Zittingsdocument B8-0023/2015 ONTWERPRESOLUTIE

Transcriptie

1 EUROPEES PARLEMENT Zittingsdocument B8-0023/2015 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van een verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement over de situatie in Egypte (2014/3017(RSP)) Ignazio Corrao, Fabio Massimo Castaldo, Dario Tamburrano namens de EFDD-Fractie RE\ doc PE v01-00 In verscheidenheid verenigd

2 B8-0023/2015 Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Egypte (2014/3017(RSP)) Het Europees Parlement, gezien zijn eerdere resoluties over Egypte, in het bijzonder die van 17 juli 2014 over de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vergadering in Egypte 1 en die van 6 februari 2014 over de situatie in Egypte 2, gezien zijn resolutie van 23 oktober 2013 over het Europees nabuurschapsbeleid: naar een sterker partnerschap - standpunt van het Europees Parlement over de voortgangsverslagen van , gezien de associatieovereenkomst EU-Egypte van 2001, die in 2004 in werking is getreden en geschraagd wordt door het actieplan van 2007, en gezien het voortgangsverslag van de Commissie van 20 maart 2013 over de tenuitvoerlegging ervan, gezien de Egyptische grondwet, die op 14 en 15 januari 2014 bij referendum is aangenomen, gezien de Egyptische wet nr. 107 van 24 november 2013 betreffende het recht op samenscholingen, optochten en vreedzame betogingen, gezien het Egyptische presidentiële decreet nr. 136 van 27 oktober 2014 over gepastere sancties tegen vandalisme ten aanzien van openbare faciliteiten en regeringsfaciliteiten, gezien het 'programma voor een rechte weg naar de democratie' van de Egyptische interim-regering, gezien de toespraak van Egyptisch president Abdul Fattah al-sisi van 1 januari 2015 over moslimfundamentalisme en zijn toespraak van 6 januari 2015 over de noodzaak van vreedzame en constructieve betrekkingen tussen moslims en christenen in Egypte, gezien de verklaring van VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon van 25 oktober 2014 over terroristische aanslagen in de Sinaï, gezien de toespraak van Anita Nirody, VN-coördinator ter plaatse en vertegenwoordiger van het VN-Ontwikkelingsprogramma in Egypte, van 9 december 2014 over Egyptes inspanningen tot modernisering en tot vergroting van de transparantie van corruptiebestrijdings- en -aansprakelijkstellingsinstanties, gezien de Verklaring van de rechten van de mens van 1948, 1 Aangenomen teksten, P8_TA(2014) Aangenomen teksten, P7_TA(2014) Aangenomen teksten, P7_TA(2013)0446. PE v /5 RE\ doc

3 gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, waarbij Egypte partij is, gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement, A. overwegende dat de Egyptische regering een sleutelrol heeft gespeeld bij het verkrijgen van een tijdelijk staakt-het-vuren en vervolgens een wapenstilstand voor onbepaalde duur tussen Israël en Palestina na een zeven weken durend conflict in juli en augustus 2014 waarin bijna Palestijnen en 70 Israëliërs het leven hebben gelaten; B. overwegende dat de Egyptische vertegenwoordiger bij de Verenigde Naties, Amr Abu Al-Atta, in november 2014 een door de plenaire vergadering van de Verenigde Naties goedgekeurde resolutie heeft voorgesteld over de Palestijnse kwestie en recente problemen in Oost-Jeruzalem; C. overwegende dat Egypte op 5 januari 2015 een crisiscentrum heeft opgericht voor 20 christelijke Egyptenaren die bij twee afzonderlijke incidenten in Libië zijn ontvoerd; D. overwegende dat de operaties en geheime agenten van ISIS in de loop van de zomer van 2014 tot in het Sinaï-schiereiland zijn doorgedrongen en dat ISIS de controle heeft verworven over de jihadisten van de Egyptische beweging Ansar Bait al-maqdis en aldus een gevaarlijk nieuw front heeft gecreëerd langs Egypte en Israël; overwegende dat het Egyptische leger heeft aangekondigd de bufferzone in de Sinaï langs de grens met Gaza tot twee kilometer te verbreden; E. overwegende dat 28 Egyptische soldaten om het leven zijn gekomen en nog eens 30 soldaten gewond zijn geraakt toen op 24 oktober 2014 een bomauto ontplofte aan de veiligheidscontrolepost Karm al-qawadis, in de stad Sheikh Zuweid in de Noordelijke Sinaï; F. overwegende dat Egyptisch president Abdul Fattah al-sisi tijdens een bezoek aan een koptische kerstmis op 6 januari 2015 opriep tot een godsdienstrevolutie en moslimleiders vroeg om fundamentalisme te helpen bestrijden; G. overwegende dat de EU en Egypte met elkaar verbonden zijn via de associatieovereenkomst die op 1 juni 2004 in werking is getreden en gericht is op samenwerking op het vlak van democratische en sociale hervormingen, economische modernisering, migratiekwesties en handel; H. overwegende dat de politieke situatie in Egypte nog altijd woelig is, wat leidt tot ernstige schendingen van het recht op een eerlijk proces, de vrijheid van meningsuiting en vereniging, godsdienstvrijheid en gendergelijkheid; I. overwegende dat drie verslaggevers van Al-Jazeera op 23 juni 2014 zijn beschuldigd van nieuwsvervalsing en lidmaatschap of assistentie van een terroristische beweging en tot gevangenisstraffen van 7 à 10 jaar zijn veroordeeld; overwegende dat een Egyptische rechtbank in december 2014 heeft besloten dat het proces van de drie verslaggevers van Al-Jazeera wegens ernstige fouten in het eerste proces moet worden overgedaan, maar geen einde heeft gemaakt aan de onterechte opsluiting van de drie mannen; RE\ doc 3/5 PE v01-00

4 J. overwegende dat president al-sisi in oktober 2014 een wet heeft uitgevaardigd, namelijk wet nr. 136 van 2014, die alle openbare en essentiële faciliteiten voor de komende twee jaar onder militaire bevoegdheid plaatst; K. overwegende dat openbare aanklagers de wet van oktober met terugwerkende kracht gebruiken om rechtszaken van burgers die al aan de gang zijn of voor een burgerrechtbank zullen worden gebracht, door te verwijzen naar de militaire rechtspraak; L. overwegende dat de Egyptische militaire rechtbanken bijgevolg onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Defensie vallen en niet onder die van de civielrechtelijke instanties, en dat de rechters militairen in dienst zijn; M. overwegende dat ook kinderen voor een militaire rechtbank kunnen worden gebracht; N. overwegende dat de Afrikaanse Commissie voor de rechten van de mens en volkeren (waarbij Egypte als land partij is) heeft verklaard dat militaire rechtbanken onder geen enkel beding rechterlijke bevoegdheid mogen hebben over burgers; O. overwegende dat een Egyptische strafrechtbank na de terroristische aanslag in augustus 2013 op een politiekantoor in de stad Kerdasa, waarbij elf politieagenten en twee burgers om het leven kwamen, op 2 december 2014 voorwaardelijke doodstraffen heeft uitgesproken tegen 188 beklaagden; P. overwegende dat een rechter in het bestuursdistrict Minya vóór deze zaak, met name in maart en april 2014, in het kader van twee rechtszaken naar aanleiding van andere aanslagen op politiekantoren in 2013, waarbij ten minste twee politieagenten omkwamen, 1212 doodvonnissen heeft opgelegd; Q. overwegende dat 99,3 % van alle Egyptische vrouwen in 2013 in het kader van een overheidsonderzoek aangaf al eens te zijn lastiggevallen, en overwegende dat Egyptische mannen nog altijd slechts zelden rekenschap moeten afleggen voor verkrachtingen of gevallen van seksuele pesterij; R. overwegende dat homoseksualiteit in Egypte weliswaar niet uitdrukkelijk bij wet verboden is, maar dat de staat LGBT'ers vervolgt en opsluit op beschuldiging van losbandigheid en schaamteloze handelingen in het openbaar; S. overwegende dat de regering van voormalig president Morsi, waarin de Moslimbroederschap de overhand had, tot haar afzetting in juli 2013 minachting toonde voor de bescherming van rechten, en overwegende dat de vervolging van verslaggevers, wangedrag door de politie en fanatiek geweld onder haar bewind toenamen; 1. erkent de strategische rol van Egypte bij het tegengaan van de binnendringing van ISISterroristen in het schiereiland van de Sinaï, het blootleggen van ISIS-ronselgroepen in de rest van het land en het stabiliseren van het Middellandse Zeegebied; 2. looft de succesvolle bijdrage van Egypte bij het opschorten van de vijandelijkheden tussen Israël en Palestina tijdens de zomer van 2014; PE v /5 RE\ doc

5 3. is ingenomen met de institutionele hervormingen van Egypte en zijn nationale inspanningen tot modernisering en tot vergroting van de transparantie van corruptiebestrijdings- en -aansprakelijkstellingsinstanties; 4. stelt bezorgd vast dat ook na de afzetting van president Morsi een groot aantal politieke tegenstanders, vreedzame betogers, verslaggevers, bloggers, vakbondsvertegenwoordigers, maatschappelijke activisten en leden van minderheden zonder eerlijk proces is opgesloten; 5. herinnert de bevoegde Egyptische instanties, president al-sisi en de interim-regering eraan dat de terechte bestrijding van terrorisme hen er niet mag van weerhouden hun nationale en internationale verplichtingen betreffende de bescherming van de mensenrechten na te komen; 6. vraagt alle politieke spelers ervoor te zorgen dat er in de aanloop naar de democratische verkiezingen die zijn gepland voor eind maart 2015, geen incidenten of uitingen van geweld plaatsvinden; 7. maakt zich zorgen over de beperkte vrijheid van meningsuiting en vereniging en over het toenemende gebruik van militaire rechtszaken tegen burgers sinds de aanneming van wet nr. 136; 8. vraagt de EU en haar lidstaten met klem om een volledige en gerichte strategie uit te werken en uit te voeren met als doel alle Egyptische politieke partijen en spelers bij een echte en inclusieve dialoog te betrekken, ter verbetering van het democratische proces en tot beëindiging van het zichzelf in stand houdende, alomtegenwoordige geweld; 9. betuigt zijn solidariteit met het Egyptische volk en zijn deelneming aan de familieleden van alle slachtoffers van terrorisme en buitensporige geweldpleging door de Egyptische autoriteiten; 10. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de parlementen en regeringen van de lidstaten, en het parlement en de regering van Egypte. RE\ doc 5/5 PE v01-00