GENESIS SR-SYSTEEM GENESIS SR

Transcriptie

1 Bescherm uw dromen GENESIS SR-SYSTEEM User s Manual 9

2 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 INTRODUCTIE Inhoud Installatiehandleiding Namen van onderdelen Specificaties...9 HOOFDSTUK 2 HOOFDTOEPASSING SYSTEEM Opstarten Opstartscherm Aanmelden Afsluiten/afmelden Paneelmenu Live modus Live menu Systeemconfiguratie Cameraconfiguratie Opnameconfiguratie Gebeurtenisconfiguratie Netwerkconfiguratie Zoekmodus Zoekmenu Zoekfuncties Back-upfuncties CHAPTER 3 WEB DVR Aanmelden Bedieningsmodus Zoekmodus

3 HOOFDSTUK 1 INTRODUCTIE 1.1. Inhoud Installatiehandleiding Namen van onderdelen Specificaties...9 2

4 INTRODUCTIE 1.1. Inhoud -SYSTEMEN Gebruikershandleiding ding MUIS AFSTANDSBEDIENING Inhoud kan zonder kennisgeving worden gewijzigd 3

5 1.2. Installatiehandleiding Om ervoor te zorgen dat dit product optimale prestaties biedt, wordt het aanbevolen om de onderstaande instructies te volgen. VENTILATIE Om oververhitting te voorkomen moet u de bovenkant of ventilatie niet blokkeren. SCHOKKEN Plaats het product op een locatie waar het niet wordt blootgesteld aan fysieke schokken. VOCHTIGHEID Plaats geen luchtbevochtiger in de buurt van het product, aangezien extreme vochtigheid een nadelige invloed kan hebben op de normale werking van het product. TEMPERATUUR Vermijd stof en vochtigheid, en plaats het product niet op een locatie waar extreme temperatuurschommelingen voorkomen. 4

6 ELEKTRONISCHE RUIS Plaats het product niet in de buurt van een magnetron, radio of tv die signaalruis kan veroorzaken wegens de radiofrequentie. DIRECT ZONLICHT Direct zonlicht kan leiden tot een abnormale werking van het product. Plaats het product daarom niet in direct zonlicht TRILLINGEN Plaats het product op een gelijkmatige ondergrond die vrij is van trillingen.. 5

7 1.3. Namen van onderdelen 04 08, SR16 1. AAN/UIT-SCHAKELAAR: Wordt gebruikt om het product in/uit te schakelen en wanneer u zich afmeldt. 2. LED VOORZIJDE: De LED gaat branden wanneer de stroom is ingeschakeld, wanneer de HDD wordt gebruikt. 3. KANAALSELECTIE: Wordt gebruikt om een kanaal te selecteren. 4. SPLITSEN: Wordt gebruikt voor de gesplitste schermweergave. 5. AFSPEELKNOPPEN: Worden gebruikt voor de bediening in de afspeelmodus. 6. LIVE MODUS: Wordt gebruikt om te schakelen naar de live modus. 7. ZOEKMODUS: Wordt gebruikt om te schakelen naar de zoekmodus. 8. BACK-UP: Wordt gebruikt om een back-up van gegevens te maken. (alleen op de 208 en 216) 9. KNOPPEN + EN -: Worden gebruikt om PTZ te bedienen, in/uit te zoomen op de tijdbalk en de configuraties te wijzigen. 10. KNOPPEN AUTO/OK, < > : Worden gebruikt om de configuratie in te stellen/te wijzigen. 11. KNOP CANCEL: Wordt gebruikt om te annuleren en af te sluiten. 12. KNOP MENU: Wordt gebruikt om naar de menumodus te gaan. 13. USB: Hier kunnen een muis en USB-opslagapparaten worden aangesloten. 6

8 Achterpaneel USB 3 VGA 5 MONITORUITGANG 7 AUDIO-INGANG 9 SENSORINGANG 11 RS485 2 LAN Functie wordt niet ondersteund 4 VIDEO-INGANG, VIDEO-UITGANG (alleen op de 208 en 216) 6 MULTIPLEX-UITGANG (alleen op de 208 en 216), SPOTUITGANG 8 AUDIO-UITGANG 10 RELAISUITGANG 12 RS VOEDING 7

9 Afstandsbediening 8

10 AAN/UIT-KNOP KNOP DEMPEN KNOP INZOOMEN / WIJZIGEN KNOP UITZOOMEN / WIJZIGEN KNOP MENU KNOP ANNULEREN KNOP LIVE MODUS KNOP ZOEKMODUS KNOP CONFIGURATIEREGELING KNOP AFSPEELREGELING KNOP VOLLEDIGE SCHERMMODUS KNOP GESPLITSTE SCHERMMODUS KNOP WISSELEN VAN SCHERMMODUS KNOP BACK-UPMENU 9

11 1.4. Specificaties Specificaties SPECIFICATIES SR04 SR08 SR16 Besturingssysteem Compressie Multiplexer-functionaliteit Ingesloten Linux MPEG-4 Pentaplex (Live, Opnemen, Afspelen, Back-up en Netwerk tegelijkertijd) Opnameresolutie D1, Half D1, CIF Weergavesnelheid PAL 100 fps, NTSC 120 fps PAL 200 fps, NTSC 240 fps PAL 400 fps, NTSC 480 fps Opnamesnelheid PAL 100 fps, NTSC 120 fps Video-ingang/lusuitgang 4 / 0 BNC Composiet 8 / 8 BNC Composiet 16 / 16 BNC Composiet Video-uitgang 2 BNC Composiet, 1 VGA 3 BNC Composiet (Multi, Spot en Monitor), 1 VGA 1 lijn/ 1 lijn 4 lijn/ 1 lijn 4 lijn/ 1 lijn Video-ingang/relaisuitgang 4 lijn/ 1 lijn 8 lijn/ 4 lijn 16 lijn/ 4 lijn Weergavemodus Back-upmedia Opslagmedia Methode opnamemodus 1/4 en opeenvolgend, PIP Audio-ingang/uitgang (RCAkabel) USBopslagappara(a)t(e n) Max. 2 interne HDD's, 3 USB (USB 1.1) 1/4/7/9 en opeenvolgend, PIP 1/4/7/9/13/16 en opeenvolgend, PIP USB-opslagappara(a)t(en) en cd-rw (of dvd-rw) Max. 3 interne HDD's, Achter 2 USB (USB 1.1), Voor 1 USB (USB 2.0) Bewegingsdetectie en sensor Systeembesturing Communicatiepoort Netwerk Toets voorzijde, muis en afstandsbediening RS-232C, RS-485 LAN (Ethernet RJ-45, 10/100 basis), DDNS, TCP-IP Afmetingen SR04 SR08 SR16 Grootte (mm) Gewicht Voeding 380 (b) x 308 (d) x 65 (h) 4 kg (1 HDD ingebouwd) 430 (b) x 440 (d) x 90 (h) 9 kg (1 HDD ingebouwd) AC 100 ~ 240 V 50/60 Hz Bedrijfstemperatuur 0 C ~ 40 C Luchtvochtigheid 10 ~ 80% relatieve luchtvochtigheid * De inhoud van deze specificatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. 10

12 HOOFDSTUK 2 HOOFDTOEPASSING SYSTEEM 2.1. Opstarten Opstartscherm Aanmelden Afsluiten/afmelden Menu Paneel Live modus Menu Live Systeemconfiguratie Cameraconfiguratie Opnameconfiguratie Gebeurtenisconfiguratie Netwerkconfiguratie Zoekmodus Menu Zoeken Zoekfuncties Back-upfuncties

13 Praktische tips. 1. Virtueel toetsenbord (nummertoetsen) Het virtuele toetsenbord (nummertoetsen) kan op elk gewenst moment wordt geactiveerd door te klikken op elke invoercel of door te drukken op de knop op het voorpaneel van het -systeem. Virtueel toetsenbord Virtuele nummertoetsen 2. Live weergave met PIP (Picture in Picture) Klik twee keer op de knop Channel tijdens de live weergave om de PIP-functie te activeren. PIP gebruiken 1. Selecteer een kanaal als hoofdweergave. 2. Klik nogmaals op de knop van het hoofdkanaal. Het kleine scherm wordt nu weergegeven. Als u doorgaat met klikken op dezelfde knop, wordt de volgende camera in de volgorde aangeroepen. 12

14 2.1. Opstarten Opstartscherm Als u het -systeem wilt starten, drukt u op de aan/uit-schakelaar op het voorpaneel of op de aan/uit-knop op de afstandsbediening. Terwijl de DVR wordt gestart, detecteert het systeem automatisch NTSC/PAL. Opmerking: als er geen camera is aangesloten op de DVR, fungeert de DVR standaard als NTSC-systeem. Na enkele seconden worden er live beelden weergegeven. Het bovenstaande scherm wordt weergegeven wanneer het GENESIS DVR-systeem start nadat het opstarten is voltooid. De controle van de systeemstatus kan ongeveer 1 minuut duren. 13

15 Aanmelden De standaardwaarden voor User en Password zijn 'admin' en geen wachtwoord. Aanmelden bij het -systeem: 1. Gebruik en om het gebruikersniveau te wijzigen. 2. Klik op om het -systeem uit te voeren. Als u een wachtwoord wilt instellen voor gebruikers, zijn bepaalde configuraties vereist (Menu/System/Password). Alleen de gebruiker 'admin' heeft toegang tot het instellingenmenu. Er zijn in totaal 5 gebruikers: admin, anonymous, user1, user2 en user3 Afsluiten/afmelden Het -systeem afsluiten: 1. Druk op de aan/uit-schakelaar op het voorpaneel of op de aan/uit-knop op de afstandsbediening. 2. Selecteer 'Exit', typ het wachtwoord en klik op de knop 'OK'. (Als u zich wilt afmelden bij het DVR-systeem, selecteert u 'Logout', typt u het wachtwoord en klikt op de knop 'OK'.) 14

16 Paneelmenu Als u het paneelmenu wilt activeren, zoals in de bovenstaande afbeelding, klikt u met de rechtermuisknop in het scherm en klikt u vervolgens op de knop. Als u het paneelmenu wilt verbergen, klikt u met de rechtermuisknop in het scherm en selecteert u 'Hide Panel'. : Hiermee wordt de gebruiker gewijzigd of wordt afgesloten. : Hiermee wordt de menumodus weergegeven. : Hiermee wordt de live modus weergegeven. : Hiermee wordt de zoekmodus weergegeven. : Volledige schermmodus: Hiermee wordt het beeld van de geselecteerde camera vergroot tot de volledige schermweergave. : Gesplitste schermmodus: Hiermee worden alle vier de camera's in één scherm weergegeven. : Kanaalwisselingsmodus: Volledige schermmodus waarbij de camera's er steeds tussen de camera's wordt geschakeld. De onderstaande pictogrammen worden alleen weergegeven in de zoekmodus. 15

17 : Terugspoelen : Teruguit afspelen : Stoppen : Afspelen : Vooruitspoelen : Naar laatste gaan. Hiermee gaat u het laatste opgenomen frame Live modus Live menu Als u het live menu wilt activeren, drukt u op de knop of klik u op de knop in het paneelmenu. op het voorpaneel van de Systeemconfiguratie: Systeem-id, productinformatie, datum, opslaginformatie en wachtwoord instellen. 16

18 Camera-instellingen: PTZ, kanaal, kleur, scherm en controle instellen. Opname-instellingen: Opnameresolutie, framesnelheid en kwaliteit instellen. Gebeurtenisinstellingen: Gebeurtenis instellen voor alarm, beweging en verlies van video. Netwerkinstelling: TCP/IP, CMS, en gebeurtenissenfilter instellen. 17

19 Systeemconfiguratie : Hiermee stelt u de systeem-id, de schermweergave, automatische wisseling, spot out en de uitvoer in. : Hiermee wordt productinformatie weergegeven zoals de modelnaam, het IP-adres, enz. In het menu 'INFO' kunt u ook een firmware-update uitvoeren. : Hiermee stelt u de datum, de tijd en de tijdserver in. : Hiermee wordt opslaginformatie weergegeven. : Hiermee kunt u het wachtwoord voor de beheerder en gebruikers wijzigen. 18

20 OVERVIEW In het menu OVERVIEW kunt u de systeem-id van de DVR instellen, de synchronisatie met de afstandsbediening uitvoeren en kunt u verder de schermweergave, automatische wisseling, spot out en de uitvoer instellen. De id instellen: 1. Voer een gewenste id tussen '00' en '99' in. De standaardwaarde voor de id is '00'. 2. Voor synchronisatie met de afstandsbediening drukt u op de afstandsbediening op de knop 'Cancel' totdat het voedingslampje gaat branden. Vervolgens drukt u de id in die u hierboven hebt geselecteerd. (Voorbeeld: Als de systeem-id '01' is, drukt u op de knop 'Cancel' totdat het voedingslampje gaat branden en drukt u vervolgens op '0' en '1') Opmerking: Het oude model van de afstandsbediening is niet voorzien van een voedingslampje en de synchronisatiemethode hiervoor is anders. Op een oude afstandbediening moet u de hierboven geselecteerde id indrukken terwijl u op de knop 'Cancel' drukt. OSD: Selecteer of er al dan niet een schermweergave (OSD, On Screen Display) moet worden getoond. (ON / OFF) AUTO-SWITCHING: Het interval voor automatische wisseling is een functie waarmee naar de volgende camera wordt gegaan. (U kunt een waarde van 1 tot 60 19

21 seconden opgeven.) bijv.: Camera1 10 sec. Camera2 10 sec. Camera3 SPOTOUT CHANNEL: Selecteer een spot out-kanaal. (Modus: Kanaal 1/2/3/4, serverscherm, scherm met automatische wisseling) OUTPUT: Selecteer een uitvoerapparaat voor de hoofdweergave. (LCD OUT / TV OUT) OUTPUT: Selecteer een uitvoerapparaat voor de hoofdweergave. (LCD OUT / TV OUT) 20

22 Information MODEL: De modelnaam van het product. FW VERSION: De versie van de firmware. (In de volgende notatie: versie firmware versie hardware datum build) OS VERSION: De versie van het product. (De datum van de build wordt weergegeven) MAC ADDRESS: Het Mac-adres van het product. IP ADDRESS: Het IP-adres van het product. LANGUAGE: De taal die in het product wordt gebruikt. uitvoeren 1. Plaats de nieuwe firmwareversie in de hoofdmap van een USB-geheugen en sluit het USBgeheugen aan op de GENESIS DVR 2. Klik op ; de DVR detecteert automatisch de versie en de update wordt uitgevoerd. 3. Wanneer de update is voltooid, wordt de DVR opnieuw opgestart. 21

23 Date U kunt de datum en tijd op verschillende manieren wijzigen: als gebruikersinstelling en door de klok te synchroniseren met de instelling van de tijdserver. DATE: Stel de datum in. [ maand / dag / jaar ] TIME: Stel de tijd in. [ uren : minuten : seconden ] TIME SYNC: Tijdsynchronisatie met de tijdserver. TIME SERVER: Stel de tijdserver in waarmee de tijd moet worden gesynchroniseerd. LOCALE: Selecteer een lokale tijdzone. De tijdserver instellen: 1. Klik op de invoer voor tijdsynchronisatie en stel 'Input time server' in 2. Selecteer een lokale tijdzone. 22

24 Storage Selecteer het opslagnummer om de HDD-informatie weer te geven. DEVICE NAME: De naam van het opslagapparaat. TYPE: Het type van het opslagapparaat. SIZE: Het vrije/totale geheugen van de HDD. TEMPERATURE: De huidige temperatuur van de HDD. STATUS: De huidige algemene status van de HDD. 23

25 Password SELECTION: Selecteer de gebruiker om het wachtwoord te wijzigen. (admin / anonymous / user1 / user2 / user3 ) NEW: Voer een nieuw wachtwoord in. CONFIRM: Voer het nieuwe wachtwoord nogmaals in om het te bevestigen. 24

26 Cameraconfiguratie 'CAMERA' bestaat uit 4 verschillende groepen: 'PTZ', 'Channel', 'COLOR' en 'SCREEN.' in te stellen. : Menu om de apparaatnaam, de id, de stromingsregeling, enz. van de PTZ-camera : Menu om de video/audio van een kanaal in of uit te schakelen. passen. : Menu om de helderheid, het contrast, de verzadiging en de kleurschakering aan te : Menu om de transparantie van menu's en de positie van het scherm in te stellen. 25

27 PTZ Als u een PTZ-camera gebruikt, selecteert u de kanaal- en apparaatnaam. wilt wijzigen. : Selecteer een kanaal waarvan u de PTZ-configuratie DEVICE NAME: Selecteer een protocolnaam voor het PTZ-apparaat. DEVICE ID: Stel de apparaat-id in. Laat deze instelling ongewijzigd als er slechts één camera wordt gebruikt. Als er meerdere camera's worden gebruikt, moet u elke camera een ander nummer geven. FLOW CONTROL: Geef de instellingen voor de stromingsregeling in. (RTS/CTS // XON/XOFF // RTS/CTS + XON/XOFF) BPS / PAR / BITS: Stel de BPS-, PAR- en BITS-waarde van het apparaat in. (Druk op de knop 'OK' op het voorpaneel om de waarde te wijzigen) 26

28 Channel CHANNEL: Het cameranummer waarvan de instellingen moeten worden gewijzigd. Gebruik de schuifbalk om naar de volgende kanalen te gaan. NAME: Wijzig de naam van het kanaal. VIDEO: Selecteer de regeling van het videosignaal door ON / OFF te selecteren. AUDIO: Selecteer de regeling van het audiosignaal door ON / OFF te selecteren. (De 04 ondersteunt slechts 1 audio-ingang.) 27

29 Color CAMERA: Selecteer een cameranummer om de kleurinstellingen ervan aan te passen. BRIGHTNESS: Pas de helderheid van het camerabeeld aan met de knoppen en. CONTRAST: Pas het contrast van het camerabeeld aan met de knoppen en. SATURATION: Pas de kleurverzadiging van het camerabeeld aan met de knoppen en. HUE: Pas de waarde van de kleurschakering van het camerabeeld aan met de knoppen en. : Hiermee brengt u alle waarden terug naar de standaardinstellingen. 28

30 Screen TRANSPARENCY: Stel de transparantie van het menu in. POSITION: Wijzig de positie van het scherm met de knoppen. 29

31 Opnameconfiguratie : Een opnameschema instellen (stel de opnamedag in). : De opnameconfiguraties instellen. (Stel de resolutie, framesnelheid, framesnelheid bij gebeurtenissen en kwaliteit in). 30

32 SCHEDULE CAMERA: Selecteer een cameranummer om het opnameschema op toe te passen. APPLY ALL: Een wijziging wordt toegepast op alle cellen. AM / PM: AM / PM wijzigen om het tijdsbereik te selecteren. Een opnameschema instellen: De opnamestatus heeft twee mogelijke instellingen (R: Opname (Recording), N: Geen opname (No recording)) 1. Klik op 'R/N' in een cel om de huidige status te wijzigen. 2. Klik op de nummers (0~24) om hele dagen verticaal te selecteren. 3. Klik op de dagen (MON~SUN) om hele tijden horizontaal te selecteren. 31

33 Recording CHANNEL: Selecteer een cameranummer waarvan u de instellingen wilt wijzigen. Gebruik de schuifbalk om naar de volgende kanalen te gaan. RESOLUTION: Stel de opnameresolutie in voor alle kanalen. (CIF / HalfD1 / D1) (De instelling voor de resolutie wordt toegepast op alle 4 de kanalen.) FRAME: Stel de framesnelheid tijdens opnames in voor elk kanaal. (Elk kanaal kan een afzonderlijke framesnelheid hebben.) EVENT FRAME: Stel de framesnelheid tijdens een gebeurtenis in voor elk kanaal. (Elk kanaal kan een afzonderlijke framesnelheid hebben.) RECORDING QUALITY: Kies een van de 5 niveaus voor de opnamekwaliteit. (VERY LOW LOW NORMAL HIGH VERY HIGH) 32

34 Gebeurtenisconfiguratie 'Event' bestaat uit 3 verschillende groepen: 'Sensor', Motion Detection' en Video Loss.' In dit menu kunt u instellen hoe camera's reageren op verschillende gebeurtenissen. de melding in.) : Stel de gebeurtenisconfiguratie voor sensoren in. (Stel het sensortype, het alarm en : Stel de gebeurtenisconfiguratie voor beweging in. (Stel de bewegingsmodus, het alarm, de melding en de gevoeligheid in.) : Stel de gebeurtenisconfiguratie voor het verlies van video in. (Stel de instellingen voor het verlies van video, het alarm en de melding in.) 33

35 Sensor SENSOR: Het sensornummer waarvan de instellingen moeten worden gewijzigd. Gebruik de schuifbalk om naar de volgende sensoren te gaan. MODE: Stel de sensormodus in. (N.C / N.O / OFF; als de modus OFF is, worden er geen alarm en melding geactiveerd.) ALARM: Stel de alarminstellingen in. (ON / OFF; werkt alleen als de modus ON is)! (De 04 ondersteunt slechts 1 alarm.) ALERT: Dit is een piepsignaal in het systeem, dat klinkt in geval van een gebeurtenis. Stel de interne meldingsinstellingen in. (ON / OFF) 34

36 Motion Dit is een functie waarmee het GENESIS DVR-systeem elke beweging kan detecteren door een frame te vergelijken met het vorige frame. CHANNEL: Het kanaalnummer waarvan de bewegingsinstellingen moeten worden gewijzigd. Gebruik de schuifbalk om naar de volgende kanalen te gaan. MODE: Stel de instellingen voor bewegingsdetectie in. (ON / OFF; als de modus OFF is, worden er geen alarm en melding geactiveerd.) ALARM: Stel de alarminstellingen in. (ON / OFF; werkt alleen als de modus ON is)! (De 04 ondersteunt slechts 1 alarm.) ALERT: Stel de signaalinstellingen in. MOTION SENSITIVITY: Stel de gevoeligheid van de bewegingsdetectie in. (VERY LOW LOW NORMAL HIGH VERY HIGH) 35

37 Video Loss CHANNEL: Het kanaalnummer waarvan de instellingen voor het videosignaal moeten worden gewijzigd. Gebruik de schuifbalk om naar de volgende kanalen te gaan. MODE: Stel de instellingen voor het videosignaal in. (ON / OFF; als de modus OFF is, worden er geen alarm en melding geactiveerd.) ALARM: Stel de alarminstellingen in. (ON / OFF; werkt alleen als de modus ON is)!(de 04 ondersteunt slechts 1 alarm.) ALERT: Stel de signaalinstellingen in. 36

38 Netwerkconfiguratie : De TCP/IP-instellingen instellen. (Hiermee stelt u het IP-type, de bandbreedte, het IP-adres, de gateway, het subnetmasker, de DNS, het PPPoE, de poort en de DDNS in) : De instellingen van het CMS (Central Management System, centraal beheersysteem) instellen. (Hiermee stelt u de server, het IP-adres en de poort van het CMS in) : De instellingen instellen. (Hiermee stelt u de SMTP-server, de poort, de account, enz. in) : De instellingen voor de gebeurtenissenfilter van het CMS instellen. (Hiermee stelt u de instellingen voor aanmelding, afsluiten, sensoren, bewegingen, verlies van video, schijfwaarschuwing en instellingswijzigingen in.) 37

39 TCP/IP TYPE: Stel het IP-type in. (STATIC IP / DHCP IP / PPPoE) BANDWIDTH: Stel de bandbreedte van het netwerk in. (AUTO / 10 Mbps / 100 Mbps) In de meeste gevallen is AUTO de aanbevolen instelling. In de modus 'AUTO' wordt de bandbreedte van de netwerkverbinding automatisch gedetecteerd. IP ADDRESS: Stel het IP-adres in. GATEWAY: Stel het gateway-adres in. SUBNET MASK: Stel het adres van het subnetmasker in. DNS: Stel het DNS-adres in. PPPoE: Stel het IP-type in als PPPoE en klik op de knop 'PPPoE' om de PPPoE-configuratie in te stellen. Opmerking: Als het IP-type niet is ingesteld als PPPoE, is de knop 'PPPoE' niet beschikbaar. PORT: Klik op de knop 'POORT' om de poort in te stellen. DDNS: Klik op de knop 'DDNS' om de DDNS-server te configureren. 38

40 39

41 PPPoE STATUS: Dit is de status van de huidige PPPoE-verbinding. (DISCONNECTED / CONNECTED) USER: Geef de gebruikers-id op die u hebt ontvangen van uw serviceprovider. PASSWORD: Geef het wachtwoord op dat u hebt ontvangen van uw serviceprovider. 40

42 PORT WEB: Stel de webpoort (HTTP) in voor toegang via de webbrowser. (Standaard: 80) PORT: Stel de toepassingspoort in voor toegang via de client-software. (Standaard: 9091) RTSP: Stel de RTSP-poort in. (Standaard: 9092) RTP: Stel de RTP-poort in. (Standaard: 9093~9099) 41

43 DDNS DDNS is een service waarmee een dynamisch IP-adres een statische hostnaam kan hebben, zodat gebruikers het IP-adres eenvoudig kunnen bereiken, ongeacht de IP-wijziging. MODE: Stel de modus van de DDNS-server in als ON om de DNS-server te gebruiken. (ON / OFF) DNS SERVER: Typ het adres van de DNS-server. PORT: De standaardwaarde is de aanbevolen instelling. MY DOMAINNAME: Als u een id hebt geregistreerd bij de DNS-server, typt u hier de id. IP BRINGS UP TO DATE: Selecteer een correct tijdsinterval, zodat het DVR-systeem met het opgegeven interval communiceert met de DNS-server. 42

44 CMS Het CMS is speciaal ontwikkelde software voor de controle van meerdere DVR-locaties via het netwerk doordat de gebeurtenissen of beelden van alle DVR's worden ontvangen. CONFIGURATIONS: Selecteer de CMS-instelling. (ON / OFF; als de CMS-mode is ingeschakeld, worden gebeurtenissen verzonden via 'Event Filter.') SERVER IP ADDRESS: Stel het IP-adres van de server in. PORT: Stel het poortnummer in. Let op: Selecteer gebeurtenissen die moeten worden verzonden in het menu 'EVENT FILTER'. 43

45 U gebruikt om een bericht te verzenden wanneer een bepaalde gebeurtenis zich voordoet. CONFIGURATIONS: Configureer een modus. (OFF / Not Authentication / Authentication) (Als de verificatiemodus wordt geselecteerd, zijn een account en wachtwoord vereist.) TIME SERVER: Stel het adres van de SMTP-server in. PORT: Stel het SMTP-poortnummer in. ACCOUNT: Stel de SMPT-gebruikersaccount in (modus Authentication) PASSWORD: Stel het SMPT-gebruikerswachtwoord in (modus Authentication) SENDER: Typ het adres van de afzender. RECEIVER: Typ het adres van de geadresseerde. 44

46 45

47 Event Filter Met de gebeurtenissenfilter selecteert u gebeurtenissen die aan de CMS-server en via moeten worden gemeld. Selecteer 'ON' voor de gewenste gebeurtenis(sen) die aan het CMS of per moeten worden gemeld. 46

48 2.3. Zoekmodus Als u de zoekmodus wilt activeren, drukt u op de knop op het voorpaneel van het -systeem of klik u op de knop in het paneelmenu. : Terug naar de vorige maand. : Vooruit naar de volgende maand. : Inzoomen op de tijdbalk. : Uitzoomen van de tijdbalk. : De tijdbalk naar links verplaatsen. : De tijdbalk naar rechts verplaatsen. Zoekstappen: 1. Selecteer een datum op de kalender 2. Selecteer een tijd op de tijdbalk en klikt op de knop 'OK' om door te gaan met zoeken. 47

49 Zoekmenu Als u het zoekmenu wilt activeren, sluit u de zoekmodus af en drukt u op de knop voorpaneel van het -systeem of klikt u op de knop in het paneelmenu. (Het zoekmenu kan alleen in de zoekmodus worden geactiveerd.) op het : Hiermee worden het logboek en de gebeurtenissen doorzocht. : Hiermee wordt een back-up van gegevens gemaakt op het doelapparaat. 48

50 Zoekfuncties : Hiermee kunt u zoeken in het logboek. : Hiermee kunt u zoeken in de gebeurtenissen. 49

51 Log Search : De eerste pagina van het doorzochte logboek weergeven. : De vorige pagina van het momenteel doorzochte logboek weergeven. : De volgende pagina van het momenteel doorzochte logboek weergeven. : De laatste pagina van het doorzochte logboek weergeven. 50

52 Event Search CAMERA: Selecteer een camera waarvoor u wilt zoeken naar gebeurtenissen. (CAMERA1 / CAMERA2 / CAMERA3 / CAMERA4 / CAMERA ALL) Als u een vermelde gebeurtenis wilt afspelen, dubbelklikt u met de muis of klikt u op de knop 'OK'. 51

53 Back-upfuncties : Het back-upmenu activeren. 52

54 Backup TARGET: Hier wordt informatie over het back-upapparaat weergegeven. (Alleen USB wordt ondersteund) CAMERA: Selecteer een camera waarvan u een back-up van de gegevens naar een USBapparaat wilt maken. (CAMERA1 / CAMERA2 / CAMERA3 / CAMERA4) BACKUP TIME: Stel de periode in waarvoor een back-up van de gegevens moet worden gemaakt. RECORD TIME: Hier ziet u de volledige opnametijd. TARGET SIZE: Hier ziet u de beschikbare ruimte op het back-upapparaat. DATA SIZE: Hier ziet u de grootte van het back-upbestand. Klik op om de waarden voor TARGET SIZE en DATA SIZE te berekenen. 53

55 HOOFDSTUK 3 WEB DVR 3.1. Aanmelden Bedieningsmodus Zoekmodus

56 Dit menu kan zonder kennisgeving worden gewijzigd om de prestaties te verbeteren Aanmelden Typ het IP-adres van een DVR-server. 2. Meld u eerst aan om beelden te ontvangen van de DVR-server. 55

57 3.2. Bedieningsmodus : Selecteer een weergavemodus. (1: enkele cameraweergave / 4: gesplitste schermweergave) : Selecteer een camera die u wilt weergeven of bedienen. : Inzoomen, uitzoomen. : Irisregeling. : Focusregeling. : Geavanceerde PTZ-instellingen. : PTZ-bediening. : Stel de snelheid van de PTZ-bediening in. : Schakel dit vakje in om audio te gebruiken. : Klik op deze knop om een momentopname van het live scherm te maken. : Klik op deze knop om de zoekmodus te activeren. : Klik op deze knop om u af te melden bij WEB DVR. 56

58 3.3. Zoekmodus : Zoekkalender. Stel de datum in waarvoor u wilt zoeken naar opgenomen gegevens. : Knoppen voor afspeelregeling. (Terugspoelen / Teruguit afspelen / Pauzeren / Afspelen / Vooruitspoelen) : Klik op deze knop om de gegevens op de pc op te slaan. : Klik op deze knop om de bedieningsmodus te activeren. (Live weergavemodus) 57