Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 6
|
|
- Thijs Beckers
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 3396 woorden 22 februari ,4 46 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Curie Scheikunde samenvatting periode 1 H1 Mengen, scheiden en reageren 1.1. Mengsels en zuivere stoffen Een mengsel bestaat uit verschillende stoffen. Een zuivere stof is één stof, dus geen mengsel. Emulsie: een troebele oplossing. - vloeistoffen waar de emulsie uit bestaan zijn niet mengbaar. - emulgator: een stof die ervoor zorgt dat een emulsie niet ontmengt. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen Een mengsel bestaat uit of twee meer soorten moleculen. Scheiden Manier: Wat: Opmerking: 1) Indampen (berust op verschil in kookpunt) Vaste stof die is opgelost in een vloeistof. Het oplosmiddel verdwijnt doordat het verdampt: het gaat over in de gasfase; je houdt het residu over. 2) destilleren (berust op verschil in kookpunt) Een mengsel van twee vloeistoffen. 3) Bezinken (berust op verschil in dichtheid) Vaste stof in vloeistof. Deeltjes van vaste stof zakken naar bodem; vloeistof kan worden afgegoten. 4) filtreren (berust op verschil in deeltjesgrootte) Vaste stof in vloeistof. De vloeistof loopt door de poriën van een filter. De gelopen vloeistof heet het filtraat. Vaste stof blijft op filter achter en heet residu. - Hyperfiltratie / membraanscheiding: de poriën zijn zo klein, dat alleen watermoleculen kunnen passeren. 5) Adsorptie Kleurstof in oplossing. 6) Extractie (berust op de mogelijkheid tot oplossen van de stof) Mengsels van vaste stoffen. Mengsel wordt in contact gebracht met vloeistof: het extractiemiddel. Sommige stoffen lossen goed op in extractiemiddel, andere niet. 7) Uitkristalliseren Vaste, oplosbare stoffen Berust op het feit dat er meer vaste stof in water oplost bij een Pagina 1 van 12
2 hogere temperatuur dan bij een lagere temperatuur. 8) Centrifugeren Manier 1) versneld bezinken (met dicht vat) Manier 2) filtreren (met gaatjesvat) Scheidingsmethoden werkt op basis van de middelvliedende kracht en 1) op basis van dichtheid of 2) op basis van deeltjesgrootte. Rendement = verkregen hoeveelheid stof x 100% Totale hoeveelheid van de stof in het mengsel 1.2. Verbindingen en elementen Scheikundige reactie: beginstof(fen) reactieproduct(en) Ontledingsreactie: één beginstof twee of meer reactieproducten. Ontleden kan op 3 manieren: 1) thermolyse: ontleding door middel van warmte. 2) Elektrolyse: ontleding door middel van elektrische stroom. 3) Fotolyse: ontleding door middel van licht. Synthese: omgekeerde van een ontleding: de vorming van een gewenste stof uit twee of meer andere stoffen. - bijproducten: reactieproducten die ontstaan naast het gewenste reactieproduct verbranden: reageren met zuurstof. Reagens: een stof waarmee je een andere stof aantoont. - kalkwater is reagens op koolstofdioxide. - wit kopersulfaat is reagens op water. Atomen: kenmerken a) Moleculen zijn opgebouwd uit atomen b) Atomen zijn ondeelbaar (=oude aanname) en onvernietigbaar. c) Als de moleculen van een stof zijn opgebouwd uit één soort atomen, is de stof een niet-ontleedbare stof. d) Als de moleculen van een stof zijn opgebouwd uit verschillende soorten atomen, is de stof een ontleedbare stof. Moleculen van een niet-ontleedbare stof (= element) bestaan uit één soort atomen Moleculen van een ontleedbare stof bestaan uit twee of meer soorten atomen. Kleine getal rechts van elementssymbool: index Element: niet-ontleedbare stof OF atoomsoort. Namen van verbindingen met twee atoomsoorten: 1 Mono 2 Di 3 Tri 4 Tetra 5 Penta 6 Hexa Verdeeld in: a) metalen b) niet-metalen Verbindingen: ontleedbare stoffen. Pagina 2 van 12
3 Toestandsaanduiding: 1) (s) van solid: vast; 2) (l) van liquid: vloeibaar; 3) (g) van gaseous: gasvormig; 4) (aq) van aqua: opgelost in water. Reactievergelijking maak je door: - de namen van de stoffen te vervangen door formules; - het aantal atomen van elke atoomsoort voor en na de reactie gelijk te maken Behoudswetten Wet van behoud van massa: de totale massa van de stoffen voor het proces is gelijk aan de massa van de stoffen na het proces. Wet van elementenbehoud: de massa van een element voor het proces is gelijk aan de massa van dat element na het proces. Wet van behoud van energie: de totale energie voor een proces is gelijk aan de totale energie na het proces. - exotherme reactie: een reactie waarbij er energie uit de stoffen vrijkomt. - Endotherme reactie: een reactie waarbij er energie in de stoffen wordt opgeslagen Significante cijfers Significante cijfers: cijfers die een betekenis hebben. - Alleen het laatste cijfer van een significant cijfer mag geschat zijn. Bij vermenigvuldigen en delen van meetwaarden is het aantal significante cijfers van de uitkomst gelijk aan het kleinste aantal significante cijfers waarmee de berekening is uitgevoerd. - Nullen aan het einde van een getal zijn significante cijfers. - Nullen aan het begin van een getal zijn géén significante cijfers. Bij optellen en aftrekken is het aantal cijfers achter de komma van de uitkomst gelijk aan het kleinste aantal cijfers achter de komma waarmee de berekening is uitgevoerd Massa, volume en dichtheid dichtheid = massa volume p = m V 1.6. Gehalten Gehalten kan je op verschillende manieren uitdrukken: 1) aantal gram stof per 100g of per 1000g (= 1 kg) mengsel; 2) aantal gram stof per 100 ml of per 1000 ml (=1 L) mengsel; 3) massapercentage; 4) volumepercentage; 5) parts per million (= ppm) Pagina 3 van 12
4 Massapercenage = massa deel x 100% Massa geheel Volumepercentage = volume deel x 100% Volume geheel Massa-ppm = massa deel x 106 Massageheel Massa-volume = volume deel x 106 Volume geheel ADI: Aanvaardbare Dagelijkse inname - dosis waarbij geen effect op mensen is: no toxic effect level. - Veiligheidsniveau mensen: 1 honderdste van no toxic effect level. MAC: Maximale aanvaardbare concentraties. - maximale concentratie waaraan iemand zijn levend lang gedurende een werkdag van 8 uur blootgesteld mag worden zonder dat dit schadelijke gevolgen heeft. Mutagene stoffen: stoffen die in het lichaam een verandering (mutatie) in het DNA teweegbrengen. - mutagene stoffen die kanker veroorzaken: carcinogeen. H2 Koolstofchemie I 2.1. Koolstof Voor alles wat leeft is de atoomsoort essentieel Fossiele brandstoffen Kraken: een proces waarbij grote moleculen worden afgebroken tot kleinere moleculen. Duurzaam brandstoffen: brandstoffen die niet bijdragen aan het broeikaseffect en die er niet voor zorgen dat de natuurlijke voorraden afnemen Atoombinding; covalentie Een structuurformule geeft aan hoe de atomen in een molecuul door atoombindingen zijn verbonden. Een molecuulformule geeft aan uit welke atomen een molecuul is opgebouwd, en uit hoeveel atomen per atoomsoort. Covalentie: het aantal atoombindingen dat een atoom van een element vormt met andere atomen. Element Covalentie H, F, Cl, Br, I 1 O, S 2 N, P 3 C, Si 4 - covalenties komen alleen voor bij niet-metalen. - Er bestaan ook afwijkende covalenties. Een koolwaterstof is een verbinding van twee elementen: koolstof en waterstof Koolwaterstoffen-1: Ketens Alkanen Pagina 4 van 12
5 Naam Formule Methaan CH4 Ethaan C2H6 Propaan C3H8 Butaan C4H10 Pentaan C5H12 Hexaan C6H14 Algemene molecuulformule voor de alkanen: CnH2n+2 Halogeenalkanen zijn verbindingen waarbij in het molecuul van een alkaan één of meer H atomen vervangen zijn door atomen van een halogeen: F, Cl, Br of I. - Een atoom of atoomgroep die op deze wijze een H atoom vervangt, heet een substuent. Isomeren zijn stoffen die dezelfde molecuulformule hebben, maar een verschillende structuuformule. De alkanen met één koolstofketen zonder zijtakken heten onvertakte alkanen - de alkanen met één of meer zijtakken heten vertakte alkanen. Zijtakken die bestaan uit CH3 CH2 bestaat spreek je van een ethylgroep. - algemeen: alkylgroepen. Nummering voor een molecuul met zijvertakkingen moet zo worden gedaan dat het getal dat ontstaat zo klein mogelijk is. Zijtakken moeten in alfabetische volgorde voor de hoofdtak worden neergezet - hierna di, tri, etc. toevoegen (deze maken niet uit in volgorde!) Kraken: langere koolstofketens worden bij hoge temperatuur onder invloed van een katalysator letterlijk in stukken gebroken. - wordt gebruikt om brandstof voor auto s te maken. Alkeen: een koolwaterstof waarvan het molecuul één dubbele binding tussen twee koolstofatomen bevat. De algemene formule van de alkenen is CnH2n Naamgeving alkenen: a) de uitgang aan van alkaan vervang je door een van alkeen. b) De plaats van de dubbele binding geef je aan met een cijfer voor de naam van de hoofdketen. Het cijfer geeft aan bij welk koolstofatoom de dubbele binding begint. Dit nummering wordt zo gekozen dat het plaatscijfer van de dubbele C binding zo laag mogelijk is. c) De keuze van de zo laag mogelijke C binding heeft prioriteit over de keuze van lage cijfers voor vertakte bindingen. d) Meerder dubbele bindingen geef je aan met di, tri, etc. voor de nummering van de dubbele binding. De algemene molecuulformule voor de alkynen is CnH2n Karakteristieke groepen. Een homologe reeks is een verzameling van stoffen waarbij de moleculen van de volgende stof steeds één CH2 groep meer bevatten. Een alkanol is een verbinding die je krijgt door in het molecuul van een alkaan één H atoom te vervangen door een OH groep. Een alkaanamine is een verbinding die je krijgt door in het molecuul van een alkaan één H atoom te vervangen door een NH2 groep. Pagina 5 van 12
6 Een alkaanzuur is een alkaan met een COOH groep - de COOH groep wordt ook wel carbonzuurgroep genoemd. - Als een molecuulgroep twee zuurgroepen heeft dan heet het een dizuur. De algemene formule van de alkaanzuren is CnH2n+1COOH. In tegenstelling tot de eerder genoemde homologe reeksen kan n hier ook nul zijn. Naamgeving afspraken (zuurgroep): a) zuurgroep krijgt nummer 1 van de koolstofketen. b) Halogenen en groepen als methyl- en ethyl- volgens gangbare regels. c) Een OH groep wordt in een zuur hydroxy- genoemd. d) Een NH2 groep die in een zuur aanwezig is, heet amino- Hoe hoger de stof in BINAS tabel 103 C staan, hoe belangrijker ze in naamgeving staan (meer kans om de achteruitgang te krijgen) 2.6. Koolwaterstoffen-2: Ringverbindingen: Cycloalkanen zijn verzadigde cyclische koolwaterstoffen - verzadigde verbinding: een molecuul die alleen maar C-C bindingen heeft. Aromaten: zijn verbindingen met één of meer benzeenringen in het molecuul. Benzeen C6H6 Benzeen als zijgroep: fenylgroep. H3 Atoombouw en Periodiek Systeem; metalen 3.1. De bouw van het atoom Elektronen: negatieve deeltjes in een atoom. - lading van elektron: kleinste lading bekend: eenheidslading: 1- totale negatieve lading van de elektronen is gelijk aan de positieve lading van de kern; als geheel is een atoom dus elektrisch neutraal. Atoomnummer = aantal protonen in de kern Massagetal = aantal protonen + aantal neutronen in de kern. - lading proton = 1+, lading neutron = ongeladen 3.2. Ionen Elektrische stroom loopt doordat elektrisch geladen deeltjes zich verplaatsen: a) positieve deeltjes verplaatsen zich naar de negatieve pool. Daar worden ze omgezet in ongeladen atomen. b) Negatieve deeltjes verplaatsen zich naar de positieve pool. Daar reageren ze tot ongeladen atomen. - worden naar elementen gevormd. Een atoom dat elektronen heeft afgestaan is een positief ion. Een atoom dat elektronen heeft opgenomen is een negatief ion. Stoffen die zijn opgebouwd uit ionen noem je ionaire stoffen of zouten. - de positieve en de negatieve ionen trekken elkaar aan. - Stof wordt elektrisch neutraal. Pagina 6 van 12
7 3.3. Isotopen Isotopen zijn atomen met hetzelfde aantal protonen, maar met verschillende aantallen neutronen Atoom-, molecuul- en ionmassa Massa van een proton: 1,0 u Massa van een neutron: 1,0 u Massa van een elektron: 0,00055 u (meestal te verwaarlozen) De atoommassa van een element is het gewogen gemiddelde van de massa s van alle in de natuur voorkomende isotopen van dat element. De molecuulmassa M is de som van de atoommassa s van alle atomen van het moleculen (uitgedrukt in u). De massa van een ion is gelijk aan de massa van het overeenkomstige atoom Elementengroepen Alkalimetalen. (Li, Na, K) - onedele metalen - Oxideren zeer snel - Komen niet voor in natuur niet in vrije vorm als niet-ontleedbare stof (reageren snel) - Vormen éénwaardige positieve ionen: Li+, Na+, K+ Halogenen (F2, Cl, 2, Br2, I2) - komen in de natuur niet in vrije vorm als niet-ontleedbare stof voor. - Vormen éénwaardige negatieve ionen: F-, Cl-, Br- en I- Edelgassen: (He, Ne, Ar) - gasvormig - bestaan uit één-atomige moleculen - reageren niet of heel moeilijk met andere moleculen. - Onbrandbaar Het periodiek systeem der elementen Horizontale rijen heten perioden. Verticale kolommen heten groepen. - elke groep bevat elementen met overeenkomstige chemische eigenschappen. (o.a. ladingen, covalanties) metalen: - vormen positieve ionen - links in het periodiek systeem (uitzondering H) niet-metalen: - vormen negatieve ionen (uitzondering: edelgassen) - rechts in het periodiek systeem (uitzondering H) - verschillen sterk in eigenschappen Pagina 7 van 12
8 3.7. Metalen Metalen: ongeveer 80% van elementen Mengsels van metalen noem je alliages of legeringen Mengsel Bestaande uit: Brons Koper & Tin Soldeer Tin & Lood Messing of geel koper Koper & Zink Roestvrij staal IJzer & Nikkel & Chroom Amalgamen Kwik & andere metalen Metalen hebben een aantal overeenkomsten: a) geleiden de elektrische stroom goed; b) zijn goed vervormbaar door walsen en smeden; c) hebben een typische metaalglans d) hebben in het algemeen en hoog smeltpunt; e) voelen koud aan (goede warmtegeleiding); f) zijn in gesmolten toestand goed met elkaar mengbaar; g) vormen positieve ionen (in verbindingen) Metalen kun je indelen in de volgende groepen: a) de edele metalen (zoals goud, zilver en platina). b) de halfedele metalen (zoals koper en kwik). c) de onedele metalen (de meeste andere metalen: zoals ijzer, lood, tin, zink en alumium) d) de zeer onedele metalen (natrium, klaium, calcium en barium) Naarmate metalen minder snel door zuurstof en/of water worden aangetast zijn ze edeler. Ertsen: verbindingen waaruit metalen op grote schaal gewonnen worden. Een kristalrooster is de regelmatige rangschikking van de deeltjes in een vaste stof. De inwendige regelmaat veroorzaakt een uitwendige regelmaat: kristallen. - rooster: regelmatige rangschikking - bij een metaal: metaalrooster. De positieve metaalionen worden bijeengehouden door de vrij bewegende elektronen. De metaalbinding is de verbinding tussen positieve metaalionen en de daartussen bewegende vrije elektronen. - bij het verschuiven van de moleculen, blijven de vrije elektronen de metaalionen vasthouden: dit verklaart de makkelijke vervormbaarheid van metalen. Legering is harder en minder buigzaam, doordat de moleculen in de legering van grootte variëren (hierdoor kunnen de deeltjes minder makkelijk over elkaar heen bewegen). H4 Zouten 4.1 Kenmerken van zouten Een zout is een verbinding die is opgebouwd uit ionen. Alle verbindingen gevormd uit metalen en niet-metalen zijn zouten. Zouten noem je ook ionaire of ionogene stoffen. Pagina 8 van 12
9 - zouten zijn niet brandbaar en zijn bij kamertemperatuur vaste stoffen. - Zouten hebben hoge smeltpunten - Sterke ionbinding (= binding tussen de positieve en de negatieve ionen) Een vast zout geleidt elektriciteit niet Een opgelost zout geleidt elektriciteit wel. Een gesmolten zout geleidt elektriciteit wel. - elektrische stroom is de verplaatsing van elektrisch geladen deeltjes (in vast zout kunnen ionen zich niet vrij bewegen, dus geen elektrische stroom). Ionroosters: kristalroosters van zouten. - ionaire stof is hard en bros Ionladingen; formules en namen van zouten. Ionlading: elektrovalentie. Metalen Ionladingen Niet-metalen Ionladingen K, Na, Ag 1+ F, Cl, Br, I 1- Al 3+ O, S 2- Fe 2+, 3+ Overige Meestal 2+ Fe2+ = IJzer(II) ion (romeins cijfer voor lading bij ionen met meerdere ladingen) Ionen die gevormd zijn uit meer dan één atoom: samengesteld ion. Een enkelvoudig ion is één atoom dat een positieve of negatieve lading heeft doordat het één of meer elektronen heeft afgestaan of opgenomen. Een samengesteld ion is een atoomgroep die een positieve of negatieve lading heeft. Naam Formule Naam Formule Hydroxide OH- Sulfaat SO42- Carbonaat CO32- Sulfiet SO32- Waterstofcarbonaat HCO3- Silicaat SiO32- Fosfaat PO43- Acetaat (=Ac) CH3COO- Nitraat NO3- Nitriet NO2- Ammonium NH4+ (= geen metaal) NH4+ geen metaal, maar wel ion: dus bindingen met NH4+ zijn zouten Zouten en water. Wanneer je een zout oplost, komen ionen los uit de vaste stof. Hydratatie: als een opgeloste stof wordt omringd door watermoleculen (= watermantel). - gehydrateerde ionen bewgen vrij door vloeistof. Als de oplossing een maximale hoeveelheid zout heeft opgenomen (per L), dan is deze verzadigd. Zouthydraten: hydraten: stoffen die water opnemen in ionrooster. - opgenomen water: kristalwater. Aanwezigheid van kristalwater noteer je met een punt: Na2CO3 10H2O - hoeveelheid water wordt met een voorvoegsel genoteerd. (Natriumcarbonaatdecahydraat) Pagina 9 van 12
10 4.4. Neerslagreacties Zouten worden gevormd slecht oplosbaar zout kristalliseert neerslag. Tribune-ionen: ionen die niet reageren, maar wel aanwezig zijn. - worden niet in reactievergelijking opgenomen Toepassingen van neerslagreacties BINAS Tabel 45A H5 Oplossen en mengen 5.1. Moleculaire stoffen Meeste stoffen bestaan uit moleculen: moleculaire stoffen - stoffen die geen metaalatomen bevatten. Vanderwaalskrachten: Vanderwaalsbindingen: molecuulbindingen: de binding die ontstaat door de aantrekkingskracht tussen moleculen. - kan worden verbroken door hoge temperaturen. Regelmatige rangschikking van moleculen bij moleculaire stoffen: molecuulrooster. Bij vaste stof jood twee soorten verbindingen: a) tussen de moleculen de zwakke vanderwaalsbindingen. b) in elk molecuul de veel sterkere atoombinding tussen de atomen Krachten in en tussen de moleculen. Een atoombinding is de binding door een gemeenschappelijk elektronenpaar - komt voor bij niet-metaalatomen in moleculaire stoffen. Een streepje in een structuurformule geeft één gemeenschappelijk elektronenpaar aan. Een polaire atoombinding of polaire binding is een atoombinding tussen twee atomen Een dipool is een deeltje met aan de ene kant een kleine positieve lading en aan de andere kant een kleine negatieve lading. - moleculen zijn dipolen als er polaire bindingen zijn en de centra van positieve en negatieve ladingen niet samenvallen. (Daarvoor moet je bindingshoeken weten!) Een dipool-dipoolbinding is de binding tussen dipoolmoleculen waarbij de positieve kant van een molecuul de negatieve kant van een ander molecuul aantrekt. Moleculaire stoffen in twee groepen: 1) polaire stoffen: Een polaire stof is een moleculaire stof waarvan de moleculen dipolen zijn. 2) apolaire stoffen: Een apolaire stof is een moleculaire stof waarvan de moleculen géén dipolen zijn. Lineaire (molecuul)structuur: de bindingshoek van een molecuul is 180 Bij hydratatie van ionen worden deze omringd door dipoolmoleculen. De negatieve kant van het molecuul richt zich naar het positieve ion, de positieve kant naar het negatieve ion. Dit is een dipool-ionbinding Waterstofbruggen Een waterstofbrug of H brug is de binding tussen moleculen waarbij zich een H atoom bevindt tussen twee O of twee N atomen, of tussen een O en een N atoom. Pagina 10 van 12
11 - de H brug is zwakker dan de atoombinding, polaire binding of ionbinding, maar sterker dan de vanderwaalsbinding. De H brug is sterker dan dipool-dipoolbindingen, doordat a) O en N sterk elektronegatieve elementen zijn, en dus de δ+ en de δ- ladingen groter zijn dan in andere gevallen; b) De afstanden tussen de ladingen klein zijn; het gaat om kleine atomen. Vuistregel: smelt- en kookpunt neemt toe met grotere molecuulmassa. Waterstofbruggen binnen eenzelfde molecuul zijn in tegenstelling tot normale waterstofbruggen zeer sterk Hydrofiele en hydrofobe stoffen. Als vuistregels voor het oplossen van stoffen geldt het volgende: a) Hydrofiele stoffen lossen goed op in andere hydrofiele stoffen b) Hydrofobe stoffen lossen goed op in andere hydrofobe stoffen. c) Hydrofiele stoffen lossen slecht op in hydrofobe stoffen. Hydrofiele stof: lost goed op in water (vaak dankzij waterstofbruggen) Hydrofobe stof: lost niet goed op in water (vaak dankzij afwezigheid waterstofbruggen). Bij een langer molecuul wordt het hydrofobe karakter sterker: lost minder goed op. H6 Rekenen aan reacties Rekenen met massa s. Rendement = werkelijke opbrengst x 100% Theoretische opbrengst 6.2. Rekenen met de mol Eén mol van een stof is de hoeveelheid waarvan de massa in gram gelijk is aan de massa van een deeltje van de stof in u. De massa van één mol stof noem je de molaire massa. Het symbool hiervan is M. De eenheid is gram per mol, afgekort g mol-1 Aantal mol = massa molaire massa n = m M 6.3 Concentratie Molariteit = aantal mol Aantal liter In de scheikunde druk je concentratie meestal uit in het aantal mol stof per liter. De eenheid mol L-1 noem je molair, afgekort tot M. Verdunningsfactor: verhouding tussen het nieuwe volume en het oorspronkelijke volume Het molair volume. Er zijn drie factoren die het volume van een gas bepalen: Pagina 11 van 12
12 a) het aantal moleculen of het aantal mol. b) De temperatuur c) De druk Gelijke volumes van gassen bevatten onder dezelfde omstandigheden evenveel moleculen en dus evenveel mol. Het volume van één mol is bij elk gas hetzelfde. Je noemt dit volume het molair volume Vm. Het molair volume is alleen afhankelijk van temperatuur en druk. Vm (273K, p = po) = 22,4 dm3 mol-1 po is de standaarddruk van 1,01 x 105 Pa (= 1 bar) (BINAS tabel 7) Molair volume = aantal dm3 Aantal mol Gaswet: p x V = n x R x T V1 = T1 V2 T2 1) p de druk in Pa (N/m2) 2) V het volume in m3 3) n de hoeveelheid gas in mol 4) R de gasconstante (8, JK-1mol-1 of L.atm/mol.K) 5) T de absolute temperatuur in K 6.5. SPA Systematische Plan van Aanpak Analyse Plan Uitwerking Controle Pagina 12 van 12
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 918 woorden 13 januari 2005 6,3 193 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 1.2: De bouw van een atoom.
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door K. 1077 woorden 22 maart 2016 6,1 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Impact 3 vwo Scheikunde hoofdstuk 1 + 2 Paragraaf 1: Stoffen bijv. Glas en hout,
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door W. 1173 woorden 23 juni 2016 6,9 16 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Scheikunde Samenvatting H1 1 t/m 7 1 Atoombouw: Atoom: Opgebouwd uit
Nadere informatieStoffen, structuur en bindingen
Hoofdstuk 1: Stoffen, structuur en bindingen Scheikunde vwo 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 2012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2.4, 4, 5.1 t/m 5.3
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2.4, 4, 5.1 t/m 5.3 Samenvatting door een scholier 1619 woorden 9 oktober 2005 7,2 12 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Scheikunde, hoofstuk 1, 2.4,
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstukken 1, 2, 3, 4; 5.
Samenvatting Scheikunde Hoofdstukken 1, 2, 3, 4; 5. Samenvatting door B. 4953 woorden 14 november 2012 8,2 7 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Curie SAMENVATTING SK SE: hs 1 T/M 5 HOOFDSTUK 1 1.1
Nadere informatie5.8. Boekverslag door D woorden 8 november keer beoordeeld. Scheikunde. Samenvatting Scheikunde, Hoofdstukken 1 7
Boekverslag door D. 2512 woorden 8 november 2005 5.8 41 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Curie Samenvatting Scheikunde, Hoofdstukken 1 7 Niet alles is samengevat! Lees daarom het boek door! Stofeigenschappen
Nadere informatieScheikunde Samenvatting H4+H5
Scheikunde Samenvatting H4+H5 Hoofdstuk 4 4.2 Stoffen worden ingedeeld op grond van hun eigenschappen. Er zijn niet-ontleedbare stoffen en ontleedbare stoffen. De niet-ontleedbare stoffen zijn verdeeld
Nadere informatie6,4. Samenvatting door een scholier 2168 woorden 20 april keer beoordeeld. Scheikunde
Samenvatting door een scholier 2168 woorden 20 april 2008 6,4 44 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Curie Scheikunde samenvatting hoofdstuk 1 tot en met hoofdstuk 4: Paragraaf 1.1 Oplossing- een vaste
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2, Paragraaf 1, 2 en 3
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2, Paragraaf 1, 2 en 3 Samenvatting door een scholier 1892 woorden 19 augustus 2010 5,4 17 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Curie Scheikunde.. Hfst 1 & 2.1,
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, Mengen, scheiden en reageren
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, Mengen, scheiden en reageren Samenvatting door een scholier 1414 woorden 20 april 2005 6,5 200 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Curie Scheikunde hoofdstuk 1.
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting door een scholier 2145 woorden 3 november 2007 4,6 36 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Curie Scheikunde samenvatting hoofdstuk 1 tot en met
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 en 4
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 en 4 Samenvatting door een scholier 5170 woorden 14 januari 2016 7,3 11 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde Periode 2 Toetsstof: HS.3 (Par.
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3 4 Samenvatting door Syb 1176 woorden 4 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Scheikunde Methode Chemie overal Scheikunde H1/H2/H3 Samenvatting PARAGRAAF 1.1 Een stof
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo
Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting door een scholier 1193 woorden 30 oktober 2012 5,8 23 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Samenvatting Scheikunde
Nadere informatieSamenvatting Pulsar Chemie (Scheikunde): boek 1
Samenvatting Pulsar Chemie (Scheikunde): boek 1 Hoofdstuk 1: Zouten 1: Atoombouw Reactie: hergroepering van atomen van het beginmolecuul naar het eindmolecuul Elektron: negatief geladen deeltje, onderdeel
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting door een scholier 2010 woorden 31 maart 2010 5,5 57 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde Hoofdstuk 1: De bouw van stoffen
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door J. 1535 woorden 7 maart 2015 6,9 8 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 scheiden en reageren 1.2 zuivere stoffen en
Nadere informatievrijdag 28 oktober :40:59 Nederland-tijd Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal
+ Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal + 2.2 Elektrisch geleidingsvermogen Demo 2.1 Geleidt stroom als vaste stof: ja / nee Geleidt stroom als vloeistof: ja/nee Opgebouwd uit welke atoomsoorten?
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan
Samenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan Inhoudsopgave 1 Atoommodel... 1 Moleculen... 1 De ontwikkeling van het atoommodel... 1 Atoommodel van Bohr... 2 Indicatoren van atomen... 3 2 Periodiek
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting door S. 1204 woorden 6 jaar geleden 6,2 11 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie H1 para. 1 Zintuigen gebruik je om waarnemingen te
Nadere informatie8,1. Samenvatting door een scholier 2527 woorden 27 oktober keer beoordeeld. Scheikunde. Hoofdstuk 1
Samenvatting door een scholier 2527 woorden 27 oktober 2014 8,1 129 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 Paragraaf 2 Een zuivere stof is 1 stof met een unieke combinatie stofeigenschappen.
Nadere informatieAntwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal
Antwoorden deel 1 Scheikunde Chemie overal Huiswerk 2. a. Zuivere berglucht is scheikundig gezien geen zuivere stof omdat er in lucht verschillende moleculen zitten (zuurstof, stikstof enz.) b. Niet vervuild
Nadere informatieWATER. Krachten tussen deeltjes
WATER Krachten tussen deeltjes Krachten tussen deeltjes (1) Atoombinding en molecuulbinding De atomen in een molecuul blijven samen door het gemeenschappelijk gebruik van één of meer elektronenparen (=
Nadere informatieBindingen. Suiker Suiker heeft de molecuulformule C 12 H 22 O 11
Bindingen Suiker Suiker heeft de molecuulformule C 12 H 22 O 11 1. Leg uit dat suiker een moleculaire stof is 2. Van suiker is de oplosbaarheid in water zeer hoog. Leg uit waarom suiker zo goed in water
Nadere informatieParagraaf 1: Fossiele brandstoffen
Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Fossiele brandstof Koolwaterstof Onvolledige verbranding Broeikaseffect Brandstof ontstaan door het afsterven van levende organismen,
Nadere informatieWATER. Krachten tussen deeltjes. Intramoleculaire en intermoleculaire krachten
WATER Krachten tussen deeltjes Intramoleculaire en intermoleculaire krachten Intramoleculaire en intermoleculaire krachten De atomen in een molecuul blijven samen door intramoleculaire krachten (atoombinding)
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en schoonmaken
Samenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en sch Samenvatting door een scholier 2120 woorden 23 november 2010 4,5 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Natuurkunde hoofdstuk 6: Chemie en sch 6.1 Elementen Indelen
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 en 3
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 en 3 Samenvatting door een scholier 2082 woorden 9 oktober 2005 6,4 56 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde, hoofstuk 2 en 3 Par. 2.1 Fossiele brandstoffen Fossiele
Nadere informatiesysteem staat. Voorbeelden zijn calcium en magnesium.
Begrippenlijst Aardalkalimetaal Absolute nulpunt Aggregatietoestand Alkalimetaal Alliage Amalgaam Apolair Atoom Atoombinding Atoomnummer Atoommassa Atoomrooster Brons Condenseren Damp Een aardalkalimetaal
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door T. 1440 woorden 1 oktober 2014 4,7 4 keer beoordeeld Vak Scheikunde Hoofdstuk 1 1.2 Zuivere stoffen en mengsels Er bestaan tientallen miljoenen
Nadere informatieatomen die we nu kennen kunnen we tientallen miljoenen moleculen maken veel verschillende soorten stoffen.
Samenvatting door F. 2194 woorden 15 november 2014 8 31 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Zie bijlage voor grafieke en berekeningen! 1.2 zuivere stoffen en mengsels Zuivere stof: één
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 3
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1600 woorden 7 januari 2008 6,4 33 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Curie Scheikunde H1 + H2 + H3 Mengsel verschillende stoffen
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting door F. 1622 woorden 22 mei 2015 6,1 40 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Paragraaf 1 Gloeien, smelten en verdampen Als je
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde H6 (Chemie)
Samenvatting Scheikunde H6 (Chemie) Samenvatting door een scholier 892 woorden 18 maart 2004 5,1 73 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Hoofdstuk 6 Twee soorten bindingen bij moleculaire stoffen:
Nadere informatie9,3. Samenvatting door C woorden 21 mei keer beoordeeld. Scheikunde. Hoofdstuk 1: mengen scheiden en reageren
Samenvatting door C. 2672 woorden 21 mei 2014 9,3 6 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Curie Hoofdstuk 1: mengen scheiden en reageren Mengsel: bestaat uit verschillende stoffen. Zuivere stof: bestaat
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door A. 4666 woorden 27 oktober 2014 6,3 6 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal 1-2 Zuivere stof -Een soort moleculen -Element: een
Nadere informatieToets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde
Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde Opgave 1 Op het etiket van een pot pindakaas staat als een van de ingrediënten magnesium genoemd. Scheikundig is dit niet juist. Pindakaas bevat geen magnesium
Nadere informatieSamenvatting hoofdstuk 2
temperatuur in o Scheikunde hemie op school Samenvatting hoofdstuk 2 De bouw van stoffen Samenvatting hoofdstuk 2 Er zijn verschillende eigenschappen waaraan je een stof kunt herkennen. We noemen deze
Nadere informatieOplossen en mengen. Opdracht 2. Niet.
VW CURIE DSTUK 5 { oofdstuk 5 y plossen en mengen pdracht 1. a alcohol (ethanol), olie, vet, benzine en kwik (amalgamen) b IJzer als element is onoplosbaar, maar als ijzer(ii)- of ijzer(iii)-ionen kunnen
Nadere informatieAantekening Scheikunde Chemie Overal
Aantekening Scheikunde Chemie Overal Aantekening door Jenayra 772 woorden 11 februari 2018 5,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 3 Scheikunde Paragraaf 3.1 Fossiele brandstoffen:
Nadere informatie1 De bouw van stoffen
Inhoud 1 De bouw van stoffen 1 eigenschappen van stoffen 13 Mengsels en zuivere stoffen 13 D Oplossingen 15 Zuivere stoffen herkennen 15 Scheiding van mengsels 17 2 de opbouw van de materie 19 Moleculen
Nadere informatieModule 2 Chemische berekeningen Antwoorden
2 Meten is weten 1 Nee, want bijvoorbeeld 0,0010 kg is net zo nauwkeurig als 1,0 gram. 2 De minst betrouwbare meting is de volumemeting. Deze variabele bepaald het aantal significante cijfers. 3 IJs: 1,5
Nadere informatie1) Stoffen, moleculen en atomen
Herhaling leerstof klas 3 1) Stoffen, moleculen en atomen Scheikundigen houden zich bezig met stoffen. Betekenissen van stof zijn onder andere: - Het materiaal waar kleding van gemaakt is; - Fijne vuildeeltjes;
Nadere informatie5 Formules en reactievergelijkingen
5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje
Nadere informatieZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,.
PARATE KENNIS CHEMIE 4 e JAAR SCHEMA ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,. MENGSEL bestaat uit meerdere zuivere stoffen, de kooktemperatuur,
Nadere informatieAntwoorden. 3 Leg uit dat er in het zout twee soorten ijzerionen aanwezig moeten zijn.
Antwoorden 1 Hoeveel protonen, elektronen en neutronen heeft een ion Fe 3+? 26 protonen, 23 elektronen, 30 neutronen 2 Geef de scheikundige namen van Fe 2 S 3 en FeCO 3. ijzer(iii)sulfide en ijzer(ii)carbonaat
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde H3 Reacties
Samenvatting Scheikunde H3 Reacties Samenvatting door L. 710 woorden 7 december 2016 6,8 24 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde Hoofdstuk 3: Reacties 3.2 Kenmerken van een chemische
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde H6 Water (Chemie)
Samenvatting Scheikunde H6 Water (Chemie) Samenvatting door een scholier 1237 woorden 6 april 2003 5,5 120 keer beoordeeld Vak Scheikunde 1 Inleiding - Water is een heel bekent begrip. De bekende molecuul
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2: De aarde, onze hofleverancier
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2: De aarde, onze hofleverancier Samenvatting door D. 1265 woorden 3 november 2014 6,1 12 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal 2.1 De aarde Opbouw aarde
Nadere informatieAntwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal
Antwoorden deel 1 Scheikunde Chemie overal Huiswerk 2. a. Zuivere berglucht is scheikundig gezien geen zuivere stof omdat er in lucht verschillende moleculen zitten (zuurstof, stikstof enz.) b. Niet vervuild
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Basisstof examen
Samenvatting Scheikunde Basisstof examen Samenvatting door M. 1950 woorden 28 juni 2013 7,8 7 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde samenvatting Zuivere stoffen en mengsels Gas
Nadere informatie6. Oplossingen - Concentratie
6. Oplossingen - Concentratie 1. Opgeloste stof Oplosmiddel Oplossing Een oplossing is een homogeen mengsel (oplossing) van een vloeistof (oplosmiddel of solvent) en een (of meer) andere stoffen (opgeloste
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door K. 1467 woorden 5 maart 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Samenvatting H3 3V 3.1 Energie Fossiele brandstoffen -> nu nog er afhankelijk
Nadere informatieAlleen de metalen zullen de stroom geleiden omdat deze vrije elektronen hebben, dit zijn dus alleen kalium en tin.
Alleen de metalen zullen de stroom geleiden omdat deze vrije elektronen hebben, dit zijn dus alleen kalium en tin. De metalen en de zouten zullen in gesmolten toestand stroom geleiden, de metalen hebben
Nadere informatieScheikunde Samenvatting H4 t/m H6
Scheikunde Samenvatting H4 t/m H6 Hoofdstuk 4 4.2 Stoffen worden ingedeeld op grond van hun eigenschappen. Er zijn niet-ontleedbare stoffen en ontleedbare stoffen. De niet-ontleedbare stoffen zijn verdeeld
Nadere informatieScheikunde Chemie overal Week 1. Kelly van Helden
Scheikunde Chemie overal Week 1 Kelly van Helden 1.1 Chemie om je heen Scheikunde is overal Scheiden of zuiveren van stoffen Veranderen van grondstoffen in bruikbare stoffen Drinkwater uit zeewater Poetsen
Nadere informatie3. Welke van onderstaande formules geeft een zout aan? A. Al 2O 3 B. P 2O 3 C. C 2H 6 D. NH 3
Toelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs VOORBLAD EXAMENOPGAVEN Toetsdatum: n.v.t. Vak: Scheikunde voorbeeldexamen 2015 Tijdsduur: 2 uur en 30 minuten De volgende hulpmiddelen zijn toegestaan bij het
Nadere informatieNiet-metalen + metalen. Uit welk soort atomen is een ionbinding opgebouwd? Geef de chemische formule van gedemineraliseerd water.
Uit welk soort atomen is een ionbinding opgebouwd? Niet-metalen + metalen. Geef de chemische formule van gedemineraliseerd water. H2O. Wat is de structuur van een metaalbinding? Metaalrooster. Geef een
Nadere informatieUitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 11
Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 11 Opgave 11.1 Definitie Definitie van een molecuul Een molecuul is het kleinste deeltje van een moleculaire stof dat nog alle chemische eigenschappen
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo II
Opgave aantal protonen : 48 aantal elektronen : 46 aantal protonen: 48 aantal elektronen: aantal protonen minus 2 2 selenide ion : Se 2- cadmium(ii)selenide : dse selenide-ion: Se 2- formule cadmiumselenide
Nadere informatie7.1 Het deeltjesmodel
Samenvatting door Mira 1711 woorden 24 juni 2017 10 3 keer beoordeeld Vak NaSk 7.1 Het deeltjesmodel Een model van een stof Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen. Aangezien je niet kunt zien hoe een
Nadere informatieAtoommodel van Rutherford
Samenvatting scheikunde havo 4 hoofdstuk 2 bouwstenen van stoffen 2.2 de bouw van een atoom Atoommodel val Een atoom is een massief bolletje. Elk atoomsoort heeft zijn eigen Dalton afmetingen Ook gaf hij
Nadere informatieElementen; atomen en moleculen
Elementen; atomen en moleculen In de natuur komen veel stoffen voor die we niet meer kunnen splitsen in andere stoffen. Ze zijn dus te beschouwen als de grondstoffen. Deze stoffen worden elementen genoemd.
Nadere informatieSCHEIKUNDE samenvatting boek 1, H1 t/m H7
SCEIKUNDE samenvatting boek 1, 1 t/m 7 OOFDSTUK 1: ZOUTEN 1.1 atoombouw elektronen (-) protonen (+) neutronen aantal protonen: gelijk aan het atoomnummer aantal elektronen: hangt af van de lading atoom:
Nadere informatieFosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof.
1 Een oplossing van zwavelzuur en een oplossing van bariumhydroxide geladen beide elektriciteit. Wordt bij de zwavelzuuroplossing een oplossing van bariumhydroxide gedruppeld, dan neemt het elektrisch
Nadere informatiescheikunde vwo 2016-II
Chillen bij 60 C 1 maximumscore 4 Een juist antwoord kan als volgt zijn weergegeven: de peptidebindingen juist weergegeven 1 de restgroepen juist weergegeven 1 structuurformule van H 2 O en juiste waterstofbrug
Nadere informatieStoffen en materialen Samenvattingen Inhoud
Stoffen en materialen Samenvattingen Je kunt bij een onderwerp komen door op de gewenste rubriek in de inhoud te klikken. Wil je vanuit een rubriek terug naar de inhoud, klik dan op de tekst van de rubriek
Nadere informatieWednesday, 28September, :13:59 PM Netherlands Time. Chemie Overal. Sk Havo deel 1
Chemie Overal Sk Havo deel 1 Website van de methode www.h1.chemieoveral.epn.nl Probeer thuis of het werkt. Aanbevolen browser: internet explorer Neem onderstaande tabel over en rond af Atoomsoort Zuurstof
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hele boek
Samenvatting Scheikunde Hele boek Samenvatting door een scholier 3014 woorden 3 jaar geleden 6,7 26 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Hoofdstuk 1 Paragraaf 1 Een atoom is een heel klein deeltje
Nadere informatie12 Additiereactie. Er verdwijnt een dubbele binding door toevoeging van een broommolecuul.
Antwoorden oefenvraagstukken 2, 3, 6, 0 en 2 pgave (2) Dit is geen chemische reactie, want er ontstaan geen nieuwe stoffen. Bij een kraakproces ontstaan uit dodecaan, 2 26 (l), twee verschillende stoffen.
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2011 - I
Beoordelingsmodel Uraanerts 1 maximumscore 2 aantal protonen: 92 aantal elektronen: 88 aantal protonen: 92 1 aantal elektronen: aantal protonen verminderd met 4 1 2 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist
Nadere informatie4. Van twee stoffen is hieronder de structuurformule weergegeven.
MAVO Herexamen 1976 1. Beantwoord de volgende vragen over het element calcium. a. Hoeveel protonen bevat een atoom van dit element? Licht het antwoord toe. b. Hoe zijn de elektronen over de schillen verdeeld?
Nadere informatieSchrap wat niet past: Een ionverbinding met grote roosterkrachten heeft een kleine/grote ionstraal en een kleine/grote ionlading.
Welke soort ionverbinding is slecht oplosbaar in water? Schrap wat niet past: Een ionverbinding met grote roosterkrachten heeft een kleine/grote ionstraal en een kleine/grote ionlading. Zijn ionverbindingen
Nadere informatieHoe herken je een mengsel. Verschillende soorten mengsels
Samenvatting scheikunde havo 4 hoofdstuk 1 scheiden en reageren 1.2 zuivere stoffen en mengsels Zuivere stoffen Een zuivere stof is één stof en heeft zijn eigen combinatie van stofeigenschappen De meeste
Nadere informatie5-1 Moleculen en atomen
5-1 Moleculen en atomen Vraag 1. Uit hoeveel soorten moleculen bestaat een zuivere stof? Vraag 2. Wat is een molecuul? Vraag 3. Wat is een atoom? Vraag 4. Van welke heb je er het meeste: moleculen of atomen?
Nadere informatieOefenvragen Hoofdstuk 7 Een indeling van stoffen. moleculaire stoffen zouten metalen
Oefenvragen oofdstuk 7 Een indeling van stoffen Vraag 1 Kruis bij de onderstaande stoffen de juiste groep aan. NaCl C612O6 CO2 Pb Fe Cl2 KNO3 CaBr2 moleculaire stoffen zouten metalen Vraag 2 Maak de volgende
Nadere informatieIntermoleculaire krachten ELEKTRONEGATIVITEIT, POLAIRE ATOOMBINDING, DIPOOLMOMENT, ION-
Intermoleculaire krachten ELEKTRONEGATIVITEIT, POLAIRE ATOOMBINDING, DIPOOLMOMENT, ION- DIPOOLINTERACTIE EN HYDRATATIE, DIPOOL-DIPOOLINTERACTIE, WATERSTOFBRUG, LONDONINTERACTIE Paragrafen of subparagrafen
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Woensdag 8 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
Nadere informatieSamenvatting Chemie Overal 3 havo
Samenvatting Chemie Overal 3 havo Hoofdstuk 3: Reacties 3.1 Energie Energievoorziening Fossiele brandstoffen zijn nog steeds belangrijk voor onze energievoorziening. We zijn druk op zoek naar duurzame
Nadere informatie1.3 Periodiek systeem: - Periode = horizontale rij van elementen - Groep = verticale kolom van elementen
Hoofdstuk 1 1.2 Neutronen = massagetal atoomnummer Massagetal = Protonen + Neutronen Atoomnummer = protonen (positief geladen) = elektronen (negatief geladen) Atomaire massa- eenheden Isotopen Atoommassa
Nadere informatieHet smelten van tin is géén reactie.
3 Reacties Reacties herkennen (3.1 en 3.2 ) Een chemische reactie is een gebeurtenis waarbij stoffen verdwijnen en nieuwe stoffen ontstaan. Bij een reactie verdwijnen de beginstoffen. Er ontstaan nieuwe
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2003-II
4 Antwoordmodel Superzwaar 1 Een juiste berekening leidt tot de uitkomst 50 (neutronen). opzoeken van het atoomnummer van krypton (36) 1 berekening van het aantal neutronen: 86 verminderd met het atoomnummer
Nadere informatieScheidingsmethoden methode principe voorbeeld. destilleren verschil in kookpunt wijn whiskey. filtreren verschil in deeltjesgrootte koffie
1.2 Twee of meer atoomsoorten samen vormen een molecuul : bouwsteen die bestaat uit twee of meer atomen Atoom : bouwsteen van een molecuul Stoffen Zuivere stoffen Elementen: stoffen waarvan de bouwstenen
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo I
pgave (mono)stikstofmono-oxide Indien als antwoord stikstofoxide is gegeven 2 Een juiste verklaring leidt tot de uitkomst 7 (elektronen). elk atoom bevat 8 elektronen in totaal bevat het 2 - ion dus 2
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 4, 5, 6, 7, 9, 11, 12, 13
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 4, 5, 6, 7, 9, 11, 12, 13 Samenvatting door een scholier 3460 woorden 23 mei 2011 5,8 68 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Samenvattingen van
Nadere informatieOefenvraagstukken 4 VWO Hoofdstuk 6 antwoordmodel
efenvraagstukken 4 VW oofdstuk 6 antwoordmodel Een 0 D komt overeen met 7,1 mg a 2+ per liter water. 1 In 0,5 liter water is 58,3 mg a 2+ opgelost. oeveel 0 D is dit? Per L opgelost: 2 x 58,3 mg a 2+ =
Nadere informatieHet spel: Rad van Fortuin
Het spel: Rad van Fortuin Spelregels: - iedereen draait om beurt aan het rad. - als het rad stopt, moeten ze een vraag beantwoorden. Goed antwoord: krijgen ze de punten waar het rad is gestopt en mogen
Nadere informatieHoofdstuk 1. Microstructuren. J.A.W. Faes (2018)
Hoofdstuk 1 Microstructuren J.A.W. Faes (2018) Hoofdstuk 1 Microstructuren Paragrafen 1.1 Atoombouw 1.2 Periodiek systeem 1.3 Metalen 1.4 Moleculen 1.5 Zouten 1.6 Water 1.7 Rekenen aan reacties Practica
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Dinsdag 11 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
Nadere informatieScheikunde samenvatting H1 t/m H4
samenvatting H1 t/m H4 Hoofdstuk 1 Als je stoffen bij elkaar doet, kunnen er verschillende dingen gebeuren: 1) De vaste stof waarbij een vloeistof wordt gedaan, lost op oplossing helder. 2) Wanneer we
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2006-II
4 Beoordelingsmodel Element 115 1 Calcium heeft atoomnummer 20 en americium heeft atoomnummer 95. Dus samen hebben ze 115 protonen. calcium heeft atoomnummer 20 en americium heeft atoomnummer 95 1 2 Een
Nadere informatie6.9. Boekverslag door G woorden 13 december keer beoordeeld. Scheikunde
Boekverslag door G. 1415 woorden 13 december 2016 6.9 13 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde H2: Chemische Reacties 1. Ontledings- en scheidingsreacties (begrippen komen op het einde) Wat zijn de
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2007-II
Beoordelingsmodel Kwik 1 maximumscore 2 aantal protonen: 160 aantal elektronen: 158 aantal protonen: 160 1 aantal elektronen: het gegeven aantal protonen verminderd met 2 1 2 maximumscore 2 g 2 Cl 2 Indien
Nadere informatieStabilisator voor PVC
Stabilisator voor PVC 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: Als chlooretheen polymeriseert ontstaan lange ketens zonder dwarsverbindingen. De ketens kunnen langs elkaar bewegen (bij
Nadere informatie6,5. Samenvatting door een scholier 2979 woorden 6 april keer beoordeeld. Scheikunde
Samenvatting door een scholier 2979 woorden 6 april 2011 6,5 34 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Curie H2 Koolstofchemie I 2.1. Koolstof In koolstofverbindingen komen vaak waterstof, zuurstof en
Nadere informatieExtra oefenopgaven. Inleiding Scheikunde voor anesthesiemedewerkers en operatie-assistenten assistenten i.o. voorjaar 2008
Extra oefenopgaven Inleiding Scheikunde voor anesthesiemedewerkers en operatie-assistenten assistenten i.o. voorjaar 2008 1. Geef van de volgende stoffen de chemische formule; geef ook aan tot welke categorie
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2001-I
Eindexamen scheikunde havo -I 4 Antwoordmodel Nieuw element (in de tekst staat:) deze atomen zijn eerst ontdaan van een aantal elektronen dus de nikkeldeeltjes zijn positief geladen Indien in een overigens
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatie