WAARSCHUWING

Transcriptie

1 Form No Rev A Egalisatieset Schuimmarkeerder voor de Multi Pro WM gazonspuitmachine Modelnr.: Installatie-instructies WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Dit product bevat een chemische stof of chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken. Veiligheid Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers decal Linkerspuit 4. Spuiten aan 2. Beide spuiten 5. Spuiten uit 3. Rechterspuit 2017 The Toro Company 8111 Lyndale Avenue South Bloomington, MN Registreer uw product op van de oorspronkelijke tekst (NL) Gedrukt in de VS Alle rechten voorbehouden * * A

2 Installatie Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Omschrijving Hoeveelheid 1 Geen onderdelen vereist Gebruik De machine klaarmaken voor de montage. 2 Geen onderdelen vereist De motorkap verwijderen. 3 4 Voorste kabelboom 150 cm 1 Achterste kabelboom 480 cm 1 Kabelbinder 8 Zekering, 15 A 1 Beugel voor de schakelaars 1 Tuimelschakelaar 1 Peddelschakelaar 1 Sticker 1 De kabelboom leiden. De schakelaars monteren. 5 Geen onderdelen vereist De motorkap plaatsen. 6 7 Beugel 1 Bouten (⅜") 4 Moeren (⅜") 4 Bout (5/16" x 1") 4 Ring (5/16") 4 Moer (5/16") 4 Schuimmarkeerder (afzonderlijk verkrijgbaar) 1 De beugel monteren. De op de beugel monteren. 8 Geen onderdelen vereist De accu aansluiten. 1 De machine klaarmaken voor de montage Geen onderdelen vereist Procedure 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, schakel de motor uit en verwijder het sleuteltje. 2. Knijp de zijkanten van het accudeksel samen om de lipjes uit de gleuven in de accubasis te nemen en verwijder het accudeksel van de accubasis (Figuur 1). 2

3 Figuur 1 g WAARSCHUWING Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de machine, waardoor vonken kunnen ontstaan. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. Zorg ervoor dat bij het verwijderen of installeren van de accu de accupolen niet in aanraking komen met metalen onderdelen van de machine. Voorkom dat metalen gereedschappen kortsluiting veroorzaken tussen de accupolen en metalen onderdelen van de machine. 1. Gleuf (accubasis) 3. Lipje (accudeksel) 2. Deksel (pluspool van de accu) 4. Accupool (minkabel van de accu) 3. Schuif het deksel naar achteren en koppel de minpool van de accu (Figuur 1). 4. Koppel de pluspool los van de accu (Figuur 1). WAARSCHUWING Als accukabels verkeerd worden geleid, kan dit schade aan de spuitmachine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen, waardoor lichamelijk letsel kan ontstaan. Maak altijd eerst de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt. 3

4 2 De motorkap verwijderen 3 De kabelboom leiden Geen onderdelen vereist Procedure 1. Pak de motorkap beet via de openingen van de koplampen en til de motorkap op om de montagelipjes uit de sleuven in het frame te laten klikken (Figuur 2). Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Voorste kabelboom 150 cm 1 Achterste kabelboom 480 cm 8 Kabelbinder 1 Zekering, 15 A De voorste en achterste kabelboom aansluiten Sluit de stekker met 4 pinnen van de voorste kabelboom aan op de connector met 4 contacten van de achterste kabelboom (Figuur 3). 1. Motorkap Figuur 2 g Draai de onderkant van de motorkap omhoog tot u de bovenste montagelipjes uit de sleuven in het frame kunt trekken (Figuur 2). 3. Draai de bovenkant van de motorkap naar voren en maak de connectoren van de voorste kabelboom van de machine los van de elektrische connectoren van de koplampen (Figuur 2). 4. De motorkap verwijderen. 1. Stekker met 4 pinnen (voorste kabelboom) 2. Connector met 4 contacten (achterste kabelboom) Figuur 3 3. Achterste kabelboom 150 cm 4. Voorste kabelboom 150 cm g

5 De kabelboom leiden Figuur 6 g Figuur 4 1. Voorste kabelboom van 4. Druknagels 2. Kabelbinders 5. Connector met 8 contacten ('FOAM CONTROL SW.' (schuimbedieningsschakelaar)) 3. Achterste kabelboom van g Connector met 4 contacten ('FOAM COMPRESSOR' (schuimcompressor)) cm 4. Achterste kabelboom van 2. Voorkant van machine 5. Connector met 4 contacten ('FOAM COMPRESSOR' (schuimcompressor)) 3. Druknagel en opening tanksteun 2. Leid de kabelbomen naar binnen en naar beneden. 3. Bevestig de kabelboom met de druknagel aan de opening in de tanksteun (Figuur 6). 4. Leid de kabelbomen langs de onderkant van de steunstang van het tankframe (Figuur 7). Figuur 5 g Kabelklemband 3. Achterste kabelboom van 2. Voorste kabelboom van 1. Plaats het uiteinde van de kabelbomen met de connector met 4 contacten (aangeduid met 'FOAM COMPRESSOR' (schuimcompressor)) ongeveer 61 cm achter de tanksteun (Figuur 6). 5

6 7. Leid de kabelbomen van de egalisatieset voor de naar binnen, door de steunklem aan de voorkant van het rolbeugelpaneel, en langs de achterste kabelboom van de spuitmachine (naast het middelste bedieningspaneel) (Figuur 8). 8. Leid de kabelbomen van de egalisatieset voor de onder het dashboard en naar binnen, naar de remcilinder (Figuur 8 en Figuur 9). Figuur 7 g Druknagel en opening steunstang (tankframe van spuitmachine) 2. Achterste kabelboom van 3. Voorkant van machine 5. Bevestig de kabelboom met de 2 druknagels aan de 2 openingen in de steunstang (Figuur 7). 6. Leid de kabelbomen omhoog en rond de buitenkant van de rechtse verticale rolbeugelbuis (Figuur 8). 1. Voorste kabelboom van 2. Kabelklemband Figuur 9 3. Voorkant van machine g Leid de kabelbomen van de egalisatieset voor de langs de stuurkolom en naar achteren door de opening in het dashboard (Figuur 9 en Figuur 10). Figuur 8 g Kabelbinders 4. Achterste kabelboom spuitmachine 2. Achterste kabelboom van 3. Steunklemmen (machineonderdelen) 5. Voorste kabelboom van 6

7 Figuur 11 g Connector met 8 contacten ('FOAM CONTROL SW.' (SCHUIMBEDIENINGS- SCHAKELAAR)) (kabelboom vooraan) Figuur Opening (bedieningspaneel) g Bevestig de achterste kabelboom van de egalisatieset voor de met 8 kabelbinders zoals getoond in Figuur 4, Figuur 5, Figuur 8 en Figuur 9. De zekering en de connectoren van de voedings- en aardingsdraad aansluiten 1. Verwijder een schroef uit de kroonsteen van het aardingsblok van de machine (Figuur 11). 1. Schroef van kroonsteen 3. Aardingsblok 2. Ringaansluiting aardingsdraad (kabelboom vooraan) 4. Locatie van het aardingsblok 2. Bevestig de ringaansluiting (aardingsdraad) van de kabelboom van de aan het aardingsblok; gebruik de schroef van de kroonsteen die u verwijderd hebt in stap 1 (Figuur 11). 3. Sluit de geïsoleerde kabelschoen van de zekeringhouder van de machine aan op de geïsoleerde aansluitingsklem van de voorste kabelboom van de set (Figuur 12). 7

8 4 De schakelaars monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Beugel voor de schakelaars 1 Tuimelschakelaar 1 Peddelschakelaar 1 Sticker Figuur Voorste kabelboom 4. Zekeringhouder 2. Geïsoleerde kabelschoen (zekeringhouder) 3. Geïsoleerde connector met contacten (voorste kabelboom) 5. Locatie van zekeringhouder g Procedure 1. Plaats de peddelschakelaar en de tuimelschakelaar in de openingen van de beugel voor de schakelaars, zoals getoond in Figuur 14. Opmerking: Monteer de peddelschakelaar met de peddel naar buiten gericht. Monteer de tuimelschakelaar met het onderste deel van de schakelaar naar beneden. 4. Breng de zekering van 15 A aan zoals afgebeeld op Figuur 13. Figuur 14 g Peddelschakelaar (peddel van schakelaar naar buiten) 2. Tuimelschakelaar (onderste deel van schakelaar naar beneden) 3. Beugel voor de schakelaars Figuur 13 g Monteer de sticker op de beugel voor de schakelaars (Figuur 15). 8

9 Figuur 15 g Draai de flenskopbouten vast met een torsie van 97 tot 120 N m. 6. Sluit de connector met 8 contacten, aangeduid met 'FOAM ENABLE SW.' (aan-/uit-schakelaar schuim), aan op de stekker met 8 pinnen van de tuimelschakelaar (Figuur 16). 7. Sluit de connector met 8 contacten, aangeduid met 'FOAM CONTROL SW.' (schuimbedieningsschakelaar), aan op de stekker met 8 pinnen van de peddelschakelaar (Figuur 16). 3. Verwijder de 2 flenskopbouten (6 x 12 mm) die zich aan de linker- en rechterkant van de stuurwielas bevinden en waarmee de kap van het dashboard aan de stuurinrichting is bevestigd (Figuur 16). 5 De motorkap plaatsen Geen onderdelen vereist Procedure 1. Sluit de elektrische connectoren van de voorste kabelboom van de machine aan op de elektrische connectoren van de koplampen. 2. Steek de bovenste montagelipjes in de sleuven van het frame; zie Figuur 2 in 2 De motorkap verwijderen (bladz. 4). 3. Steek de onderste montagelipjes in de sleuven van het frame; zie Figuur 2 in 2 De motorkap verwijderen (bladz. 4). 4. Controleer of de motorkap goed in de groeven aan de bovenzijde, de zijkanten en de onderzijde valt. Figuur 16 g Connector met 8 contacten (aangeduid met 'FOAM ENABLE SW.' (aan-/uit-schakelaar schuim)) 2. Beugel voor de schakelaars 3. Connector met 8 contacten (aangeduid met 'FOAM CONTROL SW.' (schuimbedieningsschakelaar)) 4. Kap dashboard (aan de stuurinrichting) 5. Flenskopbouten (6 x 12 mm) 4. Monteer de beugel voor de schakelaars en de kap van het dashboard aan de stuurinrichting; gebruik hierbij de 2 flenskopbouten (6 x 12 mm) die u verwijderd hebt in stap 3 (Figuur 16). 9

10 6 De beugel monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Beugel 4 Bouten (⅜") 4 Moeren (⅜") Procedure 1. Zie Figuur 17 voor de locatie van de montageopeningen en het inspectieluik. 7 De op de beugel monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 4 Bout (5/16" x 1") 4 Ring (5/16") 4 Moer (5/16") 1 Schuimmarkeerder (afzonderlijk verkrijgbaar) Procedure Bevestig de aan de beugel. Gebruik 4 bouten (5/16" x 1"), 4 ringen (5/16") en 4 moeren (5/16"); zie Figuur 19. Figuur 17 g Montagelocatie 2. Inspectieluik 2. Bevestig de beugel aan het frame; gebruik 4 bouten (⅜") en 4 ringen (⅜"); zie Figuur 18. Figuur 19 g Figuur 18 g

11 8 De accu aansluiten Geen onderdelen vereist Procedure 1. Monteer de pluskabel van de accu op de pluspool van de accu en draai de klemmoer met de hand vast (Figuur 20). Figuur Gleuf (accubasis) 2. Lipje (accudeksel) g Figuur 20 g Kapje nieuw (accupool rood) 2. Pluspool van de accu. 3. Minpool van de accu 2. Knijp de zijkanten van het accudeksel samen, lijn de lipjes van het deksel uit met de gleuven in de accubasis en laat het accudeksel los (Figuur 21). 11

12 Gebruiksaanwijzing De bedieningselementen gebruiken Figuur Schuimpeddelschakelaar 2. Aan-/uit-schakelaar voor schuim g Schuimpeddelschakelaar Met deze schakelaar regelt u de stroom schuim van de linkerspuitboom, de rechterspuitboom of beide spuitbomen (Figuur 22). Aan/uit-schakelaar schuim Met deze schakelaar schakelt u de schuimcompressor in of uit, wat ervoor zorgt dat een stroom schuim naar de geselecteerde spuitboom/spuitbomen wordt geleid (Figuur 22). Indicatiemarkeringen Deze bevinden zich op de tank en geven het schuimpeil in de tank aan. Schuimregelklep Deze klep bepaalt de dikte van de schuimoplossing. Door aan de knop te draaien regelt u de hoeveelheid zeepoplossing naar de schuimspuitmonden. Meer stroom zorgt voor grotere en meer frequente schuimdruppels en minder stroom zorgt voor kleinere, minder frequente schuimdruppels (Figuur 23). Opmerking: Bij veel wind kan het helpen om het gazon te markeren met een waterige schuimoplossing. Overdrukklep Trek de rode lip van de tankdop naar buiten om de druk in de tank weg te nemen (Figuur 23). De tank vullen en de schuimdichtheid aanpassen Belangrijk: Spoel het systeem na gebruik telkens met schoon water, vooral als u hard water hebt gebruikt. Behandel de compressormotor niet met smeerolie, vet of andere aardoliehoudende producten. 1. Zorg ervoor dat zowel de linker als rechter schakelaar van de spuitboom op het paneel in de stand UIT staan. 2. Trek aan het rode lipje van het overdrukventiel en verwijder de zwarte dop van de tank. 3. Giet de juiste hoeveelheid water in de tank en voeg vervolgens schuimconcentraat toe langs de opening bovenaan de tank. Ga hierbij te werk volgens de aanwijzingen van de fabrikant. Belangrijk: Extreme ph-niveaus (hard of zacht) van het water hebben invloed op de hoeveelheid schuimconcentraat die nodig is. 4. Plaats de dop terug op de tank en draai vast met de hand. 5. Voor het eerste gebruik opent u de regelklep voor de schuimdichtheid ⅛ tot ¼ slag (Figuur 23). 1. Regelklep voor schuimdichtheid Figuur Overdrukklep 6. Schakel het markeersysteem in en maak een testpatroon op de grond. g Opmerking: Laat bij het eerste gebruik van het markeersysteem het schuim gedurende 1 of 2 minuten door de lijn stromen. 7. Stel de regelklep voor de schuimdichtheid zodanig in dat u de gewenste dikte verkrijgt en ga normaal te werk bij het spuiten. 12

13 Opmerking: Als u het schuim langer dan 2 uur in de lijn laat, kan het waterig worden. Na een pauze van 2 uur of langer laat u de machine 1 tot 2 minuten lopen om het overtollige water te verwijderen. Ga als volgt te werk als het schuim in de machine erg waterig is: A. Sluit de regelklep voor de schuimdichtheid volledig. B. Laat de machine 2 minuten lopen. C. Wacht 1 minuut en controleer de dikte van het schuim. D. Pas het schuim aan om de gewenste dikte te verkrijgen. Onderhoud De kabelboom van de loskoppelen om de spuitmachine te verwijderen 1. Koppel de pluskabel van de accu los van de accu; zie 8 De accu aansluiten (bladz. 10). 2. Koppel de stekker met 4 pinnen van de voorste kabelboom los van de connector met 4 contacten van de achterste kabelboom (Figuur 24). 1. Connector met 4 contacten van de achterste kabelboom Figuur 24 g Connector met 4 pinnen van de voorste kabelboom 3. Leid de achterste kabelboom van de en de achterste kabelboom van de spuitmachine naar achteren, naar de spuittank. 4. Sluit de pluskabel op de accu aan; zie 8 De accu aansluiten (bladz. 10). Opmerking: Zorg ervoor dat de stekkers met 4 pinnen van de spuitmachine losgekoppeld zijn. De kabelbinders waarmee de achterste kabelboom van de en de achterste kabelboom van de spuitmachine zijn bevestigd niet verwijderen. 13

14 Opmerkingen:

15 Opmerkingen:

16 Opmerkingen:

17