HOE OVERLEEFT DE SPEELOTHEEK

Transcriptie

1 HOE OVERLEEFT DE SPEELOTHEEK de transitie in de Jeugdzorg? Handreiking bij de overweging tot samenwerking met het Centrum voor Jeugd en Gezin 1

2 Colofon Tekst: Addy van Beek, Peter Vereijken, Marianne de Valck Eindredactie en layout: secretariaat VSN oktober 2013 Alles uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, overgenomen of openbaar gemaakt, maar laat het ons wel even weten en vermeld a.u.b. de bron. Vereniging Speelotheken Nederland, Beukelaan 33, 2803 SM Gouda, 2

3 Inhoudsopgave Colofon... 2 Inleiding Het sociale domein in verandering... 6 De realiteit... 6 De autonomie van elke individuele speelotheek... 6 Het bestaansrecht van speelotheken in 10 punten De rol van het CJG in de transitie van de Jeugdzorg Speelotheek: ketenpartner van het CJG... 9 Jeugdhulp, burgerkracht en speelotheek... 9 CJG en speelotheek Van exploitatiesubsidie naar resultaat gedreven ketenpartner Plan van Aanpak beleidsvorming gericht op CJG-partnerschap Bijlage 1 Het bestaansrecht van speelotheken in 10 punten Bijlage 2 Conceptbrief Bijlage 3 Interview Interview met Addy van Beek, coördinator CJG Veldhoven

4 Inleiding In Nederland vinden anno 2013 grootschalige veranderingsprocessen plaats, zoals transitie Jeugdzorg met CJG, transitie AWBZ - WMO, participatiewet, passend onderwijs, bezuinigingen... Deze veranderingen worden ingezet vanuit de regering in Den Haag, maar zullen in elke gemeente merkbaar zijn of worden. Daarbovenop zullen de gemeenteraadsverkiezingen op 19 maart 2014 in veel gevallen zorgen voor een nieuw lokaal beleid. De kans dat er een andere coalitie komt is aanwezig. De kans dat het nieuwe college van B&W een nieuw subsidiebeleid gaat voeren bestaat ook. De speelotheek moet gezien deze schuivende panelen haar beleidsplan opnieuw aanpassen of maken. Dit is geen lichte taak, wel een uitdaging. De speelotheek wil immers ook na maart 2014 een maatschappelijk verantwoorde onderneming zijn. Én de speelotheek kan een belangrijke speler zijn (of worden) in het gemeentelijke netwerk rondom kind en gezin, de pedagogische civil society 1! Transitie in de Jeugdzorg De komende jaren zullen grote veranderingen in de Jeugdzorg plaatsvinden. De gemeente krijgt de centrale rol van bepalende en betalende regisseur. Deze transitie vindt plaats op het moment dat iedere Nederlandse gemeente ook flink moet bezuinigen. Iedere uitgave en subsidie wordt tegen het licht gehouden. Gebruikelijke exploitatiesubsidies of gunstige huurvoorwaarden kunnen daardoor gemakkelijk komen te vervallen. Iedere instelling, organisatie of vereniging zal worden aangesproken op haar maatschappelijke meerwaarde en de bijdrage van haar activiteiten. Ook de individuele burger ontkomt niet aan de veranderingen. Hij of zij moet voor zichzelf zorgen, in samenwerking met zijn directe omgeving, familie of buurt. Alle Nederlanders samen vormen een pedagogische civil society. Ook aan de speelotheek zal de vraag gesteld worden: Wat kan de maatschappij van u verwachten? Kansen voor de speelotheek De speelotheek vervult naar onze mening een herkenbare rol in de ontwikkeling van kinderen. Spel en spelen zijn essentieel. Gezinnen, zeker met een smalle beurs, zijn geholpen met goed speelgoed en goede informatie erover. De speelotheek heeft contact met ouders en de medewerkers weten wat er leeft. Het Centrum voor jeugd en Gezin (CJG) bestaat uit allerlei samenwerkende partners, die samen een zorgzame keten vormen. De speelotheek is mogelijk een passende ketenpartner. De dienstverlening van de speelotheek heeft een maatschappelijke waarde. Per speelotheek zal dat verschillen, maar in zijn algemeenheid is het belang substantieel. Die maatschappelijke relevantie kan er toe leiden dat de speelotheek in aanmerking komt voor specifieke subsidies of middelen. Ketenpartner van CJG zijn of worden is geen doel op zich, maar kan een middel zijn om de visie, ambities en doelstelling van de speelotheek ook in de toekomst waar te kunnen maken. Samenwerken met de professionals van het CJG en ieder vanuit een eigen taak en verantwoordelijkheid bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen en ondersteunen van gezinnen, is prachtig werk en wie weet, iets voor jullie speelotheek! 1 Pedagogische civil society: gemeenschappelijke activiteiten van burgers rondom het grootbrengen van kinderen (Nederlands Jeugdinstituut, 4

5 Handreiking In het licht van de hierboven beschreven ontwikkelingen publiceert de VSN een tweetal handreikingen. Deze sluiten aan bij het jaarthema Hoe overleeft de speelotheek? Eén handreiking richt zich op de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen op 19 maart 2014 de andere gaat over de mogelijkheden tot samenwerking met het CJG. Met deze handreiking wil de VSN de lokale speelotheken bij de hand nemen in het afwegingsproces om eventueel ketenpartner van het gemeentelijk CJG te worden. Het lezen van deze handreiking zal mogelijk tot overwegingen leiden: gaan we wel of geen nieuw beleidsplan schrijven, wel of niet de ambitie koesteren om ketenpartner van CJG te worden, wel of niet deze weg in slaan om de speelotheek toekomstbestendig te maken voor het geval sponsor- en subsidiegelden verder afnemen. Nadrukkelijk wil het VSN-bestuur de speelotheek nergens toe verplichten. Het is een vrije keuze, maar we willen een jullie stimuleren na te denken over de strategie voor de komende jaren en ondersteunen in het maken van die eigen keuzes. We wensen u veel succes! De VSN hoort graag van de plannen en acties van haar leden. Ervaringen van speelotheken is informatie die we kunnen gebruiken om andere leden te informeren en om voorbeelden van activiteiten te presenteren. We spreken de wens uit dat door deze handreiking speelotheken zich bewust worden van de mogelijkheden die er liggen op het gebied van samenwerking met het CJG en het mag bijdragen aan de vorming van een vooruitziende blik naar Bestuur Vereniging Speelotheken Nederland oktober

6 1 Het sociale domein in verandering De afgelopen periode ondervonden en komende periode ondervinden de speelotheken veranderingen met betrekking tot hun bedrijfsvoering. Ze hebben minder geld te besteden door vermindering van sponsoring, bezuinigingen op subsidies, verdwijnen van indirecte subsidies in de vorm van lage of geen huur terwijl de exploitatiekosten voor speelotheken alsmaar blijven stijgen. Sponsors vinden wordt moeilijker en de voorwaarden om subsidie te krijgen veranderen en verslechteren. Gemeenten moeten bezuinigen en daarbij wordt het werk van de speelotheek lang niet altijd aangemerkt als een gemeentelijke kern, als de focus ligt op speelgoed of uitlenen. De oude statuten passen niet meer bij de moderne subsidie-intenties: bijv. ondersteuning van de maatschappelijke structuurvisie van de gemeente door onderdeel of samenwerkingspartner van centrum voor jeugd en gezin (CJG) te zijn, of door aantoonbare bijdrage te leveren aan pedagogische civil society, die op wijkniveau ontwikkeld wordt. De speelotheek organisatie moet veelal nog leren om het wezen, de oorsprong, de kern en doelen van de speelotheek te vertalen naar het nieuwe maatschappelijke gemeentelijke jargon. De realiteit Speelotheekmensen, bescheiden in hun doen en laten, zijn vaak niet gewend om meteen vooraan te staan en een substantiële rol op te eisen. Veel speelotheken kampen met een bedrijfsvoering die onder druk staat en die ertoe leidt dat besturen voor grote dilemma s komen te staan: wel of niet doorgaan, naar een andere pand verhuizen dat goedkoper is, maar minder makkelijk bereikbaar en laagdrempelig is omdat het buiten de wijk ligt, verminderen van de openingsuren. De speelotheek kan daardoor vaak ook minder continuïteit bieden, omdat de wegvallende sponsoring en of subsidie niet gecompenseerd kan worden door hogere leenbedragen en of meer lidmaatschappen. Zeker wanneer men denkt dat de doelgroep in deze tijd dergelijke verhoging niet kan of wil betalen. Met beperkte middelen wordt de bedrijfsvoering gerealiseerd en daardoor zijn er niet of nauwelijks middelen en tijd vrij te maken om beleid te ontwikkelen en de gewenste dan wel noodzakelijke veranderingen, veelal versoberingen adequaat door te voeren. Het kan misschien anders. De autonomie van elke individuele speelotheek De Vereniging Speelotheken Nederland ziet iedere speelotheek als een onafhankelijke en zelfstandige organisatie die zelf het hoe en wat bepaalt. Op basis van ambities, visies, onderlinge betrokkenheid en idealen zijn de speelotheken opgericht, passend in het tijdsbeeld van toen. De vraag is: Past dat nog steeds en krijg je de exploitatie rond? Als de speelotheek op deze vraag een positief antwoord kan geven is het devies: houd dit verworven evenwicht vast, maar houd wel de blik gericht op de toekomst. Vragen de bestuursleden en uitleenmedewerkers zich wel eens af of de speelotheek nog wel toekomstbestendig is, dan kan deze handleiding een hulpmiddel zijn in het proces van beleidsvorming. De tijd vraagt om een pedagogische civil society, die uitgaat van wijkgebonden laagdrempelige voorzieningen op basis van burgerkracht en burgerinitiatieven en waarbij professionals van CJG en vrijwilligers van de speelotheek als ketenpartners samenwerken. 6

7 Het bestaansrecht van speelotheken in 10 punten In onderstaande punten verwoorden we het bestaansrecht van de speelotheek. Besef hierdoor hoe sterk de speelotheek staat in de keten van kindzorg. Kinderen hebben recht op spelen Een speelotheek draagt bij aan goed spelen Ouders kunnen bij de speelotheek terecht voor informatie over spel en speelgoed In de speelotheek is speelgoed meer dan een commercieel product Een speelotheek is een ontmoetingsplaats voor ouders met kinderen onder de 4 jaar De speelotheek is er voor iedereen, ook voor mensen met een beperking Voor basisschoolkinderen met een achterstand heeft de speelotheek materiaal beschikbaar De speelotheek draagt bij aan een duurzaam gebruik en hergebruik van spelmateriaal De speelotheek levert kwaliteit op materieel en dienstbaar gebied Een speelotheek is een bewonersbindende organisatie Lees meer: Een uitwerking van bovenstaande punten (Bijlage 1 Pag 14) 2 De rol van het CJG in de transitie van de Jeugdzorg De 408 gemeenten in ons land moeten deze transitie van de Jeugdzorg realiseren. Richting, inhoud en tijdspad liggen vast. De meeste gemeenten in Nederland zijn te klein om dit proces geheel alleen te doen. Ze moeten van het kabinet Rutte intensief samenwerken met buurgemeenten. Dit maakt het proces vaak niet eenvoudiger, maar de risico s zijn anders te groot. In dat proces speelt het CJG een cruciale rol. De vorming ervan kan echter per gemeente verschillen. Soms heet het anders, soms is er geen coördinator maar juist een manager, soms zijn de functionarissen in dienst van de gemeente in plaats van afzonderlijke instellingen. Ook de doelstelling, visie en werkwijze kunnen per gemeente enigszins van elkaar afwijken, maar deze verschillen zijn kleiner dan in naam en organisatiestructuur. Het CJG hanteert als uitvoerder van de lokale jeugdzorg in zijn algemeenheid bijna overal deze onderstaande uitgangspunten voor het opstellen van een toekomstig (functioneel) model. Het is een prachtige kans voor de kwalitatief hoogwaardige speelotheek om voor elk kind in jullie gemeente ketenpartner van het CJG te (willen) worden. Nu is de tijd om de eigen visie te bepalen; het ideaal te vertalen in ambities en een plan van aanpak en deze om te zetten in een vernieuwde uitvoering. We beschrijven hieronder de uitgangspunten naast de invulling waarmee de speelotheken kunnen inspelen op deze punten. 1. Ouders zijn en blijven primair verantwoordelijk voor het opgroeien en de opvoeding van hun kinderen. Dit vraagt een constante inspanning van ouders. Ouders hebben daarom behoefte aan derden die hen en hun kinderen laagdrempelig ondersteunen bij opvoeden ontwikkelingsvragen. Dichtbij en vertrouwde adviezen, waarmee ze zelf een volgende keer uit de voeten kunnen of praktisch met spel en speelgoed waarmee zij hun kind een rijke ontwikkelomgeving kunnen aanbieden. 7

8 2. De samenleving heeft een inspanningsverplichting om ouders aan te spreken op hun verantwoordelijkheid en helpt daarbij. Ouders vragen niet om een waardeoordeel, maar betrokken en kundige professionals en vrijwilligers, die kunnen attenderen, adviseren, informeren en ook praktisch van dienst zijn (uitleen speelgoed, oudercursus). 3. De leefomgeving van het kind (wijk, school, vrije tijd) is het fundament bij het opgroeien en de ontwikkeling van kinderen. De speelotheek is bijna altijd thuisnabij. Spel en spelen is een belangrijk fundament in de ontwikkeling. Door kinderen gevarieerd speelgoed aan te bieden en ouders passende informatie en begrijpelijke uitleg te geven, stijgt het spelniveau van de kinderen 4. De nadruk ligt op normaliseren en niet op problematiseren. Door kinderen goed speelgoed en spel al vroeg en op een goede wijze aan te bieden, worden problemen voorkomen. Spelen is normaal en hoort bij het leven zoals eten en slapen. 5. Opvoeden is normatief (gebonden aan normen), bij risico s wordt ingegrepen. Door de speelotheek worden ouders geholpen bij het voorkomen van problemen. Hierdoor draagt de speelotheek ook wat bij aan het voorkomen van hulpverlening en daarom onnodige labeling en veroordeling van ouders en gezinnen met vragen en of problemen. 6. Hulp die geboden wordt, is gericht op herstel van het normale leven van kind en gezin. De speelotheek levert met spel en spelen een bijdrage aan het normale leven van het kind en daarmee van het gezin. Goed en divers spel en speelgoed, dragen bij aan voorkomen van mogelijke problemen en snel herstel, zeker als ouders een goede voorlichting en uitleg er bij krijgen. 7. Ondersteuning moet gericht zijn op het versterken van de eigen kracht en die van de omgeving (familie, wijk, school). De steun die de speelotheek biedt, is in zekere zin beperkt, maar wel cruciaal, want spelen is een van de belangrijkste ontwikkelingselementen van ieder kind. Spel en spelen gebeuren in de eigen omgeving van het kind. Gebruik maken van de speelotheek kan eenvoudig, zonder vooroordelen of negatief imago. Het tegendeel is ook waar. Spel en speelgoed leggen de verbinding tussen alle leefwerelden van het kind, want het kind speelt overal. 8. Hulp wordt ingeroepen in de natuurlijke leefomgeving, het kind wordt niet doorverwezen. De speelotheek als ketenpartner van het CJG kan zowel vindplaats (daar komen de kinderen en hun ouders) als werkplek zijn voor de professionals van het CJG. De speelotheek is een makkelijke plaats om te ontmoeten. Soms rechtstreeks, ook kan het via de tussenkomst van de speelotheek-medewerkers. 9. Eén kind, één gezin, één plan, één coördinator. In de toekomst is het credo: geen zware hulp als het met lichte hulp kan, liever preventie dan hulp, beter voorkomen dan genezen, voorkeur voor op oplossing door het gezin zelf met behulp van het eigen sociale netwerk van familie, buurt en vrienden in plaats van professionals. De speelotheek kan een belangrijk onderdeel van de keten zijn, dichtbij het gezin, als onderdeel van de natuurlijke pedagogische civil society in de eigen wijk. Lees meer: Spelen ondergesneeuwd door reorganisatie jeugdzorg ( ) 8

9 3 Speelotheek: ketenpartner van het CJG Alle jeugdigen in Nederland moeten gezond en veilig opgroeien, hun talenten ontwikkelen en naar vermogen meedoen. Ouders zijn hiervoor eerst verantwoordelijk. De overheid komt in beeld als dit niet vanzelf gaat. Dan moet het jeugdstelsel snel, goed en op maat functioneren. Om te komen tot een effectievere werking hiervan wordt per 1 januari 2015 een stelselherziening door het Kabinet doorgevoerd. In het nieuwe stelsel krijgt de gemeente de verantwoordelijkheid voor alle vormen van jeugdhulp (inclusief specialistische hulp zoals jeugd-ggz, jeugd-vb en gesloten jeugdhulp in het kader van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen) en de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. Deze verantwoordelijkheid wordt in het wetsvoorstel vormgegeven als een zorgplicht van gemeenten: de zogenaamde jeugdhulpplicht. De gemeente wordt verantwoordelijk voor een kwalitatief en kwantitatief toereikend aanbod van de verschillende vormen van jeugdhulp en zorgt ervoor dat ieder kind, dat een vorm van jeugdhulp nodig heeft, deze daadwerkelijk krijgt. Jeugdhulp, burgerkracht en speelotheek De meeste gemeenten beschikken over een kwalitatief en kwantitatief toereikend aanbod van de verschillende vormen van jeugdhulp waarbij geregeld is dat ieder kind dat een vorm van jeugdhulp nodig heeft, deze daadwerkelijk krijgt. Bij de verdeling van zorg worden een aantal uitgangspunten gehanteerd waarop speelotheken bijzonder goed aansluiten. We beschrijven hieronder deze uitgangspunten met de invulling zoals de speelotheek aan deze punten geeft. Adequate ondersteuning en zorg aan kwetsbare gezinnen/huishoudens één kind één gezin één plan één hulpverlener Als speelotheek werken jullie al jaren vanuit de visie dat spelen is niet voorbehouden aan het kind, maar een gezinsproces is, waarbij spel en spelen bijdraagt aan de ontwikkeling van het kind in zijn natuurlijke omgeving. Door te spelen ontwikkelen kinderen beter, harmonischer en worden problemen wellicht voorkomen. Zorg en ondersteuning dicht bij huis Als speelotheken zijn jullie van en voor de burgers; leden en participanten. Vindplaatsen van gezinnen of potentiële hulpvragers zijn tevens ook werkplaatsen Als speelotheek zijn jullie bij uitstek de plaats waar je ouders kunt ontmoeten. Niet alleen de medewerkers van de speelotheek ontmoeten deze ouders, maar eventueel ook de medewerkers van het CJG, de buurtwerkster, de schoolmaatschappelijk werker of de medewerker van het consultatiebureau. Meer vanuit de eigen kracht van de burger Speelotheken zijn door eigen kracht en op het initiatief van de burgers onstaan. Ook de exploitatie van een speelotheek ligt in handen van de vaak vrijwillige medewerkers. Eigen kracht is dan ook het wezenskenmerk, de kern van het ontstaan en de werking van speelotheken. Spelen is ontdekken en dat is bij uitstek ook een element van eigen kracht in een natuurlijk ontwikkelproces. 9

10 Meer activering tot deelname aan werk, maatschappij, school Bij de speelotheek is dit onvoorwaardelijk van toepassing. Met spel en spelen legt de speelotheek voor het kind en zijn gezin ook een verbinding met allerlei andere aspecten van het maatschappelijke domein. De speelotheek is de plek die mensen stimuleert tot zelf doen, als vrijwilligers, als stagiaire, als werkervaring. Zoveel mogelijk lichte hulp en meer preventie Spel, spelen en speelgoed zijn bij uitstek lichte hulp en preventie. Binnen speelotheken werken geschoolde en betrokken functionarissen/veelal deskundige vrijwilligers. Meer normaliseren, minder problematiseren Speelotheken bieden daartoe een unieke kans en zijn daarbij ook nog eens goedkoop, zeker voor de mensen die het toch al niet te breed hebben. CJG en speelotheek Het CJG vervult na de transitie van de Jeugdzorg een centrale rol in het brede spectrum van de lokale Jeugdzorg. CJG is geen institutionele organisatie, maar een netwerkorganisatie bestaande uit hulpverleners die bij allerlei verschillende instellingen/organisaties werken. Dus het kennis- en informatieniveau is ook zeer divers. Een ding hebben ze gemeen: gebrek aan kennis over speelotheken - spel - spelen - spel/spelen als ontwikkelingsinstrument. Het CJG in ontwikkeling is op zoek naar netwerkverbanden. Meestal kent het CJG wel goed de professionele, curatieve organisaties/instellingen, maar veel minder de (amateur, vrijwilligers) verengingen/organisaties op het terrein van preventieve jeugd, zorg en welzijn, zoals speelotheken, scouting, Jong Nederland, enz. De speelotheek is qua doelstelling, aard en werking bij uitstek een ketenpartner van het CJG. In het overleg met de plaatselijke CJG hoeft de speelotheek niet bij aanvang de intentie te hebben om de ketenpartner te worden. Het is zeker goed om elkaar te kennen, te weten wat speelotheek en CJG elkaar te bieden hebben. Zowel de speelotheek als het CJG hebben belang bij een goede samenwerking. De speelotheek heeft het CJG veel te bieden. Spelen is preventie in het geheel van de zorgketen rondom kind en gezin. Vanuit dit gezichtspunt zullen speelotheek en CJG elkaar vinden. De speelotheek is een springplank voor het CJG om vanuit een professioneel kader in het informele circuit terecht te komen en daarmee contact te krijgen. Het CJG kan via de speelotheek bekendheid verwerven onder ouders én bekendheid geven aan het belang van spelen en de speelotheek via de website en de contacten met ketenpartners zoals het consultatiebureau, Jeugdzorg, GGD, GGZ, MEE etc. In speelotheek kunnen collegae in de keten van pedagogische civil society elkaar ontmoeten en samenwerken. De speelotheek biedt praktische mogelijkheden voor het organiseren van een workshop voor ouders of partners uit de keten. 10

11 4 Van exploitatiesubsidie naar resultaat gedreven ketenpartner In veel gemeenten wordt bezuinigd op subsidies. Mogelijk ook op de subsidie voor jullie speelotheek. Ketenpartner van het CJG worden, betekent NIET dat daarmee de exploitatiesubsidie, een subsidie om-niet of een à fonds perdu 2 subsidie vervangen wordt of gehandhaafd blijft. Ketenpartner van CJG zijn betekent een bepaalde maatschappelijke waarde vertegenwoordigen, die indien dat hard gemaakt kan worden, kan leiden tot doeluitkeringen of financiering van scholing en opleiding of subsidiëring van lidmaatschappen voor doelgroepen. De speelotheek, als ketenpartner van de CJG, levert diensten die waardevol voor de maatschappij zijn. Die waarde kan als maatwerk omgezet worden in financiering van die diensten. Veel speelotheken bevinden zich in veranderingen die te maken hebben met hun bedrijfsvoering en/of financiële situatie. Gemeenten moeten bezuinigen en daarbij wordt het werk van de speelotheek vaak niet aangemerkt als een gemeentelijke kernwaarde. Een speelotheek die haar focus alleen legt op speelgoed of uitlenen vindt moeilijk aansluiting bij moderne subsidievoorwaarden. Het verdient aanbeveling oude statuten te vertalen naar het nieuwe jargon en zo voor de speelotheek een nieuwe, meer substantiële rol opeisen. Daarbij blijft de kerntaak Het uitlenen van speelgoed dat past bij de ontwikkeling van het kind uiteraard wel overeind! Van: De speelotheek is een uitleeninstantie voor kinderen van 0 tot 12 jaar naar: De speelotheek is onderdeel of samenwerkingspartner van het CJG of De speelotheek is onderdeel van de pedagogische civil society Plan van Aanpak beleidsvorming gericht op CJG-partnerschap In deze handleiding las u een aantal argumenten en elementen, die jullie in de afwegingen mee kunnen nemen. Argumenten, die van belang kunnen zijn in contact met de beleidsmedewerkers van het CJG. Onderstaand een summier concept van een opzet voor een plan van aanpak met daarop volgend een overzicht van mogelijke doorlooptijden. I. Stel een beleidsplan op: Speelotheek anno Verwerk onderstaande punten en maak hierbij gebruik van de informatie uit de eerdere paragrafen in deze handreiking a. Samenwerking bij zorg voor de jeugd: welke rol en afstemming zou er kunnen plaatsvinden tussen CJG en de speelotheek om bijvoorbeeld de signalerings- of preventiefunctie van CJG d.m.v. jullie speelotheek te versterken? b. Samenhang in het jeugdbeleid: jullie speelotheek als ketenpartner van/binnen het CJG. Wat is/wordt de nieuwe rol voor jullie (als) speelotheek? c. Samenhang met onderwijs: is er voldoende betrokkenheid vanuit het onderwijs voor de speelotheek bij bijvoorbeeld spel- en speelontwikkeling van kinderen binnen en buiten de school en thuis? 2 '' à fonds perdu'' :gestort zonder uitzicht op vergoeding of terug betaling, met afstand van kapitaal 11

12 d. Samenwerking met andere vergelijkbare organisaties, zoals speeltuinvereniging, scouting, enz.: ook zij vervullen een rol in de ontwikkeling van kinderen. Samen maken jullie het tableau als mogelijke ketenpartners CJG compleet. Samen is jullie aandeel zichtbaarder, overzichtelijker en het is herkenbaarder en makkelijker voor professionele organisaties om zich te verhouden met vrijwilligersorganisaties als partner. e. Stage- en werkervaringsplaatsen: jullie speelotheek kan een belangrijke rol vervullen in het proces van participatie en arbeidstoeleiding. Het mes snijdt dan aan beide zijden. Versterken van eigen (burger)kracht en (re-)integratie. f. Hoe wordt deze samenwerking tussen professionele en vrijwilligersorganisaties rondom de ontwikkelingen van kinderen op gemeentelijk niveau vormgegeven? - Ga eerst eens met een jullie bekende functionaris of de coördinator van het CJG in gesprek Zie bijlage 2 (Pagina 16) voor een conceptbrief tbv van het leggen van een eerste contact - Maak gebruik van het, op te vragen of in jullie bezit zijnde, beleidsplan CJG. - Maak gebruik van de, op te vragen of in jullie bezit zijnde, gemeentelijke beleidsplannen - Bekijk recente krantenberichten over transitie jeugdzorg, CJG, AWBZ-WMO, LEA. - Probeer een journalist voor jullie onderwerp te interesseren. - Organiseer zelf een themabijeenkomst of een debat voor leden, klanten, ouders, belangstellenden. - Schakel de VSN in als een soort 2 de lezer of vraag om advies als je dreigt vast te lopen. - Blijf met wat jullie als speelotheek opschrijven wel dicht bij jezelf. Het moet passen en goed aanvoelen. Het kan nog zo belangrijk zijn, maar als het niet past, werkt het niet. I. Bespreek dit beleidsplan met de coördinator of functionaris van het CJG. - Stuur jullie beleidsplan vooraf toe. - Vraag om reactie en of dit beleidsplan een basis voor samenwerking zou kunnen vormen. - Stel het beleidsplan naar aanleiding van het gesprek bij en stuur het weer op/mail het naar de coördinator CJG. II. Bespreek dit beleidsplan met de gemeente - Download de meeste recente verslagen van LEA 3 ) bijeenkomsten. - Bekijk en beoordeel het betreffende gemeentelijk beleidsplan en eventueel de (belangrijkste) verkiezingsprogramma s en verwerk die in jullie strategie. III. Maak een implementatieplan. - Speelotheek qua organisatie aanpassen. - Speelotheek fysiek aanpassen. - PR campagne ontwikkelen en uitvoeren. IV. School de medewerkers op hun taak als ketenpartner van het CJG. - Scholing gericht op de speelotheek medewerkers. - Scholing gericht op de CJG ketenpartners. 3 LEA: Lokale Educatieve Agenda 12

13 Stroomdiagram/planning/doorlooptijden September 2013 Oktober November December Opstellen beleidsplan Plan bespreken met CJG-coördinatie Plan bespreken met de gemeente Implementatieplan maken Speelotheek aanpassen PR-campagne Scholing en opleiding medewerkers speelotheek Bijscholing van CJG-ers (indien gewenst/gevraagd) 13

14 Bijlage 1 Het bestaansrecht van speelotheken in 10 punten 1. Kinderen hebben recht op spelen Nederland ondertekende de rechten van het kind, zoals geformuleerd door de Verenigde Naties in 1979 en verplichtte zich daarmee tot het mogelijk maken van spelen door voorzieningen mogelijk te maken. Een speelotheek is bij uitstek een voorziening waarmee een gemeente vorm kan geven aan kindgericht beleid. Zoals de realisering van speelterreinen hoort bij haar taak om buiten spelen mogelijk te maken, zo is het de intentie van een speelotheek om spelen binnen en buitenshuis, in de kinderopvang, onderwijs en bij kindgerichte organisaties te ondersteunen. 2. Een speelotheek draagt bij aan goed spelen Een speelotheek kan een belangrijke bijdrage leveren aan het speelpeil. Uit onderzoek 4 blijkt dat kinderen spelen met steeds minder concentratie en minder inventiviteit. Oorzaken hiervan kunnen zijn: het aanbod van beperkt en bepaald speelgoed, geringe betrokkenheid of kennis van ouders bij speelgoedkeuze en het enorme aanbod van speelgoed in verschillende pedagogische kwaliteiten. Een speelotheek helpt bij het maken van een verantwoorde keuze, zij doet dit zonder voor te schrijven en zonder commerciële belangen. 3. Ouders kunnen bij de speelotheek terecht voor informatie over spel en speelgoed Een speelotheek is een laagdrempelige organisatie. Alle ouders zijn welkom, samen met hun kinderen. Een speelotheek schrijft niet voor. De doelstelling van een speelotheek is gericht op het mogelijk maken van goed spelen door een verantwoord aanbod van speelgoed. Door speelgoed te kiezen en uit te proberen krijgen ouders informatie over ontwikkelingsfase, interesse en mogelijkheden voor hun kind. Dit vergroot hun aandacht en inzet voor kinderen. Internationaal onderzoek 5 toonde aan dat Nederlandse volwassen begeleiders van kinderen onvoldoende scoren op interactieve vaardigheden. Dit zijn vaardigheden die we inzetten bij het herkennen en ondersteunen van interesses en individuele mogelijkheden van kinderen. In de ons omringende landen scoorden begeleiders van kinderen beduidend beter op deze interactieve vaardigheden. 4. In de speelotheek is speelgoed meer dan een commercieel product Verantwoord speelgoed kan bijdragen aan goed spelen en daarmee ontwikkelingskansen creëren. Onafhankelijke informatie over speelse mogelijkheden maakt het mogelijk goed spelen te stimuleren zonder commercieel oogmerk. De criteria waaraan speelgoed voor speelotheek moet voldoen zijn gericht op verantwoord gemaakt, verantwoord gegeven en verantwoord gebruikt. Door te lenen kunnen ouders/begeleiders hun kennis van en ervaring met spelmaterialen vergroten. Zo leren ze bijvoorbeeld verschillende constructiesystemen kennen, en doen zij 4 Concentratie: Elly Singer, Universiteit Utrecht, Sociale interactie: Louise Berkhout, Universiteit Groningen, Taalontwikkeling: Sieneke Goorhuis Brouwer, Universiteit Groningen 5 NCKO- onderzoek Kohnstamm Instituut - Universiteit van Amsterdam 14

15 ervaring op met verschillende spelvaardigheden. Hiermee kunnen zij beter herkennen waaraan een kind toe is, wat past bij zijn of haar interesse. 5. Een speelotheek is een ontmoetingsplaats voor ouders met kinderen onder de 4 jaar Voor gezinnen met kinderen jonger dan 4 jaar is het ontmoeten van andere gezinnen niet altijd gemakkelijk en vanzelfsprekend. Zijn er moeilijkheden in de opvoeding, dan is leggen van contact met mensen of organisaties die ondersteuning kunnen bieden, niet voor elk gezin vanzelfsprekend. Een speelotheek vormt een belangrijke ontmoetingsplaats voor (jonge) ouders met kinderen onder de 4 jaar. In samenwerking met kindgerichte organisaties kan de speelotheek een rol spelen bij doeltreffende informatie of doorverwijzing. Samenwerking met een speelotheek is belangrijk voor bijvoorbeeld (brede) scholen, opvoedbureaus, kinderopvangorganisaties, CJG s, bibliotheken en buurt-clubhuiswerk. 6. De speelotheek is er voor iedereen, ook voor mensen met een beperking Goed spelen is extra belangrijk voor kinderen met een beperking, psycho-geriatrische patiënten, ouderen en speciale doelgroepen waarvoor passend aanbod nodig is. Een speelotheek kan het aanbod afstemmen op speciale doelgroepen waarmee gebruik en aanschaf gedeeld kunnen worden als specifieke informatie beschikbaar komt. Bijvoorbeeld aangepast speelgoed voor kinderen met een specifieke achterstand of beperking; puzzels voor ouderen of speelgoed voor kinderen met bovengemiddelde intelligentie. 7. Voor basisschoolkinderen met een achterstand heeft de speelotheek materiaal beschikbaar Er is steeds meer aandacht voor kinderen met een ontwikkelingsachterstand. Voorbeelden hiervan zijn: achterstanden in motoriek en taalvaardigheden; achterstanden in selectieve vermogens (nodig voor rekenen/ selecteren) en angststoornissen. Deze achterstanden worden vaak opgelopen in de voor-en-naschoolse situatie, dus in de periode waarin kinderen spelen. Aandacht voor activiteiten voor deze periode kan achterstanden voorkomen of leiden tot vroegtijdige signalering. De speelotheek kan bijdragen aan een grotere betrokkenheid van ouders voor kinderen, door ouders en kinderen in staat te stellen op een goede manier interesses te herkennen en te ontwikkelen. 8. De speelotheek draagt bij aan een duurzaam gebruik en hergebruik van spelmateriaal Spelmateriaal is zowel voor ouders als kindgerichte organisaties duur in aanschaf, heeft een korte gebruikswaarde per kind en kan bepaald zijn door activiteit of seizoen. Lenen bij een speelotheek werkt kostenbesparend. Mensen kunnen daarnaast op ideologische gronden kiezen voor speelgoed delen in plaats van zelf aanschaffen. Een collectieve speelgoedcollectie biedt bovendien mogelijkheden om het aanbod te verrijken met bijzonder spelmateriaal. Zo kan een speelotheek bijvoorbeeld themakisten aanbieden voor 15

16 kinderopvang, peuterspeelzalen, (brede) scholen en speciale gelegenheden in gezinnen (kinderfeest). De speelotheek kan ook voorzien in een assortiment aan groot spelmateriaal, geschikt voor buurthuizen en verenigingen. Ook kan ze bijzondere (aangepaste) materialen uitlenen aan speciale doelgroepen in een grotere regio. Door samenwerking met kindgerichte organisaties kunnen speelotheken functioneren als centraal depot, met uitleenmogelijkheden aan bijvoorbeeld wachtkamer-houders. 9. De speelotheek levert kwaliteit op materieel en dienstbaar gebied De speelotheek in uw gemeente is aangesloten bij de Vereniging van Speelothe ken Nederland. Deze vereniging streeft ernaar dat haar leden kwaliteit in organisatie en aanbod behalen en behouden. De aangesloten leden hebben ingestemd met de intentie om de uitgegeven kwaliteitskenmerken te volgen. Onderdelen hiervan zijn: het maken van draaiboeken voor organisatie, aanschafbeleid en samenwerkingsdoelen. Zo wordt binnen de vrijwilligersorganisatie speelotheek een structureel beleid gerealiseerd. 10. Een speelotheek is een bewonersbindende organisatie Een speelotheek is gericht op buurt en/of regio. In een speelotheek werken buurtbewoners met en voor elkaar. Speelotheken geven een buurt, gemeente of regio binding. Niet voor niets steunde het Oranjefonds speelotheken met een speciale subsidie in 2012 en

17 Bijlage 2 Conceptbrief Aan: coördinator Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG0) Naam CJG gemeente [ naam ] Naam coördinator CJG [ naam ] Postbus [ nummer ] Postcode [ xxxx xx ], gemeente [ naam ] Gemeente [ naam ], [ dag-maand-2013 ] Geachte coördinator CJG (achternaam, beste voornaam, Speelotheek [ naam ] bestaat al sinds [ jaar ] en heeft de afgelopen jaren een maatschappelijke functie vervuld op het terrein van uitleen advies voorlichting op het terrein van spel spelen speelgoed. Met onze doelstelling richt de speelotheek op het kind en zijn gezin. De speelotheek is een vertrouwde plaats waar onze geschoolde en betrokken medewerkers kinderen en hun ouders ontmoeten: vrij, open, vertrouwd en deskundig! De medewerkers bieden speelgoed, advies en informatie aan afgestemd op het ontwikkelingsniveau van het betreffende kind en ondersteunen ouders desgewenst op maat daarin. Speelotheek [ naam ] heeft kennis genomen van uw CJG. We hebben respect en waardering voor uw werk. Graag zouden wij met u nader kennismaken. In die kennismaking zouden wij graag met u van gedachten wisselen over de eventuele mogelijkheden om als speelotheek ketenpartner van het CJG te worden. Kijkend naar de uitgangspunten van een CJG: één kind, één gezin, één plan, één aanpak en dat zoveel mogelijk vanuit eigen kracht en eigen sociale netwerk thuisnabij en wijkgebonden, menen wij te stellen dat onze speelotheek zowel vindplaats als werkplaats van het CJG kan zijn en onze medewerkers onderdeel van de ketenbenadering zouden kunnen zijn. U bemerkt, naar alle waarschijnlijkheid, onze voorzichtigheid en lichte schroom. Speelotheek [ naam ] wil zich namelijk niet opdringen, maar onze maatschappelijke betrokkenheid enthousiasmeert ons wel om onze ambities bij u kenbaar te maken. Hopelijk bent u bereid om eens met ons in contact te komen om de mogelijkheden en voorwaarden te verkennen. Wij kijken dan ook met veel belangstelling uit naar uw reactie. Met vriendelijke groet, [ naam ], bestuur speelotheek [ naam ], [ adres, mailadres en telefoonnummer ] 17

18 Bijlage 3 Interview Interview met Addy van Beek, coördinator CJG Veldhoven Door Peter Vereijken, voorzitter Vereniging Speelotheken Nederland Wie is Addy van Beek Addy is coördinator van CJG (Centrum voor Jeugd en Gezin) in de gemeente Veldhoven. een gemeente van inwoners, een buurgemeente van Eindhoven. Addy is een vriendelijke vrouw van 37 jaar, qua opleiding socioloog en voorheen o.a. werkzaam bij CMO K2 en De Donksbergen. Sinds ruim een jaar is zij coördinator in de gemeente Veldhoven. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: zijn er veel probleemsituaties in Veldhoven? Nee, zeker niet, maar in principe is iedere situatie er een te veel. Er zit altijd persoonlijk leed achter. Kinderen in de knel, hulpeloosheid bij de ouder of ouders en voor even of langere tijd het zicht op een toekomst zonder problemen kwijt. Zoals in heel Nederland heeft 85% van de gezinnen geen of een enkelvoudige, eenvoudig probleem, dat ze met ondersteuning van de eigen omgeving kunnen oplossen. Eigen kracht, noemen we dat tegenwoordig. Zo n 10% van de gezinnen heeft hulp nodig, vaak thuisnabij, direct, laagdrempelig, een kind, een gezin, een plan, een hulpverlener. Een klein gedeelte, zo n 5%, wordt geconfronteerd met meervoudige problemen, waarbij de hulp regie - afstemming - stevige samenwerking nodig heeft. Veldhoven zit voor mijn gevoel zeker niet ver af van deze gemiddelde landelijke verdeling: Wat is jouw rol in dat geheel? Coördineren! Op je handen zitten en er toch op een actieve wijze toe bijdragen dat de juiste vragen gesteld worden, de vragen bij de juiste mensen terecht komen en dat acties zo ingezet worden dat gezinnen zoveel mogelijk eigen kracht ontwikkelen, hun omgeving inschakelen en dat de hulp vooral door generalisten geboden wordt: één hulpverlener in het gezin. Alleen als het moet, specialisten inschakelen en zorgen dat de hulpverleners elkaar niet voor de voeten lopen. Iedereen kent wel de verhalen van 10 hulpverleners in een gezin en nog geen oplossing. Ik moet het werk niet overnemen, maar zorgen dat ieder rolvast opereert en goed samenwerkt. Onze samenleving is er één geworden van ketens, zo werkt ook de hulpverlening met ketenpartners. Het CJG is dan ook niet één organisatie. Het is een ketenorganisatie, waarbij de verschillende functionarissen in dienst zijn van verschillende instellingen zoals: GGD, consultatiebureau, Maatschappelijk Werk, Jongerenwerk, Buurtwerk. In de jeugdzorg gaat de komende tijd een en ander veranderen, klopt dat? Alle jeugdigen in Nederland moeten gezond en veilig opgroeien, hun talenten ontwikkelen en naar vermogen meedoen. Ouders zijn hiervoor eerst verantwoordelijk. De overheid komt in beeld als dit niet vanzelf gaat. Dan moet het jeugdstelsel snel, goed en op maat functioneren. De landelijke overheid heeft echter geconstateerd dat er grote zorg bestaat over het functioneren van dit jeugdstelsel. Om te komen tot een effectievere werking hiervan wordt per 1 januari 2015 een stelselherziening door het Kabinet doorgevoerd. In het nieuwe stelsel krijgt de gemeente de verantwoordelijkheid voor alle vormen van jeugdhulp (inclusief specialistische hulp zoals jeugd-ggz, jeugd met verstandelijke beperkingen en gesloten jeugdhulp in het kader van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen) en de uitvoering van kinderbeschermings-maatregelen en jeugdreclassering. 18

19 Deze verantwoordelijkheid wordt in het wetsvoorstel vormgegeven als een zorgplicht van gemeenten: de zogenaamde jeugdhulpplicht. De gemeente wordt verantwoordelijk voor een kwalitatief en kwantitatief toereikend aanbod van de verschillende vormen van jeugdhulp en zorgt ervoor dat ieder kind, dat een vorm van jeugdhulp nodig heeft, deze daadwerkelijk krijgt. Dat is een hele operatie en daardoor gaat er de komende tijd veel veranderen. Het CJG loopt al vooruit op deze transitie en transformatie, zoals dat veranderingsproces heet. Het CJG krijgt een steeds centralere rol. Het CJG biedt hulp, organiseert de hulp en is de verwijzer als specialistische hulp noodzakelijk is, maar blijft het proces wel volgen, zodat het gezin nooit alleen komt te staan. Dit veranderingsproces gaat ook nog eens gepaard met een flinke budgetkorting. Dus het roer moet echt om: preventie in plaats van dure hulp, zoveel mogelijk zelf doen samen met je directe omgeving in plaats van professionele hulp inschakelen, meer afstemming tussen verschillende vormen van hulp en beter samenwerken van onderwijs en jeugdhulp. Ook worden andere partners actief, zoals het buurtwerk, de buurtcoach, een vrijwilliger, enz. Om het wat scherp te zeggen: het recht op hulp verandert in een plicht tot zoveel mogelijk goed voor je zelf zorgen. Veel aandacht zal in de toekomst dan ook uitgaan naar versterken van burgers en gezinnen om het zelf te doen, het zelf te kunnen, problemen te voorkomen, door sneller in contact met ze te komen, meer af te stemmen, maar ook door bijv. verzuim op school te zien als een signaal waarmee het gezin benaderd zal worden. De vrijblijvendheid voorbij, want de gemeente heet een plicht tot het bieden van de juiste jeugdzorg. Dat is echt een andere mentaliteit, een andere houding, een andere waarde. Ken jij een speelotheek en wat vind je van het werk van speelotheken in zijn algemeenheid? Zeker, maar erg goed ook weer niet. Spelen en spel zijn belangrijk voor ieder kind. Veel gezinnen hebben het tegenwoordig niet meer zo breed en volgens mij gaat dat in diverse gezinnen ten koste van speelgoed. Minder variaties, minder goed speelgoed, minder aangepast aan leeftijd, het ontwikkelingsniveau of bijzondere eigenschappen of karakter van het kind. Ook ziet het CJG als het om spelen en speelgoed gaat, een zekere handelingsverlegenheid bij ouders. Ik weet wel: kinderen kunnen met alles spelen, maar goed speelgoed passend bij de ontwikkelingsfase van het kind is toch wel handig. Dan is gebruik maken van een speelotheek een uitkomst. Voor echt heel weinig geld krijgen gezinnen de beschikking over goed speelgoed. Wat ik daarnaast zo ontzettend waardeer is dat het bijna altijd een spel met een praatje is. Er wordt geluisterd, er wordt doorgevraagd, er wordt geadviseerd, het kind leert spelen, de ouders leren het aan te bieden. Prachtig. Een echte steun voor kind en gezin. Maar ook voor het CJG is het belangrijk. De medewerkers van de speelotheek zijn op deze manier bij wijze van spreken de oren en ogen van het CJG: dichtbij, vertrouwd, altijd in een open dialoog, laagdrempelig, terugkerend en gelijkwaardig. De overheid spreekt van eigen kracht versterken - dicht bij de mensen - laagdrempelig - voorkomen in plaats van genezen. Voila: de speelotheek! Als ik één plus één optel, kom ik tot de conclusie dat een speelotheek wel eens ketenpartner van het CJG zou kunnen worden. Is dat een juist conclusie? Niks mis met die conclusie. De speelotheek kan zeker een belangrijke ketenpartner van het CJG zijn, als het, al is het veelal vrijwilligerswerk, professioneel functioneert. De speelotheek kan een belangrijke laagdrempelige bijdrage leveren door gericht spel en spelen aan te bieden, zeker als dat met een goede (pedagogische) uitleg gebeurt. Ook kunnen medewerkers van de speelotheek met andere CJG-medewerkers een goede keten rondom het gezin vormen en er voor zorgen dat signalen tijdig bij de juiste mensen terecht komen. Geen big borther is watching you situatie, maar een kwestie van respectvol zorgen dat geen kind onnodig iets tekort komt en gezinnen tijdig onder de armen gegrepen worden, versterkt worden in wat ze zelf wel kunnen. De speelotheek moet dus wel een zekere mate van kwaliteit en continuïteit hebben en meer willen zijn dan een balie waar met 19

20 dozen (speelgoed) geschoven wordt. Maar gelukkig hebben heel veel speelotheken een ambitie met de hoofdletter A. Wat kun jij speelotheken in het land adviseren als zo n CJG-ketenpartner zouden willen worden? Om te beginnen eens goed en kritisch naar jezelf kijken. Wat zijn we, wat kunnen we, wat willen we, wat missen we, je weet wel van dit soort existentialistische vragen. Schrijf of update je beleidsplan en zoek eerst eens zelf naar de plek in de keten die je zou kunnen of willen hebben. Als je zo n proces eerst intern uitvoert voorkomt dat veel onnodige hindernissen en teleurstellingen. Want zeker in een tijd dat er op bijna alles bezuinigd wordt, dus ook op subsidie, is het van belang om die noodzakelijke organisatie-bewustheid voor jezelf scherp te hebben. De tijd dat de bomen in de hemel groeiden hebben we echt verlaten en volgend jaar naar de gemeenteraadsverkiezingen is het opnieuw maar weer de vraag, wie op de stoel van de wethouder zit en al is het dezelfde als nu, met welke mandaat (coalities-akkoord) zit hij of zij daar dan. Niet afwachten zou mijn devies zijn. Wat heeft een CJG of CJG-coördinator een lokale speelotheek te bieden? Het lijkt me van belang om te beginnen om eens contact te maken en kennis te nemen van elkaars werk. Professionele instellingen moeten er net zo goed aan wennen dat vrijwilligersorganisaties en burgerinitiatieven in de toekomst onderdeel van de keten zullen worden. Het CJG kan eens over de schouder van een speelotheek meekijken en in gesprek de stip op de horizon schetsen, zodat de richting duidelijk wordt. Ook behoort een bijdrage tot scholing en opleiding misschien ook tot de mogelijkheden. Wat zeker niet te onderschatten is, is het belang voor een speelotheek om binnen de lokale gemeenschap en richting de gemeentelijke politiek te kunnen zeggen ketenpartner van het CJG te zijn. Misschien een beetje flauw, maar het geeft wel status en is voor velen een bewijs van kwaliteit. Zo n positie moet je als speelotheek in deze schrale tijd koesteren. Heb je nog een laatste tip? Ja, nee, op zich niet, dat is zo betweterig. Een slogan zou ik de speelotheken wel mee willen geven: Als je doet, wat je deed, krijg je wat je had! De wereld anno 2014 is een andere dan van pakweg 1994, 20 jaar geleden. Kijk vooruit en zorg er als speelotheek voor dat je met je tijd mee gaat, vele gezinnen en nog meer kinderen kunnen niet zonder. Dus zorg dat je er bent, zorg dat je bij bent, zorg dat je erbij bent. Vereniging Speelotheken Nederland De Vereniging Speelotheken Nederland is de koepel voor speelotheken in Nederland. Als vertegenwoordiger van deze autonome lokale speelotheken is de VSN maatschappelijk actief op de volgende punten: 1. Belangenbehartiging bij rijks- en provinciale overheid, landelijk opererende organisaties op het terrein van (ontwikkeling van) kinderen & jeugd, maatschappelijke participatie in het sociale domein, uitleen - ontwikkeling - beheer - exploitatie van speel- en spelmateriaal. Ondersteuning van lokale speelotheken richting hun gemeente, subsidiënten, maatschappelijke organisaties door: informatie en advies op maat en collectieve informatie via nieuwsbrieven en memo s 2. Scholing en training 3. Facilitaire ondersteuning, o.a. door kortingen bij leveranciers 20