Voorts voorziet het wetsvoorstel ook in enkele wijzigingen van de Wet openbare

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voorts voorziet het wetsvoorstel ook in enkele wijzigingen van de Wet openbare"

Transcriptie

1 33691 Wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet, de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Waterschapswet (institutionele bepalingen) Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN DEEL 1. Inleiding Het onderhavige wetsvoorstel bevat allereerst een aantal wijzigingen in de Gemeentewet en de Provinciewet. Voor het merendeel betreffen deze voorstellen institutionele bepalingen van het decentrale bestuur. De voorstellen vloeien voort uit beleidsbrieven aan de Tweede Kamer. Als eerste komen hieronder aan de orde de wijzigingen die verband houden met de Staat van de dualisering (paragraaf 2). 1 Vervolgens zal worden ingegaan op de wijzigingen in de procedure bij benoeming en herbenoeming van burgemeesters (paragraaf 3). Deze zijn aangekondigd in de brief aan de Tweede Kamer van 19 augustus Paragraaf 4 handelt over bestuurlijke integriteit en bestuurlijke crises. Over de rol van de burgemeester en de commissaris van de Koning in dat verband zij verwezen naar de brief aan de Tweede Kamer van 21 april In paragraaf 5 worden de wijzigingen besproken die verband houden met de commissaris van de Koning als rijksorgaan. Aanleiding hiervoor is het kabinetsstandpunt van 9 juni 2009 op het aan de Raad voor het openbaar bestuur gevraagde advies over de commissaris van de Koning als rijksorgaan. 4 In paragraaf 6 wordt het voorstel besproken dat in het kabinetsstandpunt van 24 april 2008 is aangekondigd betreffende de privaatrechtelijke taakbehartiging door decentrale overheden. 5 Het wetsvoorstel is ter consultatie voorgelegd aan de VNG, het IPO, het NGB en de Kring van commissarissen van de Koningin. Paragraaf 7 behandelt deze adviezen. Omwille van de leesbaarheid zal doorgaans worden gesproken vanuit het gemeentelijk perspectief. De voorgestelde wijzigingen betreffen echter meestal ook de Provinciewet. Voorts voorziet het wetsvoorstel ook in enkele wijzigingen van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (WolBES). De Gemeentewet is immers het uitgangspunt voor die wet. Daarom wordt bij een wijziging van de Gemeentewet steeds bezien of ook de WolBES wijziging behoeft. Paragraaf 8 besteedt aandacht aan deze wijzigingen en de consultatie van de openbare lichamen en de Rijksvertegenwoordiger. Ten slotte worden ook enkele 1 Kamerstukken II 2008/09, , nr. 15 herdruk. 2 Kamerstukken II 2008/09, VII, nr Kamerstukken II 2010/11, VII, nr Kamerstukken II 2008/09, VII, nr Kamerstukken II 2007/08, , nr. 72.

2 bepalingen overgenomen in de Waterschapswet. Deze worden behandeld in paragraaf Gemeenteraad en college 2.1 Staat van de dualisering Voor een goed bestuur van de gemeente is het van belang dat er een evenwichtige verhouding is tussen de gemeenteraad en het college van B&W, waarbij uiteraard de politieke eindverantwoordelijkheid bij de raad berust. In de Staat van de dualisering zijn in dit verband enkele voorstellen ter verdere verbetering gedaan. Naar aanleiding van het Algemeen Overleg met de Tweede Kamer op 12 maart heeft de regering afgezien van het wettelijk regelen van een presidium. Daaraan bleek geen behoefte. Het blijft aan de raad om hier op lokaal niveau invulling aan te geven. Taak en samenstelling van een presidium (of andere vormen van overleg) behoeven niet door de wetgever geregeld te worden. Voorts heeft de regering afgezien van het schrappen van de voorhangprocedure opgenomen in artikel 169, vierde lid, Gemeentewet. Gehandhaafd blijft dus dat het college vooraf aan de raad inlichtingen geeft over de uitoefening van de bevoegdheden, genoemd in artikel 160, eerste lid, onder e, f, g en h, Gemeentewet, indien de raad daarom verzoekt of indien de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente. Ten slotte blijft ook de verplichting tot periodieke beleidsevaluatie in stand (artikel 213a Gemeentewet). 7 Gelet op de decentralisatie en de daarmee gepaard gaande overgang van budgetten is de regering tot een heroverweging van het voornemen tot schrappen gekomen. Instrumenten als deze dragen bij aan de controlerende taak van de raad, een taak die aan belang zal toenemen. 2.2 Betrokkenheid college bij initiatiefvoorstellen raad De invoering van de dualisering van het gemeentebestuur ging gepaard met een duidelijke afbakening van de rollen van de raad. De raad is volksvertegenwoordiging, stelt kaders en controleert het college. Een groot aantal bestuursbevoegdheden is met de dualisering van de medebewindsbevoegdheden bij het college terecht gekomen. Hierdoor is helderheid ontstaan in de taakverdeling tussen de raad en het college en is meer ruimte geschapen om invulling te geven aan het eigenlijke raadswerk. In beginsel bereidt het college de besluiten van de raad voor (artikel 160, eerste lid, onder b, Gemeentewet). De raad kan ook verzoeken een voorstel voor een besluit of verordening voor te bereiden. Maar de raad heeft ook het initiatiefrecht. De betrokkenheid van het college bij initiatiefvoorstellen van de raad is een belangrijk aspect voor de verhouding tussen raad en college. Omdat het college gehouden is de besluiten van de raad uit te voeren (artikel 160, eerste lid, onder b, Gemeentewet), is het van belang dat het college zijn opvatting kan geven over een initiatiefvoorstel. Het is in eerste instantie aan de indiener om te beslissen wat 6 Kamerstukken II 2008/09, , nr Zie ook het antwoord op vragen van het lid Fokke (PvdA) aan de minister van BZK over controle op uitgaven door gemeenten (Aanhangsel Handelingen II 2012/13, 971).

3 hij met die inbreng doet en uiteindelijk beslist de raad over het al dan niet gewijzigde voorstel. In de gemeentelijke praktijk is veelal reeds sprake van een dergelijke betrokkenheid. Voor een goed samenspel tussen de raad en het college en met het oog op een goede werking van het gemeentebestuur is het van belang dat colleges in alle gevallen die gelegenheid krijgen. Die betrokkenheid is er overigens ook in omgekeerde zin. Belangrijke beslissingen mag het college niet nemen dan nadat een ontwerpbesluit bij de raad is voorgelegd (artikel 169, vierde lid, Gemeentewet). Voorgesteld wordt de betrokkenheid van het college bij initiatiefvoorstellen van de raad zeker te stellen door dit te verankeren in artikel 147a Gemeentewet. 2.3 Geen raadsleden in bezwaar- en klachtcommissies Voor een zuivere verhouding tussen de raad en het college is het ook van belang de samenstelling van commissies nader te bezien. De Gemeentewet kent diverse commissievormen: raadscommissies (artikel 82), bestuurscommissies (artikel 83) en andere commissies (artikel 84). Ten aanzien van deze andere commissies is bepaald dat de burgemeester en de wethouders geen lid mogen zijn van een door de raad ingestelde commissie en omgekeerd dat raadsleden geen lid mogen zijn van een door het college of de burgemeester ingestelde commissie. Deze uit de dualisering voortvloeiende wederzijdse uitsluiting geldt echter niet in alle gevallen. Raadsleden kunnen lid zijn van een door het college of de burgemeester ingestelde commissie die is belast met het adviseren over de beslissing op bezwaarschriften of met de behandeling van en de advisering over klachten (artikel 84, tweede lid). Dit vormt een onzuiver element in de verhouding tussen raad en het college. Het beoordelen van bezwaarschriften en klachten is naar zijn aard geen raadswerk. Raadsleden zouden niet langs deze weg op de stoel van het college moeten gaan zitten. Politieke controle vindt plaats in de raad. De raadsleden die dit betreft kunnen de vrijkomende tijd besteden aan het eigenlijke raadswerk, hetgeen een verlichting van hun werkdruk betekent. 2.4 Externe voorzitter raadscommissies Voorgesteld wordt het mogelijk te maken dat raadscommissies, ingesteld op grond van artikel 82 Gemeentewet, ook door niet-raadsleden kunnen worden voorgezeten. Bij brief van 22 april 2010 is de Tweede Kamer over dit voornemen geïnformeerd. 8 Sinds de invoering van de dualisering hebben zich nieuwe vergadervormen ontwikkeld. 9 In sommige gemeenten is men overgegaan tot het afschaffen van de raadscommissies ex artikel 82 Gemeentewet. In plaats daarvan heeft men gekozen voor bijzondere voorbereidende vergaderingen, met als grondslag artikel 84 Gemeentewet ( andere commissies ), omdat dan met externe voorzitters kan worden gewerkt. Bij raadscommissies ex artikel 82 is dat nu niet mogelijk. Van een externe voorzitter wordt verwacht dat hij het debat aantrekkelijker kan maken. Daarnaast is een externe voorzitter in de beleving van veel raadsleden politiek neutraal ten opzichte van een collega-raadslid dat een 8 Kamerstukken II 2009/10, , nr. 17, blz Voor een overzicht zie de publicatie van het Actieprogramma lokaal bestuur Op het tweede gezicht. Gemeentelijke vergaderpraktijken nader beschouwd (2009).

4 raadscommissie voorzit. Benadrukt zij dat het voorzitterschap beperkt is tot het technisch voorzitten van de vergadering; de eindverantwoordelijkheid van de gekozen volksvertegenwoordiging blijft voorop staan. Belangrijk verschil ten opzichte van raadscommissies is echter dat artikel 22 Gemeentewet niet van overeenkomstige toepassing is op de andere commissies. Dit betekent dat bij bijzondere voorbereidende vergaderingen op grond van artikel 84 Gemeentewet dus geen sprake is van immuniteit. Dat onderscheid is ook juist. Raadscommissies zijn nu eenmaal van een andere orde en hebben een andere taak dan de andere commissies. Om ruimte te bieden aan de wens van gemeenten om ook bij raadscommissies met een externe voorzitter te kunnen werken, wordt voorgesteld om het vierde lid van artikel 82 Gemeentewet te laten vervallen. Het is dan aan de raad om op grond van het eerste lid regels te stellen over het voorzitterschap. In geval van een raadscommissie ex artikel 82 Gemeentewet geldt er immuniteit voor al degenen die aan de beraadslaging deelnemen en dus ook voor de voorzitter. Het maakt wat dat betreft niet uit of een raadslid voorzitter is of dat sprake is van een externe voorzitter. Ten slotte zij er nog op gewezen dat noch voor een externe voorzitter, noch voor commissieleden zijnde niet-raadsleden, de formele vereisten (zoals beëdiging, onverenigbare betrekkingen of verboden handelingen) gelden die de Gemeentewet aan raadsleden stelt. Het zou te ver voeren om dit verplicht te stellen. 2.5 Vrijwillig ontslag wethouder per direct De bestuurlijke praktijk geeft aanleiding de regels omtrent het vrijwillig ontslag van wethouders te wijzigen. Indien een uitspraak van de raad inhoudende de opzegging van het vertrouwen (motie van wantrouwen) er niet toe leidt dat de betrokken wethouder zijn ontslag indient, kan de raad tot ontslag besluiten (artikel 49 Gemeentewet). Als de wethouder na een motie van wantrouwen ontslag neemt, gaat dat ontslag onmiddellijk in. Een wethouder kan ook te allen tijde uit eigen overweging ontslag nemen. Artikel 43, tweede lid, Gemeentewet bepaalt dat het ontslag dan na een maand ingaat of zoveel eerder als een opvolger is benoemd. Van een vrijwillig aftredende wethouder wordt dus verwacht dat hij, in het belang van de continuïteit van het dagelijks bestuur, de functie blijft uitoefenen totdat in zijn opvolging is voorzien. Er doen zich echter in de praktijk situaties voor, waarin het niet redelijk is om van een wethouder te verwachten dat hij nog (maximaal) een maand in functie blijft. Daarbij moet gedacht worden aan de situatie dat een wethouder zelf het gevoel heeft dat zijn functioneren onvoldoende steun en vertrouwen heeft binnen het college of in de raad. Het komt ook voor dat een wethouder zijn aftreden aankondigt om de stemming over een motie van wantrouwen voor te zijn. Hij stapt dan uit eigen beweging op, maar het aftreden is nauwelijks vrijwillig te noemen. Toch is een wethouder in dat geval formeel gezien gehouden om nog (maximaal) een maand zijn functie te blijven vervullen. Hij draagt in dat geval politieke verantwoordelijkheid, hoewel hijzelf meent dat daartoe het vertrouwen ontbreekt. Dat is geen wenselijke situatie. Daarom wordt voorgesteld aan artikel 43 toe te voegen dat ook het vrijwillig ontslag onmiddellijk kan ingaan. Het is dan aan de raad om snel in de opvolging te voorzien. Het is uiteraard ook in dat geval van belang dat de vertrekkende wethouder voor een goede overdracht van zijn taken zorgt, zodat de

5 continuïteit van het bestuur is gewaarborgd; het ligt voor de hand dat de burgemeester en de secretaris hierop toezien. 2.6 Burgemeester en collegevorming De collegevorming is een zaak van de fracties in de raad en is niet aan regels gebonden. De burgemeester heeft daarbij geen formele positie, terwijl hij wel met de nieuw te benoemen wethouders moet samenwerken en zal moeten bijdragen aan de uitvoering van het nieuwe collegeprogramma. Het is dan ook van belang dat de burgemeester wordt betrokken bij het proces van collegevorming. In de Gemeentewet is daarom vastgelegd dat de burgemeester wordt geïnformeerd over de uitkomsten van de collegeonderhandelingen en dat hij alsdan in de gelegenheid wordt gesteld zijn opvattingen over voorstellen ten behoeve van het collegeprogramma kenbaar te maken (artikel 35, tweede lid). Dat impliceert dat de tekst van het collegeprogramma als gevolg van de opvattingen van de burgemeester nog gewijzigd zou kunnen worden. De informatiepositie van de burgemeester tijdens het proces van collegevorming behoeft versterking. Een goede informatiepositie is van belang voor de samenwerking binnen het nieuwe college. Het college van burgemeester en wethouders functioneert op basis van collegiaal bestuur. De nauwe samenwerking binnen het college vraagt om een goede verhouding tussen burgemeester en wethouders. De burgemeester wordt nu alleen geïnformeerd over de uitkomsten van de collegeonderhandelingen. Pas dan ook kan hij zijn opvattingen over voorstellen ten behoeve van het collegeprogramma kenbaar maken. Voorgesteld wordt dat de burgemeester op zijn verzoek ook tijdens de collegeonderhandelingen over het verloop daarvan geïnformeerd wordt, zodat hij ook eerder de gelegenheid krijgt om zijn opvattingen kenbaar te maken over voorstellen ten behoeve van het collegeprogramma. Het initiatief dient uit te gaan van de burgemeester; het zal immers per burgemeester verschillen welke afstand hij of zij tot de onderhandelingen wil bewaren. Het informeren zonder meer kan de rol van de burgemeester ook onbedoeld groter maken, vandaar de uitdrukkelijke bepaling op zijn verzoek. Het is van belang dat de burgemeester als voorzitter en tevens lid van het toekomstige college, indien hij dit wenst, ook gedurende het proces zijn opvattingen kan geven. Het voorstel richt zich op een goede informatie-uitwisseling over en weer. Het gaat er om dat de burgemeester voor, tijdens en na de besprekingen ordentelijk wordt geïnformeerd. De collegevorming als zodanig is en blijft een verantwoordelijkheid van de fracties in de raad. 2.7 Burgerjaarverslag Op grond van artikel 170, tweede lid, Gemeentewet dient de burgemeester gelijktijdig met de jaarrekening en het jaarverslag een burgerjaarverslag uit te brengen, waarin hij in ieder geval rapporteert over de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening en de kwaliteit van procedures op het vlak van burgerparticipatie. Burgemeesters hebben de afgelopen jaren op vele manieren invulling gegeven aan het burgerjaarverslag. De betekenis van het burgerjaarverslag is echter beperkt gebleken. Dat was ook een van de bevindingen van het onderzoek dat ten grondslag lag aan de Staat van de

6 dualisering. 10 Ook burgemeesters hebben dit signaal afgegeven. Voorgesteld wordt daarom de verplichting tot het uitbrengen van het burgerjaarverslag te schrappen. Het is dan aan de burgemeester om te bepalen of en hoe hierin wordt voorzien. 3. Benoeming en herbenoeming van burgemeesters 3.1 Procedure bij herbenoeming Sinds de herziening van de benoemingsprocedure in 2001 ligt het zwaartepunt van de procedure niet alleen ten aanzien van de benoeming, maar ook ten aanzien van de herbenoeming (en het ontslag) van de burgemeester bij de raad. De raad heeft ten aanzien van al deze beslissingen een aanbevelingsrecht, dat op verschillende wijzen vorm krijgt. Ook is de rol van de commissaris van de Koning niet steeds dezelfde. De procedure van herbenoeming vergt nadere aandacht. De Tweede Kamer is hierover geïnformeerd bij brief van 19 augustus De burgemeester wordt voor een periode van zes jaar benoemd. Hij kan in beginsel onbeperkt worden herbenoemd, telkens voor een periode van zes jaar. In de regel wordt een burgemeester herbenoemd. Bij de totstandkoming van een aanbeveling tot herbenoeming is dan ook niet de vraag aan de orde of de raad met de burgemeester door wil. Het moment van herbenoeming is het moment om terug te kijken op de functievervulling in de afgelopen ambtsperiode en te bezien welke verwachtingen in de raad leven ten aanzien van de functievervulling in de komende periode. Het gaat dus allereerst om de vraag of de burgemeester in de uitoefening van zijn functie voldoet aan het destijds in de regel in de profielschets opgestelde verwachtingspatroon en welke wensen de zittende raad heeft ten aanzien van het functioneren die kunnen bijdragen aan het verbeteren daarvan. De profielschets die de raad destijds ten behoeve van de benoemingsprocedure heeft opgesteld, vormt daarbij in beginsel het toetsingskader. Het ligt voorts in de rede dat de raad de met de burgemeester gevoerde functioneringsgesprekken en de verslagen die daarvan gemaakt zijn in het proces betrekt. Om allerlei uiteenlopende redenen kan het verwachtingspatroon ten aanzien van het functioneren van de burgemeester in de loop der tijd echter wijzigen. Relevant in dat verband is dat tijdens de ambtsperiode van de burgemeester raadsverkiezingen plaatsvinden, met als gevolg dat niet alleen de samenstelling van de raad verandert, maar ook nieuwe wethouders aantreden. Dat betekent dat de lokale partijpolitieke verhoudingen waarin de burgemeester functioneert in meer of mindere mate veranderen. Dat kan leiden tot een verandering in de verwachtingen omtrent het functioneren van de burgemeester. Het is voor een goede verhouding tussen de raad en de burgemeester van belang die nadere eisen duidelijk en bijtijds en dus niet pas in het laatste stadium - te formuleren. Dit 10 B&A, Staat van het dualisme, Den Haag 2008, blz Kamerstukken II 2008/09, VII, nr. 97.

7 vereist een open verhouding tussen de raad en de burgemeester. De burgemeester moet de gelegenheid hebben zich aan veranderende verwachtingen aan te passen. Deze nadere eisen kunnen vervolgens, mits duidelijk gewisseld met de burgemeester, nadere criteria vormen waaraan het functioneren van de burgemeester in de volgende benoemingstermijn wordt getoetst. 12 Door de invoering in 2001 van het aanbevelingsrecht van de gemeenteraad bij de benoeming, de herbenoeming en het ontslag van de burgemeester is de positie van de raad versterkt. Dit kan wellicht mede verklaren dat zich de afgelopen jaren situaties hebben voorgedaan waarin de raad in de procedure van herbenoeming kennelijk aanleiding zag om tot heroverweging van de keuze voor de burgemeester te komen. Ook het onderzoek «De vallende burgemeester» geeft aan dat de krachtige positie van de raad ook zichtbaar is in de procedure van herbenoeming. 13 De raad dient zich er echter van bewust te zijn dat de procedure van herbenoeming geen heroverweging van de keuze voor de zittende burgemeester inhoudt, maar moet worden beschouwd als een moment waarop de raad zijn verwachtingen ten aanzien van het functioneren van de burgemeester opnieuw moet uitspreken. Een open dialoog daarover tussen de raad en de burgemeester, waarin de burgemeester vrijelijk kan reageren op de uitgesproken verwachtingen en kan uitspreken in hoeverre hij daaraan tegemoet kan komen, is van wezenlijk belang om de volgende ambtsperiode met vertrouwen (over en weer) te kunnen ingaan. Meer dan in het verleden van belang dat dit proces met voldoende waarborgen is omgeven. De voorgestelde maatregelen strekken daartoe. Artikel 61a Gemeentewet voorziet thans in de volgende voorschriften bij herbenoeming: de raad moet zijn aanbeveling vier maanden voor de eerste dag van de maand waarin de herbenoeming dient in te gaan door tussenkomst van de commissaris van de Koning aan de minister van BZK zenden (tweede lid); de raad moet voordat hij de aanbeveling opstelt, met de commissaris overleggen over het functioneren van de burgemeester (derde lid); de commissaris brengt advies uit aan de minister over de aanbeveling (vierde lid); de minister wijkt bij zijn voordracht tot herbenoeming slechts af van de aanbeveling op gronden ontleend aan het advies van de commissaris dan wel op andere zwaarwegende gronden (vijfde lid). Bij het stellen van aanvullende zorgvuldigheidseisen zou het uitgangspunt moeten zijn dat procedureregels vooral gericht moeten zijn op transparantie en kenbaarheid van de herbenoemingsprocedure. Een burgemeester moet niet verrast kunnen worden met een (dreiging van) niet-herbenoeming. 12 Kamerstukken II 1996/97, , nr. 3, blz A.F.A. Korsten & H. Aardema, De vallende burgemeester. Een onderzoek naar factoren, omstandigheden, patronen en preventie- en interventiemogelijkheden, Den Haag 2006, blz. 77.

8 Het is van belang dat de raad periodiek overleg voert met de burgemeester over de ambtsuitoefening, bij voorkeur jaarlijks. Het kan niet zo zijn dat een burgemeester pas bij herbenoeming met kritiek op zijn functioneren geconfronteerd wordt. Op basis van dergelijke periodieke gesprekken kunnen gemeenteraden bij herbenoeming een actueel en bij de burgemeester bekend beoordelingskader hanteren. Ingevolge artikel 61a, derde lid, Gemeentewet overlegt de commissaris van de Koning aan het begin van de procedure met de raad over het (gewenste) functioneren van de burgemeester in het licht van de komende herbenoemingsprocedure. Mede op basis van het beoordelingskader kunnen met de burgemeester afspraken worden gemaakt over de ambtsuitoefening in de komende ambtsperiode. De commissaris dient hiertoe te beschikken over een afschrift van de verslagen van die periodieke gesprekken, zodat ook hij in de gelegenheid wordt gesteld zijn rol te vervullen. De commissaris beschikt dan in het gesprek met de raad aan het begin van de herbenoemingsprocedure over een volledig beeld, en ontvangt op die wijze ook relevante signalen voor contacten die tussentijds plaatsvinden. Nu de herbenoemingsprocedure meer dan in het verleden een moment is waarop het functioneren van de burgemeester (naar verleden en toekomst) wordt bezien, is het wenselijk dat net als bij de benoeming een vertrouwenscommissie wordt ingesteld. In veel gemeenten is dat inmiddels ook de praktijk. Het is wenselijk dit met het oog op een zorgvuldig proces ook wettelijk voor te schrijven. Daarmee wordt tevens de geheimhouding gegarandeerd. Hoewel de geheimhouding een ander doel dient dan bij de benoemingsprocedure, waar zij dient om te voorkomen dat de namen van sollicitanten bekend worden, is vertrouwelijkheid ook bij de herbenoemingsprocedure van groot belang om ruimte te scheppen voor een open gesprek waarin wordt teruggekeken op de voorbije ambtsperiode en de daarin gevoerde functioneringsgesprekken en de verwachtingen voor het functioneren in de komende periode kunnen worden uitgesproken. Anders dan bij de benoemingsprocedure is ook dat de leden van de vertrouwenscommissie vooraf met hun fractie zullen overleggen over de opvattingen en aandachtspunten die zij met de burgemeester in het kader van de herbenoemingsprocedure willen bespreken. De vertrouwelijkheid geeft ook de zittende burgemeester meer houvast in de procedure omdat een vrije uitwisseling van gedachten is gegarandeerd. Voorafgaand aan de herbenoeming heeft de burgemeester de gelegenheid om in beslotenheid met een afvaardiging van de raad te overleggen over zijn functioneren. Het overleg in de commissie alsmede de beraadslagingen in de raad over het verslag van de commissie zijn vertrouwelijk. De commissie heeft de taak om terugkijkend op de functievervulling in de afgelopen periode en de gesprekken die daarover eerder hebben plaatsgevonden verwachtingen uit te spreken over het functioneren voor de komende periode en de daarvoor relevante aandachtspunten aan te geven. Van dit overleg brengt de vertrouwenscommissie vertrouwelijk verslag uit aan de raad en de commissaris van de Koning. Vervolgens is het aan de raad om zich over de uiteindelijke aanbeveling tot herbenoeming te buigen. In dat verband is het van belang dat er een goede aansluiting is tussen de vertrouwenscommissie en de

9 raad, net zoals bij de benoeming. De raad dient zich hiervan bij de samenstelling van de vertrouwenscommissie bewust te zijn. In de Gemeentewet is reeds geregeld dat de raad voordat hij de aanbeveling opstelt, met de commissaris van de Koning overlegt over het functioneren van de burgemeester. Over de aanbeveling inzake de herbenoeming brengt de commissaris advies uit aan de minister van BZK. Het advies van de commissaris weegt zwaar bij herbenoeming. Bij een (niet-)herbenoeming kan de minister afwijken van de aanbeveling van de raad op gronden ontleend aan het advies van de commissaris (dan wel op andere zwaarwegende gronden; artikel 61a, vijfde lid, Gemeentewet). Dat betekent dat de commissaris vroegtijdig in het proces moet worden betrokken en moet kunnen beschikken over relevante stukken zoals verslagen van evaluaties of functioneringsgesprekken. De circulaire benoeming, functioneringsgesprekken en herbenoeming burgemeester geeft hier nadere uitwerking aan. 14 De betrokkenheid van wethouders bij de benoemingsprocedure van burgemeesters dient te worden versterkt. De burgemeester functioneert voor het grootste deel van zijn tijd binnen het college en zal dus goed met de wethouders moeten kunnen samenwerken. Wethouders kunnen nu op uitnodiging van de gemeenteraad als adviseur toetreden tot de vertrouwenscommissie. Dit gebeurt echter nog niet in alle gevallen. Het vrijblijvende karakter van de uitnodiging zou moeten vervallen. Ook moet verzekerd zijn dat de raad het college hoort over de profielschets, alvorens deze vast te stellen. Daarom wordt voorgesteld om in de Gemeentewet te regelen dat de raad het college in de gelegenheid stelt zijn opvatting over de profielschets te geven alvorens deze wordt vastgesteld en dat de raad een of meer wethouders als adviseur aan de vertrouwenscommissie toevoegt; dat betreft de vertrouwenscommissie zowel bij benoeming als bij herbenoeming. 3.2 Screening bij benoeming De gemeenteraad heeft bij de benoeming van de burgemeester een belangrijke stem. De minister volgt in zijn voordracht de aanbeveling van de raad, tenzij zwaarwegende gronden aanleiding tot afwijking geven (artikel 61, zevende lid, Gemeentewet). Zwaarwegende gronden kunnen aan de orde zijn als van de kandidaat-burgemeester de integriteit in het geding is. Van oudsher wint de commissaris van de Koning informatie in voordat hij een selectie van de sollicitanten kenbaar maakt aan de vertrouwenscommissie. Van de sollicitanten die door de commissaris worden geselecteerd voor de verdere sollicitatieprocedure wordt vervolgens informatie ingewonnen bij de Justitiële informatiedienst. Sinds 1 januari 2011 is de screening van kandidaten verscherpt. Sinds deze datum laat de minister van BZK, wanneer hij de aanbeveling ontvangt, een screening uitvoeren naar de als eerste aanbevolen kandidaat. De (vertrouwelijke) resultaten van de screening worden in aanmerking genomen door de minister bij zijn beslissing om de als eerste aanbevolen kandidaat voor 14 Stcrt. 2012,

10 benoeming voor te dragen aan de Koning. Er vindt geen screening plaats in geval van herbenoeming. Onder screening worden verstaan naslag door de AIVD en fiscaal onderzoek door de rijksbelastingdienst. Naslag door de AIVD is niet een vorm van onderzoek in de zin van artikel 6 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 (WIV 2002) maar een vorm van het verstrekken van informatie welke ook onderdeel uitmaakt van de procedure bij de beoordeling van kandidaat-ministers en kandidaat-staatssecretarissen. 15 In het kader van een goede taakuitvoering (artikel 36 WIV 2002) is de AIVD bevoegd op verzoek personen, ook als die buiten de kring van artikel 6, tweede lid, onder a, WIV 2002 vallen, na te slaan in de eigen bestanden en het resultaat te melden aan het bestuursorgaan, de persoon of de instantie 'die deze aangaat', in dit geval de minister van BZK. Wat betreft het fiscale onderzoek is het voorstel om in artikel 61 te bepalen dat de rijksbelastingdienst aan de minister van BZK de gegevens verstrekt over feiten waarvoor een bestuurlijke boete of strafbeschikking is opgelegd, benodigd om te bepalen of er in fiscaal opzicht naar het oordeel van de minister van BZK zwaarwegende gronden zijn die zich tegen een benoeming verzetten. Het betreft gegevens over het betalings- en aangiftegedrag van kandidaten voor zover dit aanleiding heeft gegeven of had kunnen geven tot een verzuim- of vergrijpboete. Voor dat fiscale onderzoek wordt nu in de Gemeentewet een wettelijke grondslag opgenomen. Totdat die wettelijke grondslag er is, is de grondslag voor het verstrekken van de fiscale gegevens door de rijksbelastingdienst aan de minister van BZK neergelegd in artikel 43c Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen Vereisten waarnemend burgemeester Indien de commissaris van de Koning een waarnemend burgemeester ex artikel 78 Gemeentewet benoemt, gelden voor de waarnemend burgemeester dezelfde regels inzake onverenigbare functies en verboden handelingen als voor een door de Kroon benoemde burgemeester (artikel 80 Gemeentewet). Een door de Kroon benoemde burgemeester moet ook zijn nevenfuncties en de inkomsten daaruit openbaar maken (artikel 67, derde lid, Gemeentewet). Dit laatste vereiste geldt echter niet voor een waarnemend burgemeester. Artikel 67 ontbreekt in de opsomming van artikel 80 van artikelen die van overeenkomstige toepassing zijn. Uit een oogpunt van transparantie en integriteit is het van belang om te bepalen dat ook een door de commissaris benoemde waarnemend burgemeester zijn nevenfuncties en de inkomsten daaruit openbaar moet maken. Een door de Kroon benoemde burgemeester moet voorts over de Nederlandse nationaliteit beschikken (artikel 63 Gemeentewet). Ook dit vereiste ontbreekt in de opsomming van artikel 80 Gemeentewet. Het Nederlanderschap is echter van bijzondere betekenis voor een burgemeester, gelet op zijn bijzondere verantwoordelijkheid voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid, vandaar dat wordt voorgesteld ook dit vereiste over te nemen. 15 Vgl. Kamerstukken II 2002/03, , nr. 10, blz. 2-3.

11 4. Bestuurlijke integriteit en bestuurlijke crises Met dit wetsvoorstel wordt tevens uitvoering gegeven aan de motie- Heijnen/Schouw, waarin de regering wordt gevraagd om een wetswijziging voor te bereiden die voorziet in de rol van commissarissen van de Koning en burgemeesters bij integriteitshandhaving. 16 Voorop staat dat wethouders en raadsleden, alsook andere organen van het gemeentebestuur en ambtenaren, primair zelf verantwoordelijk zijn voor het naleven van de regels betreffende integriteit. De burgemeester vervult veelal nu reeds de rol van hoeder van de gemeentelijke integriteit. Hij is in staat om integriteitsschendingen te zien en aan de orde te stellen. Zijn verantwoordelijkheid voor de gemeentelijke integriteit vloeit nu niet expliciet voort uit de Gemeentewet. Wel stelt artikel 170, derde lid, Gemeentewet in algemene zin dat de burgemeester een goede behartiging van de gemeentelijke aangelegenheden bevordert. Deze algemene zorgplicht wordt in het eerste lid van dat artikel op een aantal terreinen gespecificeerd. Bij (vermoedens van) integriteitsschendingen wordt optreden van de burgemeester verwacht. Zeker ingeval vragen rijzen over de integriteit van wethouders of raadsleden kan de burgemeester echter in een kwetsbare positie geraken. In de vervulling van deze niet eenvoudige taak dient buiten twijfel te staan dat de burgemeester daarin een bijzondere verantwoordelijkheid heeft. Hij moet vanuit die verantwoordelijkheid zelfverzekerd kunnen optreden. Het waarborgen en mogelijk versterken van deze rol kan geschieden door buiten twijfel te stellen dat hier voor de burgemeester een verantwoordelijkheid en een opdracht ligt. Voorgesteld wordt om in artikel 170 Gemeentewet te bepalen dat de burgemeester de bestuurlijke integriteit van de gemeente bevordert. Om het bijzondere karakter van deze verantwoordelijkheid in relatie tot de zorgplichten uit het eerste lid van artikel 170 te benadrukken, is gekozen voor een afzonderlijke bepaling in een nieuw tweede lid. Waar het de provincie betreft, heeft de commissaris van de Koning een gelijksoortige positie en verantwoordelijkheid als de burgemeester. Voorgesteld wordt om dit in artikel 175 Provinciewet vast te leggen. Omdat de burgemeester niet alleen boven de partijen maar ook tussen de partijen staat, acht de regering het aangewezen de rol van de commissaris ook in een ander opzicht wettelijk te verankeren. Ten aanzien van gemeenten komt integriteit aan de orde bij de uitoefening door de commissaris van taken als rijksorgaan. Dat betreft allereerst de selectie van potentiële burgemeesterskandidaten. Integriteitstoetsing maakt onderdeel uit van het selectieproces. Maar ook gemeentelijke integriteit in bredere zin kan onderwerp van zorg zijn, bijvoorbeeld bij de periodieke gesprekken met burgemeesters en de werkbezoeken aan gemeenten. De zorg voor gemeentelijke integriteit rekent de commissaris ook tot zijn taken. Adviseren en bemiddelen door de commissaris bij integriteitsvraagstukken zou expliciet als rijkstaak benoemd kunnen worden. Omdat burgemeesters een rol hebben bij de 16 Kamerstukken II 2010/11, VII, nr. 24.

12 gemeentelijke integriteit, is het passend dat de commissaris hier een adviserende en ondersteunende rol kan vervullen. Dat kan ook een meerwaarde hebben als een probleem zich bij meerdere gemeenten voordoet. Een rol voor de commissaris kan ook aangewezen zijn als bij een integriteitskwestie wethouders of raadsleden betrokken zijn. Het lokale politieke krachtenveld kan er dan aan in de weg staan dat de burgemeester onbelemmerd optreedt. In dit soort gevallen kan bemoeienis van de commissaris uitkomst bieden. Daarom wordt voorgesteld om in de Provinciewet te bepalen dat de commissaris als rijksorgaan is belast met het adviseren en bemiddelen als de bestuurlijke integriteit van een gemeente in het geding is (artikel 182). Overigens is het wenselijk dat in algemene zin er een rol is voor de commissaris van de Koning in geval van wezenlijke bestuurlijke problemen of geschillen in gemeenten. Voor de oplossing van problemen die spelen in de bestuurlijke verhoudingen, kan een adviserende en bemiddelende rol zijn weggelegd voor een ambtsdrager met voldoende gezag, kennis van zaken en distantie tot betrokken partijen. Zo kunnen conflicten die het functioneren en de continuïteit van het openbaar bestuur in gevaar brengen zo snel mogelijk worden opgelost. De commissaris kan daaraan een waardevolle bijdrage leveren. De commissaris wordt in de praktijk daartoe reeds vaak verzocht of neemt zelf het initiatief tot bemiddeling bij bestuurlijke conflicten, zeker indien de burgemeester daarbij betrokken is. Zijn (persoonlijk) gezag brengt mee dat hij de juiste persoon is om zijn diensten als bemiddelaar aan te bieden om conflicten op te lossen respectievelijk patstellingen te doorbreken. Dit is echter nu nog te zeer afhankelijk van de goede wil en medewerking van de betrokken gemeente. Deze taakuitoefening dient derhalve een expliciete wettelijke grondslag te krijgen. Het voorstel is om deze taakuitoefening aan te duiden als rijkstaak en vast te leggen in artikel 182 Provinciewet. Vanzelfsprekend wordt bij optreden in dit verband door de commissaris van de Koning uitgegaan van het zelfreinigend vermogen en de autonomie van gemeenten, zo is ook door henzelf aangegeven. Wanneer het zelfreinigend vermogen echter onvoldoende zijn werk doet, is het in het belang van het openbaar bestuur dat met bestuurlijke hulp van de commissaris oplossingen worden gevonden of patstellingen worden doorbroken. 5. De commissaris van de Koning als rijksorgaan Bij brief van 9 juni 2009 is het kabinetsstandpunt over het advies van de Raad voor het openbaar bestuur (Rob) over de rol van de commissaris van de Koning als rijksorgaan, getiteld De burgemeester van de provincie? aan de Tweede Kamer aangeboden. 17 De commissaris is provinciaal orgaan maar kan ook bevoegdheden uitoefenen als rijksorgaan. Het onderscheid tussen de twee functies van de commissaris heeft vooral betekenis voor de verantwoordingsvraag. Als provinciaal orgaan is de 17 Kamerstukken II 2008/09, VII, nr. 87.

13 commissaris voor het door hem gevoerde bestuur verantwoording schuldig aan provinciale staten (artikelen 167 en 179 Provinciewet). In zijn rol als rijksorgaan vervult de commissaris taken namens het Rijk in de provincie, als het ware als verlengstuk van de desbetreffende minister. Ingevolge artikel 126 Grondwet wordt in de wet de Provinciewet of een andere wet - bepaald om welke taken het gaat en voert de commissaris deze taken uit met inachtneming van een door de regering gegeven ambtsinstructie (de Ambtsinstructie commissaris van de Koning, hierna: de Ambtsinstructie). Verantwoording is niet verschuldigd aan provinciale staten, maar aan de desbetreffende minister. Deze kan daarover door het parlement worden aangesproken. In het kabinetsstandpunt is aangegeven dat nader geregeld dient te worden hoe de commissaris van de Koning aan de regering verantwoording aflegt over de wijze waarop hij uitvoering geeft aan de taken als rijksorgaan. Hoe de commissaris verantwoording aflegt over de uitvoering van de Ambtsinstructie is nu niet geregeld. Er vindt periodiek overleg plaats tussen de minister van BZK en de Kring van commissarissen van de Koning. In dit overleg wordt niet alleen gesproken over de rijkstaken die de commissarissen vervullen, maar ook over actuele problemen en ontwikkelingen waarbij de commissarissen een rol vervullen. Daarnaast is het sinds enige jaren praktijk dat tussen de minister van BZK en de afzonderlijke commissarissen periodieke voortgangsgesprekken plaatsvinden over het functioneren als rijksorgaan. Voor het waarmaken van de ministeriële verantwoordelijkheid voor het functioneren van de commissaris als rijksorgaan is periodiek een verantwoordingsrapportage aan de minister van BZK over de uitvoering van de Ambtsinstructie een geëigend middel. In de praktijk gebeurt dit al. Voorgesteld wordt om dit in artikel 182, vijfde lid, Provinciewet vast te leggen. Deze rapportages hebben een vertrouwelijk karakter. De rapportages zullen immers veelal persoonlijke beleidsopvattingen bevatten en onderwerpen behandelen die naar hun aard vertrouwelijk zijn, zoals benoemingen van burgemeesters en bestuurlijke knelpunten in gemeenten of het contact met de zgn. rijksheren. In het wetsvoorstel is bepaald dat verzoeken om openbaarmaking van gegevens uit deze rapportages op grond van artikel 3 van de Wet openbaarheid van bestuur uitsluitend door de minister van BZK worden behandeld. Op die wijze is verzekerd dat alleen het bestuursorgaan waarvoor de rapportage is opgesteld, beslist over openbaarmaking. Dat impliceert dat een commissaris die een verzoek om openbaarmaking ontvangt, het verzoek op grond van artikel 2:3 van de Algemene wet bestuursrecht dient door te zenden aan de minister van BZK. Voor de dagelijkse praktijk zijn de rijkstaken die de commissaris van de Koning vervult in het kader van de procedures inzake de benoeming, de herbenoeming en het ontslag van burgemeesters het belangrijkst. Deze berusten op de artikelen 61 tot en met 61c Gemeentewet (nader geregeld in de artikelen 6 tot en met 7a van de Ambtsinstructie). In het kabinetsstandpunt is de aanbeveling van de Rob overgenomen om de benoeming van een waarnemend burgemeester door de commissaris, welke bevoegdheid hij thans als provinciaal orgaan uitoefent, als een rijkstaak aan te merken.

14 Bij de waarneming van een burgemeester wordt in normale gevallen bij verhindering of ontstentenis van de burgemeester door het college een wethouder aangewezen als waarnemer, ook wel aangeduid als loco-burgemeester (artikel 77 Gemeentewet). Indien de commissaris dit in het belang van de gemeente nodig oordeelt, voorziet hij op andere wijze in de waarneming (artikel 78 Gemeentewet). In de praktijk is er een aantal situaties waarin de commissaris een waarnemend burgemeester benoemt: bij bestuurlijke problemen, bij gemeentelijk herindeling, voor de duur van een benoemingsprocedure en bij langdurige ziekte van de burgemeester. Over het al dan niet benoemen van een waarnemend burgemeester wordt nu al in de praktijk overleg gevoerd met de minister van BZK. De Rob overwoog dat sprake is van een inconsistentie ten opzichte van de taken en bevoegdheden betreffende de (her)benoeming en het ontslag van de burgemeester die de commissaris als rijksorgaan uitvoert, nu bij de benoeming van een waarnemend burgemeester voor een langere periode evenzeer de belangen van de Kroon in het geding zijn als bij de benoeming van een burgemeester voor een reguliere ambtstermijn. Dit pleit er voor dat de commissaris zijn bevoegdheid om te kunnen voorzien in de waarneming van het burgemeestersambt zou moeten uitvoeren onder verantwoordelijkheid van de regering. 18 In het wetsvoorstel wordt daarom de benoeming van een waarnemend burgemeester in artikel 78 als rijkstaak aangemerkt. Voorts wordt uitvoering gegeven aan de motie-schinkelshoek 19, door te bepalen dat ook de beëdiging van de burgemeester door de commissaris (artikel 65 Gemeentewet) een rijkstaak is en dat deze in het openbaar, ten overstaan van de raad plaats heeft. In de praktijk gebeurt dit overigens al. Ook de Rob was van mening dat de beëdiging als rijkstaak aangemerkt moest worden: deze is immers het sluitstuk van de benoemingsprocedure. Ten slotte wordt voorgesteld om ook de resterende bevoegdheden van de commissaris van de Koning ten aanzien van burgemeesters als rijkstaken te kwalificeren. Daarmee wordt een logische samenhang in het pakket van rijkstaken aangebracht. Met artikel 69 Gemeentewet zijn de verboden handelingen van toepassing verklaard op de burgemeester. Op grond van het artikel kan hiervan ontheffing worden verleend door de commissaris. Voorgesteld wordt dat de commissaris deze taak als rijksorgaan vervult. Ditzelfde geldt voor de taak genoemd in artikel 72 Gemeentewet. Daarin is geregeld dat wanneer een burgemeester langer dan zes weken buiten de gemeente wenst te verblijven, hij toestemming nodig heeft van de commissaris. Wat voornoemde bevoegdheden kenmerkt, is dat hier geen evident provinciaal belang mee is gediend. Niettemin zou de commissaris hiervoor verantwoording verschuldigd zijn aan provinciale 18 Raad voor het openbaar bestuur, De burgemeester van de provincie? Advies Commissaris van de Koningin als rijksorgaan, Den Haag 2006, blz Kamerstukken II 2007/08, VII, nr. 32.

15 staten. Door deze taken nu als rijkstaken aan te merken, verloopt de verantwoording richting de regering. Met deze wijzigingen wordt de wettelijke grondslag gecreëerd voor optreden door de commissaris van de Koning als rijksorgaan. Deze taken en bevoegdheden dienen op grond van artikel 126 Grondwet nader te worden uitgewerkt in de Ambtsinstructie, wil de commissaris daadwerkelijk als rijksorgaan en dus onder verantwoordelijkheid van de regering kunnen optreden. Voor wijzigingen van de Ambtsinstructie geldt een voorhangprocedure van twee maanden (artikel 182, vierde lid, Provinciewet). Er zal naar worden gestreefd dat de wijziging van de Ambtsinstructie gelijktijdig met dit wetsvoorstel in werking kan treden. 6. Privaatrechtelijke taakbehartiging door decentrale overheden In de Gemeentewet en de Provinciewet gaat de voorkeur uit naar publiekrechtelijke rechtsvormen voor de behartiging van publieke belangen. Dit met het oog op de waarborgen voor het gebruik van bevoegdheden, besluitvormingsstructuren, beïnvloedingsmogelijkheden, toezicht, democratische controle en openbaarheid. Als gemeenten of provincies gebruik willen maken van een privaatrechtelijke rechtsvorm, dan is dat alleen toegestaan indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang (artikel 160, tweede lid, Gemeentewet en artikel 158, tweede lid, Provinciewet). Een besluit daartoe behoeft de goedkeuring van gedeputeerde staten respectievelijk van de minister van BZK (artikel 160, derde lid, Gemeentewet en artikel 158, derde lid, Provinciewet). De goedkeuring mag alleen worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang. Gemeenten en provincies maken de laatste jaren op ruime schaal gebruik van de mogelijkheid om publieke taken via een privaatrechtelijke rechtsvorm uit te voeren. Daarbij komt dat de toetsing door gedeputeerde staten onderscheidenlijk de minister van BZK in de praktijk terughoudend wordt ingevuld. In het kader van het programma Bruikbare rechtsorde is advies gevraagd aan de werkgroep Privaatrechtelijke taakbehartiging door decentrale overheden. De werkgroep, met als voorzitter mr. A.H.P. van Gils, destijds gemeentesecretaris van Rotterdam, heeft in december 2006 rapport uitgebracht. De werkgroep heeft geconcludeerd dat de praktijk vraagt om een legitieme plaats voor privaatrechtelijke rechtsvormen naast de publiekrechtelijke samenwerkingsvormen. Ook heeft de werkgroep in overweging gegeven de goedkeuring door gedeputeerde staten onderscheidenlijk de minister te heroverwegen. Bij brief van 24 april 2008 is het kabinetsstandpunt over het rapport van de werkgroep aangeboden aan de Tweede Kamer. 20 Het kabinet heeft destijds geconstateerd dat decentrale overheden de privaatrechtelijke rechtsvorm vooral kiezen wanneer het gaat om taken op het gebied van uitvoering, dienstverlening of beheer. Motief daarvoor is dat privaatrechtelijke samenwerking slagvaardiger 20 Kamerstukken II 2007/08, , nr. 72.

16 wordt geacht en wat betreft kosten/baten verhouding vaak gunstiger is dan publiekrechtelijke samenwerking op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). De praktijk zou daarom niet meer in overeenstemming zijn met de wettelijke normstelling die uitgaat van het primaat van publiekrechtelijke taakbehartiging, aldus het kabinetsstandpunt. Ook liet de praktijk zien dat de toetsing door gedeputeerde staten onderscheidenlijk de minister van BZK terughoudend werd ingevuld. Het toenmalige kabinet heeft daarop voorgesteld de wettelijke voorkeur voor publiekrechtelijke regeling te laten vervallen, alsook de verplichte goedkeuring door gedeputeerde staten onderscheidenlijk de minister van BZK. Met het onderhavige wetsvoorstel kiest de regering er echter voor de wettelijke voorkeur voor publiekrechtelijke regeling boven privaatrechtelijke regeling in stand te houden. Artikel 160, tweede lid, Gemeentewet blijft dus van kracht. Reden hiervoor is dat het publiekrecht meer waarborgen biedt ten aanzien van het gebruik van bevoegdheden, besluitvormingsstructuren, beïnvloedingsmogelijkheden, toezicht, democratische controle en openbaarheid. Beleid en wetgeving op het terrein van het overheidsorganisatierecht zijn er al decennia op gericht het ongebreideld gebruik van privaatrechtelijke rechtsvormen door de overheid terug te dringen. Het in stand laten van de voorkeursnorm is ook in lijn met de Bestuursafspraken , waarin is opgenomen dat waar mogelijk publiekrechtelijke samenwerking boven privaatrechtelijke samenwerking wordt verkozen. Ter verbetering van de publiekrechtelijke samenwerking is onder andere een wijziging van de Wgr ingediend. 21 Gemeenten en provincies hebben veel ervaring opgedaan met privaatrechtelijke samenwerkingsvormen. Decentrale overheden dienen waar mogelijk zelf te beslissen over zaken die hen aangaan en armslag te hebben bij de uitvoering van hun taken. In de verhoudingen binnen het lokale en provinciale bestuur zijn toezicht en verantwoording op horizontaal niveau goed geregeld. Wat de privaatrechtelijke taakbehartiging betreft voorziet de wet reeds in een voorhangprocedure van het ontwerp-besluit van het college bij de gemeenteraad respectievelijk van gedeputeerde staten bij provinciale staten. Daarbij komt dat het college respectievelijk gedeputeerde staten toch al gehouden is de gemeenteraad respectievelijk provinciale staten inzicht te bieden in het financiële belang (risico) bij verbonden partijen. Ter ondersteuning daarvan treedt overigens op 1 juli 2013 een wijziging van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) in werking. De goedkeuring door gedeputeerde staten respectievelijk de minister van BZK kan hiermee komen te vervallen, zoals ook bepleit door de werkgroep en overgenomen in het kabinetsstandpunt. Dit komt tevens de autonomie van decentrale overheden ten goede. Zoals aangekondigd in het kabinetsstandpunt en conform de aanbevelingen van de werkgroep zal ter ondersteuning van en in samenspraak met de decentrale overheden een handreiking worden ontwikkeld. Met deze handreiking kunnen 21 Kamerstukken II 2012/13,

17 decentrale overheden een goed onderbouwde keuze maken tussen publiek- en privaatrechtelijke regeling van publieke taken en daarbij alle relevante aspecten afwegen. In dat licht moet ook het in stand houden van de wettelijke voorkeur voor publiekrechtelijke regeling boven privaatrechtelijke regeling worden gezien. 7. Consultatie 22 Het wetsvoorstel is ter consultatie voorgelegd aan de VNG, het IPO, het NGB en de Kring van commissarissen van de Koningin. De VNG heeft aangegeven op hoofdlijnen te kunnen instemmen met de voorgestelde wijzigingen in de Gemeentewet. 23 Volgens de VNG wordt met het onderhavige wetsvoorstel op een aantal punten de bestaande praktijk gecodificeerd en wordt bij een aantal andere onderwerpen verandering of verbetering voorgesteld. De reactie van de VNG is op specifieke onderdelen, daar waar de regering daar aanleiding toe heeft gezien, in deze memorie verwerkt. De VNG heeft ook enkele opmerkingen gemaakt over zaken die buiten het bereik van het onderhavige wetsvoorstel vallen. Zo wijst de VNG op de in haar ogen gebrekkige redactie van de bepalingen betreffende geheimhouding (artikelen 25, 55 en 86 Gemeentewet), is zij tegen de verplichte rekenkamer(functie), bepleit zij een wijziging betreffende de inspraakverordening (artikel 150 Gemeentewet) en wijst zij op een vermeend knelpunt ten aanzien van het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen door het college in opdracht van de raad (artikel 160, eerste lid, onder e, Gemeentewet). De regering zal deze onderwerpen daarom betrekken bij een volgende wijziging van de Gemeentewet/Provinciewet, waarin in ieder geval de evaluatie van de gemeentelijke en provinciale rekenkamer(functie) 24 en de evaluatie van de (verlenging van de) ontheffing van het woonplaatsvereiste voor wethouders en gedeputeerden 25 zullen worden meegenomen. Het IPO heeft in zijn reactie laten weten te kunnen instemmen met de voorgestelde wijzigingen. 26 Het IPO merkt daarbij op dat veel van de voorstellen een bevestiging zijn van een reeds bestaande praktijk. Het NGB heeft zich in zijn reactie beperkt tot de voorstellen die direct de functie en positie van de burgemeester betreffen. 27 Het NGB heeft vooral opmerkingen bij het karakter van de herbenoemingsprocedure, welke zijn betrokken bij paragraaf 3 van deze memorie. Op één punt kan het NGB zich niet met het 22 De ontvangen adviezen en reacties zijn ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer 23 Brief d.d. 29 september 2012, kenmerk ECGR/U Kamerstukken II 2010/11, B, nr. 17 en Kamerstukken II 2011/12, B, nr Kamerstukken II 2010/11, , nr. 19 en Kamerstukken II 2011/12, , nr Brief d.d. 9 oktober 2012, kenmerk BE 05780/ Brief d.d. 11 oktober 2012.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 691 Wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet, de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Waterschapswet (institutionele

Nadere informatie

1 De (gemeentelijke) overheid

1 De (gemeentelijke) overheid 1 De (gemeentelijke) overheid Op dit moment vindt er een consultatieronde plaats over het wetsvoorstel tot wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet en de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius

Nadere informatie

circulaire ,LEZ2d15 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Aan de provinciale staten, de gedeputeerde staten en de

circulaire ,LEZ2d15 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Aan de provinciale staten, de gedeputeerde staten en de d Xoning in Fryslân Postbus 20011 www.rijksoverheid.nl Kabin Commissaris van 2500EA Den Haag Den Haag commissarissen van de Koning Turfmarkt 147 Aan de provinciale staten, de gedeputeerde staten en de

Nadere informatie

DGBK Directie Bestuur, Democratie en Aan de gemeenteraden, de colleges van burgemeester en

DGBK Directie Bestuur, Democratie en Aan de gemeenteraden, de colleges van burgemeester en Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties DGBK Directie Bestuur, Democratie en Aan de gemeenteraden, de colleges van burgemeester en Financiën wethouders en de burgemeesters Turfmarkt 147

Nadere informatie

Wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet, de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Waterschapswet een bonte verzameling

Wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet, de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Waterschapswet een bonte verzameling TVCR APRIL 2013 wetgeving 151 Wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet, de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Waterschapswet een bonte verzameling A.P. Krijnen* 1. Inleiding

Nadere informatie

ia» Wijzigingen in de Provinciewet

ia» Wijzigingen in de Provinciewet ia» Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Aan de provinciale staten, de gedeputeerde staten en de commissarissen van de Koning Circulaire DGBK Directie Bestuur, Democratie en Financiën

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 691 Wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet, de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Waterschapswet (institutionele

Nadere informatie

Betreft vergadering Commissie Bestuur 22 januari Commissiegriffier Margreeth Trimpe

Betreft vergadering Commissie Bestuur 22 januari Commissiegriffier Margreeth Trimpe Griffier van de Staten Provincie Geleidebrief informatief Naam voorstel Nummer Circulaire van minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van over wijzigingen in de Provinciewet Betreft vergadering

Nadere informatie

Zaaknummer Datum: 5 januari 2016 Portefeuillehouder: burgemeester D.R. van der Borg Bijlage: 1

Zaaknummer Datum: 5 januari 2016 Portefeuillehouder: burgemeester D.R. van der Borg Bijlage: 1 Aan de leden van de gemeenteraad Postbus 5 2970 AA Bleskensgraaf T 14 0184 www.gemeentemolenwaard.nl Zaaknummer 492343 Datum: 5 januari 2016 Portefeuillehouder: burgemeester D.R. van der Borg Bijlage:

Nadere informatie

*16.0002139* 16.0002139

*16.0002139* 16.0002139 INFORMATIENOTITIE AAN B&W Onderwerp en inhoud Informatienotitie B&W Wijzigingen in de Gemeentewet Postregistratienummer *16.0002139* 16.0002139 Vertrouwelijk Sector Afdeling Medewerk(st)er/tel Grondgebiedzaken

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 691 Wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet, de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Waterschapswet (institutionele

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. TWEEDE KAMER DER STATEN- 2 GENERAAL Vergaderjaar 2012-2013 33 691 Wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet, de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Waterschapswet (institutionele

Nadere informatie

postmaster@moerdijk.nl Van: VNG namens VNG Verzonden: woensdag 29 juni 2016 12:06 Aan: postmaster@moerdijk.nl Onderwerp: Lbr. 16/051 Wijziging model RvO

Nadere informatie

Nr Houten, 22 oktober Beslispunten: De raad besluit: - de verordening Functioneringsgesprekken burgemeester en raad vast te stellen;

Nr Houten, 22 oktober Beslispunten: De raad besluit: - de verordening Functioneringsgesprekken burgemeester en raad vast te stellen; Nr. 2008-047 Houten, 22 oktober 2008 Aan de gemeenteraad Onderwerp: Vaststellen Verordening Functioneringsgesprekken burgemeester en raad Beslispunten: De raad besluit: - de verordening Functioneringsgesprekken

Nadere informatie

besluit van de gemeenteraad

besluit van de gemeenteraad besluit van de gemeenteraad voorstelnummer iz-nummer 3 onderwerp Verordening op de rekenkamer Gouda De raad van de gemeente Gouda; gelezen het voorstel van het presidium van 2 januari 2007 nr 3; gehoord

Nadere informatie

Datum uitwerkingtreding Betreft nieuwe regeling

Datum uitwerkingtreding Betreft nieuwe regeling Gemeente Tiel Verordening op de ambtelijke bijstand 2003 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Vastgesteld door Onderwerp Eigen onderwerp

Nadere informatie

De gemeenteraad van de gemeente Noord-Beveland; gelezen het voorstel van het presidium d.d. 30 oktober 2014;

De gemeenteraad van de gemeente Noord-Beveland; gelezen het voorstel van het presidium d.d. 30 oktober 2014; De gemeenteraad van de gemeente Noord-Beveland; gelezen het voorstel van het presidium d.d. 30 oktober 2014; gelet op de artikelen 61, 61a, 61c, 84, 86, 147 en 149 van de Gemeentewet, de artikelen 15 en

Nadere informatie

Verordening functioneringsgesprekken burgemeester en vertrouwenscommissie bij (her)benoemingsprocedure burgemeester

Verordening functioneringsgesprekken burgemeester en vertrouwenscommissie bij (her)benoemingsprocedure burgemeester Verordening functioneringsgesprekken burgemeester en vertrouwenscommissie bij (her)benoemingsprocedure burgemeester HOOFDSTUK 1 Functioneringsgesprekken Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening

Nadere informatie

Agendapuntnr.:4. Aan de gemeenteraad. Geachte raad,

Agendapuntnr.:4. Aan de gemeenteraad. Geachte raad, Agendapuntnr.:4 Renswoude, 5 februari 2016 Nr.: 152450 Behandeld door: M.H.T. Jansen Onderwerp: Verordening (vertrouwens) commissie(s) (her) benoeming burgemeester en functioneringsgesprekken burgemeester

Nadere informatie

Regeling ambtelijke bijstand aan raadsleden

Regeling ambtelijke bijstand aan raadsleden Gemeente Haarlem Regeling ambtelijke bijstand aan raadsleden Verordening nr. Datum in werking 15 Paragraaf 1 Begripsomschrijvingen Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder: a. bijstand: het ambtelijke

Nadere informatie

AMBTSINSTRUCTIE COMMISSARIS VAN DE KONING

AMBTSINSTRUCTIE COMMISSARIS VAN DE KONING AMBTSINSTRUCTIE COMMISSARIS VAN DE KONING Tekst zoals deze geldt op 24 januari 2011 BESLUIT van 10 juni 1994, houdende regels inzake de taken die de commissaris van de Koning op grond van artikel 126 Grondwet

Nadere informatie

Verordening Functioneringsgesprekken burgemeester en raad een voorbeeld

Verordening Functioneringsgesprekken burgemeester en raad een voorbeeld Verordening Functioneringsgesprekken burgemeester en raad een voorbeeld Het voorbeeld is gebaseerd op de Handreiking functioneringsgesprek burgemeester, BZK 2008, alsmede op diverse op internet circulerende

Nadere informatie

De gemeenteraad van de gemeente Zevenaar

De gemeenteraad van de gemeente Zevenaar De gemeenteraad van de gemeente Zevenaar Gelezen het voorstel van het Presidium d.d. 4 juni 2018; gelet op de artikelen 61, 61a, 61c, 84, 86, 147 en 149 van de Gemeentewet, de artikelen 15 en 31 van de

Nadere informatie

Illl! /02/2014

Illl! /02/2014 Illl! 10.1408258 20/02/2014, j «Ministerie van Binnenlandse Zaken en ^Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag De burgemeesters en gemeenteraden van alle gemeenten Datum 17 februari

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 209 Regeling van de tijdelijke vervanging van wethouders en gedeputeerden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte B MEMORIE VAN ANTWOORD

Nadere informatie

4. Bij voorkeur zal de raad van toezicht van Stichting P60 bij de werving van nieuwe toezichthouders buiten het eigen netwerk zoeken.

4. Bij voorkeur zal de raad van toezicht van Stichting P60 bij de werving van nieuwe toezichthouders buiten het eigen netwerk zoeken. REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT Opgesteld door de voorzitter op 25.03.2013 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 27.05.2013 te Amstelveen HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit

Nadere informatie

Verordening functioneringsgesprekken burgemeester en raad

Verordening functioneringsgesprekken burgemeester en raad GEMEENTE BEUNINGEN Raadsvoorstel Onderwerp Verordening functioneringsgesprekken burgemeester en raad Raadsvergadering 19 februari 2013 Nummer(agenda) Commissie 1 PAZ Registratienummer BW13.00065 Datum

Nadere informatie

GEHEIMHOUDING EN DE GEMEENTERAAD DE REGELS

GEHEIMHOUDING EN DE GEMEENTERAAD DE REGELS GEHEIMHOUDING EN DE GEMEENTERAAD DE REGELS Openbaarheid van vergaderingen 1. Vergaderingen van de raad en commissie zijn openbaar. Ze beginnen altijd in openbaarheid (met uitzondering van de vergadering

Nadere informatie

Registratienummer: GF12.20060 Datum: 21 mei 2012 Agendapunt: 21

Registratienummer: GF12.20060 Datum: 21 mei 2012 Agendapunt: 21 Aan de gemeenteraad Registratienummer: GF12.20060 Datum: 21 mei 2012 Agendapunt: 21 Portefeuillehouder: de heer T. Waterlander Behandelend ambtenaar: Mevrouw W.J.M.A. Jansen, griffier Onderwerp: Verordening

Nadere informatie

Beoogd effect en/of resultaat Bundeling en stroomlijning van de processen op het terrein van de behandeling van bezwaarschriften.

Beoogd effect en/of resultaat Bundeling en stroomlijning van de processen op het terrein van de behandeling van bezwaarschriften. Raadsvoorstel 25 Vergadering 6 maart 2007 Gemeenteraad Onderwerp : Vaststelling Verordening behandeling bezwaarschriften Helmond 2007. B&W vergadering : 16 januari 2007 Dienst / afdeling : MO.BJZ Aan de

Nadere informatie

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT FULDAUERSTICHTING

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT FULDAUERSTICHTING REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT FULDAUERSTICHTING ARTIKEL 1 DEFINITIES In dit reglement wordt verstaan onder: - Bestuur : het bestuur van de Stichting, zijnde het orgaan dat de dagelijkse en algemene leiding

Nadere informatie

Raadsvoorstel Reg. nr : 1110021 Ag. nr : Datum : 22-02-11

Raadsvoorstel Reg. nr : 1110021 Ag. nr : Datum : 22-02-11 Raadsvoorstel Reg. nr : 1110021 Onderwerp Vaststellen Verordening functioneringsgesprekken burgemeester en raad. Status Besluitvormend. Voorstel De Verordening functioneringsgesprekken burgemeester en

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 33 239 Voorstel van wet van het lid Schouw houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet,

Nadere informatie

Verordening op het Auditcomité

Verordening op het Auditcomité Verordening op het Auditcomité Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Gemeente Gennep Officiële naam regeling Verordening op het Auditcomité Citeertitel Verordening auditcomité

Nadere informatie

Verordening Rekenkamer Utrecht (2013)

Verordening Rekenkamer Utrecht (2013) Verordening Rekenkamer Utrecht (2013) De raad van de gemeente Utrecht; gelet op de artikelen 81a en 182 t/m 185 Gemeentewet; BESLUIT vast te stellen de volgende VERORDENING Rekenkamer Utrecht 2013 Artikel

Nadere informatie

Voorgesteld raadsbesluit: Vast te stellen de Verordening op de vertrouwenscommissie gemeente Dinkelland 2015

Voorgesteld raadsbesluit: Vast te stellen de Verordening op de vertrouwenscommissie gemeente Dinkelland 2015 RAADSVOORSTEL Datum: 2 december 2014 Nummer: Onderwerp: Verordening vertrouwenscommissie herbenoeming 2015 Voorgesteld raadsbesluit: Vast te stellen de Verordening op de vertrouwenscommissie gemeente Dinkelland

Nadere informatie

VERORDENING BESTUURSCOMMISSIE OPENBAAR BASISONDERWIJS WEERT

VERORDENING BESTUURSCOMMISSIE OPENBAAR BASISONDERWIJS WEERT VERORDENING BESTUURSCOMMISSIE OPENBAAR BASISONDERWIJS WEERT De raad der gemeente Weert; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Weert van 10 februari 2004; overwegende,

Nadere informatie

VERGADERING GEMEENTERAAD 2014

VERGADERING GEMEENTERAAD 2014 VERGADERING GEMEENTERAAD 2014 BESLUIT DE RAAD VAN DE GEMEENTE BEEMSTER; gelezen het voorstel van 23 september 2014 van het raadspresidium, gelet op de artikelen 61, 61a, 61c, 84, 86, 147 en 149 van de

Nadere informatie

Verordening Functioneringsgesprekken burgemeester en raad

Verordening Functioneringsgesprekken burgemeester en raad Agendanummer: 11 Vergadering: 4 november 2014 De raad van de gemeente Winsum; overwegende dat het wenselijk is dat de burgemeester - in het kader van een zorgvuldig personeelsbeleid - er recht op heeft

Nadere informatie

VERORDENING OP DE REKENKAMERCOMMISSIE GEMEENTE MONTFERLAND vast te stellen de Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Montferland 2018

VERORDENING OP DE REKENKAMERCOMMISSIE GEMEENTE MONTFERLAND vast te stellen de Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Montferland 2018 VERORDENING OP DE REKENKAMERCOMMISSIE GEMEENTE MONTFERLAND 2018 De raad van de gemeente Montferland; gelezen het voorstel van het presidium van 21 augustus 2018; gelet op Hoofdstuk IVa en IVb, artikel

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Regeling Commissie rechtsbescherming provincie Groningen 2015

PROVINCIAAL BLAD. Regeling Commissie rechtsbescherming provincie Groningen 2015 PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Groningen. Nr. 1905 14 april 2015 Regeling Commissie rechtsbescherming provincie Groningen 2015 Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen

Nadere informatie

Reglement inzake de behandeling van bezwaarschriften

Reglement inzake de behandeling van bezwaarschriften Reglement inzake de behandeling van bezwaarschriften Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Datum 19 april 2011 Betreft Integriteit politieke ambtsdragers

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Datum 19 april 2011 Betreft Integriteit politieke ambtsdragers Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal DGBK/Openbaar Bestuur en Democratie Kwaliteit en Kaderstelling Bestuur Schedeldoekshaven 200 2511 EZ Den Haag Postbus

Nadere informatie

Onderwerp: Aanpassen reglement functioneringsgesprekken en herbenoemingsgesprekken burgemeester

Onderwerp: Aanpassen reglement functioneringsgesprekken en herbenoemingsgesprekken burgemeester Vergadering: 12 december 2006 Agendanummer: 15 Status: bespreekstuk Behandelend ambtenaar mr. P.M.H. van Ruitenbeek E-mail: ruitenb@winsum.nl Aan de gemeenteraad, Onderwerp: Aanpassen reglement functioneringsgesprekken

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp: herbenoeming burgemeester Rv herbenoeming Bgm 2014 dd ) Status

Raadsvoorstel. Onderwerp: herbenoeming burgemeester Rv herbenoeming Bgm 2014 dd ) Status Rv herbenoeming Bgm 2014 dd 250713 Raadsvoorstel Onderwerp: herbenoeming burgemeester 2014 Agendanr. Reg.nr. Presidium Cie_verg. Raadsverg.. 10 september 2013 1) Status Op grond van de gemeentewet moet

Nadere informatie

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Drimmelen, ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Drimmelen, ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft; De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Drimmelen, ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25 november 2009; gelet op de

Nadere informatie

Toelichting Verordening instelling vertrouwenscommissie benoeming, herbenoeming burgemeester 2017

Toelichting Verordening instelling vertrouwenscommissie benoeming, herbenoeming burgemeester 2017 Toelichting Verordening instelling vertrouwenscommissie benoeming, herbenoeming burgemeester 2017 Algemeen De verordening regelt de werkzaamheden van zowel de vertrouwenscommissie, die de aanbeveling tot

Nadere informatie

Verordening vertrouwenscommissie herbenoeming burgemeester 2012 (raadsvoorstel )

Verordening vertrouwenscommissie herbenoeming burgemeester 2012 (raadsvoorstel ) Staat van vergelijking van de voorbeeldverordening vertrouwenscommissie etc. uit bovengenoemde circulaire met de verordening uit 2012 en verantwoording van verwerking in de voorgestelde verordening. Bijlage

Nadere informatie

Handleiding besloten vergaderingen en het opleggen van geheimhouding

Handleiding besloten vergaderingen en het opleggen van geheimhouding Handleiding besloten vergaderingen en het opleggen van geheimhouding November 2009 1. Inleiding Aanleiding voor deze handleiding is de constatering dat in de praktijk met betrekking tot besloten vergaderingen

Nadere informatie

VERORDENING WERKGEVERSCOMMISSIE EX ARTIKEL 83 GEMEENTEWET. De raad van de gemeente Leeuwarden;

VERORDENING WERKGEVERSCOMMISSIE EX ARTIKEL 83 GEMEENTEWET. De raad van de gemeente Leeuwarden; VERORDENING WERKGEVERSCOMMISSIE EX ARTIKEL 83 GEMEENTEWET De raad van de gemeente Leeuwarden; gelet op artikel 83, eerste lid, de artikelen 107 tot en met 107e, artikel 156 van de Gemeentewet en afdeling

Nadere informatie

Verordening behandeling bezwaarschriften 2006

Verordening behandeling bezwaarschriften 2006 Verordening behandeling bezwaarschriften 2006 Het Algemeen Bestuur van de IGSD Veluwerand; gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 14-6-2006; gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

Toelichting "Verordening op de ambtelijke ondersteuning" art. Benaming blz. Algemeen 2. Artikel 1 Informatie 3

Toelichting Verordening op de ambtelijke ondersteuning art. Benaming blz. Algemeen 2. Artikel 1 Informatie 3 Inhoudsopgave Toelichting "Verordening op de ambtelijke ondersteuning" art. Benaming blz. Algemeen 2 Artikel 1 Informatie 3 Artikel 2 t/m 4 Advies, Bijstand en overige ambtelijke ondersteuning 3 Artikel

Nadere informatie

gemeente Eindhoven RaadsvoorstelVaststellen Verordening raadscommissie herbenoeming burgemeester

gemeente Eindhoven RaadsvoorstelVaststellen Verordening raadscommissie herbenoeming burgemeester gemeente Eindhoven Raadsnummer 13R5322 Inboeknummer Dossiernummer RaadsvoorstelVaststellen Verordening raadscommissie herbenoeming burgemeester Inleiding Op 7 april 2008 is de heer Van Gijzel benoemd als

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 209 Regeling van de tijdelijke vervanging van wethouders en gedeputeerden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte Nr. 5 NOTA NAAR AANLEIDING

Nadere informatie

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet; gelezen het voorstel van het presidium d.d. 7 november 2005, nr. 57;

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet; gelezen het voorstel van het presidium d.d. 7 november 2005, nr. 57; CVDR Officiële uitgave van Deurne. Nr. CVDR385492_1 31 juli 2018 Verordening op de Rekeningcommissie 2005 Nr. 1.7 DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE gelet op artikel 84 van de Gemeentewet; gelezen het voorstel

Nadere informatie

VERORDENING WERKGEVERSCOMMISSIE GRIFFIE. De raad van de gemeente Montfoort;

VERORDENING WERKGEVERSCOMMISSIE GRIFFIE. De raad van de gemeente Montfoort; VERORDENING WERKGEVERSCOMMISSIE GRIFFIE De raad van de gemeente Montfoort; Gelet op artikel 83, eerste lid, de artikelen 107 tot en met 107e, artikel 156 van de Gemeentewet en afdeling 10.1.2 van de Algemene

Nadere informatie

verordening op het raadspresidium

verordening op het raadspresidium nummer 1.1.6 regeling verordening op het raadspresidium nr. 1.1.6 de raad van de gemeente Gouda Gelezen het voorstel van het presidium van 28 juni 2014; Gelet op artikel 4 van het Reglement van Orde voor

Nadere informatie

Wettelijk kader integriteit

Wettelijk kader integriteit Wettelijk kader integriteit Afleggen eed of belofte Provinciewet Artikel 14 lid 1: Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van Provinciale Staten in de vergadering, in handen van de

Nadere informatie

Raadsvoorstel 62 Vergadering 29 augustus Gemeenteraad

Raadsvoorstel 62 Vergadering 29 augustus Gemeenteraad Raadsvoorstel 62 Vergadering 29 augustus 2017 Gemeenteraad Onderwerp : Instellen van een vertrouwenscommissie voor aanbeveling tot herbenoeming van de burgemeester Dienst / afdeling : raadsgriffie Aan

Nadere informatie

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Emco; gelet op artikel <..> van de gemeenschappelijke regeling <naam regeling>;

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Emco; gelet op artikel <..> van de gemeenschappelijke regeling <naam regeling>; Het algemeen bestuur van de regeling Emco; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van ; gelet op artikel van de regeling ; besluit: vast te stellen de volgende wijziging

Nadere informatie

Frans Eijkelhof isbn:

Frans Eijkelhof isbn: 10 De provincie Plaats en taak van de provincie (10.1) De provincies van Nederland worden tot aan 2025 samengevoegd tot 5 landsdelen. Hiervoor zijn, volgens de regering, diverse redenen (bron: rijksoverheid.nl):

Nadere informatie

VERORDENING OP DE AMBTELIJKE BIJSTAND

VERORDENING OP DE AMBTELIJKE BIJSTAND Raadsbesluitno. 2010/043/2 VERORDENING OP DE AMBTELIJKE BIJSTAND DE RAAD DER GEMEENTE ROERMOND, gezien het voorstel van de griffier en de voorzitter van 13 april 2010, raadsvoorstel no. 2010/043/1; gelet

Nadere informatie

Verboden handelingen en gedragscode raadsleden Artikel 15 Opleggen geheimhoudingsplicht Artikel 25

Verboden handelingen en gedragscode raadsleden Artikel 15 Opleggen geheimhoudingsplicht Artikel 25 Bijlage bij het voorstel inzake de gedragscode leden van de gemeenteraad en gedragscode burgemeester en wethouders bepalingen uit de Gemeentewet over de integriteit. RAADSLEDEN Nevenfuncties Artikel 12

Nadere informatie

b e s l u i t: vast te stellen de navolgende Verordening voor de Radenadviescommissie GEM Crailo BV

b e s l u i t: vast te stellen de navolgende Verordening voor de Radenadviescommissie GEM Crailo BV De raad van de gemeente Gooise Meren; gelezen het voorstel van het presidium van de gemeenteraad; gelet op artikel 84, eerste lid, van de Gemeentewet; b e s l u i t: vast te stellen de navolgende Verordening

Nadere informatie

Provinciale Staten(lid) en het Provincierecht 25 juni 2019

Provinciale Staten(lid) en het Provincierecht 25 juni 2019 Provinciale Staten(lid) en het Provincierecht 25 juni 2019 Doel inleiding Bespreken en toelichten staatsrechtelijke aspecten Statenlidmaatschap Opdat u in staat bent: Optimaal gebruik te maken van de u

Nadere informatie

Aanbiedingsbrief. Aan de raad.

Aanbiedingsbrief. Aan de raad. Raadsgriffie Kerkrade, 19 april 2006 Aanbiedingsbrief Aan de raad. 06it00231 Hierbij bieden wij u ter overweging en beslissing aan een ontwerpbesluit, nr. 06 Rb 017 inzake de instelling van een vertrouwenscommissie

Nadere informatie

Bestuurlijke integriteit

Bestuurlijke integriteit Bestuurlijke integriteit Onderzoek Bestuurlijke Integriteit Onderzoeksopzet Rekenkamercommissie De Wolden Maart 2014 Status: definitief Versie: 4 Rekenkamercommissie De Wolden 1 A. Wat willen wij bereiken?

Nadere informatie

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Doetinchem, gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet;

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Doetinchem, gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet; De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Doetinchem, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft; gelezen het voorstel van het college; gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

D66 INITIATIEFVOORSTEL HAAGSE REFERENDUMVERORDENING

D66 INITIATIEFVOORSTEL HAAGSE REFERENDUMVERORDENING rv 307 RIS 91131_011108 D66 INITIATIEFVOORSTEL HAAGSE REFERENDUMVERORDENING 8 november 2001 Robert van Lente Albert van der Zalm Arthur van Buitenen 1 Inleiding Op vrijdag 28 september 2001 heeft de commissie

Nadere informatie

Verordening benoeming, functioneringsgesprekken en herbenoeming burgemeester gemeente Aa en Hunze 2017

Verordening benoeming, functioneringsgesprekken en herbenoeming burgemeester gemeente Aa en Hunze 2017 Verordening benoeming, functioneringsgesprekken en herbenoeming burgemeester gemeente Aa en Hunze 2017 Artikel 1. Taak De commissie heeft tot taak: a. de aanbeveling tot benoeming of herbenoeming van de

Nadere informatie

GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES

GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES November 2006 1 GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES PRINCIPES I. Naleving en handhaving van de code Het bestuur 1 en de raad van commissarissen zijn verantwoordelijk voor

Nadere informatie

Medezeggenschapsreglement van de Ondersteuningsplanraad

Medezeggenschapsreglement van de Ondersteuningsplanraad Stichting Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Hoeksche Waard Medezeggenschapsreglement van de Ondersteuningsplanraad Vastgesteld door het algemeen bestuur d.d. 21 januari 2014 na instemming

Nadere informatie

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT STICHTING THEATER DAKOTA

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT STICHTING THEATER DAKOTA REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT STICHTING THEATER DAKOTA Cultural Governance in Theater Dakota Vastgesteld door het bestuur van de Stichting Cultuuranker Escamp op: 26 november 2012 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel

Nadere informatie

Gewijzigde verordening op de rekenkamercommissie Zeist 2011

Gewijzigde verordening op de rekenkamercommissie Zeist 2011 RAADSBESLUIT GEWIJZIGD Blad 1 29 maart 2011 Nr. 515 Vastgesteld 29 maart 2011 Gewijzigde verordening op de rekenkamercommissie Zeist 2011 Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

: het college van burgemeester en wethouders. : de leden van de gemeenteraad

: het college van burgemeester en wethouders. : de leden van de gemeenteraad Van Aan : het college van burgemeester en wethouders : de leden van de gemeenteraad Onderwerp : memorie van antwoord bij Wijziging juridische grondslagen Gemeenschappelijke Regeling WAVA en!go BV Raadsvoorstel

Nadere informatie

Gemeenschappelijke regeling samenwerking belastingen Amstelland- Meerlanden

Gemeenschappelijke regeling samenwerking belastingen Amstelland- Meerlanden Gemeenschappelijke regeling samenwerking belastingen Amstelland- Meerlanden De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn, ieder voor

Nadere informatie

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Ferwerderadiel, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Ferwerderadiel, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft; Sector : III Nr. : 63 De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Ferwerderadiel, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 oktober

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 378 Wet van 3 juli 1996, houdende algemene regels over de advisering in zaken van algemeen verbindende voorschriften of te voeren beleid van

Nadere informatie

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Heerhugowaard Officiële naam regeling Verordening functioneringsgesprek burgemeester en raad Citeertitel Verordening functioneringsgesprek

Nadere informatie

Advies. Gemeenteraad. Westland. Prof. mr. D.J. Elzinga. Mr. dr. F. de Vries

Advies. Gemeenteraad. Westland. Prof. mr. D.J. Elzinga. Mr. dr. F. de Vries Advies Gemeenteraad Westland Prof. mr. D.J. Elzinga Mr. dr. F. de Vries Inhoud Casus... 2 Vragen... 2 Benoeming van publieke bestuurders... 3 Onduidelijkheid in wet- en regelgeving... 4 Dubbele geheimhouding?...

Nadere informatie

Artikel 3. Taken voorzitter

Artikel 3. Taken voorzitter Ontwerp-besluit De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel; gelezen het voorstel van het presidium van de gemeenteraad van 14 maart 2013; overwegende dat het gewenst is de integrale bevoegdheid van

Nadere informatie

Artikel 4 Eed/gelofte Ten aanzien van de leden is artikel 81 g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4 Eed/gelofte Ten aanzien van de leden is artikel 81 g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. CONCEPT VERORDENING OP DE REKENKAMERCOMMISSIE TIEL De raad van de gemeente Tiel; gelezen het voorstel van het presidium van.. 2016; gelet op het bepaalde in artikel 81oa van de Gemeentewet; besluit: 1.

Nadere informatie

Reglement Centraal College van Deskundigen IKB Vleeskalveren 2008

Reglement Centraal College van Deskundigen IKB Vleeskalveren 2008 Reglement Centraal College van Deskundigen Besluit van het bestuur van de Stichting Brancheorganisatie Kalversector van 12 februari 2014 houdende de vaststelling van een reglement ter zake van het functioneren

Nadere informatie

Verordening op de bezwaarschriften SNN

Verordening op de bezwaarschriften SNN Verordening op de bezwaarschriften SNN (geconsolideerde versie, geldend vanaf 21-6-2007) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Drenthe Officiële naam regeling Verordening op de bezwaarschriften

Nadere informatie

Commissiereglement NBA

Commissiereglement NBA Commissiereglement NBA 1. Grondslag 1.1 Dit reglement kent als grondslag artikel 11, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep. Daarin is bepaald dat het bestuur de NBA bestuurt. 2. Overwegingen

Nadere informatie

Procedure burgemeestersbenoemingen Burgemeestersprocedure Noord-Holland in het kort: Het openstellen van de vacature Het schetsen van een profiel.

Procedure burgemeestersbenoemingen Burgemeestersprocedure Noord-Holland in het kort: Het openstellen van de vacature Het schetsen van een profiel. Procedure burgemeestersbenoemingen De procedureregels bij burgemeestersbenoemingen zijn neergelegd in de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 10 juli 2012 nr. 0000404807en

Nadere informatie

Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge artikel 5.5. van de statuten van Stichting Vocallis.

Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge artikel 5.5. van de statuten van Stichting Vocallis. BESTUURSREGLEMENT Vastgesteld door het bestuur op 6 mei 2015. Hoofdstuk I. Algemeen. Artikel 1. Begrippen en terminologie. Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge artikel 5.5. van de statuten

Nadere informatie

*ZE9DBFBE563* Raadsvergadering d.d. 19 februari 2015

*ZE9DBFBE563* Raadsvergadering d.d. 19 februari 2015 *ZE9DBFBE563* Raadsvergadering d.d. 19 februari 2015 Agendanr.. Aan de Raad No.ZA.14-27443/DV.14-436, afdeling Middelen en Advies. Sellingen, 12 februari 2015 Onderwerp: Verordening behandeling bezwaarschriften

Nadere informatie

Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer

Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer Hoofdstuk IVa. De Rekenkamer Paragraaf 1. De gemeentelijke rekenkamer Artikel 81a 1. De raad kan een rekenkamer instellen. 2. Indien de

Nadere informatie

Verordening adviescommissie bezwaarschriften gemeente Haarlemmermeer 2012.

Verordening adviescommissie bezwaarschriften gemeente Haarlemmermeer 2012. CVDR Officiële uitgave van Haarlemmermeer. Nr. CVDR228414_1 29 november 2016 Verordening adviescommissie bezwaarschriften gemeente Haarlemmermeer 2012 De raad, het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Verordening Adviesraad Sociaal Domein Ten Boer 2017

Verordening Adviesraad Sociaal Domein Ten Boer 2017 Verordening Adviesraad Sociaal Domein Ten Boer 2017 De raad van de gemeente Ten Boer; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 maart 2017 gelet op artikel 2.1.3, derde lid van de Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Verordening ambtelijke bijstand provinciale staten van Drenthe

Verordening ambtelijke bijstand provinciale staten van Drenthe 2003-55 Verordening ambtelijke bijstand provinciale staten van Drenthe Voorgestelde behandeling: - provinciale staten op 23 april 2003 - fatale beslisdatum: n.v.t. Voorgestelde status: B-stuk Behandeld

Nadere informatie

Reglement voor de Raad van Commissarissen van Rentree

Reglement voor de Raad van Commissarissen van Rentree Reglement voor de Raad van Commissarissen van Rentree Artikel 1 Vaststelling en reikwijdte reglement 1. Dit reglement is vastgesteld en goedgekeurd in de vergadering van de Raad van Commissarissen d.d.

Nadere informatie

Jaar: 2009 Nummer: 65 Besluit: B&W 23 juni 2009 Gemeenteblad REGLEMENT CLIENTENPARTICIPATIE WSW HELMOND 2009

Jaar: 2009 Nummer: 65 Besluit: B&W 23 juni 2009 Gemeenteblad REGLEMENT CLIENTENPARTICIPATIE WSW HELMOND 2009 Jaar: 2009 Nummer: 65 Besluit: B&W 23 juni 2009 Gemeenteblad REGLEMENT CLIENTENPARTICIPATIE WSW HELMOND 2009 Het college van burgemeester en wethouders van Helmond; Collegevoorstel 0955672; Gelet op artikel

Nadere informatie

VERORDENING COMMISSIE REGIONAAL OVERLEG LUCHTHAVEN HOOGEVEEN

VERORDENING COMMISSIE REGIONAAL OVERLEG LUCHTHAVEN HOOGEVEEN VERORDENING COMMISSIE REGIONAAL OVERLEG LUCHTHAVEN HOOGEVEEN Artikel 1 1. Er is een Commissie Regionaal Overleg (CRO) luchthaven Hoogeveen. 2. De CRO bestaat uit een voorzitter en de volgende leden: -

Nadere informatie

Verordening op de Provinciale Raad voor de Volksgezondheid en Maatschappelijke Zorg 1995

Verordening op de Provinciale Raad voor de Volksgezondheid en Maatschappelijke Zorg 1995 CVDR Officiële uitgave van Noord-Brabant. Nr. CVDR95306_2 6 december 2016 Verordening op de Provinciale Raad voor de Volksgezondheid en Maatschappelijke Zorg 1995 Provinciale Staten van Noord-Brabant stellen

Nadere informatie

Gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten, d.d. 21 juli 2009, nr. 2009-013327,

Gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten, d.d. 21 juli 2009, nr. 2009-013327, Provinciale Staten Vergadering d.d. 23 september 2009 Besluit nr. PS2009-658 PROVINCIALE STATEN VAN GELDERLAND Gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten, d.d. 21 juli 2009, nr. 2009-013327, Gelet op

Nadere informatie

TOELICHTING op de Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest.

TOELICHTING op de Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest. TOELICHTING op de Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest. Algemeen Ingevolge de Gemeentewet dient elke gemeente per 1 januari 2006 te beschikken over een rekenkamer

Nadere informatie

Onderwerp : Aanpassing GR Cocensus i.v.m. de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen

Onderwerp : Aanpassing GR Cocensus i.v.m. de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen Raadsvoorstel *Z0245757025* Aan de raad Documentnummer : INT-15-22789 Afdeling : Bedrijfsvoering Onderwerp : Aanpassing GR Cocensus i.v.m. de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen Inleiding

Nadere informatie

20 december 2016 Motie Commissie bezwaarschriften Pagina 1 van 5. gelezen het advies van de commissie Werken en Besturen van 30 november 2016,

20 december 2016 Motie Commissie bezwaarschriften Pagina 1 van 5. gelezen het advies van de commissie Werken en Besturen van 30 november 2016, Gemeenteblad 2016, nummer Onderwerp Datum 20 december 2016 Motie Commissie bezwaarschriften Pagina 1 van 5 De raad van Venray, gelezen het advies van B en W van 14 november 2016, gelezen het advies van

Nadere informatie