nadere informatie

Handvest van de grondrechten van de EU

Handvest van de grondrechten van de EU Handvest van de grondrechten van de EU A5-0064/2000 Resolutie van het Europees Parlement over de opstelling van een handvest van de grondrechten van de Europese Unie (C5-0058/1999-1999/2064(COS)) Het Europees

Nadere informatie

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0016-0021 DE RAAD VAN

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 23.7.2007 COM(2007) 439 definitief 2007/0152 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot uitbreiding van de bepalingen van Verordening (EG) nr.

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 november 2001 (22.11) (OR. fr, en) 13835/01 LIMITE VISA 131 COMIX 716

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 november 2001 (22.11) (OR. fr, en) 13835/01 LIMITE VISA 131 COMIX 716 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 november 2001 (22.11) (OR. fr, en) 13835/01 LIMITE VISA 131 COMIX 716 NOTA van: aan: Betreft: de Belgische delegatie de Groep Visa Ontwerp-beschikking van de Raad

Nadere informatie

RICHTLIJN 2003/86/EG VAN DE RAAD van 22 september 2003 inzake het recht op gezinshereniging

RICHTLIJN 2003/86/EG VAN DE RAAD van 22 september 2003 inzake het recht op gezinshereniging L 251/12 RICHTLIJN 2003/86/EG VAN DE RAAD van 22 september 2003 inzake het recht op gezinshereniging DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie verzoekschriften 16.12.2014 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift nr. 0171/2012, ingediend door Klaus Träger (Duitse nationaliteit), over verschillende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 079 Voorstel van wet van het lid Voortman houdende vastlegging in de Vreemdelingenwet 2000 van rechten die vreemdelingen ontlenen aan de Overeenkomst

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (voltallige zitting) 19 oktober 2004 *

ARREST VAN HET HOF (voltallige zitting) 19 oktober 2004 * ZHU EN CHEN ARREST VAN HET HOF (voltallige zitting) 19 oktober 2004 * In zaak C-200/02, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Immigration Appellate

Nadere informatie

Brussel, 9 december 2010 (OR. fr) ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN MAROKKO UE-MA 2706/10

Brussel, 9 december 2010 (OR. fr) ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN MAROKKO UE-MA 2706/10 ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN MAROKKO De Associatieraad Brussel, 9 december 2010 (OR. fr) UE-MA 2706/10 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE ASSOCIATIERAAD EU-MAROKKO

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Nr. WJZ/2006/46484 (1743) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet studiefinanciering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013 Datum van inontvangstneming : 23/07/2013 Vertaling C-338/13-1 Zaak C-338/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 juni 2013 Verwijzende rechter: Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2002 Nr. 112. Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2002 Nr. 112. Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid 50 (1986) Nr. 2 1 ) TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2002 Nr. 112 A. TITEL Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid van internationale niet-gouvernementele

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/18/099 BERAADSLAGING NR. 18/057 VAN 8 MEI 2018 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 09/10/2015

Datum van inontvangstneming : 09/10/2015 Datum van inontvangstneming : 09/10/2015 Vertaling C-478/15-1 Zaak C-478/15 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE OUDERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE OUDERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE OUDERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID PREAMBULE Erkennende dat ondanks de bestaande verschillen in de nationale familierechten er evenwel een toenemende convergentie

Nadere informatie

ONTWERP-HANDVEST VAN DE GRONDRECHTEN VAN DE EUROPESE UNIE

ONTWERP-HANDVEST VAN DE GRONDRECHTEN VAN DE EUROPESE UNIE ONTWERP-HANDVEST VAN DE GRONDRECHTEN VAN DE EUROPESE UNIE fundamental.rights@consilium.eu.int Brussel, 28 september 2000 (OR. fr) CHARTE 4487/00 CONVENT 50 NOTA Betreft: Ontwerp-handvest van de grondrechten

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE EUROPESE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 13.4.2015 JOIN(2015) 10 final 2015/0073 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 2014/0202(COD) 5.2.2015 AMENDEMENTEN 5-19 Ontwerpverslag Cecilia Wikström (PE544.476v01-00) van het Europees

Nadere informatie

Tekst van de artikelen 33 tot en met 37 met toelichting

Tekst van de artikelen 33 tot en met 37 met toelichting EUROPESE CONVENTIE SECRETARIAAT Brussel, 2 april 2003 (03.04) (OR. fr) CONV 650/03 NOTA van: aan: Betreft: het Praesidium de Conventie Het democratisch leven van de Unie Deel I van de Grondwet, Titel VI:

Nadere informatie

Zaak C-377/98. Koninkrijk der Nederlanden tegen Europees Parlement en Raad van de Europese Unie

Zaak C-377/98. Koninkrijk der Nederlanden tegen Europees Parlement en Raad van de Europese Unie Zaak C-377/98 Koninkrijk der Nederlanden tegen Europees Parlement en Raad van de Europese Unie Nietigverklaring Richtlijn 98/44/EG Rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen Rechtsgrondslag Artikel

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 15.6.2011 MEDEDELING AAN DE LEDEN (50/2011) Betreft : Met redenen omkleed advies van de senaat van de Italiaanse Republiek over het voorstel voor

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 17 december 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0314 (NLE) 15405/15 ASIM 176 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 16 december 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft:

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/02/2017

Datum van inontvangstneming : 13/02/2017 Datum van inontvangstneming : 13/02/2017 Samenvatting C-673/16-1 Zaak C-673/16 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Jurisprudentie. ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 12 april 2018 *

Jurisprudentie. ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 12 april 2018 * Jurisprudentie ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 12 april 2018 * Prejudiciële verwijzing Recht op gezinshereniging Richtlijn 2003/86/EG Artikel 2, aanhef en onder f) Begrip alleenstaande minderjarige Artikel

Nadere informatie

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0190 (CNS) 9317/17 JUSTCIV 113 NOTA van: aan: het voorzitterschap nr. vorig doc.: WK 5263/17 Nr. Comdoc.: 10767/16

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 15.6.2011 MEDEDELING AAN DE LEDEN (49/2011) Betreft : Met redenen omkleed advies van de senaat van de Republiek Italië over het voorstel voor een

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) 13967/03 LIMITE PUBLIC JUSTCIV 208 TRANS 275 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité burgerlijk recht (algemene vraagstukken)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 Vertaling C-569/16-1 Zaak C-569/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 november 2016 Verwijzende rechter: Bundesarbeitsgericht (Duitsland)

Nadere informatie

Zwaarlijvigheid kan een handicap vormen in de zin van de richtlijn betreffende gelijke behandeling inzake arbeid

Zwaarlijvigheid kan een handicap vormen in de zin van de richtlijn betreffende gelijke behandeling inzake arbeid Hof van Justitie van de Europese Unie PERSCOMMUNIQUÉ nr. 183/14 Luxemburg, 18 december 2014 Pers en Voorlichting Arrest in zaak C-354/13 Fag og Arbejde (FOA), namens Karsten Kaltoft / Kommunernes Landsforening

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BV0418

ECLI:NL:RVS:2011:BV0418 ECLI:NL:RVS:2011:BV0418 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-12-2011 Datum publicatie 09-01-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201106133/1/V3 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 18. 10. 2016 ZAAK C-570/16 [OMISSIS] Wuppertal, verzoekster, verweerster in hoger beroep en verzoekster in Revision,

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING VAN DE

Nadere informatie

Artikel 8 Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM)

Artikel 8 Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) Centrum Kinderhandel Mensenhandel Artikel 8 Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) Artikel 8 Recht op eerbiediging van privé-, familie en gezinsleven 14 juli 2014 1. Een ieder heeft recht op

Nadere informatie

Date de réception : 01/03/2012

Date de réception : 01/03/2012 Date de réception : 01/03/2012 Vertaling C-44/12-1 Zaak C-44/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2012 Verwijzende rechter: Court of Session, Scotland (Verenigd Koninkrijk)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 5 mei 2011 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 5 mei 2011 * MCCARTHY ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 5 mei 2011 * In zaak C-434/09, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Supreme Court of the United Kingdom,

Nadere informatie

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELZOEKERS ASIELZOEKERS Maandelijkse statistieken voor het 2016 Dienst Vreemdelingenzaken : maandelijkse statistieken asiel 2016 1. Inkomende aanvragen Tabel 1. Aantal asielzoekers 1 per type aanvraag en per maand

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 29.08.2014 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 1831/2008, ingediend door Mustafa Irkan (Britse nationaliteit), over indirecte discriminatie

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ASIELAANVRAGEN ASIELAANVRAGEN Maandelijkse statistieken voor het jaar 2015 Dienst Vreemdelingenzaken : maandelijkse statistieken asiel 2015 1. Inkomende aanvragen 1.1. Aantal inschrijvingen van asielzoekers voor 2015

Nadere informatie

13502/2/07 REV 2 AL/lg DG H 1 A

13502/2/07 REV 2 AL/lg DG H 1 A RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 7 maart 2008 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2003/0218 (CNS) 13502/2/07 REV 2 VISA 303 COMIX 838 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0021 (E) 12052/14 JUSTCIV 206 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK 201403327/1/A2. Datum uitspraak: 24 april 2014 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: en de vereniging Vrouwen Partij, gevestigd te Den Haag, appellante, het centraal stembureau voor

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 23.5.2013 2012/0271(E) *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 20.9.2017 L 242/1 I (Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2017/1563 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 13 september 2017 inzake de grensoverschrijdende uitwisseling tussen de Unie

Nadere informatie