Huidautofluorescentie in Systemische Amyloïdose

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Huidautofluorescentie in Systemische Amyloïdose"

Transcriptie

1 UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM GRONINGEN in Systemische Amyloïdose Stage Wetenschap Eva M. Boorsma s /3/7 Dr. H.L.A. Nienhuis, internist-klinisch immunoloog/allergoloog i.o. Prof. Dr. A.J. Smit, vasculair geneeskundige Dr. B.P.C. Hazenberg, reumatoloog Reumatologie en Klinische Immunologie

2 Samenvatting (Nederlands) Introductie: amyloïdose is een groep ziekten gekenmerkt door neerslag van amyloïd, een eiwit dat sterk bestand is tegen proteolyse. Neerslag van deze eiwitten in verschillende organen leidt tot falen van deze organen, met oxidatieve stress als gevolg. Dit zijn omstandigheden waaronder advanced glycation end products (AGE s) kunnen vormen. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat AGE s weer een rol spelen in de vorming van amyloïd door destabiliseren van eiwitten. AGE s kunnen in de huid gemeten worden door gebruik te maken van hun autofluorescerende eigenschappen. In dit onderzoek werd gekeken of patiënten met amyloïdose een verhoogde huidautofluorescentie (HAF) hebben vergeleken met gezonde controles. Materiaal en Methode: in totaal werden 88 metingen verricht bij patiënten met de AGE-reader welke gevalideerd is voor het meten van AGE s in de huid. Biomarkers werden bepaald middels gestandaardiseerde laboratoriumtechnieken. Aan de hand van het buikvetbiopt werd mate van amyloïddepositie bepaald. Voor de statistische analyse is gebruik gemaakt van gepaarde t-test, Pearson en Spearman correlatietesten, ANOVA en Kruskal- Wallis en Generalized Estimating Equations. Resultaten: in patiënten met AA amyloïdose wordt een verhoogde HAF gevonden vergeleken met waarden berekend aan de hand van een gevalideerde formule. Voor de andere types amyloïdose werd dit niet gevonden. Er werd geen relatie gevonden tussen mate van amyloïddepositie en huidautofluorescentie. Er werd een relatie gevonden met nierfunctie, een zwakke relatie gevonden met ziekteduur en geen relatie met inflammatieparameters. Discussie: de verhoogde HAF in patiënten met AA amyloïdose is meest waarschijnlijk een afspiegeling van verhoogde accumulatie van AGE s in een milieu van oxidatieve stress en verminderde klaring van AGE- precursors door nierinsufficiëntie. Er zijn geen aanwijzingen dat gevonden HAF veroorzaakt wordt door autofluorescentie van amyloïd. Abstract (English) Introduction: amyloidosis is a group of diseases marked by deposition of amyloid, an aggregate of protein highly resistant to proteolysis. Deposition of these proteins in different organs gives rise to organ dysfunction, leading to oxidative stress. These proteins are expected to be prone to form advanced glycation end products (AGE s). In turn there is evidence that AGE s can play a role in the formation of amyloid by destabilizing proteins. AGE s can be measured in the skin by using their auto fluorescent characteristics. In this thesis we investigated weather amyloidosis patients had higher skin auto fluorescence (SAF) compared to healthy subjects. Methods: 88 measurements were performed in patients. The AGE-reader was used to carry out the measurements. Biomarkers were assessed using routine laboratory techniques. Based on abdominal fat biopsy the degree of amyloid deposition was estimated. Statistical analyses were conducted using paired t-test, Pearson and Spearman tests, ANOVA and Kruskal-Wallis tests and Generalized Estimating Equations. Results: SAF was increased in patients with AA amyloidosis compared to calculated values bases on a validated formula. For the other types of amyloidosis no differences could be found. There was no correlation with degree of amyloid deposition. There was a correlation with kidney function and disease duration, but no correlation with inflammatory status. Discussion: increased SAF in AA amyloidosis patients is most likely a reflection of increased accumulations of AGE s in an environment of oxidative stress. There are no indications that auto fluorescence of local amyloid caused increased SAF in these patients.

3 Inhoud INTRODUCTIE 5 Amyloïdose 5 Advanced glycation endproducts 5 Oxidatieve stress 6 AGE s in amyloïdose 6 Autofluorescentie van amyloïd 7 Vraagstelling 7 MATERIAAL EN METHODE 9 Patiënten 9 ATTR amyloïdose 9 AL amyloïdose 9 AA amyloïdose 9 Referentiewaarden 9 9 Fluorescentiemicroscoop Biomarkers Buikvetbiopt Beeldvormend onderzoek Statistische Analyse RESULTATEN 3 Baseline karakteristieken 3 4 in relatie tot amyloïddepositie 5 in relatie tot ziekteduur 8 in relatie tot inflammatie, nierfunctie en glykemische status DISCUSSIE EN CONCLUSIE Verhoogde huidautofluorescentie van AA patiënten

4 Advanced glycation endproducts en amyloïdose Autofluorescentie van amyloïd 3 Sterktes en zwaktes van de studie 4 Aanbevelingen voor vervolgonderzoek 4 REFERENTIES 7 APPENDIX 3

5 Introductie Amyloïdose Amyloïdose is een groep van ziekten gekenmerkt door het neerslaan van eiwitfibrillen met een typische antiparalelle betasheet- structuur: amyloïd. Deze opbouw is zeer resistent tegen proteolyse en daarmee het opruimen van neergeslagen amyloïd uit het lichaam. In systemische amyloïdose leidt stapeling van amyloïd in vitale organen tot orgaanfalen en uiteindelijk tot de dood. Amyloïd kan worden gevormd uit verschillende precursoreiwitten. Op basis van precursoreiwitten worden verschillende types amyloïdose onderscheiden. De meest voorkomende types zijn AL-, ATTR- en AA- amyloïdose. De verschillende types amyloïdose hebben verschillende voorkeurslocaties met betrekking tot de organen waar het amyloïd neerslaat. In AL- amyloïdose is een plasmaceldyscrasie verantwoordelijk voor het ontstaan van amyloïd, waarbij overmatig vrije lichte ketens worden geproduceerd door een plasmakloon, zoals bij een monoclonale gammopathie (MGUS) of multipel myeloom. In dit geval is het amyloïd opgebouwd uit deze vrije lichte ketens. AL amyloïdose geeft voornamelijk problemen van de nieren, het hart, en de lever en zenuwen. Bij AA amyloïdose is het precursoreiwit serum amyloïd A, een acute fase eiwit. Deze vorm van amyloïdose kan optreden ten gevolge van langdurige ontsteking. In ontwikkelingslanden is dit de meest voorkomende vorm. Dit is dan veelal het gevolg van chronische infecties als lepra, malaria en tuberculose(), terwijl AA- amyloïdose in westerse landen vrijwel uitsluitend gezien wordt in het kader van ontstekingsziekten als reumatoïde artritis of morbus Crohn. Bij AA- amyloïdose staat nierfalen veelal op de voorgrond (8%) (), hoewel andere organen ook betrokken kunnen zijn. ATTR- amyloïdose is een autosomaal dominant overerfbare aandoening die ontstaat door puntmutaties in het gen dat codeert voor het transthyretine (TTR) eiwit. Door de mutatie zal het TTR anders gaan vouwen waardoor het kan gaan stapelen. ATTR kenmerkt zich door polyneuropathie en hartfalen. Er bestaat ook een vorm van ATTR amyloïdose waarbij een niet gemuteerd TTR kan stapelen als amyloïd. Deze vorm van ATTR amyloïdose treedt uitsluitend op bij mensen op oudere leeftijd. Advanced glycation endproducts Advanced glycation endproducts (AGE s) zijn gemodificeerde suikers die in hoog glykemisch milieu of onder invloed van oxidatieve stress binden aan eiwitten of lipiden (3,4). De aanwezigheid en accumulatie van AGE s in de weefsels beïnvloedt zowel intra- als extracellulaire structuur en functie. AGE s dragen onder andere bij aan macro- en microvasculaire complicaties van diabetes mellitus. Wanneer eiwitten of lipiden langere tijd blootgesteld zijn aan glucose zal middels glycatie en oxidatie eerst een reversibele binding ontstaan tussen onder andere eiwitten en glucose. Het bekendste voorbeeld hiervan is het HbAc, welke gebruikt wordt als maat voor glucosespiegels over langere tijd(5). Na dalen van bloedglucosespiegels zullen deze verbindingen ook weer loslaten en een nieuw evenwicht tussen eiwit en vrij glucose ontstaan. Dit proces verloopt echter zeer traag en wordt voornamelijk bepaald door de levensduur van het desbetreffende eiwit. Wanneer glucosespiegels langere tijd hoog zijn zullen nieuwe irreversibele verbindingen gevormd worden in de vorm van AGE s. Deze stapeling wordt 5

6 geaccelereerd door verminderde renale klaring van deze producten bij nierfalen(6) en/of door oxidatieve stress(7). Glycatie treedt vooral op bij eiwitten met een lange halfwaardetijd (8). Advanced glycation endproducts hebben verschillende pathofysiologische effecten:. Cross-links worden gevormd met eiwitten in de extra-cellulaire matrix waardoor weefsels stugger worden;. Binding van AGE s op de receptor voor AGE s (RAGE) leidt tot activatie van intracellulaire pro-inflammatoire pathways in verschillende celtypen; 3. De functie van eiwitten die via AGE s gecrosslinkt zijn wordt verstoord. Oxidatieve stress Vrije zuurstofradicalen ontstaan als bijproducten van normale aerobe verbranding. Deze radicalen zijn zeer reactief met andere moleculen in het lichaam, met name vetten en eiwitten. Buiten de radicalen die ontstaan uit metabolisme wordt het lichaam tevens blootgesteld aan externe oxidatieve factoren, waaronder roken (9). Onder normale fysiologische omstandigheden wordt een deel van deze radicalen weggevangen door antioxidanten, welke een reactie met de radicalen aangaan voordat zij schade kunnen brengen aan het lichaam. Wanneer er een disbalans is tussen vrije zuurstofradicalen en antioxidanten is er sprake van een toestand die oxidatieve stress genoemd wordt(). Daarnaast bestaat er nog carbonylstress. Een vergelijkbaar mechanisme dat het gevolg is van anaerobe verbranding. Zowel oxidatieve als carbonylstress dragen bij aan de vorming van advanced glycation endproducts. Een dergelijke disbalans wordt gezien bij tal van pathologische toestanden, waaronder chronische ontsteking en roken. Bovendien bevat tabaksrook zelf precursors van AGE s(). AGE s in amyloïdose Amyloïd is zeer goed bestand tegen proteolyse en blijft daardoor langdurig in het weefsel zitten. Aanwezigheid van deze eiwitten leidt tot verminderde functie van de betreffende organen. Orgaandisfunctie gaat vervolgens weer gepaard met oxidatieve stress. De langdurige aanwezigheid van eiwitten in een omgeving van oxidatieve stress zou hypothetisch gezien kunnen leiden tot toegenomen aanwezigheid van advanced glycation endproducts bij patiënten met amyloïdose. Met name nierfalen is sterk gerelateerd aan de accumulatie van AGE s(,3). Ook chronische inflammatie, zoals in patiënten met AA amyloïdose, zou ertoe kunnen leiden dat AGE s accumuleren. Eerder werd in het UMCG al gekeken naar de mate van AGE-accumulatie bij 55 patiënten met systemische lupus erythematosus in vergelijking met leeftijd- en geslachtgematchte controles. De Leeuw et al. vonden in deze studie significant hogere waardes voor autofluorescentie in SLE- patiënten dan in de gezonde controles(4). Bovendien was opvallend dat ziekteduur een onafhankelijk predictor was voor advanced glycation endproducts in deze patiëntenpopulatie. Als verklaring voor dit verschil geven de auteurs de continue laaggradige inflammatoire toestand in patiënten met SLE. Daarnaast wordt oxidatieve stress, aanwezig in deze staat van chronische ontsteking, afzonderlijk van de ontsteking op zichzelf, genoemd als component bijdragend aan verhoogde AGE- waarden en daarmee het cardiovasculair risicoprofiel bij systemische lupus erythematosus. 6

7 Ook in patiënten met auto-immuun thyreoïditis bleek sprake van verhoogd aantal circulerende zuurstofradicalen en verminderde aantal antioxidanten. In deze studie bleek tevens dat deze patiënten verhoogde serum AGE spiegels hadden(5). Van belang is dat deze AGE-spiegels omgekeerd evenredig waren met het biological antioxidant potential. Dit wil dus zeggen dat in een omgeving van verminderde antioxidanten meer AGE s gevormd worden. Daarnaast zouden AGE s een rol kunnen spelen in de amyloïdogenese. Enkele studies hebben al aanwezigheid van AGE s in amyloïd deposities laten zien bij patiënten met ATTR amyloïdose(6). Recente studies hebben aangetoond dat glycatie van fibrinogeen leidt tot verminderde chaperonne activiteit, waardoor het minder goed in staat is TTR-tetrameren te stabiliseren(7). Doordat TTR tetrameren minder stabiel zijn kunnen zij uiteenvallen in monomeren, gemakkelijker aggregeren en neerslaan als amyloïd. Een andere recente studie vond dat glycatie van albumine de ruimtelijke structuur verandert van globulair naar fibrillen, wat de amyloïdogenese aanwakkert (8). Aanwezigheid van carboxyethyllysine had hierin het grootste schadelijke effect. Autofluorescentie van amyloïd Onderzoek uit liet zien dat in retinale muismodellen amyloïdplaques ex vivo hyperautofluorescent waren onder bepaalde golflengtes (excitatie op 83 nm, emissie op 63) (9). Dit onderzoek werd in 3 gevolgd door een case report uit Italië(), over een vrouwelijke patiënt met familiare ATTR- amyloïdose waarbij hyperautofluorescente laesies op de retina werden gevonden. Bij een patiënt met tracheobronchiale amyloïdplaques werden de gevonden plaques tijdens bronchoscopie beschenen met blauw licht ( nm)(). Dit deed de plaques helder oplichten. In het case report wordt niet beschreven om welke vorm van amyloïdose het gaat en of er sprake was een systemische ziekte. Echter, vrijwel alle klinische relevante vormen van endobronchiale amyloïdose zijn een vorm van AL- amyloïdose (). Van β-amyloïdplaques, die de basis vormen voor het ontstaan van M. Alzheimer, is het al langer bekend dat ze autofluoresceren. Excitatie met UV-licht (36-37 nm) geeft emissie van blauw licht door de amyloïdketens in het brein en de bloedvaten(3). Aanvullend onderzoek naar autofluorescentie van amyloïd volgt door Chan et al. Zij tonen voor β- peptides, tau- en lysozym- eiwitten aan dat zij tijdens de vorming van amyloïd autofluoresceren(4). Bij het vormen van waterstofbruggen verplaatst een elektrode. Deze laagenergetische transitie is de verklaring voor de emissie van (zichtbaar) licht. Om de hypothese van de vorming van waterstofbruggen te ondersteunen werd gekeken naar een ongekleurde oplossing van voorlopereiwitten. Deze oplossing had geen fluorescente kenmerken. Vervolgens werd het amyloïd blootgesteld aan een oplossing van guanidium hydrochloride wat het amyloïd deed oplossen tot een homogeen mengsel van monomeren. Ook dit mengsel toonde geen autofluorescentie. Daarnaast zien zij een relatie tussen de mate van dichtheid van het amyloïd en mate van emissie. De auteurs stellen dat autofluorescentie een intrinsieke eigenschap is van β- sheet structuren en dus van amyloïd. Dit suggereert dat alle vormen van amyloïdose autofluorescente eigenschappen zouden hebben. Vraagstelling Aangezien de neergeslagen eiwitten vanwege hun typische betasheetstructuur zeer moeilijk opgeruimd kunnen worden door het lichaam, worden deze lange tijd blootgesteld aan factoren die het eiwitglycoseringsproces katalyseren. Bovendien zal in het kader van orgaanfalen het lichaam vermoedelijk meer dan in een gezonde populatie blootgesteld worden aan oxidatieve stress, hetgeen het proces van AGE- vorming verder versnelt. 7

8 Daarnaast lijkt de aanwezigheid van AGE s in het serum en in de weefsels een katalysator te zijn voor de vorming van amyloïd. Tot slot zijn er aanwijzingen dat amyloïd zelf autofluoreserende eigenschappen heeft. Op basis van het bovenstaande kan worden gehypothetiseerd dat een verhoogde huidautofluorescentie gevonden wordt in patiënten met systemische amyloïdose. Bovengenoemde hypothese roept de volgende vragen op:. Is huidautofluorescentie verhoogd in patiënten met systemische amyloïdose?. Is de mate van huidautofluorescentie gerelateerd aan de mate van amyloïddepositie? 3. Neemt de mate van huidautofluorescentie toe bij langere ziekteduur? 4. Is de hoeveelheid huidautofluorescentie gerelateerd aan inflammatie, nierfunctie en glykemische status in patiënten met amyloïdose? 8

9 Materiaal en Methode Patiënten Aan de hand van een poweranalyse (power 8%, α.5) werd bepaald dat om een verschil van.4 arbitraire eenheden in autofluorescentie vast te stellen 5 patiënten geïncludeerd moeten worden. Zowel patiënten met AA, AL- en ATTR-amyloïdose werden geïncludeerd volgens onderstaande criteria: ATTR amyloïdose Inclusiecriteria: a. Bewezen TTR mutatie met diagnose van ATTR amyloïdose of wild-type ATTR amyloïdose: immunohistochemisch bewezen TTR amyloïd bij patiënt zonder mutatie. b. Informed consent. Exclusiecriteria: donker huidtype, type 5-6 AL amyloïdose Inclusiecriteria: a. Positief vetbiopt en aanwezigheid van een klonale plasmacel dyscrasie. Een klonale plasmaceldyscrasie kan worden gediagnostiseerd bij detectie van vrije lichte keten kappa of lambda in serum of urine of bij detectie in het beenmerg van een relatieve overmaat aan cellen die één van de vrije lichte ketens produceren. b. Informed consent. Exclusiecriteria: donker huidtype, type 5-6 AA amyloïdose Inclusiecriteria a. Bewezen aanwezigheid van AA- amyloïdose in vetbiopt in aanwezigheid van een verklarende onderliggende inflammatoire aandoening. b. Informed consent Exclusiecriteria: donker huidtype, type 5-6 Referentiewaarden Op basis van metingen bij gezonde Nederlandse (Kaukasische) vrijwilligers werd gevonden dat de HAF geleidelijk toenam met leeftijd. Ook vonden Koetsier et al dat bij rokers de HAF.6 AU hoger lag dan bij niet-rokers, ongeacht de leeftijd van de rokende proefpersoon. Aan de hand van deze gegevens kon de volgende formule worden opgesteld: emean_af=.83+(.3l)+.6r, waarin L de leeftijd is en R roken, weergegeven als =ja, =nee. De formule is gevalideerd om referentiewaarden te geven van gezonde controle personen met een licht huidtype (Fitzpatrick huidtype I-IV) als functie van leeftijd en rookstatus (5). Aan de hand van deze formule werden normaalwaarden voor de patiënten berekend en vergeleken met de daadwerkelijk gevonden waarden. Al in 986 werd een klassiek fluorescentiespectrum van advanced glycation endproducts gevonden en een relatie met ernst van diabetische complicaties gesuggereerd(6). Na excitatie met licht met een golflengte van 37 nm, emitteren AGE s licht met een golflengte van 44 nm. De AGE-reader is een apparaat dat op een slimme manier gebruik maakt van deze 9

10 eigenschap. De onderarm wordt op het apparaat gelegd waarna een stukje huid van cm wordt belicht met licht in het spectrum van 3-4 nm, met een piekgolflengte van 37 nm (7,8). Het is hierbij van belang een stuk huid te kiezen zonder moedervlekken, littekens of andere onregelmatigheden van de huid. Vooralsnog is het apparaat uitsluitend gevalideerd voor de blanke huid. Dit is de reden geweest alleen patiënten met een licht huidtype (Fitzpatrick I-IV) te includeren. wordt gedefinieerd als de gemiddelde intensiteit van fluorescentie per nm van het volledige emissiespectrum (4-6 nm) als ratio van de gemiddelde fluorescentie per nm van het 3-4 nm spectrum(8). Deze methode corrigeert voor verschillende lichtabsorptie van de huid bij verschillende pigmentatie. Deze huidautofluorescentie (HAF) wordt weergegeven in Arbitrary Units (AU). De AGE-reader is gevalideerd voor het registreren van 3 specifieke AGE moleculen, te weten pentosidine, carboxymethyllysine en carboxyethyllysine in patiënten met diabetes, nierfalen en in gezonde controles(8). Er zijn nog meer advanced glycation endproducts die niet autofluoresceren. Ook een relatie tussen deze niet fluorescerende AGE s in het serum en de HAF-waarde is aangetoond(7). De gevonden HAF- waarde kan dus beschouwd worden als een groepsmeting van alle advanced glycation endproducts. De AGE-reader maakt voor excitatie gebruik van licht in het spectrum van 3-4 nm (7,8). Voor zover bekend zullen AA-amyloïd, ATTR-amyloïd en AL amyloïd niet gaan autofluoresceren bij deze excitatiegolflengtes. Zoals eerder genoemd kan β-amyloïd wel gaan autofluoresceren bij excitatiegolflengtes tussen de 36 en 37nm, echter patiënten met de ziekte van Alzheimer werden niet in deze studie geïncludeerd. Om te evalueren of amyloïd in de huid toch zou kunnen autofluoresceren en of dit detecteerbaar zou zijn met de AGE-reader werd gekeken naar de zogeheten witmetingen van de AGE-reader. Middels wit licht word een totaal fluorescentiespectrum bepaald, voorafgaand aan de specifiekere meting van het spectrum van emissie van de AGE s. Wanneer er dan een toename is van eiwitten die fluoresceren in een ander spectrum, geeft de witmeting een extra piek. Een selectie van patiënten werd gemaakt aan de hand van het type amyloïdose. Vervolgens werden van elk type 4 patiënten met een negatief buikvetbiopt en 4 patiënten met een sterk positief (4+) vetbiopt geselecteerd. Er konden geen verschillen gevonden worden in het patroon van de witmeting binnen de geselecteerde patiënten. Fluorescentiemicroscoop Er werd een additioneel experiment uitgevoegd om te beoordelen of humaan AA-amyloïd autofluoresceert en dus zou kunnen bijdragen aan huidautofluorescentie in patiënten met AA amyloïdose. Seriële coupes van een nierbiopt van een patiënt met bewezen AA-amyloïdose met renale betrokkenheid werden bestudeerd. Coupes gekleurd met h-ftaa (9,3) als positieve controle, gekleurd met curcumine als experimentele kleuring en ongekleurde coupes werden bekeken onder de fluorescentiemicroscoop (Leica DM). Deze microscoop was uitgerust met een spectraalsysteem (Cri Nuance FX Multispectral Imaging system, Woburn, USA) met verschillende excitatiefilters (DAPI- filter (4-7 nm), FITC- filter (5-7), Cy3-filter (53-7)). De fluorescentiemicroscoop heeft de eigenschap licht met een specifieke emissie te filteren van het licht waarmee het preparaat geëxciteerd is. Op deze manier wordt fluorescentie van specifieke moleculen, cellen of weefsels zichtbaar gemaakt.

11 Met deze opzet werd gekeken of humaan AA-amyloïd autofluorescerende kenmerken heeft en bij welke excitatie golflengtes dit gevonden kan worden. Biomarkers Ten tijde van AGE- meting werd bloed afgenomen voor bepaling van o.a. CRP, kreatinine, AF, GGT en ALAT middels gestandaardiseerde routine laboratoriumtechnieken. Bovendien werd de mate van orgaanbetrokkenheid gemonitord aan de hand van NT pro-bnp als marker voor hartfalen, alkalisch fosfatase en γ-gt om intra-hepatische cholestase aan te tonen. ALAT werd ook bepaald, dit om andere onderliggende leverpathologie minder aannemelijk te maken. Eventuele betrokkenheid van de nieren werd bepaald aan de hand van de kreatineklaring en de mate van proteïnurie, zowel kwalitatief als kwantitatief. SAA werd uit het serum en het buikvet bepaald middels ELISA zoals beschreven door Hazenberg et al (3). Voor deze ELISA werd gebruik gemaakt van monoclonale antilichamen tegen humaan serum amyloïd A als coatings- en captureantilichaam. Buikvetbiopt Typisch voor amyloïdose is een positieve Congo Rood- kleuring welke onder gepolariseerd licht appelgroen kleurt. De mate van aanwezigheid wordt visueel gescoord op een schaal van (geen amyloïd in het biopt) tot 4+ (veel amyloïd zichtbaar). Gezien de minimale risico s verbonden aan het afnemen van een buikvetbiopt is dit de diagnostische methode van voorkeur. Gevonden HAF- waarden werden uitgezet tegen de gevonden hoeveelheid amyloïd in het biopt op het moment van meten. Beeldvormend onderzoek Ongeacht het precursoreiwit bevat amyloïdeiwit Serum Amyloïd P (SAP), een glycoproteïne dat onder invloed van calcium bindt aan amyloïd. SAP- scintigrafie is een techniek waarbij met jodium-gelabeld SAP zichtbaar gemaakt kan worden waar in het lichaam amyloïd afgezet is. De orgaanspecifieke uptake wordt visueel gescoord, dit in combinatie met de totale weefselretentie na 4-48 geeft een beeld van de uitgebreidheid van de ziekte (3). Indien de patiënt gepland stond voor een SAP-scintigrafie rondom de meting werd de visuele semi-kwantitatieve bepaling van amyloïdneerslag in nieren, milt en lever vergeleken met de HAF- waarden gevonden middels AGE-meting. Daarnaast werden HAF-waarden vergeleken met totale weefselretentie van serum amyloïd P. De weefselretentie kan worden gezien als datgene wat na maximale klaring achterblijft en daarmee indirect een maat voor de hoeveelheid amyloïd in het lichaam. Hierbij dient wel de kanttekening gemaakt te worden dat bij een slechtere nierfunctie de uitscheiding van afbraakproducten van radioactief jodium slechter is en de weefselretentie hiermee foutief verhoogd. Statistische Analyse Middels een Q/Q-plot werd parametriciteit van de verschillende uitkomstvariabelen getoetst. Autofluorescentie van de huid bleek een normaal verdeelde waarde te zijn, evenals weefselretentie en kreatinineklaring. Andere parameters waren niet normaal verdeeld. Om onderlinge verschillen in uitkomstparameters tussen de drie patiëntengroepen te toetsen werd voor de variabelen met een normale verdeling een ANOVA gebruikt. Nonparametrische variabelen werden met behulp van de Kruskal-Wallis test vergeleken. Nominale variabelen werden middels Chi kwadraat getoetst. Voor variabelen waar onderling een significant verschil werd gevonden werd middels ongepaarde t-test voor de parametrische variabelen en Mann Whitney s U test voor non- parametrische variabelen gezocht tussen welke groepen er een verschil was.

12 Gemeten huidautofluorescentiewaarden werden gepaard getoetst aan voor de leeftijd verwachte referentiewaarden. Er is gekozen voor een gepaarde t-test, omdat verwachte waarden berekend zijn per individuele patiënt en dus als baseline meting beschouwd kunnen worden. Aan de hand van Spearmans correlatietest werden correlaties gezocht tussen de verschillende uitkomsten en autofluorescentie van de huid. Gezien de parametriciteit van weefselretentie, werd voor correlaties tussen weefselretentie en autofluorescentie een Pearsontest voor correlaties gebruikt. Vervolgens werden relevante correlaties in een liniair regressiemodel nogmaals getoetst. Voor de follow- up data is gebruik gemaakt van generalized estimating equations. Dit is een model waarin gecorrigeerd wordt voor het verschil in interval tussen de meetmomenten van verschillende patiënten. Door het verschil in meting over de tijd van alle patiënten mee te nemen wordt een gemiddelde geschat voor de hele groep.

13 Resultaten Baseline karakteristieken In de periode van januari 8 tot januari 7 werden patiënten geïncludeerd, waarvan 5 AA- amyloïdose, 73 AL en 4 ATTR-amyloïdose hadden. Bij herhaaldelijke polibezoeken werden patiënten opnieuw gescand. Dit heeft geleid tot follow up tot 5 jaar na de eerste meting. In totaal werden 88 metingen gedaan. Iedere arm werd 3 maal gescand met de AGEreader, waaruit een gemiddelde huidautofluorescentie berekend werd. In tabel worden de baseline karakteristieken van elke groep weergegeven. De follow upgegevens zijn hier niet in meegenomen. Parametrische data worden weergegeven als gemiddelde en standaard deviatie. Non-parametrische data worden als mediaan en interquartiele range (IQR) getoond, tenzij anders aangegeven. Significante verschillen tussen de individuele groepen worden met een asterisk in de tabel aangegeven. Biochemische afwijkingen weergegeven per kolom komen overeen met voorkeurslocaties voor amyloïd van de verschillende precursoreiwitten passend bij de verschillende soorten amyloïdose. Zo is de belangrijkste klinische presentatie van AA- amyloïdose nierfunctiestoornissen, voornamelijk nefrotisch syndroom. Dit uit zich in de baseline karakteristieken als slechtere nierfunctie, met name ten opzichte van de ATTR- groep, waarin nierbetrokkenheid vrijwel nooit wordt gezien. Daarnaast zijn AL- amyloïdosepatiënten gemiddeld ouder dan AA- of ATTRamyloïdosepatiënten en zijn er meer rokers in de AA- en ATTR- groepen. Tot slot zijn bij AA- patiënten gemiddeld hogere ontstekingswaarden in het bloed te vinden. Dit is geheel volgens verwachting, aangezien inflammatie-eiwitten de precursoren van amyloïd zijn in deze patiëntengroep. Opvallend is verder dat patiënten in de AL-groep geen duidelijk hogere vrij lichte ketens in het serum hebben dan andere amyloïdose patiënten. Een verklaring hiervoor kan zijn dat patiënten ten tijde van de meting al ingesteld zijn op behandeling door de hematoloog, waarbij gestreefd wordt naar minimale waarden van vrije lichte ketens (VLK). 3

14 Tabel : baseline karakteristieken AA (N=5) AL (N=73) ATTR (N=4) P-waarde Leeftijd (jaren) 54,8 (8,6) 63, () * 49 (6) ** <, Geslacht (man) 6 (4%) 3 (44%) 3 (54%),345 Rokers (%) % 5,5% * 6,7% ** <, Kreatinineklaring (ml/min) 5 (65) 78 (35) 9 (5) *,46 Serum Kreatinine (umol/l) 99 (84-33) 84 (68-6) 73 (6-94) *, CRP (mg/l) 9 (5-4) (-5) * (-) */** <, SAA (mg/l) 7,5 (4,3-38,3) (-3,5) * (-) * <, Proteïnurie (g/4h),8 (,-7,),34 (,-3,8), (-,) */** <, NT pro-bnp (ng/l) 773 (44-58) 76 (9-539) 39 (-8), Troponine T (ug/l) (-,3) (-,4) (-,3),8 γ-gt (U/L) 5,5 (9,3-37) 4,5 (6-55,8) (,-3,),68 Alkalisch Fosfatase (U/L) 7 (5-78) 73 (6-96) 6 (5-74),73 ALAT (U/L) 6 (-4) 9 (4-8) (8-5),38 Bilirubine totaal (umol/l) 6 (5-7,5) 9 (5-3) (7-7,8) *,4 VLK Kappa (mg/l) 75 (7-67) 4 (8-8) * (7-8) *,8 VLK Lambda (mg/l) 68 (-3) 47 (9-57) 3 (-5) */**, Visuale score vetbiopt (totaal (%)) : (6,7%) : 3 (%) : 3 (%) 3: (6,7%) 4: 6 (4%) : 9 (,3) : 5 (,5%) : 3 (7,8%) 3: (5,%) 4: 4 (3,9%) : 4 (6,7%) : 6 (6,7%) : (4,%) 3: 4 (6,7%) 4: 5 (,8%) Gewogen AA in 457,8 (33),3 (,6) *, (,6) * <, vetbiopt (µg/mg) Weefselretentie 49 (5) 49 (6) 45 (),699 SAP Alle normaal verdeelde waarden worden weergegeven als mean(±sd). Alle niet- normaal verdeelde waarden worden weergegeven als mediaan (IQR). Afkortingen: CRP: C-reactive protein; SAA: serum amyloïd A; NT pro-bnp: N- terminaal pro-breinnatriuretisch peptide; γ-gt: γ-glutamyltransferase ALAT: alanine-aminotranferase; VLK: vrije lichte keten; SAP: serum amyloïd P Indien er middels ANOVA of Kruskal Wallis een significant verschil tussen de drie groepen werd gevonden, werd gezocht waar dit verschil zich bevindt met behulp van ongepaarde t-test of Mann Whitney U. Legenda: * significant verschil ten opzichte van de AA- groep; ** significant verschil ten opzichte van de AL- groep.,645 In figuur worden de huidautofluorescentiewaarden per groep weergegeven. Aan de hand van de formule opgesteld door Koetsier et al(5) zijn normaalwaarden berekend voor elke patiënt. Middels een gepaarde t-toets werden gemiddelde HAF-waarden gemeten bij amyloïdosepatiënten vergeleken met de referentiewaarden. De eerste meting van elke patiënt werd vergeleken, wat een absoluut verschil in gemiddelden aantoonde van.494 AU (±.55) in de groep van AA- amyloïdosepatiënten (p=.36). In de ATTR- en ALamyloïdosepopulatie kon geen significant verschil aangetoond worden tussen de gemeten en berekende waarden. Figuur toont de scatterplot van deze gevonden resultaten. De blauwe lijn geeft het gemiddelde aan. 4

15 5 4 3 P= P=.544 a AA HAFref b AL HAFref 4 P=.97 3 Figuur a: gemeten HAF voor AA amyloïdosepatiënten vergeleken met berekende waarden. Patiënten met AA laten significant hogere HAF zien. b: AL patiënten laten geen significant verschil zien. c: ATTR patiënten laten geen significant verschil zien. c ATTR HAFref Legenda: HAFref = huidfluorescentie volgens referentiewaarde. in relatie tot amyloïddepositie Om te beoordelen of huidautofluorescentie gerelateerd is aan de mate van amyloïddepostitie werd per patiëntengroep een onderverdeling gemaakt in de mate van amyloïddepostitie op basis van de semi kwantitatieve beoordeling van vetbiopten. In figuur worden de resultaten per patiëntengroep weergegeven. In geen van de patiëntengroepen werd een relatie gevonden tussen de mate van amyloïddepostitie en huidautofluorescentie. Hierbij is duidelijk zichtbaar dat voor AA amyloïdose het verschil tussen verwacht en gevonden HAF ongeacht de mate van amyloïd in het biopt verhoogd, dit is voor de andere patiëntengroepen niet het geval. 5

16 HAFpat - HAFref HAFpat - HAFref HAFpat - HAFref Vetbiopt AA Vetbiopt AL Vetbiopt ATTR Figuur : verschil tussen gevonden en verwachte HAF uitgezet voor de visuele scores per patiëntengroep. Er werden geen significante verschillen gevonden tussen de verschillende bioptuitslagen. Legenda: HAFpat- HAFref = verschil tussen gemeten HAF bij patiënt en verwacht HAF volgens referentiewaarde. Een andere maat voor de hoeveelheid amyloïddepostitie in het lichaam is de totale weefselretentie (WR) van SAP. In figuur 3 staat per patiëntengroep het verschil tussen gemeten en verwachte huidautofluorescentie vergeleken tussen patiënten met een verhoogde weefselretentie van SAP ( 5%) en patiënten met een normale SAP- weefselretentie uit dezelfde patiëntengroep. Het is niet altijd mogelijk om een weefselretentie te bepalen, bijvoorbeeld bij patiënten die afhankelijk zijn van hemodialyse. Deze patiënten zijn in figuur 3 niet meegenomen. Voor alle patiëntengroepen lijkt huidautofluorescentie verhoogd te zijn in patiënten met verhoogde weefselretentie en dus een grotere mate van systemische amyloïddepostitie. Alleen voor de grootste groep patiënten, de AL- amyloïdosepatiënten is dit ook significant (p=,). Vervolgens werd gekeken of de absolute waarde van de weefselretentie gecorreleerd kon worden aan de mate van huidautofluorescentie. Dit was wederom alleen voor patiënten met AL-amyloïdose significant (p=,). Zoals eerder al gesteld is de weefselretentie erg afhankelijk van de nierfunctie. Wanneer in lineare regressie gecorrigeerd wordt voor kreatineklaring, is deze correlatie niet meer significant (p=.884). 6

17 HAFpat - HAFref Autofluorescence HAFpat - HAFref Autofluorescence HAFpat - HAFref Autofluorescence Weefselretentie AA 3 P=,5 4 R= -,89 p=, Weefselret <5 Weefselret > Weefselretentie (%) Weefselretentie AL 3 P=,4 5 R=,373 p=, Weefselret <5 Weefselret > Weefselretentie (%) Weefselretentie ATTR 3 P=,4 4 R=,473 p=, Weefselret <5 Weefselret > Weefselretentie (%) Figuur 3: Linker kolom: verschil tussen gevonden en gemeten HAF voor normale en verhoogde weefselretentie per patiëntengroep. Voor patiënten met AL wordt een significant verschil gevonden. Rechterkolom: correlatie tussen HAF en weefselretentie als continue variabele. Voor de AL patiëntengroep wordt een correlatie gevonden. Legenda: HAFpat-HAFref = verschil tussen gemeten HAF bij patiënt en verwacht HAF volgens referentiewaarde. 7

18 Verschil in HAF tov eerste meting (AU) Verschil in HAF (%) in relatie tot ziekteduur Bij een deel van de AL patiënten zijn in de periode van 8 tot 6 herhaaldelijk huidautofluorescentie metingen gedaan. AA en ATTR zijn zeldzamere aandoeningen, van de AA- patiënten zijn geen follow-up data, van de ATTR- patiënten zijn er slechts 5 meerdere keren gemeten, dit was onvoldoende om te analyseren. In totaal werden 73 AL- patiënten geïncludeerd. 35 hiervan kregen een tweede meting. patiënten kregen 4 of meer metingen. Deze patiënten staan in de appendix (figuur 9) uitgezet tegen de tijd in jaren. In de onderste grafiek staat voor dezelfde patiënten de verwachte huidautofluorescentie. Omdat de intervallen van de metingen niet gelijk is, kan dit alleen beschrijvend weergegeven worden. Er lijkt echter wel sprake van een snellere toename van huidautofluorescentie binnen deze patiëntengroep. Deze patiënten zijn vervolgens opgedeeld in twee groepen aan de hand van de kreatinineklaring (figuur, appendix). In de figuur is zichtbaar dat patiënten met nierfunctiestoornissen hogere HAF-waarden hebben. Het is echter niet te zeggen of de HAF-waarden over de tijd ook sneller toenemen. Vervolgens is gekeken naar het verschil tussen de eerste en laatste meting. Hier werd geen significante stijging over de tijd in gevonden. Ook wanneer de metingen in intervallen van een jaar worden ingedeeld nemen deze niet significant toe over de tijd. Deze data staat weergegeven in figuur 4. 5 r =.4 p= Tijd in jaren 4 over de tijd - -4 Jaar Jaar Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5 Figuur 4: Bovenste grafiek: lineaire regressie van het procentuele verschil in huidautofluorescentie tussen de eerste en laatste meting. Er wordt geen significante stijging gevonden. De onderste grafiek toont het verschil in HAF per jaar ten opzicht van de eerste meting. AU = Arbitrary Units. 8

19 Middels generalized estimating equations (GEE) werd vervolgens gecorrigeerd voor het verschil in interval. In dit model worden de gemeten waarden per moment geëxtrapoleerd voor de volledige groep. Op deze manier wordt een schatting gemaakt van de gemiddelde verandering in HAF voor de hele groep. Eerst werd tijd als continue variabele in dit model gestopt. Er wordt dan een toename van,74 AU per jaar berekend (P=.8). Hierbij wordt dus elk willekeurig moment geschat voor de gehele groep op basis van wat er bekend is uit gegevens van andere patiënten uit de groep. Wanneer in dit model leeftijd ook als factor meegenomen wordt AGE s nemen immers altijd over de tijd toe is dit nog een extra toename van.66 AU per jaar (p=,49). Om de data zichtbaar te maken werden de verschillende meetmomenten ingedeeld in categorieën ten opzichte van het eerste meetmoment. De eerste meting werd meting genoemd. Alle metingen binnen het eerste jaar werden meting genoemd, alle metingen binnen het tweede jaar werden meting 3 genoemd enzovoort. Op elk vastgesteld moment na de eerste meting wordt voor de gehele groep geschat wat de gemiddelde huidautofluorescentie op dat moment zou zijn. Gezien de arbitraire indeling van deze momenten en het vormen van (kleine) subgroepen, is dit niet meer significant (p=.36). Het geeft echter wel een weergave van de stijging over de jaren (figuur 5, blauwe lijn). Ditzelfde model is gebruikt om een gemiddelde van de referentiewaarden over de tijd te plotten (figuur 5, roze lijn). Duidelijk zichtbaar is dat patiënten gedurende het gehele proces gemiddeld hogere HAF- waarden laten zien dan op basis van de referentie verwacht wordt. De lijnen lopen echter min of meer evenwijdig aan elkaar. De eerste 3 jaren laten een steilere curve zien. Ook follow- up tot dit moment laat geen statistisch significante verandering zien. HAF over de tijd.8.6 Verwachte HAF op basis van GEE Gemiddelde referentie op basis van GEE Tijd (in jaren) Figuur 5: Berekende stijging in HAF voor patiënten met AL- amyloïdose, gebaseerd op meetmoment. Een duidelijke stijging over de tijd is zichtbaar. Legenda: HAF = huidautofluorescentie; GEE = generalized estimating equations. 9

20 in relatie tot inflammatie, nierfunctie en glykemische status De laatste vraag die we wilden beantwoorden is de relatie met inflammatie, nierfunctie en glycemische status. Aan de hand van het serumkreatinine werd de nierfunctie bepaald en gecorreleerd aan de mate van autofluorescentie van de huid (figuur 6). Uitsluitend voor AL kon hier een significant verband gevonden worden. Inflammatie werd bepaald middels CRP en SAA. Dit werd gedaan voor AA en AL amyloïdose. Bij ATTR is er over het algemeen geen sprake van inflammatie, bloedwaarden van CRP en SAA waren vrijwel allemaal hetzelfde en niet verhoogd. Er kon geen relatie gevonden worden tussen deze markers van inflammatie en vorming van AGE s in de huid (figuur 7). Glucose- of HbAc controles worden niet standaard gedaan bij amyloïdose, hier zijn dus geen gegevens van. Anamnestisch had slechts van de 5 patiënten in de AA groep diabetes mellitus.

21 3 R= -,84 p=,773 AA- amyloidose 5 R =,4 p=,3 4 3 AL amyloidose a 3 4 Log Kreat 3 4 Log Kreat b 4 R=,79 p=,447 3 ATTR amyloidose c Log Kreat Figuur 6: Correlaties tussen serumkreatinine en HAF. 3b: correlatie binnen de groep van AL patiënten (n=73). In de andere groepen kon geen significante correlatie gevonden worden. 4 AA Amyloïdose R=,66 p=,84 5 AL Amyloïdose R=,99 p=,4 a logsaa b logsaa 5 AA Amyloïdose R=,44 p=,477 5 AL Amyloïdose R=, p=, c logcrp d logcrp Figuur 7: Er konden geen relaties gevonden worden tussen HAF in AA en SAA (6a), HAF in AL en SAA (6b), HAF in AA en CRP (6c) of HAF in AL en CRP (6d).

22 Discussie en Conclusie Verhoogde huidautofluorescentie van AA patiënten De belangrijkste conclusie die getrokken kan worden uit bovenstaande resultaten is dat bij patiënten met AA amyloïdose er sprake is van verhoogde huidautofluorescentie vergeleken met berekende waardes op basis van gezonde leeftijd en geslacht- gematchte personen. was niet verhoogd bij patiënten met AL en ATTR amyloïdose. Advanced glycation endproducts en amyloïdose De verhoogde huidautofluorescentie in patiënten met AA amyloïdose is meest waarschijnlijk een afspiegeling van verhoogde accumulatie van AGE s. werd gemeten met de AGE-reader, dit apparaat beschijnt de huid met licht in het specifieke spectrum van 3-4 nm en meet dan de intensiteit van de huid afkomstige licht in het spectrum van 4-6nm. Deze methode is gevalideerd voor verschillende AGE s in de huid aan de hand van huidbiopten. Vermoedelijk wordt de accumulatie van AGE s in deze patiënten veroorzaakt door nierinsufficiëntie en verhoogde oxidatieve stress ten gevolge van chronische ontsteking. AA amyloïdosepatiënten hadden in dit onderzoek significant hogere ontstekingsparameters en slechtere nierfunctie dan patiënten met ATTR of AL amyloïdose. Er werden geen correlaties gevonden tussen kreatinine en huidautofluorescentie of CRP en HAF, maar waarschijnlijk komt dit door een gebrek aan power. Er zijn slechts 5 patiënten met AA amyloïdose geïncludeerd, terwijl een steekproefgrootte van 5 berekend was voorafgaand aan het onderzoek. Daarnaast is CRP een momentopname van ontsteking, terwijl accumulatie van AGE s ontstaat tijdens langdurige oxidatieve stress. Eerdere studies laten zien dat nierinsufficiëntie geassocieerd is met verhoogde AGE accumulatie. Door nierfalen worden AGE s en AGE-precursors minder goed geklaard waardoor ze accumuleren. In de literatuur worden gemiddelde HAF-waarden van 3,64 AU gevonden voor patiënten met dialyse-afhankelijk nierfalen (CKD klasse 5)(3). Wanneer deze patiënten getransplanteerd worden, verbetert dit, hoewel het nog steeds significant hoger is dan in gezonde controles (). Andere studies laten een gemiddelde van,5 AU zien voor patiënten met mild tot matig nierfalen (CKD klasse -3b)(33). Voor patiënten met AA amyloïdose wordt een gemiddelde huidautofluorescentie van,67 met een standaard deviatie van,68 gevonden, aanzienlijk lager dan dat van patiënten met eindstadium nierfalen, maar hoger dan patiënten met nierfalen zonder dialysebehoefte. Daarnaast zijn er verschillende studies die een relatie laten zien tussen chronische ontstekingen en daarmee gepaard gaande oxidatieve stress en AGE accumulatie(8,,34). Ook roken is geassocieerd met oxidatieve stress en geeft verhoogde accumulatie van AGE s. Er zitten procentuele verschillen in het aantal rokers per patiëntengroep. Er wordt significant minder gerookt in de groep van AL amyloïdosepatiënten in vergelijking met de andere twee groepen. De gebruikte formule corrigeert echter al voor roken, de verschillen tussen gevonden en gemeten waarde zijn dus niet toe te schrijven aan oxidatieve stress door roken. De meest bekende oorzaak van AGE accumulatie is diabetes mellitus. Diabetes mellitus lijkt echter niet de verklaring voor de verhoogde AGE accumulatie in de patiënten met AA amyloïdose aangezien slechts van de 5 patiënten bekend was met deze ziekte, na exclusie van deze patiënt bleef de HAF significant verhoogd.

23 Een subklinische diabetes (gestoorde glucosetolerantie) is echter niet uitgesloten in deze populatie. Deze patiëntengroep wordt vaker behandeld met steroïden zoals prednison, welke als bijwerking een gestoorde glucosetolerantie kunnen hebben. 8 van de 5 AAamyloïdosepatiënten gebruikten prednison in een dosering tussen 7,5 en 3 mg per dag op het moment van de HAF- metingen. Het is niet uitgesloten dat prednisongebruik en daarmee gepaarde gestoorde glucosetolerantie bijdraagt aan verhoogde AGE s in deze patiëntengroep. Autofluorescentie van amyloïd Verschillende studies hebben laten zien dat bepaalde vormen van amyloïd autofluorescerende eigenschappen hebben. Bij het grootste deel van de geïncludeerde patiënten in dit onderzoek werd amyloïd in het subcutane buikvet gevonden. Uit eerder onderzoek blijkt dat 5% van de patiënten met systemische amyloïdose ook amyloïddepositie in de huid van de onderarm heeft(35). Dat autofluorescentie van AA- amyloïd de oorzaak is van de verhoogde HAF in patiënten met AA amyloïdose is echter onwaarschijnlijk. Ten eerste kon geen relatie gevonden worden tussen mate van huidautofluorescentie en gevonden amyloïd in buikvet (p=,88). Als het amyloïd de oorzaak zou zijn van de autofluorescentie zou een hoge huidautofluorescentie verwacht worden bij meer amyloïd in de huid. De initiële correlatie tussen weefselretentie en huidautofluorescentie verdwijnt na correctie voor nierfunctie. Ten tweede werden er met aanvullende witmetingen (excitatie met licht in het spectrum van in ieder geval nm) geen andere autofluorescentiepatronen gezien die zouden kunnen wijzen op autofluorescentie van andere moleculen in de huid, zoals amyloïd. Tot slot werd met behulp van fluorescentiemicroscopie gekeken of autofluorescentie aantoonbaar was in een nierbiopt met daarin depositie van AA-amyloïd. Het biopt werd bekeken met verschillende excitatiefilters in het gebied van UV, blauw en groen licht (totale spectrum: 4-7 nm). Afbeeldingen verkregen tijdens microscopie zijn weergegeven in figuur 8. Er werd met geen enkele excitatiegolflengte autofluorescentie gevonden van ongekleurd amyloïd. Dit maakt het onwaarschijnlijk dat verhoogde huidautofluorescentie in AA amyloïdosepatiënten veroorzaakt wordt door autofluorescentie van amyloïd. Onze resultaten komen overeen met eerder onderzoek van Wien et al(36). Zij hebben gekeken naar autofluorescentie van AA- amyloïd in nertsen. Hoewel bij van de nertsen wel autofluorescentie gevonden werd, kon dit in humane preparaten niet gereproduceerd worden. Deze 8 humane preparaten waren afkomstig van patiënten met zowel AA-, ATTR- en ALamyloïdose. Een mogelijke verklaring voor afwezigheid van een verband tussen HAF en mate van amyloïddepositie zou kunnen zijn dat glycatie van eiwitten een langdurig proces is en dit ten tijde van AGE-meting nog niet (voldoende) geglyceerd is. Eerdere studies laten echter zien dat in situaties van acute oxidatieve stress er ook sprake is van een tijdelijke toename van HAF (37). Aanvullend follow- up onderzoek is nodig bij AA-amyloïdosepatiënten om uit te wijzen of depositie van amyloïd in het buikvet op langere termijn geassocieerd is met verhoogde accumulatie van advanced glycation endproducts. Follow-up HAF- metingen waren wel beschikbaar van patiënten met AL- amyloïdose. Wanneer tijd als continue variabele wordt gebruikt is er sprake van een significante stijging van huidautofluorescentie over een periode van 5 jaar. Dit is een stijging van.66 AU 3

24 tegenover de.3 AU die Koetsier et al voor gezonde controles berekenden(5). Deze stijging in niet meer significant wanneer dit in categorieën ingedeeld wordt. Het verdwijnen van de significantie is toe te schrijven aan het onderverdelen van de populatie. Er ontstaan op die manier subgroepen van ongeveer patiënten. Dit heeft te weinig power om een statistisch significante schatting op te maken voor de volledige groep. Er zou bij deze analyse ook nog sprake kunnen zijn van een selectiebias. Patiënten waarvan langere follow-up data beschikbaar zijn, zijn mogelijk gezonder en laten ook op lange termijn lagere HAF-waarden zien dan patiënten met minder metingen. Dit zou kunnen betekenen dat een initieel lage HAFwaarde geassocieerd is met een gunstigere prognose. Dit is in dit onderzoek echter nog onvoldoende onderzocht. Sterktes en zwaktes van de studie Dit is de eerste studie die een verhoogde huidautofluorescentie, als marker voor verhoogde AGE accumulatie, in patiënten met AA-amyloïdose laat zien. AA-amyloïdose en ATTR amyloïdose zijn relatief zeldzaam, daardoor is het (nog) niet gelukt om voldoende mensen te includeren om te voldoen aan de berekende steekproefgrootte. Theoretisch zou het kunnen zijn dat de huidautofluorescentie in patiënten met ATTR amyloïdose wel verhoogd is vergeleken met gezonde mensen, maar dat dit niet is gevonden (type II fout), echter ook een trend naar verhoogde huidautofluorescentie werd in deze patiënten niet gezien. Doordat patiënten uitsluitend gemeten werden op momenten dat zij ook een poliklinische afspraak hadden waren we voor het verkrijgen van de data afhankelijk van deze afspraken. Follow-up data zouden beter te analyseren zijn geweest als er een vast interval tussen de metingen had gezeten. Ook voor het vergelijken met de SAP-scintigrafie waren we afhankelijk van geplande scans. De gevonden weefselretentie kon daardoor van maanden tot maximaal een jaar tevoren zijn. Aanbevelingen voor vervolgonderzoek Met deze studie hebben we geen aanwijzingen gevonden dat humaan AA amyloïd autofluoresceert en er was geen sprake van verhoogde huidautofluorescentie bij patiënten met systemische AL- en ATTR- amyloïdose. Meten van huidautofluorescentie als maat voor amyloïddepositie blijft een interessant concept. Het is snel, weinig belastend voor de patiënt en geeft ter plaatse inzicht in de mate van amyloïddepositie in de huid. Met deze studie is dit concept nog niet volledig onderzocht. Aan de hand van aanvullend onderzoek zal verder uitgezocht moeten worden of ATTR en AL amyloïd autofluorescerende eigenschappen hebben en welke excitatiegolflengtes hiervoor nodig zijn. Dit zou middels fluorescentiemicroscopie met een vergelijkbare opzet als hierboven beschreven onderzocht kunnen worden. Vervolgens zou gekeken moeten worden of het exciterende licht de huid afdoende penetreert om het amyloïd te bereiken. De AGE-reader penetreert diep genoeg om AGE s te exciteren, dit is echter geen garantie dat dit voor amyloïd ook geldt. In een alternatieve opzet om amyloïd te detecteren door meting van huidfluorescentie zou gebruik gemaakt kunnen worden van curcumine. In onderzoek naar m. Alzheimer, een aandoening die ook veroorzaakt wordt door amyloïd, wordt curcumine regelmatig genoemd als remming van amyloïdogenese (38,39). Bovendien kunnen door orale toediening van curcumine β-amyloïdplaques in de retina zichtbaar gemaakt worden (4-4). Curcumine bindt echter ook andere vormen van amyloïd (43). Curcumine is een klein molecuul en het bindt 4

25 aan amyloïd op een vergelijkbare manier als Congo Rood. In tegenstelling tot Congo Rood is curcumine niet toxisch als het oraal of intraveneus wordt toegediend. Curcumine autofluoresceert bij een excitatie golflente van rond de 4nm en heeft een emissie van rond de 55. In het nierbiopt dat we gekleurd hebben met curcumine werd autofluorescentie van (AA-) amyloïd gezien (figuur 8c). Figuur 8: seriële vriescoupes nierbiopt van patiënt met AA amyloïdose. Afbeeldingen verkregen middels Nuance FX spectraalsysteem (CRi, Woburn, USA), vergroting x a: Congorood- kleuring toont amyloïd (4+) aan rondom de niertubuli in hetzelfde patroon als zichtbaar in curcumine (8c) - en h-ftaa (8d)- kleuring. b: Dezelfde coupe als 7a onder gepolariseerd licht. De appelgroene dubbelbreking is bewijzend voor amyloïdose. c: Curcumine DAPI filter(4-7) emissiepiek 55 (spectrum 49-7) d: h-ftaa- kleuring Cy3- filter (53-7) emissiepiek 55 e: Ongekleurde coupe Cy3- filter (53-7) gecombineerd met FITc- filter (5-7). Er wordt geen aankleuring gezien in een herkenbaar patroon, dit geldt ook voor alle andere filters en emissiespectra. 5

CHAPTER 9. Samenvatting

CHAPTER 9. Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting Chapter 9 Advanced glycation endproducts (AGEs) ontstaan via chemische reacties waarbij er versuikering en oxidatie optreedt van o.a. eiwitten en vetten, waarbij vaak een onomkeerbare

Nadere informatie

Amyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer

Amyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer Amyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer Introductie onderzoeksproject De ziekte van Alzheimer De ziekte van Alzheimer is een neurologische aandoening en is de meest voorkomende vorm van dementie.

Nadere informatie

ATTR amyloïdose mogelijke behandeling

ATTR amyloïdose mogelijke behandeling ATTR amyloïdose mogelijke behandeling Patiëntendag 9 januari 2016, Utrecht Bouke Hazenberg, UMCG Onderwerpen Amyloïd en amyloïdose Onderverdeling in verschillende typen Orgaanbetrokkenheid en vooruitzichten

Nadere informatie

Samenvatting 161 NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING

Samenvatting 161 NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING Samenvatting 161 NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING 162 Samenvatting NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING Diabetes mellitus, of suikerziekte, is een groep stofwisselingsziekten. De kenmerkende eigenschap van deze

Nadere informatie

De ziekte van Alzheimer is een neurodegeneratieve aandoening en de meest voorkomende

De ziekte van Alzheimer is een neurodegeneratieve aandoening en de meest voorkomende Nederlandse samenvatting Ontsteking bij de ziekte van Alzheimer in vivo kwantificatie Achtergrond De ziekte van Alzheimer is een neurodegeneratieve aandoening en de meest voorkomende vorm van dementie.

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands (Dutch summary)

Samenvatting in het Nederlands (Dutch summary) Samenvatting in het Nederlands (Dutch summary) Inleiding Hart- en vaatziekten behoren tot de belangrijkste doodsoorzaken in Nederland en leiden vaak tot chronische ziekten met levenslange problemen. Het

Nadere informatie

AL amyloïdose oorzaak, behandeling en nieuwe ontwikkelingen

AL amyloïdose oorzaak, behandeling en nieuwe ontwikkelingen AL amyloïdose oorzaak, behandeling en nieuwe ontwikkelingen Monique Minnema, internist-hematoloog Patientendag 9 jan 2016 AL (en AH) amyloidose AL = Amyloid Light chain AH = Amyloid Heay chain + serum

Nadere informatie

Samenvatting voor niet-ingewijden

Samenvatting voor niet-ingewijden Samenvatting 188 Samenvatting Samenvatting voor niet-ingewijden Diabetes mellitus type 2 (DM2), oftewel ouderdomssuikerziekte is een steeds vaker voorkomende aandoening. Dit heeft onder andere te maken

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het aantal mensen met een gestoorde nierfunctie is de afgelopen decennia sterk toegenomen. Dit betekent dat er steeds meer mensen moeten dialyseren of een niertransplantatie moeten

Nadere informatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie 9. Lineaire Regressie en Correlatie Lineaire verbanden In dit hoofdstuk worden methoden gepresenteerd waarmee je kwantitatieve respons variabelen (afhankelijk) en verklarende variabelen (onafhankelijk)

Nadere informatie

212

212 212 Type 2 diabetes is een chronische aandoening, gekarakteriseerd door verhoogde glucosewaarden (hyperglycemie), die wereldwijd steeds vaker voorkomt (stijgende prevalentie) en geassocieerd is met vele

Nadere informatie

Samenvat ting en Conclusies

Samenvat ting en Conclusies Samenvat ting en Conclusies Samenvatting en Conclusies 125 SAMENVAT TING EN CONCLUSIES In dit proefschrift werd de invloed van viscerale obesitas en daarmee samenhangende metabole ontregelingen, en het

Nadere informatie

CHAPTER 10 NEDERLANDSE SAMENVATTING

CHAPTER 10 NEDERLANDSE SAMENVATTING CHAPTER 10 NEDERLANDSE SAMENVATTING Chapter 10 156 Dit proefschrift bestaat uit een aantal studies waarin de veranderingen in het vermogen van plasma om de uitstroom (efflux) van cholesterol uit cellen

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Nederlandse samenvatting In dit proefschrift wordt het gebruik van aspirine (een bloedverdunner in tabletvorm) en laag-moleculair-gewicht heparine (een injectie die zorgt voor

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Samenvatting 11 Samenvatting Bloedarmoede, vaak aangeduid als anemie, is een veelbesproken onderwerp in de medische literatuur. Clinici en onderzoekers buigen zich al vele jaren over de oorzaken en gevolgen

Nadere informatie

Risk factors for renal function abnormalities

Risk factors for renal function abnormalities Risk factors for renal function abnormalities Nederlandse samenvatting Dit proefschrift probeert mogelijke risicofactoren voor progressief nierfunctieverlies te identificeren in een niet-diabetische populatie.

Nadere informatie

De ziekte van Alzheimer. Diagnose

De ziekte van Alzheimer. Diagnose De ziekte van Alzheimer Bij dementie is er sprake van een globale achteruitgang van de cognitieve functies, zoals het geheugen of de taalfuncties. Deze achteruitgang leidt tot functionele beperkingen in

Nadere informatie

SAMENVATTING. 140 Samenvatting

SAMENVATTING. 140 Samenvatting Samenvatting 140 Samenvatting SAMENVATTING Diabetes mellitus, ofwel suikerziekte, is een veelvoorkomende stofwisselingsziekte die gekenmerkt wordt door hyperglykemie (verhoogde bloedsuikerspiegels) als

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Samenvatting In de diagnose en prognose van hartfalen hebben B-type Natriuretisch Peptide (BNP) en N-terminaal probnp (NT-proBNP) in de afgelopen jaren hun waarde bewezen. Tegenwoordig

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21710 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Buurma, Aletta Title: On the pathology of preeclampsia : genetic variants, complement

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 137 138 Het ontrafelen van de klinische fenotypen van dementie op jonge leeftijd In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, komt dementie ook op jonge leeftijd voor. De diagnose

Nadere informatie

Samenvatting voor niet ingewijden

Samenvatting voor niet ingewijden Samenvatting Samenvatting voor niet ingewijden Diabetes mellitus, oftewel suikerziekte, is een van de meest voorkomende chronische ziekten. Wereldwijd hebben 346 miljoen mensen diabetes, en in Nederland

Nadere informatie

density lipoproteïne (LDL cholesterol) lijkt een belangrijke rol te spelen in de initiatie van Nederlandse samenvatting

density lipoproteïne (LDL cholesterol) lijkt een belangrijke rol te spelen in de initiatie van Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Hart- en vaatziekten zijn de belangrijkste doodsoorzaak van dialysepatiënten en dit beperkt hun levensverwachting sterk. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat milde tot matige nierschade

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 121 Nederlandse samenvatting Patiënten met type 2 diabetes mellitus (T2DM) hebben een verhoogd risico op de ontwikkeling van microvasculaire en macrovasculaire complicaties. Echter,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting nelleke tolboom binnenwerk aangepast.indd 161 28-12-2009 09:42:54 nelleke tolboom binnenwerk aangepast.indd 162 28-12-2009 09:42:54 Beeldvorming van Alzheimerpathologie in vivo:

Nadere informatie

Chapter 9 Samenvatting

Chapter 9 Samenvatting Samenvatting Marcel D. Posthumus SAMENVATTING Reumatoïde artritis (RA) is een aandoening die voorkomt bij 0,5-1% van de bevolking en die gekenmerkt wordt door een chronische ontsteking van meerdere gewrichten

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 138 Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Een belangrijke functie van de nier is het uitscheiden van afvalstoffen via de urine. Grote hoeveelheden water en kleine stoffen

Nadere informatie

Eiwitexcretie kan worden bepaald na kort verblijf in metabole kooi

Eiwitexcretie kan worden bepaald na kort verblijf in metabole kooi Eiwitexcretie kan worden bepaald na kort verblijf in metabole kooi Ilse Kion, Jürgen W. A. Sijbesma, Aren van Waarde Afdeling Nucleaire Geneeskunde en Moleculaire Beeldvorming, Universitair Medisch Centrum

Nadere informatie

Disease morbidities 1; Polyneuropathy, Bing Neel, Amyloid

Disease morbidities 1; Polyneuropathy, Bing Neel, Amyloid International Waldentrom s Patient Meeting 9 oct 2016, Amsterdam Disease morbidities 1; Polyneuropathy, Bing Neel, Amyloid Monique Minnema, internist-hematoloog Morbus Waldenström Kankercellen : Waldenström

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Samenvatting in het Nederlands

Hoofdstuk 8 Samenvatting in het Nederlands Hoofdstuk 8 Samenvatting in het Nederlands 135 Inleiding Het stoppen van een bloeding bestaat uit twee processen: bloedstelping en bloedstolling. Tijdens de bloedstelping worden bloedplaatjes aan de beschadigde

Nadere informatie

Ontwikkelingen in de behandeling van ATTR amyloïdose

Ontwikkelingen in de behandeling van ATTR amyloïdose Ontwikkelingen in de behandeling van ATTR amyloïdose Amyloïdose informatiedag Hans Nienhuis Inhoud Amyloïd en amyloïdose ATTR amyloïdose Ontstaanswijze Erfelijke versus ouderdoms vorm Behandelopties: Huidige

Nadere informatie

Ontstekingsparameters in de huisartspraktijk. Warffum 2012

Ontstekingsparameters in de huisartspraktijk. Warffum 2012 Ontstekingsparameters in de huisartspraktijk Warffum 2012 Onderwerpen CRP, bezinking of beide CRP bij acuut hoesten CRP sneltest voor andere indicaties? CRP, bezinking of beide? Indicaties - infectie/ontsteking

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary)

Chapter 9. Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) Chapter 9 Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) 10 13 14 15 16 17 18 19 20 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 Chapter 9 122 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting Reumatoïde artritis

Nadere informatie

Ontwikkelingen voor de behandeling van AL amyloïdose

Ontwikkelingen voor de behandeling van AL amyloïdose Ontwikkelingen voor de behandeling van AL amyloïdose Reinier Raymakers, internist-hematoloog Patientendag 17 feb 2018 Plasmacellen in Multipel Myeloom, MGUS en AL amyloidose (voorloper) kwaadaardige plasmacellen

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 145 Nederlandse samenvatting De nieren hebben een belangrijke functie in het menselijk lichaam: ze zijn onder andere verantwoordelijk voor het zuiveren

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Het acute hartinfarct Hart- en vaat ziekten zijn een van de grootste doodsoorzaken wereldwijd. In Nederland sterven er gemiddeld 107 mensen per dag aan hart- en vaatziekten, waaronder

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING (DUTCH SUMMARY)

NEDERLANDSE SAMENVATTING (DUTCH SUMMARY) NEDERLANDE AMENVATTING (DUTCH UMMARY) 189 Nederlandse amenvatting (Dutch ummary) trekking van proefschrift Patiënten met een chronische gewrichtsontsteking, waaronder reumatoïde artritis (RA), de ziekte

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting In dit proefschrift zijn de veranderingen in cellulaire functie en structuur in hartfalen met verschillende onderliggende oorzaken en fenotype bestudeerd. Dit om inzicht te krijgen

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting In dit proefschrift getiteld Relatieve bijnierschorsinsufficiëntie in ernstig zieke patiënten De rol van de ACTH-test hebben wij het concept relatieve bijnierschorsinsufficiëntie

Nadere informatie

Samenvatting. Reumatoïde artritis: biologicals en bot

Samenvatting. Reumatoïde artritis: biologicals en bot * Samenvatting Reumatoïde artritis: biologicals en bot Samenvatting In deel I van dit proefschrift worden resultaten gepresenteerd van onderzoek naar gegeneraliseerd botverlies (osteoporose) in patiënten

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/66121 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Voskamp, P.W.M. Title: Prepare; before starting dialysis : outcomes in patients

Nadere informatie

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test Werkboek 2013-2014 ANCOVA Covariantie analyse bestaat uit regressieanalyse en variantieanalyse. Er wordt een afhankelijke variabele (intervalniveau) voorspeld uit meerdere onafhankelijke variabelen. De

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 157 N ederlandse samenvatting Nederlandse Samenvatting 158 Nederlandse samenvatting Het aantal gevallen van huidkanker, waaronder melanoom, neemt nog steeds toe in de westerse

Nadere informatie

Het begrijpen van heterogeniteit binnen de ziekte van Alzheimer: een neurofysiologisch

Het begrijpen van heterogeniteit binnen de ziekte van Alzheimer: een neurofysiologisch Het begrijpen van heterogeniteit binnen de ziekte van Alzheimer: een neurofysiologisch perspectief Inleiding De ziekte van Alzheimer wordt gezien als een typische ziekte van de oudere leeftijd, echter

Nadere informatie

Red Fluorescent Dental Plaque C.M.C. Volgenant

Red Fluorescent Dental Plaque C.M.C. Volgenant Red Fluorescent Dental Plaque C.M.C. Volgenant Nederlandse samenvatting Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar rood fluorescerende tandplaque (RFP) en de mogelijkheden om dit fenomeen toe te passen

Nadere informatie

Haagse Nieren 2.0. Disclosure belangen spreker

Haagse Nieren 2.0. Disclosure belangen spreker Haagse Nieren 2.0 Irene van der Meer Internist-nefroloog Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld

Nadere informatie

Samenvatting 149. Samenvatting

Samenvatting 149. Samenvatting Samenvatting Samenvatting 149 Samenvatting Constitutioneel eczeem is een chronische ontstekingsziekte van de huid gekenmerkt door rode, schilferende en bovenal jeukende huidafwijkingen. Onder de microscoop

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Nederlandse samenvatting Wereldwijd zijn er miljoenen mensen met diabetes mellitus, hetgeen resulteert in aanzienlijke morbiditeit en mortaliteit. Bekende oogheelkundige complicaties

Nadere informatie

161 Samenvatting L L sub01-bw-spaetgens - Processed on: Processed on:

161 Samenvatting L L sub01-bw-spaetgens - Processed on: Processed on: Samenvatting 161 162 Samenvatting 163 Samenvatting Jicht is een gewrichtsontsteking, ook wel artritis genoemd, en is wereldwijd de meest voorkomende reumatische aandoening. Jicht komt vaker voor bij mannen

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/35287 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/35287 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/35287 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Poortvliet, Rosalinde Title: New perspectives on cardiovascular risk prediction

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve en angst symptomen in chronische dialyse patiënten en andere patiënten. Het proefschrift bestaat uit twee delen (deel A en deel

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het mucosale immuunsysteem Het afweersysteem beschermt het lichaam tegen infecties met bacteriën, virussen, schimmels en parasieten. De huid en de mucosale weefsels zoals bijvoorbeeld

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch) (summary in Dutch) Type 2 diabetes is een chronische ziekte, waarvan het voorkomen wereldwijd fors toeneemt. De ziekte wordt gekarakteriseerd door chronisch verhoogde glucose spiegels, wat op den duur

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Analyse van chromosomale afwijkingen in gastrointestinale tumoren In het ontstaan van kanker spelen vele moleculaire processen een rol. Deze processen worden in gang gezet door

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 3 Projectbeschrijving

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 3 Projectbeschrijving Niet-technische samenvatting 2016491-2 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Effecten van ijzer op een hormoon dat betrokken is bij het calcium- en fosfaatmetabolisme (FGF23) bij chronische nierpatiënten.

Nadere informatie

University of Groningen. Skin autofluorescence in cardiovascular disease Mulder, Douwe Johannes

University of Groningen. Skin autofluorescence in cardiovascular disease Mulder, Douwe Johannes University of Groningen Skin autofluorescence in cardiovascular disease Mulder, Douwe Johannes IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from

Nadere informatie

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström 1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström Dr. S.A.M. van de Schans, S. Oerlemans, MSc. en prof. dr. J.W.W. Coebergh Inleiding Epidemiologie is de wetenschap die eenvoudig gezegd

Nadere informatie

Immuun Activatie in Relatie tot Manische Symptomen in Depressieve Patiënten. Karlijn Becking MD-PhD student, UMCG

Immuun Activatie in Relatie tot Manische Symptomen in Depressieve Patiënten. Karlijn Becking MD-PhD student, UMCG Immuun Activatie in Relatie tot Manische Symptomen in Depressieve Patiënten Karlijn Becking MD-PhD student, UMCG Introductie Disbalans Pro-inflammatoire staat Destabilisatie Gevoeligheid voor stress Monocyt

Nadere informatie

University of Groningen. BNP and NT-proBNP in heart failure Hogenhuis, Jochem

University of Groningen. BNP and NT-proBNP in heart failure Hogenhuis, Jochem University of Groningen BNP and NT-proBNP in heart failure Hogenhuis, Jochem IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check

Nadere informatie

Java Project on Periodontal Disease. Periodontal Condition in Relation to Vitamin C, Systemic Conditions and Tooth Loss Amaliya

Java Project on Periodontal Disease. Periodontal Condition in Relation to Vitamin C, Systemic Conditions and Tooth Loss Amaliya Java Project on Periodontal Disease. Periodontal Condition in Relation to Vitamin C, Systemic Conditions and Tooth Loss Amaliya Samenvatting en conclusie In vele studies is een verband aangetoond tussen

Nadere informatie

Samenvatting 9 122 Chapter 9 Diabetes mellitus is geassocieerd met langzaam progressieve veranderingen in het brein, een complicatie die diabetische encefalopathie genoemd wordt. Eerdere studies laten

Nadere informatie

Nederlandse. Samenvatting

Nederlandse. Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het metabole syndroom is tegenwoordig een veel voorkomend ziektebeeld dat getypeerd wordt door een combinatie van verschillende aandoeningen. Voornamelijk in de westerse landen

Nadere informatie

Het voorkomen van (ernstig) overgewicht of obesitas neemt wereldwijd ernstige vormen aan,

Het voorkomen van (ernstig) overgewicht of obesitas neemt wereldwijd ernstige vormen aan, Samenvatting voor de geïnteresseerde leek Het voorkomen van (ernstig) overgewicht of obesitas neemt wereldwijd ernstige vormen aan, met name door het overnemen van de zogenaamde Westerse leefstijl, dat

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Introductie tot atherosclerose Cardiovasculaire aandoeningen zijn nog steeds de meest voorkomende als alle vormen van cardiovasculaire aandoeningen konden worden verholpen bekendste

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/21978 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/21978 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21978 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Goeij, Moniek Cornelia Maria de Title: Disease progression in pre-dialysis patients:

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Bloedplaatjes of trombocyten die belangrijk zijn voor de bloedstolling.

Bloedplaatjes of trombocyten die belangrijk zijn voor de bloedstolling. Flowcytometrie bij PNH PNH is het gevolg van een genetische verandering in een bloedstamcel. Als gevolg hiervan ontbreken bij afstammelingen van deze cel bepaalde eiwitten. Deze eiwitten hebben gemeenschappelijk,

Nadere informatie

Systemische Lupus Erythematodes (SLE)

Systemische Lupus Erythematodes (SLE) Systemische Lupus Erythematodes (SLE) Systemische lupus erythematodes (SLE) is een ontstekingsziekte. Deze ontstekingen kunnen in het gehele lichaam (systemisch) voorkomen. SLE is een auto-immuunziekte.

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

5.3. Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden

5.3. Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden 5.3 Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden 98 5.3 Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden Patiënten die de diagnose gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden krijgen, kunnen worden

Nadere informatie

Klinische Dag. 3 oktober 2013 Disclosure belangen spreker. (potentiële) belangenverstrengeling

Klinische Dag. 3 oktober 2013 Disclosure belangen spreker. (potentiële) belangenverstrengeling Klinische Dag 3 oktober 2013 Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Geen Reversibele cardiale betrokkenheid bij multipel myeloom met AL-amyloidose Klinische hematologiedag 2013

Nadere informatie

Peggy Roestenberg - The role of CTGF in diabetic nephropathy. Chapter 10. Samenvatting in het Nederlands

Peggy Roestenberg - The role of CTGF in diabetic nephropathy. Chapter 10. Samenvatting in het Nederlands Chapter 10 Samenvatting in het Nederlands Chapter 10 Peggy Roestenberg - The role of CTGF in diabetic nephropathy DIABETES MELLITUS Diabetes mellitus, in de volksmond beter bekend als suikerziekte of diabetes,

Nadere informatie

In search for biomarkers of aging: A proteomics approach Rinse Klooster

In search for biomarkers of aging: A proteomics approach Rinse Klooster Samenvatting Het begrijpen van het verouderingsproces Onderzoek aan zowel hoge als lage eukaryotische modelsystemen heeft laten zien dat verschillende processen bij het verouderingsproces betrokken zijn.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Dutch Summary)

Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) 87 Appendix Inleiding Diabetes mellitus gaat een steeds belangrijkere rol spelen in onze gezondheidszorg. Het aantal patiënten met diabetes zal naar verwachting

Nadere informatie

nederlandse samenvatting

nederlandse samenvatting Nederlandse Samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Inleiding Hartfalen is een syndroom, waarbij de pompfunctie van het hart achteruitgaat en dat onder andere gepaard kan gaan met klachten van kortademigheid

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Addendum. Nederlandse Samenvatting

Addendum. Nederlandse Samenvatting Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/29692 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Bonten, Tobias N. Title: Time for aspirin : blood pressure and reactivity Issue

Nadere informatie

Samenvatting 129. Samenvatting

Samenvatting 129. Samenvatting Samenvatting 128 Samenvatting 129 Samenvatting Het mammacarcinoom is de meest voorkomende maligniteit bij vrouwen, met wereldwijd een jaarlijkse incidentie van 1,67 miljoen. De prognose van patiënten met

Nadere informatie

Schatting van de nierfunctie met de egfr implicaties voor de klinische praktijk. Iefke Drion 30 oktober 2014

Schatting van de nierfunctie met de egfr implicaties voor de klinische praktijk. Iefke Drion 30 oktober 2014 Schatting van de nierfunctie met de egfr implicaties voor de klinische praktijk Iefke Drion 30 oktober 2014 Casus Casus Vrouw 43 jaar Fam anamnese: moeder op 45 jaar ernstige nierfunctiestoornissen o.b.v.

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/47927 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Kerkman, Priscilla F. Title: Identification and characterization of anti-citrullinated

Nadere informatie

Familiaire Mediterrane Koorts

Familiaire Mediterrane Koorts https://www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Familiaire Mediterrane Koorts Versie 2016 2. DIAGNOSE EN BEHANDELING 2.1 Hoe wordt het gediagnosticeerd? Over het algemeen wordt de volgende aanpak

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Chapter IX. Samenvatting

Chapter IX. Samenvatting Chapter IX Samenvatting Chapter 9 Inleiding Multiple Organ Dysfunction Syndrome (MODS) is een ernstige complicatie bij zwaar gewonde patiënten. MODS gaat gepaard met een hoog sterftecijfer (40 tot 60 %)

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting In dit proefschrift worden diagnostische en therapeutische aspecten van acute leukemie bij kinderen beschreven, o.a. cyto-immunologische en farmacologische aspecten en allogene

Nadere informatie

IgA nefropathie. Joost van der Heijden, internist-nefroloog VU Medisch Centrum

IgA nefropathie. Joost van der Heijden, internist-nefroloog VU Medisch Centrum IgA nefropathie Joost van der Heijden, internist-nefroloog VU Medisch Centrum Presentatie - Geschiedenis - Epidemiologie - Het ziekteproces - De patiënt - Het diagnostische proces - De behandeling - De

Nadere informatie

Chronische Nierschade

Chronische Nierschade Chronische Nierschade Uitingen nieraandoeningen: Verlies van eiwit via de urine, albuminurie Specifieke sedimentsafwijkingen Afname van de glomerulaire filtratiesnelheid Micro-albuminurie: In een willekeurige

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/37040 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Ercan, Ayşe Ece Title: Diffusion-weighted MRS and MRI : methods and neuro applications

Nadere informatie

CHAPTER 9 GENERAL DISCUSSION SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING

CHAPTER 9 GENERAL DISCUSSION SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING CHAPTER 9 GENERAL DISCUSSION SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING Chapter 9 HERSENEN ONDER DRUK De invloed van bloeddruk en het angiotensine-converterend enzym op de hersenen Achtergrond De ziekte van Alzheimer

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 146 Klinische en immunologische aspecten van pretransplantatie bloedtransfusies Inleiding Bloedtransfusies worden in de meeste gevallen gegeven aan patiënten die een tekort hebben

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Het toetsen van nonparametrische variabelen

Hoofdstuk 8 Het toetsen van nonparametrische variabelen Hoofdstuk 8 Het toetsen van nonparametrische variabelen 8.1 Non-parametrische toetsen: deze toetsen zijn toetsen waarbij de aannamen van normaliteit en intervalniveau niet nodig zijn. De aannamen zijn

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies 080237 Henneman boek.indb 171 03-11-2008 10:57:48 172 Samenvatting en conclusies In de algemene introductie van dit proefschrift worden de verschillende niet-invasieve technieken

Nadere informatie

hoofdstuk twee hoofdstuk drie

hoofdstuk twee hoofdstuk drie DUTCH SUMMARY In de geneeskunde wordt gebruik gemaakt van biologische parameters voor het meten van pathosfysiologische processen in het lichaam, zogenaamde biomarkers. Voorbeelden hiervan zijn bloeddrukmetingen,

Nadere informatie

Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer

Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer Achtergrond De ziekte van Alzheimer De ziekte van Alzheimer (Alzheimer s disease - AD) is een neurodegeneratieve ziekte

Nadere informatie

Nierfunctieonderzoek bij diabetes. N. Kleefstra & Henk Bilo 15 en 16 december Nieren. Nieren

Nierfunctieonderzoek bij diabetes. N. Kleefstra & Henk Bilo 15 en 16 december Nieren. Nieren Nierfunctieonderzoek bij diabetes N. Kleefstra & Henk Bilo 15 en 16 december 2011 Nieren Nieren 1 Functie & schade Nierfunctie : het vermogen om afvalstoffen te klaren (voorbeeld: kreatinine) het vermogen

Nadere informatie

Het nefrotisch syndroom Oorzaken en gevolgen. prof. J. Wetzels Radboud UMC Nijmegen

Het nefrotisch syndroom Oorzaken en gevolgen. prof. J. Wetzels Radboud UMC Nijmegen Het Oorzaken en gevolgen prof. J. Wetzels Radboud UMC Nijmegen Opbouw presentatie 1. Hoe werken de nieren? 2. Het klachten en verschijnselen oorzaken behandeling bij volwassenen 3. Dr. Bouts: kinderen

Nadere informatie

Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op dinsdag 5 april 2011 9.00-12.00 uur

Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op dinsdag 5 april 2011 9.00-12.00 uur Faculteit der Wiskunde en Informatica Tentamen Biostatistiek 2 voor BMT (2DM50), op dinsdag 5 april 2011 9.00-12.00 uur Bij het tentamen mag alleen gebruik worden gemaakt van een zakrekenmachine. Het gebruik

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding 241 Inleiding Dit proefschrift gaat over darmschade, inflammatie en wondgenezing rondom grote maag-darmchirurgie, met als doel nieuw inzicht te krijgen in het voorkomen, detecteren en behandelen van complicaties.

Nadere informatie