Certificeringschema: Leider Werkplekbeveiliging (LWB)

Transcriptie

1 Certificeringschema: Leider Werkplekbeveiliging (LWB) Certificeringschema LWB 1/19

2 Inhoud Versiebeheer 2 1 De taak 4 2 Het certificaat Algemeen De scope Toelatingsvoorwaarden voor het initieel certificeringtraject Verstrekking het certificaat Geldigheid het certificaat Verlengen geldigheid certificaat (hercertificering) 8 3 Vakbekwaamheidseisen 9 4 Beoordeling de vakbekwaamheid en norm voor slagen Beschrijving de initiële toetsing Beschrijving de hertoetsing 18 Versiebeheer Nummer Datum Aard de wijziging Gewijzigd door Goedgekeurd door In par detectiesystemen toegevoegd. Versies ouder dan 1 jaar uit deze tabel verwijderd. Aanpassingen n.a.v. toetsmatrijs 2.4 in dienst is gewijzigd in: een dienstverband heeft met Onder Algemeen: LWB is automatisch LLV leine tekstuele aaanpassingen VVW 2018 Formulier 2a en 2b gewijzigd in stroppenformulier Opmerkingen EvN verwerkt Taaleis bijgesteld naar B1 AES Frank Nobel Frank Nobel Frank Nobel Frank Nobel Frank Nobel Frank Nobel HRO vz. W PsC Certificeringschema LWB 2/19

3 ACP overwegen toegevoegd, format aangepast Wijzigingen met betrekking tot vervallen praktijkbeoordeling veiligheidscommunicatie. Erik Scholten Certificeringschema LWB 3/19

4 1 De taak De LWB heeft de leiding over iedereen binnen de buitendienststelling ten aanzien de veiligheid in het kader NVW-regelgeving. Hij coördineert de verschillende veiligheidstaken en onderhoudt het contact met de treindienstleider. Daarnaast heeft hij contact met verschillende operationeel verantwoordelijken, zoals de uitvoerder en de projectleider. De taak wordt uitgevoerd bij werkzaamheden met een grote mate verschil in complexiteit. In dit schema is de beginnend LWB als uitgangspunt genomen. Dat wil zeggen een LWB die ingezet wordt op een werk met: weinig of geen meelifters een beperkt aantal werklocaties met LLV's een overzichtelijk aantal railgebonden voertuigen een minder complex gebied Als de werkgever de LWB wil inzetten op een meer complex werk, stelt dit extra eisen aan de volgende vaardigheden en persoonlijke eigenschappen de LWB: de regierol goed kunnen uitvoeren communicatief sterk zijn inzicht in werkprocessen hebben standvastig zijn stressbestendig zijn goed overzicht kunnen houden De werkgever is er voor verantwoordelijk dat de LWB die op een complex werk wordt ingezet voldoet aan de daarvoor redelijkerwijs te stellen eisen. De vakbekwaamheidseisen zijn gebaseerd op de vigerende documenten: Normenkader Veilig Werken de kerntaken zoals beschreven in het Voorschrift Veilig Werken TREIN Gesprekken met vertegenwoordigers uit de branche om aansluiting met de beroepspraktijk de LWB te houden Certificeringschema LWB 4/19

5 2 Het certificaat 2.1 Algemeen ProRail hanteert een Erkenningsregeling (ACD00018) en onderdeel hier is de ProRail lijst kritische functies/taken (ACD00114). Dit betreft functies/taken waar bij de uitoefening daar (het uitvoeren taken) een groot afbreukrisico met betrekking tot de RAMSaspecten en/of kosten zit waarvoor derhalve een diploma of certificaat vereist is. Met het laten certificeren personen met veiligheid kritische taken geeft ProRail uitvoering aan haar beleid. Voor de meeste functies/taken is Stichting railalert, als onafhankelijke stichting, de certificaatverstrekker. Dit schema betreft de uitvoering de taak Leider Werkplekbeveiliging (LWB) en is verbindend voor alle betrokkenen. Het certificaat geeft aan dat de persoon -op het moment de toetsing- heeft aangetoond te voldoen aan de vakbekwaamheidseisen zoals beschreven in hoofdstuk 3 dit certificeringschema en dat de beoordeling, als beschreven in hoofdstuk 4 dit certificeringsschema, heeft plaats gevonden. Het is de taak de werkgever om, voordat de medewerker wordt ingezet voor de veiligheidstaak Leider Werkplekbeveiliging, vast te stellen of de medewerker ook voldoet aan alle overige eisen die toepassing zijn om de medewerker te mogen inzetten. Dit betreft zaken zoals leeftijd, kennis relete bedrijfsregels, bezit een geldig digitaal veiligheidspaspoort, en eisen met betrekking tot medische en/of psychologische geschiktheid zoals beschreven in paragraaf 2.5. In dit document wordt Stichting railalert verder aangeduid met railalert en worden personen aangeduid inde mannelijke vorm maar bedoeld worden zowel mannen als vrouwen. 2.2 De scope In het Normenkader Veilig Werken worden eisen gesteld aan personen met een veiligheidstaak. In het Voorschrift Veilig Werken Trein zijn de taken en verantwoordelijkheden die toepassing zijn op de veiligheidstaak Leider Werkplekbeveiliging (LWB) benoemd. De LWB is verantwoordelijk voor de realisatie de veilige werkplek, als resultaat de voorbereidingsfase. Daarnaast geeft hij leiding aan alle NVW-veiligheidsfunctionarissen in de veiligheidsketen het betreffende werk en voert hij veiligheidsgesprekken met de Treindienstleider. Hij maakt verklaringen op met de Ploegleider in het kader de RLN Certificeringschema LWB 5/19

6 Voor het kunnen uitoefenen de taak LWB is een certificaat Veiligheidscommunicatie een voorwaarde. Voor een beschrijving de toetsing voor het certificaat Veiligheidscommunicatie wordt verwezen naar het certificatieschema Veiligheidscommunicatie (zie website railalert). ennis de bedrijfsorganisatie en het veiligheidszorgsysteem het bedrijf maken geen onderdeel uit het certificatieschema en worden dan ook niet getoetst. De genoemde aspecten worden beoordeeld en vastgelegd door de werkgever. De vereiste kennis wordt getoetst door railalert. Een belangrijk deel de beoordeling vakbekwaamheid wordt uitgevoerd door middel een praktijkbeoordeling door een gecertificeerde praktijkbeoordelaar. De vereiste kennis is gelijk aan de benodigde kennis de LLV. De kennistoets is daarom gelijk voor zowel de LWB als voor de LLV; de praktijkbeoordeling echter wijkt op een aantal onderdelen af Certificeringschema LWB 6/19

7 2.3 Toelatingsvoorwaarden voor het initieel certificeringtraject Het initiële certificeringstraject is het traject dat tot doel heeft om voor de eerste keer het betreffende certificaat te behalen. Indien een certificaat verlopen is geldt het initiële traject. RailAlert stelt toelatingsvoorwaarden aan personen die wensen deel te nemen aan een toets ter beoordeling de vakbekwaamheid. Voor toelating tot dit certificeringstraject gelden de volgende voorwaarden: de kandidaat moet minimaal beschikken over het niveau B1 zoals gedefinieerd door de CEF en de ongeveer gelijke taaleis in de Europese Richtlijn 2007/59/EG bijlage VI en de TSI Operations (niveau 3); De kandidaat voldoet aan de voor deze veiligheidstaak gestelde eisen zoals benoemd in hoofdstuk 5 het Normenkader Veilig Werken. De medewerker spreekt de taal duidelijk uit; zonder dialect of accent dat de verstaanbaarheid negatief beïnvloedt. De medewerker heeft een dienstverband met een gecertificeerd werkplekbeveiligingsbedrijf of een gecertificeerd personeelssteller conform de Certificeringsregeling Personeelstellen en Werkplekbeveiliging railalert. De werkgever is verantwoordelijk voor het beoordelen of de medewerker aan alle toelatingsvoorwaarden voldoet voordat de medewerker wordt aangemeld voor het betreffende certificeringstraject. Het Bureau voor Toetsing en Certificering (BTC) controleert, bij inschrijving voor examinering/toetsing, vooraf of aan toelatingsvoorwaarden met betrekking tot het dienstverband en, indien toepassing, het beschikken over geldige certificaten railalert, is voldaan. 2.4 Verstrekking het certificaat Het certificaat wordt verstrekt nadat alle geldige met voldoende resultaat zijn afgelegd, een positieve praktijkbeoordeling de gecertificeerde praktijkbeoordelaar door BTC is ontgen en de kandidaat in het bezit is een geldig certificaat veiligheidscommunicatie. In alle gevallen hertoetsing wordt een nieuw certificaat verstrekt. andidaten die in het bezit zijn een geldig certificaat LLV hoeven niet opnieuw een kennistoets af te leggen. In dat geval wordt het certificaat verstrekt nadat: een positieve praktijkbeoordeling de gecertificeerde praktijkbeoordelaar door BTC is ontgen. is aangetoond dat de kandidaat beschikt over een geldig certificaat veiligheidscommunicatie 2.5 Geldigheid het certificaat Het certificaat is alleen geldig als de bezitter: Certificeringschema LWB 7/19

8 Voldoet aan de eisen voor medische en psychologische geschiktheid zoals deze zijn vastgesteld door railalert en gelden voor deze veiligheidstaak. Een dienstverband heeft met een gecertificeerd werkplekbeveiligingsbedrijf of een gecertificeerd personeelsteller in de taak waarvoor hij gecertificeerd is. Taken uitvoert in opdracht concessiehouders/railinfrabeheerders. In het bezit is een geldig certificaat veiligheidscommunicatie. Voldoet aan de overige eisen die gelden voor deze veiligheidstaak zoals benoemd in het Normenkader Veilig Werken en het voor deze taak toepassing zijnde Voorschrift Veilig Werken. De geldigheidsduur het certificaat is opgenomen in het document Geldigheidsduur certificaten, medische en psychologische keuringen railalert (zie website railalert) Het certificaat blijft geldig onder de voorwaarden die zijn opgenomen in het Reglement voor de beoordeling de vakbekwaamheid railalert (zie website railalert). Het certificaat vervalt als de werkgever constateert dat de certificaathouder niet meer voldoet aan de eisen die gelden voor zijn taak en de werkgever railalert opdracht geeft het certificaat in te trekken. De werkgever doet dit schriftelijk bij railalert. 2.6 Verlengen geldigheid certificaat (hercertificering) Voorwaarden voor het verlengen de geldigheidsduur het certificaat De werkgever kan verlenging de geldigheidsduur het certificaat de werknemer aanvragen bij BTC en hiervoor dient de medewerker aan de volgende voorwaarden te voldoen. De medewerker: beschikt over een positieve praktijkbeoordeling die, op het moment slagen voor eventuele her toets(en) niet ouder is dan een half jaar, een door railalert gecertificeerde praktijkbeoordelaar; In het bezit is een geldig certificaat veiligheidscommunicatie. beschikt nog over een geldige verklaring medische en psychologische geschiktheid is geslaagd voor de hertoets zoals beschreven is in paragraaf 4.2. Het ondertekende voorblad de praktijkbeoordeling wordt bij de aanmelding voor de hertoets gestuurd naar BTC. Indien niet voor het verlopen de geldigheidstermijn het vigerende certificaat verlenging heeft plaats gevonden dan gelden de toelatingsvoorwaarden en het initiële traject Certificeringschema LWB 8/19

9 3 Vakbekwaamheidseisen Om voor een certificaat in aanmerking te komen moet worden vastgesteld dat de medewerker voldoet aan onderstaande beoordelingscriteria. De wijze is met een lettercode aangegeven. De betekenis de codes is: een kennistoets een praktijkbeoordeling: In hoofdstuk 4 is de methode toetsing uitvoeriger beschreven De LWB beoordeelt of hij de werkzaamheden veilig kan uitvoeren met de gegeven veiligheidsinstructie de VGCU of WBU* Criteria Controleert of de vereiste documenten aanwezig zijn: Werkplek Beveiligingsinstructie (WBI); Werkplek Onttrekkingstekening (WOT); Instructie Persoonlijke Waarneming (PW); Plan Gegarandeerde Waarschuwing (GW); Plan Fysieke Afscherming (FA); Voertuiginstructie (VTI); Beeldinstructie VTI; Modelverklaring 1-2-3; Storings-WBI / Beoordeelt of de werkplek binnen de buitendienststelling valt met behulp de WBI en WOT. / Benoemt de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen uit de informatie en documenten Weet dat en wanneer hij bij afwijkingen en/of opmerkingen de V&GCU of WBU moet aanspreken. / * De LWB mag uitgaan de juistheid de gegeven instructie en documenten Certificeringschema LWB 9/19

10 3.2 De LWB verzorgt op een heldere en begrijpelijke wijze een veiligheidsinstructie. Criteria Stelt, met behulp de WBI en WOT, een veiligheidsinstructie op in drie delen: voorbereiding, uitvoering en beëindiging Besteedt bij de veiligheidsinstructie aandacht aan alle relete aspecten: de activiteiten en de volgorde; de omg en exacte plaatsbepaling de buitendienststelling; of er wel of geen sprake is een spanningloosstelling; de veiligheidsmaatregelen die genomen zullen worden; de (deel) verantwoordelijkheden en de taakuitvoering de medewerkers met een veiligheidstaak waarmee hij samenwerkt* Benoemt de werkwijze bij afwijkingen Spreekt duidelijk, in een rustig tempo en is voor iedereen verstaanbaar Controleert of de veiligheidsinstructie door iedereen is begrepen door het stellen controlevragen over de veiligheidsorganisatie en maatregelen. * De LWB is verantwoordelijk voor de coördinatie de taken LLV, VHM, GRW BBD, GMCN, ploegleider en vakbekwaam persoon, maar hij is niet verantwoordelijk voor de taakuitvoering, opgestelde instructies en de uitvoering daar. Dit geldt ook voor de taak de gecertificeerd medewerker Seinwezen die de stroppenprocedure moet toepassen of de seintechnische maatregelen uit de WBI. 3.3 De LWB voert op een juiste wijze een laatste controle uit op de werkplek voor aang de werkzaamheden Criteria Vraagt aan het personeel met een veiligheidstaak of er voldaan is aan de voorwaarden om te kunnen starten. a. weet de minimale maatregel bij werken in persoonlijke waarneming met GRW (kortdurend, voortschrijdend en PW-GRW activiteit) b. weet dat bij werken in gegarandeerde waarschuwing (GW) een GRW moet worden ingezet c. weet onder welke voorwaarden op of nabij een overweg onder gegarandeerde waarschuwing (GW) gewerkt mag worden Certificeringschema LWB 10/19

11 d. kent de relatie tussen baanvaksnelheid en grootte de gevarenzone Voert een controle uit of de veiligheidsmiddelen aanwezig zijn en juist werken De LWB weet wanneer en met welke functionarissen de formulieren/documenten ingevuld moeten worden en welke verantwoordelijkheden er mee samenhangen Criteria Geeft de betekenis en toepassing aan de volgende formulieren: - Werkcontract (WECO), - Modelverklaring 1-2-3, - Gereedmelding Railinfrastructuur en - Stroppenformulier - ACP Benoemt met welke functionaris de volgende formulieren worden ingevuld: - Werkcontract (WECO) - Modelverklaring 1-2-3, - Gereedmelding Railinfrastructuur - Stroppenformulier Vult de volgende formulieren op de voorgeschreven wijze in: - Werkcontract (WECO), - Modelverklaring 1-2-3, - Gereedmelding Railinfrastructuur - Stroppenformulier Benoemt de verantwoordelijkheden de (veiligheids)functionarissen die de volgende formulieren ondertekenen: - Werkcontract (WECO) - Modelverklaring Gereedmelding Railinfrastructuur - Stroppenformulier / 3.5 Veiligheidscommunicatie- en registratie De LWB voert op een juiste wijze de veiligheidsgesprekken Voert veiligheidsgesprekken volgens de voorgeschreven gespreksregels, NATO-spelalfabet en dienstuitdrukkingen Certificeringschema LWB 11/19

12 3.5.2 De medewerker kan de veiligheidscommunicatie voeren conform de door de infrabeheerder vastgestelde procedures en de TSI Exploitatie en Beheer en met de in gebruik zijnde communicatieapparatuur De veiligheidscommunicatie is effectief (verstaanbaar, nauwkeurig, begrijpelijk) in normale maar ook in stressvolle/drukke situaties en situaties waarbij communicatie anderszins onder druk staat (slecht weer, sterk omgevingsgeluid, incidenten, verstoringen en calamiteiten) De medewerker kan opdrachten en gespreksgegevens ten behoeve zijn werk zonder fouten vastleggen (op papier of digitaal) met de bij de bedrijven in gebruik zijnde apparatuur (handheld terminals e.d.) en/of de infrabeheerder verplicht gestelde modellen (berichten en formulieren) Toont aan dat hij de afspraken en opdrachten goed kan vastleggen De medewerker is zich bewust het belang zorgvuldige veiligheidscommunicatie en kent de risico s onzorgvuldige communicatie. Hij vertaalt dat in het consequent toepassen de regels an de gevolgen onzorgvuldige communicatie weergeven/beschrijven Past consequent de regels voor de veiligheidscommunicatie zorgvuldig en correct toe Houdt zich aan de regels voor de veiligheidscommunicatie ook als dat niet gebeurt door zijn gesprekspartners en collega s Houdt zich aan de regels ook al leidt dat tot negatieve en afkeurende opmerkingen collega s Spreekt zijn gesprekspartner effectief aan als die niet de juiste regels voor veiligheidscommunicatie hanteert. Effectief wil zeggen dat de aangesprokene zijn gedrag aanpast De medewerker kan op heldere en begrijpelijk wijze aanwijzingen en instructies geven aan personeel waarmee hij in de veiligheidsketen samen werkt De instructies zijn: kort en zakelijk; Certificeringschema LWB 12/19

13 logisch qua opbouw. 3.6 De LWB voert de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen uit of laat deze uitvoeren door LLV of BBD. Indien sprake is seintechnische maatregelen of maatregelen in een assentellergebied laat hij deze uitvoeren door de monteur SW Criteria _ _ _ _4 Geeft de werking en toepassing aan *: ZL; wisselklem; wisselkruk; kan een enkeldelig wissel krukken overwegsleutel (incl toepassen ACP60604); werkzoneschakelaar. Geeft aan wat het gevolg is het aanbrengen een zelfsignalerende kortsluitlans op de werkplekbeveiliging in de volgende beveiligingssystemen: NX; Automatisch blokstelsel met rijrichtingkering; Dubbel-/enkelspoorbeveiliging; EBS. Geeft aan wat de gevolgen kunnen zijn rijden met railgebonden voertuigen binnen een assenteller-gebied Geeft opdracht aan de monteur Seinwezen tot verzegelen het assentellersysteem Bedient in geval gebruik de werkzoneschakelaar na geven door de treindienstleider de werkzoneschakelaar(s) teneinde de werkzone(s) te nemen. / Geeft de verantwoordelijkheden aan t.a.v. de uitgifte de, in de WBI beschreven, werkplekbeveiligingsmiddelen Plaatst de werkplekbeveiligingsmiddelen op de plek zoals genoemd in de WBI en met behulp de WOT Laat zich informeren door de LLV en/of BBD als zij namens de LWB de veiligheidsmaatregelen hebben uitgevoerd Certificeringschema LWB 13/19

14 * De LWB is niet verantwoordelijk voor de taakuitvoering, bijbehorende opgestelde instructies en de uitvoering seintechnische maatregelen uit de WBI en de stroppenprocedure. 3.7 De LWB weet hoe de beveiliging een overweg werkt Criteria Geeft de werking een overweg aan in de volgende beveiligingssystemen / detectiesystemen: NX en EBS Automatisch blokstelsel met rijrichtingkering Dubbel-/enkelspoorbeveiliging Assenteller Geeft aan wat het gevolg is op de werking de overweg bij het berijden met detecterende voertuigen Geeft aan wat het gevolg is op de werking de overweg bij het berijden met niet-detecterende voertuigen Geeft aan wat het gevolg is het sleutelen en ontsleutelen een overweg op de werking een overweg. 3.8 De LWB voert de regie over de veiligheidsorganisatie gedurende het werk Criteria Wijkt niet af de WBI en/of gegeven veiligheidsinstructie. Weet dat en wanneer hij bij afwijkingen de V&GC-U of WB-U moet aanspreken Onderkent de mogelijke risico's in de veiligheidsorganisatie. Hij geeft deze aandacht zodat hij mogelijke problemen voor is Beoordeelt of de door de technisch leider gemelde afwijkingen in de planning en/of werkvolgorde consequenties hebben voor de veiligheidsorganisatie. Is daar sprake of hij twijfelt daaraan, dan (1) neemt hij contact op met de WB-U of V&GC-U en (2) meldt dit direct aan de treindienstleider Controleert of iedereen zich houdt aan de gemaakte afspraken en corrigeert op effectieve wijze de personen die daar afwijken. Effectief wil zeggen: zodanig dat de personen hun gedrag aanpassen. Escaleert naar de ter plaatse aanwezige Certificeringschema LWB 14/19

15 verantwoordelijk leidinggevende en/of de WB-U als de aangesprokenen hun gedrag niet aanpassen Controleert of de genomen veiligheidsmaatregelen tijdens het werk blijven voldoen aan de eisen voor een gegarandeerd veilige werkplek. Als dat niet meer zo is signaleert hij dat onmiddellijk aan de WB-U en bespreekt de te nemen maatregelen. 3.9 De LWB heft de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen op Criteria _1 Geeft aan wie hij de melding moet krijgen dat het spoor vrij en onbelemmerd is, met of zonder beperkingen. Geeft opdracht aan de monteur Seinwezen tot resetten het assentellersysteem 3.9.1_2 Past de ACP Overwegen toe ingeval overwegen gesleuteld zijn / Geeft aan op welk moment de veiligheidsmaatregelen opgeheven kunnen worden _ _2 Bedient in geval toepassing een werkzoneschakelaar deze schakelaar teneinde de buitendienst gestelde sporen te geven aan de Trdl, waarna de Trdl de werkzone(s) neemt. Geeft de buitendienstgestelde sporen, met eventuele beperkingen aan de treindienstleider Geeft de verantwoordelijkheden aan t.a.v. de inname de in de WBI beschreven, werkplekbeveiligingsmiddelen Informeert alle betrokken medewerkers op welk moment het spoor weer in dienst gaat Na afloop het werk evalueert de LWB met de LLV en de WB-U of V&GC-U Criteria Benoemt wat goed en fout ging in het veiligheidsproces het werk Benoemt de verbeterpunten in het veiligheidsproces het werk Certificeringschema LWB 15/19

16 Doet suggesties om de kwaliteit veiligheid te verbeteren Certificeringschema LWB 16/19

17 4 Beoordeling de vakbekwaamheid en norm voor slagen Hierbij zijn toepassing: het Reglement voor de beoordeling de vakbekwaamheid ; het Reglement Bezwaar en Beroep ; de lachtenregeling. Het regelement geldigheid, certificaten, medische en psychologische keuringen 4.1 Beschrijving de initiële toetsing De beoordeling de vakbekwaamheid bestaat uit: een kennistoets en een praktijkbeoordeling. Veiligheidscommunicatie andidaten die nog niet beschikken over het certificaat Veiligheidscommunicatie moeten dat certificaat behalen. De vakbekwaamheidseisen en de beoordeling de vakbekwaamheid (wijze en norm voor slagen) zijn beschreven in het certificeringschema Veiligheidscommunicatie (zie website de railalert) beoordelen ennistoets LLV/LWB De kennistoets voor de LWB is gelijk aan de kennistoets voor de LLV. De kennistoets bevat vragen over de voorwaardelijke kennis, benodigd voor de dagelijkse taakuitvoering. Daarnaast bevat de kennistoets vragen waarin een oordeel moet worden geveld over praktijksituaties. De kennistoets bestaat uit meerkeuzevragen en/of korte cases met een meerkeuzevraag, in een aantal gevallen gebaseerd op een document zoals bijvoorbeeld de WBI, WOT of modelverklaring De kennistoets wordt digitaal aangeboden en afgenomen. De toezichthouder verstrekt bij een casus behorende documenten, zoals een WBI, op papier. De vragen hebben betrekking op de vakbekwaamheidseisen 3.1,3. 4,3.5, 3.6, 3.7 en 3.9. De toets wordt afgenomen in Amersfoort bij BTC. De toets kan desgewenst worden afgenomen op de werkplek of aansluitend aan de opleiding op de opleidingslocatie Praktijkbeoordeling door een gecertificeerde beoordelaar de werkgever De praktijkbeoordeling is een beoordeling de vakbekwaamheid gebaseerd op het observeren en controleren de kandidaat tijdens de leer-/werkperiode maximaal 6 maanden. De praktijkbeoordeling wordt door een door railalert gecertificeerde praktijkbeoordelaar uitgevoerd aan de hand een beoordelingslijst railalert. De beoordelingslijst is te downloaden de website railalert. De kandidaat mag zijn taak, tijdens de leer-werkperiode voor een periode maximaal 6 maanden, uitvoeren onder Nummer Datum Titel Goedgekeurd vz W Certificeringschema LWB 17/19 Pag.

18 direct toezicht en begeleiding een voor de veiligheidstaak gecertificeerde en ervaren collega. De kandidaat moet hiertoe aantoonbaar beschikken over een bewijs slagen de toetsing de kennistoets Norm voor slagen voor de initiële toetsing De kandidaat is geslaagd indien: hij voor de kennistoets een 80% score heeft behaald. In de vraagstelling zijn vragen opgenomen die bij correcte beantwoording 3 punten opleveren en vragen die bij correcte beantwoording 1 punt opleveren en hij voor de praktijkbeoordeling alle taken voldoende kan uitvoeren. Voert hij een taak niet goed uit, dan wijst de praktijkbeoordelaar hem daarop en wordt een afspraak gemaakt om die taak nogmaals uit te voeren totdat de kandidaat alle taken voldoende kan uitvoeren. Het formulier praktijkbeoordeling biedt de mogelijkheid deze afspraak vast te leggen. De praktijkbeoordelaar stuurt het ondertekende voorblad de beoordeling naar BTC. 4.2 Beschrijving de hertoetsing Beoordeling vakbekwaamheid De beoordeling de vakbekwaamheid bestaat uit: een kennistoets en een praktijkbeoordeling. Veiligheidscommunicatie andidaten die nog niet beschikken over het certificaat Veiligheidscommunicatie moeten dat certificaat behalen. De vakbekwaamheidseisen en de beoordeling de vakbekwaamheid (wijze en norm voor slagen) zijn beschreven in het certificeringschema Veiligheidscommunicatie (zie website de railalert). ennistoets LWB Vanuit de vakbekwaamheidseisen is een aantal thema s gekozen die worden getoetst in de kennistoets. De thema s zijn bepaald op basis : risicovolle situaties; situaties die problemen opleveren ( lastige situaties); wijzigingen NVW-regelgeving. Omdat de thema s aan verandering onderhevig zijn, is ervoor gekozen de toetsmatrijs met de actuele thema s niet op te nemen in dit certificatieschema. De kennistoets bestaat uit meerkeuzevragen, stellingvragen en/of korte cases met een meerkeuzevraag. De kennistoets wordt digitaal aangeboden en afgenomen. De toets wordt afgenomen in Amersfoort bij BTC. De toets kan desgewenst worden afgenomen op de werkplek of aansluitend aan de opleiding op de opleidingslocatie Certificeringschema LWB 18/19

19 Praktijkbeoordeling De praktijkbeoordeling is gelijk aan de praktijkbeoordeling initiële toetsing zoals beschreven in subparagraaf Norm voor slagen voor de hertoetsing De kandidaat is geslaagd indien: hij voor de kennistoets een 80% score heeft behaald. In de vraagstelling zijn vragen opgenomen die bij correcte beantwoording 3 punten opleveren en vragen die bij correcte beantwoording 1 punt opleveren en hij voor de praktijkbeoordeling alle taken voldoende kan uitvoeren. Voert hij een taak niet goed uit, dan wijst de praktijkbeoordelaar hem daarop en wordt een afspraak gemaakt om die taak nogmaals uit te voeren totdat de kandidaat alle taken voldoende kan uitvoeren. Het formulier praktijkbeoordeling biedt de mogelijkheid deze afspraak vast te leggen. De praktijkbeoordelaar stuurt het ondertekende voorblad de beoordeling naar BTC Certificeringschema LWB 19/19