Beïnvloedbaarheid van Behandelmotivatie in de Justitiële Jeugdinrichting:
|
|
- Gerda de clercq
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Running head: BEHANDELMOTIVATIE IN JUSTITIELE JEUGDINRICHTING 1 Beïnvloedbaarheid van Behandelmotivatie in de Justitiële Jeugdinrichting: Invloed van factoren, motivatiemethoden en toepassing in behandeling M. L. V. Covers Bachelorscriptie Pedagogische Wetenschappen Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam M. L. V. Covers, Begeleider: A. Bindels MSc Januari 2015 Aantal woorden: 5458
2 BEHANDELMOTIVATIE IN JUSTITIELE JEUGDINRICHTING 2 Inhoudsopgave Abstract 3 Inleiding 4 Persoons- en omgevingsfactoren 7 Persoonsfactoren 7 Omgevingsfactoren 10 Methoden voor het vergroten van motivatie 11 Behandelmotivatie in methodiek en behandeling 15 Conclusie en discussie 18 Referenties 23
3 BEHANDELMOTIVATIE IN JUSTITIELE JEUGDINRICHTING 3 Abstract In deze literatuurstudie is onderzocht in welke mate behandelmotivatie in de justitiële jeugdinrichting te beïnvloeden is. Allereerst werd onderzocht welke persoonsfactoren en omgevingsfactoren in verband staan met behandelmotivatie in de justitiële jeugdinrichting. Daarna werden verschillende methoden om motivatie te verhogen belicht. Deze methoden zijn onderzocht buiten de justitiële jeugdinrichting. Vervolgens zijn de persoons-en omgevingsfactoren en motivatiemethoden gebruikt in een analyse van YOUTURN, EQUIP en Sociale Vaardigheidstraining op Maat. Hier werd onderzocht in welke mate deze methodiek en behandelingen zich richten op behandelmotivatie. Als maatschappelijke implicatie is het belang van een juiste implementatie van YOUTURN onderstreept, waarin screening van motivatie een rol speelt. Daarnaast is vervolgonderzoek nodig om de richting van het verband tussen persoons- en omgevingsfactoren en behandelmotivatie te verhelderen. In this study the degree to which treatment motivation in youth correctional facilities can be affected is studied. First, the connection between personal and environmental factors and treatment motivation is investigated. Second, motivational methods outside of the youth correctional facilities are evaluated. At last, these factors and methods are used to analyse the degree to which YOUTURN, EQUIP and SoVa op Maat focus on treatment motivation. The implications show the necessity of the correct implementation of YOUTURN and the importance of screening motivation. Also, further research is necessary to show the direction of the connection between the factors and treatment motivation.
4 BEHANDELMOTIVATIE IN JUSTITIELE JEUGDINRICHTING 4 In 2012 verbleven er 1869 jongeren in een justitiële jeugdinrichting (Valstar & Afman, 2013). Hier zitten zij de straf uit die hen door een rechter is opgelegd, na het plegen van een misdrijf, of zitten zij in voorlopige hechtenis. Eén van de hoofddoelen van de instelling is de behandeling, om zo probleemgedrag en recidive te verminderen. Die behandeling is echter niet altijd effectief: uit onderzoek van Wartna et al (2012) komt naar voren dat tussen de 50% en 60% van de jongeren recidiveert binnen twee jaar na verblijf in een justitiële jeugdinrichting. Dit blijkt deels te worden verklaard door het gedwongen kader. Uit de metaanalyse van Parhar, Wormith, Derkzen en Beauregard (2008) blijkt namelijk dat het gebruik van gedwongen of verplichte behandeling in een justitiële jeugdinrichting de effectiviteit van de behandeling sterk verlaagd. Bovendien is er sprake van een gebrekkige motivatie van de jongeren voor de behandeling (Menger & Krechtig, 2008). Het gedwongen kader maakt het een uitdaging voor de justitiële jeugdinrichting om de jongeren te motiveren voor een behandeling (Parhar et al., 2008; Menger & Krechtig, 2008). In deze studie zal onderzocht worden in welke mate deze behandelmotivatie in de justitiële jeugdinrichting beïnvloed kan worden. Het belang van behandelmotivatie in de justitiële jeugdzorg is groot. Het vergroten van motivatie zorgt er namelijk voor dat de interventie effectiever is (Van Binsbergen, 2003). Toch is over de beïnvloedbaarheid van behandelmotivatie in de justitiële jeugdinrichting niet veel bekend. Bij andere behandelingen, zoals die van Anorexia Nervosa (Wade, Frayne, Edwards, Robertson, & Gilchrist, 2009) en alcoholmisbruik (Bauer, Strik, & Moggi, 2014), blijkt motivatie goed beïnvloedbaar te zijn, en zorgt een grotere motivatie ervoor dat de effectiviteit van de behandeling wordt verhoogd. Het begrip motivatie is volgens verschillende theorieën uit te leggen. De zelfdeterminatietheorie van Deci en Ryan (2008a) geeft een hiërarchische indeling aan het begrip motivatie. Deze theorie maakt een onderscheid tussen drie soorten motivatie:
5 BEHANDELMOTIVATIE IN JUSTITIELE JEUGDINRICHTING 5 amotivatie, extrinsieke motivatie en intrinsieke motivatie. Amotivatie is een volledige afwezigheid van motivatie. Extrinsieke motivatie is van toepassing wanneer de consequentie van het gedrag het belangrijkst is. Er is dan geen interesse voor de activiteit zelf, maar voor het gevolg, een beloning of straf. Bij intrinsieke motivatie wordt gedrag gemotiveerd doordat het gedrag zelf interessant is (Deci & Ryan, 2008a). Daarom staat deze vorm van motivatie hoger in de hiërarchie en wordt deze gezien als meer kwalitatief dan extrinsieke motivatie (Deci & Ryan, 2008b). In de justitiële jeugdinrichting is er veelal sprake van extrinsieke motivatie. De jongeren volgen de behandeling immers om beloond te worden met vrijheid, of om verhoging van de straf te voorkomen. De zelfdeterminatietheorie beschouwt motivatie als een begrip dat beïnvloed kan worden door persoonsfactoren (Deci & Ryan, 2008b). Ook omgevingsfactoren kunnen invloed uitoefenen op motivatie, volgens het transtheoretisch model van Prochaska en DiClemente (1986). Dit model beschrijft zes fasen van gedragsverandering, waarin de motivatie voor de behandeling geleidelijk verandert door de invloed van omgevingsfactoren (Van Binsbergen, 2008). In de eerste fase, de voorbeschouwing, is motivatie volledig afwezig. De tweede fase bestaat uit het overwegen om hulp te zoeken, maar pas in de derde fase, de beslissing, wordt actie tot gedragsverandering ondernomen. Vervolgens vindt de actieve verandering plaats, het volhouden daarvan en eventueel een terugval (Prochaska, Redding, & Evers, 2008). Om deze stappen succesvol te doorlopen, hebben Prochaska en DiClemente (1986) drie basisbeginselen voor het motiveren voor de behandeling opgesteld: de bewustwording van het probleem, de behandelrelatie tussen therapeut en cliënt, en de expliciete besluitvorming en betrokkenheid bij de therapie of interventie. Waar de zelfdeterminatietheorie de nadruk op persoonsfactoren legt, kijkt het transtheoretisch model dus juist naar de invloeden vanuit de omgeving op motivatie, namelijk de behandeling en de therapeut. In de justitiële jeugdinrichting bevinden de meeste jongeren zich in de eerst fase van het transtheoretisch model en zijn dus nog niet
6 BEHANDELMOTIVATIE IN JUSTITIELE JEUGDINRICHTING 6 gemotiveerd om te veranderen. Juist dan moet de behandeling zich richten op het motiveren van de jongeren (DiClemente & Velasquez, 2002), met aandacht voor de persoonsfactoren en de omgevingsfactoren. Daarom zal deze studie onderzoeken welke persoonsfactoren en omgevingsfactoren van delinquente jongeren in de justitiële jeugdinrichting de behandelmotivatie beïnvloeden. Naast het vaststellen van de factoren die behandelmotivatie beïnvloeden, is het ook van belang om na te gaan hoe behandelmotivatie vergroot kan worden. Helaas is er vrij weinig bekend over het vergroten van behandelmotivatie bij jongeren in de justitiële jeugdinrichting. Daarom zal huidig onderzoek zich ook richten op verschillende methoden die bekend zijn om motivatie bij jongeren in het algemeen te vergroten. Op dit moment wordt er in de justitiële jeugdinrichting al indirect aandacht geschonken aan het vergroten van motivatie. Sinds 2008 is de algemene methodiek YOUTURN ingezet in alle jeugdinrichtingen. Deze methodiek moet ervoor zorgen dat de opvoeding van de jongeren centraal staat (Stuurgroep YOUTURN, 2009). Na een instroomfase van 10 dagen wordt door middel van mentorgesprekken de motivatie van de jongeren besproken en in kaart gebracht. Naast deze methodiek kunnen behandelingen toegepast worden om specifieke gedragsproblematiek te behandelen. Twee behandelingen die veel in combinatie met YOUTURN worden toegepast zijn EQUIP en Sociale Vaardigheidstraining op Maat. In deze literatuurstudie zal onderzocht worden in welke mate YOUTURN en deze specifieke behandelingen gebruik maken van de motivatiemethoden en de gevonden factoren. Om de aandacht voor behandelmotivatie te vergroten, moet eerst duidelijk zijn hoe en in welke mate de behandelmotivatie vergroot kan worden. De hoofdvraag van deze literatuurstudie luidt daarom: in hoeverre is de behandelmotivatie in de justitiële jeugdinrichting te beïnvloeden? Op basis van de zelfdeterminatietheorie en het
7 BEHANDELMOTIVATIE IN JUSTITIELE JEUGDINRICHTING 7 transtheoretisch model wordt eerst de invloed van persoonsfactoren en omgevingsfactoren op behandelmotivatie onderzocht. Daarnaast zal ingegaan worden op de verschillende methoden waarop de motivatie van jongeren in de justitiële jeugdinrichting vergroot zou kunnen worden. Als laatste zal onderzocht worden in welke mate YOUTURN en de specifieke behandelingen van de justitiële jeugdinrichting inspelen op behandelmotivatie. Persoons- en omgevingsfactoren Om de vraag in hoeverre de behandelmotivatie in de justitiële jeugdinrichting te beïnvloeden is te kunnen beantwoorden, moet achterhaald worden welke factoren invloed hebben op de behandelmotivatie. In deze paragraaf zal daarom onderzocht worden welke persoonsfactoren en omgevingsfactoren een rol spelen bij de behandelmotivatie van jongeren in de justitiële jeugdinrichting. Hierbij wordt eerst gekeken naar de persoonsfactoren en vervolgens naar de omgevingsfactoren. Persoonsfactoren Zoals de zelfdeterminatietheorie aangeeft is motivatie een persoonsgebonden begrip. De mate van motivatie voor de behandeling in justitiële jeugdinrichtingen wordt dan ook beïnvloed door verschillende persoonsfactoren. Onder persoonsfactoren worden factoren verstaan die vanuit de persoon komen, zoals geslacht en etniciteit, maar ook gedragsmatige factoren als interesse, temperament of inzicht. Met betrekking tot geslacht is het verband met behandelmotivatie nog niet eenduidig. Zo toont onderzoek van Breda en Riemer (2012) naar de meetbaarheid van de behandelmotivatie van 503 Amerikaanse jongeren in intramurale behandeling wel een verband aan. Deze jongeren vulden een motivatievragenlijst (MYTS) en een functioneringsvragenlijst (SFSS) in. Hieruit bleek dat meisjes minder bereid waren de behandeling te doorlopen dan jongens en dus minder gemotiveerd waren. Echter vond het masteronderzoek van Kruijs (2008) naar de verschillen in behandelmotivatie tussen jongens en meisjes in de justitiële jeugdinrichting dit verband niet. Hoewel dit onderzoek wel in
8 BEHANDELMOTIVATIE IN JUSTITIELE JEUGDINRICHTING 8 Nederland is uitgevoerd en daarom beter generaliseerbaar is, was de steekproef aanzienlijk kleiner, namelijk slechts 120. Ook is in dit onderzoek eenzijdig getoetst met de verwachting dat meisjes meer gemotiveerd zijn, terwijl in het onderzoek van Breda en Riemer (2012) juist een tegenovergesteld verband werd gevonden. Wanneer er tweezijdig getest zou worden, of eenzijdig in de andere richting, zou wellicht wel een verband worden gevonden. Het verband tussen geslacht en behandelmotivatie in de justitiële inrichtingen lijkt dus wel aanwezig te zijn, maar dit is nog niet eenduidig. Hetzelfde geldt voor etniciteit. Hoewel sommige onderzoeken menen dat er een verband ligt tussen etniciteit en behandelmotivatie (Nederof, 2014; Van Binsbergen, Knorth, Klomp, & Meulman, 2001), is hier nog geen gericht onderzoek naar gedaan. Wel toont onderzoek aan dat allochtone jongeren vaker een moeizame relatie hebben met de groepswerkers (Verdonck & Jaspaert, 2009) en dat het contact tussen allochtone jongeren en groepswerkers vaker afwezig is (Van Binsbergen et al., 2001). Hoewel de relatie met groepswerkers zeker relevant is voor behandelmotivatie (zoals later aangetoond zal worden) is er geen direct verband te vinden tussen etniciteit en behandelmotivatie. Wel staat de manier waarop de jongeren met stress omgaan in verband met behandelmotivatie. Zogenaamde copingstrategieën bepalen op welke manier men reageert op probleemsituaties (Way, 2011). Onder delinquente jongeren is er vaak sprake van passieve coping: ze zijn geneigd weg te lopen bij probleemsituaties, interpreteren de situatie negatiever en zien de personen die erbij betrokken zijn als bedreigend (Way, 2011). Het onderzoek van Van der Helm, Beunk, Stams en Van der Laan (2014) nam vragenlijsten voor behandelmotivatie en copingstrategieën af bij 59 jongeren in de justitiële jeugdinrichting. Hieruit bleek dat actieve coping, gekenmerkt door probleemoplossend gedrag en het zoeken van hulp uit de omgeving samenging met hogere behandelmotivatie. Dit onderzoek vond echter geen verband tussen passieve coping en behandelmotivatie. Dit toont aan dat hoewel
9 BEHANDELMOTIVATIE IN JUSTITIELE JEUGDINRICHTING 9 passieve coping niet direct de behandelmotivatie benadeelt, het stimuleren van actieve coping een nuttige techniek zou kunnen zijn voor het verhogen de behandelmotivatie in de justitiële jeugdinrichting. Uit onderzoek van Wei, Heckman, Gay en Weeks (2011) kwam hetzelfde verband naar voren. Zij deden onderzoek naar copingstrategieën in de gesloten jeugdzorg, maar specifiek bij jongeren die behandeld werden voor drugsgebruik. Problemen met drank en drugs blijkt bij zeker 55% van de jongeren in de justitiële jeugdinrichting voor te komen (Rigter & Liddle, 2011). Bovendien wordt verslavingsproblematiek gezien als één van de grootste risicofactoren voor recidive (Rigter & Liddle, 2011). Het onderzoek van Wei et al. (2011) toont aan dat het verhogen van actieve coping in verband staat met een verhoogde motivatie om te stoppen met drugsgebruik, en dus een verhoogde motivatie voor de behandeling. Daarnaast blijkt de locus of control van belang bij behandelmotivatie. De locus of control is de mate waarin iemand verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen acties en de consequenties van eigen gedrag inziet (Page & Scalora, 2004). Voor het onderzoek van Englebrecht, Peterson, Scherer en Naccarato (2007) werden 130 jongeren, die in de Verenigde Staten intramuraal behandeld werden, op vier verschillende momenten in hun behandeling geïnterviewd naar hun betrokkenheid en motivatie. Jongeren met interne locus of control, die verantwoordelijkheid namen voor hun gedrag en inzagen waarom ze de behandeling nodig hadden, vertoonden hogere mate van behandelmotivatie dan jongeren met een externe locus of control. De jongeren met een externe locus of control namen geen verantwoordelijkheid voor hun gedrag en werkten niet mee in de behandeling. Hetzelfde effect werd gevonden door Van der Helm, Klapwijk, Stams en Van der Laan (2009): door het afnemen van vragenlijsten en interviews in Nederlandse justitiële jeugdinstellingen, vonden zij een verband tussen interne locus of control en behandelmotivatie.
10 BEHANDELMOTIVATIE IN JUSTITIELE JEUGDINRICHTING 10 Concluderend zijn er verschillende persoonsfactoren te noemen die samenhangen met de behandelmotivatie van jongeren in de justitiële jeugdinrichting. Zo blijken actieve coping en een interne locus of control geassocieerd te kunnen worden met hogere behandelmotivatie. Daarbij remt een externe locus of control juist de ontwikkeling van de behandelmotivatie. Dit negatieve effect van behandelmotivatie werd niet gevonden met betrekking tot passieve copingstrategieën. Daarnaast lijkt het geslacht van de jongere in verband te staan met de behandelmotivatie, waarbij meisjes minder gemotiveerd zijn dan jongens, maar deze persoonsfactor wordt niet in ieder onderzoek gevonden. Omgevingsfactoren Naast persoonsfactoren hebben ook omgevingsfactoren invloed op behandelmotivatie in de justitiële jeugdinrichting. Het groepsklimaat is één van de belangrijkste omgevingsfactoren voor deze jongeren. Het groepsklimaat is de perceptie die de jongeren hebben van hun omgeving in de inrichting. Een open groepsklimaat is een veilige omgeving waarin de jongeren zich kunnen ontwikkelen, terwijl een gesloten groepsklimaat stress en angst veroorzaakt (Strijbosch et al, 2011). Het belang van groepswerkers voor dit open groepsklimaat is groot. Uit eerder genoemd onderzoek van Van der Helm et al. (2009) bleek dat wanneer de groepswerkers de jongeren met respect behandelden en ze het gevoel gaven dat ze veilig zijn, er een open groepsklimaat ontstond in de justitiële jeugdinrichting. Daarnaast identificeerden de jongeren een tekort aan aandacht vanuit de groepswerkers en te strenge leiding als indicatoren van een gesloten groepsklimaat. Een open groepsklimaat bleek geassocieerd te zijn met hogere behandelmotivatie (Van der Helm et al., 2009). Binnen het groepsklimaat was ook de relatie die de jongere heeft met de groepswerkers van belang. Zoals eerder genoemd kan het gedrag van de groepswerkers zorgen voor een open of gesloten groepsklimaat. Daarnaast heeft de relatie tussen groepswerker en de gedetineerde jongere een directe invloed op behandelmotivatie. Zo toont onderzoek van Battjes, Gordon, O Grady en
11 BEHANDELMOTIVATIE IN JUSTITIELE JEUGDINRICHTING 11 Kinlock (2004) aan dat jongeren in behandeling voor drugsgebruik meer geneigd waren om de behandeling te voltooien wanneer zij een goede band met de groepswerkers hadden. Hoewel dit onderzoek niet plaatsvond in de justitiële jeugdinrichting, geven de resultaten wel een indicatie van het belang van de relatie met groepswerkers voor behandelmotivatie. Een andere omgevingsfactor die binnen de justitiële jeugdinrichting van groot belang is, is het gezin. Vooral de ouders hebben een belangrijke invloed op behandelmotivatie van de jongere. Uit het onderzoek van Panuccio, Christian, Martinez en Sullivan (2012) blijkt dat ouderlijke steun jongeren motiveert om deel te nemen aan de behandeling. Hoewel dit onderzoek zich richt op ouderlijke steun bij de re-integratie van jongeren na vrijlating uit de justitiële jeugdinrichting, is het mogelijk dat ouderlijke steun ook een rol speelt in de intramurale behandeling. Alarid, Montemayor en Dannhaus (2012) onderzochten het belang van ouderlijke steun bij de behandeling van drugsmisbruik bij ruim 100 jongeren. Hieruit bleek dat ouderlijke steun de kansen van de jongeren om de behandeling volledig te doorlopen kon verdubbelen. Daarbij hadden jongeren die niet door hun ouders gesteund werden, twee keer meer kans om te recidiveren dan jongeren met hoge ouderlijke steun. Uit bovenstaande onderzoeken valt te concluderen dat een aantal omgevingsfactoren in verband staan met de behandelmotivatie van jongeren in de justitiële jeugdinrichting, namelijk een open groepsklimaat en een goede relatie met groepswerkers. Ook ouders spelen een belangrijke rol. Ouderlijke steun wordt geassocieerd met hogere behandelmotivatie van de jongere. Methoden voor het Vergroten van Motivatie Hoewel er vrij weinig bekend is over behandelmotivatie in de justitiële jeugdinrichtingen, is er wel veel onderzoek gedaan naar het vergroten van motivatie bij jongeren in het algemeen. De zelfdeterminatietheorie biedt een ruim onderzoeksterrein met als doel het vergroten van de intrinsieke motivatie van jongeren in alle mogelijke contexten:
12 BEHANDELMOTIVATIE IN JUSTITIELE JEUGDINRICHTING 12 onderwijs, jeugdzorg, gezin en relaties. Daarom zal dit onderzoeksterrein gebruikt worden om antwoord te geven op de vraag op welke manieren motivatie in de justitiële jeugdinrichting vergroot zou kunnen worden. Allereerst blijkt dat, om motivatie te verhogen, de autonomie van jongeren ondersteund moet worden. Zo toont onderzoek van Deci, Schwartz, Sheinman en Ryan (1981) aan dat wanneer leerkrachten in het basisonderwijs de autonomie van hun leerlingen ondersteunden, de leerlingen meer zelfvertrouwen hadden en bovendien meer intrinsiek gemotiveerd waren om deel te nemen aan de les. Een leerkracht die de autonomie van zijn leerlingen ondersteunt zal bijvoorbeeld hulp bieden en de leerling bemoedigen wanneer deze een taak niet af heeft, terwijl een leerkracht die weinig autonomie biedt strafwerk op zal geven. Williams, Hedberg, Cox en Deci (2006) vonden een zelfde soort effect bij ouders die de autonomie van hun kinderen ondersteunden. Zij namen vragenlijsten af bij jongeren met betrekking tot hun perceptie van de autonomie die hun ouders hen boden. Hieruit bleek dat jongeren die vonden dat ze veel autonomie hadden, meer gemotiveerd waren om gezond te zijn, door bijvoorbeeld niet te roken of geen drugs te gebruiken. Hoewel deze onderzoeken niet specifiek gericht zijn op jongeren in de justitiële jeugdinrichtingen, is het mogelijk dat autonomie ook de motivatie voor de behandeling van deze jongeren vergroot. Immers gaan delinquent gedrag en ongezond gedrag, zoals drugs- en drankmisbruik, vaak hand in hand (Rigter & Liddle, 2011). Daarnaast is er in de justitiële jeugdinrichting eenzelfde hiërarchie als in het gezin of in de klas, waarbij de groepswerker, evenals leerkracht of ouder, verantwoordelijk is voor het ondersteunen van de autonomie van jongeren. Een andere manier om motivatie te verhogen is het aansluiten van de taak op de competentie van de persoon. Wanneer een taak te moeilijk of te eenvoudig voor iemand is, is hij minder gemotiveerd voor die taak (Larson & Rusk, 2011). De taak moet juist precies moeilijk genoeg zijn zodat het nog wel een uitdaging is maar niet onmogelijk lijkt te zijn.
13 BEHANDELMOTIVATIE IN JUSTITIELE JEUGDINRICHTING 13 Shernoff, Csikszentmihalyi, Schneider en Shernoff (2003) onderzochten deze stelling. Zij namen vragenlijsten af met betrekking tot betrokkenheid op school en moeilijkheidsgraad van de taken bij ruim 500 leerlingen in het voortgezet onderwijs. Hieruit bleek dat wanneer de leerlingen een taak uitdagend maar niet te moeilijk vonden, zij meer gemotiveerd waren om deze taak te voldoen. Een taak die te eenvoudig is, vermindert de motivatie. In de justitiële jeugdinrichtingen wordt dit effect al erkend in de What Works beginselen. Deze beginselen zijn ontwikkeld om de behandeling in de justitiële jeugdzorg effectiever te maken (Van der Laan & Slotboom, 2008). Eén van deze principes is het responsiviteitsprincipe, wat inhoudt dat de behandeling aan moet sluiten op iemands cognitieve en sociale competentie. Dit bevestigt de toepasbaarheid van het resultaat uit eerdergenoemd onderzoek (Shernoff et al., 2003): het aansluiten van het cognitieve niveau van de behandeling bij de competenties van de jongere zal ook in de justitiële jeugdinrichting de behandelmotivatie kunnen vergroten. Naast het ondersteunen van de autonomie en het aansluiten op de competentie, wordt vanuit het behaviorisme beloning aangeprezen als manier om motivatie te verhogen. Het belonen van goed gedrag zou ervoor moeten zorgen dat iemand meer goed gedrag gaat tonen (Hallahan, Lloyd, Kauffman, Weiss, & Martinez, 2005). Dit blijkt ook zo te werken bij het stimuleren van intrinsieke motivatie. Dit werd aangetoond door het onderzoek van Pierce, Cameron, Banko en So (2003), waarin gemeten werd hoeveel van hun vrije tijd studenten besteedden aan een taak, waarbij zij al dan niet beloond werden. Hieruit bleek dat de jongeren die beloond werden voor het maken van een taak, meer vrije tijd hieraan besteedden. In de justitiële jeugdinrichting is dit van belang, omdat de jongeren niet de hele dag behandeld worden en zij het geleerde toe moeten passen in hun vrije tijd. Dit verband tussen belonen en motivatie blijkt bovendien gemedieerd te worden door eerdergenoemde match tussen competentie van de persoon en moeilijkheidsgraad van de taak (Cameron, Pierce, Banko, & Gear, 2005).
14 BEHANDELMOTIVATIE IN JUSTITIELE JEUGDINRICHTING 14 Een manier om deze motiverende elementen toe te passen, is het afnemen van motivatiegesprekken. Deze gesprekken vinden veelal voorafgaand aan een klinische behandeling plaats. Op deze manier probeert men in te spelen op de eerste fase uit het transtheoretisch model van Prochaska en DiClemente (1986), waar motivatie voor de behandeling volledig afwezig is en de cliënt het besluit om de behandeling door te gaan nog moet nemen. Een motivatiegesprek bestaat uit drie basisprincipes (Miller & Rollnick, 2002): de gespreksleider probeert met de cliënt samen te werken, de motivatie van de cliënt uit te lokken in plaats van op te dringen, en de cliënt een gevoel van autonomie te geven. Deze methode voor het vergroten van motivatie is al in grote mate toegepast bij behandelingen voor ongezond gedrag zoals roken, drinken en drugsgebruik (Miller & Rollnick, 2002). Uit een meta-analyse, waarin 72 studies naar de effectiviteit van motivatiegesprekken waren opgenomen, bleek dat motivatiegesprekken een positief effect hadden op zowel psychologische als fysieke ziektes en op ongezond gedrag (Rubak, Sandaek, Lauritzen, & Christensen, 2005). De gesprekken verhoogden de motivatie van de cliënt waardoor de behandeling effectiever was. Samenvattend zijn er drie methoden te benoemen die motivatie kunnen verhogen. De autonomie van de jongeren moet ondersteund worden, de moeilijkheidsgraad van de taak moet aansluiten op de competentie en de jongeren moeten beloond worden voor goed gedrag. Daarnaast kunnen motivatiegesprekken deze elementen implementeren om motivatie te vergroten. In de justitiële inrichtingen kunnen deze methoden toegepast worden door de groepswerkers. Zij kunnen door hun dagelijks contact met de jongeren diens autonomie ondersteunen en goed gedrag belonen. Bovendien kunnen zij een inschatting maken van de competentie van jongeren en de mate waarin deze competentie aansluit op de moeilijkheidsgraad van de behandeling. Daarnaast hebben de ontwikkelaars van de
15 BEHANDELMOTIVATIE IN JUSTITIELE JEUGDINRICHTING 15 behandelmethoden de verantwoordelijkheid om motivatiemethoden te implementeren in de behandeling. Behandelmotivatie in methodiek en behandeling Zoals eerder vastgesteld zijn er een aantal factoren die de behandelmotivatie van jongeren in de justitiële jeugdinrichting beïnvloeden. Ten eerste de persoonsfactoren, namelijk actieve coping en interne locus of control. Omdat de invloed van geslacht en etniciteit nog onduidelijk is zal hier geen aandacht aan worden besteed in deze analyse. Ten tweede zijn de omgevingsfactoren groepsklimaat, met daarbinnen de relatie met de groepswerker, en ouderlijke steun gevonden. Daarnaast zijn verschillende methoden om motivatie in het algemeen te verhogen bekeken. Hieruit bleek dat het ondersteunen van de autonomie, aansluiten bij de competentie, en belonen de motivatie verhogen, en dat motivatiegesprekken deze elementen kunnen implementeren. Zowel de persoons- en omgevingsfactoren als deze motivatiemethoden zullen als kader gebruikt worden, om na te gaan in hoeverre de methodiek YOUTURN en twee behandelingen uit de justitiële jeugdinrichting, de behandelmotivatie verhogen. De behandelingen Equip en Sociale Vaardigheidstraining op Maat (SoVa op Maat) zullen belicht worden. De algemene methodiek Youturn is ontwikkeld om in alle jeugdinrichtingen toe te passen met als uitgangspunt het verzekeren van een veilig leefklimaat (Hendriksen-Favier, Place, & van Wezep, 2010). Deze methodiek bevat vijf fasen: het instroomprogramma, de stabilisatiefase, het individueel traject, scholings- en trainingsprogramma en de nazorg. In de eerste fase, het instroomprogramma, worden afspraken gemaakt met de ouders. Daarbij worden ouders op de hoogte gehouden van het traject van de jongere in de inrichting (Stuurgroep YOUTURN, 2009). Doordat er ook wekelijks overleg is tussen jongere en mentor (persoonlijk begeleider), is er veel aandacht voor de onderlinge relatie. Tijdens het doorlopen van de vijf stappen van YOUTURN kan de jongere beloningen verdienen voor
16 BEHANDELMOTIVATIE IN JUSTITIELE JEUGDINRICHTING 16 goed gedrag of het behalen van de doelen, zogenaamde basisprofielen. Daarnaast is er aandacht voor de autonomie van de jongere. Deze stelt zelf zijn doelen en bedenkt in overleg met de mentor op welke manier deze behaald worden. Concluderend richt YOUTURN zich vooral op de omgevingsfactoren, namelijk groepsklimaat, relatie met de mentor en ouders. Daarbij worden een aantal motivatiemethoden toegepast, namelijk belonen en autonomie ondersteunen. Hoewel er in YOUTURN weinig aandacht is voor persoonsfactoren wordt er voor iedere jongere een ontwikkelingsprofiel vastgesteld waarin behandelingen toegepast worden die wel gericht zijn op persoonsfactoren, zoals SoVa op Maat. De procesevaluatie van YOUTURN heeft dan ook aangetoond dat jongeren veelal gemotiveerd zijn voor deelname aan YOUTURN, met name de mentorgesprekken en de basisprofielen (Hendriksen-Favier et al., 2010). Een behandeling die veel toegepast wordt en door het NJI erkent wordt als goed onderbouwd, is EQUIP (Gibbs, Potter, & Goldstein, 1995). Deze behandeling richt zich op jongeren met antisociaal gedrag en maakt gebruik van de peergroup om dit gedrag te verbeteren. Deze behandeling is sterk gericht op de genoemde persoonsfactoren. Eén van de basisbeginselen is het achterhalen en verbeteren van denkfouten, zoals anderen de schuld geven en goed praten van antisociaal gedrag (Elling, 2009). Dit zijn duidelijke voorbeelden van een externe locus of control. Ook is er aandacht voor actieve coping. Het passieve, vaak agressieve copingsgedrag wordt met behulp van rollenspellen omgebogen tot actieve coping, waarin de jongere rekening houdt met anderen, rustig blijft en hulp vraagt. Daarnaast focust EQUIP zich op een open groepsklimaat, door het programma Positive Peer Culture (Vorrath & Brendtro, 1985) te ïmplementeren. Dit programma creëert volgens Elling (2009, p.05) een leeromgeving waar jongeren vaardigheden kunnen toepassen, en zal zo de behandelmotivatie van de jongeren vergroten. Ook wordt er aandacht besteedt aan een positief klimaat tussen groepswerkers, maar de relatie tussen groepswerker en jongere blijft onderbelicht. Uit de
17 BEHANDELMOTIVATIE IN JUSTITIELE JEUGDINRICHTING 17 meta-analyse van Stams et al. (2013) naar de effectiviteit van EQUIP blijkt dan ook dat de relatie tussen groepswerker en jongere meer aandacht zou moeten krijgen om de effectiviteit te vergroten. Dit onderzoek geeft tevens aan dat wanneer de groepswerkers meer aandacht besteden aan de individuele jongeren, dit de autonomie en locus of control van de jongeren zal verhogen, en daarmee de behandelmotivatie. De behandeling EQUIP maakt geen gebruik van beloning of motivatiegesprekken, en implementeert de ouders niet in de behandeling. Wel probeert het in zekere mate aan te sluiten bij de competentie van de jongere, namelijk door een aparte handleiding te bieden voor jongeren met een licht verstandelijke beperking (Elling, 2009). Concluderend maakt de behandeling EQUIP vooral goed gebruik van de bekende persoons- en omgevingsfactoren die de behandelmotivatie kunnen verhogen. Er is aandacht voor coping, locus of control en groepsklimaat. In mindere mate worden bekende motivatiemethoden toegepast. De tweede behandeling die belicht zal worden is de Sociale Vaardigheidstraining op Maat (Hoogsteder, 2008) (SoVa op Maat). Deze behandeling richt zich op het verbeteren van de sociale vaardigheden die de jongeren nodig hebben in probleemsituaties. Specifiek zijn dit sociale cognitie, impulscontrole, zelfcontrole en coping. Ook heeft de behandeling aandacht voor de externe locus of control en het verbeteren daarvan. De persoonsfactoren die vastgesteld zijn voor het verhogen van behandelmotivatie, worden dus ruim toegepast in SoVa op Maat. De behandeling bestaat uit individuele training en training in groepsverband, maar ook in groepsverband is de individuele ondersteuning van belang (Hoogsteder, 2008). Er wordt dus weinig tot geen aandacht besteed aan het groepsklimaat. Ook spelen ouders vrijwel geen rol. De motivatiemethoden worden wel toegepast op alle jongeren. Allereerst is er sprake van beloning, namelijk in de vorm van positieve feedback van de groepswerkers. Daarnaast wordt de autonomie ondersteund door jongeren zelf (sub)doelen te laten maken. Dit zorgt ervoor dat ze hun eigen proces in handen hebben. Bovendien wordt de behandeling aangepast
18 BEHANDELMOTIVATIE IN JUSTITIELE JEUGDINRICHTING 18 op de capaciteiten van de jongere. Met behulp van een motivatiegesprek en de dossiers van de jongere wordt de behandeling volledig aangepast op zijn of haar behoeften. Daarnaast worden gedurende de behandeling regelmatig motivatiegesprekken gehouden om de motivatie van de jongeren hoog te houden. Concluderend is SoVa op Maat een behandeling die zich sterk richt op de persoonsfactoren en methoden die behandelmotivatie kunnen verhogen. Er is daarentegen weinig aandacht voor de omgevingsfactoren die motivatie beïnvloeden. De methodiek YOUTURN en de twee behandeling zijn totaal verschillend met betrekking tot het verhogen van behandelmotivatie. YOUTURN focust zich op de omgevingsfactoren en de motivatiemethoden. EQUIP richt zich daarentegen vooral op persoonsfactoren en het groepsklimaat, terwijl Sociale Vaardigheidstraining groepsklimaat buiten beschouwing laat en zich richt op de persoonsfactoren en motivatiemethoden. Iedere behandeling versterkt YOUTURN op verschillende manieren en heeft dus iets anders te bieden met betrekking tot het verhogen van behandelmotivatie in de justitiële jeugdinrichting. Conclusie en Discussie In huidige literatuurstudie stonden drie deelvragen centraal. Allereerst werd onderzocht welke persoonsfactoren en omgevingsfactoren de behandelmotivatie van jongeren in de justitiële jeugdinrichting beïnvloeden. Daarnaast werd onderzocht op welke verschillende manieren de behandelmotivatie van deze jongeren vergroot zou kunnen worden. Als laatste waren deze persoons- en omgevingsfactoren en motivatiemethoden gebruikt om te onderzoeken in welke mate YOUTURN en de behandelingen EQUIP en SoVa op Maat inspelen op behandelmotivatie. Deze deelvragen beantwoorden samen de vraag in hoeverre de behandelmotivatie in de justitiële jeugdinrichting te beïnvloeden is. De resultaten van de eerste deelvraag tonen aan dat er zowel persoons- als omgevingsfactoren bestaan die in verband gebracht kunnen worden met de behandelmotivatie in de justitiële jeugdinrichting. In het geval van persoonsfactoren valt er vooral te spreken
19 BEHANDELMOTIVATIE IN JUSTITIELE JEUGDINRICHTING 19 over gedragsmatige factoren. De onderzochte persoonskenmerken, namelijk geslacht en etniciteit, leveren geen eenduidige resultaten wat betreft het verband met behandelmotivatie in de justitiële jeugdinrichting. De gedragsmatige factoren die wel in verband staan met behandelmotivatie zijn actieve coping en een interne locus of control. Dat de gedragsmatige factoren wel duidelijke verbanden tonen, kan enerzijds mogelijk verklaard worden door de definitie van motivatie. Motivatie wordt immers gezien als een veranderbaar begrip (Deci & Ryan, 2008a; Prochaska & DiClemente, 1986). Vanuit die definitie worden de factoren die in verband kunnen staan met motivatie onderzocht. Dit zorgt ervoor dat onveranderbare eigenschappen van een persoon, zoals geslacht en etniciteit, weinig of met kleine steekproeven onderzocht worden, resulterend in onduidelijke resultaten. Anderzijds is het mogelijk dat persoonskenmerken niet in verband staan met behandelmotivatie in de justitiële jeugdinrichting, maar om dit te bevestigen zou hier meer onderzoek naar gedaan moeten worden. Naast de persoonsfactoren zijn ook de omgevingsfactoren onderzocht. Hieruit bleek een open groepsklimaat en een goede band met groepswerkers in verband te staan met een hoge behandelmotivatie. Deze factoren zijn in overeenstemming met het transtheoretisch model van Prochaska en DiClemente (1986), waarin de relatie met de therapeut en de betrokkenheid bij de behandeling als basisbeginselen voor behandelmotivatie gezien worden. Daarnaast bleek dat ouderlijke steun in verband staat met behandelmotivatie. Hieruit valt te concluderen dat er zowel binnen als buiten de inrichting omgevingsfactoren aanwezig zijn, die in verband gebracht kunnen worden met behandelmotivatie. De bevindingen van de tweede deelvraag tonen aan dat er verschillende motivatiemethoden bestaan, namelijk het ondersteunen van de autonomie, het aansluiten op de competentie van de jongere en belonen van goed gedrag. Deze drie aspecten kunnen geïmplementeerd worden door middel van motivatiegesprekken. De effectiviteit van deze motivatiemethoden zijn niet getest in de justitiële jeugdinrichting. Toch zijn ze wel
20 BEHANDELMOTIVATIE IN JUSTITIELE JEUGDINRICHTING 20 meegenomen in de analyse van YOUTURN en de behandeling EQUIP en SoVa op Maat. Immers is een verband met behandelmotivatie veelal wel getoond bij jongeren, en soms zelfs bij jongeren in behandeling voor drugs- en drankmisbruik. Deze populaties benaderen qua leeftijd en problematiek enigszins die van de jongeren in de justitiële jeugdinrichting. Tenslotte is een analyse uitgevoerd, waarin onderzocht werd of de gevonden persoonsen omgevingsfactoren en de motivatiemethoden terug te vinden zijn in de algemene methodiek YOUTURN en de behandelingen EQUIP en SoVa op Maat. Hieruit blijkt dat YOUTURN zich vooral richt op omgevingsfactoren en de motivatiemethoden. Persoonsfactoren blijven hier onderbelicht, maar deze krijgen meer aandacht in de behandelingen EQUIP en SoVa op Maat, waarmee YOUTURN veel samenwerkt. Opvallend is dat de omgevingsfactor ouders in beide behandelingen niet aan bod komt. Dit kan mogelijk verklaard worden door het feit dat in intramurale behandeling de invloed van ouders zeer klein is. Wanneer YOUTURN op juiste wijze toegepast wordt, is het contact met ouders groter. Om alle factoren en motivatiemethoden te belichten in de justitiële jeugdinrichting, moet YOUTURN dus goed toegepast worden. Helaas blijkt dit in de praktijk niet altijd zo te werken. Uit de procesevaluatie van YOUTURN (Hendriksen-Favier et al., 2010) blijkt dat de meeste onderdelen niet juist ingezet worden. Met name de screeningsinstrumenten, waaronder het meten van motivatie in de eerste fase, wordt niet goed geïmplementeerd. Ook het contact met ouders is beperkt. Daarnaast is het van belang dat YOUTURN de beschikbare behandelingen inzet. EQUIP wordt in de praktijk vrijwel altijd toegepast, maar voor SoVa op Maat geldt dit niet (Hendriksen-Favier et al., 2010). Toch zou de toevoeging van SoVa op Maat de aandacht voor persoonsfactoren vergroten, en daarmee mogelijk de behandelmotivatie verhogen. Om de toepassing van YOUTURN te verbeteren, is het van belang dat de groepswerkers en mentoren hiervoor getraind zijn en begeleid worden. Een goede toepassing van YOUTURN kan mogelijk zorgen voor een hogere behandelmotivatie.
21 BEHANDELMOTIVATIE IN JUSTITIELE JEUGDINRICHTING 21 De beperkingen van dit onderzoek liggen voornamelijk bij de hoeveelheid beschikbare onderzoeken naar de factoren die in verband staan met behandelmotivatie in de justitiële jeugdinrichting. Omdat behandelmotivatie nog een vrij nieuw onderwerp is (Van Binsbergen, 2008), zijn er geen longitudinale onderzoeken of meta-analyses beschikbaar. Door middel van meta-analyses zal er meer duidelijkheid kunnen ontstaan over het verband tussen persoonskenmerken, zoals geslacht en etniciteit, en behandelmotivatie. Longitudinaal onderzoek naar de gevonden factoren kan de richting van het verband aanduiden (Singer & Willett, 2003). Het is nu bijvoorbeeld nog onduidelijk of een goede relatie met de groepswerkers de behandelmotivatie vergroot, of een hoge behandelmotivatie zorgt voor een betere relatie met groepswerkers. Dit geldt ook met betrekking tot de motivatiemethoden. Daarbij is het van belang dat toekomstig onderzoek zich richt op de effectiviteit van motivatiemethoden in de justitiële jeugdinrichting. Mogelijk werken deze motivatiemethoden niet, of hebben ze juist een negatief en schadelijk effect op de behandelmotivatie van de jongeren (Dekovic, 2010). Ondanks de beperkingen van dit onderzoek, is er een zekere mate van maatschappelijke relevantie. Het onderzoek toont aan dat behandelmotivatie in de justitiële jeugdinrichting zeker beïnvloedbaar is. Bovendien zijn er duidelijke factoren die invloed blijken te hebben op behandelmotivatie, waar in de algemene methodiek YOUTURN geen aandacht aan wordt besteed. Dit zijn bijvoorbeeld actieve coping en interne locus of control. Hoewel deze factoren wel in EQUIP en SoVa op Maat terug komen, is het verstandig ze ofwel te implementeren in YOUTURN, omdat deze methodiek de basis voor behandeling vormt en in alle justitiële jeugdinrichtingen ingezet wordt, ofwel te zorgen voor een strakkere samenwerking tussen YOUTURN en de behandelingen. Daarnaast wordt het belang van screening in de justitiële jeugdinrichting onderstreept. Motivatie verschilt immers per persoon. Wanneer jongeren in de eerste weken van hun verblijf gescreend worden op
22 BEHANDELMOTIVATIE IN JUSTITIELE JEUGDINRICHTING 22 motivatie, kunnen YOUTURN en eventuele behandeling op maat gemaakt worden en daarmee beter aansluiten op de behoeften van de jongeren. Jongeren die al gemotiveerd zijn, hebben geen baat bij motivatiegesprekken, terwijl hier bij jongeren die zeer ongemotiveerd zijn juist extra aandacht voor moet zijn. Deze verbeterpunten moeten hoog op de agenda van de ontwikkelaars en groepswerkers staan, om de behandelmotivatie en daarmee mogelijk de effectiviteit van de behandeling te vergroten.
23 BEHANDELMOTIVATIE IN JUSTITIELE JEUGDINRICHTING 23 Referenties Alarid, L. F., Montemayor, C. D., & Dannhaus, S. (2012). The effect of parental support on juvenile drug court completion and postprogram recidivism. Youth Violence and Juvenile Justice, 10(4), doi: / Battjes, R. J., Gordon, M. S., O Grady, K. E., & Kinlock, T. W. (2004). Predicting retention of adolescents in substance abuse treatment. Addictive Behaviors, 29(5), doi: /j.addbeh Bauer, S., Strik, W., & Moggi, F. (2014). Motivation as a predictor of drinking outcomes after residential treatment programs for alcohol dependency. Journal of Addiction Medicine, 8(2), ). doi: /adm Binsbergen, M. van (2008). Motivatie voor behandeling in de intramurale justitiële jeugdzorg. In I. Weijers (Ed.), Justitiële interventies: Voor jeugdige daders en risicojongeren (pp ). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. Binsbergen, M. van, Knorth, E. J., Klomp, M., & Meulman, J. J. (2001). Motivatie voor behandeling bij jongeren met ernstige gedragsproblemen in de intramurale justitiële jeugdzorg. Kind en Adolescent, 22, Boendermaker, L. (2008). De justitiële jeugdinrichting. In I. Weijers (Ed.), Justitiële interventies: Voor jeugdige daders en risicojongeren (pp 57-80). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. Breda, C. S., & Riemer, M. (2012). Motivation for youth s treatment scale (MYTS): A new tool for measuring motivation among youths and their caregivers. Administration and Policy in Mental Health and Mental Health Services Research, 39(1), doi: /s x
24 BEHANDELMOTIVATIE IN JUSTITIELE JEUGDINRICHTING 24 Cameron, J., Pierce, W. D., Banko, K. M., & Gear, M. (2005). Achievement-based rewards and intrinsic motivation: A test of cognitive mediators. Journal of Educational Psychology, 97(4), doi: / Deci, E. L., & Ryan, R. M. (2008). Facilitating optimal motivation and psychological wellbeing across life s domains. Canadian Psychology, 49(1), doi: / Deci, E. L., & Ryan, R. M. (2008). Self-determination theory: A macrotheory of human motivation, development, and health. Canadian Psychology, 49(3), doi: /a Deci, E. L., Schwartz, A. J., Sheinman, L., & Ryan, R. M. (1981). An instrument to assess adults orientations toward control versus autonomy with children: Reflections on intrinsic motivation and perceiverd competence. Journal of Educational Psychology, 73, Dekovic, M., Effecten van interventies: Baat het niet, dan schaadt het niet? Kind en Adolescent, 31(2), DiClemente, C. C., & Velasquez M. M. (2002). Motivational interviewing and the stages of change. In W. R. Miller & S. Rollnick (Eds.), Motivation interviewing: preparing people for change (pp ). New York: The Guilford Press. Elling, M. W. (2009). Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving EQUIP. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Verkregen via Englebrecht, C., Peterson, D., Scherer, A., & Naccarato, T. (2007). It s not my fault : Acceptance of responsibility as a component of engagement in juvenile residential treatment. Children and Youth Services Review, 30, doi: /j.childyouth
25 BEHANDELMOTIVATIE IN JUSTITIELE JEUGDINRICHTING 25 Functionele Gezinstherapie Functional Family Therapy (FFT) (z.j.). Opgehaald van Therapy-(FFT) Hallahan, D. P., Lloyd, J. W., Kauffman, J. M., Weiss, M. P., & Martinez, E. A. (2005). Learning disabilities. Foundations, characteristics, and effective teaching. Boston, MA: Ally and Bacon. Helm, P. van der, Beunk, L., Stams, G. J., & Laan, P van der (2014). The relationship between detention length, living group climate, coping, and treatment motivation among juvenile delinquents in a youth correctional facility. The Prison Journal, 94, doi: / Helm, P. van der, Klapwijk, M., Stams, G. J., & Laan, P. van der (2009). What works for juvenile prisoners: the role of group climate in a youth prison. Journal of Children s Services, 4(2), Hendriksen-Favier, A., Place, C., & Wezep, M. van (2010). Procesevaluatie van YOUTURN: Instroomprogramma en stabalisatie- en motivatieperiode. Fasen 1 en 2 van de basismethodiek in justitiële jeugdinrichtingen. Utrecht: Trimbos-Instituut. Hoogsteder, L. M. (2008). Theoretische handleiding Sociale Vaardigheidstraining op Maat. Den Helder: R.I.J. De Doggershoek. Gibbs, J. C., Potter, G. B., & Goldstein, A. P. (1995). The EQUIP program: Teaching youth to think and act responsibly through a peer-helping approach. Champaign, IL: Research Press. Kruijs, E. M. J. (2008). Sekse, behandelmotivatie en denkfouten: Een onderzoek naar de invloed van sekse en behandelmotivatie op de effectiviteit van Equip. Masterthesis. Universiteit Utrecht.
26 BEHANDELMOTIVATIE IN JUSTITIELE JEUGDINRICHTING 26 Larson, R. W., & Rusk, N. (2011). Intrinsic motivation and positive development. Advances in Child Development, 41, doi: /b Menger, A., & Krechtig, L. (2008). Motiveren in het kader van de jeugdreclassering. In I. Weijers (Ed.), Justitiële interventies: Voor jeugdige daders en risicojongeren (pp ). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. Nederof, E. M. D. (2014). Interpretatie van behandelmotivatie in de justitiële jeugdinrichting. Masterthesis. Universiteit van Amsterdam. Page, G. L., & Scalora, M. J. (2004). The utility of locus of control for assessing juvenile amenability to treatment. Aggression and Violent Behavior, 9, doi: /S (03) Panuccio, E. A., Christion, J., Martinez, D. J., & Sullivan, M. L. (2012). Social support, motivation, and the process of juvenile re-entry: An exploratory analysis of desistance. Journal of Offender Rehabilitation, 51(3), doi: / Parhar, K. K., Wormith, J. S., Derkzen, D. M., & Beauregard, A. M. (2008). Offender coercion in treatment: A meta-analysis of effectiveness. Criminal Justice and Behavior, 35(9), doi: / Pierce, W. D., Cameron, J., Banko, K. M., & So, S. (2003). Positive effects of rewards and performance standards on intrinsic motivation. Psychological Record, 53(4), Verkregen via Prochaska, J. O., & DiClemente, C. C. (1986). Towards a comprehensive model of change. In W. R. Miller & N. Hether (Eds.), Treating addictive behaviours (pp 3-27). New York: Plenum Press.
27 BEHANDELMOTIVATIE IN JUSTITIELE JEUGDINRICHTING 27 Prochaska, J. O., Redding, C. A., & Evers, K. E. (2008). The transtheoretical model and stages of change. In K. Glanz, B. K. Rimer, & K. Viswanath (Eds.), Health Education: Theory, research and practice (pp ). San Fransisco: Jossey-Bass. Rigter, H., & Liddle, H. (2011). MDFT theoretische handleiding. MDFT Academie. Rubak, S., Sandbaek, A., Lauritzen, T., & Christensen, B. (2005) Motivational interviewing: A systematic review and meta-analysis. British Journal of General Practice, 55(513), Verkregen via Shernoff, D. J., Csikszentmihalyi, M., Schneider, B., & Shernoff, E. S (2003). Student engagement in high school classrooms from the perspective of flow theory. School Psychology Quarterly, 18(2), doi: /scpq Singer, J. D., & Willett, J. B. (2003). Applied longitudinal data analysis: Modeling change and event occurance. New York: Oxford University Press. Stams, M. A. van, Schuur, W. A. van der, Tserkezis, S., Vugt, E. S. van, Asscher, J. J., Gibbs, J. C., & Stams, G. J. J. M. (2013). The effectiveness of EQUIP on sociomoral development and recidivm reduction: A meta-analtic study. Children and Youth Services Review, 38, doi: /j.childyouth Strijbosch, E. L. L., Helm, G. H. P. van der, Brandenburg, M. E. T. van, Mecking, M., Wissink, I. B., & Stams, G. J. J. M. (2013). Children in residential care: Development and validation of a group climate instrument. Research on Social Work Practice, 24, doi: / Stuurgroep YOUTURN (2009). YOUTURN: Basishandleiding. Den Haag: DJI. Valstar, H., & Afman, Th. (2013). JJI in getal: Dienst Justitiële Inrichtingen: Ministerie van Veiligheid en Justitie.
28 BEHANDELMOTIVATIE IN JUSTITIELE JEUGDINRICHTING 28 Verdonck, E., & Jaspaert, E. (2009). Motivatie voor gedragsinterventies bij jeugdige justitiabelen. Leuven: Leuvens Instituut voor Criminologie, Katholieke Universiteit Leuven. Vorrath, H. H., & Brendtro, L. K. (1985). Positive peer culture. Hawnthorne, NY: Aldine Wade, T. D., Frayne, A., Edwards, S. A., Robertson, T., & Gilchrist, P. (2009). Motivational change in an inpatient anorexia nervosa population and implications for treatment. Australian & New Zealand Journal of Psychiatry, 43(3), doi: / Wartna, B. S. J., Tollenaar, N., Blom, M., Verweij, S., Alberda, D. L., Essers, A. A. M. (2012). Recidivebericht 2012: Landelijke cijfers met betrekking tot de strafrechtelijke recidive van justitiabelen uit de periode Den Haag: WOCD. Way, L. (2011). Beïnvloeding van jeugdige delinquenten: De relatie tussen locus of control, behandelmotivatie en copingvaardigheden in gesloten en open residentiële jeugdzorginstellingen in Nederland. Masterthesis. Universiteit van Amsterdam. Wei, C. C., Heckman, B. D., Gay, J., & Weeks, J. (2011). Correlates of motivation to change in adolescents completing residential substance use treatment. Journal of Substance Abuse Treatment, 40, doi: /j.jsat Williams, G. C., Hedberg, V. A., Cox, E. M., & Deci, E. L. (2006). Extrinsic life goals and health-risk behaviors in adolescents. Journal of Applied Social Psychology, 30(8), doi: /j tb02466.x
Vragenlijst Behandelmotivatie voor Adolescenten
Vragenlijst Behandelmotivatie voor Adolescenten ATMQ: Adolescent Treatment Motivation Questionnaire Handleiding April 2017 Auteurs: Peer van der Helm (Hogeschool Leiden) Thijs de Jongh (Universiteit van
Nadere informatieMotivatiedeficit, onmacht of een dubbeltje op zijn kant?
Motivatiedeficit, onmacht of een dubbeltje op zijn kant? Herstel en re-integratie bij afhankelijkheid Charlotte Vanovenberghe CM KULeuven 30% Intrinsiek extrinsiek Autonomie Relationele verbondenheid
Nadere informatieFysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50
De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/45808 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Bosma, A.Q. Title: Targeting recidivism : an evaluation study into the functioning
Nadere informatieDe Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit.
Running head: Desistance van Criminaliteit. 1 De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van Criminaliteit. The Influence of Personal Goals and Financial Prospects
Nadere informatieBeïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?
Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety
Nadere informatieGEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG
GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG Effectiviteit Geef me de 5-methodiek in zorginstelling JP van den Bent In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit
Nadere informatie(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1
(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological
Nadere informatieDe Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.
RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede
Nadere informatieDe Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering
De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent
Nadere informatieDUURZAME IMPLEMENTATIE: DAT WERKT! Leonieke Boendermaker Lectoraat Implementatie in de Jeugdzorg
DUURZAME IMPLEMENTATIE: DAT WERKT! Leonieke Boendermaker Lectoraat Implementatie in de Jeugdzorg 1 Modules & zorgprogramma s Vraaggericht Kwaliteit Effectiviteit Evidence based werken Professionalisering
Nadere informatiePauline Goense, 7 november Implementatie
Pauline Goense, 7 november 2017 Implementatie Innovatie en consolidatie Zorgveld is erg goed in innovatie Echter: weinig aandacht voor consolidatie The better the implementation, the better the results:
Nadere informatieInterventies voor jji en jeugdzorgplus. Leonieke Boendermaker
Interventies voor jji en jeugdzorgplus Leonieke Boendermaker 20 mei 2009 Evident? 1. Problemen doelgroep 2. Interventies die leiden tot vermindering problemen 3. Noodzaak goede implementatie 2 Om wat voor
Nadere informatieSummary 124
Summary Summary 124 Summary Summary Corporate social responsibility and current legislation encourage the employment of people with disabilities in inclusive organizations. However, people with disabilities
Nadere informatieKind aan het woord. 21 april Marjon ten Velden MSc OT. Opleiding Ergotherapie Faculteit Gezondheid HvA
Kind aan het woord 21 april 2016 Marjon ten Velden MSc OT Opleiding Ergotherapie Faculteit Gezondheid HvA 1 Luisteren naar Kinderen..zorgt voor succesvolle interventies hoe vaak bepaalt het kind de interventiedoelen?
Nadere informatieVerschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten
Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents
Nadere informatieValorisatieverslag. Master thesis Onderwijswetenschappen
Valorisatieverslag Master thesis Onderwijswetenschappen 2017-2018 Student: Marianne den Hertog Studentnummer: 4159616 Datum: 25-06-2018 Lesgeven aan (hoog)begaafde leerlingen in de reguliere klas Hoe kunnen
Nadere informatiebij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven
Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form
Nadere informatieVoorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel
Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,
Nadere informatieFactsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht
Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht Met de Jeugdwet komt de verantwoordelijkheid voor de jeugdreclassering en de jeugdhulp 1 bij de gemeenten te liggen. Jeugdreclassering
Nadere informatieKeeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit
Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Dutch summary De financiële en maatschappelijke kosten van jeugdcriminaliteit zijn
Nadere informatieSekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar
Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6
Nadere informatie"Ik heb wat nieuws geleerd en ik kan dat overal doen! De nieuwste inzichten rondom transfer van leren
"Ik heb wat nieuws geleerd en ik kan dat overal doen! De nieuwste inzichten rondom transfer van leren Kansen voor Kinderen 20 mei 2019 Jolien van den Houten Rianne Jansens Zuyd Hogeschool, CO-OP Academy
Nadere informatieCOGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS
COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking
Nadere informatieOuderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit
1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan
Nadere informatieChild Safety Now. Towards Effective Case Management for Families in Child Protection and Youth Parole Services I. Busschers
Child Safety Now. Towards Effective Case Management for Families in Child Protection and Youth Parole Services I. Busschers Samenvatting Dit proefschrift gaat over casemanagement van gezinnen binnen jeugdbescherming
Nadere informatieMethodiek EQUIP Kòrsou
De methodiek wordt in het Papiaments, Nederlands en Engels aangeboden. Naast het geven van onderwijs hebben scholen ook een opvoedende rol. Een zware taak in deze maatschappij, waar hoge eisen worden gesteld
Nadere informatiePositieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen
Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic
Nadere informatieKaren J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon
Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety
Nadere informatieMotivatie van leerlingen Motivationeel leerklimaat
Gwen Weeldenburg test Test Motivatie van leerlingen Motivationeel leerklimaat Onderwijs is gericht op het leren van leerlingen te optimaliseren door het leren te richten en met name te faciliteren Beoordelen
Nadere informatiewaardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.
amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum
Nadere informatieHoe autonomie-ondersteunend werkt een docent binnen honoursonderwijs? Tineke Kingma Elanor Kamans Marjolein Heijne-Penninga Marca Wolfensberger
Hoe autonomie-ondersteunend werkt een docent binnen Tineke Kingma Elanor Kamans Marjolein Heijne-Penninga Marca Wolfensberger Fellow onderzoeker Adviseur en coördinator 2 Opzet onderzoekspresentatie 1.
Nadere informatieProefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting
Proefschrift Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems Merel Griffith - Lendering Samenvatting Het gebruik van cannabis is gerelateerd aan een breed scala van psychische problemen, waaronder
Nadere informatieGOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out
GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1 Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out The effect of Goal-striving Reasons and Personality on facets of Burn-out
Nadere informatieHOOFDSTUK 7. SAMENVATTING & DISCUSSIE
HOOFDSTUK 7. SAMENVATTING & DISCUSSIE Inleiding Dit proefschrift staat in het teken van de professionaliteit van de jeugdzorgwerker in de Provinciale residentiële Jeugdzorg, de Justitiële residentiële
Nadere informatieDe (mogelijke) rol van LO in het stimuleren van fysieke activiteit
De (mogelijke) rol van LO in het stimuleren van fysieke activiteit Een beknopt overzicht van studies Menno Slingerland Lars Borghouts Matthijs Hesselink Lichamelijke Opvoeding als aspirine? Claims voor
Nadere informatieRelatie tussen Appreciative Inquiry en Autonome Motivatie Verklaard door Psychologische. Basisbehoeften en gemodereerd door Autonomieondersteuning
Relatie tussen Appreciative Inquiry en Autonome Motivatie Verklaard door Psychologische Basisbehoeften en gemodereerd door Autonomieondersteuning The Relationship between Appreciative Inquiry and Autonomous
Nadere informatieOuderlijke betrokkenheid en het welzijn van kinderen
Pagina 1 / 17 Ouderlijke betrokkenheid en het welzijn van kinderen Als kinderen meer ouderlijke betrokkenheid ervaren en een betere band met hun ouders hebben, is de kans kleiner dat zij gedragsproblemen
Nadere informatieRunning head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op
Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1 De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Contingente Zelfwaardering en Depressieve Klachten. Tammasine Netteb Open
Nadere informatiePreventie van middelengebruik in een ontwikkelingsperspectief. Simone Onrust
Preventie van middelengebruik in een ontwikkelingsperspectief Simone Onrust Wat werkt op welke leeftijd? Grootschalige literatuurstudie (288 schoolprogramma s) Effecten middelenpreventie op school per
Nadere informatieVOORBEELD. Uw lesobservatie en de leerlingvragenlijst. Naam docent: Lerarenopleiding Rijksuniversiteit Groningen
Uw lesobservatie en de leerlingvragenlijst Een terugkoppeling ten behoeve van uw professionele ontwikkeling Naam docent: VOORBEELD Lerarenopleiding Rijksuniversiteit Groningen juli 2016 Inhoudsopgave Inleiding...
Nadere informatieZelfsturend leren met een puberbrein
Zelfsturend leren met een puberbrein Jacqueline Saalmink In het hedendaagse voortgezet onderwijs wordt een groot beroep gedaan op zelfsturend leren. Leerlingen moeten hiervoor beschikken over vaardigheden
Nadere informatieDe Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior
De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:
Nadere informatieRelatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.
Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie
Nadere informatieJoTondeur (VUB), Koen Aesaert & Johan van Braak (UGent)
JoTondeur (VUB), Koen Aesaert & Johan van Braak (UGent) Inhoud Context en theorie ICT-competenties studentleraren Strategieën lerarenopleiding (SQD) Probleemstelling Methode Survey Multilevel analyse Resultaten
Nadere informatieDutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae
Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van
Nadere informatieDe Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS
Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering
Nadere informatieMINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1. Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden
MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1 Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden Mindful (well)being? The mediating role of the self
Nadere informatieInhoud. Deel I Ervaringen uit de praktijk
Inhoud Deel I Ervaringen uit de praktijk Hoofdstuk 1 Inleiding: wat werkt? 15 Deel I Ervaringen uit de praktijk 18 Deel II Reflecties op de praktijk 19 Deel III Het leefklimaat op de groep 20 Vragen voor
Nadere informatieZelfregulatie, de kern van LO2
Zelfregulatie, de kern van LO2 Communiceren en samenwerken Florieke Mulders, M. SEN Docent COW en B&M aan Fontys Sporthogeschool F.mulders@fontys.nl Bewegen en regelen Regeleringstaken: Examenprogramma
Nadere informatieVan Transtheoretisch Model naar de klinische praktijk
Van Transtheoretisch Model naar de klinische praktijk Cor A.J. de Jong, MD, PhD Nijmegen Institute for Scientist-Practitioners in Addiction NISPA nispa.dejong@gmail.com www.nispa.nl Maastricht 9 april
Nadere informatieThe Whole is More. A Contextual Perspective on Attitudes and Reactions of Staff towards Aggressive Behaviour of Clients with ID in Residential
The Whole is More. A Contextual Perspective on Attitudes and Reactions of Staff towards Aggressive Behaviour of Clients with ID in Residential Institutions M.H. Knotter Samenvatting Het onderzoek in dit
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra
Nadere informatieVerklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of
Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:
Nadere informatieInterventie Grip op Agressie
Interventie Grip op Agressie 1 Erkenning Erkend door deelcommissie Justitiële interventies Datum: december 2012 Oordeel: Goed onderbouwd De referentie naar dit document is: Hilde Niehoff (2012). Justitieleinterventies.nl:
Nadere informatieSamen gezinsrelaties verbeteren. Relationele gezinstherapie
Samen gezinsrelaties verbeteren. Relationele gezinstherapie Beschadigd en wantrouwend. Relationele gezinstherapie Relationele gezinstherapie probeert relaties binnen het gezin te verbeteren. De systeemgerichte
Nadere informatieRunning head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende
Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Problematiek: De Mediërende Invloed van de Ouder-Therapeut Alliantie
Nadere informatieHartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken
1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:
Nadere informatieWeerzin tegen lezen of weer zin om te lezen?
Weerzin tegen lezen of weer zin om te lezen? Roel van Steensel Vrije Universiteit Amsterdam Erasmus Universiteit Rotterdam Deze lezing Waar komt de motivatie om te lezen vandaan? Hoe hangt motivatie samen
Nadere informatieEen evidence based jeugddelinquentierecht What s in a name?
Een evidence based jeugddelinquentierecht What s in a name? Stefaan Pleysier Leuvens Instituut voor Criminologie (LINC) Faculteit Rechtsgeleerdheid, KU Leuven Inhoud Wat voorafging Krachtlijnen van nieuw
Nadere informatieImplementatie Projectleidersbijeenkomst Vroege Opsporing. Fleur Boulogne / Adviseur implementatie ZonMw
Implementatie Projectleidersbijeenkomst Vroege Opsporing Fleur Boulogne / Adviseur implementatie ZonMw Definitie van implementatie Implementatie verwijst naar een reeks geplande, bewuste activiteiten die
Nadere informatieNational publications: Van der Helm, G. H. P. (2000). Benchmarkresultaten: kwaliteitsverbetering door schaalvergroting? Sociaal Bestek, 12, 11-15.
Publications and contributions Peer van der Helm National publications: Van der Helm, G. H. P. (2000). Benchmarkresultaten: kwaliteitsverbetering door schaalvergroting? Sociaal Bestek, 12, 11-15. Van der
Nadere informatieUp2U: een behandelmodule voor blijvende gedragsverandering
1 Up2U: een behandelmodule voor blijvende gedragsverandering bij jongeren NJI congres - 13 maart 2017 Annemiek Harder / a.t.harder@rug.nl ZonMw project Een betere basis 2 1. Wat is Up2U? Een behandelmodule:
Nadere informatieLichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers
Nadere informatieDe Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie
De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support
Nadere informatieFidelity of a Strengths-based method for Homeless Youth
Fidelity of a Strengths-based method for Homeless Youth Manon krabbenborg, Sandra Boersma, Marielle Beijersbergen & Judith Wolf s.boersma@elg.umcn.nl Homeless youth in the Netherlands Latest estimate:
Nadere informatieToespraak DGPJS tgv installatie Erkenningscommissie Gedragsinterventies op , Sociëteit De Witte, te Den Haag
Toespraak DGPJS tgv installatie Erkenningscommissie Gedragsinterventies op 30-8-2005, Sociëteit De Witte, te Den Haag Dames en heren, De Minister zei het al: de recidivecijfers zijn zorgwekkend. Van de
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28630 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Haan, Anna Marte de Title: Ethnic minority youth in youth mental health care :
Nadere informatieSLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het
SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het modererend effect van coping Cyberbullying: the implications
Nadere informatieInvloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders
Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy
Nadere informatieMentaal Weerbaar Blauw
Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.
Nadere informatieKwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing
Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing Quality of Life and Depressive Symptoms of People with Multiple Sclerosis:
Nadere informatiePublicaties en bijdragen P. van der Helm:
Publicaties en bijdragen P. van der Helm: Nationaal: Helm, G.H.P. van der (2000). Benchmarkresultaten: kwaliteitsverbetering door schaalvergroting? Sociaal Bestek, 12, 11-15 Helm. G.H.P. van der (2001).
Nadere informatieWelke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling?
Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling? Which Factors are associated with Quality of Life after Cancer Treatment? Mieke de Klein Naam student: A.M.C.H. de Klein Studentnummer:
Nadere informatieCitation for published version (APA): van der Put, C. E. (2011). Risk and needs assessment for juvenile delinquents
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Risk and needs assessment for juvenile delinquents van der Put, C.E. Link to publication Citation for published version (APA): van der Put, C. E. (2011). Risk and
Nadere informatieEen praktijkreviewstudie naar het motiveren van leerlingen met verschillende prestatieniveaus en sociale en etnische achtergrond
Een praktijkreviewstudie naar het motiveren van leerlingen met verschillende prestatieniveaus en sociale en etnische achtergrond Ineke van der Veen, Desirée Weijers, Liselotte Dikkers, Lisette Hornstra
Nadere informatieOrganisaties. Onderzoeksvraag Wat werkt? 3 aandachtsgebieden. Wat werkt? 3 aandachtsgebieden. Wat werkt? 3 aandachtsgebieden
Organisaties Symposiumleider: Carlo Schuengel Focus op Onderzoek 2 december 2011 Marja Hodes, Marieke Meppelder, Jos de Kimpe, Carlijn Nieuwenhuis, Sabina Kef, Cees Janssen, Lieneke Claassens, Elleke Lemmers,
Nadere informatieGeslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive
1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:
Nadere informatieDe Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen
De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider
Nadere informatieIntrapersonal factors, social context and health-related behavior in adolescence Veselska, Zuzana
University of Groningen Intrapersonal factors, social context and health-related behavior in adolescence Veselska, Zuzana IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's
Nadere informatieGeheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement
Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties Grace Ghafoer Memory strategies, learning styles and memory achievement Eerste begeleider: dr. W. Waterink Tweede begeleider: dr. S. van Hooren
Nadere informatieAgressiebehandeling in de forensische kinder- en jeugdpsychiatrie
Agressiebehandeling in de forensische kinder- en jeugdpsychiatrie Prof. dr. Chijs van Nieuwenhuizen GGzE centrum kinder- en jeugd psychiatrie Universiteit van Tilburg, Tranzo http://www.youtube.com/watch?list=pl9efc
Nadere informatieGeaccepteerd voorstel Onderwijs Research Dagen 28, 29 en 30 juni 2017 te Antwerpen
Geaccepteerd voorstel Onderwijs Research Dagen 8, 9 en 0 juni 017 te Antwerpen Melline Huiskamp (Iselinge Hogeschool), Emmy Vrieling (Open Universiteit) en Iwan Wopereis (Open Universiteit) Titel: Waardevol
Nadere informatieAan de slag! Wat is er nodig in de jji s?
Aan de slag! Wat is er nodig in de jji s? Leonieke Boendermaker / expertisecentrum jeugdzorg Utrecht, 8-6-2006 NIZW Jeugd Doel jeugdstrafrecht Vergelden én voorkomen Schuld als maatstaf voor straf (vergelding)
Nadere informatieDe invloed van het leefklimaat op de motivatie voor behandeling. binnen de residentiële jeugdzorg
De invloed van het leefklimaat op de motivatie voor behandeling binnen de residentiële jeugdzorg Masterscriptie Orthopedagogiek, Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen, Forensische orthopedagogiek,
Nadere informatiePrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen
Effectiviteit kortdurende behandeling PrOP model 1 PrOP Tussen Je Oren Effectiviteit van een Kortdurende Psychologische Behandeling bij Kinderen en Jongeren gebaseerd op het PrOP-model Effectiveness of
Nadere informatieDe Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria
De Invloed van Religieuze Coping op Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria Ria de Bruin van der Knaap Open Universiteit Naam student:
Nadere informatieAfname van het beroep op de (gespecialiseerde) zorg voor jeugd; de goede vraag?
Afname van het beroep op de (gespecialiseerde) zorg voor jeugd; de goede vraag? Erik J. Knorth Hoogleraar Orthopedagogiek/Jeugdzorg RUG Co-projectleider Academische Werkplaats C4Youth ZonMw Werkconferentie
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20683 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Griffith-Lendering, Merel Frederique Heleen Title: Cannabis use, cognitive functioning
Nadere informatieMASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE
FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Graduate School of Childhood Development and Education MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE 2016-2017 De beïnvloeding van tijdoriëntatie, timemanagement en
Nadere informatiePesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.
Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary
Nadere informatieMindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs
Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Door: Joshi Verschuren, Universiteit Utrecht Vele basisscholen besteden tegenwoordig aandacht aan de mindset van
Nadere informatieFor Love or Money? Vrijwilligers motiveren op lange termijn
For Love or Money? Vrijwilligers motiveren op lange termijn Dr. Jemima Bidee Ontbijtsessies CJP/BILL, 2014 12-12-2014 pag. 1 Intro 12-12-2014 pag. 2 Intro Koecomfort: technologie, benadering Individuele
Nadere informatieMotiveren. Kees Mos SJI/MDFT Academy Europe Palmhuis, Den Haag FC Teylingereind, Sassenheim. VGCt-congres 15 November 2013
Motiveren Kees Mos SJI/MDFT Academy Europe Palmhuis, Den Haag FC Teylingereind, Sassenheim VGCt-congres 15 November 2013 Motivatie belangrijke factor voor gedragsverandering gebrekkige motivatie is knelpunt
Nadere informatieWat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?
De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve
Nadere informatieSamenvatting en conclusies
Samenvatting en conclusies Plan- en procesevaluatie van de scholing van gevangenispersoneel in Verbal Judo Het onderzoek Verbal Judo (Thompson, 1984) is een methode waarbij mensen anderen op een kalme
Nadere informatieInterventies die werken
Interventies die werken Leonieke Boendermaker 20 januari 2009 themadossiers 2 1 Inhoud 1. Wat werkt? wat werkt bij gedragsstoornissen/delicten Wat werkt niet 2. Erkenningen Cie. Min.Justitie Jeugdinterventies
Nadere informatieInterventie aan de keukentafel
Interventie aan de keukentafel Gezinsgerichte interventie voor kinderen en jongeren met NAH Ingrid Rentinck Inleiding Initiatiefnemers van project: Ingrid Rentinck Arend de Kloet Carolien van Heugten Opzet
Nadere informatieLogopedie in het cluster 2 onderwijs
Logopedie in het cluster 2 onderwijs mw. E. Cox MA (NVLF) mw. E. Kunst-Verberne (NVLF) mw. M. Schulte (NVLF) dhr. R. Nannes (NVLF) 2 Aanleiding position statement Dit position statement gaat over de logopedische
Nadere informatie