Naut. Natuur en techniek. PROEFLESSENSYLLABUS Natuur en techniek Groep 6

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Naut. Natuur en techniek. PROEFLESSENSYLLABUS Natuur en techniek Groep 6"

Transcriptie

1 Naut Natuur en techniek PROEFLESSENSYLLABUS Natuur en techniek Groep 6

2 Inhoudsopgave 2 Wat u vooraf moet weten 3 Naut in het kort 6 Handleiding thema 4 9 Les 1 17 Les 2 25 Les 3 33 Les 4 46 Lesboek thema 4 49 Les 1 53 Les 2 57 Les 3 61 Les 4 69 Werkboek thema 4 70 Les 1 74 Les 2 78 Les 3 82 Les 4 86 Antwoordenboek thema 4 87 Les 1 91 Les 2 95 Les 3 99 Les 4 1 akkaarten 1 Kaart 23 1 Kaart 24 Naut groep 6 Proeflessensyllabus inhoudsopgave 1

3 Wat u vooraf moet weten Deze proefl essenwijzer zorgt ervoor dat u snel en gemakkelijk aan de slag kunt met de proefl essen. Alle benodigde informatie en het leerlingenmateriaal zitten tezamen in dit pakket. Het proefl essenpakket bevat de lessen van thema 4 van leerjaar 5. Het thema beslaat 4 lessen en een toets waarmee u minimaal vijf weken aan de slag kunt gaan. Daarnaast bevat dit pakket ook een tweetal bakkaarten waarmee u nog extra lessen kunt inlassen. In dit pakket vindt u alles wat u nodig hebt om les te geven met thema 4. U hoeft alleen nog prints te maken van het leerlingmateriaal naar gelang het aantal leerlingen in uw groep. Het leerlingenmateriaal betreft: het lesboek, het werkboek, toetsblad en bakkaarten. Naut groep 6 Proeflessensyllabus wat u vooraf moet weten 2

4 Naut in het kort Naut bestaat uit maximaal 25 lessen, inclusief toets en themaverhaal. Alle benodigde kennis, zoals aangegeven in de kerndoelen, komt in de lessen aan bod. De 25 lessen zijn inclusief vijf toetsen. De lestijd laat ruimte voor het (voor)lezen van de verhalen die bij het thema horen. Deze verhalen bieden de inhoud van de les in een functionele context nog een keer aan. Stappenstructuur Voor groep 6 t/m 8 bestaat iedere les uit 4 stappen in het lesboek en 4 stappen in het werkboek. Door de lessen in stappen te verdelen ontstaat er een duidelijk ordening van de lesstof. Ieder stap beslaat precies één pagina in het lesboek en één pagina in het werkboek. Kinderen raken snel vertrouwd met deze structuur en kunnen de antwoorden op de vragen altijd op één pagina terug vinden. Dit bevordert het zelfvertrouwen. Iedere les wordt afgesloten met Dit weet ik nu. Zo kunnen de leerlingen controleren of ze de lesstof begrepen hebben. Zelfstandig werken of klassikaal instructie krijgen In Naut kan iedere les, indien gewenst, zelfstandig verwerkt worden. De leerling wordt in stappen van lesboek naar werkboek geleid, en weer terug. U hebt de mogelijkheid om de les zelfstandig door kinderen te laten doorlopen. De heldere stappenstructuur maakt het mogelijk de lesstof zo aan te bieden dat dit gefaseerd kan worden opgebouwd. Momenten van zelfstandig werken per stap kunnen worden uitgebouwd naar helemaal zelfstandig werken met een volledige les. Iedere les biedt heldere instructiemogelijkheden voor u als leerkracht. In de handleiding van Naut staan hier suggesties voor. U bepaalt zelf welke les, of onderdelen uit de les, u wilt ondersteunen door middel van instructie. De handleiding bestaat uit afbeeldingen van lesboek en werkboek met daaromheen aanwijzingen voor u als leerkracht. Bakkaarten: verschillende leerstijlen en samenwerkend leren Bij iedere jaargroep van Naut zijn bakkaarten ontwikkeld. Dit kan additioneel gebruikt worden. De bakkaarten van het vak natuur & techniek vertrekken vanuit het thema waar de kinderen aan werken of aan gewerkt hebben. Vanuit het vakgebied natuur & techniek wordt in veel gevallen een relatie gelegd met een van de andere zaakvakken; aardrijkskunde of geschiedenis. Zo leren kinderen dat deze vakken met elkaar verbonden zijn. Bij deze proefl es worden twee bakkaarten geleverd. Begrippen Natuur & techniek draait om het verwerven van inzicht. Inzicht kun je alleen verwerven op basis van kennis. Een leerling moet eerst iets weten voor hij het proces kan begrijpen. De feiten zijn een middel om tot een inzicht te komen. In elk thema worden tien begrippen aangeleerd. De totale reeks van begrippen geeft een goede doorsnede van het kennisdomein natuur & techniek. Alle begrippen die de leerlingen zich eigen moeten maken in de methode Naut, hebben een duidelijke plaats in de lesstof. Per thema staan naast de openingsplaat alle begrippen die in het thema aan de orde komen. U kunt deze begrippen even kort doornemen, voorkennis inventariseren en ze toelichten. Alle begrippen worden, als zij voor het eerst in de lesstof aan de orde komen, vet gedrukt en uitgelegd. In stap 2 van les 4 staan alle begrippen nog een keer met uitleg genoemd. In het register achter in het lesboek Naut groep 6 Proeflessensyllabus Naut in het kort 3

5 zijn de begrippen ook nog eens in alfabetische volgorde opgenomen. Hier staat ook de verwijzing naar de plek waar ze in het lesboek in de context terugkomen en naar de begrippenpagina staan. Het aantal begrippe is beperkt tot 10 penr thema. Dat zijn 50 begrippen in een leerjaar. Omdat het erom gaat dat leerlingen de begrippen echt begrijpen en kunnen hanteren, is het aantal begrippen beperkt tot deze 50 in totaal. Om die reden is ook niet gekozen voor algemene defi nities. De begrippen maken in heldere taal duidelijk waar het om gaat. Samenhang: Meander, Naut en Brandaan Naut is een opzichzelfstaande methode voor natuur & techniek, maar bijzonder is dat de methode ontwikkeld is in samenhang met de methodes Brandaan voor geschiedenis en Meander aardrijkskunde. Die samenhang is op de volgende wijze vormgegeven: Elke methode heeft dezelfde opbouw en structuur. Elke methode hanteert dezelfde didactiek. Elke methode is gekoppeld aan een karakter. De karakters zijn in een verhaallijn met elkaar verweven. In het begin- en slotverhaal van iedere jaargroep ontmoeten de drie karakters elkaar. In de bakkaarten worden vanuit de vakken relaties gelegd met de andere vakgebieden. De materialen zijn voor elke methode gelijk. Voor groep 3 en 4 is er één Leer-doeboek dat bij alle drie de methodes hoort. Inhoudelijke en didactische keuzes Opbouw van het les- en werkboek Naut is een thematisch-concentrische methode met een lesboek en een werkboek. Elk leerjaar is opgedeeld in vijf thema s. Na twee jaar herhalen de thema s zich. Elk thema is opgebouwd uit vier lessen. Basisles 1 Deze les begint altijd met een thema-opening die bestaat uit een indrukwekkende openingsfoto of illustratie. Deze plaat maakt kinderen enthousiast voor het thema en daagt hen uit er meer over te willen weten. Er wordt aandacht besteed aan begrippen die in het thema aan de orde gaan komen. De les telt vier stappen, zowel in het lesboek als in het werkboek. In stap 4 wordt de les afgerond met een samenvatting: Dit weet ik nu. Leerlingen kunnen zo controleren of ze de inhoud van de les goed begrepen hebben. Basisles 2 en 3 Deze lessen hebben geen thema-opening en zijn verder identiek aan les 1. Basisles 4 Les 4 is net als de lessen 1 t/m 3 opgebouwd uit vier stappen. Stap 1 en 2 herhalen de stof; stap 3 en 4 bieden verdieping en verrijking aan. Stap 1 is een samenvatting van de voorafgaande drie lessen, in de vorm van een strip. De Naut groep 6 Proeflessensyllabus Naut in het kort 4

6 informatie die telkens te lezen is in Dit weet ik nu wordt voor de kinderen op deze manier ondersteund door beeld. Dit is met name voor taalzwakke kinderen een goede ondersteuning en helpt hen de lesstof beter te onthouden. Stap 2 bestaat uit een geïllustreerde begrippenlijst waarin de aangeboden begrippen, met uitleg, nog eens op een rijtje zijn gezet. Stap 3 en 4 zijn vormgegeven als een tijdschrift en geven extra informatie over het onderwerp of voegen er iets aan toe. Deze informatie wordt niet in de toets teruggevraagd. Naut groep 6 Proeflessensyllabus Naut in het kort 5

7 6 Naut Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 6

8 Thema 4 Voortplanting thema 4 Voortplanting les 1 les 2 les 3 les KIJKEN Bekijk de themaplaat. Vraag: Worden de vogels gevoerd door de vader of de moeder? (Kan allebei.) Kunnen de jongen al vliegen? Lijken de jongen op hun ouders? MENING Vraag: Wat is de taak van deze vogelouders? Wat zijn de taken van mensenouders? Waarom zullen ouders zoveel moeite voor hun jongen/kinderen doen? handleiding, pagina 2 Naut groep 6 Proeflessensyllabus handleiding 7

9 Voortplanting In de lente zie je jonge eendjes in de vijver, kikkervisjes in de sloot en plantsoenen vol jonge plantjes. Waar komt al dat nieuwe leven vandaan? Alles wat leeft, kan zich voortplanten. Dieren en planten zorgen dus zelf voor nieuw leven. Hoe doen ze dat? En hoe zorgen ze voor hun kinderen? Begrippen voortplanting eitje zaadje bevruchting broedzorg draagtijd nestblijver geboorte stamper meeldraad 73 LEZEN Laat de kinderen de tekst lezen. Vraag: Wat gebeurt er als een diersoort zich niet meer voortplant? ONTDEKKEN Ga terug naar de meningvraag. Vraag: Wat is de algemene reden dat mensen en veel dieren goed voor hun jongen zorgen? (Het voortbestaan van familie/soort.) 3 handleiding, pagina 3 Naut groep 6 Proeflessensyllabus handleiding 8

10 Les 1 Vader en moeder Lesdoelen De kinderen kunnen aangeven wat de rol van een vader en een moeder bij de voort planting is. kunnen uitleggen wat de rol van het eitje en het zaadje bij de bevruchting is. kunnen uitleggen wat bevruchting is en wanneer deze plaatsvindt. kunnen een voordeel noemen van het uitwisselen van eigenschappen bij geslachtelijke voortplanting. Begrippen voortplanting eitje zaadje bevruchting Lesschema (max 50 min.) Stap 1 10 min. Stap 2 10 min. Stap 3 15 min. Stap 4 10 min. Dit weet ik nu 5 min. thema 4 les 1 Vader en moeder les 2 les 3 les 4 Alle levende wezens kunnen zicht voortplanten. Zo ontstaat er steeds weer nieuw leven. De voortplanting zorgt ervoor dat mensen en dieren niet uitsterven. STAP 1 Puppy s van Tara vraagt Bram. Wilde je een zoon met bruine ogen die van skaten houdt? Daar heb ik niet op gelet, zegt mama lachend. Ik vond papa gewoon leuk. Hij is heel handig, dat wel. Daarin lijk jij op hem. Hij is ook netter dan ik. Dat heeft Roos van hem. En de baby? vraagt Roos. Waarin zal die op papa lijken? Dat is een verrassing, zegt papa. De baby krijgt eigenschappen van mama én van mij. Maar welke? Dat merken we wel. 74 Eindelijk zijn ze het allemaal eens. Hond Tara mag één keer een nestje. Dat is de natuur, zegt mama. Dieren willen graag kinderen. Net als de meeste mensen. Maar wie wordt de vader van Tara s puppy s? Bij mensen en (bijna alle) dieren is er een vader nodig. Anders komen er geen kinderen. Speels, stoer of lief? De vader is belangrijk. Want de kinderen en puppy s lijken op hun vader én op hun moeder. Kiezen is moeilijk. Mama wil lieve puppy s, Bram speelse, papa stoere en Roos wil puppy s die je kunt kammen. Hoe heb jij papa gekozen? Iedereen vindt andere eigenschappen belangrijk voor de pups. Ga naar STAP 1 in je werkboek. VOORAF KIJKEN LEZEN Laat de kinderen de tekst zelfstandig lezen. BESPREKEN Vraag: Lijken jullie op jullie broers/zussen? En op jullie vader/moeder? Denk niet alleen aan uiterlijk maar ook aan karakter. Laat de kinderen hardop nadenken. Laat de kinderen de foto bekijken. Vraag: Lijken de kinderen op hun ouders? Lijken ze op elkaar? Vraag: Wat zijn eigenschappen? (Uiterlijk, karakter, vaardigheden.) Laat de kinderen de eigenschappen van Brams vader opsommen. 4 handleiding, pagina 4 Naut groep 6 Proeflessensyllabus handleiding 9

11 thema 4 STAP 1 Materialen Basis Lesboek: pagina 74 t/m 77 Werkboek: pagina 52 t/m 55 Handleiding: pagina 4 t/m 11 Meer Achtergrondinformatie: pagina 36, 38 Bakkaart: 19 t/m 24 Digitaal schoolbord: les 1 les 1 Vader en moeder Puppy s van Tara les 2 les 3 les 4 1 Kijk nog eens naar het plaatje in je lesboek. Waarom denken Bram, Roos, papa en mama allemaal aan een andere vaderhond voor de puppy s van Tara? Kruis aan. De vaderhond komt bij Tara wonen. Zonder goede vader komen er geen puppy s. X Iedereen wil puppy s met andere eigenschappen. UITGEBREIDER Laat de kinderen de illustratie bekijken. Licht toe wat een stamboom is. Laat de kinderen zelf een stamboom maken met hun ouders en eventuele broers en zussen. (Namen opschrijven.) BESPREKEN Vraag: Stel je voor dat Bram zijn zin krijgt. Weet je dan zeker dat Tara allemaal speelse puppies krijgt? (Nee, die eigenschap hoeft niet op de puppies over te gaan.) 2a Brams ouders weten niet hoe de baby eruit gaat zien. Waarom niet? Omdat de baby eigenschappen van vader en moeder heeft. Maar niemand weet welke eigenschappen. b Bekijk de stamboom. Hoe denk jij dat de baby eruit gaat zien? Maak een tekening in het lege vakje. Ga naar STAP 2 in je lesboek handleiding, pagina 5 Naut groep 6 Proeflessensyllabus handleiding 10

12 Les 1 Vader en moeder STAP 2 Vrouwtjes versieren Verderop in de straat woont Flap. Hij houdt van rennen. Hij houdt van knuffelen. Hij is lief en best stoer. Hij mag de vader van Tara s puppy s worden. Maar vindt Tara dat ook? alvast een nest. Als het vrouwtje komt kijken, gaat het mannetje haar voeren. Zo laat hij zien dat hij een goede vader zal zijn. Vogelmannetjes hebben meer manieren om vrouwtjes te versieren. Ze zingen prachtig, pronken met hun veren en dansen. Net mensen eigenlijk. Tara en Flap maken kennis met elkaar. Laat ze maar samen in de tuin, zegt mama. Wat gaan ze dan doen? vraagt Roos. Flap gaat indruk maken op Tara, zegt mama. Tara moet hem leuk vinden. Anders jaagt ze hem weg. Tara kiest. Goede mannetjes Net als mensen willen vrouwtjesdieren goede vaders voor hun kinderen. Daarom doen mannetjes erg hun best. Voor vogels is het belangrijk dat het mannetje zorgzaam is. Daarom bouwen veel vogelmannetjes Fazantenhanen hebben prachtige veren. Ze voeren schijngevechten met elkaar om indruk te maken op de vrouwtjes. Na een tijdje blaft Tara. Ze wil naar binnen. Tara kwispelt, zegt Bram. Krijgt ze nu puppy s? vraagt Roos. Dat merken we snel genoeg, zegt mama. Ga naar STAP 2 in je werkboek. 75 LEZEN Laat de kinderen de tekst zelfstandig lezen. BESPREKEN Vraag: Op welke eigenschappen letten vogelvrouwtjes bij hun keuze van een mannetje? Doen jongens ook stoer als ze meisjes willen versieren? En andersom? 6 handleiding, pagina 6 Naut groep 6 Proeflessensyllabus handleiding 11

13 STAP 2 Vrouwtjes versieren VOORAF Vertel: dieren praten niet als mensen, maar door hun gedrag vertellen ze precies wat ze bedoelen. 3 Mannetjesvogels doen hun best om een vrouwtje te lokken. Wat wil het mannetje hier zeggen? Trek een lijn. Het nest is al klaar. Wil jij er eieren leggen? Ik kan goed voor jou en de jongen zorgen. Ik ben de allermooiste. Zullen we een nestje maken? MAKKELIJKER Vertel om welke vogels het op de foto s gaat. (Roodborstje, pauw, fuut en reiger.) Vraag: Wat zijn op de foto s mannetjes? Wat zijn vrouwtjes? MOEILIJKER Laat de kinderen zelf benoemen om welke vogels het gaat. 4 Vrouwtjesdieren kiezen de vader van hun jongen met zorg. Waarom? Kruis aan. Omdat vrouwtjes altijd de baas willen spelen. X Omdat de jongen ook de eigenschappen van de vader krijgen. Om andere vrouwtjes jaloers te maken. Ga naar STAP 3 in je lesboek. 53 BESPREKEN Vraag: Kun je bij vogels net zo goed zien welk jong op de moeder lijkt en welk op de vader als bij mensen? Bij welke vogels zie je duidelijk wat een mannetje en wat een vrouwtje is? (Eenden, merels, enzovoort.) 7 handleiding, pagina 7 Naut groep 6 Proeflessensyllabus handleiding 12

14 Les 1 Vader en moeder thema 4 les 1 Vader en moeder les 2 les 3 les 4 STAP 3 76 Eitjes en zaadjes Drie weken later weten ze het zeker: Tara krijgt puppy s. Hoe kunnen de puppy s straks ook op Flap lijken? vraagt Roos. Die is er helemaal niet bij. Dat zal ik jullie laten zien, belooft papa. Naar het aquarium De volgende dag neemt papa Roos en Bram mee naar het Natuurmuseum. Daar is een groot aquarium. Een verzorger is de vissen aan het voeren. Papa vraagt: Kunnen we de voortplanting van vissen zien? Kom maar dicht bij de ruit staan, zegt de verzorger. Een vrouwtjesvis legt eitjes. Hier zie je de vrouwtjesvis. Ze legt eieren. Ze legt ze op een plek waar ze niet weg kunnen drijven. De eitjes hebben alleen eigenschappen van het vrouwtje. Nu komt het mannetje. Hij zwemt langs de eitjes. Dan spuit hij een wolkje zaad uit. Zo brengt hij zijn zaadjes bij de eitjes. De verzorger neemt Bram en Roos mee naar een andere ruit. Hier zie je bevruchte eitjes. Zie je dat er visjes in groeien? Die hebben eigenschappen van hun vader én hun moeder. Eitjes met zichtbare visjes. Ze zijn aan het groeien. Dat heet bevruchting. De zaadjes hebben alleen eigenschappen van het mannetje. Een mannetjesvis bevrucht de eitjes. Op de terugweg Als ze teruglopen naar huis zegt papa: Bij Tara gaat het ook zo. Zij had eitjes in haar buik. Flap deed er zaadjes bij. Na de bevruchting groeien er puppy s uit. En bij mama? vraagt Roos. Precies hetzelfde, zegt papa. En jullie zijn ook zo begonnen: als een piepklein bevrucht eitje in mama s buik. Ga naar STAP 3 in je werkboek. VOORAF Vertel dat voor de voortplanting bij bijna alle dieren een mannetje en een vrouwtje nodig zijn. LEZEN KIJKEN MAKKELIJKER Laat de kinderen de tekst zelfstandig lezen. Laat de kinderen de foto s bekijken. Vraag: Op welke foto s zie je eitjes? Op welke foto zie je een bevrucht eitje? Wat is bevruchting precies? Teken op het bord hoe de bevruchting gaat, dus mannetje, vrouwtje, eitje en zaadje. Teken hoe het zaadje in het eitje binnendringt. Vertel: Zijn zaadje en eitje één, dan kan er een jong visje groeien. 8 handleiding, pagina 8 Naut groep 6 Proeflessensyllabus handleiding 13

15 thema 4 les 1 Vader en moeder les 2 les 3 les 4 STAP 3 Eitjes en zaadjes 5 Vul in. Kies uit: zaadjes eitjes voortplanting Vrouwtjesdieren hebben eitjes in hun buik. Die kunnen worden bevrucht door zaadjes van een mannetje van dezelfde soort. Pas daarna groeien er jongen in de buik van het vrouwtje. Dit heet voortplanting. 6 Op de foto s zie je hoe er nieuw leven ontstaat in de buik van een vrouw. Zet de foto s in goede volgorde. Geef ze een nummer. VOORAF Vertel dat alle vrouwen en meisjes eitjes hebben. Dat geldt voor mensen en voor dieren. En jongens/mannen hebben zaadjes. SAMEN OEFENEN Bekijk de foto s met elkaar. Laat de kinderen vertellen wat er te zien is. 3 2 BESPREKEN Vraag: Op welke foto zie je de bevruchting? Welke foto s zijn genomen na de bevruchting? _N_ WB6413c: 3 bijna volgroeide baby Ga naar STAP 4 in je lesboek. BESPREKEN Vraag: Kunnen er na de eerste foto ook al jonge visjes uit de eitjes groeien? Waarom niet? Wat is het verschil tussen de bevruchting bij vissen en die bij mensen? 9 handleiding, pagina 9 Naut groep 6 Proeflessensyllabus handleiding 14

16 Les 1 Vader en moeder Dit weet ik nu STAP 4 Een mix van eigenschappen Beschuit met muisjes! De nieuwe baby is er. Bram en Roos hebben er een zusje bij. Bram kijkt of de baby op mama of op papa lijkt. Hij weet het niet. Dan kijkt hij naar de puppy s. Die zijn allemaal verschillend. Waarom lijken de puppy s niet op elkaar? vraagt Bram. Ze hebben toch dezelfde ouders? Mama lacht. Roos, jij en de baby toch ook? Niet hetzelfde, maar anders Baby s zijn een verrassing. Dat is zo bij dieren en bij mensen. Welke eigenschappen geeft de vader? Welke de moeder? Bij elke baby is dat anders. Dat is goed. Als baby s groter worden, zie je de verschillen beter. De één is superslim, de andere is handig, weer een ander is heel Alle levende wezens doen aan voortplanting. Anders zouden ze uitsterven. Voor de voortplanting van mensen en dieren zijn een man en een vrouw nodig. De eigenschappen van de moeder zitten in het eitje. De eigenschappen van de vader zitten in het zaadje. Als eitje en zaadje samenkomen heet dat bevruchting. Elk kind/jong heeft daarom eigenschappen van de vader én de moeder. creatief. Al die eigenschappen zijn nodig. Stel je voor dat je een voetbalteam met alleen maar verdedigers had. Dat team zou nooit scoren. De pups zijn geboren! Ze zijn allemaal verschillend. Weetje: Rashonden hebben een stamboom. Daarin staat wie hun ouders, oma s, opa s, tantes en ooms zijn. Als je een nestje wilt, moet je daarnaar kijken. De ouders moeten geen familie zijn. Dan hebben de puppy s meer kans op ziekten. Dat komt doordat de ouders te veel dezelfde eigenschappen hebben. Ga naar STAP 4 in je werkboek LEZEN Lees de eerste alinea voor. Bespreek dan waarom Bram verwacht dat de puppy s op elkaar lijken. Laat de kinderen de rest van de tekst zelfstandig lezen. MOEILIJKER Vertel iets over tweelingen. Soms lijken die erg op elkaar: dan is één eitje gesplitst en tot twee baby s uitgegroeid. Soms lijken ze niet zo op elkaar. Dan zijn er twee verschillende eitjes bevrucht. BESPREKEN Vraag: Hoe komt het dat alle mensen verschillend zijn? Wat is daar goed aan? Wat is er lastig aan? (Soms snap je elkaar niet, of heb je heel andere interesses.) handleiding, pagina 10 Naut groep 6 Proeflessensyllabus handleiding 15

17 STAP 4 Een mix van eigenschappen MET Z N TWEEËN Laat de kinderen in tweetallen praten over de vragen. Laat hen samen de antwoorden formuleren. 7 Misschien ken je de Daltons wel uit de strip Lucky Luke. Deze broers zijn dol op banken overvallen. Ze zijn niet zo slim, maar wel erg koppig. In het echt lijken broers nooit zó erg op elkaar. Dat komt doordat: de vader en de moeder ook niet gelijk zijn. Hun kinderen hebben een mix van eigenschappen. 8 Stel dat je familieleden precies op jou leken. Net als bij de Daltons. Noem een voordeel: eigen antwoord Noem een nadeel: eigen antwoord Extra 1 Teken de stamboom van je familie. Begin met je opa s en oma s. Zet er ook ooms, tantes, neefjes en nichtjes in. 2 Welke eigenschappen heb je van je moeder? Heb je ook een eigenschap van je opa of oma? Trek in de stamboom lijntjes tussen jou en de familieleden op wie je lijkt. BESPREKEN Vraag hoe het samenwerken ging. Wie deed wat? Waren jullie het overal over eens? Gebruikten jullie verschillende eigenschappen bij het maken van de vragen? Welke? TERUGKIJKEN Vraag: Wie heeft er wel eens jonge katten, honden, cavia s, enzovoort gehad? Weet je wie de vader was? Leken de jongen op elkaar? En op hun moeder? Als geen van de kinderen zo n ervaring heeft, kunt u zelf met een voorbeeld komen handleiding, pagina 11 Naut groep 6 Proeflessensyllabus handleiding 16

18 Les 2 Goede en slechte ouders Lesdoelen De kinderen kunnen vertellen wat geboren worden is. kunnen het onderscheid benoemen tussen nestblijvers en nestvlieders en van beide een paar voorbeelden geven. kunnen aangeven hoe zoogdieren voor de geboorte hun voeding krijgen. kunnen het onderscheid aangeven tussen het geboren worden van een zoogdier, een vogel en een vis. Begrippen broedzorg draagtijd nestblijvers geboorte Lesschema (max 50 min.) Stap 1 10 min. Stap 2 10 min. Stap 3 15 min. Stap 4 10 min. Dit weet ik nu 5 min. thema 4 les 1 les 2 Goede en slechte ouders les 3 les 4 Dieren krijgen jongen, maar ze zorgen er niet op dezelfde manier voor. Elke diersoort doet het weer anders. Sommige dieren staan snel op eigen benen. Anderen blijven lang bij hun ouders. STAP 1 Een veilig nest Het paartje koolmezen heeft het druk. IJverig vliegen de vogels met takjes, veertjes en mos. Daarmee maken ze een warm nestje. Dan legt het vrouwtje eitjes. Terwijl ze broedt, lijdt ze geen honger. De koolmeesman brengt zijn vrouwtje eten. Eén ouder De moederpoes heeft geen hulp van de vader. Jonge katjes weten niet wie hun vader is. Maar hun moeder zorgt goed voor ze. Ze geeft ze te drinken. Ze houdt ze warm en schoon. En ze beschermt haar kinderen. De zorg voor de jongen heet broedzorg. Moederpoes beschermt haar jongen. 78 Koolmeesjes bouwen een nest. Drukke ouders Na tien dagen komen de eieren uit. De ouders vliegen af en aan met insecten. De hongerige jongen piepen om voedsel. Ondertussen houden de ouders ook het nest schoon. Al het afval gaat over de rand. Ouders gaan weg Kikkervisjes zorgen voor zichzelf. Hun ouders zitten op het land. Volwassen kikkers herkennen hun kinderen niet. Als ze er een tegenkomen, is dat een lekker hapje. Niet alle kikkers zijn slechte ouders. Sommige soorten dragen hun eitjes op hun rug. Net zo lang tot er kleine kikkertjes zijn. Er zijn ook kikkers die hun eitjes in hun bek nemen. Niet om op te eten, maar om uit te broeden. In kikkerdril zitten de eitjes van kikkers. Ga naar STAP 1 in je werkboek. 12 KIJKEN Laat de kinderen de foto s bekijken. Vraag: Op welke foto zie je zeker de moeder van de jonkies? Op welke kan het ook de vader zijn? Op welke foto zie je geen ouders? LEZEN Laat de kinderen de tekst zelfstandig lezen. BESPREKEN Vraag: Welke in de les genoemde dieren hebben de beste broedzorg? Wie kan nog een voorbeeld noemen van dieren die goed voor hun jongen zorgen? handleiding, pagina 12 Naut groep 6 Proeflessensyllabus handleiding 17

19 thema 4 STAP 1 Materialen Basis Lesboek: pagina 78 t/m 81 Werkboek: pagina 56 t/m 59 Handleiding: pagina 12 t/m 19 Meer Achtergrondinformatie: pagina 36, 39 Bakkaart: 19 t/m 24 Digitaal schoolbord: les 2 les 1 les 2 Goede en slechte ouders les 3 les 4 Een veilig nest 1 Kijk nog eens naar de plaatjes in je lesboek. a Welke dieren zorgen samen voor hun jongen? koolmezen b Wat zijn de taken van vader koolmees? De moeder en de jongen voeren. Het nest schoonhouden. c Wat zijn de taken van de moeder? De eieren uitbroeden. De jongen voeren. VOORAF Vertel dat vooral bij vogels de vaders veel aan de broedzorg doen. Vraag: Waarom is dat? (De eieren mogen tijdens het broeden niet koud worden.) BESPREKEN Vraag: Welke twee foto s laten de moeder zien? Vraag waarom dat zo zeker is UITGEBREIDER Laat de kinderen zelf een foto/ afbeelding zoeken waarop een ouderdier met jong staat. Vraag: Is het de vader of de moeder? Hoe weet je dat? 2 Zie je een moederdier of een vaderdier op de foto? Denk goed na. Op welke twee foto s zie je zeker een moederdier? Vul in. foto 2 en foto 4. Ga naar STAP 2 in je lesboek handleiding, pagina 13 Naut groep 6 Proeflessensyllabus handleiding 18

20 Les 2 Goede en slechte ouders STAP 2 Lang of kort in de buik In een hol of in het gras Konijnen worden geboren in een nest onder de grond. Het is er warm, zacht en veilig. Een hol lijkt op de buik van de moeder. Er is alleen meer ruimte. Een konijntje blijft in het hol tot het op eigen pootjes kan staan. Bij een haas is dat anders. Hazen worden geboren in een nest in het gras. Roofdieren kunnen er makkelijk Is dit een haas of een konijn? Je moet goed kijken om het te zien. Het is een haas. Bij pasgeboren haasjes en pasgeboren konijntjes zie je het verschil veel duidelijker. Af of niet af? Een konijntje groeit dertig dagen in de moederbuik. Dat heet de draagtijd. Daarna wordt het geboren. Bij een haas is de draagtijd vijftien dagen langer. In die tijd krijgt het jong haartjes en tandjes. De ogen worden afgemaakt en de spieren ook. Meteen na de geboorte kan een haasje kijken en rennen. Een konijntje kan dat niet. Het is blind en heeft nog geen haar. Een konijn wordt dus geboren voordat het echt af is. Waarom zou dat zo zijn? Nestje konijntjes. Nestje haasjes. bij. Jonge hazen moeten kunnen vluchten. Daarom zijn ze bij de geboorte al een echte haas. Konijnen zijn nestblijvers. Ze hebben nog lang zorg van hun moeder nodig. Hazen zijn nestvlieders. Ze kunnen snel voor zichzelf zorgen. Ga naar STAP 2 in je werkboek. 79 KIJKEN Laat de kinderen de twee rechter foto s vergelijken. Vraag: Welke jongen zijn het oudst? Vertel dat ze allebei net geboren zijn. LEZEN VERTELLEN BESPREKEN Lees de tekst gezamenlijk. Leg een verband met de foto s. Vraag: Hoe lang zit een haasje in de buik? Vertel: Bij vogels heb je ook nestblijvers en nestvlieders. Vraag: Hoe ziet een jong eendje eruit? Wat is dat, een nestvlieder of een nestblijver? En de jonge vogels van de themaplaat? Vraag: Wat is het verband tussen draagtijd en hoe snel de jongen voor zichzelf kunnen zorgen? (Nestvlieders blijven langer in de buik/ het ei en korter in het nest.) 14 handleiding, pagina 14 Naut groep 6 Proeflessensyllabus handleiding 19

21 STAP 2 Lang of kort in de buik VOORAF Herhaal nog even het verband tussen draagtijd, broedzorg en nestvlieder/nestblijver. B R R 3a Zet een rood kruisje bij de nestblijvers. b Zet een blauw kruisje bij de nestvlieders. c Welke zinnen horen bij welk dier? Trek een lijn. Ik word na dertig dagen geboren. Dan ben ik blind en kaal. B ezeltje MET Z N TWEEËN Eén kind zegt de ik-zinnetjes, de ander zegt om welk dier het gaat. Samen bespreken ze de antwoorden. Ik word na 45 dagen geboren. Dan ben ik helemaal af. mereltje konijntje Ik word na ruim elf maanden geboren. Ik eet na drie dagen al zelf gras. haasje ANDERE LEERSTIJL Ik kom na veertien dagen uit het ei. Ik krijg twintig dagen voer van mijn ouders. Laat de duo s ook ik-zinnetjes als bij vraag 3 bedenken voor de giraf en de beer. 4 Bruine beren worden geboren in een hol. Giraffes worden geboren op open vlaktes. Een giraf moet kort daarna weer met de kudde mee. a Is een giraf een nestblijver of een nestvlieder? nestvlieder b Waarom zijn bruine beertjes nestblijvers? In het begin kunnen ze nog niks, daarom worden ze geboren op een veilige plek. Ga naar STAP 3 in je lesboek. 57 BESPREKEN Vraag: Wie heeft een huisdier gehad dat jongen kreeg? (Zie ook de vorige les.) Hoe zagen die eruit? Waren het nestblijvers of nestvlieders? 15 handleiding, pagina 15 Naut groep 6 Proeflessensyllabus handleiding 20

22 Les 2 Goede en slechte ouders thema 4 les 1 les 2 Goede en slechte ouders les 3 les 4 STAP 3 Geboren worden Wanneer wordt een vogel eigenlijk geboren? Als het ei is gelegd? Of als de vogel uit het ei komt? Kijk eens naar de groei van een kuiken in het ei. Eerst is er bijna niks. In 21 dagen groeit in het ei een Het kuiken wordt geboren. kuiken. Het kuiken groeit niet van niets. Het ei zit vol voedsel. Het kuiken is klaar als het voedsel op is. Dan komt de krachttoer: uit het ei breken. Dat is geboren worden. Vogels, reptielen, amfibieën en vissen leggen meestal eieren. Vogels gaan erbovenop zitten. Dan blijven de eieren lekker warm. Er zijn soorten vissen die de eieren ook uitbroeden. In een soort buidel op hun lijf. Of in hun bek. 80 Weetje: Baby s weten dat ze aan een borst moeten zuigen. Zeeschildpadjes rennen naar zee. Reekalfjes houden zich bij gevaar doodstil. Dit gedrag is aangeboren. Dat wil zeggen dat de ouders het niet aan hun jongen leren. Een ander woord voor aangeboren gedrag is instinct. Rennen voor je leven Zeeschildpadjes hebben het meteen moeilijk als ze geboren worden. Hun moeder begraaft de eieren in het zand. De zon broedt de eieren uit. De zeeschildpadjes komen uit het ei. Er is geen vader of moeder om hen te beschermen. In de verte is de zee. Daar rennen de zeeschildpadjes naartoe. Ze komen er lang niet allemaal aan. Grote vogels lusten best een zeeschildpadje. Daarom leggen zeeschildpadden een heleboel eieren. Als je kinderen gevaar lopen, kun je er maar beter veel hebben. Dan blijven er altijd wel een paar over. Niemand hoeft de schildpadjes te vertellen dat ze naar de zee moeten rennen. Ga naar STAP 3 in je werkboek. VOORAF Stel de vraag over eieren uit de inleiding. Laat de kinderen argumenten geven. KIJKEN LEZEN BESPREKEN Bekijk de ontwikkeling van het kuiken. Vraag: Wanneer is het ei gelegd? Wanneer is het kuiken af? Wanneer wordt hij geboren? Laat de kinderen de tekst zelfstandig lezen. Vraag: Is het kuiken een nestblijver of een nestvlieder? (Een nestvlieder.) En de zeeschildpad? (Een nestvlieder.) Wat doet de kip in de tijd dat het kuiken in het ei groeit? (Broeden.) 16 handleiding, pagina 16 Naut groep 6 Proeflessensyllabus handleiding 21

23 VOORAF thema 4 les 1 les 2 Goede en slechte ouders les 3 les 4 STAP 3 Geboren worden Lees de eerste zin. Vraag: Hoe kan dat? Is dat raar? Bij welke dieren gebeurt dat ook? (Bijvoorbeeld bij kikkers.) 5 Zeeschildpadden worden door hun ouders verlaten voordat ze geboren worden. a Bij zoogdieren kan dat niet, omdat: ze in de buik van hun moeder groeien tot ze geboren worden. b Bij vogels kan dit ook niet, omdat: ze hun eieren uitbroeden. SAMEN OEFENEN/MAKKELIJKER Bekijk de foto s van vraag 6 samen. Vertel dat de ringslang haar eieren uitbroedt. Daarna laat ze ze achter. De eieren zijn dus niet beschermd. Beantwoord vraag 6 plenair. BESPREKEN De python beschermt haar eieren. De ringslang zorgt niet voor haar eieren. De ratelslang baart levende jongen. Leg de goede antwoorden uit aan de hand van voorbeelden. Vraag bijvoorbeeld: Wat gebeurt er met poesjes als hun moeder ze niet verzorgt? En met kippeneieren? 6 Vul in. Kies uit: python ringslang ratelslang Een ringslang legt waarschijnlijk de meeste eieren. Een ratelslang wordt geboren als hij uit de moeder komt. Een ringslang en een python worden uit een ei geboren. Ga naar STAP 4 in je lesboek handleiding, pagina 17 Naut groep 6 Proeflessensyllabus handleiding 22

24 Les 2 Goede en slechte ouders Dit weet ik nu STAP 4 Groeien in de buik Weet je nog iets van je eigen geboorte? Het moment dat je uit de buik van je moeder kwam? Misschien hebben je ouders erover verteld. Of heb je foto s gezien van toen je een uurtje oud was. Zeker is dat je begon als een eitje en een zaadje. Je was zo klein als een speldenknop. In negen maanden groeide je enorm. Waarvan eigenlijk? Alle dieren hebben een vader en een moeder. Sommige dieren worden voor de geboorte al in de steek gelaten. Zoogdieren worden geboren als ze uit de moeder komen. Vogels en veel andere dieren als ze uit het ei komen. Nestblijvers zijn kaal en blind bij de geboorte. Nestvlieders kunnen zichzelf al redden. Zoogdieren groeien in de buik van de moeder. Ze krijgen voedsel via de navelstreng. Bij vogels, reptielen, amfibieën en vissen zit de voeding in het ei. Een baby in de buik van de moeder. De navelstreng In de buik eet de baby met de moeder mee. De voedingsstoffen gaan niet via de mond, maar door de navelstreng. Een baby zit met een navelstreng aan de moeder vast. Ook zuurstof gaat door de navelstreng. De baby hoeft in de buik nog niet zelf te ademen. Baby s in de buik moeten vooral groeien. En af en toe bewegen. Dan weet de moeder dat de baby leeft. Los van moeder Na de geboorte wordt de navelstreng doorgeknipt. Je hebt er nog een litteken van: je navel. Als de navelstreng is Deze baby is acht maanden en doorgeknipt, moet kan nog niet lopen. Is het een de baby aan het werk. nestvlieder of een nestblijver? Ademen, huilen en zuigen. Dat zijn de eerste dingen die pasgeboren baby s doen. Ga naar STAP 4 in je werkboek. 81 VOORAF Vraag: Waarvan groeit een vogel in het ei? Waarvan groeit een zoogdier in de buik? LEZEN BESPREKEN MAKKELIJKER Lees de tekst samen en laat de kinderen erop reageren. Vraag: Wat kan een baby van een maand oud? Wat gebeurt er als de moeder het kind nu in de steek laat? Wanneer kan een mensenkind voor zichzelf zorgen? Bediscussieer de antwoorden. Teken een baby met navelstreng op het bord. Vertel: Door de navelstreng gaat het bloed van de moeder, met voedingsstoffen en zuurstof. Vraag: Waarom kan een baby in de buik niet ademen? 18 handleiding, pagina 18 Naut groep 6 Proeflessensyllabus handleiding 23

25 STAP 4 Groeien in de buik 7a Alle zoogdieren hebben een navel, omdat: ze met een navelstreng vastzaten aan hun moeder. b Heeft een kuikentje ook een navel? Leg je antwoord uit. Nee. Vogels groeien in een ei. 8 Kruis het goede antwoord aan. a In de buik krijgt een baby voedingsstoffen en zuurstof via: de mond X de navelstreng b Na de geboorte krijgt de baby voedingsstoffen via: X de mond de navelstreng c De baby ademt dan door: de navelstreng X de longen BESPREKEN Vraag: Waaraan zit de navelstreng vast? Laat de kinderen dat uit de afbeelding in het lesboek afleiden. Vertel dat de navelstreng niet aan de navel van de moeder vastzit maar aan de zak waar de baby in groeit. TERUGKIJKEN Laat de kinderen van de plaatjes in les- en werkboek een dier kiezen. Praat over broedzorg, draagtijd en zelfstandigheid van de jongen bij elk gekozen dier. Extra 1 Lees de tekst over de haasjes en konijntjes in stap 2 nog eens. Schrijf net zo n tekst over mensenbaby s: hoe lang zitten ze in de buik, wat kunnen ze als ze net geboren zijn, hoe lang duurt het voordat ze kunnen zitten, lopen en praten? 2 Zoek leuke foto s van baby s op internet. Print ze uit en plak ze bij je tekst handleiding, pagina 19 Naut groep 6 Proeflessensyllabus handleiding 24

26 Les 3 Over bloemen en bijen Lesdoelen De kinderen kunnen twee manieren van voortplanting bij planten noemen. kunnen in een bloem meeldraden en stamper onderscheiden en hun functie benoemen. kunnen de link leggen tussen stuifmeel bij planten en zaadcellen bij dieren en de functie van een vrucht benoemen. kunnen minstens twee voorbeelden van ongeslachtelijke voortplanting noemen. Begrippen stamper meeldraden Lesschema (max 50 min.) Stap 1 10 min. Stap 2 10 min. Stap 3 10 min. Stap 4 10 min. Dit weet ik nu 5 min. thema 4 les 1 les 2 les 3 Over bloemen en bijen les 4 Alles wat leeft, kan zich voortplanten. Bij dieren bevrucht het zaad van het mannetje het eitje van het vrouwtje. In het ei of in de buik van de moeder groeien de jongen verder. Maar hoe gaat dit allemaal bij planten? STAP 1 Plantdag Joep houdt van planten. Maar hij woont op een flat. Hassans ouders hebben een volkstuin. Hassan moet vaak helpen. Voor de gezelligheid neemt hij Joep mee. Lente Het is vroeg in de lente. Er staat bijna niets in de tuin. Vandaag is het plantdag. Hassans moeder is al in de tuin. De grond is gespit en geharkt. Joep en Hassan gaan zaaien en planten. Hassan strooit de zaadjes van de worteltjes in geultjes. Joep stopt aardbeienplantjes in de grond. Het zijn eigenlijk kleine stukjes plant. Twee manieren Planten kunnen zich op twee manieren voortplanten: door zaden en door stukjes plant. Maken aardbeien dan geen zaden? vraagt Joep aan Hassans moeder. Alle planten maken zaden, zegt ze. Maar met stukjes plant gaat het planten vaak makkelijker. Joep heeft nog meer vragen over planten. Ik wil je best alles uitleggen, zegt Hassans moeder. Maar je kunt ook vaker naar de tuin komen. Dan kun je zelf zien hoe de planten groeien en bloeien. Ga naar STAP 1 in je werkboek. 82 VOORAF Praat met de kinderen over werken in de (moes)tuin. Wie helpt wel eens? Vraag: Hoe komen er nieuwe planten in de tuin? LEZEN Lees samen de tekst stukje voor stukje. Ga even in op de werkwoorden planten en zaaien. Wat is het verschil? BESPREKEN Laat de kinderen net als Joep nog meer vragen over (voortplanting van) planten bedenken. Elk kind schrijft zijn vraag op een papiertje. 20 handleiding, pagina 20 Naut groep 6 Proeflessensyllabus handleiding 25

27 thema 4 STAP 1 Materialen Basis Lesboek: pagina 82 t/m 85 Werkboek: pagina 60 t/m 63 Handleiding: pagina 20 t/m 27 Meer Achtergrondinformatie: pagina 36, 40 Bakkaart: 19 t/m 24 Digitaal schoolbord: les 3 Plantdag les 1 les 2 1 Kijk naar het plaatje in je lesboek. a Welke planten groeien uit zaden? tuinboon, maïs, wortel les 3 Over bloemen en bijen b Welke planten groeien uit een ander deel van de plant? aardappel, aardbei, knoflook R R B les 4 VOORAF Bespreek wat je in de grond stopt bij zaaien (zaad) en wat bij planten (bollen, stukjes knol, delen van plantjes, hele plantjes). ANDERE LEERSTIJL Laat de kinderen in groepjes een toneelstukje opvoeren. Eén kind is verkoper in een tuin centrum. De anderen zijn klanten. Ze moeten de ver koper door de juiste aan wij zingen duidelijk maken wat ze willen. De verkoper moet de juiste producten zoeken. B BESPREKEN Laat zonnebloempitten en bolletjes zien. Laat de kinderen zelf bedenken op welke plek van een plant die zitten en wat het verschil is. 2 Wat moet je zaaien? Zet er een rood kruisje bij. Wat moet je planten? Zet er een blauw kruisje bij. Ga naar STAP 2 in je lesboek handleiding, pagina 21 Naut groep 6 Proeflessensyllabus handleiding 26

28 Les 3 Over bloemen en bijen STAP 2 Van boontje tot boon Joep gaat elke zaterdag met Hassan en zijn moeder mee naar de tuin. Hij schoffelt en wiedt. Hij bindt de tuinbonen op en kijkt hoe ze bloeien. In juli plukte hij samen met Hassan de tuinbonen. Hij heeft gezien hoe ze groeiden en bloeiden. Oogsten In juli plukten Hassan en Joep de peulen. In de peulen zaten groene tuinbonen. Die bonen kun je eten, maar niet zaaien. Daarom lieten ze aan elke plant een paar peulen zitten. In deze peulen groeiden de bonen nog wat verder. Volgend jaar kunnen ze deze zaden zaaien. Dan worden het nieuwe tuinbonenplanten. Zo groeit een tuinbonenplant. Zaden, bloemen, peulen Uit het zaadje groeide de plant. Eerst kreeg die bladeren. Daarmee kon hij zelf voedsel maken uit zonlicht. Daarna kreeg hij bloemen. Joep heeft gezien dat insecten in de bloem kropen. Maar hij kon niet zien wat ze daar deden. later werden de bloemen slap en vielen ze eraf. Op de plek van de bloem groeide toen een peul. Bloemen en bijen Joep en Hassan hebben alles gezien. Toch hebben ze nog vragen. Waarom groeien peulen op de plek van de bloemen? Waarom worden aardappelbloemen geen aardappels? Waarom zit er een peul om de zaden? En hoe zit het met die bijen? vraagt Hassan aan zijn moeder. Ga naar STAP 2 in je werkboek. 83 KIJKEN Bekijk de ontwikkeling van de tuinboon in het lesboek. Vraag: Is deze plant gezaaid? Waar groeien de zaden? Wat zat er eerst op die plek? LEZEN MAKKELIJKER MOEILIJKER Laat de kinderen de tekst zelfstandig lezen. Laat een kind in eigen woorden vertellen hoe een boontje tot boon wordt. Vul zelf aan als het niet goed gaat of laat een ander kind dit doen. Doe dit eventueel nog een keer. Vraag: Op welk plaatje zijn de tuinbonen rijp? Eten wij onrijpe of rijpe bonen? (Onrijpe.) Wat betekent rijp voor een plant? (Klaar om nieuwe planten te worden.) 22 handleiding, pagina 22 Naut groep 6 Proeflessensyllabus handleiding 27

29 STAP 2 Van boontje tot boon VOORAF Vertel dat een peul de vrucht van de plant is. Vraag: Welke vruchten ken je nog meer? Hebben die zaden? 3 Kijk naar de foto s in je lesboek. a Op welke plaatsen komen de peulen? op de plaatsen van de bloemen b Waar vind je de zaden van de plant? in de peulen 4 Hoe groeit een pruim aan een pruimenboom? Wat is er eerst, wat komt daarna? Zet de plaatjes in de goede volgorde. Geef ze een nummer. UITGEBREIDER/ANDERE LEERSTIJL Laat de kinderen in groepjes van vier onderschriften voor de illustraties bedenken. Elk kind neemt één onderschrift voor zijn rekening. 3 1 MOEILIJKER Neem een appelboom als voorbeeld en vraag de kinderen om de verschillende fases te benoemen van appelzaadje tot appel. Vraag: Duurt dit even lang als bij een tuinboon? (Nee, veel langer.) 4 2 Ga naar STAP 3 in je lesboek. BESPREKEN Vergelijk de pruim met de tuinboon. Vraag: Wat zijn de overeenkomsten? handleiding, pagina 23 Naut groep 6 Proeflessensyllabus handleiding 28

30 Les 3 Over bloemen en bijen thema 4 les 1 les 2 les 3 Over bloemen en bijen les 4 STAP 3 De postbode Hassans moeder vertelt. Zaden zijn de kinderen van planten. Net als bij mensen en dieren groeien ze uit iets van een mannetje en iets van een vrouwtje. Man én vrouw Wat voor iets? vraagt Joep. Hassans moeder plukt twee bloemetjes van de braamstruiken rond de tuin. In het midden van de bloem zie je de stamper, zegt ze. Daarin zitten zoiets als de eitjes bij een dier. Er groeit alleen maar een plantenkind uit als er stuifmeel op de stamper komt. In de bloem zitten ook meeldraden. Die maken stuifmeel. Een stuifmeelkorrel is zoiets als een zaadje van een man. Volgen jullie het nog? Jawel, zegt Hassan. Planten zijn man én vrouw. Maar die bijen dan? Sterke planten Hassans moeder vertelt verder: Het stuifmeel moet naar de stamper in de bloem van een andere plant. Planten willen ook eigenschappen uitwisselen. Daar worden ze sterker van. Maar planten kunnen niet lopen. Daarom lokken ze insecten. Die brengen het stuifmeel van de ene plant naar de andere. 84 De bijen zijn dus postbodes! zegt Joep. Hassans moeder knikt. stamper meeldraden Weetje: Niet alle planten laten hun stuifmeel door insecten bezorgen. Maïs bijvoorbeeld stuurt zijn stuifmeel met de wind mee. Voor sommige mensen is het vervelend als er veel stuifmeel in de lucht zit. Ze krijgen dan last van hooikoorts. Slimme planten Na de bevruchting groeien de zaden in de stamper. Eromheen groeit een vrucht. Dat is niet altijd een peul. Een kers is ook een vrucht met een zaad erin. De vrucht beschermt de zaden. En dieren eten de vruchten graag op. De zaden poepen ze uit. Daardoor komen de zaden overal terecht. Slim van de planten, vindt Joep. Ga naar STAP 3 in je werkboek. VOORAF Vertel: Deze bij is een soort postbode. Vraag: Wat brengt hij rond? Van wie naar wie? LEZEN KIJKEN BESPREKEN Lees de tekst gezamenlijk. Lees zelf de tekst van Hassans moeder voor. Wijs al lezend aan waar stamper en meeldraden zitten, liefst in een echte bloem. Laat de kinderen op de foto de stamper en meeldraden aanwijzen en benoemen waar het stuifmeel zit en hoe dat de bloem bevrucht. Vergelijk de bevruchting van bloemen met de bevruchting bij vissen uit les 1. Wat zijn de overeenkomsten en de verschillen? (Bij een plant ontstaat een vrucht, bij een vis een eitje.) 24 handleiding, pagina 24 Naut groep 6 Proeflessensyllabus handleiding 29

31 VOORAF/MAKKELIJKER thema 4 les 1 les 2 STAP 3 De postbode les 3 Over bloemen en bijen les 4 Wijs op de bijen. Laat de kinderen de verschillen benoemen. Welke heeft al stuifmeel? Welke niet? 5 Kleur in de bloemen de meeldraden geel en de stamper rood. = rood = geel UITGEBREIDER Volg de route van elke bij. Vertel erbij wat de bij wil: zoveel mogelijk stuifmeel verzamelen voor de jonge bijen en de koningin. BESPREKEN Wijs erop dat het voor planten belangrijk is dat de bij meer bloemen van dezelfde soort bezoekt. Daarom doen bloemen alles om insecten te lokken met hun geur en kleur. 6 Kijk goed naar de stippellijntjes. Dat zijn de weggetjes die de bijen vliegen. Geef de weg van elke bij een andere kleur. Welke bij helpt het beste bij de bevruchting? Kleur deze bij geel. Ga naar STAP 4 in je lesboek handleiding, pagina 25 Naut groep 6 Proeflessensyllabus handleiding 30

32 Les 3 Over bloemen en bijen Dit weet ik nu STAP 4 Sprekend hun moeder Nu weet Joep dat zaden kinderen zijn van planten. Maar wat zijn aardappels dan? Hoe komt het dat daar ook een nieuwe plant uit groeit? Veel planten kunnen zich ook zonder bevruchting voortplanten, vertelt Hassans moeder. Uit een stukje van een plant groeit dan een nieuwe plant. Die heeft precies dezelfde eigenschappen als de ouderplant. Een kloon! roept Hassan. Precies, zegt Hassans moeder. Planten kun je makkelijk klonen. Planten groeien uit zaden of uit stukjes plant. Planten uit stukjes plant lijken sprekend op hun moeder. Planten uit zaden lijken op beide ouders. Alle planten kunnen zich voortplanten door bevruchting. Bloemen hebben meeldraden en/of stampers. Op de meeldraden zit stuifmeel. Als stuifmeel in de stamper komt, wordt de plant bevrucht. Hierna gaan er zaden groeien. De zaden zijn de kinderen van de plant. De zaden zitten in een vrucht. Veel planten kunnen zich ook zonder bevruchting voortplanten. De nieuwe planten zijn precies hetzelfde als de moederplant. Ga naar STAP 4 in je werkboek. Voortplanting door knollen. Voortplanting door uitlopers. Voortplanting door bollen. Voortplanting door stekken. Ga naar STAP 4 in je werkboek 85 VOORAF Vraag: Wat stop je in de grond als je zaait? Wat stop je in de grond als je plant? (Stukken van een plant.) KIJKEN LEZEN TERUGKIJKEN Laat de kinderen de afbeeldingen bekijken. Vraag: Welk stuk van de plant groeit hier uit tot een nieuwe plant? Laat de kinderen de tekst zelfstandig lezen. Laat de kinderen in groepjes elkaars vragen (van stap 1) bekijken en beantwoorden. Vraag: Zijn er vragen over? Leg die aan de klas voor. 26 handleiding, pagina 26 Naut groep 6 Proeflessensyllabus handleiding 31

33 STAP 4 Sprekend hun moeder 7 Veel planten kunnen zich voortplanten zonder bevruchting. Dat kan op verschillende manieren: Stekken: je zet stukjes plant in water of natte aarde tot ze wortels krijgen. Bol- en knolvorming: de planten maken bollen of knollen waaruit nieuwe planten groeien VOORAF Vertel wat een kloon is: een plant die alle eigenschappen van de moederplant heeft. Vraag: waarvan heeft een zaadje de eigenschappen? MAKKELIJKER Laat de kinderen op de foto s aanwijzen uit welk deel van de plant nieuwe plantjes groeien. stekken bolletjes zaden a Schrijf onder elk plaatje hoe de voortplanting gaat. Kies uit: zaden bolletjes stekken b Bij welke plant lijken de nieuwe planten niet sprekend op hun moeder? 3 (zonnebloem) BESPREKEN/UITGEBREIDER Geef de kinderen een zonnebloempit en een bolletje. Die mogen ze thuis planten (in de tuin of in een pot). Laat ze opschrijven hoe dat moet. Extra 1 Bijen houden van geel, vlinders van rood. Een vlinder heeft een lange tong om honing uit bloemen te halen. Teken bloemen voor deze insecten. Denk ook aan de stamper en meeldraden. 2 Welk fruit of welke groente vind jij lekker? Zoek op internet hoe het groeit. Zoek een plaatje van het zaadje, de bloem en de vrucht. Print die uit en plak ze op. Schrijf erbij wat het is handleiding, pagina 27 Naut groep 6 Proeflessensyllabus handleiding 32

34 Les 4 Goed om te weten Lesdoelen De kinderen toetsen hun kennis m.b.t. de begrippen. kunnen een aantal goede vaders uit het dierenrijk noemen. weten hoe een buideldier opgroeit. Lesschema (max 50 min.) Stap 1 10 min. Stap 2 15 min. Stap 3 10 min. Stap 4 10 min. Materialen Basis Lesboek: pagina 86 t/m 89 Werkboek: pagina 64 t/m 67 Handleiding: pagina 28 t/m 35 Meer Achtergrondinformatie: pagina 36, 41 Bakkaart: 19 t/m 24 Digitaal schoolbord: les 4 thema 4 les 1 les 2 les 3 les 4 Goed om te weten STAP 1 Samenvatting 86 Ga naar STAP 1 in je werkboek. 28 KIJKEN Laat de kinderen de strip bekijken. BESPREKEN Vergelijk de plaatjes van de bevruchting met de foto s in het werkboek op pagina 54. Vraag: Welke foto lijkt op de tekening? Wat is bevruchting precies? VERTELLEN Wijs op het plaatje van het kindje in de buik. Vraag: Waar zit de navel streng aan vast? Weet iemand wat er met de navelstreng gebeurt na de geboorte? handleiding, pagina 28 Naut groep 6 Proeflessensyllabus handleiding 33

35 MET Z N TWEEËN thema 4 les 1 STAP 1 Samenvatting les 2 les 3 les 4 Goed om te weten Laat de kinderen in tweetallen naar overeenkomsten zoeken tussen Bob en zijn ouders. Laat ze eventueel een broer of zus van Bob tekenen. 1 Bob lijkt op zijn vader én op zijn moeder. a Wat heeft hij van zijn vader? zijn neus b Wat heeft hij van zijn moeder? zijn mond c Stel, Bob krijgt een broer. Heeft die dan dezelfde mond en neus als hij? Leg uit. Dat kan, maar het hoeft niet. Elk kind krijgt eigenschappen van zijn vader en moeder, maar je weet van tevoren niet welke. UITGEBREIDER Zoek (van tevoren) naar nog meer foto s van pasgeboren nestblijvers. Bijvoorbeeld muis, hamster, kat en hond. Bekijk met de kinderen de verschillen en overeenkomsten. 2a Het kleine konijn op het plaatje bibbert van de kou. Hoe komt dat? Het heeft nog geen haar. b Kan dit konijn al voor zichzelf zorgen? nee c Wat zijn mensen, nestvlieders of nestblijvers? nestblijvers 64 Ga naar STAP 2 in je lesboek. 29 handleiding, pagina 29 Naut groep 6 Proeflessensyllabus handleiding 34

Naut. Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 2

Naut. Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 2 Naut Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 2 6 Thema 4 Voortplanting thema 4 Voortplanting les 1 les 2 les 3 les 4 72 2 KIJKEN Bekijk de themaplaat. Vraag: Worden de vogels gevoerd door de vader of

Nadere informatie

THEMA 4. Naut. Natuur en techniek LESWIJZER

THEMA 4. Naut. Natuur en techniek LESWIJZER THEMA 4 6 Naut Natuur en techniek LESWIJZER Naut Leswijzer Thema 4 Voortplanting Inhoud Themaopening 2 Les 1 4 Les 2 12 Les 3 20 Les 4 28 Omschrijving thema 36 Achtergrondinformatie 36 Extra informatie

Nadere informatie

De Vlaamse gaai is dol op eikels. De Vlaamse gaai is dus een boom-planter! Waarom zegt de Vlaamse gaai op het laatste plaatje Mijn boom mijn werk?

De Vlaamse gaai is dol op eikels. De Vlaamse gaai is dus een boom-planter! Waarom zegt de Vlaamse gaai op het laatste plaatje Mijn boom mijn werk? Lees de uitleg over de eik en de vlaamse gaai. Dit is een Vlaamse gaai, zie jij het eikeltje in zijn bek? Zie jij ook zijn dikke nek? Zijn keel zit ook vol eikels! De Vlaamse gaai is dol op eikels. In

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

en gezinsvorming Voortplanting Werkvormen: Lesdoelen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 5: Hoe ben ik geboren? Lesoverzicht Basis

en gezinsvorming Voortplanting Werkvormen: Lesdoelen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 5: Hoe ben ik geboren? Lesoverzicht Basis II Voortplanting en gezinsvorming Les 5: Hoe ben ik geboren? Lesoverzicht Werkvormen: Lesdoelen: Kinderen weten meer over de zwangerschap en geboorte van een baby. Kinderen weten hoe een baby in de buik

Nadere informatie

Raar, maar waar! deel 1. groep 3 en 4

Raar, maar waar! deel 1. groep 3 en 4 Raar, maar waar! deel 1 Natuur groep 3 en 4 Inhoud 1 Raar, maar waar! 3 2 Een vreemd ei 4 3 Spring er maar uit 5 4 Verstopt 6 5 Slim 7 6 Vlieg er niet in 8 7 Een kever met een luchtje 9 8 Een zware hap

Nadere informatie

Moeder Natuur BESCHUIT MET MUISJES

Moeder Natuur BESCHUIT MET MUISJES Naam: Moeder Natuur BESCHUIT MET MUISJES Bekijk het clipje: Beschuit met muisjes Groep: LES 8 - WERKBLAD 1 a) Weet je hoe het was toen jij een baby was? Bijvoorbeeld: Was je het eerste kind bij jou thuis

Nadere informatie

inhoud 1. Kom jij uit een ei? 2. Dieren uit een ei. 3. Vogels 4. Vissen 5. Insecten 6. Spinnen 7. Reptielen 8. Kikkers en padden 9.

inhoud 1. Kom jij uit een ei? 2. Dieren uit een ei. 3. Vogels 4. Vissen 5. Insecten 6. Spinnen 7. Reptielen 8. Kikkers en padden 9. Het ei inhoud. Kom jij uit een ei? 3. Dieren uit een ei. 5 3. Vogels 7 4. Vissen 8 5. Insecten 0 6. Spinnen 3 7. Reptielen 4 8. Kikkers en padden 5 9. Filmpje 6 Pluskaarten 7 Bronnen en foto s 9 Colofon

Nadere informatie

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Handleiding leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Handleiding leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen Handleiding leerkracht Vogels in de klas Introductieles Inhoud in het kort Voor de groepen 5-6 bieden we, naast verbale activiteiten, een werkblad aan waarmee de leerlingen aan de slag gaan. In deze les

Nadere informatie

Amfibieën. Les 1 Kenmerken amfibieën en de kikker. 1. De leerkracht vertelt dat de les gaat over hoe je amfibieën kunt herkennen.

Amfibieën. Les 1 Kenmerken amfibieën en de kikker. 1. De leerkracht vertelt dat de les gaat over hoe je amfibieën kunt herkennen. Amfibieën Les 1 Kenmerken amfibieën en de kikker Inhoud 1. De leerkracht vertelt dat de les gaat over hoe je amfibieën kunt herkennen. Hulpmiddel Prezi les 1: http://prezi.com/hwpatwdyvqpv/?utm_campaign

Nadere informatie

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting Zwijsen Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting Inhoud Inleiding 3 Materialen 3 Voor het eerst naar school 4 Doelstelling 4 Opbouw prentenboek en plakboek 4 Werkwijze 5 Ouders 5 2 Inleiding Voor

Nadere informatie

4 Gedrag. 4.2 Aapt een aap echt na? 4.4 Hoe leven dieren samen in een groep? 4.1 Opdrachten 1-24. 4.2 Opdrachten 1-20. 4.

4 Gedrag. 4.2 Aapt een aap echt na? 4.4 Hoe leven dieren samen in een groep? 4.1 Opdrachten 1-24. 4.2 Opdrachten 1-20. 4. 4 Gedrag DO-IT Datum 4.2 Aapt een aap echt na? 4.4 Hoe leven dieren samen in een groep? PARAGRAFEN Datum 4.1 Opdrachten 1-24 4.2 Opdrachten 1-20 4.3 Opdrachten 1-16 4.4 Opdrachten 1-16 Samenvatten Test

Nadere informatie

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN

KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN Vul de benamingen van onderstaande dieren in rooster 1 in. 10 3 6 18 16 12 8 23 21 22 19 5 9 17 4 15 14 20 27 1 7 2 13 26 24 25 11 KRUISWOORDRAADSEL

Nadere informatie

Naut. Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 2

Naut. Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 2 Naut Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 2 8 Thema 4 Voortplanting thema 4 Voortplanting les 1 les 2 les 3 les 4 72 2 VOORAF Vertel dat bij voortplanting vaak wordt gezegd: dat gaat over de bloemetjes

Nadere informatie

Weekprogramma: Week 1; 0 jaar De meegenomen foto s worden met de baby s bekeken. 1 jaar De kinderen wijzen zichzelf en de familie op foto s aan.

Weekprogramma: Week 1; 0 jaar De meegenomen foto s worden met de baby s bekeken. 1 jaar De kinderen wijzen zichzelf en de familie op foto s aan. Ik en mijn familie 2 februari starten we met het thema ik en mijn familie, tijdens deze drie weken staat de familie van het kind centraal. We starten daarom ook in de eerste week met de familie foto s.

Nadere informatie

Naut. Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 4

Naut. Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 4 Naut Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 4 6 Thema 4 Voortplanting thema 4 Voortplanting les 1 les 2 les 3 les 4 72 2 KIJKEN Bekijk de themaplaat. Vraag: Worden de vogels gevoerd door de vader of

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken) Voordoen (modelen, hardop denken) Waarom voordoen? Net zoals bij lezen, leren leerlingen heel veel over schrijven als ze zien hoe een expert dit (voor)doet. Het voordoen (modelen) van het schrijven van

Nadere informatie

Tuinvogels. Meer over onze koolmezen. Even voorstellen. Hier wonen ze. Echte natuur. Meer over de koolmees

Tuinvogels. Meer over onze koolmezen. Even voorstellen. Hier wonen ze. Echte natuur. Meer over de koolmees Overname en dupliceren van dit materiaal is alleen toegestaan voor educatieve en niet-commerciële doeleinden en alleen als het materiaal is voorzien van een bronvermelding. Vogelbescherming Nederland,

Nadere informatie

Naut. Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 1

Naut. Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 1 Naut Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 1 8 Thema 4 Voortplanting thema 4 Voortplanting les 1 les 2 les 3 les 4 72 2 VOORAF Vertel dat bij voortplanting vaak wordt gezegd: dat gaat over de bloemetjes

Nadere informatie

Gertrude van Walstijn

Gertrude van Walstijn Gertrude van Walstijn 21 lange dagen 21 lange dagen zat ik in een kippenei, Ik wil eruit, ik wil vrij, Ik prik een gaatje in het ei. Ik wil eruit, ik wil vrij, Ik prik een gaatje in het ei. Nog een stukje,

Nadere informatie

Dit is het lenteboekje van:

Dit is het lenteboekje van: Dit is het lenteboekje van: Goed en snel! 15 + 9 =... 12 + 21 =... 18 + 20 =... 10 + 14 =... 15 + 30 =... 14 + 5 =... 18 + 29 =... 13 + 5 =... 10 + 28 =... 12 + 15 =... 15 + 30 =... 17 + 14 =... 10 +

Nadere informatie

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 12/11/14 1 LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 1. (lezen) Ik.... een lange tekst. 2 Hij.... een moeilijk boek. 3. Zij.... een gemakkelijk tekstje. 4..... jullie veel? Ja, wij.... graag kinderboeken.

Nadere informatie

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!!

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!! Hoe maak ik in groep 8 een werkstuk? Jij gaat de komende weken thuis een werkstuk maken. Een werkstuk is een lange weettekst. Het wordt geschreven om iemand iets te leren of te laten weten. Net als in

Nadere informatie

3 Hoogbegaafdheid op school

3 Hoogbegaafdheid op school 3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit

Nadere informatie

Een. hoort erbij! Over dieren uit een ei. groepen 3-5

Een. hoort erbij! Over dieren uit een ei. groepen 3-5 Een hoort erbij! Over dieren uit een ei groepen 3-5 1. Een ei hoort erbij Veel dieren leggen eieren: vogels en vissen. Maar ook insecten leggen kleine eitjes. Uit dat eitje komt een klein diertje. Dat

Nadere informatie

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken) week 11-12 maart 2012 - hardop-denktekst schrijven B Voordoen (modelen, hardop denken) Waarom voordoen? Net zoals bij lezen, leren leerlingen heel veel over schrijven als ze zien hoe een expert dit (voor)doet.

Nadere informatie

dieren in de dierentuin

dieren in de dierentuin dieren in de groep 4-5 Geachte leerkracht, Dit lespakket ondersteunt u bij het voorbereiden van uw schoolreisje naar Burgers Zoo. Daarnaast kan het ook prima worden ingezet als u een thema over en of exotische

Nadere informatie

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over, 3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol

Nadere informatie

l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT LACHDUIF VOGELS OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN

l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT LACHDUIF VOGELS OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT LACHDUIF VOGELS OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN WE HEBBEN DE BELANGRIJKSTE INFORMATIE OVER DE LACHDUIF BIJ ELKAAR

Nadere informatie

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com Samenvatting: Bij dit boek zijn een aantal downloads beschikbaar. Liesbet Slegers heeft deze speciaal getekend als aanvullend educatief materiaal. Het doel van de download ballon is verhaalbegrip en woordenschat

Nadere informatie

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com Samenvatting: Bij dit boek zijn een aantal downloads beschikbaar. Liesbet Slegers heeft deze speciaal getekend als aanvullend educatief materiaal. Het doel van de download ballon is verhaalbegrip en woordenschat

Nadere informatie

Materiaal Groen. Deel 3: Groen groeit

Materiaal Groen. Deel 3: Groen groeit Materiaal Groen Deel 3: Groen groeit Colofon Deel 3: Groen groeit Onderdeel van het materiaal Groen, met de thema s: Seizoenen (dl. 1), Groen in de stad (dl. 2), Groen groeit (dl. 3), Thuis tuinieren (dl.

Nadere informatie

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren' De tovenaar tovert De verhalenvertelster vertelt Wat zou een tovenaar allemaal kunnen toveren? Hoe zouden de kinderen zich voelen? Waar zie je dat aan? Is de tovenaar blij/ boos/ verdrietig of bang? Hoe

Nadere informatie

De drinkenbroeders. Voorbereiding. Materiaal. Lesdoelen. Lesbrief 8 - De drinkenbroeders (1/6) Korte omschrijving aflevering. Lesinhoud.

De drinkenbroeders. Voorbereiding. Materiaal. Lesdoelen. Lesbrief 8 - De drinkenbroeders (1/6) Korte omschrijving aflevering. Lesinhoud. Lesbrief 8 - De drinkenbroeders (1/6) De drinkenbroeders Korte omschrijving aflevering Ga vandaag mee met Otto naar een varkensstal: daar zijn biggetjes. Ze willen lekker melk drinken! De leerlingen ontdekken

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

8 5 Aarde en heelal. Lees de vragen over de planeten in de tabel hieronder. Vragen over de planeten. Aarde Maan Mars

8 5 Aarde en heelal. Lees de vragen over de planeten in de tabel hieronder. Vragen over de planeten. Aarde Maan Mars Lees de vragen over de planeten in de tabel hieronder. Vragen over de planeten. Aarde Maan Mars Is er water? ja beetje ja (vooral ijs!) Kunnen er planten groeien? ja nee nee Kunnen er dieren leven? ja

Nadere informatie

Sociaal netwerk. Handleiding voor begeleiders

Sociaal netwerk. Handleiding voor begeleiders Sociaal netwerk Handleiding voor begeleiders Algemene tips voor begeleider Het beste uit jezelf! Philadelphia vindt het belangrijk dat cliënten zich net als ieder ander mens kunnen ontwikkelen. Hierbij

Nadere informatie

Dino en het ei. Duur activiteit: 30 minuten Lesdoelen: De kleuters: kunnen een prent linken aan een tekst; kunnen het verhaal navertellen.

Dino en het ei. Duur activiteit: 30 minuten Lesdoelen: De kleuters: kunnen een prent linken aan een tekst; kunnen het verhaal navertellen. Dino en het ei Bibliografie: Demyttenaere, B. (2004). Dino en het ei. Antwerpen: Standaard. Thema: niet alles is steeds wat het lijkt, illusies Korte inhoud: Elke nacht staat er een groot wit ei tussen

Nadere informatie

Een moeilijk woord voor Natuurbrug is Ecoduct. Wat dat nu precies is, legt de schrijver Frank van Pamelen hieronder nog eens uit.

Een moeilijk woord voor Natuurbrug is Ecoduct. Wat dat nu precies is, legt de schrijver Frank van Pamelen hieronder nog eens uit. Ecoduct Een moeilijk woord voor Natuurbrug is Ecoduct. Wat dat nu precies is, legt de schrijver Frank van Pamelen hieronder nog eens uit. Ecoduct Wat is dat dan precies, een ecoduct? Zo vroeg een jonge

Nadere informatie

maken de kinderen vogelnestjes die zij in de dierenhoek kunnen gebruiken.

maken de kinderen vogelnestjes die zij in de dierenhoek kunnen gebruiken. 14. Vogelnestjes Tijdens deze activiteit: maken de kinderen vogelnestjes die zij in de dierenhoek kunnen gebruiken. Rekenen Getallen Groep 1 Groep 2 Omgaan met de telrij Telt akoestisch heen en terug t/m

Nadere informatie

De meeste jonge kinderen zijn dol op dieren en willen heel graag een eigen huisdier

De meeste jonge kinderen zijn dol op dieren en willen heel graag een eigen huisdier Marlies Huijzer verzorging wat wil jouw dier? De meeste jonge kinderen zijn dol op dieren en willen heel graag een eigen huisdier om te vertroetelen. Ze denken niet zo na over wat een dier zelf leuk vindt

Nadere informatie

Het houden van een spreekbeurt

Het houden van een spreekbeurt Het houden van een spreekbeurt In deze handleiding staan tips over hoe je een spreekbeurt kunt houden. Waar moet je op letten? Wat moet je wel doen? En wat moet je juist niet doen? We hopen dat je wat

Nadere informatie

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht I Lichamelijke ontwikkeling en zelfbeeld Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen worden zich meer bewust van eigen talenten en eigenschappen en ontwikkelen een positief zelfbeeld. Kinderen kunnen

Nadere informatie

Lees je wijzer met de ooievaar! Tekstbegrip oefenen met de vogels van Beleef de Lente

Lees je wijzer met de ooievaar! Tekstbegrip oefenen met de vogels van Beleef de Lente Lees je wijzer met de ooievaar! Tekstbegrip oefenen met de vogels van Beleef de Lente Groep Dit werkblad is geschikt voor kinderen uit de groepen 7 en 8. Introductie en instructie voor de leerkracht Middels

Nadere informatie

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen. De familieblues Tot mijn 15e noemde ik mijn ouders papa en mama. Daarna niet meer. Toen noemde ik mijn vader meester. Zo noemde hij zich ook als hij lesgaf. Hij was leraar Engels op een middelbare school.

Nadere informatie

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164 R.K. Basisschool De Vlinder RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164 GOEDE STUDIEGEWOONTEN Bij goed studeren (leren) of huiswerk maken

Nadere informatie

Suchmann. Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen

Suchmann. Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen Suchmann Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen Wanneer: Dinsdagmiddag 6-13-20 & 27 april De kinderen worden in groepjes verdeeld van 3 of 4 kinderen. Ieder groepje krijgt een onderwerp toebedeeld

Nadere informatie

Kopieer dit e-boek en stuur het door naar anderen.

Kopieer dit e-boek en stuur het door naar anderen. Lente groep 3/4 inhoud blz Lente 3 1 Langer licht 4 2 Bollen 5 3 Wakker worden 6 4 Frisse blaadjes 7 5 Kikkerdril 8 6 Op reis 9 7 In de wei 10 8 Er op uit! 11 9 Filmpjes 12 Werkblad winter 13 Schrijf je

Nadere informatie

ONTDEKKINGSTOCHT. Veel plezier! Deze speurtocht is voor de hele familie! De sterretjes geven aan hoe moeilijk de vragen zijn. makkelijk moeilijk

ONTDEKKINGSTOCHT. Veel plezier! Deze speurtocht is voor de hele familie! De sterretjes geven aan hoe moeilijk de vragen zijn. makkelijk moeilijk ONTDEKKINGSTOCHT Deze speurtocht is voor de hele familie! De sterretjes geven aan hoe moeilijk de vragen zijn h f makkelijk moeilijk h Volg de wandelroute, dan komen jullie alle dieren tegen! Veel plezier!

Nadere informatie

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Wat is PDD-nos? 4 PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Eigenlijk vind ik stoornis een heel naar woord. Want zo lijkt het net of er iets niet goed aan me

Nadere informatie

Naut. Natuur en techniek INFORMATIE VOORAF

Naut. Natuur en techniek INFORMATIE VOORAF 8 Naut Natuur en techniek INFORMATIE VOORAF Naut in het kort Naut bestaat uit maximaal 25 lessen, inclusief toets en themaverhaal. Alle benodigde kennis, zoals aangegeven in de kerndoelen, komt in de lessen

Nadere informatie

Lotte is er erg blij mee. Ik wilde altijd al een huisdier voor mezelf, zegt ze tegen opa. En nu heb ik er opeens een heleboel.

Lotte is er erg blij mee. Ik wilde altijd al een huisdier voor mezelf, zegt ze tegen opa. En nu heb ik er opeens een heleboel. Lotte heeft Luizen Buiten is het koud. Er vallen dikke druppels uit de bomen en de wind blaast hard door de straat. Lotte loopt hand in hand met opa Generaal over het schoolplein. Ze moest eerder van school

Nadere informatie

Hier zien jullie alweer de zesde uitgave van ons jeugdblad. Nieuwsgierig wat de Oele nu weer heeft te vertellen. Lees maar gauw.

Hier zien jullie alweer de zesde uitgave van ons jeugdblad. Nieuwsgierig wat de Oele nu weer heeft te vertellen. Lees maar gauw. Hier zien jullie alweer de zesde uitgave van ons jeugdblad. Nieuwsgierig wat de Oele nu weer heeft te vertellen. Lees maar gauw. Vlinders in de tuin Vooral op warme dagen kun je veel vlinders zien in allerlei

Nadere informatie

Spreekbeurt de grote Toppereend

Spreekbeurt de grote Toppereend Ra,ra wie ben ik. Spreekbeurt de grote Toppereend Inleiding Ik doe mijn spreekbeurt over de grote toppereend. Omdat ik dit een hele mooie vogel vind. En omdat jullie misschien veel te weinig weten over

Nadere informatie

Hoe dieren wonen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/54785

Hoe dieren wonen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/54785 Auteur DigilessenPO Laatst gewijzigd 03 September 2015 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/54785 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

NAAM. Uil kijkt in een boek. Het is een boek over dieren. Er staan plaatjes in. Van elk dier één. Uil ziet een leeuw. En een pauw. En een bever.

NAAM. Uil kijkt in een boek. Het is een boek over dieren. Er staan plaatjes in. Van elk dier één. Uil ziet een leeuw. En een pauw. En een bever. Vos en Waar is Haas het ijs? NAAM Uil kijkt in een boek. Het is een boek over dieren. Er staan plaatjes in. Van elk dier één. Uil ziet een leeuw. En een pauw. En een bever. Wat een raar beest! lacht Uil.

Nadere informatie

Over haaien, vissen en bruinvissen. Leerlingen ontdekken het verschil tussen hondshaaien, bruinvissen en vissen.

Over haaien, vissen en bruinvissen. Leerlingen ontdekken het verschil tussen hondshaaien, bruinvissen en vissen. VO Werkblad Doel: Leerlingen ontdekken het verschil tussen hondshaaien, bruinvissen en vissen. Materialen: - Werkblad 3: - Potlood - Filmpjes: Dolfijnen, bruinvissen en vissen. De filmpjes zijn te vinden

Nadere informatie

Van eitje tot vlinder

Van eitje tot vlinder Werkblad Van eitje tot vlinder Wat is de goede volgorde van de plaatjes? Begin bij plaatje : de vlinder legt eieren. Schrijf de letter a in hokje. Welk plaatje is de volgende? Zet de letter ervan in hokje

Nadere informatie

Het onderzoek van de burgemeester 5/6

Het onderzoek van de burgemeester 5/6 Het onderzoek van de burgemeester De burgemeester hoorde dat kinderen ongerust zijn. Nee, ze zijn niet bang voor onweer of harde geluiden. Ze maken zich zorgen over de natuur. Dieren krijgen steeds minder

Nadere informatie

Arie van der Veer & Ellen Laninga. Luister maar. Met illustraties van Rike Janssen. Boekencentrum

Arie van der Veer & Ellen Laninga. Luister maar. Met illustraties van Rike Janssen. Boekencentrum Luister maar Met illustraties van Rike Janssen Arie van der Veer & Ellen Laninga Boekencentrum Verhalen uit het Oude Testament 4 Het begin van de wereld God maakt de wereld Genesis 1:1-2:4 Lang, heel

Nadere informatie

lesdoelen - De kinderen ontdekken:

lesdoelen - De kinderen ontdekken: lesbrief moestuintjes - lesvoorbereiding Bij zoekt bloem De kinderen ontleden een bloem en maken bloembommen voor de bijen. benodigdheden tijdens de les - Vijf á zes bloemen waarbij stamper en meeldraden

Nadere informatie

Bruine bananen. Doelstellingen

Bruine bananen. Doelstellingen Bruine bananen Voedselverspilling, eerste graad Doelstellingen Kinderen vertellen in eigen woorden wat voedsel verspillen is. Kinderen worden zich ervan bewust dat voedselproductie veel energie en geld

Nadere informatie

Introductieles. Vogels in de klas. groep 7/8. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Introductieles. Vogels in de klas. groep 7/8. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen Leerkracht Introductieles Inhoud in het kort Voor de groepen 7-8 bieden we, naast verbale activiteiten, een werkblad aan waarmee de leerlingen aan de slag gaan. In deze les activeren de leerlingen hun

Nadere informatie

Thema 4 Voortplanting

Thema 4 Voortplanting Naut samenvatting groep 8 Mijn Malmberg Thema 4 Voortplanting Samenvatting Zaad, plant, boom De voortplanting zorgt ervoor dat mensen, dieren en planten kunnen voortbestaan. Bij planten vindt de bevruchting

Nadere informatie

In je kracht. Werkboek voor deelnemers

In je kracht. Werkboek voor deelnemers In je kracht Werkboek voor deelnemers Uitleg Mijn toekomst! Benodigdheden: Werkblad Mijn toekomst! (je kunt het Werkblad meegeven om thuis na te lezen, maar dit is niet noodzakelijk) Voor iedere deelnemers

Nadere informatie

Raar, maar waar! Natuur Na

Raar, maar waar! Natuur Na Raar, maar waar! Natuur Inhoud 1. Raar, maar waar! 3 2. Een vreemd ei. 4 3. Spring er maar uit. 5 4. Verstopt. 6 5. Slim. 7 6. Vlieg er niet in. 8 7. Een kever met een luchtje. 9 8. Een zware hap. 10 9.

Nadere informatie

Hoe maak ik... Naam: Groep:

Hoe maak ik... Naam: Groep: Hoe maak ik... Naam: Groep: Inleiding Een spreekbeurt houden is niet niets! Je moet daar heel wat voor kunnen. Wat dacht je van: Goed kunnen lezen Goed kunnen begrijpen wat je leest Goed dingen kunnen

Nadere informatie

l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT AXOLOTL AMFIBIEËN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN

l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT AXOLOTL AMFIBIEËN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT AXOLOTL AMFIBIEËN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN WE HEBBEN DE BELANGRIJKSTE INFORMATIE OVER DE AXOLOTL BIJ

Nadere informatie

SPREEKBEURT GEELWANG-, GEELBUIK- en ROODWANGSCHILDPAD

SPREEKBEURT GEELWANG-, GEELBUIK- en ROODWANGSCHILDPAD l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT GEELWANG-, GEELBUIK- en ROODWANGSCHILDPAD REPTIELEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN WE HEBBEN DE BELANGRIJKSTE

Nadere informatie

Wie eet wie en wie eet wat?

Wie eet wie en wie eet wat? Leerkracht Wie eet wie en wie eet wat? Maak een voedselweb Inhoud in het kort In deze les krijgen de leerlingen een beeld van de relaties tussen dieren en planten. Leerlingen maken een voedselweb van één

Nadere informatie

Hoe maak ik een Spreekbeurt?

Hoe maak ik een Spreekbeurt? Hoe maak ik een Spreekbeurt? Stap 1: Kies een onderwerp. Voordat je kunt beginnen met het maken van een spreekbeurt, moet je natuurlijk een onderwerp kiezen. Het hoeft niet perse een hobby van je te zijn,

Nadere informatie

Zuivel is belangrijk. Melk is goed voor... ELK!

Zuivel is belangrijk. Melk is goed voor... ELK! tweede leerjaar 2 Zuivel is belangrijk Melk is goed voor... ELK! Plaats de passende leeftijd bij elke tekening. Kies uit: 6 tot 12 jaar, 1 tot 3 jaar, 0 jaar, meer dan 60 jaar, 12 tot 18 jaar, 6 maanden

Nadere informatie

Micha kijkt Ruben aan. Hij trekt een gek gezicht. Micha houdt niet van puzzelen, want de puzzels die oma maakt, zijn altijd heel erg moeilijk.

Micha kijkt Ruben aan. Hij trekt een gek gezicht. Micha houdt niet van puzzelen, want de puzzels die oma maakt, zijn altijd heel erg moeilijk. 1. Puzzelen Wie er het eerst is! Micha staat bij het schoolhek. Hij krijgt een harde klap op zijn schouder van Ruben, zijn grote broer. Oké. Micha is wel in voor een wedstrijdje. Hij begint meteen te rennen,

Nadere informatie

Ordening. Voor groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs. D M O B - B & E - j u l i - 2 0 1 2

Ordening. Voor groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs. D M O B - B & E - j u l i - 2 0 1 2 Ordening Voor groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs D M O B - B & E - j u l i - 2 0 1 2 1 In de dierentuin leven heel veel dieren. Sommige lijken op elkaar, andere juist helemaal niet. Door te kijken

Nadere informatie

Een overtuigende tekst schrijven

Een overtuigende tekst schrijven Een overtuigende tekst schrijven Taalhandeling: Betogen Betogen ervaarles Schrijftaak: Je mening geven over een andere manier van herdenken op school instructieles oefenlesles Lesdoel: Leerlingen kennen

Nadere informatie

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les 8 Inhoud 1 Eenzaam De Soms ben je alleen en vind je dat fijn. Als alleen zijn niet prettig aanvoelt, als je niet in je eentje wilt zijn, dan voel je je eenzaam. In deze leren de leerlingen het verschil

Nadere informatie

STEENSOEP OMA VERTELT EEN VERHAAL

STEENSOEP OMA VERTELT EEN VERHAAL Hotel Hallo - Thema 6 Hallo opdrachten STEENSOEP 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en leg

Nadere informatie

Extra: Voortplanting hv12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Extra: Voortplanting hv12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 24 October 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/79063 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Dit ben ik Naam: juf Alma van den Bergh School: o.b.s. de Torenuil Groep: 7a Datum: juni 2015

Dit ben ik Naam: juf Alma van den Bergh School: o.b.s. de Torenuil Groep: 7a Datum: juni 2015 Dit ben ik Naam: juf Alma van den Bergh School: o.b.s. de Torenuil Groep: 7a Datum: juni 2015 Inhoudsopgave Inleiding blz. 2 Hoofdstuk 1: Mijn stamboom blz. 3 Hoofdstuk 2: Mijn tijdlijn blz. 5 Hoofdstuk

Nadere informatie

Het onze Vader. Naam:

Het onze Vader. Naam: Het onze Vader Naam: Onze Vader Onze Vader, Die in de hemelen zijt. Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood.

Nadere informatie

Thema nieuwsbrief Karel in de lente April 2015

Thema nieuwsbrief Karel in de lente April 2015 Thema nieuwsbrief Karel in de lente April 2015 Beste ouders en/of verzorgers Tijdens de vorige thema s hebben de kinderen veel gedaan. Zo hebben ze uitstapjes gedaan, geknutseld, gezongen en de boekjes

Nadere informatie

Kom jij ook uit een ei?

Kom jij ook uit een ei? Kom jij ook uit een ei? Er was eens een prachtig bos. Er groeiden de hoogste bomen en allerlei prachtige bloemen. Er was een vijver en een groot grasveld, waar je lekker kon spelen. Maar om het bos stond

Nadere informatie

Lesbrief nr 1. voor Groep 5 + 6

Lesbrief nr 1. voor Groep 5 + 6 Lesbrief nr 1 voor Groep 5 + 6 1 / 2016 + Download deze lesbrief ook op samsam.net Wat is Samsam Junior? Samsam Junior is een cross-mediale methode over mondiaal burgerschap, kinder rechten en duurzaamheid.

Nadere informatie

Ik help je wel. illustraties Karlijn Scholten verhaal Isabelle de Ridder

Ik help je wel. illustraties Karlijn Scholten verhaal Isabelle de Ridder Ik help je wel illustraties Karlijn Scholten verhaal Isabelle de Ridder Deze uitgave is een cadeau van ViaViela aan al onze opvangkinderen en (gast)ouders. Veel voorleesplezier! Juul doet de deur open.

Nadere informatie

1 Vinden de andere flamingo s mij een vreemde vogel? Dat moeten ze dan maar zelf weten. Misschien hebben ze wel gelijk. Het is ook raar, een flamingo die jaloers is op een mens. En ook nog op een paard.

Nadere informatie

ACTIVITEIT. Tuinkers in een eierdop

ACTIVITEIT. Tuinkers in een eierdop THEMA: BUITEN IN DE NATUUR s Speelbrief APRIL 2016 In PIPPO april zaait aapje Pippo radijsjes in zijn moestuin, kopen Beertje Bruin en Papa Beer een bos bloemen voor Mama Beer, zoekt Muisje Meisje met

Nadere informatie

,:,- ::s (\') ., - n. -==-. (\) ==} (\) (\) (ih. (\) (h. b,. (\)

,:,- ::s (\') ., - n. -==-. (\) ==} (\) (\) (ih. (\) (h. b,. (\) ë' - ::s r,:,- -+ o -+ (\') 0 lo., o_ 0 - n. ==} -==-. < (ih o= (h b,. =g ) Tuinwandeling voor groep 1 / 2 van het primair onderwijs HET LIEVEHEERSBEESTJESPAD Tuin: Landzigt Tijdsduur: cira 1 uur Eigen

Nadere informatie

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen Leerkracht Introductieles Inhoud in het kort Voor de groepen 5-6 bieden we, naast verbale activiteiten, een werkblad aan waarmee de leerlingen aan de slag gaan. In deze les activeren de leerlingen hun

Nadere informatie

Tobi en. de wilde bijen

Tobi en. de wilde bijen Tobi en de wilde bijen Het is eindelijk paasvakantie en Tobi komt aan op de boerderij van zijn oom. Zijn nichtje Hanna wacht al op hem. Ze knuffelt Tobi en lacht: Kom, we gaan spelen! Lachend en pratend

Nadere informatie

We gaan binnenkort starten met blok 2 van taal, spelling en begrijpend lezen. Hieronder een overzicht van wat uw kind gaat leren.

We gaan binnenkort starten met blok 2 van taal, spelling en begrijpend lezen. Hieronder een overzicht van wat uw kind gaat leren. Beste ouder(s), verzorger(s), We gaan binnenkort starten met blok 2 van taal, spelling en begrijpend lezen. Hieronder een overzicht van wat uw kind gaat leren. Het thema van dit blok is: natuur taal Bij

Nadere informatie

Lou en Lena in Ecuador

Lou en Lena in Ecuador Mijn prentenboek Prentenboek voor leerlingen 1 e en 2 e leerjaar Lou en Lena in Ecuador Mijn naam:... Mijn klas:... Mondiale Vorming - Plan België Hallo, wij zijn Lou en Lena! Kom, we nemen je mee naar

Nadere informatie

1 In het begin. In het begin leefde alleen God. De Heere God is er altijd geweest. En Hij maakte de hemel en de aarde.

1 In het begin. In het begin leefde alleen God. De Heere God is er altijd geweest. En Hij maakte de hemel en de aarde. 1 In het begin GENESIS 1:1-25 In het begin leefde alleen God. De Heere God is er altijd geweest. En Hij maakte de hemel en de aarde. De aarde is nat en donker. God wil van de aarde iets heel moois maken.

Nadere informatie

CHEETAH VAN DE POLDER

CHEETAH VAN DE POLDER WERKBLAD DE HAAS: CHEETAH VAN DE POLDER NAAM GROEP 1. CHEETAH VAN DE POLDER 2. ALS EEN HAAS ER VAN DOOR Bekijk het clipje Bekijk het clipje De haas, cheetah van de polder. Leven van de haas in de polder.

Nadere informatie

DIERGEDRAG IN ARTIS. Lespakket diergedrag voor bovenbouw vmbo VERWERKING

DIERGEDRAG IN ARTIS. Lespakket diergedrag voor bovenbouw vmbo VERWERKING DIERGEDRAG IN ARTIS Lespakket diergedrag voor bovenbouw vmbo VERWERKING Diergedrag in Artis, oktober 2008, update maart 2010/2014 UITWERKEN VAN JE RESULTATEN Je hebt in Artis een aantal onderzoeken gedaan

Nadere informatie

Wat ga je doen? Wat zet je klaar? Wie doet er mee en waar? Hoe zit het in elkaar?

Wat ga je doen? Wat zet je klaar? Wie doet er mee en waar? Hoe zit het in elkaar? 2 vogel Piet Wat ga je doen? Wat zet je klaar? Wie doet er mee en waar? De peuters luisteren en spelen met het prentenboek Vogel Piet. Het verhaal gaat over vogel Piet, een vogeltje zonder veren. het prentenboek

Nadere informatie

Begrijpend luisteren. Annemarieke Kool. CPS Onderwijsontwikkeling en advies WWW.CPS.NL

Begrijpend luisteren. Annemarieke Kool. CPS Onderwijsontwikkeling en advies WWW.CPS.NL Begrijpend luisteren Annemarieke Kool CPS Onderwijsontwikkeling en advies WWW.CPS.NL Programma 1. Welkom 2. Doelen van workshop 3. Strategieën en voorbeelden 4. Differentiëren mbv taxonomie 5. Oefening

Nadere informatie

Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling

Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling Deze schrijfles sluit aan bij het Nieuwsbegriponderwerp van deze week: Vuurwerk bij Oud en Nieuw. De schrijftaak

Nadere informatie