Artikel 8 Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Artikel 8 Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM)"

Transcriptie

1 Centrum Kinderhandel Mensenhandel Artikel 8 Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) Artikel 8 Recht op eerbiediging van privé-, familie en gezinsleven 14 juli Een ieder heeft recht op respect voor zijn privé leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie. 2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit recht, dan voor zover bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. Ingevolge Artikel 8 lid 1 EVRM heeft een ieder recht op respect voor zijn privéleven en familie- en gezinsleven (hierna: family life ). Ingevolge het tweede lid is geen inmenging van enig openbaar gezag toegestaan in de uitoefening van dit recht, dan voor zover opgesomd. Het artikel biedt bescherming tegen een ongerechtvaardigde inmenging in family life door overheidsorganen, maar levert geen verplichting voor de Staat op de mogelijkheden te herstellen voor een gezin dat al door een van de gezinsleden, althans door één van hen, beschadigd is. 1. Toepassing van Artikel 8 EVRM Een kind heeft recht op omgang met zijn/haar ouders en heeft recht op toegang tot de rechter ter bescherming van zijn recht. De weigering van toelating of de uitzetting van vreemdelingen kan onder omstandigheden in strijd zijn met het recht op family life. Bij uitzetting gaat het vaak om een dreigende verbreking van een familieband. De vraag of de uitzetting een inbreuk levert op artikel 8 EVRM dient te worden voorafgegaan aan de vraag of family life bestaat. Deze vraag zal worden beantwoord naar aanleiding van een aantal zaken. 2. Aantal voorbeeldzaken met betrekking tot family life Naar aanleiding van een aantal zaken, die terecht zijn gekomen bij het Europees Hof van de Rechten van de mens, kunnen we afleiden wat het Hof verstaat onder het begrip family life. Deze zaken worden hieronder besproken. Daarna worden twee zaken besproken die in Nederland bij de rechtbank en in hoger beroep hebben gespeeld. Zaak Marckx versus België. Uitspraak Europees Hof van de Rechten van de Mens 13 juni Volgens deze zaak dient het begrip family life ruim opgevat te worden en vallen hier ook de banden van nabije familieleden onder, zoals onder andere de band tussen grootouders en kleinkinderen. Respect voor family life legt voor een Staat de verplichting op een dergelijke

2 band normaal te laten ontwikkelen. Artikel 8 EVRM maakt geen onderscheid tussen een wettig dan wel onwettige familie. Hiermee wordt bedoeld dat een kind voortgekomen uit getrouwde ouders en een kind voortgekomen uit een ongehuwde relatie gelijk behandeld worden. Zaak Berrehab versus Nederland. Uitspraak Europees Hof van de Rechten van de Mens 21 juni Samenwonen is geen noodzakelijke vereiste om van family life te kunnen spreken. De relatie die tussen echtgenoten wordt geschapen door een wettig en echt huwelijk, moet worden beschouwd als family life. Uit het family - begrip van artikel 8 vloeit voort dat een kind dat uit een dergelijk verbond wordt geboren automatisch deel uitmaakt van die relatie. Dit heeft als consequentie dat door en vanaf de geboorte van het kind tussen kind en ouders een band bestaat die neerkomt op family life. Zelfs als de ouders op dat moment niet samenwonen. Eventuele latere gebeurtenissen kunnen die band verbreken. De band kan worden verbroken, wanneer een ouder zich geheel onttrekt aan de opvoeding. Daarentegen tonen frequentie en regelmatigheid van bezoeken een familieband aan. Factoren als de jeugdige leeftijd van het kind en het belang van het contact worden meegenomen bij de beoordeling of sprake is van family life. Zaak Rodrigues da Silva en Hoogkamer versus Nederland. Uitspraak Europees Hof van de Rechten van de Mens 31 januari Dit is een interessante zaak waarin het EHRM heeft bepaald dat moeder vanwege haar gezinsband met haar jonge dochter niet mag worden uitgezet, ondanks dat moeder illegaal in Nederland verblijft en geen recht heeft op een verblijfsvergunning. De situatie is als volgt: Mevrouw Rodrigues is 22 jaar oud als zij in 1994 uit Brazilië naar Nederland komt. Zij wordt in Amsterdam verliefd op mijnheer Hoogkamer. Het stel gaat samenwonen, maar vraagt geen verblijfsvergunning aan. In 1996 krijgen Rodrigues en Hoogkamer een dochter. Zij noemen haar Rachel. Rachel wordt door Hoogkamer erkend, waardoor zij de Nederlandse nationaliteit verkrijgt. Een jaar later (1997) loopt de relatie spaak en gaan Rodrigues en Hoogkamer uit elkaar. Aanvankelijk blijft Rachel bij haar vader, die het ouderlijk gezag krijgt toegewezen. De Raad voor de Kinderbescherming bepleit namelijk dat het ouderlijk gezag bij de vader blijft, omdat het in het belang van Rachel is om in Nederland te kunnen blijven. De moeder moet terugkeren naar Brazilië en daardoor zou Rachel, als ze aan haar moeder wordt toegewezen, het voor haar zo belangrijke contact met haar vader en grootouders verliezen. Moeder gaat tegen deze beslissing in beroep. Naast de procedure over het ouderlijke gezag speelt de procedure voor een verblijfsvergunning. Rodrigues vraagt deze vergunning aan, maar dat verzoek wordt afgewezen. In hoger beroep wordt deze uitspraak bevestigd. Haar aanspraak op het recht op family life wordt afgewezen. Geoordeeld wordt dat beide ouders het risico van gedwongen

3 vertrek hebben genomen, aangezien de moeder niet over een verblijfsvergunning beschikte. Rodrigues negeert een aanschrijving om Nederland te verlaten en verricht haar (illegale) arbeid van maandag tot donderdag. De andere dagen van de week is Rachel bij haar, en op de dagen dat zij werkt is haar dochter bij de ouders van haar ex. Rodrigues onderneemt verdere stappen, want uitzetting dreigt. Zij beklaagt zich bij het EHRM dat uitzetting haar recht op family life schendt. Samen met de grootouders zorgt zij immers voor haar dochter en haar toenmalige partner doet dat niet. Het EHRM erkent dat sprake is van family life in de zin van Artikel 8 EVRM. Het EHRM merkt op dat slechts bij hoge uitzondering positieve verplichtingen op grond van het recht op gezinsleven kunnen leiden tot een verblijf voor een illegaal verblijvende moeder vanwege de band met haar dochter (r.o. 39). Aangezien volgens de Nederlandse overheid indertijd wel rechtmatig verblijf met Hoogkamer mogelijk was geweest, wordt Rodrigues het illegaal verblijf niet kwalijk genomen. Uitzetting van de moeder zou voor haar toen driejarige dochter vergaande consequenties hebben en die acht het EHRM niet aanvaardbaar. Bovendien levert de uitspraak van de familierechter over toekenning van de ouderlijke macht aan de vader een objectieve belemmering op om het familieleven in Brazilië voort te zetten. Hoogkamer heeft namelijk aangegeven nooit met een vertrek van Rachel te zullen instemmen. Het argument van Nederland dat Rodrigues sinds haar binnenkomst illegaal is, acht het EHRM excessief formalistisch (r.o. 43): In view of the far-reaching consequences which an expulsion would have on the responsibilities which the first applicant has as a mother, as well as on her family life with her young daughter, and taking into account that it is clearly in Rachael's best interests for the first applicant to stay in the Netherlands, the Court considers that in the particular circumstances of the case the economic well-being of the country does not outweigh the applicants' rights under Article 8, despite the fact that the first applicant was residing illegally in the Netherlands at the time of Rachael's birth. Indeed, by attaching such paramount importance to this latter element, the authorities may be considered to have indulged in excessive formalism. Op grond van het Nederlandse vreemdelingenrecht had Rodrigues geen recht op verblijf. Zij had namelijk al in Brazilië een machtiging tot voorlopig verblijf aan moeten vragen. Vervolgens heeft zij ook niet in Nederland geprobeerd een vergunning tot tijdelijk verblijf bij haar partner te verkrijgen. Hoe verwijtbaar dat gedrag ook kan worden gevonden, dat mag volgens het EHRM niet ten koste gaan van de zeer jonge Rachel. Aan het belang van het kind wordt grote betekenis gehecht. Afweging hoger beroep vreemdelingenrecht 13 november 2013 ECLI:NL:RVS:2013:2069 Uit de jurisprudentie van het EHRM, - onder meer de arresten Rodrigues da Silva en Hoogkamer tegen Nederland van 31 januari 2006, nr /99, Osman tegen Denemarken van 14 juni 2011, nr , Nunez tegen Noorwegen van 28 juni 2011, nr /09, en Butt tegen Noorwegen van 4 december 2012, nr /09-, en de jurisprudentie van de Afdeling

4 bijvoorbeeld de uitspraak van 13 juli 2009 in zaak nr /1/V2 volgt dat bij de belangenafweging in het kader van het door artikel 8 van het EVRM beschermde recht op eerbiediging van het privéleven onderscheidenlijk het familie- en gezinsleven een fair balance moet worden gevonden tussen het belang van de betrokken vreemdeling en diens familie enerzijds en het Nederlands algemeen belang dat is gediend bij het voeren van een restrictief toelatingsbeleid anderzijds. Daarbij moeten alle voor die belangafweging van betekenis zijnde feiten en omstandigheden kenbaar worden betrokken. Uit het arrest Butt kan voorts worden afgeleid dat zwaarwegende redenen van migratiebeleid in beginsel aanleiding zijn het gedrag van de ouders van een vreemdeling aan de desbetreffende vreemdeling toe te rekenen, in verband met het risico dat ouders de positie van hun kinderen misbruiken om een verblijfsrecht te verkrijgen. Indien de desbetreffende vreemdeling dan wel diens ouders konden althans hadden moeten weten dat het verblijfsrecht van die vreemdeling onzeker was, bestaat slechts onder bijzondere omstandigheden reden voor de conclusie dat op grond van artikel 8 van het EVRM een verplichting bestaat tot het laten voortzetten van het privéleven onderscheidenlijk familie- en gezinsleven. Uit de eerder genoemde jurisprudentie van het EHRM volgt dat voor het aannemen van schendingen van het in artikel 8 EVRM neergelegde recht op eerbiediging van het privéleven niet een verblijfsduur van rond de dertig jaar is vereist. Waar veel waarde aan wordt gehecht bij het aantonen van family life is de jeugdige leeftijd van het kind waarop hij naar Nederland is gekomen en de zeer sterke band met Nederland. Uitspraak Rechtbank Den Haag 31 december 2013 ECLI:NL:RBDHA:2013:19521 Uit deze zaak blijkt dat rekening dient te worden gehouden met de belangen van het kind zoals beschermd door artikel 3 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK). Artikel 3 IVRK luidt: 1. Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door openbare of particuliere instellingen voor maatschappelijk welzijn of door rechterlijke instanties, bestuurlijke autoriteiten of wetgevende lichamen, vormen de belangen van het kind de eerste overweging. 2. De Staten die partij zijn, verbinden zich ertoe het kind te verzekeren van de bescherming en de zorg die nodig zijn voor zijn welzijn, rekening houdend met de rechten en plichten van zijn ouders, wettige voogden of anderen die wettelijk verantwoordelijk zijn voor het kind, en nemen hiertoe alle passende wettelijke en bestuurlijke maatregelen. 3. De Staten die partij zijn, waarborgen dat de instellingen, diensten en voorzieningen die verantwoordelijk zijn voor de zorg voor of de bescherming van kinderen voldoen aan de door de bevoegde autoriteiten vastgestelde normen, met name ten aanzien van de veiligheid, de gezondheid, het aantal personeelsleden en hun geschiktheid, alsmede bevoegd toezicht.dit artikel bevat geen direct toepasbare norm, maar de IND moet voldoende rekening houden met de belangen van het kind. Het individuele belang van het kind om in Nederland te blijven dient te worden afgezet tegen het belang dat het kind heeft bij terugkeer naar het land van herkomst. Verschillende elementen spelen daarbij een

5 rol, zoals het aantal jaren dat het kind in Nederland en in het land van herkomst heeft verbleven, de sociale en culturele banden die het kind heeft met Nederland en met land van herkomst, eventuele medische en psychische problematiek en de ontwikkelingsschade die het kind zou kunnen oplopen wanneer het terugkeert naar het land van herkomst. Ook het risico op besnijdenis speelt een rol bij de belangenafweging. De keuze van een ouder om het kind naar Nederland te halen en hier te blijven zonder verblijfsrecht, mag geen doorslaggevend element vormen in de belangenafweging van de IND. Dat een kind een andere nationaliteit (land van herkomst) bezit en de taal spreekt, betekent niet automatisch dat het kind een band met het land van herkomst heeft, noch dat dit opweegt met de banden die het kind in Nederland heeft. Bij de belangenafweging dient voldoende afweging te worden gegeven aan de jeugdige leeftijd bij aankomst in Nederland en het volgen van een schoolopleiding. 3. Toetsingsschema Artikel 8 EVRM - Is er sprake van family life in de zin van het artikel? Een beschermenswaardig family life betekent dat een voldoende, nauwe, feitelijke familieband bestaat, waarbij de accenten liggen op de duurzaamheid wat betreft de relatie tussen de ouders en het contact met het kind. Om te kunnen spreken van family life is het niet noodzakelijk dat ouders samenwonen onder één dak. Het uit elkaar gaan van ouders resulteert niet automatisch in de beëindiging van family life. Daarentegen is een vluchtige ontmoeting tussen vader en moeder met als resultaat de geboorte van een kind onvoldoende om te kunnen spreken van family life. Louter biologisch ouderschap resulteert niet in een family life. Hierbij is de wil van de partijen om family life op te richten door een band op te bouwen van belang. Het accent ligt dan op het aantonen van contact tussen vader en kind, zoals: Hoe snel was er contact tussen de ouder en kind na de geboorte? Wat is de frequentie? Zit er enig regelmaat in het contact? Daarnaast wordt gekeken naar de jeugdige leeftijd van het kind en het belang van contact met de ouders. - Is er sprake van inmenging c.q. inbreuk op het family life? - Is de geconstateerde inmenging c.q. inbreuk gerechtvaardigd volgens artikel 8 lid 2 EVRM? - Is de inmenging bij wet voorzien, oftewel bestaat een wettelijke grondslag? - Is de bij wet voorziene inmenging noodzakelijk in een democratische samenleving ter bescherming van de artikel 8 lid 2 EVRM genoemde belangen? - Is de inmenging ook evenredig aan het nagestreefde doel of gaat het verder dan noodzakelijk is ter bescherming van de in artikel 8 lid 2 EVRM genoemde belangen? Wat in de zaken duidelijk naar voren komt, is de afweging van belangen. In de zaken wordt dit de fair balance genoemd. Een fair balance moet worden gevonden tussen het belang van de betrokken vreemdeling en diens familie enerzijds en het Nederlands algemeen belang dat is gediend bij het voeren van een restrictief toelatingsbeleid anderzijds. Daarbij moeten alle voor die belangenafweging van betekenis zijnde feiten en omstandigheden kenbaar worden betrokken. Aan het belang van het kind wordt grote betekenis gehecht, waarbij met

6 name gekeken wordt naar de jeugdige leeftijd van het kind waarop het naar Nederland is gekomen en diens band met Nederland. In feite wordt het individuele belang van het kind om in Nederland te blijven afgezet tegen het belang dat het kind heeft bij terugkeer naar het land van herkomst. Een onderdeel wat niet over het hoofd gezien mag worden bij deze belangenafweging is het mogelijke risico dat een kind loopt om besneden te worden. Dat een ouder de keuze heeft gemaakt het kind naar Nederland te halen en hier te verblijven zonder verblijfsrecht, mag geen doorslaggevend element vormen in de belangenafweging. De keuze van de ouder valt het kind niet aan te rekenen. 4. Handvaten invulling belang van het kind (band met Nederland) Jeugdige leeftijd naar Nederland; Continuïteit in de opvoeding; Sociale omgeving van het kind; Veilige en kenbare opvoedingssituatie voor kind (belang om zich in veilige situatie te ontwikkelen); Schoolopleiding; Risico op besnijdenis.

ECLI:NL:RVS:2017:1318

ECLI:NL:RVS:2017:1318 ECLI:NL:RVS:2017:1318 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-05-2017 Datum publicatie 17-05-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201607764/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

1 De plaatsbepaling van het jeugdrecht

1 De plaatsbepaling van het jeugdrecht I Inleiding 1 De plaatsbepaling van het jeugdrecht Een algemeen wetboek met betrekking tot het jeugdrecht bestaat niet. Het jeugdrecht is een verzameling van wetten en regels uit verschillende rechtsgebieden

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201109329/1/V1. Datum uitspraak: 17 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht {hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201200899/1 /V1. Datum uitspraak: 20 december 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Een niet formalistisch mvv-vereiste

Een niet formalistisch mvv-vereiste Artikel Pieter Boeles Prof. mr. P. Boeles is emeritus hoogleraar immigratierecht aan de Universiteit Leiden. Een niet formalistisch mvv-vereiste Artikel 8 EVRM en de Gezinsherenigingsrichtlijn nopen tot

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201111282/1 /V4. Datum uitspraak: 6 juni 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

VERZOEKSCHRIFT TOT VRIJLATING (Artikels 71 e.v. van de Wet van 15 december 1980)

VERZOEKSCHRIFT TOT VRIJLATING (Artikels 71 e.v. van de Wet van 15 december 1980) VERZOEKSCHRIFT TOT VRIJLATING (Artikels 71 e.v. van de Wet van 15 december 1980) Aan Mevrouw/Mijnheer de Voorzitter van de Raadkamer van de Correctionele Rechtbank te Brussel Justitiepaleis Poelaertplein

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstatc 201105933/1/V2. Datum uitspraak: 6 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1856

ECLI:NL:RVS:2017:1856 ECLI:NL:RVS:2017:1856 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-07-2017 Datum publicatie 12-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201608063/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 1389 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Op grond van artikel 17, tweede lid, Vreemdelingenwet 2000 voorgestelde wijzigingen van artikel 3.71 Vreemdelingenbesluit 2000:

Op grond van artikel 17, tweede lid, Vreemdelingenwet 2000 voorgestelde wijzigingen van artikel 3.71 Vreemdelingenbesluit 2000: Op grond van artikel 17, tweede lid, Vreemdelingenwet 2000 voorgestelde wijzigingen van artikel 3.71 Vreemdelingenbesluit 2000: Artikel 3.71 Vreemdelingenbesluit 2000 wordt gewijzigd als volgt: Artikel

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 19 februari 2013 in zaak nr. 12/9555 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 19 februari 2013 in zaak nr. 12/9555 in het geding tussen: ECLI:NL:RVS:2014:190 Uitspraak 201302396/1/A2. Datum uitspraak: 29 januari 2014 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: [appellante], wonend te [woonplaats], tegen de uitspraak

Nadere informatie

Protocol informatieverstrekking gescheiden ouders

Protocol informatieverstrekking gescheiden ouders Protocol informatieverstrekking gescheiden ouders Voorgenomen besluit CvB : 1 november 2016 Bespreking CMO : 15 september 2016 Instemming GMR : 6 april 2017 Vastgesteld besluit CvB : 11 april 2017 Inhoudsopgave

Nadere informatie

2. IVRK: prioriteit, ambtshalve toetsing en hoorplicht. Amsterdam, 4 februari 2008. Betreft: M IND nr.: 99.. DCI nr: 2008056

2. IVRK: prioriteit, ambtshalve toetsing en hoorplicht. Amsterdam, 4 februari 2008. Betreft: M IND nr.: 99.. DCI nr: 2008056 Amsterdam, 4 februari 2008 Betreft: M IND nr.: 99.. DCI nr: 2008056 Standpunt 1 van Defence for Children International Nederland, in deze vertegenwoordigd door mr. drs. E.C.C. van Os, orthopedagoog en

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2013:16806

ECLI:NL:RBDHA:2013:16806 ECLI:NL:RBDHA:2013:16806 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10-10-2013 Datum publicatie 10-12-2013 Zaaknummer SGR 13/5417 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Rapport (verkort) Naar aanleiding van de feitelijke uithuisplaatsing van een zesjarige jongen.

Rapport (verkort) Naar aanleiding van de feitelijke uithuisplaatsing van een zesjarige jongen. Rapport (verkort) Naar aanleiding van de feitelijke uithuisplaatsing van een zesjarige jongen. Oordeel De Kinderombudsman is van mening dat Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant vestiging Oss en de politie Oost-Brabant

Nadere informatie

Protocol informatieverstrekking aan (niet samenwonende) ouders

Protocol informatieverstrekking aan (niet samenwonende) ouders Protocol informatieverstrekking aan (niet samenwonende) ouders Concept ter bespreking : 30-08-2016 Vastgesteld door de Directie : 13-09-2016 Vastgesteld door het Algemeen Bestuur : n.v.t. Instemming oudergeleding

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni Rapportnummer: 2013/073

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni Rapportnummer: 2013/073 Rapport Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni 2013 Rapportnummer: 2013/073 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een consulent van de sociale dienst van de gemeente Weert hem heeft

Nadere informatie

B16 / Deel B16 Voortgezet verblijf

B16 / Deel B16 Voortgezet verblijf B16 / Deel B16 Voortgezet verblijf 7 Klemmende redenen van humanitaire aard Indien de vreemdeling niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning voor voortgezet verblijf op grond van artikel 3.50

Nadere informatie

PROTOCOL informatieverstrekking gescheiden ouders

PROTOCOL informatieverstrekking gescheiden ouders OPTIMUS primair onderwijs Postbus 315 5430 AH CUIJK Molenstraat 19 5431 BW CUIJK Tel: 0485 318910 E: info@optimusonderwijs.nl PROTOCOL informatieverstrekking gescheiden ouders OPTIMUS Primair Onderwijs

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2009:BK7090

ECLI:NL:RBSGR:2009:BK7090 ECLI:NL:RBSGR:2009:BK7090 Instantie Datum uitspraak 25-09-2009 Datum publicatie 18-12-2009 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 08/36062 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 430 Vragen van het lid

Nadere informatie

Betreft: protocol informatieverstrekking gescheiden ouders + tekst in schoolgids. I Protocol

Betreft: protocol informatieverstrekking gescheiden ouders + tekst in schoolgids. I Protocol Betreft: protocol informatie gescheiden ouders + tekst in schoolgids I Protocol 1. Bij inschrijving van de leerling wordt melding gedaan van de gezinsrelatie waarin deze opgroeit, alsook van de gezagsrelatie

Nadere informatie

Reacties en antwoorden op gestelde vragen Einde onderzoek De feiten

Reacties en antwoorden op gestelde vragen Einde onderzoek De feiten Geachte heer ( ), Bij brief van 16 mei 2013 heeft u bij ons een klacht voorgelegd van mevrouw ( ) over de Dienst Terugkeer en Vertrek (de DT&V). Op 2 juli 2015 heb ik u laten weten dat wij een onderzoek

Nadere informatie

Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders

Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders Openbare basisschool De Trinoom Diemewei 45-05 6605 XH Wijchen tel: 024-6456608 administratie@trinoom.nl Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders Geachte ouders/verzorgers, Voor u ligt het

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2012:BY6590

ECLI:NL:RBHAA:2012:BY6590 ECLI:NL:RBHAA:2012:BY6590 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 16-10-2012 Datum publicatie 18-12-2012 Zaaknummer 193036 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en familierecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:16286

ECLI:NL:RBDHA:2015:16286 ECLI:NL:RBDHA:2015:16286 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 12-11-2015 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer AWB 15/12707 en AWB 15/12708 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

INFORMATIEPLICHT OUDERS

INFORMATIEPLICHT OUDERS INFORMATIEPLICHT OUDERS 1. INLEIDING Alle ouders hebben in principe recht op informatie over hun kind van de school. Dit geldt ook voor ouders die gescheiden zijn. Soms is er maar één ouder van het kind

Nadere informatie

Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders

Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders VO Basis Wet en regelgeving Burgerlijk Wetboek artikel 1:377b Burgerlijk Wetboek artikel 1:377c Archief CvB CO 9.3 Van toepassing op/voor VO-deel scholengroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 201012104/1 A/3. Datum uitspraak: 27 januari 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG overwe 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Migratie Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500

Nadere informatie

Afstammingsinformatie

Afstammingsinformatie Afstammingsinformatie 1 Tijdslijn Afstammingsinformatie 4 nov. 1950 20 nov. 1989 29 mei 1993 15 april 1994 1 juni 2004 EVRM IVRK Haags Adoptieverdrag Valkenhorstarrest Wet Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting

Nadere informatie

Zaak C-540/03. Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie

Zaak C-540/03. Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie Zaak C-540/03 Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie Immigratiebeleid - Recht van minderjarige kinderen van onderdanen van derde landen op gezinshereniging - Richtlijn 2003/86/EG - Bescherming

Nadere informatie

Werkinstructie 2015/4 (AUA)

Werkinstructie 2015/4 (AUA) Werkinstructie 2015/4 (AUA) OPENBAAR Aan Klantdirecteuren IND cc DDMB Van Hoofddirecteur IND Datum 26 mei 2015 Kenmerk Vindplaats Informind Onderwerp Richtlijnen voor de toepassing van artikel 8 EVRM Pagina

Nadere informatie

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren Dit document beoogt de strafrechtelijke consequenties voor de verblijfsrechtelijke positie van een vreemdeling

Nadere informatie

Werkinstructie 2015/4 (AUA)

Werkinstructie 2015/4 (AUA) Werkinstructie 2015/4 (AUA) OPENBAAR Aan Klantdirecteuren IND cc DDMB Van Hoofddirecteur IND Datum 26 mei 2015 Kenmerk Vindplaats Informind Onderwerp Richtlijnen voor de toepassing van artikel 8 EVRM Pagina

Nadere informatie

Datum Gemeentelijke opvang illegalen 1 juli 2014 Ons kenmerk 2014/0162/LK/LvdH/IS

Datum Gemeentelijke opvang illegalen 1 juli 2014 Ons kenmerk 2014/0162/LK/LvdH/IS Zijne Excellentie mr. F. Teeven Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EX DEN HAAG Onderwerp Datum Gemeentelijke opvang illegalen 1 juli 2014 Ons kenmerk 2014/0162/LK/LvdH/IS Zeer

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:6247

ECLI:NL:RBDHA:2017:6247 ECLI:NL:RBDHA:2017:6247 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 06-06-2017 Datum publicatie 12-06-2017 Zaaknummer AWB 16/29205 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Informatieplicht van school naar ouders

Informatieplicht van school naar ouders Informatieplicht van school naar ouders Voor wie Alle informatie Beperkte informatie A Ouders die met elkaar zijn getrouwd; voor vader en moeder geldt: B Ouders die zijn gescheiden; Voor vader en moeder

Nadere informatie

Gezien de beschikking houdende de vaststelling van het rolrecht van 3 oktober 2018 met refertenummer

Gezien de beschikking houdende de vaststelling van het rolrecht van 3 oktober 2018 met refertenummer nr. 219 274 van 29 maart 2019 in de zaak RvV I In zake: Gekozen woonplaats: tegen: de Belgische staat, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel en Migratie en Administratieve Vereenvoudiging,

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den

Nadere informatie

Uitspraak /1/A2 en /1/A2

Uitspraak /1/A2 en /1/A2 Uitspraak 201707806/1/A2 en 201802043/1/A2 Datum van uitspraak: woensdag 7 november 2018 Tegen: de Belastingdienst/Toeslagen Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Geld ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:3603

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/07/2014

Datum van inontvangstneming : 25/07/2014 Datum van inontvangstneming : 25/07/2014 Vertaling C-304/14-1 Datum van indiening: 24 juni 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-304/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Upper Tribunal (Immigration and

Nadere informatie

Verblijfsrechtelijke gevolgen van. (tijdelijk) verblijf buiten Nederland

Verblijfsrechtelijke gevolgen van. (tijdelijk) verblijf buiten Nederland Verblijfsrechtelijke gevolgen van (tijdelijk) verblijf buiten Nederland B2 1 Verblijfsrechtelijke gevolgen van (tijdelijk) verblijf buiten Nederland Inleiding Militaire dienstplicht en detentie buiten

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201110635/1/V1. Datum uitspraak: 15 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BY8531

ECLI:NL:RVS:2013:BY8531 ECLI:NL:RVS:2013:BY8531 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-01-2013 Datum publicatie 16-01-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201202514/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 15221 7 juni 2013 Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 30 mei 2013, nummer WBV 2013/13, houdende

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36324 17 december 2014 Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 10 december 2014, nummer WBV 2014/33,

Nadere informatie

Werkinstructie 2018/11 (SUA)

Werkinstructie 2018/11 (SUA) Werkinstructie 2018/11 (SUA) OPENBAAR Aan Van Nummer & Titel Kenmerk Hoofdtaak Relatie met Publicatiedatum Klantdirecteuren IND cc DDMB Hoofddirecteur IND WI 2018/11 Richtlijnen voor de toepassing van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 26 732 Algehele herziening van de Vreemdelingenwet (Vreemdelingenwet 2000) Nr. 98 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter

Nadere informatie

B 19 Voortgezet verbliif 19

B 19 Voortgezet verbliif 19 B 19 Voortgezet verbliif 19 4 Voortgezet verblijf van vreemdelingen die voor verblijf bij (huwelijks-)partner of voor verruimde gezinshereniginp zijn toegelaten na verlies van de afhankeliike verblijfstitel

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=bj4...

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=bj4... Page 1 of 5 LJN: BJ4216,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-gravenhage, zittingsplaats Haarlem, AWB 08 / 17794, 08 / 17795, 08 / 17800, 08 / 17805, 08 / 17796, 08 / 17797, 08 / 17798, 08 / 7803 Datum uitspraak:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:5046 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:5046 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:5046 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 04-11-2014 Datum publicatie 16-12-2014 Zaaknummer 200.148.742-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22872 29 juli 2015 Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 21 juli 2015, nummer WBV 2015/10, houdende

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid van de behandeling van zaken betreffende personen- en familierecht MEMORIE VAN

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:16050

ECLI:NL:RBDHA:2015:16050 ECLI:NL:RBDHA:2015:16050 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 17-02-2015 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB 15/15988 en AWB 15/15989 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201110785/1/V1. Datum uitspraak: 17 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:3478

ECLI:NL:CRVB:2014:3478 ECLI:NL:CRVB:2014:3478 Uitspraak 14/5824 WWB-VV 27 oktober 2014 Centrale Raad van Beroep Voorzieningenrechter Uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening Partijen: [Verzoekster]te [woonplaats] (verzoekster)

Nadere informatie

HUMAN RIGHTS. Alternative Approaches?

HUMAN RIGHTS. Alternative Approaches? HUMAN RIGHTS Alternative Approaches? Utrecht, 3 april 2008 Peter van Krieken Toegang tot het loket Artseneed - artsenleed Samenleving v. individu 1ste generatie v. 2e generatie rechten China EVRM General

Nadere informatie

- beoordeelt of een beroep op artikel 8 EVRM een redelijke kans van slagen heeft;

- beoordeelt of een beroep op artikel 8 EVRM een redelijke kans van slagen heeft; Minimumnormen beroep op artikel 8 EVRM Inleiding Dit document bevat de normen die de advocaat in acht neemt wanneer hij: - beoordeelt of een beroep op artikel 8 EVRM een redelijke kans van slagen heeft;

Nadere informatie

uitspraak van de meervoudige kamer van 10 maart 2014 in de zaak tussen

uitspraak van de meervoudige kamer van 10 maart 2014 in de zaak tussen 10.MAA.20I4 15:45 uit: RECHTBANK DEN HAAG Zittingsplaats 's-hertogenbosch Bestuursrecht zaaknummer AWB 13/25299 uitspraak van de meervoudige kamer van 10 maart 2014 in de zaak tussen.., te Amsterdam, eiser,,

Nadere informatie

Definities van de gehanteerde termen:

Definities van de gehanteerde termen: Protocol Scheiding in school 1 Dit protocol: legt uit wie voor de wet ouder van een kind is; formuleert een aantal richtlijnen waar de school zich aan zal houden om misverstanden te voorkomen; beschrijft

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:12848

ECLI:NL:RBDHA:2014:12848 ECLI:NL:RBDHA:2014:12848 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 20-10-2014 Datum publicatie 20-10-2014 Zaaknummer AWB 14/20542 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

OUDERS IN JEUGDBESCHERMINGSPROCEDURES RECHTSBIJSTAND IN HET LICHT VAN EHRM-JURISPRUDENTIE

OUDERS IN JEUGDBESCHERMINGSPROCEDURES RECHTSBIJSTAND IN HET LICHT VAN EHRM-JURISPRUDENTIE OUDERS IN JEUGDBESCHERMINGSPROCEDURES RECHTSBIJSTAND IN HET LICHT VAN EHRM-JURISPRUDENTIE Mw. Mr. K.E. (Kristien) Hepping (k.e.hepping@uu.nl) UCERF Symposium 11 april 2017 Rechtsbijstand ouders met gezag

Nadere informatie

Resultaten van het IND-dossieronderzoek

Resultaten van het IND-dossieronderzoek Bijlage 1. Resultaten van het IND-dossieronderzoek 1. Inleiding In de kabinetsnota Privé geweld-publieke zaak, die de Minister van Justitie op 12 april 2002 naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, is aandacht

Nadere informatie

Protocol School en Scheiding, KBS De ark en de Ark van Noach

Protocol School en Scheiding, KBS De ark en de Ark van Noach Protocol School en Scheiding, KBS De ark en de Ark van Noach 1. Dit protocol: o legt uit wie voor de wet ouder van een kind is; o formuleert een aantal richtlijnen waar de school zich aan zal houden, ter

Nadere informatie

Werkinstructie 2018/6 (SUA)

Werkinstructie 2018/6 (SUA) Werkinstructie 2018/6 (SUA) OPENBAAR Aan Van Nummer & Titel Directeuren IND cc DDMB Hoofddirecteur IND WI 2018/6 Richtlijnen voor de toepassing van artikel 8 EVRM Kenmerk (digijust) Hoofdtaak Asiel / Regulier

Nadere informatie

VOORZIENINGENRECHTER VAN DE RECHTBANK DEN HAAG

VOORZIENINGENRECHTER VAN DE RECHTBANK DEN HAAG uitspraak VOORZIENINGENRECHTER VAN DE RECHTBANK DEN HAAG Bestuursrecht zaaknummer: AWB 13/19825 en 13/19823 (gemachtigde: mr. drs. T. Neijzen), en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder

Nadere informatie

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192 Rapport Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie haar klacht van 16 april 2004 over de lange duur van de behandeling

Nadere informatie

Gelijkwaardig ouderschap en co-ouderschap; belang van kind doorslaggevend

Gelijkwaardig ouderschap en co-ouderschap; belang van kind doorslaggevend Regelingen en voorzieningen CODE 7.2.3.38 Gelijkwaardig ouderschap en co-ouderschap; belang van kind doorslaggevend jurisprudentie bronnen EB, Tijdschrift voor scheidingsrecht, afl. 10 - oktober 2010 Gerechtshof

Nadere informatie

Geen huurtoeslag met kind zonder verblijfsvergunning

Geen huurtoeslag met kind zonder verblijfsvergunning Geen huurtoeslag met kind zonder verblijfsvergunning jurisprudentie bronnen ECLI:NL:RVS:2017:105, Raad van State d.d. 18.1.2017, eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:1239 Huurtoeslag. De uitzondering in artikel

Nadere informatie

Inleiding. Nederlandse personen- en familierecht. Personen- en familierecht 9

Inleiding. Nederlandse personen- en familierecht. Personen- en familierecht 9 I Inleiding Het Nederlandse personen- en familierecht Het personen- en familierecht is voornamelijk neergelegd in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Het verschaft uiteenlopende regels aan jong en

Nadere informatie

Wob en Wbp. Wob en Wbp. Basisnormen. Basisnormen Wbp. Persoonsgegevens. Persoonsgegeven. Datum Datum

Wob en Wbp. Wob en Wbp. Basisnormen. Basisnormen Wbp. Persoonsgegevens. Persoonsgegeven. Datum Datum Wob en Wbp 1 2 Wob en Wbp Basisnormen Wbp 27 oktober 2011 Stadhuis Assen Mr. dr. Aline Klingenberg Ontwikkelingen Wob Afweging tussen beide Basisnormen Wbp Verdrag van Straatsburg uit 1981, EU richtlijn

Nadere informatie

31 mei 2012 z2012-00245

31 mei 2012 z2012-00245 De Staatssecretaris van Financiën Postbus 20201 2500 EE DEN HAAG 31 mei 2012 26 maart 2012 Adviesaanvraag inzake openbaarheid WOZwaarde Geachte, Bij brief van 22 maart 2012 verzoekt u, mede namens de Minister

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 01-08-2007 Datum publicatie 07-08-2007 Zaaknummer 0600575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en familierecht

Nadere informatie

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 : * fc. Raad * vanstate 201100831/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

Protocol informatieverstrekking bij gescheiden ouders

Protocol informatieverstrekking bij gescheiden ouders Protocol informatieverstrekking bij gescheiden ouders De Groningse Schoolvereniging (hierna: GSV) is een regionale basisschool die vindt dat de zorg voor haar leerlingen voorop moet staan, waarbij onder

Nadere informatie

Werkinstructie 2015/.. (AUA)

Werkinstructie 2015/.. (AUA) Werkinstructie 2015/.. (AUA) OPENBAAR Aan Klantdirecteuren IND cc DDMB Van Hoofddirecteur IND Datum 26 mei 2015 Kenmerk Vindplaats Informind Onderwerp Richtlijnen voor de toepassing van artikel 8 EVRM

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2010:BN6381

ECLI:NL:RBSGR:2010:BN6381 ECLI:NL:RBSGR:2010:BN6381 Instantie Datum uitspraak 07-09-2010 Datum publicatie 15-09-2010 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 10/535 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

waarbij het cassatieberoep toelaatbaar wordt verklaard;

waarbij het cassatieberoep toelaatbaar wordt verklaard; RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T nr. 188.355 van 28 november 2008 in de zaak A. 185.724/XIV-29.882. In zake : 1. XXX, 2. XXX, handelend in eigen naam en als wettelijke vertegenwoordigers

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Buitenlandse pleegkinderen

Buitenlandse pleegkinderen Buitenlandse pleegkinderen Buitenlandse pleegkinderen Algemeen Adoptief-pleegkinderen Voorschriften betreffende de behandeling van verzoeken om opneming Voorschriften voor opneming en toelating Voorschriften

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:16922

ECLI:NL:RBDHA:2016:16922 ECLI:NL:RBDHA:2016:16922 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 05-08-2016 Datum publicatie 17-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 16/15687 en AWB 16/5690(vovo)

Nadere informatie

Vc 2000 B16 per 27 06 2007

Vc 2000 B16 per 27 06 2007 Vc 2000 B16 per 27 06 2007 16. Voortgezet verblijf 1. Inleiding Artikel 3.50 Vb bevat een bijzondere regeling voor het voortgezet verblijf van de vreemdeling die als minderjarige in het bezit is gesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 079 Voorstel van wet van het lid Voortman houdende vastlegging in de Vreemdelingenwet 2000 van rechten die vreemdelingen ontlenen aan de Overeenkomst

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:13446

ECLI:NL:RBDHA:2015:13446 ECLI:NL:RBDHA:2015:13446 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 08-10-2015 Datum publicatie 26-11-2015 Zaaknummer AWB 14/22398 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

De betekenis van publieke belangen voor het personen- en familierecht: de erkenning van polygame huwelijken. Katharina Boele-Woelki

De betekenis van publieke belangen voor het personen- en familierecht: de erkenning van polygame huwelijken. Katharina Boele-Woelki De betekenis van publieke belangen voor het personen- en familierecht: de erkenning van polygame huwelijken Katharina Boele-Woelki De Irakese tolk Terugtrekking van Deense troepen uit Irak Irakese tolk

Nadere informatie

De verblijfsvergunning onder de beperking voortgezet verblijf kan, tenzij hierna anders aangegeven, alleen op aanvraag worden verleend.

De verblijfsvergunning onder de beperking voortgezet verblijf kan, tenzij hierna anders aangegeven, alleen op aanvraag worden verleend. Hoofdstuk B16 - Voortgezet verblijf 1 Inleiding Artikel 3.50 Vb bevat een bijzondere regeling voor het voortgezet verblijf van de vreemdeling die als minderjarige in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning

Nadere informatie

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen.

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen. GEZAG EN VOOGDIJ WAT IS GEZAG? De wet geeft als omschrijving van gezag: de plicht en het recht om een minderjarig kind (dat is een kind jonger dan 18 jaar) te verzorgen en op te voeden. Wat betekent dit

Nadere informatie

OUDERSCHAPSPLAN II. juli 2011

OUDERSCHAPSPLAN II. juli 2011 OUDERSCHAPSPLAN II juli 2011 mr C.J.A. Snouckaert van Schauburg-Buchwaldt De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch Boers

Nadere informatie

Themamiddag formeel belastingrecht Belastingdienst & NVAB. Agenda. EHRM 15 maart

Themamiddag formeel belastingrecht Belastingdienst & NVAB. Agenda. EHRM 15 maart Themamiddag formeel belastingrecht Belastingdienst & NVAB Het horen van getuigen (EHRM 15 maart 2016, nr. 39966/09, Gillissen) Ruud Lemmen, Belastingdienst GO Maastricht Marlijn Mokveld, Wladimiroff Advocaten

Nadere informatie

De keuze van de achternaam

De keuze van de achternaam De keuze van de achternaam Ieder mens heeft een voornaam en een achternaam. Die krijgen we bij de geboorte, meestal van onze ouders. Namen zijn belangrijk. In het dagelijks leven zorgt de naam voor onderscheid

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2009:BK9140

ECLI:NL:CRVB:2009:BK9140 ECLI:NL:CRVB:2009:BK9140 Instantie Datum uitspraak 15-12-2009 Datum publicatie 14-01-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-6222 WWB Bestuursrecht

Nadere informatie

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op: Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:10326

ECLI:NL:RBDHA:2014:10326 ECLI:NL:RBDHA:2014:10326 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 20-08-2014 Zaaknummer 14/6302 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Wetgevingsadvies over het nareisbeleid

Wetgevingsadvies over het nareisbeleid Wetgevingsadvies over het nareisbeleid Het College voor de Rechten van de Mens brengt, conform zijn bevoegdheid zoals vastgelegd in artikel 5 lid 2 Wet College voor de Rechten van de Mens, hierbij een

Nadere informatie

Protocol Kind en echtscheiding

Protocol Kind en echtscheiding Protocol Kind en echtscheiding Voorwoord/inhoud Het doel van dit protocol is een handreiking te geven hoe te handelen in een situatie waarin de ouders van het kind de intentie hebben te gaan scheiden of

Nadere informatie