PA-actief systeem M.A.R.L.I.S 500 W

Transcriptie

1 CONR AD OP INTERNET G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr PA-actief systeem M.A.R.L.I.S 500 W

2 Belangrijk! Beslist lezen! Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikneming en het gebruik. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door! Bij schades, die ontstaan door het niet opvolgen van de handleiding, vervalt het recht op garantie. Voor volgschades, die hieruit ontstaan zijn wij niet aansprakelijk. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig! Inhoudsopgave Introductie 3 Gebruik waarvoor het apparaat bedoeld is 3 Benaming van de verschillende onderdelen 5 Veiligheidsaanwijzingen 5 Functiebeschrijving 7 Ingebruikneming 8 Opstelling 8 Aansluiting van de signaal-ingangen 9 Aansluiting van de luidsprekeruitgangen 10 Netaansluiting 12 Bediening 12 Gebruik 13 Onderhoud 14 Verwijdering 15 Verhelpen van storingen 16 Technische specificaties 17 Pagina Introductie Geachte klant, Hartelijk dank voor het kopen van dit PA- Actieve systeem M.A.R.L.I.S. 500 W. Met dit apparaat heeft u een product aangeschaft, dat ontworpen is volgens de laatste ontwikkelingen in de techniek. De opbouw komt overeen met veiligheidsklasse I. Bovendien is het apparaat vonkontstoord. Het apparaat voldoet daarmee aan de eisen van de geldende Europese en nationale richtlijnen. De conformiteit is bewezen; de desbetreffende documenten bevinden zich bij de fabrikant. Om deze toestand zo te houden en zeker te zijn van een veilig gebruik, dient u zich beslist te houden aan de aanwijzingen betreffende de veiligheid en het gebruik. Bij vragen kunt u zich wenden tot onze Technische helpdesk: Nederland: Tel ma. t/m do. 8:30-20:00 uur vr. 8:30-18:00 uur helpdesk@conrad.nl Gebruik waarvoor dit systeem bedoeld is Het PA-Actieve systeem M.A.R.L.I.S. 500 W is er voor bedoeld, audiosignalen van audio-installaties te versterken en via de luidsprekers om te vormen tot hoorbare geluidsgolven. De ingangen mogen alleen aangesloten worden op audio-uitgangen met laag niveau van audio- apparatuur. Op de luidsprekeruitgangen mogen alleen geschikte passieve luidsprekers aangesloten worden. 2 De stroomvoorziening mag alleen aangesloten worden op 230V~/ 50 Hz (10/16A) wisselspanning. 3

3 Het gebruik is alleen toegestaan in gesloten ruimtes, dus niet in de openlucht. Het contact met vochtigheid, b.v. in de badkamer of soortgelijke ruimtes dient beslist vermeden te worden. Een andere toepassing dan hiervoor genoemd leidt tot beschadiging van het product en bovendien zijn daaraan gevaren verbonden, zoals brand, kortsluiting enz. Het totale product mag niet veranderd of omgebouwd worden, bovendien is het niet toegestaan het apparaat te openen! U dient zich beslist te houden aan de veiligheisaanwijzingen! Benaming van de verschillende onderdelen (1) Aansluitingen SPEAKER OUTPUT (2) Volumeregelaar GAIN (3) Aansluitingen INPUT (4) Aansluitingen OUTPUT (5) Aanduiding POWER (6) Volumeregelaar SUB VOLUME (7) Keuzeschakelaar voor netspanning (8) Schakelaar POWER (9) Netaansluiting (10) Zekeringhouder Veiligheidsaanwijzingen Bij schades, die ontstaan door het niet naleven van de bedieningshandleiding, vervalt het recht op garantie! Voor schades die daaruit resulteren zijn wij niet aansprakelijk. Bij persoonlijk letsel of schades, die veroorzaakt worden door onvakkundig gebruik of het niet naleven van de veiligheidsaanwijzingen, zijn wij niet aansprakelijk. In dergelijke gevallen vervalt elk recht op garantie. Een in een driehoek geplaatst uitroepteken verwijst naar belangrijke aanwijzingen in de bedieningshandleiding. Lees svp voor de ingebruikneming de complete handleiding door, er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende het juiste gebruik. Het bliksem-symbool in een driehoek waarschuwt voor onbeschermde, spanningvoerende onderdelen resp. componenten binnen in de behuizing. Het aanraken van deze onderdelen resp. componenten kan levensgevaarlijk zijn! 4 5

4 Om redenen van veiligheid en toelating (C ) is het eigenmachtig ombouwen en/ of veranderen van het product niet toegestaan. Als spanningsbron mag alleen een aan de voorschriften voldoende wandcontactdoos (230V~/50Hz) in een uitvoering met randaarde gebruikt worden. Let op de correcte ingebruikneming van het apparaat. Let hierbij op de bedieningshandleiding. Overtuig u ervan, dat bij het opstellen van het product de kabels niet geplet worden of door scherpe randen beschadigd worden. Apparaten die werken op netspanning, horen niet in kinderhanden. Wees daarom bij het gebruik van het apparaat in de aanwezigheid van kinderen bijzonder voorzichtig, vooral als ze proberen voorwerpen door openingen in de behuizing te steken. Er bestaat gevaar voor een levensgevaarlijke elektrische schok. Giet nooit vloeistoffen over elektrische apparaten uit en zet er geen met vloeistof gevulde voorwerpen (b.v. een bloemenvaas) op. Er bestaat een zeer groot gevaar voor brand of voor een levensgevaarlijke elektrische schok. Als het desondanks toch een keer gebeurt, haal dan onmiddellijk de stekker uit de wandcontactdoos en vraag een vakman om raad. Stel het apparaat niet bloot aan hoge temperaturen, druppels of spatwater, sterke trillingen, en ook niet aan hoge mechanische invloeden. Sla in de nabijheid van het Actieve systeem geen magneetgeheugens op, zoals b.v. diskettes, videocassettes enz., omdat het magneetveld van de luidsprekers de geregistreerde informatie van deze geheugenmedia kan vernielen. Zet geen open vuurbronnen zoals brandende kaarsen op het apparaat. 6 Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos rondslingeren. Plastic zakken / -folie, piepschuim enz. zouden voor kinderen gevaarlijk speelgoed kunnen zijn. Gebruik het apparaat niet zonder toezicht. Gebruik het systeem alleen in een gematigd klimaat, niet in een tropisch klimaat. Houdt u aan de veiligheidsaanwijzingen en bedieningshandleidingen van de overige apparaten, die op dit apparaat aangesloten worden. Als u twijfelt over de juiste aansluiting of als er dusdanige vragen rijzen die niet in het verloop van deze handleiding beantwoord worden, neem dan contact op met onze Technische Helpdesk of met een andere vakman. Functiebeschrijving Het ingangssignaal wordt door middel van een frequentiewisselaar gescheiden in een bas- en een middel-/ hoge tonendeel. Het basgedeelte wordt door de bas- eindtrap versterkt en via de subwoofer omgevormd tot laagfrequente geluidsgolven. De 15 subwoofer is ingebouwd in een basreflex- behuizing, waarin zich ook de totale versterkingselektronica bevindt. De satellietluidsprekers zijn opgebouwd in 2-weg techniek met een 8 - lage-/ middentoon speaker en een tweeter. De behuizing van de subwoofer is voorzien van rollers, waardoor de subwoofer makkelijk verplaatst kan worden. Het deksel van de behuizing past precies op het luidsprekerfront van de subwoofer. Op deze manier wordt aan de ene kant de subwoofer beschermd en aan de andere kant werkt het als transportbak voor de satellietluidsprekers en de aansluitkabels. 7

5 Alle behuizingen zijn d.m.v. metalen hoeken en een bespanning van doek goed beschermd tegen invloeden van buitenaf. De satellietluidsprekers kunnen opgesteld worden met boxstatieven, waarvan er één ook in de boxflens op de subwoofer gestoken kan worden. De versterker met groot vermogen wordt gekoeld door een ventilator, zodat ook langdurig gebruik met hoog uitgangsvermogen geen probleem is. Kantel de subwoofer naar voren, zodat de uitgang van het geluid naar het publiek en de boxflens naar boven wijzen. Stel de satellietluidsprekers op. Ze kunnen ook voorzien worden van boxstatieven. Aan de bovenkant van de subwoofer bevindt zich een boxflens, waarin een statief voor een satellietluidspreker geplaatst kan worden. Subwoofer en satellietluidsprekers dienen zo mogelijk in lijn tegenover het publiek opgesteld te worden. Hierdoor worden klankproblemen voorkomen. Ingebruikneming Opstelling Om een correcte ingebruikneming te garanderen, dient u voor gebruik deze handleiding met de veiligheidsaanwijzingen volledig en opmerkzaam door te lezen. Stel uw systeem niet op in de buurt van beeldschermen, zoals b.v. TV- toestellen of computermonitors. Er bestaat het gevaar dat de magneetvelden van de luidsprekers het beeld vervormen. Bij de opstelling van de satellietluidsprekers moet een veilige en een stabiele opstelplek in acht worden genomen. Als boxen vallen, kan er ernstig persoonlijk letsel ontstaan. Het ophangen van de boxen aan haken of soortgelijke dingen is niet toegestaan. Als de satellietluidsprekers op statieven opgesteld worden, moeten deze stabiel en voor het gewicht van de luidsprekers geschikt zijn. Rol het systeem naar de opstelplek en haal de satellietsprekers en het transportdeksel van de subwoofer. 8 Aansluiting van de signaalingangen Let er bij het aansluiten van de signaalingangen op, dat de aansluitkabels niet geplet worden of door scherpe kanten beschadigd worden. De aansluiting van de ingangen mag alleen gebeuren op audio-uitgangen met laag niveau van audio- apparatuur. Het actieve systeem en het apparaat waarop het actieve systeem aangesloten wordt, moeten tijdens de aansluitwerkzaamheden uitgeschakeld zijn. Verbind de aansluitingen INPUT (3) met de voorversterkeruitgangen van het mengpaneel. Gebruik daarvoor afgeschermde XRL-kabels. Indien nodig kan het signaal via de aansluitingen OUTPUT (4) naar andere apparaten doorgestuurd worden. Gebruik ook hiervoor afgeschermde XRL-kabels. Verbind de aansluiting INPUT RIGHT met de rechter voorversterkeruitgang. Verbind de aansluiting INPUT LEFT met de linker voorversterkeruitgang. Het signaal wordt doorgelust, dus niet beïnvloed door de frequentiewisseling. Let ook hier op de rechts/ links- aanduiding van de in- en uitgangen. 9

6 Verbind de aansluiting SPEAKER OUTPUT RIGHT met de aansluiting INPUT van de rechter satellietluidspreker. Verbind de aansluiting SPEAKER OUTPUT LEFT met de aansluiting INPUT van de linker satellietluidspreker. Stekkerbezetting van de speaker- aansluitingen: (1+) positieve aansluiting (1-) negatieve aansluiting Satelliet links Satelliet rechts Aansluiting van de luidsprekeruitgangen Het actieve systeem moet tijdens de aansluitwerkzaamheden uitgeschakeld zijn. Verbind de aansluitingen SPEAKER OUTPUT (1) met de luidsprekeringangen van de satellietluidsprekers. Gebruik hiervoor luidsprekerkabels

7 Netaansluiting Overtuig u ervan, dat voor het aansluiten van het actieve systeem op het stroomnet de schakelaar POWER (8) uitgeschakeld is (positie 0 ). Overtuig u er eveneens van, dat de keuzeschakelaars voor de netspanning (7) in de juiste positie staan. Steek de gegoten stekker van de netkabel in de netaansluiting (9). Steek de netstekker in een wandcontactdoos. Met de schakelaar POWER (8) wordt het systeem in- resp. uitgeschakeld: Stand 0 : apparaat is uitgeschakeld. Stand I : apparaat is ingeschakeld. Bij ingeschakeld apparaat brandt de aanduiding POWER (5). BEDIENING Nadat u alle aansluitingen uitgevoerd en nogmaals gecontroleerd heeft, is uw systeem klaar voor gebruik. Draai de volumeregelaars GAIN (2) en SUB VOLUME (6) helemaal terug. Draai tot aan de linkse aanslag. Schakel het aangesloten mengpaneel in en start de weergave. Stel op het mengpaneel een gemiddeld volume in. Schakel het systeem in met de schakelaar POWER (8). Zet de schakelaar in positie I. Regel het volume van de subwoofer met de volumeregelaar SUB VOLUME (6) en het volume van de satellietluidsprekers met de volumeregelaars GAIN (2). De subwoofer moet de satellietluidsprekers in het diepe basbereik ondersteunen. Hij mag niet dreunen. 12 Na deze basisinstelling wordt het volume alleen nog met de regelaars op het mengpaneel ingesteld. Om de installatie uit te schakelen, schakelt u eerst het actieve systeem uit met de schakelaar POWER (8) en dan pas het mengpaneel. Breng de schakelaar POWER (8) in de stand 0. Gebruik Steek de netstekker nooit gelijk in de wandcontactdoos, als het apparaat van een koude naar een warme ruimte gebracht wordt. Het daarbij ontstaande condenswater kan onder omstandigheden het apparaat vernielen. Laat het apparaat oningeschakeld op kamertemperatuur komen. Wacht tot het condenswater verdampt is. Netstekkers mogen nooit met natte handen in de wandcontactdoos gestoken of er uitgetrokken worden. Trek de stekker nooit aan de kabel uit de wandcontactdoos, trek hem steeds alleen aan de daarvoor aangebrachte gripvlakken uit de wandcontactdoos. Trek, als u het apparaat langere tijd niet gebruikt, de stekker uit de wandcontactdoos. Om voldoende ventilatie te garanderen, moet er om de behuizing heen een ruimte van 5cm vrijgehouden worden. Bovendien mag de luchtcirculatie niet door voorwerpen als tijdschriften, tafelkleden, gordijnen e.d. gehinderd worden. Dek de ventilatiespleten nooit af. Trek om veiligheidsredenen bij een onweer steeds de stekker uit de wandcontactdoos. Muziek mag niet gedurende langere tijd met een te groot volume beluisterd worden. Hierdoor kan het gehoor beschadigd worden. 13

8 Onderhoud Controleer regelmatig de technische veiligheid van het systeem, b.v. op beschadiging van het netsnoer en van de behuizing. Als er aangenomen kan worden dat gebruik zonder gevaar niet meer mogelijk is, dient u het apparaat buiten werking te stellen en te beveiligen tegen het onbedoelde gebruik door derden. Dit is het geval als: het apparaat zichtbaar beschadigd is het apparaat niet meer functioneert na langdurige opslag onder ongunstige omstandigheden na transport onder zware omstandigheden Voor u het systeem schoonmaakt of er onderhoud aan pleegt, dient u beslist te letten op de volgende veiligheidsaanwijzingen: Bij het openen van deksels of het verwijderen van onderdelen kunnen er spanningvoerende leidingen blootgelegd worden. Voor een onderhoudsbeurt of reparatie moet daarom het apparaat losgekoppeld worden van alle spanningsbronnen. Condensatoren in het apparaat kunnen nog geladen zijn, zelfs als het apparaat van alle spanningsbronnen is losgekoppeld. Een reparatie mag alleen uitgevoerd worden door een vakman, die op de hoogte is van de daarmee verbonden gevaren resp. met de desbetreffende voorschriften vertrouwd is. Als er een zekering vervangen moet worden, dient u er op te letten dat er alleen zekeringen van het aangegeven type en nominale sterkte gebruikt worden (zie Technische specificaties). Het repareren van zekeringen of het overbruggen van de zekeringhouder is niet toegestaan! Nadat het apparaat is losgekoppeld van het net (netstekker er uittrekken!), trekt u de gegoten stekker uit de netaansluiting (9) op het apparaat. Haal de zekeringhouder (10) met de defecte zekering er uit. Verwijder de defecte zekering en vervang deze door een zekering van hetzelfde type. Plaats nu de zekeringhouder (10) met de nieuwe zekering weer voorzichtig terug. Pas daarna het netsnoer weer met het apparaat verbinden en in een wandcontactdoos steken. Schoonmaken Aan de buitenkant dient het apparaat altijd met een zachte, droge doek of penseel schoongemaakt te worden. U kunt de bekleding van de behuizing het beste met een stofzuiger schoonmaken. Gebruik in geen geval agressieve schoonmaakmiddelen of chemische oplosmiddelen, omdat anders de oppervlakken van de behuizing beschadigd zouden kunnen worden. Verwijdering Verwijder het onbruikbaar geworden apparaat volgens de geldende wettelijke voorschriften

9 Verhelpen van storingen Met dit systeem heeft u een product aangeschaft dat gebouwd is volgens de laatste ontwikkelingen van de techniek en gebruikszeker is. Desondanks kunt u geconfronteerd worden met problemen of storingen. Daarom willen we u hier beschrijven hoe u mogelijke storingen kunt verhelpen: Andere reparaties dan hierboven beschreven mogen alleen door een bevoegde vakman uitgevoerd worden. Technische specificaties Let beslist op de veiligheidsaanwijzingen! Werkspanning : 230V~/50 Hz 115V~/60 Hz Probleem Geen functie, aanduiding POWER (5) brandt niet De aanduiding POWER (5) brandt, maar er is echter geen geluid te horen Er functioneert maar één satellietluidspreker Er klinkt een brom Oplossing Is het apparaat ingeschakeld? Is de netstekker in de wandcontactdoos gestoken? Is de zekering van het systeem defect? Controleer de wandcontactdoos. Wordt deze van stroom voorzien? Staan de volumeregelaars GAIN (2) en SUB VOLUME (6) op de minimum aanslag? Staat de volumeregelaar op het mengpaneel op minimum? Is het mengpaneel correct op de ingang aangesloten? Is er op het mengpaneel misschien een MUTEschakeling geactiveerd? Staat de desbetreffende volumeregelaar GAIN (2) op minimum? Is de desbetreffende aansluitkabel van het mengpaneel in orde? Is de luidspreker juist op de aansluiting SPEAKER OUT (1) ingesteld? Is op het mengpaneel de balans- of panoramaregelaar verkeerd ingesteld? Is de aansluitkabel van de audiobron naar het mengpaneel juist aangesloten? Zijn de signaalkabels van het mengpaneel in orde? Zijn de signaalkabels van de audiobron naar het mengpaneel in orde? Zekering (afhankelijk van werkspanning) Uitgangsvermogen max. Uitgangsvermogen RMS Frequentiebereik Geluidsdruk satellietluidsprekers Geluidsdruk subwoofer Satellieten Impedantie : T4A/250V (5x20 mm) T8A/125V (5x20 mm) : 300W + 2 x 150W : 100W + 2 x 70W : Hz : max. 109 db : max. 116 db : 20cm (8 ) basluidspreker hoorntweeter : 8 Ohm (subwoofer) 4 Ohm (satellietluidsprekers) 16 17