Bedieningshandleiding Veiligheidsmodule NDR EFR. 1 Over dit document

Transcriptie

1 1 Over dit document... pagina 1 tot 6 Vertaling van de originele bedieningshandleiding 1.1 Functie Deze bedieningshandleiding geeft u de benodigde informatie voor de montage, inbedrijfsneming, veilige werking en de demontage van de veiligheidscomponent. Een duidelijk leesbare kopie van de bedieningshandleiding moet altijd in de directe nabijheid van het product bewaard 1.2 Doelgroep: gemachtigd personeel Alle activiteiten die in deze bedieningshandleiding beschreven worden, mogen uitsluitend door gekwalificeerd vakpersoneel, dat hiertoe gemachtigd is door de eigenaar van de machine of installatie, uitgevoerd Zorg ervoor dat u de bedieningshandleiding gelezen heeft en begrijpt voordat u het component installeert en in werking stelt. U moet eveneens vertrouwd zijn met de geldende voorschriften inzake arbeidsveiligheid en ongevallenpreventie. Bij de keuze en inbouw van de componenten alsook bij hun integratie in de besturing moet de machinebouwer rekening houden met de geharmoniseerde normen en hun vereisten. 1.3 Gebruikte symbolen Informatie, tip, opmerking Dit symbool markeert nuttige extra informatie / Index: 926/09 / Teile-Nr Inhoudsopgave 1 Over dit document 1.1 Functie Doelgroep: gemachtigd personeel Gebruikte symbolen Correct gebruik Algemene veiligheidsinstructies Waarschuwing voor foutief gebruik Uitsluiting van aansprakelijkheid Productbeschrijving 2.1 Bestelgegevens Speciale versies Bestemming en gebruik Technische gegevens Veiligheidsclassificatie Montage 3.1 Algemene montage-instructies Afmetingen Elektrische aansluiting 4.1 Belangrijke opmerkingen: Contactvarianten Schakelwegen Inbedrijfstelling en onderhoud 5.1 Functietest Onderhoud Demontage en verwerking 6.1 Demontage Afvoeren Bijlage 7.1 EG-Conformiteitverklaring Voorzichtig: Het niet-naleven van deze waarschuwing kan tot storingen, een foutieve werking of defecten leiden. Waarschuwing: Het niet-naleven van deze waarschuwing kan tot lichamelijke verwondingen en/of materiële schade aan de machine leiden. 1.4 Correct gebruik De hier beschreven producten werden ontwikkeld om veiligheidsrelevante functies uit te voeren als onderdeel van een volledige machine of installatie. De bouwer van een machine of installatie is verantwoordelijk voor de correcte werking van het geheel. Het veiligheidscomponent mag uitsluitend voor de door de fabrikant toegestane toepassingen en doeleinden gebruikt Gedetailleerde informatie over het toepassingsgebied vindt u in het hoofdstuk "Productbeschrijving". 1.5 Algemene veiligheidsinstructies De gebruiker moet de veiligheidsinstructies van deze bedieningshandleiding alsook de nationale installatienormen en de geldende veiligheids- en ongevallenpreventievoorschriften in acht nemen. Aanvullende technische informatie vindt u in de Elan catalogi of in de online catalogus: Alle vermeldingen zijn vrijblijvend en zonder enige contractuele verbintenis. Technische wijzigingen voorbehouden. Bij naleving van de veiligheidsinstructies en de instructies voor montage, inwerkingstelling, bediening en onderhoud zijn geen restrisico's bekend. 1.6 Waarschuwing voor foutief gebruik Bij ondeskundig of niet-correct gebruik of manipulaties kunnen bij gebruik van het component eventuele gevaren voor personen of schade aan machine- of installatieonderdelen niet uitgesloten In dit opzicht moet u ook de vereisten van de norm EN in acht nemen. 1

2 1.7 Uitsluiting van aansprakelijkheid Wij zijn niet aansprakelijk voor schade en bedrijfsstoringen die voortvloeien uit montagefouten of het niet naleven van deze bedieningshandleiding. Voor schade die voortvloeit uit het gebruik van reserveonderdelen of toebehoren, die niet door de fabrikant toegelaten zijn, is iedere vorm van aansprakelijkheid van de fabrikant uitgesloten. Om veiligheidsredenen is het eigenhandig herstellen, ombouwen of veranderen van het component uitdrukkelijk verboden. In geval van eigenhandig uitgevoerde ingrepen op het component is de fabrikant in geen geval aansprakelijk voor de daaruit voortvloeiende schade 2 Productbeschrijving 2.1 Bestelgegevens Deze bedieningshandleiding geldt voor de volgende types: NDR➀ ➁ ➂ ➃ Nr. Optie Beschrijving ➀ Z met blokkering, zonder EFR, trekken om te ontgrendelen R met blokkering, met EFR, trekken om te ontgrendelen ➁ 50 Kopdiameter 50 mm ➂ GR Dichtbalg zwart ➃ RT Kleur van de kop rood Niet alle varianten die volgens deze typesleutel mogelijk zijn, zijn verkrijgbaar. Alleen bij een correcte uitvoering van de ombouw, zoals in deze handleiding beschreven, blijft de veiligheidsfunctie en dus de conformiteit met de Machinerichtlijn behouden. 2.2 Speciale versies Voor speciale versies die niet in de typesleutel onder 2.1 vermeld worden, gelden de vermeldingen hiervoor en hierna, voor zover zij overeenstemmen met de serieversies. 2.3 Bestemming en gebruik De noodstopbedienorganen van de serie NDR zijn bestemd voor gebruik in noodstopcircuits volgens EN 13850:2006. Nominale bedrijfsspanning 400 V U e max.: Nominale bedrijfsspanning 400 V U i bij vervuilingsgraad 3 volgens IEC : Nominale impulsspanningsvastheid U imp: 4 kv Nominale thermische 10 A stroom I the (in lucht): Nominale bedrijfsstroom I e 8 A, AC-15, 250 VAC afhankelijk van de gebruikscategorie en nominale 5 A, DC-13, 24 VDC bedrijfsspanning U e: Contactzekerheid: 5 VDC / 1 ma Kortsluitbeveiliging: gg 10 A Bewijs van de gedwongen 2,5 kv stootspanning verbreking: Gedwongen verbrekingswegningspunt ca. 2 mm na het bereiken van het ope- Lucht- en kruipwegen volgens DIN EN : 4 kv/3 Schakelpunten: volgens contactuitvoering Temperatuurbereik: -25 C +60 C Klimaatweerstand volgens Deel 2-30 DIN EN 60068: Inbouwplaats: willekeurig Mechanische levensduur: 10 x 10 6 schakelingen Bedieningskracht bij ca. 9 N slageinde: Aansluitmarkeringen: volgens IEC Aansluitwijze: Schroefaansluiting Fastonaansluiting Veerklemaansluiting (cage clamp) Kabeldoorsnede: eendradig: 2 (0,5 2,5 mm²) fijndradig (met adereindhulzen): 2 x (0,5 1,5 mm²) Aandraaimoment van de max. 1 Nm aansluitschroeven: Bescherming tegen aanraking: BGV A2) aanwezig (volgens EN en Beschermingsgraad: Aansluitingen: IP 20 (vingerbeveiliging) Aansluitruimtes: IP 40 Certificeringen: culus (uitgezonderd Cage-Clamp aansluiting) 2.4 Technische gegevens Normen: IEC , IEC , IEC , EN ISO Bouwvorm: rond Inbouw- 22,3 mm Inbouwrastermaat: bij kop-ø 40 mm: mm, bij kop-ø 50 mm: mm Frontplaatdikte: 1 6 mm Inbouwplaats: willekeurig Klimaatweerstand volgens Deel 2-30 DIN EN 60068: Omgevingstemperatuur: -25 C +75 C Beschermgraad volgens IP 65 IEC 6090: Volledig geïsoleerd: ja Materiaal drukknop: Kunststof, geschikt voor hygiënische toepassingen Bevestiging: met bevestigingsflens Max. aandraaimoment voor 0,6 Nm bevestigingsschroeven ELM: Bedieningskracht: ca. 25 N Mechanische levensduur: schakelingen Rohs conform: ja Contactelementen Normen: IEC/EN Veiligheidsclassificatie Normen: EN ISO B 10d (verbreekcontact): Gebruiksduur: 20 jaar MTTF d B10d dop x hop n x 3600 s/h op 0,1 x n op t cycle 2

3 3 Montage 3.1 Algemene montage-instructies Noodstopbedienorgaan NDRR EFR in onbediende toestand met montageflens EFM.N monteren, uitlijnen en vastschroeven (max. 0,6 Nm). Veerelement EFR in de middenste positie van de montageflens EFM.N (positie 3) klikken. Het veerelement EFR wordt in opgespannen toestand geleverd. Het bedieningsdeel NDRR EFR wordt door het bedienen mechanisch verbonden met het veerelement EFR. Door een draaibeweging naar rechts gevolgd door een trekbeweging wordt het veerelement opnieuw aangespannen en het noodstopbedienorgaan terug in basispositie gebracht. Contactelement(en) EF... in positie(s) 1 (en/of 2 en 3) van de montageflens EFM.N vastklikken. Veerelement EFR: om een foutieve montage te verhinderen, raden wij aan de meegeleverde borgplaat (A) met behulp van de beide borgringen (B) 4 mbo 09 te monteren na het aanbrengen van de contacten (zie foto). Hiervoor is geen speciaal gereedschap vereist. Deze borgplaat garandeert een correcte bevestiging van de contactelementen. 60 Afmetingen van de contactelementen EF in ingebouwde toestand EFR EFR a) a) Maximale contactbezetting (2 contactelementen, max. 4 contacten) 4 Elektrische aansluiting 4.1 Belangrijke opmerkingen: De elektrische aansluiting mag uitsluitend in spanningsloze toestand door gemachtigd en gekwalificeerd personeel uitgevoerd Er moet minstens een contact met gedwongen verbreking in het veiligheidscircuit geïntegreerd zijn. Na het aansluiten moeten de contactelementen gereinigd worden (kabelresten enz. verwijderen). Het noodstopbedienorgaan is operationeel. 3.2 Afmetingen Afmetingen noodstopbedienorgaan NDRR 36 a) Ø 44,5 7 b) c) De bevestigingsschroeven van de contactelementen moeten met een aandraaimoment van 0,8 Nm vastgeschroefd 4.2 Contactvarianten De volgende contactcombinaties mogen gebruikt worden: Schroef- of fastonaansluiting: 1 EF 303 (1 NG/1 NO) + 1 EF 220 (2 NG) of 2 EF 303 (1 NG/1 NO) of EFK Cage-Clamp: contactgegevens op aanvraag EFK Cage-Clamp: contactgegevens op aanvraag EF EF EF EF EF EF d) e) f) 4.3 Schakelwegen EF 220.1/.2/.3 EF 303.1/.2/.3 a) Noodstopbedienorgaan NDRR b) Klemneus c) Montageflens EFM.N d) 2 contactelement EF (Pos ), 1 x Veerelement EFR (Midden, Pos. 3) e) Borgplaat f) Borgringen 4 mbo 09 3

4 5 Inbedrijfstelling en onderhoud 5.1 Functietest De veiligheidsfunctie van de veiligheidsschakelaar moet getest Hierbij moet het volgende gecontroleerd worden: Stevige bevestiging van het gemonteerde apparaat Juiste uitvoering van de wartelinvoer en de aansluitingen Visuele controle op eventuele beschadiging van het noodstopbedienorgaan 5.2 Onderhoud Wij raden een regelmatige visuele inspectie en functietest aan, inclusief de volgende stappen: Controle op de stevige bevestiging van het noodstopknop en de contactelementen Verwijdering van stof en vuil Controle van de wartelinvoer en de aansluitingen Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk vervangen 6 Demontage en verwerking 6.1 Demontage De veiligheidsschakelaar mag uitsluitend in spanningsloze toestand gedemonteerd Demontage van contactelement(en) EF... Noodstopbedienorgaan NDR bedienen/inklikken en draaien Veer (A) tussen de stoter van het bedieningsdeel NDRR en het veerelement EFR met een schroevendraaier (B) spreiden (zie tekening). Het bedieningsdeel springt terug in basispositie. Veerelement EFR verwijderen, eventueel de bedienkop demonteren. B 6.2 Afvoeren De veiligheidsschakelaar moet op een correcte manier volgens de geldende nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd 4

5 7 Bijlage 7.1 EG-Conformiteitverklaring EG-Conformiteitverklaring Vertaling van de originele verklaring van overeenstemming geldig vanaf 29 december 2009 Elan Schaltelemente GmbH & Co. KG Im Ostpark Wettenberg Germany Internet: Hiermee verklaren wij dat het hieronder beschreven veiligheidscomponent op grond van zijn ontwerp en constructie beantwoordt aan de relevante Europese Richtlijnen. Benaming van de veiligheidsschakelaar: Beschrijving van de veiligheidsmodule: Noodstopvuistslagknop Geharmoniseerde EG Richtlijnen: 2006/42/EG EG-Machinerichtlijn Gemachtigde voor het samenstellen van de technische documentatie: Ulrich Loss Möddinghofe Wuppertal Plaats en datum van opstelling: Wuppertal, 6 oktober 2009 NDR-B- Rechtsgeldige handtekening Heinz Schmersal Directeur Opmerking De meest recente geldige conformiteitverklaring kan via gedownload 5

6 Elan Schaltelemente GmbH & Co. KG Im Ostpark 2, D Wettenberg Postfach 1109, D Wettenberg Telefon: +49 (0) Telefax: +49 (0) info-elan@schmersal.com Internet: