Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Transcriptie

1 Europees Parlement Zittingsdocument B8-0505/ ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van een verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement over de moord op de journalist Jamal Khashoggi in het Saudische consulaat in Istanbul (2018/2885(RSP)) Fabio Massimo Castaldo, Ignazio Corrao, Rolandas Paksas namens de EFDD-Fractie RE\ docx PE v01-00 In verscheidenheid verenigd

2 B8-0505/2018 Resolutie van het Europees Parlement over de moord op de journalist Jamal Khashoggi in het Saudische consulaat in Istanbul (2018/2885(RSP)) Het Europees Parlement, gezien de verklaring van Rupert Colville, woordvoerder van het Bureau voor de mensenrechten van de VN (OHCHR), over de verdwijning van Jamal Khashoggi, gezien de verklaring van de ministers van Buitenlandse Zaken van de G7 over de verdwijning van de heer Khashoggi, gezien de opmerkingen van vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV), Federica Mogherini, over de verdwijning van de heer Khashoggi, gezien de verklaring van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Saudi-Arabië over de kwestie van de verdwijning van de Saudische staatsburger de heer Khashoggi, gezien de gezamenlijke verklaring van 21 oktober 2018 van het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland over de dood van de heer Khashoggi, gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, gezien de Universele Verklaring van de rechten van de mens, gezien het lidmaatschap van Saudi-Arabië van de Raad voor de mensenrechten van de VN, gezien de EU-mensenrechtenrichtsnoeren inzake de online en offline vrijheid van meningsuiting, gezien zijn eerdere resoluties, gezien artikel 123, lid 2, van zijn Reglement, A. overwegende dat de heer Khashoggi een gerenommeerd journalist was die ooit deel uitmaakte van de Saudische gevestigde orde, maar recentelijk kritiek uitte op de machthebbers in het koninkrijk en met name een uitgesproken criticus was van de tussenkomst van Riyad in de oorlog in Jemen; overwegende dat de heer Khashoggi in september 2017 naar Washington verhuisde uit angst voor vervolging in het land, waardoor hij in zelf opgelegd ballingschap leefde; B. overwegende dat de heer Khashoggi in Istanbul was om documenten te verkrijgen van de Saudische autoriteiten om te kunnen trouwen met zijn Turkse verloofde; overwegende dat de heer Khashoggi op dinsdag 2 oktober het consulaat van Saudi- Arabië binnenging en dat dit de laatste keer is dat hij in het openbaar is gezien; overwegende dat Saudische functionarissen aanvankelijk zeiden dat hij het gebouw 20 PE v /5 RE\ docx

3 tot 30 minuten na binnenkomst weer had verlaten; overwegende dat het Turkse personeel van het consulaat op dezelfde dag werd opgedragen een dag vrij te nemen; C. overwegende dat Saudi-Arabië op 5 oktober de Turkse autoriteiten toestemming gaf om zijn consulaat in Istanbul te doorzoeken; overwegende dat de muur van het consulaat opnieuw is geschilderd en gezien is dat een professioneel schoonmaakteam het consulaat betrad na de verdwijning van de heer Khashoggi; D. overwegende dat Turkse bronnen dicht bij het onderzoek zeiden dat de heer Khashoggi uit het kantoor van de consul-generaal is gesleept naar een naastgelegen werkkamer en vervolgens vermoord; E. overwegende dat de Turkse autoriteiten geluidsopnamen zouden hebben van de dood van de heer Khashoggi; overwegende dat volgens deze vermeende opnamen de heer Khashoggi eerst is geïnjecteerd met een onbekende stof en vervolgens levend in stukken is gezaagd; F. overwegende dat de Turkse autoriteiten 15 Saudische staatsburgers hebben geïdentificeerd en gekoppeld aan de verdwijning van en moord op de heer Khashoggi, waaronder Saudische koninklijke bewakers, inlichtingenfunctionarissen, soldaten en een deskundige op het gebied van autopsie, die op de dag van de verdwijning van de journalist heen en weer naar Istanbul zijn gereisd; G. overwegende dat Saudische functionarissen aanvankelijk beschuldigingen van het vermoorden van de heer Khashoggi in het consulaatsgebouw ontkenden, maar geen bewijs hebben getoond om hun verklaring te onderbouwen omdat de camera's op de dag dat de heer Khashoggi het consulaat bezocht niet zouden hebben gewerkt; overwegende dat de regering van Saudi-Arabië aanvankelijk verklaarde dat rapporten waarin werd gesuggereerd dat de heer Khashoggi vermist is geraakt in het consulaat in Istanbul of dat de autoriteiten van het koninkrijk hem vast zouden houden of zouden hebben vermoord, onzin en ongefundeerd waren; H. overwegende dat Saudische functionarissen op maandag 15 oktober verklaarden dat er een intern onderzoek is geopend naar de verdwijning van en veronderstelde moord op de Saudische criticus en columnist van The Washington Post; I. overwegende dat Saudi-Arabië uiteindelijk de dood van de heer Khashoggi heeft toegegeven en daarvoor de schuld gaf aan een "malafide operatie" en tegelijkertijd ontkende dat kroonprins Mohammed bin Salman en de hogere leiding van de inlichtingendiensten op de hoogte waren van de actie; J. overwegende dat Turkije en Saudi-Arabië momenteel op gespannen voet staan als gevolg van overlappende belangen in de regio, met name met betrekking tot Qatar; K. overwegende dat deze gebeurtenissen hebben geleid tot internationale woede, maar dat internationale leiders en organisaties zich op de vlakte houden totdat meer zekerheid bestaat over de omstandigheden; overwegende dat een aantal wetgevers in de Verenigde Staten zich beroept op de Global Magnitsky Act, en voorstander is van een verbod op alle wapenverkoop aan en de stopzetting van militaire samenwerking met Saudi-Arabië; RE\ docx 3/5 PE v01-00

4 L. overwegende dat de geschiedenis van Saudi-Arabië op het gebied van de mensenrechten grote reden tot zorg biedt en dat gebeurtenissen zoals de verdwijning van de heer Khashoggi ernstige twijfels doen rijzen over de vraag of kroonprins Mohammed bin Salman zijn land wel echt wil hervormen; M. overwegende dat Saudi-Arabië momenteel lid is van de Raad voor de mensenrechten van de Verenigde Naties; 1. is geschokt dat anno 2018 een bekende journalist kan verdwijnen en kan worden vermoord in een consulaatsgebouw en wijst erop dat de systematische praktijk van gedwongen verdwijningen en de buitengerechtelijke moord op personen een misdaad tegen de menselijkheid vormen; betreurt dat deze gebeurtenissen de journalistieke vrijheid in Saudi-Arabië en in de rest van de wereld nog verder hebben beperkt; 2. acht het van het grootste belang om meer te weten te komen over de gebeurtenissen die hebben geleid tot de dood van de heer Khashoggi; roept op tot een internationaal onafhankelijk en onpartijdig onderzoek naar de kwestie met de volledige steun van de Saudische en Turkse autoriteiten en dringt erop aan dat de verantwoordelijken, zowel de daders als de bedenkers, worden geïdentificeerd en voor het gerecht worden gebracht; 3. steunt de oproep van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de mensenrechten om afstand te doen van diplomatieke onschendbaarheid, zodat een dergelijk onderzoek ongehinderd kan plaatsvinden; 4. roept het Koninkrijk Saudi-Arabië op om, zoals aangekondigd, een grondig, geloofwaardig, transparant en snel onderzoek uit te voeren en een volledige en gedetailleerde uitleg te verstrekken, en spoort zowel de Turkse als de Saudische autoriteiten aan om volledige medewerking te verlenen in deze kwestie; vraagt de EU om steun en technische bijstand te verlenen aan de Turkse autoriteiten bij hun onderzoek; 5. is ervan overtuigd dat de moord op de heer Khashoggi rechtstreeks verband houdt met zijn kritiek op het beleid in Saudi-Arabië en met name met zijn kritiek op de Saudische tussenkomst in Jemen; merkt op dat de hervormingen van kroonprins Mohammed bin Salman gepaard gaan met hardhandig optreden tegen pleitbezorgers van mensenrechten en politieke vrijheid in het land en het systematische gebruik van antiterrorismewetgeving om marteling en gevangenzetting van mensenrechtenactivisten te rechtvaardigen; 6. is zeer bezorgd over de beschuldigingen van door de staat goedgekeurde moorden en buitengerechtelijke moorden en is niet tevreden met de toelichting over de feiten van Saudi-Arabië; roept Saudi-Arabië op nader toe te lichten wat er precies is gebeurd op 2 oktober, aangezien de tot nu toe verstrekte versies niet geloofwaardig zijn; 7. herinnert de Saudische regering eraan dat Saudi-Arabië als partij bij het VN-Verdrag tegen foltering verplicht is alle maatregelen te nemen om foltering, gedwongen verdwijningen en andere ernstige mensenrechtenschendingen te voorkomen, om beschuldigingen van dergelijke misdaden te onderzoeken en om de vermeende daders ervan voor het gerecht te brengen; PE v /5 RE\ docx

5 8. verzoekt de EDEO en de VV/HV om de ontwikkelingen met betrekking tot de moord op de heer Khashoggi nauwgezet te volgen; is van mening dat er een sterke en verenigde reactie moet komen van de EU en dat het volledige spectrum van diplomatische hulpmiddelen van de EU moet worden geactiveerd, waaronder gerichte sancties tegen alle verantwoordelijken voor of betrokkenen bij deze kwestie; 9. vraagt nogmaals om een verbod in de hele EU op de uitvoer, de verkoop, de modernisering en het onderhoud van om het even welke vorm van veiligheidsuitrusting voor Saudi-Arabië die gebruikt wordt of kan worden voor binnenlandse repressie, met inbegrip van technologie voor cybertoezicht; vraagt de VV/HV verslag uit te brengen over de huidige stand van de samenwerking op militair en veiligheidsgebied tussen EUlidstaten en de Saudische regering; 10. is van mening dat, gelet op de veelvuldige gedocumenteerde mensenrechtenschendingen zowel in als buiten Saudi-Arabië, de positie van het land in de Raad voor de mensenrechten onhoudbaar en inherent tegenstrijdig is; roept de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op het lidmaatschap van het land op te schorten; 11. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Europese Dienst voor extern optreden, de secretaris-generaal van de VN, de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de mensenrechten, de Raad voor de mensenrechten, Z.M. Koning Salman bin Abdul Aziz al-saud en kroonprins Mohammed bin Salman al-saud, en de regering van het Koninkrijk Saudi-Arabië. RE\ docx 5/5 PE v01-00